Alieicci Nieuws-
BRIEVEN VAN EEN ONBEKENDE.
DONDERJAAG 31 DECEMBER 1914
SCIAGEF.
57ste Jaargang. No. 5514.
Ü0U1ANT
Dit blad verschijnt viermaal per week Dinsdag, Woeusdag,
Donderdag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 9 ure wor
den ADVERTENTIEN in het eerst uitkomend nummer geplaatst.
UitgeversTRAPMAN Co.
SCHAGEN, LAAN D 5. - Int. Teleph. No. 20.
Prijs per jaar f 3.Per post f 3.6U. Lo^-se nummers 5 cent
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct
Groote lotters worden naar plaatsruimte berekend.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
EERSTE BLAD.
Bekendmakingen.
Burgemeester en Wethouders van Sdhagen;
Gelet op artikel 264 der Gemeentewet;
Brengen ter kennis van "belanghebbenden, dat hel
door Iieeren Gedeputeerde Stalen op den 23 December
1914 goedgekeurde Suppletoir Kohier voor de belas
ting op de hooiden dienst 1914, gedurende vijf maanden
ter Secretarie voor een ieder ter lezing is nederget-
legd.
Bezwaren legen den aanslag kunnen binnen 3 maau-
den naj dien dag der uitreiking van het aanslagbiljet,
bij den Raad op ongezegeld papier worden ingebracht
Schagen, den 29 December 1914.
Burgemeester en Wethoudërs voornoemd:
J. P. W. YAN DOORN,
Burgemeester.
ROGGEVEEN,
Secretaris.
Kohier van den Hoofdelijken Omslag.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente Schagen
maken bekead, dat een afschrift van het -aanvullings-
kohier van den Hoofdelijken Omslag voor het dienstjaar
1914, gedurende vijf maanden, van den 29 December
1914 tot en met den 30 April 1915, ter Gemeentesecre
tarie voor een -ieder ter lezing ligt.
Schagen, den 29 December 1914.
Burgemeester en Wethouders voornoemd1,
J. P. W. VAN DOORN.
Burgemeester.
ROGGEVEEN,
Secretaris.
De Burgemeester en Wethouders van Schagen doen
te weten dat door den Raad dier gemeente m zijne
vergadering van 2 December 1914 is vastgesteld de
volgende
VERORDENING:
Dé Raad der gemeente Schagen;
Overwegende de wenschelijkheid tot aanvulling en
wijziging der Aigemeene Poli.ieverordening voor d.e ge
meeate;
Gehoord het- voorstel van Burgemeester en Wei
houders;
Gelet op het advies der Gezondheidscommissie, ge
zeteld te Schagen; i
Besluit:
tot wijziging en aanvulling - der Aigemeene Politiever
ordening als volgt:
Toe te voegen aan Hoofdstuk 4, afdeeling 2:
Art. 19a.
Wanneer bij het dreigen van eene besmettelijke
ziekte of om welke andere reden ook van gemeentewege
keuring plaats heeft van vee, paarden, schapen eai
varkens voor de markt bestemd, is hel verboden op
de markt vee, paarden, schapen en varkens te plaat
sen zander deze vooraf aan de keuring te hebben onder
worpen.
Toe te voegen aan Hoofdstuk 5, afdeeling 1:
Art. 25a.
Het is verboden beer- en secreetputten te ledi
gen, zonder minstens 24 uur te voren daarvan kennis
te geven aan den gemeente-opzichter en anders dan
overeenkomstig door dezen in elk geval te stellen voor
waarden.
Art. 25b.
Het is verboden op Qf aan den openbaren weg in
de kom der gemeente papier, stroo, vuilnis en ander
afval aanwezig te hebben anders dan in gesloten bak
ken of emmers..
Te wijzigen artikel 53 van Hoofdstuk 5, afdeeling
2 en te lezen
Art. 53.
Het is verboden bouwmaterialen, afbraak, zand
grond, mest of afval op de straten, wegen, voetpaden
of bennen te plaatsen, storten, neer te werpen, tenzij
met vergunning van Burgemeester en Wethouders en op
de door hen gestelde voorwaarden.
Te wijzigen artikel 97 van Hoofdstuk 9, afdeeling
1 en te lezen:
Art. 97
Het is verboden "dood of ziek vee, binnen deze ge
meente in te voeren, door te voeren, zonder schrifte
lijke vergunning door Burgemeester en Wethouders
verleend.
Deze vergunning mag alleen worden gegeven, wan
neer het ingevoende vergezeld gaat van een deugde
lijk bewijs van herkomst, afgegeven door een bevoegd
deskundige.
Toe te voegen aan Hoofdstuk 9, afdeeling 2:
Art. 101a.
Het is verboden bepaald aangewezen vruchten en
groenten rond te venten ,uit te stallen, ten verkoop
aan te bieden, te verkoonen of te leveren, wanneer
door Burgemeester en Wethouders bij het dreigen of
verschijnen van besmettelijke ziekten bij openbare aan
kondiging het rondventen, uitstallen, ten verkoop aan
bieden, verkoopen of leveren van die vruchten is ver
boden,
"Decm^^^igil6^ *>Pen*,are vergadering van den 2en
De Voorzitter,
(get.) J. P. W. VAN DOORN
De Secretaris,
J J (get ROGGEVEEN.
Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde Staten
van Noordholland, volgens hun he-idht van den 16
December 1914, No. 85 in afschrift medegedeeld.
j i)iervan afkond ging geschied, waar het behoort
den 28 December 1914,
Burgemeester en Wethouders voornoemd
J. P. W. VAN DOORN.
Burgemeester.
ROGGEVEEN,
Seerehns.
LI.
Rust en fwees stil.
Treulich bringt ein jedas Jahr,
Welkes Laub und welk es Hoffen.
LESSING.
Geendet halten wir schon lang,
Eth wir noch kaum begonnen.
HEINE.
Verlies uzelven niét
In 't druk gewoel van 't leven;
Laat rusten voor een wijl
Uw arbeid en jjw strijd.
't Is niet voldoende, steeds
Te streven en to werken,
Als ook niet 't hart
Kan spreken op zijn tijd.
Nu ik me zet om mijn Oudejaarsoverdcnking neer
te sdiiijven, staat daarbuiten een vliegende sorm,
bijkans een orkaan. De wind huilt om de hoeken van
mijn huis .Hij' rukt aan mijn ruiten en dreigt ze te
doen bezwijken. Hij zingt een helsdh lied in zwie
pende boomtakken en slingerende telefoondraden He
maantje tracht den enkelen mensch, dien het lot in
dit weer nog naar buiten roept, bij te lichien, maar fan-
tastisch-gevormde woest-voortijlende wolken werpen tel
kens spookachtige schaduwen voor zijn voeten.
Daar is in den storm altijd iets wal den mensch
ontroert en aangrijpt.
Daar is indezea storm, die komt nu. dit oudé ramp
zalige jaar gaat sterven, iels huiveringwekkends.
Is het de klaagzang, dio natuur aanheft over het
stervende jaar?
Wil het oude jaar nog voor liet laatst goed in ons
geheugen vastleggen, wat het ons de laats'e maanden
reeds .zoo aangrijpend heeft gezegd: „Ik ben een jaar
van on'heilspetlenden storm"? In dat geval doet het oude
jaar overbodig .werk Ook zonder deze geweldige stem
zulten we tot het eind onzer dagen ons herinneren:
1914 het sformjaar bij -izitnemendheidhet jaar
waarin de oorlogsorkaan over het grootste gedeelte van
de wereld is losgebarsten.
En. inu overweldigd door den ernst van den
storm en den ernst van den naderenden Oudejaars
avond nu kunnen 'we niet anders dan rmt ont
roering denken aan verbroken menschenleveis, pan
weggevaagde welvaart, aan verwoeste schoonheid,
en vooral aan te'.eurges'elde verwach'ingen, aan her-
en-derwaarts verstrooide hoop en vertrouwen, aan in-
flavdon-gescheurde idealen.
1914. gij s'ormjaar, jaar van bloed en tranen, \va'
laat gij een wonden achter, direct-doodelijke wonden,
maar ook die nog een menjchenleven lang pijn blij
ven doen.
Ja! dat is een gedachte, zoo aangrijpend, dat hij ou
de tranen naar de oogen perstte weten, dat daar dezen
avond in duizenden huizen en in milkoanen harten
nameloos wee wordt geleden.
Van een bekend Duitsch schrijver las ik dezer
dagen„Als de laatste oogenbükken van hel Oude Jaar
„naderen, dan klinkt- van menigen toren het aloude
„lied
„Nutn danket alle Gott
mit Herzen, Mund und Handen,
„Der grosze Dinge tut
,jaa uns und allen Enden.
„En dan vouwen vele handen zich en vele harten
zeggen daarop ja en amen."
Ik vrees, dat in de eerste plaats in het vaderland
van dezen schrijver, maar verder ook allerwegen over
de aarde velen dit „ja en amen zeggen" at héél
moeilijk, zoo niet gansch onmogelijk zal wezen.
De dag, die voor velen kan zijn een dag van dan
ken en loven, zal nu allermeest zijin een dag van
klagen en weenen, misschien wel van aanklagen en
vervloeken.
Waar wij tot nu toe gespaard bleven voor het laat
ste en het eerste nog ons deel kan 'zijn zou dat op
zich zelf wel reeds een reden kunnen zijn, dat Oude
jaarsavond ons vindt m een stemming van dank?
Die stemming van dank. is mij niet vreemd en
evenmin de wensch, dat déze stemming op Oudejaars
avond ook de uwe mag zijn.
Hoe kan het anders of onze eerste Oudejaair&gft
dachte moest zijn een gedachte aan dat ontzettende
wereldwee, dal thahs ons aller aandacht trekt?
Onze eerste gedachte? Ja.
Maar niet onze e e n i g s t e.
Oudejaarsavond is (als ik het zoo maar eens noe
men mag) een „persoonlijke" avond bij uitnemendheid.
Wat we van den medemensch gewoonlijk niet dul
den, n I. dat hij „persoonlijk" wordt, dat dulden we
van den laatst en avond, des jaars; dat moeten we
dulden. We staan van avond als een schooljongen
voor zijn onderwijzer; of misschien nog juister als de
zoon voor ,den vader: „Jonge, kijk me eens aan!'" En
als we onwillig zijn: „Nee! me aankijken! En zeg me
nu eens eerlijk...."
Nietwaar? dat is de stem van Oudejaarsavond; de
ernstige, de soms-lovende, maar meestal-verwijtende stem
van Oudejaarsavond.
Gij kent die stem, nietwaar?, die ieder onzer wee-
wat anders, maar ons allen ernstige dingen zegt
Ein het maakt ons den Oudejaarsavond niet to
een gemakkelijken avond, maar tot een stormavond,
waarbij we het hard te verduren hebben en het ver
troostend licht wel eens schuil gaat.
Jadat is toch wel onze ellende, dat we kunnen
denken en moeten denken over ons leven
Konden we maar van den eenen dag in den anderen
dommelen als het vee! Of groeien en verdorren als d
grashalmen in de wei, onbewust van Qnszelven. niet
wetend van gisteren 'en morgen! Dan zou het op Ou
dejaarsavond .niet in ons stormen; dan zou die dag
even gemakkelijk, even gewoon zijn als alle andere
Maar die martelende gedachten, hoe we zijn ai hoe
we moeten wezen dat is onze ellende
Onze ellende?
Neenl onze grootheid!
Onze groo'heid, onze verhevenheid boven de dieren
des velds, onze meerderheid boven de planten, dat
wij kunnen denken >over onszelven, dat wij óns kun
nen herinneren wat voorbij is, dat wij kunnen denken
aan wat wezen zal.
Onze grootheid, dat we ons verleden kunnen be
oordeel en; en dat w» dat moeten doen naar den
maatstaf van het ideaal: onze grootheid, dal we ons
aldus ellendig kunnen gevoelen.
Onze grootheid, dat we in gedachten aan de toe
komst kunnen bouwen; en dat we (lat moeten "doen
al weer naair den maatstaf van het ideaal; onze groot
heid, dat we ons aldus geroepen weten, geroepen tot
het volmaakte.
Ja! Oudejaarsavond kan ons „in diepten van el
lenden" storten, maar juist die ellende is naar het
woord van Pascal een „misère de grand seigneur En
als we dat weten, dan zeggen we: 't is goed dat de
Oudejaarsavondslorm over ons komt. En dan buigen
we het hoofd onder den storm: „vergeef ons onze
schulden".
En dan blijft het heil van den storm niet uit: een
verreinde en gezuiverde dampkring „Heer" schep
mij een rein hart en vernieuw den geest in mijn bin
nenste!"
Ook die stemming is mij niet vréémd en ik
moet me al zeer vergissen, als niet iets van die stem
ming ook in u te vinden is. En a I s dat zoo is, dan
meen ik, dat er nog eens reden is om op Oudejaarsavond
dankbaar te zijn.
Oudejaarsavond het lied van weemoed en schuld
besef!
Nieuwjaar het lied van hoop en vertrouwen!
Het is ohs als de jonge man, die de ouderlijke wo
ning verlaat om de wereld in te gaan Nog eens om
zien met een traan in het oog; nog een laatst vaarwel
dan vooruitzien en wikken en wegen en werken
Wat zal het Nieuwjaar brengen?
O! we hebben vele wensch en voor de wereld pn
onszelven! Of ze allen zullen worden verwezenlijkt?
De ervaring der jaren heeft ons wel anders geleerd. De
vervulling ervan ligt niet in onze hand - en we
denken aan leven, sterven, gezondheid, ziekte, zorg,
voorspoed, teleurstelling, oorlog, vrede en wat al niet
meert
Zullen we vreezen en ons angstig maken?
Neen! Oudejaarsavond heeft een andere stemming
in ons gewekt: „Wees sterk en vreest niet, want het
is de Heer, uw God, Die met u gaat".
Ja! zoo zal het zijn! Sterk rijn en niet vreezen
En nog meer! Want we hebben vele wenschen voor
de wereld en onszelven. En de vervulling van vele dier
wenschen ligt voor 'een goed deel in eigen "handen.
F.n we denken aan bijbelwoorden als,,'t hart te bewaren
beven al wat te -bewaren is" en „God liefhebben mef
geheel ons hart en den naaste als onszelven' "en „vol
maakt worden geUk pnze Vader in de hemelen vol
maakt is". Zoo moet het worden in het Nieuwe Jaar.
God wil het! En al« wij het nu maar met Hem willen!
Met dien zegen zegene ons de Nieuwjaarsdag!
Een nieuwe dag, een nieuw begin
In dit kortstondig leven,
Waarin gij u opnieuw aan God
Ein aan Zijn dienst kunt geven.
Een nieuwe dag, een nieuwe kans
Om alles wei te -maken.
Te strijden voor wat edel is,
Te werken en te waken.
Een nieuwe dag. een nieuwe lust
VH<
Om voor den Heer te strijden,
En met voorbijgaan van het „ik",
Den naaste te verblijden.
X.
Brieven uit Engeland.
Londen, 19 Dec. 1914.
We hebben nu natuurlijk allen reeds lang geleden
gehoord van het Duitsch e bombardement van dne open
Engelsche kustplaatsen. Waarschijnlijk zelfs wordt, wan
neer deze brief in de Sehager verschijnt, ai in 't ge
heel niet meer over geschreven. In Engeland evenwel
zal deze onverwachte aanval heel lang in herinnering
blijven en misschien, óf liever zeker, dit goede gevolg
hebben dat zich de eerstvolgende dagen nog meer re-
cruten komen aanmelden.
De eerste indruk, dien wij hier kregen toen de aan
plakbiljetten. en daarna, meer uitvoerig, de telegrammen,
het feit bekend maakten, was een van bewondering.
Dat ze het nu toch weer gewaagd hadden, ondanks de
mijnen, ondanks de sterke Engelsche vloot, te voorschijn
te 'komen en Engelsche kustplaatsen 'te bombardeeren.
Vaar '.oen kwamen al gauw nadere bijzonderheden, en
alle bewondering, die wc misschien gevoeld mochtén
hebben voor den moed van de Duitscbc-rs, maakte plaats
voor diepe verontwaardiging over het schandelijk optre
den van de „helden". Vólgens de laatste berichten rijn
121 personen in Hartlepool, Scarborough en Whitby ge
dood, meer dan 500 gewond En dat in geheel onver
dedigde kustplaatsen. Onschuldige menschen. mannen,
die naar hun werk gingen, vrouwen, kinderen. Is dat
oorlog voeren?
Langzamerhand komen de bijzonderheden van dien
vreeselijken Woensdagmorgen in de bladen tc Staan
Een poli'ieagent deelt dat hel bombardémen'
begon, toen hij bezig was zich te kleeden. In twer\
drie tellen was' hij op straat Het eerste wat hij zag.
was een vrouw met een dood kindje in de armen.
Slachtoffer van den oorlog! Ze wilde het niet afstaan,
en wilde evenmin een huis binnen gaan. Met het kindje
in haar armen liep de moeder 'door de straten, die nu
langzamerhand gevuld werden met hl eek e. verschrikte
menschen. Wat ze wilden, was niet duidelijk Sommi
gen hadden een of ander meubelstuk meegenomen,
zooals menschen doen, die uit een brandend huis
vluchten. En het vluchten, wat "deze menschen de
den. was, ach'eraf beschouwd, juist het domste, wa'
ze hadden kunnen doen. Want de meeaten werden
gedood straat, slechts weinigen in de huizen. Eén
projectiel trof een huis. zonder een van de inwoners
te wonden, maar tien menschen. die dicht -bij het huis
te zamen stonden," werden allen op slag gedood
Ongeveer vijf honderd schoten schijnen rrelost 1e
dim Tk zag Cen photograohie tn de Daily Chronicle
vanmorgen, waarop een viertal der projectieten stónd
afgebeeld. Twee daarvan waren meer dan een meier
hoog,. We hoeven niet te vragen, welk eek) uitwerking
dergeliike moordwerktuigen moeten hebben. Maar we'k
nu* of welke eer de -Duifschers in deze daad van ge
weld zien. is mij', en ieder ander, een raadsel. De
Engelsche vloot zal er geen schrik door Ingeboezemd
worden. Ze zal allicht nog meer op haar .hoede rijn.
Waarom waren onze schepen niet in de huurt, was
het eerste, wat je hoonie Alsof de vloot zoo groo',
of de Engelsche kust zoo klein is, dat die ten allen tiide
in haar geheel nauwlettend bewaakt kan worden, 't ls
jammer, natuurlijk, dat de Engelsche vloot niet bij
Scarborough was. .Maar een verwijt kan haar daar
voor allerminst treffen.
De schrik onder de bevolking der drie plaatsen
moet groot geweest rijn. Treinen werden bestormd,
zells die, welke geen locomotief luidden, 't Zitten in
een coupé, hel idéé van, weggaan, maakte sommige
mensdien al geruster. Velen waren slechts half ge
kleed, hadden geen kousen of schoenen aan. Anderen
zag men loopen inet een brood onder den arm. Eén
vrouw bleef rustig aan haar werk. Zij was op hel*
bombardement voorbereid, want haar éian had haar
den vorigen avond verteld, dat ze niet moest schrik
ken, als ze hoorde schieten, want dat een nieuw
kanon zou worden geprobeerd. Met een "kalm ladiej
hoorde ze dus de eersto losbarstingen van liet Duilsch
geschut aan, to! ze plotseling bemerkte, dal hier heef
iets anders plaats greep dan onschuldige oefeningen met
een nieuw kanon. Ze werd getroffen in den arm, hoe
wel niet ernstig, en besloot toch maar liever pp te
houden met het glazenwasschen, waarmee ze 'bezig
was.
Een eigenaardig verschijnsel is het, dat de meeste
gewonden verklaren geen pijn gevoeld te hebben. De
opwinding kan hiervan haluunijk de oorzaak zijn.
Wij menschen kunnen nu eenmaal niet goed aan
twee dingen tegelijk denken. Een stouw vertelt dan
ook, dat ze, bij het eerste losbranden van het geschut,
het huis uitholde om de kinderen te roepen, die bui
ten spoelden. Een projectief ontplofte dicht bij haar,
maar ze werd niet getroffen naar ze meende. Ze wensch te
zich al geluk met haai wonderbaarlijke ontsnapping,
tot ze, weer thuis komende, merkte, dat ze vol bloed
zat. Eerst toen begon ze pijn te voelen.
Een visscher werd ook gewond tijdens het bombarde
ment, maar hiervoor zijn de Duitschers slechts indi
rect verantwoordelijk, 't Is den man natuurlijk niet
kwalijk te nemen, dat hij, zoodra het vuren begon, zijn
boot naar land wendde, om er, zoodra rij grond raakte,
uit te springen, maar bij het beencn maken over de
steenachtige kust, viel onze visscher, en liep op die
manier een verwonding op, rij het dan een niet zeer
eervolle.
Twee meisje die blijkbaar weinig vrees kenden,
moesten haar stoutmoedigheid of onvoorzichtigheid met
den dood bekoopen. Inplaats van. zooals dé meesteo
deden, in doodsangst uit het huis te vluchten, of,
zoools 'de verstandigen deden, een toevlucht U zoeken
in. den kelder, gingen ze naar dé bovenste verdieping
van het huis, o:n uit het dakvenster het bombardement
gade te slaan. We voelen bewondering voor die twee
Engelsche meisjes, maar lezer, helaas, dat beiden te
gelijk werden gedood.
Hoe, in dergelijke omstandigheden, nog steeds men
schen gevonden kunnen worden, die zoo overvloeien van
humor, zidh zelf zoo grappig vinden, dat 'ze ook nu nog
leuk moeten 'rijn, is onbegrijpelijk! Toch si-hëhen er
te rijm Em dit was de alleraardigste grap, aardig,
dal we hopen, dat het geen grap, maar een vergissing
was. Vrijdagmorgen den 18en, a bt en veertig uur na
het bombardement, werden de inwoners van Hartle
pool op wrqede wijze opg^-chrikt. Bij de poütie was
bericht ingekomen van de Admiraliteit, dat vier vij
andige kruipers zich op de hoogte der stad bevonden,
en het bombardement ieder oogenblik kon beginnen.
De poli'ie deed het beste, wat ze in de omstandig
heden doen kon. Ik weet niet, of ze het bericht 'en volle
geloofde, maar ze nam terstond het besluit alle inwo
ners der stad te waarschuwen, en in enkele minuten
zag mem agenten en anderen van deur tot deur snel
len, om de menschen te zeggen, óf binnenshuis te blij
ven, óf <lc stad oogenblikkelijk te verlaten. Alle werk
werd gestaakt. De mannen verlieten de 'Scheepstim
merwerven. en in een oogenblik waren de straten
vol menschen, die vluchtten hiet het noodigste. wat
ze in den korten ti#i bij elkaar hadden kunnen schar
relen. Ook gew'onden zag men onder de vluchtelingen.
De winkels werden gesloten.
En toen toen werd langzamerhand bekend, dat
het een valsch alarm was geweest. Als het een ..grap'
was, wat we niet hopen, moet gezegd worden, dat ze
goed geslaagd is. De schrik zat er nog goed in bij
de inwoners van Hartlepool, en die paar uren op
Vrijdagmorgen, met ieder oogenhlfk de ver.va-h'ing dat
het toon.ee! van Woensdag herhaald zou worden zul
len zeker velen een doodelijken angst bezorgd hebben.
Het grootf feit van de week Ls thans weer ach'er den
rug. De Duitschers hebben hun schitterende overwin
ning behaald. 121 dood en en .500 gewonden. Aan Duit
sch e rijde waarschijnlijk niemand gevallen. Een groot -
sche overwinning, die ongetwijfeld den oor'og tót een
spoedig emde zal brengen. De overma-ht van En
geland op zee is ten einde, schrijven de Duitsche bin
den. Waarom? We hebben drie open kustplaatsen
beschoten, toen de Engelsche vloot niet in de buur! was,
om Jiel te beletten: nog duidelijker bewijs norxlig?
BEDE BIJ DEN AANVANG VAN 1915.
't Oude jaar is heengevloden,
En het Nieuwe brak weer aan;
Maar nóg staart de Vredesengel,
Moeder Aarde weenend aan!
„God is Liefde"! welk een wanklank,
Wat satire in deez' eeuw,
Nu de Noodkreet stijgt ten hemel
Van zoo menig wees en weêuw.
Spreekt het ui! het zwaardgekletter,
Zelfs in d' ingewand der Aard'?
Of uit het kanongebulder,
Dat aan Dood vernieling paart?
Ook de jjfeën en de heem'Ien,
Sjio'tcn met dit God'lijk woord:
uigond niet van Menschen] i c fd e.
Maar, helaasvan Menschenm oord.
S'
Ti
Toch, o, Mensch, blijf immer hopen.
Blijf vertrouwen op Uw God,
Al is nu 't verdwaasde Menschdom
't Heilig Christendom ten spot.
Richt het oog op f Englendaden
Waar de nood zoo hoog soms klom
Van Geduld en Zélfverlooch'ning;
Sprank van 's menschen Adeldom.
Moog dat sprankje weldra uitslaan
Tot een feiten Wereldbrand,
Maar nu slechts weldadig koest'rend.
Niet verwoestend Stad en Land.
Nieuwe Jaar! nieuw is Uw tijdkring:
Achvernieuw de Menschheid mee;
Hoo- ons smeek en„Geef ons spoedig
Moog' he* rijn: een Éeüvr'ge vree"'
Warmenhulzen. C. DE GEUS Kz.