BRIEVEN VAN EEN ONBEKENDE.
De dingen om ons heen.
oefenen ia de Düutscble spracfhe, om de Keizere solda-i direct den weg over de geheel© wereld open haddón.
ten te vertollen, dat het m» oiseallich spelt, maar dat
«o bij injji aan hot vetrkahrto adres sind, want das
wir HoJlSnders sein.. Dat is toch, geloof ik. goed en
duidelijk Duitschi? Anders moot Ik m» nog een beetj»
oefenen. Er is. zeggen ze hier. nog geen haast bij1.
Maar hl zullen w» van de werkelijk© schade door
de Engelschen gister aangericht, waarscliijnliik niet veel
ie hooiren krijgen, en al Is zelfs die scihaae heel go-
ring, het viivgstukje. door de 34 aviatoure verricht,
zal niet zonder uitwerking blijven. De Duitschere heb
ben in allen gevalle kunnen zien, dat ze daar In Zee-
brugge enz. maar niet kalmpjes hun gang kunnen
gaan. Dat men ze hier In de gaten houdt, en niet
minder dan 34 onverschrokken en bekwame mannen
klaar staan, om ze een bezoek te brengen, en in hun
werk te storen. Zonder een aanval als deze, zouden
alle voorbereidende maatregelen in België genomen kun
nen worden door de Duitschere zonder eonigo vrees
voor stoornis. Thans moeten ze alles verbergen, wat
ze doen, en staan ieder oogenblik bloot aan een nieuwe
verrassing. Dit zal althans de groote gebeurtenissen,
die ons na den 18en te wachten slaan, niet gemakke
lijker maken. Wat mij' betreft, ik geloof heel sterk,
dat mijn volgenden" brief, van 27 Februari a.s.. zon
der eenige vertraging zal verschijnen, en dat we hier
voorloopig nog met uit zullen hongeren,. Indien, niet,
dan houd ik me voor de zending van Noordhollajnd-
scho levensmiddelen, desnoods per luchtschip, ten zeerste
aanbevolen.
Staatsloterij*
5de KLASSE, 12o TREKKING.
HOOGE GRIJZEN.
f 50000; 12304.
f 15000: 16723.
f 1000: 10263 17493 17551.
f 400: 1038 4992 4984 15597.
f 200: 1420 1966 9 61 13398 13929 15854 20340.
t 100: 1291 2(592 3432 4142 6929 0552 9882 104-18
13982 14052
15437.
Prijzen van f 70.
73
2673
5768
0001
11526
1Ï216
16739
18627
198
869
799
26
534
450
837
001
823
875
803
72
546
674
884
326
352
883
GÜ91
.257
670
604
886
852
446
8060
110
460
827
679
895
900
516
187
210
482
12034
895
901
190ol
618
335
236
603
2b0
045
956
58
073
436
325
595
324
15034
17094
93
840
515
498
811
457
45
182
198
927
620
761
834
575
283
252
175
949
552
834
095
630
466
261
385
977
665
7057
10109
743
485
269
402
1018
887
102
136
845
498
382
416
138
4092
159
168
852
507
506
429
181
132
180
299
902
641
b88
560
324
298
340
312
9C9
730
053
748
920
589
512
373
999
912
854
«J0
358
830
584
436
13052
092
858
921
433
85?
607
509
60
994
897
20042
904
940
670
528
231
988
915
164
043
950
736
560
371
16030
18018
289
2027
953
756
847
438
146
30
,421
60
5108
790
852
512
269
81
485
102
277
982
862
544
311
176
603
155
285
80C8
892
690
334
244
978
221
317
208
41153
713
343
235
298
359
331
173
734
441
274
370
477
415
235
814
427
303
572
559
439
276
876
444
367
580
563
530
484
14016
461
550
635
577
671
505
32
•183
652
987
593
706
510
42
565
580
ONS EIGEN STOEPJE,.
De crisis blijft aanhouden en niemand weel wan
neer en hoe er een einde aan zal komen. Ja, zelfs lijkt
het totaal niet uitgesloten, dat de toestand er nog veel
op zal verergeren en do mogelijkheid dat ook ons
land zal worden medegesleept iin aten wereldstrijd, staat
ons in deze dagen maar al te zoor als schrikbeeld voor
de oogen.
De nieuwe wijze van oorlogvoeren immers door
Duitschland aangekondigd en waarvan de wereld mis
schien reeds een voorproefje zal hebben gehad voor dozc
regels den lezer onder de oogen komen, immers kan
ook voor ons Jand tot allerlei complicaties leiden.
Niet zoozeer het gevaar voor oorlog staat ons 'Mei-
voor oogen ofschoon oók daarómtrent niemand
mag en zal gerust'zijn! doch in de eerste plaats de
cc onomische gevolgen.
Reeds in het (halve jaar van krijg, dat achter ons
ligt, hebben wij, hoewel er buiten staand en er buiten
gelaten, allerlei onaangenaamlueden ondervonden. Niet
tegenstaande vei schillende maatregelen der overheid, zién
wil allerlei artikelen van dagelijksche behoefte In prijs
stijgen en beginnen sommige treeos geheel to ontbre
ken, zoodat verschillende industrieën wegens gebrek
tón grondstof of hulpmateriaal hun productie gelicel
of gedeeltelijk moeten staken, met alle gevolgen van
dien zoowel voor eigenaars en personeel als voor de
welvaart en de gebruikers in het algemeen.
Toch liep het nog vrijwel, behalve ten aanzien van
die artikelen, die uitsluitend in Duitschland worden
geproduceerd en waarvan dit land den uitvoer ver
bood. Van bijna al het andere dat wij1 gewoon zijn
uit het buitenland te ontvangen, werd wel de aanvoer
minder etn de prijs hooger, doch' met wat goeden' wil.
wat minder verbruik met surrogaten, kon men toch
voort, zoolang die buitenlandsche toevoeren bleven be-
Dat wil zeggenzoolang de zee vrij1 was voor onze
eigen koopvaarders en zoolang wij via Engeland of
sprek weer op, „dat mij dergelijke gevoelens voor
een vroegere woonplaats volkomen vreemd zijn."
„Maar u kunt ze toch begrijpen? U zou ze zeker
deelen, als u ook eens op het land moest leven."
„Eerlijk jgezegd neen. Ik ben een trekvogel ge
worden. lederen zomer zou ik de Alpen willen over
trekken, den overigen tijd blijf ik heel graag in
onze residentie."
„Dus volkomen tevreden met uw lot?" antwoord
de hij, zichtbaar teleurgesteld over haar antwoord.
„Tevreden? Wie heeft niet zijn onvervulde, mis
schien onvervulbare wenschen?" zeide zij zacht.
„Mijn wenschen voor vandaag waren gemakkelijk
te vervullen geweest!" zuchtte hij. „Ik -rilde zoo
graag met u naar Maloja rijden met u bij het
meer staan, den gletsermolen bezichtigen, Alpen
rozen plukken."
„Met de prinses kunt u te Pontrcsina ook Alpen
rozen plukken."
„Alsof dat voor mij hetzelfde zou zijn! Wij zullen
den Morteratsgli tser een poosje aanstaren en dan
het overige publiek becritiseeren en fotografeeren
een zeer geestvolle bezigheid."
„Die u liever aan den prins wilde overlaten."
„Ja. Tenslotte is hij daarvoor de meest aangewe
zen persoon."
„Gun hem hier toch wat vrijheid. Te Glückstadt
is hij met duizend kettingen en vormen gebonden."
„De vrijheid gun ik hem graag, rnaar ik 'gun hem
u niet. Geen uur, nog minder een mooie zomerna
middag lang".
Sitta schrok van de open taal van den hartstocht.
,.U is de vriend van den erfprins," zeide zij ver
wijtend, „men gunt zijn vriend alles. Dit is echter
een zeer bescheiden genoegen om met mij naar
Maloja te rijden."
„Mijn God, ja ik ben zijn vriend!" antwoordde
Krochert wat ongeduldig. „Wij hebben samen gestu
deerd, samen de dames bet hof gemaakt, en plan
nen gesmeed, een sterrenvriendschap als van Don
Carlos en P^sa. Slechts terwille van hem bon ik te
Glückstadt dragonder geworden, opdat hij niet in
een oud-Pruisisch refeiment zou dienen. U weet toch,
Thans dreigt dit anders te worden, waluxoer Duitsch
land er werkelijk in slaagt in de vaart op do zeeën
die Engeland omgeven, stagnatie te veroorzaken. Dan
is niet alleen een eind gemaakt aan alle toevoeren via
Engeland, doch tevens komt onze eigen vaart op Amerika
en Indtó in hot nauw.
Dan zal het geen kwestie wezen van een paar c©nr
ten prijsvermmrdiertog, maar van het al of niet be
schikbaar zijn van voorraden dio wij' voor ons cdgetn.
levensonderhoud moadig hebben en aü. gesteld al dat
aanvoer af en toe, hoogst ongeregeld, mogelijk zal
blijken, de prijsstijging enorm zijn.
Dan zal alleen. ous nationaal bezit aan geld kunnen
voorkomen, dat ia ons land honger zal worden gene
den in den meest letterlijken zto des woords.
Hoe sterker wij natie en bevolking dus finan
cieel zijn, hoe minder* moeilijk die crisis zal kunnen
worden te boven gekomen. Daartoe is het in de eer
ste plaats noodig, dat wij zorgen, dat geen goederen
waaraan wij zelf behoefte zouden kunnen krijgen, ons
land verlaten. Omtrent veile daarvan is reeds door de
Regeering een verbodsbepaling of beperking van uit
voer gedecreteerd. Omtrent andere zijn dergelijke maat
regelen waarschjj'nlhk wel aanstaande, doch verschil
lende goederen verlaten nog steeds ons land.
Ook geld en ook voedsel.
Voor gevluchte Belgen houdt men inzamelingen, ter
wederopbouw van verwoeste plaatsen opient men in
schrijvingen, voor Roode Kruisen der verschillende par
tijen vraagt men geld. Zoo gaat het door.
Eu dat alles -is zeer te waardoeron en zeer toe te
juichen, althans zoo lang met redelijke zekerheid was
aan te nemen, dat wij zelf dat geld en die goederen
zouden kunnen missen.
Zoodra dit niet meer vaststaat, verandert die zaak
geheel. En wij' meenea dat we daarop thans wel be
dacht moeten zijn, zoowei ten aanzien van de mo
gelijkheid, dat oolc Mor huizen en dorpen.' weer op
gebouwd zouden moeten worden, als ten aanzien van
die, dat ook ten onzent een groot aantal behoeftigen
zou moeten worden gesteund.
Sir Edward Fry heelt jaren geleden eens neergeschrc
ven in aan artikel, dat als motto had kunnen dra
genCharitó bien ordomnóe commenc© par sod-im
me", noe „,de pogingen van brave menschen ten be
hoeve van vreemdelingen aan den anderen kant van
den aardbol op hein dien indruk maakten, alsof iemand
in Londen een lamp aanstak omj er een Kamer ii
Peking mee te verlichten".
Zóó ver behoeft men het Met te zoeken en niemand
hier te lande heeft zijn stom verheven tegen liefdadig
heid bewezen aan omgolukkigen van allerlei landaard,
die aan onze deur klopte.
Dat was, en is nog. in overeons lemming met de
beste tradities van ons volk. Mot dien verstande altoos,
dat ,.'s Landts gelcegenheyt" er zich toe leent die tra
ditie te handhaven.
Zoo goed als ieder mensch een slecht huisvader zou
noemen en zou toejuichen dat wegens verkwisting on
der curateele gezet zou worden iemand, die met vol'ic-
hand wegschonk aan vreemden terwijl het eigen ge
zin omboorde, zoo zal. men; hoe moeilijk het ook
valt voor milddadige menschen, veel gegeef moeten af
schaffen .zoolang het onzeker is of die giften dooi
de gevers wel gemist kunnen worden.
Eigen stoep eerst vegen, dames en hoeren!
Meehelpen aan den wederopbouw van België Is
schoone taak.
Doch een waaraan pas data door ons (moet Worden
hogonnein, wanneer het vast staat, dat de verwoestingen'
daar definitief geëindigd zijn en dat er to. e"
land .geern verwoeste huizen en geen verwoeste v
zinnen vragen om een fundeerilng waarop het verwoeste
weer kan worden opgebouwd.
Tot dien Md moet het zwaarste wegen wat het zwaar
ste Ishet belang van ons land Is onze natie-zelf.
Deze i-odemoering wij welen het is zeer
egoïstisch, lijkt wreed en hard waar zooveel nooden
thans om hulp roepen.
W t re ft het lenigen van nood, het heipon van
hen, die zich op onzon bodem bevinden, daarom-
tren l kan geen twijfel bestaan, Behoefligen, die out
gasten zijn, mogen het niet minder hebben, dan onze
eigen behoeftigen. Dan behoort men slechts „arme
tobbers" te kenneln.
Doch met ihuipvcrleening buiten onze grenspalen zij
men voorzichtig.
Zoowel om voor eigen behoefte en nood óver te
houden, als om te zorgen, dat er 'een Nederland!
overblijft, in staat en beredd om zoodra de toekomst
helderder wordt, zijn steun te verleeneu overal waar
die (door waaraigen) gevraagd1 wordt.
UITKIJK.
LV.
Dezer dagen ontving ik via de redactie een ex
emplaar van hel R.-Katholieke „Ons Blad", waarin
een hoofdartikel onder den titel „Do onbekende X.
in de Sohager".
Daarin word Ik onder handen genomen naar aan
leiding van wat ik in mijn 54sten brief schroef over
„het wereldgebed van den Paus voor den vrede".
Nu heeft de ervaring mij geleerd, dat nagenoeg alle
debat, zoo in vergaderingen als in geschrifte, voor
de debaters zeiven onvruchtbaar werk is. Uit zelf
zuchtig oogpunt gevoel ik dus grooten lust op het
hoofdartikel van „Ons Blad" niet in te gaan. Maar
die in de krant 6chrijft, schrijft voor het publiek,
dat ten opzichte van de behandelde materie mis
schien nog midden op de wipplank zit» nog geen ge
vestigde overtuiging heeft en die tracht uit te zoekei
uit het „woord" en „wederwoord".
Als dat zoo is, mag ik niet nalaten het „weder
woord'' van „Ons Blad" te beantwoorden.
De opmerking, dat het gebed voor den vrede niet
dat de oude hertog niet goed over Pruisen te spre
ken is?"
„Dat weet ik. Ik weet ook hoe zwaar prins Al-
brecht daaronder lijdt."
Krochert knikte. „Hij wilde zoo graag bij de garde
dienen. Hij zou vandaag nog liever ritmeester zijn
in zijn vroeger regiment, dan in Glückstrdt te waclv
ten op den dood van den ouden hertog, zi.iD humeu
righeid en plagerijen te verdrogen en to moeten stil
zwijgen, omdat hij toch niets anders kan. Hij heeft
den breeden blik, die over do grenzen en opvattin
ten van zijn landje heen op het geheel gericht is.
!k kan dat pijnigend ongeduld met hem meevoelen,
hoewe'i ik er het meest om lach, wanneer hij op
de tanden knarst."
„U kunt ook gemakkelijk lachen. Voor u is
Glückstadt niet meer dan een episode in uw leven
- hij zal er levenslang aan lijden."
„Zoodra de oude hertog sterft, is hij toch meester
te Glückstadt!"
„Hoe kan dat hem nu bevredigen, hem, voor
wiens idealen en droomen een wereld te klein is!
Wat kan hij te Glückstadt beginnen en verbeteren?"
„Hij zal er een modelstaat van maken. En wanneer
de oude hertrg er niet meer is, zal hij daar zoo vrij
leven als ik op mijn Hoede bosch."
Sitta schudde het hoofd. „Neenl" zeide zij treu
rig. „Zijn opvoeding is daarvoor niet geschikt ge
weest. Indien hij wat minder dilettantisch opgevoed
was, dan had hij in de een of andere richting iets
kunnen worden en prestoeren. Hij mocht echter
nooit iets grondig leeren, alleen zoo, om over alles
te kunnen praten, oppervlakkig daarover te kun-
nen oordeelen. Zoodra een onderwerp van studie
hom begon te interesBeeren en er dieper in rtacht-
te door te dringen, trok men hem weer naar wat
anders. Hij was erfprins dat was voldoende. Zijn
talent voor muziek werd lamgeslagen, zijn militaire
loopbaan onderbroken, zijn studies zooveel moge
lijk gehinderd. Heb'ik geen gelijk?"
„U hebt zeer diep over den prins nagedacht. Of
beklaagde hij zich bij u?"
„Beide. U weet dat alles net zoo goed als ik, mijn
Jdoor den Paus bevolen is, laat ik ter zijde als
van hoegenaamd geen belang.
Wil „Ons Blad" in plaats van „bevel" lezen ver
zoek" 't is mij goed. Het doet m.i. niets af aan
de waarde van mijn betoog. Bovendien een ver
zoek van den Paus moet voor Kahtolieken tcch
zoowat gelijk staan met een bevel.
Nu een vraag. Heeft de redaotie van „Ons Bied"
slechts de helft van mijn brief gelezon? was de ver
ontwaardiging over die eerste helft zóó groot, dat zij
het eind niet kon halen, maar aanstonds naar do
Ïen greep, om bet overkropt gemoed in een bestraf
end artikel luoht te geven? Dan wil ik hopen, dat
de redaotie nu ook het tweede gedeelte heeft ge
lezen. En dan zal zo moeten erkennen, dat haar
kwalificatie „nogeerend geschrijf" op zijn zachtst
gezegd een onbillijkheid ia.
Ik meen, dat wat ik daar ten gunste van het
gebed des Pausen zei, glansrijk de vergelijking kan
doorstaan met de door <1 E. H. in het Handelsblad
gesohroven en door de redactie van „Ons Blad" ge
prezene clausule.
Naast de „veeg uit de pan" had ik toch wel een
klein „pluimpje op den hoed" verdiend.
Verder valt de schrijver over hetgeen ik schreef
over gebedsverhooring.
De hatelijkheid over de „reuzen-advertentie" over
kerkboeken laat ik links liggen. Ieder blad en dus
ook „Ons Blad", moest zulk een opmerking beneden
zijn waardigheid achten.
Maar ter zake. „Gcd zo de gebeden der menschen
niet, verhooren"'
Wie zegt dat? Ik niet. Lui°tor sleohts.
„Maar niet ieder gelooft („mot mij" zou ik ter ver
dmdelijking kunnen zeggen) dat God de gebeden
der mensohen verhoort door henzelvon, door
hun eigen willen en werken. Velen geloovon dat
God alleen wel zonder hen en hun moeite hun
beden zal vervullen. Zoo zijn (ie meesten."
Maar niet ik alzoo. Ik gel< of aan gebedsyerhoo-
ring, maar naar het woord vnn Franklin: „Die zich-
zeiven helpt, dien helpt God.'\ Wie alleen biut om
vrede, zonder dat dat gebed gedragen wordt en zich
openbaart in den wilsdaad tot vrede, doet vergeef-
schen urbeid. En nu meen ik, dut er onder milboe
nen, die een voorgeschreven gebed alleen nabidden,
en wien het dus niet uit eigen hart is opgeweld,
velen zoo zullen zijn. Al te uitvoerig zal ik er niet
op ingaan, omdat ik vrees, dat onze opvattingen
dienaangaande zo' ver uiteer loepen, dat we nauw e
lijks in slaat zullen zijn elkaar te begrijpen. Dit
wil ik nog Keggen. Met het citeoren va»» bijbelteks
ten komen we er niet. Immers „ieder ketter heeft
zijn letter". En tegenover het door u aangehaalde
„vraag en gij zult verkrijgen", is gemakkoü.k te
stellen 't woord van Mattneus: „Want, uw Veder
weet wat gij van noode hebt, eer gij Hem vr; agt
't "Nerheugt me, dat ge wijst op fez» s' gebed in
Gethsemanc; „Niet mijn wil, maor de Uwe geschie
de." Hierin is gegeven de m.i, eenig-Juiste opvat
ting van 't gebed. Gods wil geschiedt a 11 ij d, of
wij er om bidden of niet. God laat zich door het ge
bed der menschen niet overhakn om s menschen
in plaats van Zijn eigen wil te doen. In God veran
dert door het gebed dus niets. Wel kan dat in ons,
menschen: b.v. dat we met bezieling aangrijpen een
werk waa*toe God ons roept: U w w i 1 g e 8 o h i e-
de! of dat we er vrede mee vinden, dat God smart
en druk over ons brengt: U w wil geschiede!
Dat die opvatting van het gebed bijna allo vragen
om stoffelijke dingen uitsluit, ligt voor de hand
Wat mij van R.-Kath. gebedspraotijk bekend i9,
leert mij, dat duar maar al te vaak tegenoverge
stelde meeningen gehuldigd worden.
„X wil, dat de Paus bevel gaf aan alle Kath. on
derdanen de gehoorzaamheid aan den Keizer- op te
zeggen." Volstrekt niet. X Is blij dat de Paus 't niet
gedaan heeft. Want a 1 s hij dat bevel gegeven bad
zou dat een bewijs zijn, dat hij hoop en vertrou
wen had, dat dat bevel sucoes zou hebben. Do Paus
wist wel boter. In hot „oorlog of vredo"' geeft hij
niet meer den doorslag. Koningen en Keizers
zelfs Katholieke I buigen niet meer voor ziju
wil. Ce sout passees oes jours do fótel Dat wilde
ik zeggen met mijn „Sic transit gloria mundi." En
dat geeft „Ons Blad5' toe. Immers de schuldige
wordt aangewezen. De Logel Natuurlijk altijd de
Loge! Nu als do Loge dat workelijk gedaan heeft
(lk geloof dat baar te voel ecre geschiedt! I), dart
heeft zo oen dienst bewezen aan dewereld en don
Paus zolven. Do wereld verlangt zeer zeker niet
terug naar de oppermacht des Pausen: zijn Juk Ih
niet altijd zacht gewoest; en dio zijn juk nog dra-
§en, zijn niet iu alle opzichten te benijden. 0a
oordat de Paus zijn wereldlijke macht en een goed
deol van zijn maobt over de wen-ld beeft verloren,
is hij alhtans oen enkele schrede in gelijkenis
nader gekomen tot don Christus. Winst voor houi
zou lk meonem M J
Evenwei nog lang Met alle macht over de
wereld, hoeft do Paus verloren. In dat opzicht hcbl gij
volkomen gelijk, Ons Blad! Naast veel glorie, die er
vergaan is, Is cr nog veel glorie (die m.i. niet tot
eer Is) overgebleven voor het Pausdom. En we zijn u
dankbaar, dat ge ons nog eens wcier in herinneiljng
brengt, welk een macht de Rooms oh© Kerk nog is
en hoe ze steeds beproeft het verlorene terug té win
nen. Ik neem uw citaat van een, ,.ntet-katholiek schrij
ver van naam" over. „D© behendige diplomatie van
„Paus Leo XIIl kwam hem (Blsmarck) op den weg
der verzoening wel tegemoet, maar zij liet toch hot
„zetten van de eerste schreden op dezen weg over aan
„de regeering van het Duitscih© rijk en die van Prui-
Tusschen twee haakjes: 't is geen vereeremd getui
genis, dat de „Eerste Christen der wereld" het over
laat aan ©en ander om „de eerste schreden te zetten"
heer Krochert."
„Nu, juffrouw van Hoogendal, u moet dat alles
niet zoo tragisch opvatten. Hij beeft ook zijn goede
uren, waarin hij geheel de erfprins van GJückstad
„Ik zou dat niet zijn goede, maar zijn zwakke
uren noemen", antwoordde zij ernstig. „Mijnheer
Krochert, wij weten beiden, dat ook zijn huwelijk
door den ouden*hertog is gearrangeerd en hem ni t
kan bevredigen. Blijf u bij hem, wees zijn vri.nd,
verlaat hem niet!"
„Zeker blijf ik, zoolang ik daarvoor geen andere
plichten verzuim. Ook geloof ik, dnt men mij op t
oogenblik gemakkelijker bij een regiment kan over
plaatsen dan te G'ückstad. Wat echter het huwe
lijk van den prins betreft, d t komt mettertijd wel
terecht. Prinses Elisabeth houdt van hem."
„Zij vindt hem mooi. en zou hem het liefste m
iedere houding, in elk nieuw pak willen foiografee-
ren," zeide Sitta niet zonder bitterheid.
„Beproef u dus een gunstigen invloed op de prin
ses uit te oefenen." 1 1
„Invloed op haar uitoefenen! Maak nu eens in
druk op stuifzand. Hoe lang duurt het? Eerder kan
men een moeras uitdragen."
„Juffrouw van Hoogendal, mag ik u eens wat
zeggen, zonder dat u het mij kwalijk neemt?" Kro
chert zag vast in het schoone gezicht, dat nu een
smartelijke uitdrukking had.
„Ben ik zoo gevoelig? U kunt tooh weten, dat
n open woord mij steeds lief is."
„Goed. Het klinkt misschien wel bruusk, maar
dagelijks dringt zich een overtuiging sterker aan mij
op
„Welke overtuiging?"
„De prins zal zijn vrouw nooit leeren liefhebbeu,
nooit in zijn huwelijk bevrediging vinden zoo
lang u hier is."
„Mijnheer Krochert'" Sitta sprong op. Haar blau
we oogen glinsterden toornig, een storm van op
gewondenheid scheen de teodere gestalte te schud
den.
„Ziet u, nu is u toch boos op mijl Laat mij alsje
op het todi zeker wel Christelijk© ,jvad der verzoening".
Dat zou Christus andere gedaan hebben!
Maar dat slechts terloops. Op den aanhef vnn dit ci
taat wil ik u wijzen: „De behendige diplomatie!" 'lis
een eerlijke bekentenis I Maar geen eervollé! Dal is dus
de methode waarnaar de Roonische Kerk werkt. Dat
het geheim van haar weer winnende macht. Behen
dige diplomaten zijn het, dl© arbeiden aan den. luister
van 't hernieuwde pausdom, die den stoel van Petrus
weer stevig zuilen grondvesten.
Zou men niet verwacht hebben, dat het Opperhoofd
der Kerk van Christus" hier zijn „non tall auxilio"
(met met zoodanige hulp) had laten hooien? Maar wie.
die 'n beetje geschiedenis kent verwondert zich over deze
toepassing' van Jezuïteomoaaal „Ixet doel heiligt de mid
delen"
„Antl-papismel" Hevig antd-papismel" hoor ik op-
poneeren.
En als samenvatting aan 't eind nog eens: „De on-
„bekendo grootheid X alleen oplosbaar door middel
„van de vergelijking de Sohager Courant is ge
lijk ei en antipapistisch al ad".
Nu, wanneer §nti-papist inhoudt het niol-hmlles-eeias-
te-zijn met wat Rome denkt m leest en doet dan
is X anti-papist. Maar die Schager Courant? Waarom
moet die er met de haren bijgesleept? Mijd rug fc breed
genoeg. Of zou het misschien meer om „de Sohager
Courant" te doen zijn dan om X? Eu heeft X alleen
maar dienst gedaan om in hem „de Schager Cou
rant" to 'treffen en voorgoed to signaleeren als „au i
papistisch" Men zou 't haast gaan vermoeden. Hei vet
gedrukte opschrift „de Schager" in 't midden de
straks reeds gediskwalificeerde uitval aan 't eind!
nog ©ens „de Schager Courant een antipapistisch blad
Wié weel hel? Wie weel 'heil? „Ons Blad" zeker wel.
En „Ons Blad" zegt veel, maar dit zegt „Ons Blad"
niet.
X.
Tweede Kamer.
Den Haag, 18 Febr. 1915,
Er werden vooral door dr. Beumw, nog
heel wat bezwa en ontwikkeld legen he' amend-Schim,
v. d, 1 Cteff op art. 3 van het ontwerp,^ betreffende
te eehLJieidings-p.'oceduro, en a:ivkkc,.u om slechts
n fte „Staatscourant" aankondiging van do schddings-
vonnisseu V plaatsen. Voor den heer Beumer geldt
Mor do principieel© kwestie, dat men vooral de coht-
hteling niet moet gemak;-.©jj-.en. Mr. Van Doorn
.vees Intussclien op do mogelijkheid da', bijv. een Ka-
hollek dagblad zulk een ad verton lij, ook op grond
van i'eligieuse bezwaren, zou weigeren. Men zou dus
aldus de heer Van Doorn een blad mo..' on kin
nen dwingen? Maar dan blijft nog altijd de mogelijk-
foedd over, dat de dirori© oen speciaa: tarief zou hof-
en, dermate ,.Ln d© papieren" loopond, dat 't niet accep
tabel ware. Hij vond dus maar beter, zich tot do
„Staatscourant." to bepalen.
Minister Orl liet de beslissing aan do Kamer over.
maar voelde bitter weinig voor hot aanond-ScMitn v,
d. Loeff, waar do „Staatscourant" nu juist niet tot de
„meest gelezen bladen" beteoprt en veler belangen toch
kunnen, betrokken zijn (bijv. van crediteuren) bij' hot
op de hoogt© ziju van oemiï uitgesproken echtscheiding.
De Kamer vereenigd© zich echter met 33 tegen 27
stommen oiol 't denkbeeld-Schim v. d. Loeff, zoadat
nu voortaan de „Staatscourant" znl moeien worden op
geslagen om er achter te komen, welke eenmaal „gloönd-
uaneengesmede" zielen door de wet vaneen gerulcl wór
den...
De heer Mondeis beleefde hel sucoes, dat die Kamér
zijn amendement (3trekkend om te bepalen, dat to dio
uittreksels dor vonnissen do gronden voor de uitgespro
ken echtscheiding niet zullen worden vermeld) zon
der stemming werd goedgekeurd. De minister had h«*t
niet overgenomen, mafir toch doen begrijpen, dat hij
zeer veel. voor de gedachte, aan dit voorstel ton grond
slag liggend, gevoeld©.
In deze «Kling zijn, nog goedgekeurd hot f 557,000,
kostend) eerste gedeelte van hol groot©, op 20 mllMorii
begroete Ontwerp tot kanalisallc vim do Maas in lim-
burg, als ook dat betreffende het gebruik van grond
voor mljnontgimning. Dit"laatste ging cr „sous Inmbour
ni trompette" door. Hot kanalisatie-ontwerp vond slechts
„tocjuicncre" ©n verdedigers. Er werden cenigo „tech
nisch©" beschouwingen gehouden, vooral door den lieer
Boogaerts, Op; een vraag vnjn dön Nijmeegs chon heer
Vun Nispen. antwoordde minister Lcly. dat 't wel zijn
plan is om hot kanaal tusscdnai Mans en Waal koraeiurï
(en waar do schutspatroon vnn onzo bimwn-.s'chipl»rij,
de heer Smeenge, vooral zooi verblijd en ingenomen
roe© Is) Oostelijker te doen uitmonden dan 't oorspron
kelijk ontwerp aangaf, doch 's ministers bcaüsstóg In
deze Is nog niet genomen. En iin tusschen' gaf hij zijd
voorganger, senator Regout een „vSeitenliieb© door, zo o
langs z'n neus weg to zoggen, dat Z.Exc. er zich van
hart© In verheugt dat het Parlement ..Met door ver
keerde zuinigheid gedreven"ook 4n dezo tijden «tot
togen ©en ontwerp als d© Maas-kanalisatie opzle-ti....'
Do agenda Is verrijkt met "hot ontwerp tot herziening
van art. 111 Indisch Reg.-reglememt. alsmede mot dat
betreffende de voorwaardelijke to vrijheid-stelling. Spe
ciaal dit laatst© zal zeker niet Sin „oen verloren uurtje"
worden afgedaan.
Het Parlement stelt zich1 thans rijke werktaak to de
neutrale zóne. En d© hoeren arbeiden vlug en met
„zakelijken spoed". Mogd 't aldus blijven!,..
Mr. ANTONIO.
blieft eerst uitspreken. Niemand weet beter dan
ik dat u slechts het beste wilt, maar hebt u nooit
bedacht, dat de prins voonuurend vergelijkingen
moet maken tusschen u en zijn vrouw, dio alleen
ken ongunste der prinses kunnen uitvallen? U, mooi,
\alent- en geestvol
Sitta ging weer zitten. Zij wendde het hoofd ter
zijde. „Als ik geweten hadf dat dit alles op een
bana'e vleierij zou uitloopen," zeide zij afwe
rend.
.,Dat doet het nut. Tk constateer eenvoudig een
feit. Wie niet blind is, dien zal naast u nooit, een
vrouw bekoren! U kunt met den erfprins musicee-
ren, u stelt belang in zijn liefhebberijen, het is dus
niet meer dan natuurlijk, dat zijn vrouw hem dage
lijks onbeduidender, minder aantrekkelijk moet
voorkomen."
„Ik heb mij bemoeid, om zijn leven Iets rijker
te maken, kan d t slecht zijn? Ik tob bet dikwijls
getracht, om prinses Elisabeth omhocg te helpen,
op te beffen. Vergeefs. Men moet zeer di p afdalen
om met haar op een effen weg te staan. Meet ik
ook inuiteriijkheden, in toiletzrrgen en hofktotsmij
verstikken, aileen marr, opdat zij bij vergelijkin
gen niet verliezen zal?"
„Ik weet wel. dat u uzelf niet ki n verminde
ren, om een ander hofgir le laten schijnen, maar...."
„Maar?"
„Maar u kon het hof ver'aten."
Sitta wrd l i. ck. „IJ. gelooft dus, dat n'Jn *n-
vloed verkeerd is? Het is bitter zulks te hooren."
Sitta!" Onwillekeurig ontglipte hem dit ver
trouwelijk woord. In zijn bu-rt had hij h ar zeker al
dikwijls zoo genoemd. „Hoe kunt u mij zoo verkeerd
verstaan? Uw imloed, uw persoonlijkheid zou aan
ieder ander hof een zegen zijn, maar hier is u ge
vaarlijk. Onbewust, ongewild alleen door uw te
genwoordigheid onderdrukt u iedere ontkiemende nei
ging van den prins voor zijn vrouw."
Wordt vervolgd