Alumni Nieuws-
■j
VRIJHEIDSDRANG.
WOENSDAG 20 JANUARI 1915.
58ste Jaargang. No, 5525.
„Concertgebouw-Sextet" van Amsterdam.
eenet
olland,
ifje.
laker.
SC HA GE!
COURANT.
Dit blad votschijut viermaal per weekDinsdag, Woensdag, I TTito-ovora TT? X PAT AN f'n
Donderdag en Zatordag. Bij inzending tot 's morgens 9 ure wor- UALgtïYtJrö o X CV21.X ou vau.
den ADVERTENTIES" in het eerst uitkomend nummer geplaatst. SCHAGEN, LAAN D 5. -- Inf. Teleph. No. 20.
Prijs per jaar f 3.Per post f 3.6U. Losse nummers 5 cent
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
•pgaa
bur.
jen 1
selijk
agaal
ïagei
n de
idsch
in de
eins»
1,
he
te
gen.
i,
oog.
ken
circa een pobd, wslke hïjé&> nacht in zijn kaar Meld.
Tot ajh groote verbazing ontdekte b5f, dat die ééne
Snoek niet minder dan drie en zestig voorntjes en boars-
AARTSWOUD. jes had uitgespuwd.
Maandagmiddag werd ten huize van den heer Has iiiet iiollandsche vee IN de ver. staten,
een druk bezochte vergadering van landgebruikers Frederick L. Houghton, de secretaris van. de Hof-
en -eigenaars uit de Banne Hoogwoud gehouden. Te- stein-Friesian Associatiaa of Ameria schrijft, dat sedert
■vens waren aanwezig drie bestuursleden en de het HoIslein.-Friesian.-ras (zooals de Amerikanen ons
voorzitter der banne, benevens een hoofdingeland zwart-bont yeeslag noemen) zijn triomftocht dbor de
van de Vier Noorder Koggen. De Kiesvereeniging Vereenigdè Staten begon, ieder jaar nieuwe landstra
Hoogwoud had deze vergadering bijeengeroepen. 1 ken voor dit uitnemende rundvee-ras zijn ontsloten. Bij
Na een woord van welkom opende de voorzitter, (voortduring is de belangstelling voor deze koeien in
de hoor J. E. Bol, deze bijeenkomst, er op wijzende, de Vereemgcfe Staten grootier "geworden, de producllecif
dat deze in hoofdzaak was belegd, om besprekingen fers wijzen öan regelmatige stijging aan, overal waar
iz houden over den langdurigen hoogen water- zij .bijgehouden 'zijn. Met dpre cijfers zijn do -prijzen
otand der laatste maanden en plannen te beramen j voor het vee in de hoogte gegaan. Het slamboek „tho
of het niet mogelijk zou zijn hierin verbeteringen Holstein-Friesian Association of America, tnaakt voor
to brengen. Het woord gevende aan de vergadering, het ras een ijverige en goedf geleide propaganda. In
werden er door zeer veel personen verschillende het afgeloopen jaar werd een bedrag vtin 25000 dollar
grieven te berde gebracht, de een meende dat het j tem .koste gelegd "aan publicaties, 7500 dollar aan prij*-
Banbestuur hieraan schuld had en een ander weder 'zen bij. versclSlfendle tentoonstellingen. D© verhouding
weet het aan het Koggebestuur. Allen zijn het er I van deze cijfers is wel typisch Amerikaansch! Het to-
over eens, dat de toestand waarin de landerijen heb- taal aantal leden bedraagt 7200.
ben verkeerd, ten gevolge van den ongunstigen wa- j EXe „Hofcteïns" verdragen in alfe deelen Van de Vér-
terstand, zeer ad?.'1 lig 2ijn en er verbeteringen die- j eemigde Staten hét klimaat uïistekénd en, "zooals gezegd,
nou te worden aangebracht- de productiecijfers kunnen algemeen een regelmaiige
De heer C. Pijper, voorzitter van de Banne, is het -
volkomen met de vergadering eens, er echter op wij
zende, dat niet alle misstanden kunnen worden
opgeruimd. Spreker is echter van oordeel, dat het
kwaad schuilt in de bemaling tc Medemblik en hij
stelt voor een adres te zenden aan het Koggebe
stuur. Tevens brengt spreker hulde aan de Kies
vereeniging Hoogwoud voor bet initiatief in deze.
De heer S. Glas, hoofdingeland, zegt, het is niet
de vraag: hoe zijn we er aangekomen, doch hoe
komen we vlug van het overtollige water af. De be-
'ir.Hb'ng is matig en wordt steeds matiger door de
meerdere onderbemaling, hetgeen met voorbeelden
wordt aangetoond. Reeds zijn er losse bespiegelin
gen dienaangaande door het bestuur gehouden, om
verbetering te brengen in de bemaling. Nog wijzen
de op de 2000 H.A. land, welke er in de Banne
Hoogwoud zijn gelegen, hetgeen 1/6 deel is van de
geheele Vier Noorder Koggen, raadt ook spreker
aan een adres te zenden.
Nn nog eenige besprekingen wordt eerst een voor
stel van Verwij aangenomen, om een adres te rich
ten aan het Bannebestuur met verzoek, om goed
toe Ie zien op de pompen, dammen en slooten.
Daarna een gecombineerd voorstel van de heeren
Helder on Kooijman, om een adres te richten aan
het Koggebestuur, om verbetering te brengen in
den toestand, waarin de laatste maanden het land
heeft verkeerd, hetzij door verbeterde bemaling, of
duor verbcleering van de afvoerslooten, waardoor
een vlugger afvoer van het overtollige water mo
gelijk zij.
Dit adres zal aan. alle landgebruikers en landeigenaars
£n <Te Banne Hoog- en Aartswoud ter teekening worden
aangeboden en- daarna door het bestuur der Kiesver-
eeniging persoonlijk aan hét Kogge-bestuur worden over-
Iiannïgd en dcsverlangd worden toegelicht.
Burgemeester Breebaarl geeft nog de raaid om een
afschrift van. het adres te zenden aan affo heemraden
en 1 hoofdingelanden, om zoove l mogelijk succes te
hebben.
Tenslotte dankt voorzitter de aanwezigen voor de
aangename düscussïSn en de pers voor hare aanwezigheid
en sluit de vergadering.
herlevend bedrijf.
Bij het begin der mobilisatie werd op de weverij
der firma Janzoo, en Thanus te Vrtïezenveen, de werk
dag der wevers met tepjge uren verkort wegens slapte.
„Het Volk" meldt, .dal van af 18 Januari weer héele
dagen Wordt gewerkt.
een voordeeuge snoek.
Hoe vraatzuchtig de snoek wel is, kan uït het vol
gende blijken. De yixschfer S. Klaver té Bqft en Schut-
sloot ving dezer dagen in de schakels eesi snoek van
op
FEUILLETON.
14.
Luitenant Heller kuchte op deze woorden van den
majoor half gestreeld, half verlegen.
„Het is zeer te betreuren, dat het daarbij tot
woorden en daden is gekomen, die jammer genoeg
een beslissing naar de voorschriften der eer on
vermijdelijk maken."
„Zeer zeker, majoor ik moet mijn eer weer
schoon wasschen. Vandaag nog zal ik dien heer
mijn uitdaging toezenden." Het klonk min of meer
theatraal.
„Hebt u uw secondanten reeds gekozen?"
,,lk dacht aan Riedemann."
De majoor knikte. „Goed ja. Hij is verstandig
en kan ook zwijgen. Het is immers een vriend
van u."
„Majoor, veroorlooft
„Zeker, beste Holler."
„Ik ben voornemens genoegdoening voor iets an
ders te ATagen, opdat mijn nicht buiten spel blijft."
„Heel goed zeer netjes."
Luitenant Heller's oogen glinsterden. „Bijvoor -
beeld een woordenwisseling in een cafe te Berlijn,
waar ik gisteren met verlof ben geweest, waarbij be-
leedigende woorden vielen."
De majoor knikte weer. „Dat is afgesproken. In
dit geval, waar alles zoo duidelijk is, is een be
slissing van den raad van eer niet noodig. Zend u
hem dus alleen de gebruikelijke tijding. En het
zou mij aangenaam zijn, als de bepalingen niet te
scterp werden gemaakt."
„Majoor," zeide de luitenant zijn hand op de
borst leggend, „ik ben zwaar beleedigd."
„Ik wil hier ook niet ingrijpen, beste Heller.
dat mag ik oök niet. Het is tenslotte de raad van
eer, die er voor heeft te zorgen, dat de voorwaar
den niet in wanverhouding staan tot de zwaarte
van het geval. Riedemann en u hebben in deze aan
gelegenheid onbepaald verlof. Er is op het oogen-
blik niet zooveel to doen, dat xi de loopende werk
zaamheden eerst zelf nog wel kunt afmaken."
„Tot uw dienst, majoor."
Denzelfden dag nog werd te Berlijn deze zaak
voorloopig geregeld.
verbetering aanwijzen. De groote mélkophrengst is cli:
jaar gehaaM door Tilfy Alcarhai, een koe uit Califomië,
<iïe in &3n jaar tijd 13.703 K.G. melk gaf, bevattende
428 K.G. vet, overoenkomefede met 535 K.G! boter.
De prijzen, die in. het afgeloopen jaar voor „Hol-
steins" I>elaald) zijn, geven geen beeld van de wassende
populariteit van hét ras. Eenmaal fc re-<f> 50.000 dol
lar 'voor een stier betaald!. Kt jaar werd voor een jon
gen. stier 25000 dollar betaald, voor een stierkajf van
drie maanden. 11.300 dollar, voor een a*nder stierkalf
20.000 dollars. Op 37 der voornaamste Veilingen van
„Holstein" werd gemiddeld 281 dollar per koe besteed.
Voor onze fokkers prijzen bm van te watertanden1
Jammer maar, dat de Veneanigde Staten, als zoo menig
ander land, aan den invoer van rundvee zulke bezwa
rende eischm stellen, dat de import uit ons land in
de practifk onmogelijk is. Rn ons land moet gedurende
6 maanden het mond- en klauwzeer niet zijn voorgeko
men, is de eiscfr. Herhaaldelijk na dé epidemie, van
1911, bijna een tijdvak van 6 maanden „vrif van mond
en klauwzeer" bereikt, steeds echter kwamen dan weer
eenige sporadische gevallen "der zDekte aan de blijde ver
wachtingen een einde maken. Ned. Landb. Wbld.
arrondissements-rechtbank te alkmaar.
Zitting van Dinsdhg 19 Januari 1914.
Uitspraken:
C. M". Vesters, vr. van A. Hoofnhout, Heidér, eenv. be
leediging, f5 of 2 d. h'.
A. v. T„ Schagea, H. J. te Anna Paulowna, J. G.
K. te Healoo, J. v. K. te Alkmaar. W. S.
te Castricum, W. V. U. te Lïmmen, overtreding
Lolerijwet, in alle déze 6 zaken de dagvaarding melig
verklaard.
vrouwenkiesrecht.
De Veieanigmg voor Vrouwenkiesrecht zal Woensdag
27 Januari ai.s. in hotel ,jde Witte Brug" te 's-Gra-
venhage 'haar jaarvergadering hóuden. Tn het dezer
dagen verschenen maandblad der veneeniging vinden
wij dientengevolge (hét jaaroverzicht, waarvan de aan
hef als volgt luidt:
Mét welk een opgewektheid begonnen wij" Decem
ber 1913 hét jaarverslag te schrijven. De verkiezingen
hadden ons een, het vrouwenkiesrecht beter gezinde, re
geering gebracht, het vrouwenkiesrecht was voor het
eerst in de Troonrede genoemd, het Grondwetsartikel,
dat alle vrouwen van het kiesrecht uitsluit, stond ge
wijzigd te worden. Wat al goede resultaten stelden
wij ons voor van' ons werken in 1914, met wat -goeden
moed waren wij allen bioziold. En thans? Met weemoed-
zien wij terug op hel ajgeloopen jaar 1914. De alles
vernielende Europeesehe oorlog héefL al bleef ons land
tot nog toe voor directe oorlogsrampen gespaard, oók
ons werk stopgezet en wij vragen ons af: „Wanneer zal
de parlementaire arbeid wederom geregeld zijn gang
I'aulsen had zekeren graaf Hesch als zijn getuige
aangewezen en verklaarde reeds van te voren met
alles accoord te gaan. Een ontmoeting in cafe Bau-
er enkele niet te zwaar beleedigende woorden,
dan een heftig gebaar met armbeweging en aanra
king van den adjudant, wat als handtastelijkheid
beschouwd werd. Het geval werd heel netjes uit
eengezet. Det> nachts keerden de beide officieren
reeds weer in bun garnizoen terug.
HOOFDSTUK 9.
Langzamer reed de trein, de breede overkappin
gen van het Münchener centraalstation vertoonden
zich reeds in de verte. Het was nog heel vroeg in
den morgen. Een triestige dag, uit den donkeren
hemel ritselde geregeld de regen neer.
Elia Wolfers had reeds lang naar de regendrop
pels gekeken, die zich bedrijvig langs dc ruiten
van den wagon naar beneden lieten glijden. Hier
en daar werd de gang even opgehouden, om daarna
des te haastiger hun weg te vervolgen. Ook het land
schap was droevig eenzaam en grauw, alle bekoor
lijkheid scheen verre. Hoewel Ella steeds naar bui
ten keek, waren haar gedachten daar toch niet bij,
die gingen langzaam dan deze richting en dan weer
een andere, de mond was vast gesloten, groot, naden
kond zagen de oogen.
Als een droom lag alles achter haar als iets
wat zij lang geleden beleefd liad, en toch waren
nauwelijks meer dan vier en twintig uren verloopen
sinds zij de woning van haar familie verlaten had.
Zij had er geen berouw over, dat zij de roepstem
naar de vrijheid gevolgd had. Wat vroeger slechts
als eeL onbewuste druk op haar had gelegen, was
sedert den herfst tot een werkelijken last gewor
den, die zich telkens sterker had doen gevoelen. Zij
zou dat hartelooze naast-elkander-leven niet lan
ger hebben kunnen verdragen, deze eeuwige onte
vredenheid, die dagelijks terugkeerende twisten, dat
harde egoïsme van ieder afzonderlijk, en daarbij de
tegenover elkaar en naar buiten hoog gehouden
huichelarij van een gelukkige familie te zijn.
Neen, zij had geen berouw, wat er ook gebeuren
mocht. Het was haar alles nog onduidelijk, maar
zij vertrouwde er vast op, dat zij haar weg wel zou
vinden zij vertrouwde op haar ster. Die haar ge
roepen had, moest en zou haar daarbij helpen. Zij
had geen begrip van de gevaren, die een jong, mooi
meisje in haar positie bedreigden; wat zij er ooit
gaan én aan een Grondwetsherziening denken, die ons
het vrouwenkiesrecht brengen moet?" Wij kunnen nu
niet amd?ers doen dan rusiig aan ons doel voort te
werken, met de vaste overtuiging bezaaid, da: eerst, wan
neer in alle staten ook die vrouwen haar politieke rech
ten zullen hebben verkregen, de oorlogsfakkd voor goed
gedoofd zal zijn.'
Van 1 Januari tol 2 Augustus j.f. heeft de veneemgoig
voorspoedig gewerkt. Het ledental hééft zich uitgebreid
van 16.400 tot 18.185, het aantal afdeelingetn klom tot
136. Het maandblad heeft thans een oplaag van 18.500
exemplaren.
Hetgetal f ïAandteekéningen voor hét petitionnement
voor grondwettelijke gelijkstelling van man en vrouw
was tot 10 Juli LI. op 133,434.
Men rekende dit aantal in den loop van den zomer
zeker te kunnen verdrievoudigen, toen helaas de oor
log uitbrak en het hoofdbestuur meende hét werk te
moeten stopzetten om eerst de nooden door den plotse-
lingen oorlogstoestand1 veroorzaakt, te helpen lenigen.
Uit de ingezonden verslagen der afdeelingen kan wor
den opgemaakt, dat er over 't algemeen flink Is geweaÖ.
De uitslag van dé onder de leden gehouden verkie
zing van. 7 hoofdbestuursleden had lot resultaat, dal
herbenoemd! of benoemd werden de dames F. S. van
BalenKlaar, J. van DieseaObérink, J. GoudSmit
Goudsmit, C. Meijer, V. G'. van der Meer van Kuffeler,
C Mulder van der Graaf en S. W. A. Wkhers»
de fransche pers over nederland.
Onlangs merkten wij, naar aanleiding van een ar
tikel in „Le Journal", op, dat de Fransche pers
eindelijk wat meer begrip begint te tooncn voor de
moeilijkheden, die Nederland heeft moeten overwin
nen, om zijn neutraliteit krachtig te handhaven. Een
nieuw bewijs hiervoor vinden wij in dc politieke
kroniek van de „Revue des deux mondes", die, zoo
als men weet, door den academicien Francis Char
mes geschreven wordt. Over de houding vah Neder
land wordt hierin het volgende gezegd:
„Wij hebben in het begin van den oorlog eenige
moeilijkheden met Nederland gehad, die sedert uit
den weg zijn geruimd. De pers heeft ons hierover
op niet geheel juiste of ten minste onvolledige wijze
ingelicht. Het is ook niet zoo gemakkelijk als men
schijnt te gelooven, onmiddellijk doeltreffende maat
regelen te nemen tegen oorlogscontrabande. Maar
Nederland heeft ze toch genomen en is daarbij met
de noodige gestrengheid opgetreden, zoodat het doel
bereikt is, ten minste in die mate als men het
maar kan wenschen. Overigens hebben wij ons hier
over met Nederland verstaan.
Wat men ook over Nederland moge gezegd heb
ben, het handhaafd loyaal zijn verplichtingen, door
de neutraliteit opgelegd, en daarin is misschien meer
verdienste gelegen, dan in de neutraliteitshandha-
ving van andere landen met het oog op de geogra-
Buitengewoon Concert
VAN HET
op Zaterdag 6 februari a.s. te Schagen.
O
De ondergeteekende verklaart gaarne, dat hii
met de meesle belangstelling en sympathie de
werkzaamheden van hel „Concerlgebouw-Sexfer
heef! gevolgd. Gaarne wensch ik daarom hel „Con- i
cerlgebouw-Sexler hel meesl mogelijke succes bij
haar voor de kunsl zoo belangrijk slreven.
A. Diepenbrock.
—o
Een pracht van een ConcertavondEn ik had bij
hel einde een harlplijk „Tol Weerziens" op de lippen
(Nieuwe Groninger Courant.)
van gehoord had, was bij een onbestemde voorstel
ling gebleven.
Z:j dacht aan Peter Paulsen. „Reis gelukkig, ge
liefde!" Dat woord was haar bijgebleven, sedert de
wapperende zakdoek van den achterblijvende uit
haar door tranen van geluk benevelde oogen was
verdwenen. Ben ik zijn verloofde niet? Ge
liefde bruid! O, hoe geheimzinnig klonken deze
woorden, hoe doortrilde het haar als een nooit ge
kende zaligheid. Maar dan weer werd zij uit haar
zoele droomen opgeschrikt. En zij dacht wat
breng ik hem meer dan mijn armzalig persoontje,
arm, als het kind van hongerlijdende menschen?
Misschien heeft hij gedacht, dat ik rijk was.
Hij heeft immers niets, heeft het zelf gezegd
maar hij wil werken. Doch kan ik ook niet wer
ken? Dat heb ik tenminste aan mijn tante te
danken. En ik wil werken alleen niet terug.
Kan ik dan nog terug? O ja, zij zouden alles ver
doezelen. Neen, neen, niet meer daarheen zij
rilde ervan vooruit niemand heeft mij meer'
te bevelen, hij allèen, en hem volg ik graag ik
moet hem volgen, want hij heeft mij de vrijheid
aangewezen!
Er werd donkerder, de trein rolde het station bin
nen. Een beangstigend gevoel kwam er over Ella
Wolfers. Maar er was geen tijd tot nadenken. Het
voorbeeld van haar reisgenooten volgend, maakte
zij zich gereed om uit te stappen. Zij nam haar
taschje, de reisdeken, de parapluie dat was haar
heele bezitting, iets meer bezat zij niet. Wat had
de man toch aan haar, dat hij haar geroepen had?
Het werd haar eigenaardig te moede, zoodat zij
een cogenblik de handen voor de oogen hield.
De trein hield stil.
„Juffrouw Schmidt zal u waarschijnlijk afhalen,"
had hij gezegd, „anders hebt u hier haar adres."
Hij liad het op een kaart geschreven: „Theresia-
Straat 116 atelier."
Ella Wolfers stapte uit. en langzaam in de menigte
voortgaande keek zij rond een kleine dame, al
tamelijk grijs, roode wangen zoo had hij haar be-
schreven. Maar zij speurde tevergeefs. Zulk een ge-
drang was haar vreemd, dat haasten en duwen, de
begroetingen, dat roepen om pakjesdragers en
al die menschen naar dezelfde richting stroomend.
„Juffrouw Wolfers?" Zij hoorde plotseling \rlak
bij zich haar naam, en ja, dat kon niemand anders
dan juffrouw Schmidt zijn, deze kleine, vriendelijke
damo, gehuld in een zwarten mantel. „Neen, ik
ficcho ligging, waarin Nederland zich bevindt. Wij
verlangen van de neutrale landen niet meer, en dit
zal voldoende zijn, opdat Duitschland binnen een
zeker tijdsverloop groote moeilijkheden ondervindt
bij den aanvoer van levensmiddelen. En wat dit
punt betreft, is de lange duur van den oorlog, even
als zoovele andere omstandigheden, voor Duitsch
land veel noodlottiger dan voor ons."
HET HOOGE WATER IN FRIESLAND.
Een der Friesche oorrespondenten schrijft aan de
Tel.:
Een gedeelte van Friesland lijkt thans een zee.
Tusechen Eernewoude en Oldeboom, rnet aan weers-
sijdan Grauw en Wartena, voorts bij Tietjerk, Ber-
gum ea in het Noorden der provincie, is de wa
tervlakte bijna onafzienbaar. Op vele plaatsen dreigt
het water of heeft reeds zijn zwaren slag gesla
gen. In 't bijzonder te Wartena en Tietjerk. Bij
een bezoek, dat wij aan verschillende dorpen en
streken brachten, bleek ons, dat naar een flinken
Oostèlijken bries wordt uitgezien. Want 't begint
er weer naar uit te zien. dat de toestand van 1910.
zich zal herhalen. Bij Wartena bijv. is de passage
over den grintweg ten Westen van 't dorpje, even
als in het genoemde jaar, wel over een honderd
meter gestremd. Een noodbrug is over deze lengte
lange den overstroomden weg geslagen, waarover nu
de voetgangers en wielrijders, uit de richting War-
ga komende, het dorp kunnen bereiken.
Heel go$d herinnerden wij ons nog, dat in 1910
een paar mannen per schouw een geregelden dienst
onderhielden naast den overstroomden weg.
Doch ook thans hebben enkele dorpelingen het
hard te verantwoorden, en wees ons een huisje,
waar het water al een paar voet hoog in de woon
kamer staat; devrouw, wier man onder de wapenen
is, heeft haar toevlucht op den zolder gezocht. Weer
anderen hebben de kelders half vol of bij wie de
vloeren in de buithuizen er bijna onder staan.
De wind was N.W., ten gevolge waarvan er
eenige ontspanning was gekomen. Bij Oldeboorn zou
den ze 't wel zwaarder te verantwoorden hebben;
daar was de stand hooger dan in 1910. Doch in
middels namen toch enkelen nog voorzorgsmaatre
gelen. De dijkjes om sommige huizen werden op
gehoogd of door aanhoudend waterputten trachtte
men „de kolk" droog te houden. Het water omspoel
de de wegjes en buurtjes en steegjes.
De weg naar Garijp werd als t ware aan den
Noordkant aangegeven door het schuim, dat door de
golven op den berm werd geworpen. Op orikele
plaatsen stond het water reeds gelijk met den weg.
Zoo v»t bet oog reikte, was 'teen waterplas; te
gen zulk een waterstand bleken de meeste dijken
der polders niet bestand.
Een gevolg hiervan was, dat de weg tusschen Ga
rijp en Eernewoude niet meer droogvoets was te
passeemn. Evenals 5 jaar geleden is dit dorpje ge
ïsoleerd.
Ook op de Kleine Geest, onder Tietjerk bleek 't
water weer in sommige huisjes te zijn gedrongen.
Langs de Dokkumer Ee zijn vele landerijen' ,on-
derge'oopen en is de trekweg overstroomd.
In deze buurten staat het water tot aan de wonin
gen en dringt het de kelders binnen. Vele polders
liggen nog droog, doch het kost veel moeite, daar
het water van kruin tot kruin tegen de dijken
staat, deze droog te houden. Op vele plaatsen zagen
we, dat de wind het water over de dijken stuwde.
Wit gepluimd kwamen de golven, aanrollen, om
zich in kracht met de dijken te meten of er over
te sl8an, zoodat te Sybrandahuis een polder vol
liep.
Al de bij het hoege water betrokkenen hopen,
zooals reeds gezegd, op een krachtigen Oostelijken
wind. Binnen eenige weken is Friesland dan van de
geheele hoeveelheid overtollig water verlost, want
het water staat de menschen op sommige plaatsen
in figuurlijken zin aan de lippen.
vergis mij niet, Paulsen heeft mij uwe aankomst
getelegrafeerd. Wees hartelijk welkom!"
Ella vond geen woord wat zou zij ook zeggen.
Eerst na een hartelijken handdruk der kleine dame
zeide zij onzeker: „Wilt u zoo vriendelijk zijn om
mij A'oorloopig op te nemen?"
„Maar natuurlijk. Doch u zult wel moe zijn, na
een lieelen nacht gereisd te hebben. Kom maar mee.
Uw bagage?"
Ella werd rood van schaamte. „Tk heb alleen
dit." Zij liet zien wat zij in haar handen had. „Ach,
u weet niet stiet zij nu plotseling uit onder op
komende tranen. Bliksemsnel kwam zij tot bewust
zijn van haar positie en hulpeloosheid, die voor
ieder ander onbegrijpelijk moest zijn.
„Wat is er, kind?"
„Wat moet u van mij denkenAfgebro
ken, bevend kwamen de woorden er uit.
„Hoezoo? Ik weet alleen, dat Peter Paulsen mij in
een telegram de aankomst van een dame meldde,
van wie hij mij reeds veel, zeer veel verteld heeft
zóó veel, dat ik u met den eersten oogopslag
onder honderden menschen herkende."
„Dan zult u, wanneer u alles weet, mij in het ge
heel niet willen opnemen." Dat sprak immers van
zelf, en Ella moest het zeggen. Aarzelend ging zij
naast de kleine dame voort.
Deze had reeds begrepen en was er nu vast van
overtuigd, dat de plotselinge aankomst van het
jonge meisje, van wie zij reeds zoo veel en op
zoo bijzondere wijze gehoord had. een gevolg moest
zijn van buitengewone omstandigheden. Wat dat
was haar voorloopig onverschillig, zij zou het spoe
dig genoeg vernemen. Voor het oogenblik was haar
de aanbeveling van Paulsen voldoende.
„Komt u maar mee, juffrouw Wolfers," zeide zij,
„en kwel u niet met allerlei gedachten. Peter Paul
sen is een hoogst fatsoenlijk man, en als hij ons bij
eenbrengt, dan weet hij waarom hij dat doet, en
wij kunnen gerust doen wat hij wenscht. U is bij
hem in goede handen."
„O, hoe dankbaar ben ik ui" In een opwelling Aran
vreugde en dankbaarheid greep Ella de hand der
naast haar gaande dame met de rechterhand die zij
vrij had, en drukte die vast, krachtig.
De eenvoudige woorden hadden haar volkomen ge
rust gesteld.
Wordt vervolgd