Alumni Nieuws- ■j VRIJHEIDSDRANG. WOENSDAG 20 JANUARI 1915. 58ste Jaargang. No, 5525. „Concertgebouw-Sextet" van Amsterdam. eenet olland, ifje. laker. SC HA GE! COURANT. Dit blad votschijut viermaal per weekDinsdag, Woensdag, I TTito-ovora TT? X PAT AN f'n Donderdag en Zatordag. Bij inzending tot 's morgens 9 ure wor- UALgtïYtJrö o X CV21.X ou vau. den ADVERTENTIES" in het eerst uitkomend nummer geplaatst. SCHAGEN, LAAN D 5. -- Inf. Teleph. No. 20. Prijs per jaar f 3.Per post f 3.6U. Losse nummers 5 cent ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. •pgaa bur. jen 1 selijk agaal ïagei n de idsch in de eins» 1, he te gen. i, oog. ken circa een pobd, wslke hïjé&> nacht in zijn kaar Meld. Tot ajh groote verbazing ontdekte b5f, dat die ééne Snoek niet minder dan drie en zestig voorntjes en boars- AARTSWOUD. jes had uitgespuwd. Maandagmiddag werd ten huize van den heer Has iiiet iiollandsche vee IN de ver. staten, een druk bezochte vergadering van landgebruikers Frederick L. Houghton, de secretaris van. de Hof- en -eigenaars uit de Banne Hoogwoud gehouden. Te- stein-Friesian Associatiaa of Ameria schrijft, dat sedert ■vens waren aanwezig drie bestuursleden en de het HoIslein.-Friesian.-ras (zooals de Amerikanen ons voorzitter der banne, benevens een hoofdingeland zwart-bont yeeslag noemen) zijn triomftocht dbor de van de Vier Noorder Koggen. De Kiesvereeniging Vereenigdè Staten begon, ieder jaar nieuwe landstra Hoogwoud had deze vergadering bijeengeroepen. 1 ken voor dit uitnemende rundvee-ras zijn ontsloten. Bij Na een woord van welkom opende de voorzitter, (voortduring is de belangstelling voor deze koeien in de hoor J. E. Bol, deze bijeenkomst, er op wijzende, de Vereemgcfe Staten grootier "geworden, de producllecif dat deze in hoofdzaak was belegd, om besprekingen fers wijzen öan regelmatige stijging aan, overal waar iz houden over den langdurigen hoogen water- zij .bijgehouden 'zijn. Met dpre cijfers zijn do -prijzen otand der laatste maanden en plannen te beramen j voor het vee in de hoogte gegaan. Het slamboek „tho of het niet mogelijk zou zijn hierin verbeteringen Holstein-Friesian Association of America, tnaakt voor to brengen. Het woord gevende aan de vergadering, het ras een ijverige en goedf geleide propaganda. In werden er door zeer veel personen verschillende het afgeloopen jaar werd een bedrag vtin 25000 dollar grieven te berde gebracht, de een meende dat het j tem .koste gelegd "aan publicaties, 7500 dollar aan prij*- Banbestuur hieraan schuld had en een ander weder 'zen bij. versclSlfendle tentoonstellingen. D© verhouding weet het aan het Koggebestuur. Allen zijn het er I van deze cijfers is wel typisch Amerikaansch! Het to- over eens, dat de toestand waarin de landerijen heb- taal aantal leden bedraagt 7200. ben verkeerd, ten gevolge van den ongunstigen wa- j EXe „Hofcteïns" verdragen in alfe deelen Van de Vér- terstand, zeer ad?.'1 lig 2ijn en er verbeteringen die- j eemigde Staten hét klimaat uïistekénd en, "zooals gezegd, nou te worden aangebracht- de productiecijfers kunnen algemeen een regelmaiige De heer C. Pijper, voorzitter van de Banne, is het - volkomen met de vergadering eens, er echter op wij zende, dat niet alle misstanden kunnen worden opgeruimd. Spreker is echter van oordeel, dat het kwaad schuilt in de bemaling tc Medemblik en hij stelt voor een adres te zenden aan het Koggebe stuur. Tevens brengt spreker hulde aan de Kies vereeniging Hoogwoud voor bet initiatief in deze. De heer S. Glas, hoofdingeland, zegt, het is niet de vraag: hoe zijn we er aangekomen, doch hoe komen we vlug van het overtollige water af. De be- 'ir.Hb'ng is matig en wordt steeds matiger door de meerdere onderbemaling, hetgeen met voorbeelden wordt aangetoond. Reeds zijn er losse bespiegelin gen dienaangaande door het bestuur gehouden, om verbetering te brengen in de bemaling. Nog wijzen de op de 2000 H.A. land, welke er in de Banne Hoogwoud zijn gelegen, hetgeen 1/6 deel is van de geheele Vier Noorder Koggen, raadt ook spreker aan een adres te zenden. Nn nog eenige besprekingen wordt eerst een voor stel van Verwij aangenomen, om een adres te rich ten aan het Bannebestuur met verzoek, om goed toe Ie zien op de pompen, dammen en slooten. Daarna een gecombineerd voorstel van de heeren Helder on Kooijman, om een adres te richten aan het Koggebestuur, om verbetering te brengen in den toestand, waarin de laatste maanden het land heeft verkeerd, hetzij door verbeterde bemaling, of duor verbcleering van de afvoerslooten, waardoor een vlugger afvoer van het overtollige water mo gelijk zij. Dit adres zal aan. alle landgebruikers en landeigenaars £n <Te Banne Hoog- en Aartswoud ter teekening worden aangeboden en- daarna door het bestuur der Kiesver- eeniging persoonlijk aan hét Kogge-bestuur worden over- Iiannïgd en dcsverlangd worden toegelicht. Burgemeester Breebaarl geeft nog de raaid om een afschrift van. het adres te zenden aan affo heemraden en 1 hoofdingelanden, om zoove l mogelijk succes te hebben. Tenslotte dankt voorzitter de aanwezigen voor de aangename düscussïSn en de pers voor hare aanwezigheid en sluit de vergadering. herlevend bedrijf. Bij het begin der mobilisatie werd op de weverij der firma Janzoo, en Thanus te Vrtïezenveen, de werk dag der wevers met tepjge uren verkort wegens slapte. „Het Volk" meldt, .dal van af 18 Januari weer héele dagen Wordt gewerkt. een voordeeuge snoek. Hoe vraatzuchtig de snoek wel is, kan uït het vol gende blijken. De yixschfer S. Klaver té Bqft en Schut- sloot ving dezer dagen in de schakels eesi snoek van op FEUILLETON. 14. Luitenant Heller kuchte op deze woorden van den majoor half gestreeld, half verlegen. „Het is zeer te betreuren, dat het daarbij tot woorden en daden is gekomen, die jammer genoeg een beslissing naar de voorschriften der eer on vermijdelijk maken." „Zeer zeker, majoor ik moet mijn eer weer schoon wasschen. Vandaag nog zal ik dien heer mijn uitdaging toezenden." Het klonk min of meer theatraal. „Hebt u uw secondanten reeds gekozen?" ,,lk dacht aan Riedemann." De majoor knikte. „Goed ja. Hij is verstandig en kan ook zwijgen. Het is immers een vriend van u." „Majoor, veroorlooft „Zeker, beste Holler." „Ik ben voornemens genoegdoening voor iets an ders te ATagen, opdat mijn nicht buiten spel blijft." „Heel goed zeer netjes." Luitenant Heller's oogen glinsterden. „Bijvoor - beeld een woordenwisseling in een cafe te Berlijn, waar ik gisteren met verlof ben geweest, waarbij be- leedigende woorden vielen." De majoor knikte weer. „Dat is afgesproken. In dit geval, waar alles zoo duidelijk is, is een be slissing van den raad van eer niet noodig. Zend u hem dus alleen de gebruikelijke tijding. En het zou mij aangenaam zijn, als de bepalingen niet te scterp werden gemaakt." „Majoor," zeide de luitenant zijn hand op de borst leggend, „ik ben zwaar beleedigd." „Ik wil hier ook niet ingrijpen, beste Heller. dat mag ik oök niet. Het is tenslotte de raad van eer, die er voor heeft te zorgen, dat de voorwaar den niet in wanverhouding staan tot de zwaarte van het geval. Riedemann en u hebben in deze aan gelegenheid onbepaald verlof. Er is op het oogen- blik niet zooveel to doen, dat xi de loopende werk zaamheden eerst zelf nog wel kunt afmaken." „Tot uw dienst, majoor." Denzelfden dag nog werd te Berlijn deze zaak voorloopig geregeld. verbetering aanwijzen. De groote mélkophrengst is cli: jaar gehaaM door Tilfy Alcarhai, een koe uit Califomië, <iïe in &3n jaar tijd 13.703 K.G. melk gaf, bevattende 428 K.G. vet, overoenkomefede met 535 K.G! boter. De prijzen, die in. het afgeloopen jaar voor „Hol- steins" I>elaald) zijn, geven geen beeld van de wassende populariteit van hét ras. Eenmaal fc re-<f> 50.000 dol lar 'voor een stier betaald!. Kt jaar werd voor een jon gen. stier 25000 dollar betaald, voor een stierkajf van drie maanden. 11.300 dollar, voor een a*nder stierkalf 20.000 dollars. Op 37 der voornaamste Veilingen van „Holstein" werd gemiddeld 281 dollar per koe besteed. Voor onze fokkers prijzen bm van te watertanden1 Jammer maar, dat de Veneanigde Staten, als zoo menig ander land, aan den invoer van rundvee zulke bezwa rende eischm stellen, dat de import uit ons land in de practifk onmogelijk is. Rn ons land moet gedurende 6 maanden het mond- en klauwzeer niet zijn voorgeko men, is de eiscfr. Herhaaldelijk na dé epidemie, van 1911, bijna een tijdvak van 6 maanden „vrif van mond en klauwzeer" bereikt, steeds echter kwamen dan weer eenige sporadische gevallen "der zDekte aan de blijde ver wachtingen een einde maken. Ned. Landb. Wbld. arrondissements-rechtbank te alkmaar. Zitting van Dinsdhg 19 Januari 1914. Uitspraken: C. M". Vesters, vr. van A. Hoofnhout, Heidér, eenv. be leediging, f5 of 2 d. h'. A. v. T„ Schagea, H. J. te Anna Paulowna, J. G. K. te Healoo, J. v. K. te Alkmaar. W. S. te Castricum, W. V. U. te Lïmmen, overtreding Lolerijwet, in alle déze 6 zaken de dagvaarding melig verklaard. vrouwenkiesrecht. De Veieanigmg voor Vrouwenkiesrecht zal Woensdag 27 Januari ai.s. in hotel ,jde Witte Brug" te 's-Gra- venhage 'haar jaarvergadering hóuden. Tn het dezer dagen verschenen maandblad der veneeniging vinden wij dientengevolge (hét jaaroverzicht, waarvan de aan hef als volgt luidt: Mét welk een opgewektheid begonnen wij" Decem ber 1913 hét jaarverslag te schrijven. De verkiezingen hadden ons een, het vrouwenkiesrecht beter gezinde, re geering gebracht, het vrouwenkiesrecht was voor het eerst in de Troonrede genoemd, het Grondwetsartikel, dat alle vrouwen van het kiesrecht uitsluit, stond ge wijzigd te worden. Wat al goede resultaten stelden wij ons voor van' ons werken in 1914, met wat -goeden moed waren wij allen bioziold. En thans? Met weemoed- zien wij terug op hel ajgeloopen jaar 1914. De alles vernielende Europeesehe oorlog héefL al bleef ons land tot nog toe voor directe oorlogsrampen gespaard, oók ons werk stopgezet en wij vragen ons af: „Wanneer zal de parlementaire arbeid wederom geregeld zijn gang I'aulsen had zekeren graaf Hesch als zijn getuige aangewezen en verklaarde reeds van te voren met alles accoord te gaan. Een ontmoeting in cafe Bau- er enkele niet te zwaar beleedigende woorden, dan een heftig gebaar met armbeweging en aanra king van den adjudant, wat als handtastelijkheid beschouwd werd. Het geval werd heel netjes uit eengezet. Det> nachts keerden de beide officieren reeds weer in bun garnizoen terug. HOOFDSTUK 9. Langzamer reed de trein, de breede overkappin gen van het Münchener centraalstation vertoonden zich reeds in de verte. Het was nog heel vroeg in den morgen. Een triestige dag, uit den donkeren hemel ritselde geregeld de regen neer. Elia Wolfers had reeds lang naar de regendrop pels gekeken, die zich bedrijvig langs dc ruiten van den wagon naar beneden lieten glijden. Hier en daar werd de gang even opgehouden, om daarna des te haastiger hun weg te vervolgen. Ook het land schap was droevig eenzaam en grauw, alle bekoor lijkheid scheen verre. Hoewel Ella steeds naar bui ten keek, waren haar gedachten daar toch niet bij, die gingen langzaam dan deze richting en dan weer een andere, de mond was vast gesloten, groot, naden kond zagen de oogen. Als een droom lag alles achter haar als iets wat zij lang geleden beleefd liad, en toch waren nauwelijks meer dan vier en twintig uren verloopen sinds zij de woning van haar familie verlaten had. Zij had er geen berouw over, dat zij de roepstem naar de vrijheid gevolgd had. Wat vroeger slechts als eeL onbewuste druk op haar had gelegen, was sedert den herfst tot een werkelijken last gewor den, die zich telkens sterker had doen gevoelen. Zij zou dat hartelooze naast-elkander-leven niet lan ger hebben kunnen verdragen, deze eeuwige onte vredenheid, die dagelijks terugkeerende twisten, dat harde egoïsme van ieder afzonderlijk, en daarbij de tegenover elkaar en naar buiten hoog gehouden huichelarij van een gelukkige familie te zijn. Neen, zij had geen berouw, wat er ook gebeuren mocht. Het was haar alles nog onduidelijk, maar zij vertrouwde er vast op, dat zij haar weg wel zou vinden zij vertrouwde op haar ster. Die haar ge roepen had, moest en zou haar daarbij helpen. Zij had geen begrip van de gevaren, die een jong, mooi meisje in haar positie bedreigden; wat zij er ooit gaan én aan een Grondwetsherziening denken, die ons het vrouwenkiesrecht brengen moet?" Wij kunnen nu niet amd?ers doen dan rusiig aan ons doel voort te werken, met de vaste overtuiging bezaaid, da: eerst, wan neer in alle staten ook die vrouwen haar politieke rech ten zullen hebben verkregen, de oorlogsfakkd voor goed gedoofd zal zijn.' Van 1 Januari tol 2 Augustus j.f. heeft de veneemgoig voorspoedig gewerkt. Het ledental hééft zich uitgebreid van 16.400 tot 18.185, het aantal afdeelingetn klom tot 136. Het maandblad heeft thans een oplaag van 18.500 exemplaren. Hetgetal f ïAandteekéningen voor hét petitionnement voor grondwettelijke gelijkstelling van man en vrouw was tot 10 Juli LI. op 133,434. Men rekende dit aantal in den loop van den zomer zeker te kunnen verdrievoudigen, toen helaas de oor log uitbrak en het hoofdbestuur meende hét werk te moeten stopzetten om eerst de nooden door den plotse- lingen oorlogstoestand1 veroorzaakt, te helpen lenigen. Uit de ingezonden verslagen der afdeelingen kan wor den opgemaakt, dat er over 't algemeen flink Is geweaÖ. De uitslag van dé onder de leden gehouden verkie zing van. 7 hoofdbestuursleden had lot resultaat, dal herbenoemd! of benoemd werden de dames F. S. van BalenKlaar, J. van DieseaObérink, J. GoudSmit Goudsmit, C. Meijer, V. G'. van der Meer van Kuffeler, C Mulder van der Graaf en S. W. A. Wkhers» de fransche pers over nederland. Onlangs merkten wij, naar aanleiding van een ar tikel in „Le Journal", op, dat de Fransche pers eindelijk wat meer begrip begint te tooncn voor de moeilijkheden, die Nederland heeft moeten overwin nen, om zijn neutraliteit krachtig te handhaven. Een nieuw bewijs hiervoor vinden wij in dc politieke kroniek van de „Revue des deux mondes", die, zoo als men weet, door den academicien Francis Char mes geschreven wordt. Over de houding vah Neder land wordt hierin het volgende gezegd: „Wij hebben in het begin van den oorlog eenige moeilijkheden met Nederland gehad, die sedert uit den weg zijn geruimd. De pers heeft ons hierover op niet geheel juiste of ten minste onvolledige wijze ingelicht. Het is ook niet zoo gemakkelijk als men schijnt te gelooven, onmiddellijk doeltreffende maat regelen te nemen tegen oorlogscontrabande. Maar Nederland heeft ze toch genomen en is daarbij met de noodige gestrengheid opgetreden, zoodat het doel bereikt is, ten minste in die mate als men het maar kan wenschen. Overigens hebben wij ons hier over met Nederland verstaan. Wat men ook over Nederland moge gezegd heb ben, het handhaafd loyaal zijn verplichtingen, door de neutraliteit opgelegd, en daarin is misschien meer verdienste gelegen, dan in de neutraliteitshandha- ving van andere landen met het oog op de geogra- Buitengewoon Concert VAN HET op Zaterdag 6 februari a.s. te Schagen. O De ondergeteekende verklaart gaarne, dat hii met de meesle belangstelling en sympathie de werkzaamheden van hel „Concerlgebouw-Sexfer heef! gevolgd. Gaarne wensch ik daarom hel „Con- i cerlgebouw-Sexler hel meesl mogelijke succes bij haar voor de kunsl zoo belangrijk slreven. A. Diepenbrock. —o Een pracht van een ConcertavondEn ik had bij hel einde een harlplijk „Tol Weerziens" op de lippen (Nieuwe Groninger Courant.) van gehoord had, was bij een onbestemde voorstel ling gebleven. Z:j dacht aan Peter Paulsen. „Reis gelukkig, ge liefde!" Dat woord was haar bijgebleven, sedert de wapperende zakdoek van den achterblijvende uit haar door tranen van geluk benevelde oogen was verdwenen. Ben ik zijn verloofde niet? Ge liefde bruid! O, hoe geheimzinnig klonken deze woorden, hoe doortrilde het haar als een nooit ge kende zaligheid. Maar dan weer werd zij uit haar zoele droomen opgeschrikt. En zij dacht wat breng ik hem meer dan mijn armzalig persoontje, arm, als het kind van hongerlijdende menschen? Misschien heeft hij gedacht, dat ik rijk was. Hij heeft immers niets, heeft het zelf gezegd maar hij wil werken. Doch kan ik ook niet wer ken? Dat heb ik tenminste aan mijn tante te danken. En ik wil werken alleen niet terug. Kan ik dan nog terug? O ja, zij zouden alles ver doezelen. Neen, neen, niet meer daarheen zij rilde ervan vooruit niemand heeft mij meer' te bevelen, hij allèen, en hem volg ik graag ik moet hem volgen, want hij heeft mij de vrijheid aangewezen! Er werd donkerder, de trein rolde het station bin nen. Een beangstigend gevoel kwam er over Ella Wolfers. Maar er was geen tijd tot nadenken. Het voorbeeld van haar reisgenooten volgend, maakte zij zich gereed om uit te stappen. Zij nam haar taschje, de reisdeken, de parapluie dat was haar heele bezitting, iets meer bezat zij niet. Wat had de man toch aan haar, dat hij haar geroepen had? Het werd haar eigenaardig te moede, zoodat zij een cogenblik de handen voor de oogen hield. De trein hield stil. „Juffrouw Schmidt zal u waarschijnlijk afhalen," had hij gezegd, „anders hebt u hier haar adres." Hij liad het op een kaart geschreven: „Theresia- Straat 116 atelier." Ella Wolfers stapte uit. en langzaam in de menigte voortgaande keek zij rond een kleine dame, al tamelijk grijs, roode wangen zoo had hij haar be- schreven. Maar zij speurde tevergeefs. Zulk een ge- drang was haar vreemd, dat haasten en duwen, de begroetingen, dat roepen om pakjesdragers en al die menschen naar dezelfde richting stroomend. „Juffrouw Wolfers?" Zij hoorde plotseling \rlak bij zich haar naam, en ja, dat kon niemand anders dan juffrouw Schmidt zijn, deze kleine, vriendelijke damo, gehuld in een zwarten mantel. „Neen, ik ficcho ligging, waarin Nederland zich bevindt. Wij verlangen van de neutrale landen niet meer, en dit zal voldoende zijn, opdat Duitschland binnen een zeker tijdsverloop groote moeilijkheden ondervindt bij den aanvoer van levensmiddelen. En wat dit punt betreft, is de lange duur van den oorlog, even als zoovele andere omstandigheden, voor Duitsch land veel noodlottiger dan voor ons." HET HOOGE WATER IN FRIESLAND. Een der Friesche oorrespondenten schrijft aan de Tel.: Een gedeelte van Friesland lijkt thans een zee. Tusechen Eernewoude en Oldeboom, rnet aan weers- sijdan Grauw en Wartena, voorts bij Tietjerk, Ber- gum ea in het Noorden der provincie, is de wa tervlakte bijna onafzienbaar. Op vele plaatsen dreigt het water of heeft reeds zijn zwaren slag gesla gen. In 't bijzonder te Wartena en Tietjerk. Bij een bezoek, dat wij aan verschillende dorpen en streken brachten, bleek ons, dat naar een flinken Oostèlijken bries wordt uitgezien. Want 't begint er weer naar uit te zien. dat de toestand van 1910. zich zal herhalen. Bij Wartena bijv. is de passage over den grintweg ten Westen van 't dorpje, even als in het genoemde jaar, wel over een honderd meter gestremd. Een noodbrug is over deze lengte lange den overstroomden weg geslagen, waarover nu de voetgangers en wielrijders, uit de richting War- ga komende, het dorp kunnen bereiken. Heel go$d herinnerden wij ons nog, dat in 1910 een paar mannen per schouw een geregelden dienst onderhielden naast den overstroomden weg. Doch ook thans hebben enkele dorpelingen het hard te verantwoorden, en wees ons een huisje, waar het water al een paar voet hoog in de woon kamer staat; devrouw, wier man onder de wapenen is, heeft haar toevlucht op den zolder gezocht. Weer anderen hebben de kelders half vol of bij wie de vloeren in de buithuizen er bijna onder staan. De wind was N.W., ten gevolge waarvan er eenige ontspanning was gekomen. Bij Oldeboorn zou den ze 't wel zwaarder te verantwoorden hebben; daar was de stand hooger dan in 1910. Doch in middels namen toch enkelen nog voorzorgsmaatre gelen. De dijkjes om sommige huizen werden op gehoogd of door aanhoudend waterputten trachtte men „de kolk" droog te houden. Het water omspoel de de wegjes en buurtjes en steegjes. De weg naar Garijp werd als t ware aan den Noordkant aangegeven door het schuim, dat door de golven op den berm werd geworpen. Op orikele plaatsen stond het water reeds gelijk met den weg. Zoo v»t bet oog reikte, was 'teen waterplas; te gen zulk een waterstand bleken de meeste dijken der polders niet bestand. Een gevolg hiervan was, dat de weg tusschen Ga rijp en Eernewoude niet meer droogvoets was te passeemn. Evenals 5 jaar geleden is dit dorpje ge ïsoleerd. Ook op de Kleine Geest, onder Tietjerk bleek 't water weer in sommige huisjes te zijn gedrongen. Langs de Dokkumer Ee zijn vele landerijen' ,on- derge'oopen en is de trekweg overstroomd. In deze buurten staat het water tot aan de wonin gen en dringt het de kelders binnen. Vele polders liggen nog droog, doch het kost veel moeite, daar het water van kruin tot kruin tegen de dijken staat, deze droog te houden. Op vele plaatsen zagen we, dat de wind het water over de dijken stuwde. Wit gepluimd kwamen de golven, aanrollen, om zich in kracht met de dijken te meten of er over te sl8an, zoodat te Sybrandahuis een polder vol liep. Al de bij het hoege water betrokkenen hopen, zooals reeds gezegd, op een krachtigen Oostelijken wind. Binnen eenige weken is Friesland dan van de geheele hoeveelheid overtollig water verlost, want het water staat de menschen op sommige plaatsen in figuurlijken zin aan de lippen. vergis mij niet, Paulsen heeft mij uwe aankomst getelegrafeerd. Wees hartelijk welkom!" Ella vond geen woord wat zou zij ook zeggen. Eerst na een hartelijken handdruk der kleine dame zeide zij onzeker: „Wilt u zoo vriendelijk zijn om mij A'oorloopig op te nemen?" „Maar natuurlijk. Doch u zult wel moe zijn, na een lieelen nacht gereisd te hebben. Kom maar mee. Uw bagage?" Ella werd rood van schaamte. „Tk heb alleen dit." Zij liet zien wat zij in haar handen had. „Ach, u weet niet stiet zij nu plotseling uit onder op komende tranen. Bliksemsnel kwam zij tot bewust zijn van haar positie en hulpeloosheid, die voor ieder ander onbegrijpelijk moest zijn. „Wat is er, kind?" „Wat moet u van mij denkenAfgebro ken, bevend kwamen de woorden er uit. „Hoezoo? Ik weet alleen, dat Peter Paulsen mij in een telegram de aankomst van een dame meldde, van wie hij mij reeds veel, zeer veel verteld heeft zóó veel, dat ik u met den eersten oogopslag onder honderden menschen herkende." „Dan zult u, wanneer u alles weet, mij in het ge heel niet willen opnemen." Dat sprak immers van zelf, en Ella moest het zeggen. Aarzelend ging zij naast de kleine dame voort. Deze had reeds begrepen en was er nu vast van overtuigd, dat de plotselinge aankomst van het jonge meisje, van wie zij reeds zoo veel en op zoo bijzondere wijze gehoord had. een gevolg moest zijn van buitengewone omstandigheden. Wat dat was haar voorloopig onverschillig, zij zou het spoe dig genoeg vernemen. Voor het oogenblik was haar de aanbeveling van Paulsen voldoende. „Komt u maar mee, juffrouw Wolfers," zeide zij, „en kwel u niet met allerlei gedachten. Peter Paul sen is een hoogst fatsoenlijk man, en als hij ons bij eenbrengt, dan weet hij waarom hij dat doet, en wij kunnen gerust doen wat hij wenscht. U is bij hem in goede handen." „O, hoe dankbaar ben ik ui" In een opwelling Aran vreugde en dankbaarheid greep Ella de hand der naast haar gaande dame met de rechterhand die zij vrij had, en drukte die vast, krachtig. De eenvoudige woorden hadden haar volkomen ge rust gesteld. Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1915 | | pagina 1