BRIEVEN VAN EEN ONBEKENDE. zijn portnore. Ga uw gaiifll...," En hij Inppeido naar 't celletje het gloednieuwe van qc telefoon, iülerhoffeiykst begroot door buffet chef, die deftige®, blijkbaar Qer-sohden stamklant hoog- aanschrcef,.,. Maai' nauwelijks had hfy" het celdeurtje half-goopend en: een Snellen blik ta do «>a! geworpen, of er kwam vale tlmt vm doodsschrik op; meneer ,Van Dubien's go- laat. Hij wankelde,.. HIJ wïst kracht te vinden om zicli in het celletje te borgen, Groep de telefoon van de haak. Stamelde wat woorden... Öm te beletten dat er nogmaals zou gescheld worden... Wachtte, wachtte zoolang hij maar even kon. Moest er, tenslotte toch uit En toe® stond hij daar hoog-opgericht, met fonke lende oogen, gebalde vuisten stond daar De Grcef van 't „avaltje'... ,,'t Duurde enkele oogenblikke® voordat men ra hot nieuwe café bespeurde, dat er iets bijzon ders gaande was. Maar 't krijschte nu in de zaal „Ploert I Atoetterl Bedrieger... Gemeene, lage oplich ter die je bent!,,." De enkele bezoekers, die er waren, schoolden bijeen. E» £>a Groef stapte naar 't tafeltje, waar de partners van Van Duinen1» pas-gevormd kaarlclubie wachtten... „Is dnt jelui vriend, raeneeren?" schreeuwde de bedrogen man, „dan zeg ik: past op voor dien schurk!... Hij heeft me afgezet!.... Hü is de grootste, smerigste op lichter uit 't heele land!... Een bandiet is-iel.J De „sobat" .van den braai-hoogeerüjken man liet „coeur dor" hooit tegen ex-gastheer Do Groef ee® „plain'.e" ingediend, wegens zware beleediging. En de Rechtbank vond na het geval grondig onderzocht te hebben slechts aanleiding tot een kleine geld boete. Inmiddels heeft Van1 Duinen weer een nog-spiinter- nieuwer .kaartciubje gevormd speurend naar nieuwe De Groef's... En in den kring zijner allernieuwste partners Vertelt bij natuurlijk „namen én data" uit fijne kiesch- heid verzwijgend het gevaf dat hij' doorleefd heeft. 'Hoe zijn onbaatzuchtige goedheid om iemand te helpen „betoond" werd... En wanneer de praieses van het aller nieuwste clubje dan verklaart hoe meneer Van Duinen zich troosten moet door het besef 'zijn raenschenplicht ten yoliie .te hebben vervuld, dan knikt deze met smar- telijk-weemoedig glimlachje... MAITRE CORBEAU. uv. Wij hebben dezer dage® in de bladen kunnen lezen, dat de Paus hooft gelast, dat op de® 7den februari (een enkel blad meldt den löden) in alle R.-K. Ker ken een gebed voor den vrede zal worden uitgesproken. Ik ben zoo vrij dat gebed hier in zijn geheet over te nemen, zooals ik het, vertaald uit het Fransch, aan trof in de NR. Ct. „Ontzet over de verschrikkingen van den oorlog, die volken en lauden ten ^ondergang voert, vluchten wij, Jezus, aan Uw liefhebbend hart. God van goe dertierenheid. wij smeekeu U 'aan deze vreesdijke ramp een einde te maken. Tot U, Vredevorst, drin gen wij met ons gebed voor de® vrede, dien wij zoo zeer begeeren. Stort uit Uw goddelijk hart liefde en mededoogen over de wereld uit, opdat de liefde hecr- sche onaer de menschen. Op aarde hadt Gij 'de teederste gevoelens van medelijden voor <te menschel ij ké ellende. Moge in deze, voor ons van droevig weer zinwekkende en verschrikkelijke slachting zware, ure Uw hart geroerd worden van medelijden met de moe ders die sidderen voor hun kinderen, voor de gezin nen die nun leden missen e® voor net ongeluk van Europa. Geef regeeringen en volken goieden rand tn: delg de verdeeldheid' uit, die die volken uiteen scheurt en piaak, dat de jnonschen elkander den kus des vre- des geve®. Gelijkerwijze Gij gehoor gaaft aan de be de va® de® apostel Petrus: „Red ons, Heer, wij vergaan 1" door do woeste zee te stille®, zoo ver hoor heden onz e gebeden 'en herstel vrede en rust in de wereld. Gij ook, Heilige Maagd, help, bescherm e® red ons, als tevoren". Ik vermoed, dat de meeste menschen hot bencht van deze lastgeving dos Pausen onopgemerkt aa® 'zich Zullen hebben laten voorbijgaan. De Paus heeft wel eens meer bij buitengewone gelegenheden eén gébéd voor alle landen voorgeschreven. Te midden van zoo vele schokkende e® treffende berichten als ons tegen woordig bereiken, valt deze simpele mededeeliag nau welijks op. Wie is er. die van dit bevel des Pausen veel heil verwacht? Zeker niet dat heil, waarnaar we allen smach tend uitzien: „xfe vrede". Geen macht ter wereld heeft het tot nu toe gekund. Zou het gebed van eenige milli oenen, die het op bevel nabidden dit vermogen? Mis schien wel indien allen, die straks dit gebed zullen opzenden dit „van gans ch er harte" doen; d.w.z. in dien allen het voelen als een sterk verlangen (en dat zal wel zoo zijn), maar ook als een plicht, die volbracht moet worden. Indien dit "gebed de millioenen zou kunnen electri- seeren tot een wilsdaad, dan zou op hun van toepassing zijn die woorden :„hcei het raderwerk (in dezen van de® oorlog) staat stil. als Uw machtige arm het wil". Woorden, oorspronkelijk gericht .tot scharen van ganscli anderen geestelijken gesteldheid, wier onmacht om den oorloe te keeren evenzeer gebleken is. Indien dit... Maar niet ieder gelooft, dat God de gebeden der menschen verhoort door henzei ven, door hun éigen willen e® werken. Vele® gelooven e® Verwachten, dat God alleen wel zonder hen en hunne moeite hun beden zal vervullen. Zoo zij® dé meesten; want de meesten scharen zich aa® de zijde van 't gemak. Neenl ik stel me niet zoo heel veel voor van de li'werking van dit gebed, omdat het, slechts uit één haxl opgeweld, allicht niet de uitdrukking is van het gevoel en den wil va® de millioenen. Of is het misschien reeds voldoende, indien dat gebed die vaste wii vertolkte va® dien eenon mensch, in wiens ziel het opwelde? Immers zijn gezag reikt ver. Zijn macht ts groot. Dé millioenen achten hem onfeilbaar. Zijn wil w [dus hun we+, wamt zijn wttf is immers de wil van tfcto hamel, die taefödSit ctvor lederen andere® wil, welke ook, die jlechts van de aarde is. Zou het zoo zijn! We zouden het bijna tcrwflle van hef goede doel wensohen. Maar die tyden zijn voorbij. Zoo was het eens, in oude dagen. Maar indtóm ooit, dan is in deze ernstige tijden en door de wereldschok kende gebeurtenissen van heden wel bewezen, hoe hét Pausdom^ dat zijn wereldlijke macht reeds jaren kwijt is, ook zij® oppermacht over de wereld heelt verloren, fk denk aan aen tijd toen de energieke maar tegelijk innig-vrome monnik Hildebrand als Gregorius Vil den stoei 'van Petrus pad beklommen. De jonge Keizer Hendrik IV dacht in zijn jeugdigen overmoed, .dat hij h«r en meester was In zijn rijk, en zeker geen verant woording van rijn daden schuldig was ahn een vreem deling. al was [h©t dan ook de Paus van Rome. En hij waagae het den pauselijken legaat, die die verantwoor ding eischte te beschimpen, jal liet zelfs den paus door een synode afzetten. Maar niet tevergeefs had Gregorius zijn leer verkondigd: „de vorsten rogeeren alleen bij Gods genade en tusschen hen en God staat de kerk als middelares. Het koningschap en het pausdom verhouden zich als de maan tot de zon. De eerste ontvangt*zijn licht en warmte alleen van de Laatste.'" En de .zon-Gregorius Vil onttrok zijn lichtstralen aan de maan-Hendnk IV. En daar stond de eens-machtige keizer arm en be rooid, beroofd van kroon en (wat erger is) de gehoor zaamheid zijner onderdanen, zwaar getroffen door den rmverbiddelijken banbliksem van den -machtige®, die zptelde op Petrus' stoel. En in de koude winternachten van 2527 Jan. 1077, stond daar voor de poort van het kasteel van markgravin Mathilde van Ganossa een man, barre voets, gekleed als een boeteling, den geheelen dag vastende, wachtende en wachtende, tot het einde lijk der beleedigde zon weer behagen wilde, der boetvaardige maan de warmte der absolutie en het licht van het keizerschap terug te geven. En nu denk aan datgene wat een kardinaal Mer- cler zoo niet de zon zelf, dan toch een der schit terendste sterren in Meóhelen is aangedaan; ook woer door een zoo niët jeugdigen dan toch wel overmoedigen Duitschen Keizer. En ik zie geen banbliksem vliegen van Rome naar Berlijn. Hoogsten een tam woord van protest en achter de coulissen wat dlplomatengehaspel, om de zaak op een accoord to gooien. En ik zie, hoe de millioenen onderdanen van dien keizer, die de Paus als hun geestelijk hoofd erkennen, niet hun gehoorzaamheid opzeggen aan den keizer, maar zij blijven voor dien keizer in het vuur en den dood gaan. Sio transit gloria mundil 7,co vergaat de roem der wereld! Met de roem, die zich daar in Rome nog open baart in pracht van zalen en gewaden, troon en kroon, eerewachten en kardinalen maar wel de roem van de macht, die eens een keizer blootsvoets in do sneeuw deed staan en al wat macht had het hoofd deed buigen. En het is goed, dat dit zoo geworden is. 't Is zelfs geen schande, dat deze roem en macht voor 't Pausdom is verloren gegaan. De schande was er, toen hij; die zich noemt plaatsbekleeder van Chris tus, die maoht bezat. En ik denk aan de woorden van dien Christus: „mijn rijk is niet van deze aarde" en „de vossen heb hen hun holen, de vogelen hun nesten, maar de zoon des menschen heeft niet, waar hij het hoofd kan neerleggen." klaar leveren; allioht zelfs geen enkel ziohtbaar spoor; het sinistre werk van den oorlog zal mis schien gewoon (zoowaar we noemen dat reeds ge woon!) doorgaan. Maar het zal misschien zegenrij ker zielearbeid verrichten; zaden uitstrooien, die, bij vele® in goado aarde vallende, vruchten zullen voortbrengen, sterken het verlangen naar vrede. mtoacMsa sterken den wil tol vrede, den vasten wil tot êadan besreid. yieve God! En indien de Paus door zijn gebed die maoht weet te openbaren dan zal dat hem tot een groote eer zijn. Want dat is de maoht, die ook Christus heeft getoond, toen hij sprak als „machthebbende" tot do harten der zijnen. X. Binnenlandsch Nieuws. reeds gebrachte bloemen moesten buiten blijven, hij verbood Ella. zelfs, die zich wilde laten trouwen in het kleed, waarin zij op reis was gegaan, om een bruidskrans op te zetten, die zij als eenige versiering had laten maken. Ook juffrouw Schmidt, die naast graaf Hcsch getuige wilde zijn, wees hij op het laat ste oogenblik terug. Hij zelf wilde de tweede ge tuige zijn geen vreemde gezichten. „Ik ben toch geen vreemde voor hem ik ben zijn beste, moederlijke vriendin," zeide de oude dame min of meer gekrenkt „Juist daarom, beste juffrouw liever een ge heel vreemd gezicht zooals de ambtenaar, als een bekend, dat voor hem storend moet zijn in deze om geving. Geen gedachten meer opwekken als hoogst noodig is. Hij heeft koorts." „Is liet dan erger?" De dokter, die begreep dat hij zijn mond voorbij gepraat liad, wenkte haar te zwijgen met het oog op Ella. Doch deze was het niet meer verborgen gelieven, dat de toestand slechter was. „De koorts was te verwachten," zei de dokter. Ella zag hem met groote oogen aan, wat hem dwong den ambtenaar van den Burgerlijken Stand te wagen, of alles klaar was. Een gedwongen glim lachje speelde daarbij om zijn mond. De ambtenaar verklaarde, dat alles in orde was. Zelf droeg hij het groote hoek, waarin de gevorderde aanteekeningen reeds waren opgenomen. De arts ging vooruit, de anderen volgden, graaf Heseh geleidde de bruid. De zieke lag op den rug, de lianden op het dek, zijn oogen glinsterden, een glimlachje gleed over zijn ingevallen trekken. Het moest diep medelijden wekken en vooral in het jonge hart dat liefhad. Ofschoon Ella zich had voor genomen om elke opwinding te onderdrukken, zij had haar krachten overschat. Zji zonk voor het bed neer en drukte een heeten kus op de koortsig voch tige hand. Doch direct stond zij weer op en zag naar den vloer, om haar tranen te verbergen. Zij hield haar zakdoek voor den mond, waar zij haar tanden inzette. De dokter schraapte zijn keel. „Mijn lieve bruid," zeide de zieke zacht, maar toch duidelijk te hooren. Derhalve onze verwaohtingen van de uitwer king van dit voorgeschreven gebed zijn niet heel hoog. ,t Toch mogen wij den Invloed, die er van kan uit gaan, ook niet te laag aanslaan. We zeiden het reeds straks: dit gebed vertolkt wel degelijk wat er in hot hart der scharen leeft zoo Katholiek als Protestant, zoo tot de neutrale als tot de oorlog voerende staten behoorend. Ja! ook bij deze laatsten. Het heilig vuur is er uit; het water in loopgraven en moerassen heeft al wat er gloeide gedoofd. Van onder opgevijzelde en van-hooger-hand-gecomman- deerde geestdrift troedt de ontnuchtering, de weer zin steeds duidelijker aan den dag, zoowel bij die staan in het veld als bij degenen die met smarte lijk verlangen naar hun thuiskomst uitzien, lk las dezer dagen: „Langen tijd heeft mon ge meend, dat oorlog en vrede louter bepaald werden door oeconomische of diplomatieke factoren. De Seheurtenissen der laatste maanden hebben geleerd, at men den psyoholoohisohen (zielkundigen) fac tor had onderschat." Zeker, de geestestoestand van het volk heeft een grooten invloed op de gebeurtenissen. Welnu gegeven een geestestoestand onder de menschen, die ik aldus zou kunnen weergeven „in den put". En tot die zoo gestemde scharen komt bovenvermeld gebed; een gebed (dit constateeren we met vreugde) van diepgevoelde innigheid en groote warmte. En dat gebed komt van hem, dien velen (ook ve len, die nu doodsvijanden zijn) erkennen als den maohthebbende, door wiens mond goddelijke waar heid tot hen komt. Neen! niet te hoog aanslaan mogen we den in vloed, die er van dit voorgeschreven gebed kan uitgaan. Maar ook niet te laag. Die gebedsdag zal ons niet den vrede kant en RAAD VAN OUDE NIEDORP. Vergadering van den Raad gehouden op Donder dag 4 Februari 1015, des namiddags 2uur. Voor zitter de heer Wonder, burgemeester. Afwezig de heer P. Wit. Na opening door den voorzitter volgt lezing en goedkeuring der notulen. Voorzitter deelt mede, dat aan den nieuwen smid den heer M. Beets, op diens verzoek, gedurende 1915 de bediening van de waag is opgedragen. Ver der wijst voorzitter er op, dat de op de vorige ver gadering afwezige heeren (Strijbis, Over en J. Wit) zeker wel gelezen of gehoord hebben dat is aange houden door staking van stemmen een voorstel om de school behoeften publiek aan te besteden. Spreker deelt ter toelichting aan hen mede, dat B. en W. meenden, niet op den ouden voet te kunnen door gaan. Er is al eens een abuis voorgekomen, zoodat er na inschrijving op de schoolbehoeften bijbe taald moest worden en dat gaat toch niet op. B. en W. meenden daarom, publieke aanbeste ding van de levering der schoolbehoeften in over weging te moeten geven. Als niemand het woord er meer over verlangt, wil voorzitter het wel in stem ming brengen. De heer Ligthart verklaart, er nog altijd niet voor te zijn en het liever oilder de burgers te hou den. Voorzitter wijst op de kans van later bijbe talen, zooals al eens voorkwam en vraagt of spreker daarmee zou willen voortgaan. Da heer Ligthart zegt, daar niet voor te zijn. Voorzitter meent dat dit er toch van zou moeten komen. De heer Ligthart is van oordeel, dat het toch al slecht zou moeten gaan, als het daarmee telkens weer aan is. Voorzitter wijst er op, dat we hier geen boekhan delaren in de,gemeente hebben en het is de men schen hier ook niet kwalijk te nemen, dat ze geen vakkennis in dit opzioht hebben, maar 't i9 dan ook wenschelijker publieke aanbesteding te houden en daarvoor kunnen de burgers ook inschrijven. De heer Nagelhout bespreekt het rozendon van monsters ter beoordeeling der kwaliteit van de te leveren schoolbehoeften en verklaart zich verder voor het voorstel van B. en W. Met 5 stemmen voor wordt B. en W.'s voorstel aangenomen. Tegen stemde de heer Ligthart. Voorzitter brengt nu ter sprake een ter vorige vergadering aangehouden verzoek van den heer Snel (hoofd der school te Zijdewind), om de twee maal f 23.96, ingehouden van zijn salaris dus to taal f 47.92, alsnog uitbetaald te mogen krijgen. Een memorie van. toeliohtiDg is bijgevoegd door adressant. Voorzitter zegt, dat de schade groot is; de heer Snel mist zijn bijverdiensten en herhalingsonder- wijs heeft hij niet. Hij heeft wel zijn verdiensten als onderofficier, doch hij kan niet met het gewone voedsel volstaan en heeft bovendien wat extra voor voeding noodig. Ook heeft hij al in 't hospitaal ge legen. De heer J. Wit is van gedachte dat de Gemeen teraad zioh al heel goed gehouden heeft met 75% van het salaris van den heer Snel uit te keeren. De heer Snel verdient nu f 9 per week. Aangenomen dat hij daarvan f 6 in de week noodig heeft, dan houdt hij tooh nog f 3 over. En hij zal dat alles toch wel niet noodig hebben, wil spreker veronder stellen. De heer Wit meent, dat het zoo wel vol doende zal zijn. De heer Snel is bovendien tooh niet thuis in den kost ook. Daar hebben we tooh ook nog even rekening mee te houden. Voorzitter wijst er op, dat de heer Snel met do jewone voeding niet toe kan. En als onderofficier eeft het dan tooh ook niet zoo goedkoop dan als gewoon soldaat. Verder wil spreker er op wijzen, dat de heer Snel een gezin met 4 kinderen heeft en dat hij niet gelukkig is geweest met ziekte. De heer Nagelhout zegt, het jammer te vinden, dat de echtgenoote van Snel met haar gezin voort durend in Den Helder vertoeft. Want als gevolg daarvan staat het woonhuis te Zijdewind voortdu rend onbewoond en onverzorgd en lijdt het daar onder zeer, terwijl de gemeente daar later voor zal moeten opkomen. Voorzitter zegt, dat het gezin van den heer Snel te Helder vertoeft om goedkooper te kunnen leven. Ze waren daar in de gelegenheid om bij de schoon moeder van den heer Snel te komen inwonen tegen vergoeding en nu kon ook de dienstbode gemist worden. De heer Rempt is er wel voor om aan het verzoek te voldoen en de f47.92 aan den heer Snel te res- tituöeren. De heer Nagelhout zou daar ook wel voor te vinden zijn als de echtgenoote van den heer Snel „Wilt u beginnen," wendde de arts zich tot den ambtenaar. Deze begon de gebruikelijke voorlozing. Paulsen luisterde zichtbaar gespannen toe, hij leek moeite te hebben het gelezene te volgen. Meermalen bewoog hij zich onrustig. Hij had pijn, die hij nau welijks kon overwinnen. Zijn „ja" klonk hard, als met groote moeite uitgestooten. Ella had zich weer volkomen beheerscht. Haar ja" klonk zacht doch helder. Daarop deed de ambtenaar de jonggehuwden de ringen aan den vinger en hied zijn boek ter teeke- ning op den rand van het bed. Dokter Streiche tilde het bovenlichaam van Paulsen wat op en graaf Hescl gaf hem de pen. Met trillende vingers schreef hij zijn naam. Daarna legde de ambtenaar hét boek op de tafel. „Asjeblieft, mevrouw Paulsen, die weer afgemat in het kussen lag, wend de het hoofd naar haar toe, terwijl zij ondertee- kende, daarop sloot hij voor eenige seconden de oogen en bewoog zich onrustig, zijn linkerhand greep naar het verband op zijn borst, een zacht kreunen drong over zijn lippen. De dokter hield hem scherp in het oog. Ella PauiS8n trad op haar man toe. „Hij moet nu slapen," zei dokter Streiche half tot haar, half tot hem. De zieke sloeg de oogen op. „Je komt spoedig weer," zeide hij. ,,Ik zal komen," antwoordde zij en een straal van liefde lichtte uit haar oogen. Zij nam zijn hand, voelde hoe hij die drukte, en op een wenk van den dokter ging zij heen. De anderen volgden, al leen de arts bleef nog. Buiten, de deur was nog nauwelijks gesloten, snelde zij weg, zij voelde dat de krachten haar be gaven en na een paar schreden zonk zij neer. Men sprong op haar toe, een hoofdverpleger, die op het einde der plechtigheid gewacht had, was gelukkig bij de hand en droeg haar met de hulp van graaf Hesch in een leege kamer, waar zij haar op een bed 'egden. Het gelukte den ervaren man spoedig haar weer bij te brengen. Hij was met juffrouw Schmidt alleen bij haar gebleven. Spoedig kwam ook dokter Streiche. „Nu, dat was eigenlijk ook wel te verwachten, me vrouw'" sprak hij binnentredend. „U hebt u overi gens bewonderenswaardig gehouden. Ik hoop ook, dat hij uw echtgenoot, nu deze wensch vervuld is, de goede nawerking niet uitblijft. Voorloopig heeft het hem natuurlijk wat aangegrepen." Een uur later kon Ella met juffrouw Schmidt en graaf Hesch naar het hotel terugkeeren. Yoor het eten nam de graaf afscheid, hij moest naar Berlijn terug en had voor deze zaak reeds te veel verlof moeten nemen in 'een tijd dat het aan het minis terie nogal druk was. Tegen den avond kwam dokter Streiche. Na een paar inleidende woorden sprak hij: „Alleen tot u. mevrouw, kan ik mij ten opzichte van onzen pa tiënt thans wenden. .Met de verwijdering van den kogel scheen de hoofdzaak gedaan te zijn. Doch zooals mijn diagnose nu staat, is een tweede operatie noodzakelijk. Oogenschijnlijk bevindt zich nog iets in de wonde, denkelijk meegetrokken deeltjes der klee- ren. Ik verberg u niet, dat het een zware operatie zal zijn, maar die ik toch voor beslist noodzakelijk houd; hoe vroeger die uitgevoerd wordt, des te gunstiger kunnen de resultaten zijn. Ik bied mij aan, om die operatie uit te voeren, mijn voornaamste arbeidsveld is de chirurgie, maar ik wil mij graag terugtrekken, als u liever mijn Berlijnsche collega wilt laten roepen, die den zieke reeds eerder be handeld heeft. Bij u, mevrouw, ligt de beslissing, of en door wien de operatie moet geschieden." Ella zat radeloos, de handen in den schoot gevou wen. Het was te veel wat er op haar instormde. „Ik weet, dat hij sterven zal," zeide zij toonloos. „Nu, niet dadelijk allen moed verliezen," zei de arts, „zoover zijn wij goddank nog :ang niet. Ik had u gaarne deze beslissing gespaard, mevrouw, want de emoties van dezen dag zijn reeds meer dan genoeg, maar het is mijn plicht het u, zijn echt genoote, te vragen." „Mijn God, wat ben ik dan mevrouw ik weet nergens van af." Juffrouw Schmidt, die zich den heelen dag nog niet op haar gemak was geweest, wist hier heele- maal geen raad. Tegen zulk een toestand was de minstens de helft van den lijd dat baar man nc onder de wapens moet zijn, in het huis te Zijd* wind bleef wonen. Voorzitter vindt het eveneens jammer dat hi,, huis leegstaat; 't is tooh reeds een vochtige woning, De heer Strijbis zegt: Je kunt het niet gaan luchten ook, alles is er nog in en dan kun jé geen ander in dat huis halen. Voorzitter sjou er voor zijn om met het oog op de Ban don Ra&d ook welbekenden algemeenen toe-, stand va« het gezin Snel het verzoek aan te nemen Intusschen wil voorzitter daar ook aan toevoegej dat het ihjuis niet voortdurend onbewoond 'blijft, a is de helft va® den1 tjjd dat de tegenwoordige toestani nog zal duren voor de echtgenoote van heer Snel we wat te bezwaarlük. Voorzitter zou liever anders di onderwerp afhandelen dan het voorstel van den heei Nagelhout om de f 47.92 to geven onder voorwaard* dat de echtgenoote van den heer Snel de Helft van den tijd te Zijdewind woont, luidt en wilde hot eene lievei van het andere afscheiden om eerst het verzoek om d< t 47.92 te behandelen en eerst daarna over te gaan to behandeling van het voorstel dat het gezin van Snel de helft van den tijd te Zijdewind woont, of 'dat het huis althans gelucht wordt. Het voorjaar komt aan, doch het is voor dit gezin wel w&t bezwaarlijk om de helft van den tijd te Zijdewind' te wonen. De heer Strijbis meent, dat ze er ook wel eenig be zwaar voor over kunnen hebben. Voorzitter blijft het te Zijdewind wonen yoor de helft van den tijd dat de toestand zal vooriduren echteT Jieei bezwaarlijk voor het gezin Snel vinden. De heer Nagelhout .zou ook tevreden zijn indien in plaats van de helft .van den tijd, van den tijd 'dal d «huidige toestand aanhoudt, voor het wonen te Zij wind door het gezin Snel Werd gesteld. Maar spreker zou het toch graag in combinatie willen houden. Voorzitter zegt, dat de Raad te beslissen heeft over het bewonen of niet bewonen e'n de zorg dat de woning van de vochtigheid geen nadeeligen invloed onder vindt. De heer Nagelhout zou het geld als .-m vergoeding willen geven dat ze het huis goed droog houden. Maar overigens, we lijden allemaal schade ohder de omstan- slandïgheden. De heer OverKunnen wé het voorstel "niet aan houden tot een volgende vergadering, want een bakker, een smid, enz. kunnen ook wel verzoek doen. Voorzitter zegtWe hebben liet de vorige vergadéria al Aangehouden en het bedrag is niet -van dien aai dat we er nu vergadering op vergadering over heb ben te spreken. Maar wil de heer Over van 't aan houden een voorstel maken, danwil Voorzitter dat wel tn stemming brengen. De heer Over blijkt dat te willen, doch zijn idéé* vindt geen bijval en wordt bij stemming verworpen met 5 stemmen tegen. Voorzitter zou nu in stemming willen brengen een voorstel om "Snei f 47.92 te restltueeren, mits hit 'het huis laat luchten ten genoeg© van het Dagelijksch Bestuur. Spreker vraagt of men zich daarmee kan ver eenigen. De heer Nagelhout vindt, het Dag. Bestuur kan er wel toezicht op houden, maar toch hacf spreker liever een bepaling van het bewonen. Voorzitter blijft er bij dat dit bezwaarlijk is. De heer Over meent, 'dat een vertrouwd persoon het kan luchten. Want moet 't gezin Snei zelf daar komen wonen dan is 't misschien voor hen meer 'kostend dan Ioonend. De heer Nagelhout vindt als ze ip. Helder zijn, verdient ook niemand in onze gemeente iets aan hen. AI 't geld dat we hen ge ven gaat de gemeente uit. 'Anderen zijn dat met spre ker eens. Woonden ze hier, dan werd er door de bur gers nog wat aan verdiend. Nu niet. De heer Rempt zou enkel de verplidh'ling om het huis te luchten, willen stellen. De heeren Over en S Hij bis vinden hel eon behoefte dat er gelucht wordt en de kachel er eens wordt gestookt. Bij stemming over het voorstel Nagelhout zün daar voor de heeren Over en Nagelhout. Met de anaeren te gen valt dit voorstel. Voorzitter zegt dat het voorstel van den'hoer Nagelhout is afgestemd en dat het verzoek van den heer Snel is toegestaan. En in verband met het gesprokene 'hier zullen B. en W. er den hieer Snel op attent maken of hfj ér voor zorgen vvü dat hot huis moer gelucht wordt. Verder zegt Voorzitter, dat do rekening over 1914 van de Protestantsche Armvoogd!) 'is ingekomen. Ont vangsten ff 3914.52, uitgaven f' 2834.01, voordeclig saldo t 1080.51. Voor 'kennisgeving aangenomen om Jn oen volgende vergadering te worden behandeld, Bij de rondvraag wijst do heer J. Wit er op dat. do onderwijzeres te Zijdewind den laatsten tijd nogaf wat werk heeft gedaan. Spreker zou liaar daarvoor wel Vut vergoeding willen rten toegekend'. Voorzitter zegt 'dat het wel'in de bedoeling ligt haar wat vergoeding te geven, doch spieker zou liever eerst B. en W. vergadering dit bespreken om er dan in de vergadering van den Raad op terug te komen. Goedgevonden. Hierna sluiting der openbare vergadering om over te gaan iri comité. RLOEDBROÜD. Men schrijft van de grens aan de Tel. Te® einde do voedingswaarde van het brood, dlo door het gebrek aan weitcnmecl sterk is verminderd, op andere wijze te verhoogon, wordt in Duitschland aan bevolen het meel met varkcnsbloed tot ten hoogste 10 pet. te vermengen, zooals dit in Rusland voel de ge woonte is. Daar thans het bloed van varkens veelal als meststof wordt gebezigd, kan, wanneer het voor brood gebruikt wordt, op deze wijze veel voor de volks voeding .worden gewonnen. De smaak van het brood wordt er niet slechter door. OUDE NIEDORP. De® eersten Februari \Vas het 25 jaar geleden, dat mei, G. OttBilleiikanip als onderwijzeres in functie Iraa, eerst te Oudéhorne (FrA daarna' te Oude Niedorp, (N.-H.), alwaar zij nog werkzaam is. oude dmae, wier leven gelijkvormig was voorbij gegaan, niet opgewassen. Zij wenschte op dit oogen blik, trots haar goede hart, dat zij in Munchen ge bleven was. Deze ellende het was niet in te denken! Zij zat, een beklagenswaardiger aanblik bie dend dan de jonge vrouw, naast deze op de sofa. Mechanisch greep zij Ella's hand. Dit deed de arme goed en zij wilde opreken, maar geen geluid kwam er over haar lippen. „Ziet u," begon dokter Streiche weer, „u hebt 'n ernstige plicht op u genomen, en zooals ik u heb leeren kennen, is u wel in staat, die ook ten volle te vervullen." De rustige woorden van den arts lieten niet na- indruk op Ella te maken; dat waren geen phrasen. Zwaar gevoelde Ella haar volkomen onervaren heid, maar deze gaf haar ook het vërtrouwen* te rug. Een oogenblik trachtte zij nog te overleggen, maar zij begreep intusschen zeer goed, dat haar na- denkeu niets zou helpen. Een ding slechts kon zij doen, een ander blindelings vertrouwen, en dus sprak zij: „Ik ieg alles in uw handen, dokter." „Dan zal het u morgen op dit uur, zoo God wil, lichter om het hart zijn," antwoordde de arts. Hij bleof nog een kwartiertje en praatte over zijn bloe men. Hij was in zijn vrijen tijd bloemenkweeker. Hij beloofde Ella een zeldzame anjelier, gevuld, violet, meer Mauw dan rood. Daarvan kon zji eenige plan- in in potten mee naar Munchen nemen. De operatie, die den volgendon morgen plaats had, gelukte goed. De diagnose van'dokter Streiche werd bevestigd. Een onnoozel stukje zwart laken had een ontsteking gevormd, die wegens de nabijheid van het hart, het leven in groot gevaar zou hebben ge bracht, als met de operatie nog langer gewacht was^ Ook nu ging het nog op leven en dood. Doch de arts verstond zijn vak en toen het nieuwe ver band gelegd was, kon hij de jonge .vrouw zeggen, dat het menschenwerk nu afgeloopen was en hét overige aan de gezonde natuur van den patiënt moest overlaten, waarin hij overigens volkomen vertrouwen stelde. Wordt

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1915 | | pagina 6