Alieieei Niun-
DONPERDAB 4 FEBRUARI 1915.
58ste Jaargang. No. 5534.
IJ™
en
„Concertgeboaw-Sextet" van Amsterdam.
eel.
SCHAKER
COURANT.
Dit blad verschijnt viermaal per weekDinsdag, Woensdag,
kinderdag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 9 ure wor
len ADVERTENTIEN in het eerst uitkomend nummer geplaatst.
UitgeversTRAPMAN Co.
SCHAGEN, LAAN D 5. - Int. Teleph. No. 20.
Prijs per jaar f 3.Per post f 3.60. Losse nummers 5 cent
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 6 ct
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
itsti
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Zitting van Dinsdag 2 Februari 1915.
ken onbetrouwbaar beambte.
De eerste beklaagde, met wien we vandaag ken-
Is maakten, was een metselaar van de Holl. Uz.
ipoorweg-Maatschappij, woonachtig te Hoorn. Hij
leet Klaas Langereis en heeft een paar weken ge-
eden hier terecht gestaan wegens verschillende
jiefstallen ten nadeele der H. IJ. S. M. Nu moest
Ij weer wegens iets dergelijks zich verantwoor-
len.
Klaas heeft namelijk in den loop der maand Octo-
ier van 1914 ten nadeele der H. IJ. S. M. uit een
iarer werkplaatsen of loodsen te Hoorn een aantal
akken cement ontvreemd, in totaal zeven. Hoewel
^ct niet bijster vlug schijnt te gaan aan de Maats
chappij met het achterhalen van dergelijke weder
rechtelijke handelingen, kwam het toch uit. Klaas
II tekende de cement te hebben ontvreemd. Ook heeft
fin lij meer van dat goedje gestolen en het verkocht
11 lan Groentjes en aan Rustenburg. Deze 7 zak ce-
Jani n« nt heeft Klaas verkocht aan een Hoornschen
netselaar met name R. IJpma, voor 90 cents per
tak. Upma kon het partijtje juist gebruiken, om
dat hij een nieuw winkelhuis moest zetten.
De heer A. Koreman, opzichter der Maatschap-
jij, gaf inlichting als getuige, dat Klaas zonder
jf| ipzicht toegang had tot de werkloods en daar vrij
n- en uit mocht gaan. IJpma had een koopje aan
J. Zj üo cement voor 90 cents per zak, daar de prijs an
jers f 1 is.
De O. v. J. eischte tegen beklaagde, die present
as, 2 maanden gevangenisstraf.
Klaas wou eigenlijk liever geldboete zien opge-
egd, doch de Praesus beduidde hem dat dit wel
niet best zou gaan.
m. een lastpost.
Volgde de zaak tegen Pieter Alles, arbeider te
teemster, die in den laten tweeden Kerstavond zich
.net vele anderen in het cafe van Feenstra teAven-
nn <i i°rn bevond. Er was daar een tooneeluitvoering met
r pt het gebruikelijke bal na. Maar dan wordt het laat
eer mer gaat scheiden. En dan, ten langen leste
met 'n fikschen borrel er in, krijgen de bezoekers
wel eens een beetje verschil van meening. waarbij
zich gauw de vuist balt. Zoo was het ook hier ge
gaan. Piet was erg lastig geworden en moest, daar
hel sluituur was aangebroken, ophoepelen, net zoo
goed als de rest. Maar al was alles weg, Alles bleef
och nog. Toen rijksveldwachter Klemjan van Ou
dendijk wat erg op dat sluituur en op vertrekken
1Irmnnrl r,n cnl\nM Vi5Hn nnlitio
n cm
erdi
(mi*
stui
UR
uit en verzette zich heftig tegen haar. Het is er
zeker ruw toegegaan dien avond, want er zijn ook
nog een paar vrouwen door de glasruiten geraakt,
D waarvan Alles de politie de schuld wilde geven.
Vriend Piet schijnt een erkende lastpost te zijn.
De O. v. J. eischte tegen hem 3 weken gevange-
isstraf.
ook al niet gemakkelijk.
Pavid Muntje werf van Avenhorn en Jan Oudt van
•rai oudendijk waren dien tweeden Kerstavond ook bij
Feenstra in de herberg, en waren beiden geweldig
overstuur door die geschiedenis met die twee door
de ruiten gevallen vrouwen. Zij trokken beiden aan
den arrestant Piet Alles, toen de politie met dezen
de weer was en Muntjewerf heeft zelfs aan den
...jksveldwachter ook nog getrokken. Een en ander
maakte dat de heeren Oudt en David zich voor de
^ii'trijk:
ill lman
I fes».
m,
NG
justitie moesten verantwoorden.
De O. v. J. eischte tegen hen elk 4 weken gevan-
-2 Jgenisstraf.
h een jeugdig strooper.
jan Voorthuizen, arbeider te Zijpe, had zich te
verantwoorden in hooger beroep. Hij bad aan den
Zijperdijk nabij de Stolpe met dep „lichtbak'' ge
werkt. om zich zoo mogelijk een behoorlijk jacht-
I n buitje te verschaffen. En hij ving.... een verbaal-
lyitje wegens jachtwetovertreding, daar de politie
hem bij zijn verboden bedrijf betrapte, terwijl hij
als gevolg van dien een kantonrechterlijk vonnis
opliep tot f 10 of 4 weken.... tuchtschool. Nu was
iïJan in Januari intusschen juist 18 jaar geworden
en hiermede hield de O. v. J. vandaag rekening.
Z.E.G. vroeg nu in plaats van de thans niet meer
S toepasselijke tuchtschool f 10 boete of 5 dagen.
Mr. Leesberg, verdediger, vroeg vrijspraak voor
i zijn cliënt.
zijn broer deed het ook.
Cornelis Voorthuizen, broer van Jan. eveneens uit
do Zijpe, had zich tegelijk met broerlief aan een.
nni. soortgelijk bedrijf gewaagd en dus ook overtre
ding van de jachtwet gepleegd. De kantonrechter
had Rees f 16 boete of 8 dagen opgelegd. Waar
van bevestiging werd gevraagd.
De verdediger Mr. Leesberg vroeg ook bier vrij
spraak.
ongewenscht bezoek.
Volgt een stevige, gezonde knaap uit Grootebroek,
J Ente Duin genaamd. Deze stoere landbouwers-
knecht was tweeden Kerstavond op sjouw geweest
feu bad daarbij af en toe eens „aangelegd". Zoo
doende wérd hij èn laat èn dronken.
Willem Kapitein, een oude boer, sliep al rustig
Qfalsmede zijn vrouw, toen heer Duin zich vormelijk
aanmeldde en met grove stem vroeg of zijn boe
zemvriend Ftans Laan hier bijgeval nog was ach
tergebleven. De ouwe menschen kwamen verschrikt
131)1 overeind, wreven zich de oogen eens uit. maar in
tusschen bad Duin, die van doorzetten houdt, al
61) lang en breed de deur geforceerd en ingetrapt en
was al druk bezig een grondig onderzoek naar zijn
vriend Frans Laan in te stellen. Echter met geen
arder resultaat, dan dat... Duin zich aan huisvrede
breuk schuldig maakte een beden deswege f 25 of
10 dagen hechtenis tegen zich hoorde eischen.
een onhebbelijk heerschap.
Volge Hendrik van Wieringen, een soort koop
man, zwervende zonder vaste woonplaats. Hendrik
was met nog iemand op Donderdag 3 December
aan bet toeren met een sierlijk karretje, waarvoor
een lustige ket gespannen was. Het ging er ferm
door en ook Schagen en de marktdrukte daar leek
.den beiden toeristen aanlokkelijk genoeg om daar
omheen koers te zetten. Het ging voortdurend sneller
en in de Hoep te Schagen was het al heel dicht
aan dierenmishandeling, zóó vlijtig werd do zweep
gebruikt. De heer Glastra zag dat en maakte er
eeriige gegronde aanmerkingen op, d">ch kreeg zelf
eenige zweepslagen van Van Wieringen. Daarvan
werd aangifte gedaan.
De timmerman Willem Rasch en de koopman
Klaas Biesboer hadden èn het veel te snelle rijden
èn het mishandelen van Glastra gezien en de O.
v. J. achtte het ten laste gelegde feit dan ook vol
komen bewezen en eischte tegen Van Wieringen
f 25 of 10 dagen hechtenis.
deuren dicht.
Volgen twee kinderwettenzaken met gesloten deu
ren.
hij kreeg zijn zin.
Piet Broer, een lid der zeer vertakte familie
van dien naam te Andijk, een 21-jarig landarbei-
dertje, was op 19 December aldaar in 't cafe De
Nieuwe Aanleg van Cornelis Smit. Daar werd uit
voering met bal na gegeven door het gemengde
zangkoor „Oefening kweekt Kennis". Hoe veredelend
zang ook moge werken op den mensch, ook al heeft
hij „in de week" een pilowsche broek en dito kiel
aan, toch had Broer met de kunstprestaties van
„Oefening kweekt Kennis" heel weinig in den bol.
II ij bad liever 'n borrel en betrachtte het devies:
„Bemoeizucht kweekt rechtbankstraffen".
Het zoo gehate sluituur was daar... de klok had
drie geslagen, 't Ging vrij goed. Men rukte cp. Piet
Broer was al buiten! Daar hoort hij, bij ongeluk,
dat een anderen lastpost vriendje van hem
door den rijksveldwachter een procesverbaal aange
zegd wordt. Piet stuift op den rijksveldwachter Mui
einder af en buldert: Als Kees Minnes een verbaal
krijgt, wil ik er ook een hebben. En Piet maakte
het zoo bont en verzette zich ten slotte tegen zijn
verwijdering uit het lokaal zóó hevig, dat hij zijn
zin kreeg
Of de O. v. j., die 14 dagen eischte, het Piet nu
ook naar den zin maakte, is nog een open vraag.
een vaste klant.
Jan Bakker, een 30-jarig grondwerker, met zeer
lichtblond haar, bijgenaamd „de witte", is in zijn
geboorte- en woonplaats Uitgeest een zeer bekende
figuur. Trouwens in een zoodanig plaatsje geen
wonder van iemand die daar al 30 jaren woont en
al 16 maal door de rechtbank voor diverse straf
fen is veroordeeld! En Jan zal nu voor de 17e maal
wel wat in 't vet hebben.
Bij had op Nieuwjaarsavond de brutaliteit om
een worst te stelen van den Uitgeester slager H.
Teelirife. De slager zette hem na en zag den Witte
bij iemand het erf opgaan. Er kwam meer volk bij
en Bakker werd gevonden, zittende onder een bak-
wagen. Hij had een mooi smoesje bedacht om deze
vreemde plaats aannemelijk te maken.
Hij ontkende hardnekkig, in den winkel te zijn
geweest en wou van het stelen van den worst ab
soluut niets weten. In debaast echter was een
stuk van den worst afgebroken, dat door vrouw
Teeling voor den winkeldrempel werd gevonden en
waarvan het eene einde paste aan het kleine stukje
worst dat bij het snelle afrukken nog aan den uit-
stalhaak was blijven zitten.
De O. *r. J. achtte het een ernstig feit en wees
bovendien op beklaagde's welvoorzien strafblad. De
eiseh luidde: drie maanden gevangenisstraf.
als de drank is in den man....
Op Nieuwjaarsdag was Nicolaas Schot, geboren
te Alkmaar, thans schipper te Noordscharwoude,
31 jaar geworden. Zop'n dubbele feestdag: Nieuw
jaar en geboortedag, werd met een hartigen borrel
gevierd en rijkelijk met drank besproeid. Nu is
Schot met zijn kluis, die hij van den koetsier Ger-
rit Foogeboom uit Oudkarspel huurt, niet bijster
ingenomen zou men zoo zeggen, als je Schot die
woning als een verschrikkelijk ouwe rommel hoort
qualificeeren. En zijn ontevredenheid laaide hoog
op bij de herhaaldelijk ingezette feestelijke dron
ken. Weldra zwaaide de schipper met een bijl rond
ging op woeste wijze den boel in elkaar beuken. Als'
een handig slooper ging de schipper zijn gang. En
het werk vorderde onder zijn hand bij uitstek. Geen
ruit bleef er heel. Ramen met roeden en al wer
den tot gruis geslagen. Ook de binnenbetimmering
kon aan de bijlslagen niet lang weerstand bieden.
Volgens de door den eigenaar ingediende schadever-
goedingsaanvrage heeft Schot voor ten naastebij 'n
veertig gulden aan stukken gehakt.
Schot erkende het feit en had er spijt van.
De O. v. J. vroeg f 25 boete of 10 dagen hech
tenis. Schot wilde gaarne een lichtere geldboete.
A.s. Dinsdag uitspraken.
Buitengewoon Concert
van het
op Zaterdag 6 Februari a.s. te Schagen.
O
De Uilvoering was in één woord schitterenden
schitterend was ook de ovatie die na afloop aan
het kranig ensemble werd gebracht.
11 J. d. II (Telegraaf.)
o
Het dankbaar auditorium was opgetogen van
verrukking en toonde dat door geestdriftig Yoefge-
stamp en handgeklap, den kunstenaars ter eere
Een hulde I ruim verdiend.
G. B. (Zaunlandsche Crt.)
Binnenlandsch Nieuws.
bond van zuivelfabrieken.
Pasteuriseering van wel.
Woensdagmiddag te half 2, in het cafe van den
heer Willig te Alkmaar, begon de vergadering van
den Bond van Zuivelfabrieken, belegd, om van ge
dachten te wisselen over de pasteuriseering van
wei een maatregel dien de minister denkt voor
te schrijven ter bestrijding van het mond- en
klauwzeer.
De heer H. Koster Kz. van Wieringerwaard
opent do vergadering, wijzend op het belang van
een dag als deze, tevens een welkom toeroepend
aan den directeur-genëraal van Landbouw, den hr.
Van Hoek, den heer O. Reitsma, secretaris van de
F.N.Z., den heer Jb. Kaan, lid van het Hoofdbe
stuur der Holl. Mij. van L. en den voorzitter van
Noorderkwartier.
De secretaris, de heer G. Nobel, geeft nu weer,
hoe op een 8 Januari jl. gehouden vergadering met
den minister van Landbouw is gebleken, dat deze
aanstuurde op een behoorlijke verhitting van alle
nevenproducten der zuivelbereiding, daarvan veel
heil verwachtend voor de bestrijding van het mond
en klauwzeer. Spr. zoowel als zijn mede-afgevaar
digden de heeren Scheij en Jongejans, hadden Z.
Exo. op de onoverkomelijke bezwaren gewezen. De
indruk was evenwel geweest, dat er wettelijke voor
schriften zouden komen en toen had spr. de be
kende circulaire tot de zuivelfabrieken gericht met
voorlichting, wat gewensebt was te doen.
Hierna gaf de heer Dr. ScheiJ eenige mededeelin-
gen, hoe het met de pasteuriseering van de wei in
Noordhollandsche kaasfabrieken staat. 15 Decem
ber zond Dr. Scheij, in opdracht van den Direc
teur-Generaal. een circulaire aan alle zuivelfabrie
ken in Noordbolland, waarin werd gewezen op de
noodzakelijkheid van pasteuriseering. Van de 133
kaasfabrieken ontving inleider van 26 bericht, dat
zij met het pasteuriseeren waren begonnen. Te
concludeeren dat het pasteuriseeren daar geschiedde
zc-oals moest* zou te optimistisch zijn. 7 Fabrieken
heeft Dr. Scheij bezocht, waarbij bleek, dat al di
rect twee moesten worden afgevoerd, terwijl twee
andere de temperatuur van 80 gr. C. niet hadden.
U:t de antwoorden van een gezonden vragenlijst
bleek dat 9 fabrieken thans nog pasteuriseeren, de
andere zijn opgehouden. Zij die het nog doen, voor
zien zeer groote moeilijkheden bij de stijging van
hun melkaanvoer. De moeilijkheden bestaan in te
kleine stoomketels, de 80 gr. C., die vereischt is,
kan niet worden gehaald: 70, 75, 68, zelfs een van
50 gr. C. Het groote steenkolen verbruik is een al-
gemeene klacht. Een fabriek heeft zelfs driemaal
zooveel noodig. Opoffering van weiboter is het ge
volg bij direct verwarmen van de warme zoete wei
direct uit den kaasbak, wat bevorderlijk is voor
het gemakkelijk bereiken der temperatuur. 5 Fa
brieken maken de normale hoeveelheid weiboter
door eerst af te roomen en dan te verhitten. Moei
lijkheden zullen er komen voor de weiberging.
Nieuwe weikelders zijn onmisbaar. Enkele fabrie
ken klagen over de kwaliteit der gepasteuriseerde
wei als veevoer.
Alsnu krijgt de heer Van Hoek, Directeur-Gene
raal. het woord, die begint met zijn herinneringen
weer te geven over den strijd tegen het mond- en
klauwzeer m 1907 en 1911. Spr. gelooft, dat we er
t^fc beter voorstaan als in die jaren, en meer al-
gemeene medewerking als er is om de ziekte te
bestrijden. Heel veel landbouwers zijn nu bereid
zich opofferingen te getroosten om van de gevrees
de ziekte af te komen, er voor bewaard te blijven.
Dat is een stap vooruit. Op de vergaderingen bij
den minister, is gebleken, dat men voelt, dat het noo
dig is, dat gestreden wordt, tegen deze ziekte, die
zöo'n groot nadeel brengt aan onzen veestapel. Men
heeft begrepen, dat wij als regeering hebben te
strijden voor de belangen van de landbouwers,
soms tegen den rin van die belanghebbenden zelf
in. Veel landbouwers, tenminste in doorsnee, zijn
er r.iet voor om tegen mond- en klauwzeer den
strijd aan te binden. Het financieel verlies dat deze
ziekte voor den boer meebrengt, aldus wordt ge
redeneerd, is wel te dragen. En tegen het afmakings-
systeem is de boer vrij algemeen. Men redeneert:
do schade van het mond- en klauwzeer komt mij
als boer, zoo ongeveer op f 25 per koe. Maar men
vergeet daarbij, dat als men de ziekte laat door
werken, dit voor de veehouders in ons vaderland
een bedrag wordt van 15 tot 20 millioen. Dat is een
vermindering van ons nationaal vermogen, 'dat is
het betalen door den Nederlandschen veehouder van
nog eenmaal de geheele grondbelasting. Tegen een
dergelijk verlies moet de regeering waken, dat mag
zij niet gedoogen. Dan moet de ziekte bestreden
worden om de grenzen open te houden. Dit mag thans
voor Duitschland en België niet hinderen, maar wel
voor Zuid-Afrika en Amerika. En als straks de oor
log voorbij' is en men ons vee zal vragen, moet dit
vrij van ziekte zijn, moeten wij hebben een gezon
den veestapel. Want als ons vee wordt uitgevoerd
is dat niet alleen een winst voor hen die uitvoe
ren, neen, die hoogen prijs zal in 't algemeen zijn
invloed op onze veeprijzen doen gelden.
Tp bet afmaken der dieren zit, spr. erkent dit, iets
heel onaangenaams, en de regeering doet dat ook
niet met genoegen. Maar het is de eenige wijze om
de besmettingsproductie te doen ophouden. Laat men
de dieren doorzieken, men krijgt onder de genezen
koeien smetstof dragers, die de ziekte weer elders
overbrengen. Dat onze heele veestapel bij dit afmaak
systeem verloren zal gaan is niet waar, zoover zal
het nooit komen. Het aantal dieren dat aan dit sys
teem ten offer valt is betrekkelijk zeer gering. En
dat veestapels, van groote waarde voor de fokkerij,
gevaar zullen loopen, behoeft nog niet. De minister
zal dergelijke gevallen steeds op zichzelf beoordée-
len. En het is een feit, hoe eigenaars van zulke
waardevolle stallen het meest waken tegen de be
smetting en het gevaar daardoor verkleinen. Er is
nu nog geen enkele waardevolle veestapel behoeven
te worden afgemaakt. Ook in zulk een geval, als der
gelijk duur vee verloren ging, zou men kunnen
coöpereeren en doen als in Friesland, waar elke
boer met stamboekvee, belooft zijn medeveehou
der van zijn vee te zullen afstaan als hem de ramp
van afmaken treft, 't Is eigenaardig, maar de
strijd tegen mond- en klauwzeer is een strijd te
gen persoonlijke eigenschappen, de eigenschap van
zorgeloosheid, bet niet villen gelooven aan een of
ander gevaar van besmetting. Niets wil men laten
om de besmetting te voorkomen, zelfs zijn kaart-
rondje er niet voor missen. En dan wijst spr. op
zoovele voorzorgsmaatregelen, die toch gemakkelijk
en goedkoop zijn te nemen en waar het bestuur in
een circulaire ook reeds op heeft gewezen. Het is
vreemd, maar de regeering staat hier tegenover de
landbouwers, de personen wier belangen zij bezig
is te verdedigen. De regeering helpt den veehou
der hier, laat deze zich dan ook wat opofferingen
getroosten.
Zuivelfabrieken zijn nuttige inrichtingen, maar bij
de oprichting daarvan wordt te veel gedacht aan
voordeel, maar men vergeet de verplichtingen, voor
al de moreele verplich tuigen die men tegenover het
algemeen belang heeft. De zuivelfabriek speelt een
groote roi bij de verspreiding van het mond- en
klauwzeer, zoowel als bij de tuberculose. Bij het
oprichten der fabrieken, het inrichten daarvan,
moet men meer denken aan de moreele verplich
ting die men beeft. Zuivelfabrieken zijn kweek
plaatsen voor ziekten, dit moet anders worden, al
gemeen moet men samenwerken om dat te veran
deren.
Spr. erkent, dat er voor de fabrieken moeilijk
heden, groote moeilijkheden zijn voor het pasteuri
seeren, maai- deze zullen moeten worden •verwon
nen, of ze moeten zoo klein mogelijk worden ge-
fnaakL
De minister wil met zijn wettelijke 'voorschriften
niet met het hoofd door de muur, maar wii verkrijgen
wat te verkrijgen is. Spr. gaat nu na wat aan de fabrie
ken gedaan kan worden om de verspreiding tegen Je gaan
en wiist op do eigenschap van den Nederlandschen boer
om de eerste verschijnselen van de ziekte geheim te
houden. Dat mag niet, er moet zijn een algemoune sa
menwerking. Als d© boer de eerste verschijnselen op
merkt, moet direct de levering aan de fabriek ophouden.
Te kleine ketels is een bezwaar,maar daar kunnen
grootere voor komen, 't steenkoienverbruik zal last mee
brengen, maar de regeering heeft deze last in 't groot
en dat moet overwonnen worden. De opoffering van de
weiboter acht spr. niet zoo groot in vergelijking met het
voordeel als er geen ziekte komt. Men zal zich opoffe
ringen moeten getroosten, moeilijkheden zal het geven,
maar die zullen gebracht moeten worden terwillo van
het algemeen belang en met algemeene samenwerking is
dat mogelijk.
De heer Stapel, Warder, vraagt of op de audiëntie
bij den minister gewezen is op verzuringsmetliodou
der wei, dat is veel gemakkelijker.
De heer G. Nobel zegt, dat dit geschiedt is. De af
gevaardigden hebben den minister gewezen op de zeer
vele bezwaren aan pasteuriseering verbonden en hadden
gehoopt dat deze bezwaren indruk op den minkipr
hadden gemaakt.
De heer Klaver, Alkmaar, concludeert dat alle be
zwaren niets zullen geven, maar dat het eind van 't lied
is, dat de minister zal zeggen: het moet.
De heer De Boer, Stompetoren, wijst er op, hoe
het mond- en klauwzeer voorkomt op de lijst der be
smettelijke veeziekten en dat de regeering dezé ziékté
verplicht is te bestrijden. Vraagt men den practischen
boer, niet de afgevaardigden (heeren) die bij den mi
nister zijn geweest, of mond- en klauwzeer nog op
die lijst behoort, (fan zal pien vrij algemeen zeggen:
neen. De boer is niet bang voor die ziekte en wii de
risico daarvan in zijn bedrijf gaarne loopen liever
dan het ongemak en de kosten der bestrijdingsmiddelen.
Doorzieken acht spr. beter en geeft als gevolg een fan
genen tijd buiten de ziekte blijven, spr. wijst op de ver
schillende jaren dat de ziekte is opgetreden en conclu
deert dat nu bij de bestrijdingsmiddelen de ziekte 6[>oo
diger optreedt. Pasteuriseering acht spr. goed, maar
voor de bestrijding tegen tuberculose onder het vee,
temeer waar dit niet alleen schade brengt voor den
boer, maar gevaar voor den mensch. Hier acht spr.
optreden van de regeeriug een dure plicht. Tegen mond
en klauwzeer acht spr. pasteuriseering niet noodig, om
de doodeenvoudige reden, dat het niet helpt.
De .heer De Bruin, St. Maartensbrug, wijst er op,
hoe het bezwaar van pasteuriseering evengoed geldt voor
groote als voor kleine fabrieken. De groote toch zijn
eveneens te klein opgezet, gezien de groote uitbreiding
hunner productie. Maar spr. gelooft, dat als de noodza
kelijkheid van pasteuriseering wordt erkend, de be
zwaren ook wel zullen vervallen.
De heer Commandeur, Banrsdorpermeer, wijst op
den zwaarderen finantiëelen druk, waar weer grootere
ketels moeten worden gemaakt en groot er steenkolen-
verbruik het gevolg is.
De heer Brander, HoogkarspeL, zegt dat waar nog
nooit Is bewezen dat wei de besmetting overbrengt, het
ook niet geSscht mag worden door de regeering, zulke
dure maatregelen op to leggen.
Van verschillende zijden komt de opmerking, dat
varkens en kalveren met wei gevoederd, vrij van mond
en klauwzeer bleven, terwijl juist de koeien wel de ziekte
kregen, terwijl de heer J. Best Nz. meedeelt, dat kal
veren en varkens die gekookte wei kregen, wei ziek
werden, terwijl zij die zure wei kregen, vrij bleven. Dat
gepasteuriseerde wei stinkt en dus als voeder ongeschikt
was, werd eveneens gezegd.
De heer Van Hoek merkt op, dat als de minister de
afgevaardigden der landbouwers ontvangt en dit heeren
zijn, dit de schuld der landbouwers zelf is. Zij 'moeten
dan geen heeren als hun vertrouwensmannen kW^n. Dat
de minister de mannen van de praktijk wil hooren, be
wijst wel, dat de Dir.-Gen. op deze vergadering is, om
te hooren wat bezwaren de practischo landbo u wers
hebben. Regeeren is vooruitzien en voor dat er wette
lijke maatregelen zijn, wil de minister de bezwaren
daartegen reeds kennen. Dat er bezwaren, groote be
zwaren zijn, heb ik, zegt spr., straks reeds vooropgesteld.
De redeneering van den heer De Boer dat de ziekte
vroeger langzamer kwam, kan zijn oorzaak hebben in
het tegenwoordige drukkere verkeer. Mond- en klauw
zeer is een verkeersziekte. En niet alleen is het pérsonén-
verkeer drukker, ook het invoeren van velerlei veevoe
der, en jneststoffen is drukker geworden en daardoor
de kans op besmetting grooter. Dat de voorzorgsmaat
regelen niets helpen, het tegendeel bewijzen énkélé voor
beelden. Dat kleine ketels niet eensklaps in grootere
verandert kunnen worden, spreekt vanzelf, maar in
Noordholland moet in die richting toch gestuurd wor-
den^ dat grootere fabrieken wordtin gebouwd, en dat
de inrichting van die fabrieken ook meer rekening houdt
met het bestrijden en voorkomen van ziekten. Of er met
verzuurde wei proeven zijn genomen? Neen. Maar men
vergete toch niet dat mond- en klauwzeer zulk een
vreemde ziekte is waar zoo moeilijk proeven mee zijn te
nemen. Het treedt onder de meest verschillende ver
schijnselen" op. Dat de wetenschap niets bereikt heeft
daart^en, zooals is opgemerkt, is helaas waar. Maar
daarvan mag de wetenschap geen verwijt gemaakt wor
den. Br is onafgebroken gewerkt, dat er niets is gevonden
is toch hun schuld niet. Spr. hecht aan de zure we
eën groote beteekenis, al is het alleen maar omdat zij
2 ja 3 dagen langer in de fabrieken blijft en dus bij het
uitbreken der riekte nog in beslag kan worden genomen.
De hr. De Boer zegt, waar hij beweert dat de ziekte
toch niet is te keeren, hij zich in goed gezelschap
bevind!. De heer Kuhn te Naar den zegt B het ooit ge
bleken dat de maatregelen afdoende {varen. Spr. wijst
nogmaals op het noodige van pasteuriseeren bij "be
strijding teren tuberculose, daar moet de regeering op
treden en bepleit vervolgens het doorzieken, een door
geziekte veestapel acht spr. ook "wat waard,
De opmerking des heeren De Boer dat pasteurisee
ring noodzakelijk is voor de bestrijding der tuberculose,
heeft de Dir.-Gen. met groot genoegen gehoord. Maar