BRIEVEN VAN EEN ONBEKENDE. De dingen om ons heen. oefenen ia de Düutscble spracfhe, om de Keizere solda-i direct den weg over de geheel© wereld open haddón. ten te vertollen, dat het m» oiseallich spelt, maar dat «o bij injji aan hot vetrkahrto adres sind, want das wir HoJlSnders sein.. Dat is toch, geloof ik. goed en duidelijk Duitschi? Anders moot Ik m» nog een beetj» oefenen. Er is. zeggen ze hier. nog geen haast bij1. Maar hl zullen w» van de werkelijk© schade door de Engelschen gister aangericht, waarscliijnliik niet veel ie hooiren krijgen, en al Is zelfs die scihaae heel go- ring, het viivgstukje. door de 34 aviatoure verricht, zal niet zonder uitwerking blijven. De Duitschere heb ben in allen gevalle kunnen zien, dat ze daar In Zee- brugge enz. maar niet kalmpjes hun gang kunnen gaan. Dat men ze hier In de gaten houdt, en niet minder dan 34 onverschrokken en bekwame mannen klaar staan, om ze een bezoek te brengen, en in hun werk te storen. Zonder een aanval als deze, zouden alle voorbereidende maatregelen in België genomen kun nen worden door de Duitschere zonder eonigo vrees voor stoornis. Thans moeten ze alles verbergen, wat ze doen, en staan ieder oogenblik bloot aan een nieuwe verrassing. Dit zal althans de groote gebeurtenissen, die ons na den 18en te wachten slaan, niet gemakke lijker maken. Wat mij' betreft, ik geloof heel sterk, dat mijn volgenden" brief, van 27 Februari a.s.. zon der eenige vertraging zal verschijnen, en dat we hier voorloopig nog met uit zullen hongeren,. Indien, niet, dan houd ik me voor de zending van Noordhollajnd- scho levensmiddelen, desnoods per luchtschip, ten zeerste aanbevolen. Staatsloterij* 5de KLASSE, 12o TREKKING. HOOGE GRIJZEN. f 50000; 12304. f 15000: 16723. f 1000: 10263 17493 17551. f 400: 1038 4992 4984 15597. f 200: 1420 1966 9 61 13398 13929 15854 20340. t 100: 1291 2(592 3432 4142 6929 0552 9882 104-18 13982 14052 15437. Prijzen van f 70. 73 2673 5768 0001 11526 1Ï216 16739 18627 198 869 799 26 534 450 837 001 823 875 803 72 546 674 884 326 352 883 GÜ91 .257 670 604 886 852 446 8060 110 460 827 679 895 900 516 187 210 482 12034 895 901 190ol 618 335 236 603 2b0 045 956 58 073 436 325 595 324 15034 17094 93 840 515 498 811 457 45 182 198 927 620 761 834 575 283 252 175 949 552 834 095 630 466 261 385 977 665 7057 10109 743 485 269 402 1018 887 102 136 845 498 382 416 138 4092 159 168 852 507 506 429 181 132 180 299 902 641 b88 560 324 298 340 312 9C9 730 053 748 920 589 512 373 999 912 854 «J0 358 830 584 436 13052 092 858 921 433 85? 607 509 60 994 897 20042 904 940 670 528 231 988 915 164 043 950 736 560 371 16030 18018 289 2027 953 756 847 438 146 30 ,421 60 5108 790 852 512 269 81 485 102 277 982 862 544 311 176 603 155 285 80C8 892 690 334 244 978 221 317 208 41153 713 343 235 298 359 331 173 734 441 274 370 477 415 235 814 427 303 572 559 439 276 876 444 367 580 563 530 484 14016 461 550 635 577 671 505 32 •183 652 987 593 706 510 42 565 580 ONS EIGEN STOEPJE,. De crisis blijft aanhouden en niemand weel wan neer en hoe er een einde aan zal komen. Ja, zelfs lijkt het totaal niet uitgesloten, dat de toestand er nog veel op zal verergeren en do mogelijkheid dat ook ons land zal worden medegesleept iin aten wereldstrijd, staat ons in deze dagen maar al te zoor als schrikbeeld voor de oogen. De nieuwe wijze van oorlogvoeren immers door Duitschland aangekondigd en waarvan de wereld mis schien reeds een voorproefje zal hebben gehad voor dozc regels den lezer onder de oogen komen, immers kan ook voor ons Jand tot allerlei complicaties leiden. Niet zoozeer het gevaar voor oorlog staat ons 'Mei- voor oogen ofschoon oók daarómtrent niemand mag en zal gerust'zijn! doch in de eerste plaats de cc onomische gevolgen. Reeds in het (halve jaar van krijg, dat achter ons ligt, hebben wij, hoewel er buiten staand en er buiten gelaten, allerlei onaangenaamlueden ondervonden. Niet tegenstaande vei schillende maatregelen der overheid, zién wil allerlei artikelen van dagelijksche behoefte In prijs stijgen en beginnen sommige treeos geheel to ontbre ken, zoodat verschillende industrieën wegens gebrek tón grondstof of hulpmateriaal hun productie gelicel of gedeeltelijk moeten staken, met alle gevolgen van dien zoowel voor eigenaars en personeel als voor de welvaart en de gebruikers in het algemeen. Toch liep het nog vrijwel, behalve ten aanzien van die artikelen, die uitsluitend in Duitschland worden geproduceerd en waarvan dit land den uitvoer ver bood. Van bijna al het andere dat wij1 gewoon zijn uit het buitenland te ontvangen, werd wel de aanvoer minder etn de prijs hooger, doch' met wat goeden' wil. wat minder verbruik met surrogaten, kon men toch voort, zoolang die buitenlandsche toevoeren bleven be- Dat wil zeggenzoolang de zee vrij1 was voor onze eigen koopvaarders en zoolang wij via Engeland of sprek weer op, „dat mij dergelijke gevoelens voor een vroegere woonplaats volkomen vreemd zijn." „Maar u kunt ze toch begrijpen? U zou ze zeker deelen, als u ook eens op het land moest leven." „Eerlijk jgezegd neen. Ik ben een trekvogel ge worden. lederen zomer zou ik de Alpen willen over trekken, den overigen tijd blijf ik heel graag in onze residentie." „Dus volkomen tevreden met uw lot?" antwoord de hij, zichtbaar teleurgesteld over haar antwoord. „Tevreden? Wie heeft niet zijn onvervulde, mis schien onvervulbare wenschen?" zeide zij zacht. „Mijn wenschen voor vandaag waren gemakkelijk te vervullen geweest!" zuchtte hij. „Ik -rilde zoo graag met u naar Maloja rijden met u bij het meer staan, den gletsermolen bezichtigen, Alpen rozen plukken." „Met de prinses kunt u te Pontrcsina ook Alpen rozen plukken." „Alsof dat voor mij hetzelfde zou zijn! Wij zullen den Morteratsgli tser een poosje aanstaren en dan het overige publiek becritiseeren en fotografeeren een zeer geestvolle bezigheid." „Die u liever aan den prins wilde overlaten." „Ja. Tenslotte is hij daarvoor de meest aangewe zen persoon." „Gun hem hier toch wat vrijheid. Te Glückstadt is hij met duizend kettingen en vormen gebonden." „De vrijheid gun ik hem graag, rnaar ik 'gun hem u niet. Geen uur, nog minder een mooie zomerna middag lang". Sitta schrok van de open taal van den hartstocht. ,.U is de vriend van den erfprins," zeide zij ver wijtend, „men gunt zijn vriend alles. Dit is echter een zeer bescheiden genoegen om met mij naar Maloja te rijden." „Mijn God, ja ik ben zijn vriend!" antwoordde Krochert wat ongeduldig. „Wij hebben samen gestu deerd, samen de dames bet hof gemaakt, en plan nen gesmeed, een sterrenvriendschap als van Don Carlos en P^sa. Slechts terwille van hem bon ik te Glückstadt dragonder geworden, opdat hij niet in een oud-Pruisisch refeiment zou dienen. U weet toch, Thans dreigt dit anders te worden, waluxoer Duitsch land er werkelijk in slaagt in de vaart op do zeeën die Engeland omgeven, stagnatie te veroorzaken. Dan is niet alleen een eind gemaakt aan alle toevoeren via Engeland, doch tevens komt onze eigen vaart op Amerika en Indtó in hot nauw. Dan zal het geen kwestie wezen van een paar c©nr ten prijsvermmrdiertog, maar van het al of niet be schikbaar zijn van voorraden dio wij' voor ons cdgetn. levensonderhoud moadig hebben en aü. gesteld al dat aanvoer af en toe, hoogst ongeregeld, mogelijk zal blijken, de prijsstijging enorm zijn. Dan zal alleen. ous nationaal bezit aan geld kunnen voorkomen, dat ia ons land honger zal worden gene den in den meest letterlijken zto des woords. Hoe sterker wij natie en bevolking dus finan cieel zijn, hoe minder* moeilijk die crisis zal kunnen worden te boven gekomen. Daartoe is het in de eer ste plaats noodig, dat wij zorgen, dat geen goederen waaraan wij zelf behoefte zouden kunnen krijgen, ons land verlaten. Omtrent veile daarvan is reeds door de Regeering een verbodsbepaling of beperking van uit voer gedecreteerd. Omtrent andere zijn dergelijke maat regelen waarschjj'nlhk wel aanstaande, doch verschil lende goederen verlaten nog steeds ons land. Ook geld en ook voedsel. Voor gevluchte Belgen houdt men inzamelingen, ter wederopbouw van verwoeste plaatsen opient men in schrijvingen, voor Roode Kruisen der verschillende par tijen vraagt men geld. Zoo gaat het door. Eu dat alles -is zeer te waardoeron en zeer toe te juichen, althans zoo lang met redelijke zekerheid was aan te nemen, dat wij zelf dat geld en die goederen zouden kunnen missen. Zoodra dit niet meer vaststaat, verandert die zaak geheel. En wij' meenea dat we daarop thans wel be dacht moeten zijn, zoowei ten aanzien van de mo gelijkheid, dat oolc Mor huizen en dorpen.' weer op gebouwd zouden moeten worden, als ten aanzien van die, dat ook ten onzent een groot aantal behoeftigen zou moeten worden gesteund. Sir Edward Fry heelt jaren geleden eens neergeschrc ven in aan artikel, dat als motto had kunnen dra genCharitó bien ordomnóe commenc© par sod-im me", noe „,de pogingen van brave menschen ten be hoeve van vreemdelingen aan den anderen kant van den aardbol op hein dien indruk maakten, alsof iemand in Londen een lamp aanstak omj er een Kamer ii Peking mee te verlichten". Zóó ver behoeft men het Met te zoeken en niemand hier te lande heeft zijn stom verheven tegen liefdadig heid bewezen aan omgolukkigen van allerlei landaard, die aan onze deur klopte. Dat was, en is nog. in overeons lemming met de beste tradities van ons volk. Mot dien verstande altoos, dat ,.'s Landts gelcegenheyt" er zich toe leent die tra ditie te handhaven. Zoo goed als ieder mensch een slecht huisvader zou noemen en zou toejuichen dat wegens verkwisting on der curateele gezet zou worden iemand, die met vol'ic- hand wegschonk aan vreemden terwijl het eigen ge zin omboorde, zoo zal. men; hoe moeilijk het ook valt voor milddadige menschen, veel gegeef moeten af schaffen .zoolang het onzeker is of die giften dooi de gevers wel gemist kunnen worden. Eigen stoep eerst vegen, dames en hoeren! Meehelpen aan den wederopbouw van België Is schoone taak. Doch een waaraan pas data door ons (moet Worden hogonnein, wanneer het vast staat, dat de verwoestingen' daar definitief geëindigd zijn en dat er to. e" land .geern verwoeste huizen en geen verwoeste v zinnen vragen om een fundeerilng waarop het verwoeste weer kan worden opgebouwd. Tot dien Md moet het zwaarste wegen wat het zwaar ste Ishet belang van ons land Is onze natie-zelf. Deze i-odemoering wij welen het is zeer egoïstisch, lijkt wreed en hard waar zooveel nooden thans om hulp roepen. W t re ft het lenigen van nood, het heipon van hen, die zich op onzon bodem bevinden, daarom- tren l kan geen twijfel bestaan, Behoefligen, die out gasten zijn, mogen het niet minder hebben, dan onze eigen behoeftigen. Dan behoort men slechts „arme tobbers" te kenneln. Doch met ihuipvcrleening buiten onze grenspalen zij men voorzichtig. Zoowel om voor eigen behoefte en nood óver te houden, als om te zorgen, dat er 'een Nederland! overblijft, in staat en beredd om zoodra de toekomst helderder wordt, zijn steun te verleeneu overal waar die (door waaraigen) gevraagd1 wordt. UITKIJK. LV. Dezer dagen ontving ik via de redactie een ex emplaar van hel R.-Katholieke „Ons Blad", waarin een hoofdartikel onder den titel „Do onbekende X. in de Sohager". Daarin word Ik onder handen genomen naar aan leiding van wat ik in mijn 54sten brief schroef over „het wereldgebed van den Paus voor den vrede". Nu heeft de ervaring mij geleerd, dat nagenoeg alle debat, zoo in vergaderingen als in geschrifte, voor de debaters zeiven onvruchtbaar werk is. Uit zelf zuchtig oogpunt gevoel ik dus grooten lust op het hoofdartikel van „Ons Blad" niet in te gaan. Maar die in de krant 6chrijft, schrijft voor het publiek, dat ten opzichte van de behandelde materie mis schien nog midden op de wipplank zit» nog geen ge vestigde overtuiging heeft en die tracht uit te zoekei uit het „woord" en „wederwoord". Als dat zoo is, mag ik niet nalaten het „weder woord'' van „Ons Blad" te beantwoorden. De opmerking, dat het gebed voor den vrede niet dat de oude hertog niet goed over Pruisen te spre ken is?" „Dat weet ik. Ik weet ook hoe zwaar prins Al- brecht daaronder lijdt." Krochert knikte. „Hij wilde zoo graag bij de garde dienen. Hij zou vandaag nog liever ritmeester zijn in zijn vroeger regiment, dan in Glückstrdt te waclv ten op den dood van den ouden hertog, zi.iD humeu righeid en plagerijen te verdrogen en to moeten stil zwijgen, omdat hij toch niets anders kan. Hij heeft den breeden blik, die over do grenzen en opvattin ten van zijn landje heen op het geheel gericht is. !k kan dat pijnigend ongeduld met hem meevoelen, hoewe'i ik er het meest om lach, wanneer hij op de tanden knarst." „U kunt ook gemakkelijk lachen. Voor u is Glückstadt niet meer dan een episode in uw leven - hij zal er levenslang aan lijden." „Zoodra de oude hertog sterft, is hij toch meester te Glückstadt!" „Hoe kan dat hem nu bevredigen, hem, voor wiens idealen en droomen een wereld te klein is! Wat kan hij te Glückstadt beginnen en verbeteren?" „Hij zal er een modelstaat van maken. En wanneer de oude hertrg er niet meer is, zal hij daar zoo vrij leven als ik op mijn Hoede bosch." Sitta schudde het hoofd. „Neenl" zeide zij treu rig. „Zijn opvoeding is daarvoor niet geschikt ge weest. Indien hij wat minder dilettantisch opgevoed was, dan had hij in de een of andere richting iets kunnen worden en prestoeren. Hij mocht echter nooit iets grondig leeren, alleen zoo, om over alles te kunnen praten, oppervlakkig daarover te kun- nen oordeelen. Zoodra een onderwerp van studie hom begon te interesBeeren en er dieper in rtacht- te door te dringen, trok men hem weer naar wat anders. Hij was erfprins dat was voldoende. Zijn talent voor muziek werd lamgeslagen, zijn militaire loopbaan onderbroken, zijn studies zooveel moge lijk gehinderd. Heb'ik geen gelijk?" „U hebt zeer diep over den prins nagedacht. Of beklaagde hij zich bij u?" „Beide. U weet dat alles net zoo goed als ik, mijn Jdoor den Paus bevolen is, laat ik ter zijde als van hoegenaamd geen belang. Wil „Ons Blad" in plaats van „bevel" lezen ver zoek" 't is mij goed. Het doet m.i. niets af aan de waarde van mijn betoog. Bovendien een ver zoek van den Paus moet voor Kahtolieken tcch zoowat gelijk staan met een bevel. Nu een vraag. Heeft de redaotie van „Ons Bied" slechts de helft van mijn brief gelezon? was de ver ontwaardiging over die eerste helft zóó groot, dat zij het eind niet kon halen, maar aanstonds naar do Ïen greep, om bet overkropt gemoed in een bestraf end artikel luoht te geven? Dan wil ik hopen, dat de redaotie nu ook het tweede gedeelte heeft ge lezen. En dan zal zo moeten erkennen, dat haar kwalificatie „nogeerend geschrijf" op zijn zachtst gezegd een onbillijkheid ia. Ik meen, dat wat ik daar ten gunste van het gebed des Pausen zei, glansrijk de vergelijking kan doorstaan met de door <1 E. H. in het Handelsblad gesohroven en door de redactie van „Ons Blad" ge prezene clausule. Naast de „veeg uit de pan" had ik toch wel een klein „pluimpje op den hoed" verdiend. Verder valt de schrijver over hetgeen ik schreef over gebedsverhooring. De hatelijkheid over de „reuzen-advertentie" over kerkboeken laat ik links liggen. Ieder blad en dus ook „Ons Blad", moest zulk een opmerking beneden zijn waardigheid achten. Maar ter zake. „Gcd zo de gebeden der menschen niet, verhooren"' Wie zegt dat? Ik niet. Lui°tor sleohts. „Maar niet ieder gelooft („mot mij" zou ik ter ver dmdelijking kunnen zeggen) dat God de gebeden der mensohen verhoort door henzelvon, door hun eigen willen en werken. Velen geloovon dat God alleen wel zonder hen en hun moeite hun beden zal vervullen. Zoo zijn (ie meesten." Maar niet ik alzoo. Ik gel< of aan gebedsyerhoo- ring, maar naar het woord vnn Franklin: „Die zich- zeiven helpt, dien helpt God.'\ Wie alleen biut om vrede, zonder dat dat gebed gedragen wordt en zich openbaart in den wilsdaad tot vrede, doet vergeef- schen urbeid. En nu meen ik, dut er onder milboe nen, die een voorgeschreven gebed alleen nabidden, en wien het dus niet uit eigen hart is opgeweld, velen zoo zullen zijn. Al te uitvoerig zal ik er niet op ingaan, omdat ik vrees, dat onze opvattingen dienaangaande zo' ver uiteer loepen, dat we nauw e lijks in slaat zullen zijn elkaar te begrijpen. Dit wil ik nog Keggen. Met het citeoren va»» bijbelteks ten komen we er niet. Immers „ieder ketter heeft zijn letter". En tegenover het door u aangehaalde „vraag en gij zult verkrijgen", is gemakkoü.k te stellen 't woord van Mattneus: „Want, uw Veder weet wat gij van noode hebt, eer gij Hem vr; agt 't "Nerheugt me, dat ge wijst op fez» s' gebed in Gethsemanc; „Niet mijn wil, maor de Uwe geschie de." Hierin is gegeven de m.i, eenig-Juiste opvat ting van 't gebed. Gods wil geschiedt a 11 ij d, of wij er om bidden of niet. God laat zich door het ge bed der menschen niet overhakn om s menschen in plaats van Zijn eigen wil te doen. In God veran dert door het gebed dus niets. Wel kan dat in ons, menschen: b.v. dat we met bezieling aangrijpen een werk waa*toe God ons roept: U w w i 1 g e 8 o h i e- de! of dat we er vrede mee vinden, dat God smart en druk over ons brengt: U w wil geschiede! Dat die opvatting van het gebed bijna allo vragen om stoffelijke dingen uitsluit, ligt voor de hand Wat mij van R.-Kath. gebedspraotijk bekend i9, leert mij, dat duar maar al te vaak tegenoverge stelde meeningen gehuldigd worden. „X wil, dat de Paus bevel gaf aan alle Kath. on derdanen de gehoorzaamheid aan den Keizer- op te zeggen." Volstrekt niet. X Is blij dat de Paus 't niet gedaan heeft. Want a 1 s hij dat bevel gegeven bad zou dat een bewijs zijn, dat hij hoop en vertrou wen had, dat dat bevel sucoes zou hebben. Do Paus wist wel boter. In hot „oorlog of vredo"' geeft hij niet meer den doorslag. Koningen en Keizers zelfs Katholieke I buigen niet meer voor ziju wil. Ce sout passees oes jours do fótel Dat wilde ik zeggen met mijn „Sic transit gloria mundi." En dat geeft „Ons Blad5' toe. Immers de schuldige wordt aangewezen. De Logel Natuurlijk altijd de Loge! Nu als do Loge dat workelijk gedaan heeft (lk geloof dat baar te voel ecre geschiedt! I), dart heeft zo oen dienst bewezen aan dewereld en don Paus zolven. Do wereld verlangt zeer zeker niet terug naar de oppermacht des Pausen: zijn Juk Ih niet altijd zacht gewoest; en dio zijn juk nog dra- §en, zijn niet iu alle opzichten te benijden. 0a oordat de Paus zijn wereldlijke macht en een goed deol van zijn maobt over de wen-ld beeft verloren, is hij alhtans oen enkele schrede in gelijkenis nader gekomen tot don Christus. Winst voor houi zou lk meonem M J Evenwei nog lang Met alle macht over de wereld, hoeft do Paus verloren. In dat opzicht hcbl gij volkomen gelijk, Ons Blad! Naast veel glorie, die er vergaan is, Is cr nog veel glorie (die m.i. niet tot eer Is) overgebleven voor het Pausdom. En we zijn u dankbaar, dat ge ons nog eens wcier in herinneiljng brengt, welk een macht de Rooms oh© Kerk nog is en hoe ze steeds beproeft het verlorene terug té win nen. Ik neem uw citaat van een, ,.ntet-katholiek schrij ver van naam" over. „D© behendige diplomatie van „Paus Leo XIIl kwam hem (Blsmarck) op den weg der verzoening wel tegemoet, maar zij liet toch hot „zetten van de eerste schreden op dezen weg over aan „de regeering van het Duitscih© rijk en die van Prui- Tusschen twee haakjes: 't is geen vereeremd getui genis, dat de „Eerste Christen der wereld" het over laat aan ©en ander om „de eerste schreden te zetten" heer Krochert." „Nu, juffrouw van Hoogendal, u moet dat alles niet zoo tragisch opvatten. Hij beeft ook zijn goede uren, waarin hij geheel de erfprins van GJückstad „Ik zou dat niet zijn goede, maar zijn zwakke uren noemen", antwoordde zij ernstig. „Mijnheer Krochert, wij weten beiden, dat ook zijn huwelijk door den ouden*hertog is gearrangeerd en hem ni t kan bevredigen. Blijf u bij hem, wees zijn vri.nd, verlaat hem niet!" „Zeker blijf ik, zoolang ik daarvoor geen andere plichten verzuim. Ook geloof ik, dnt men mij op t oogenblik gemakkelijker bij een regiment kan over plaatsen dan te G'ückstad. Wat echter het huwe lijk van den prins betreft, d t komt mettertijd wel terecht. Prinses Elisabeth houdt van hem." „Zij vindt hem mooi. en zou hem het liefste m iedere houding, in elk nieuw pak willen foiografee- ren," zeide Sitta niet zonder bitterheid. „Beproef u dus een gunstigen invloed op de prin ses uit te oefenen." 1 1 „Invloed op haar uitoefenen! Maak nu eens in druk op stuifzand. Hoe lang duurt het? Eerder kan men een moeras uitdragen." „Juffrouw van Hoogendal, mag ik u eens wat zeggen, zonder dat u het mij kwalijk neemt?" Kro chert zag vast in het schoone gezicht, dat nu een smartelijke uitdrukking had. „Ben ik zoo gevoelig? U kunt tooh weten, dat n open woord mij steeds lief is." „Goed. Het klinkt misschien wel bruusk, maar dagelijks dringt zich een overtuiging sterker aan mij op „Welke overtuiging?" „De prins zal zijn vrouw nooit leeren liefhebbeu, nooit in zijn huwelijk bevrediging vinden zoo lang u hier is." „Mijnheer Krochert'" Sitta sprong op. Haar blau we oogen glinsterden toornig, een storm van op gewondenheid scheen de teodere gestalte te schud den. „Ziet u, nu is u toch boos op mijl Laat mij alsje op het todi zeker wel Christelijk© ,jvad der verzoening". Dat zou Christus andere gedaan hebben! Maar dat slechts terloops. Op den aanhef vnn dit ci taat wil ik u wijzen: „De behendige diplomatie!" 'lis een eerlijke bekentenis I Maar geen eervollé! Dal is dus de methode waarnaar de Roonische Kerk werkt. Dat het geheim van haar weer winnende macht. Behen dige diplomaten zijn het, dl© arbeiden aan den. luister van 't hernieuwde pausdom, die den stoel van Petrus weer stevig zuilen grondvesten. Zou men niet verwacht hebben, dat het Opperhoofd der Kerk van Christus" hier zijn „non tall auxilio" (met met zoodanige hulp) had laten hooien? Maar wie. die 'n beetje geschiedenis kent verwondert zich over deze toepassing' van Jezuïteomoaaal „Ixet doel heiligt de mid delen" „Antl-papismel" Hevig antd-papismel" hoor ik op- poneeren. En als samenvatting aan 't eind nog eens: „De on- „bekendo grootheid X alleen oplosbaar door middel „van de vergelijking de Sohager Courant is ge lijk ei en antipapistisch al ad". Nu, wanneer §nti-papist inhoudt het niol-hmlles-eeias- te-zijn met wat Rome denkt m leest en doet dan is X anti-papist. Maar die Schager Courant? Waarom moet die er met de haren bijgesleept? Mijd rug fc breed genoeg. Of zou het misschien meer om „de Sohager Courant" te doen zijn dan om X? Eu heeft X alleen maar dienst gedaan om in hem „de Schager Cou rant" to 'treffen en voorgoed to signaleeren als „au i papistisch" Men zou 't haast gaan vermoeden. Hei vet gedrukte opschrift „de Schager" in 't midden de straks reeds gediskwalificeerde uitval aan 't eind! nog ©ens „de Schager Courant een antipapistisch blad Wié weel hel? Wie weel 'heil? „Ons Blad" zeker wel. En „Ons Blad" zegt veel, maar dit zegt „Ons Blad" niet. X. Tweede Kamer. Den Haag, 18 Febr. 1915, Er werden vooral door dr. Beumw, nog heel wat bezwa en ontwikkeld legen he' amend-Schim, v. d, 1 Cteff op art. 3 van het ontwerp,^ betreffende te eehLJieidings-p.'oceduro, en a:ivkkc,.u om slechts n fte „Staatscourant" aankondiging van do schddings- vonnisseu V plaatsen. Voor den heer Beumer geldt Mor do principieel© kwestie, dat men vooral de coht- hteling niet moet gemak;-.©jj-.en. Mr. Van Doorn .vees Intussclien op do mogelijkheid da', bijv. een Ka- hollek dagblad zulk een ad verton lij, ook op grond van i'eligieuse bezwaren, zou weigeren. Men zou dus aldus de heer Van Doorn een blad mo..' on kin nen dwingen? Maar dan blijft nog altijd de mogelijk- foedd over, dat de dirori© oen speciaa: tarief zou hof- en, dermate ,.Ln d© papieren" loopond, dat 't niet accep tabel ware. Hij vond dus maar beter, zich tot do „Staatscourant." to bepalen. Minister Orl liet de beslissing aan do Kamer over. maar voelde bitter weinig voor hot aanond-ScMitn v, d. Loeff, waar do „Staatscourant" nu juist niet tot de „meest gelezen bladen" beteoprt en veler belangen toch kunnen, betrokken zijn (bijv. van crediteuren) bij' hot op de hoogt© ziju van oemiï uitgesproken echtscheiding. De Kamer vereenigd© zich echter met 33 tegen 27 stommen oiol 't denkbeeld-Schim v. d. Loeff, zoadat nu voortaan de „Staatscourant" znl moeien worden op geslagen om er achter te komen, welke eenmaal „gloönd- uaneengesmede" zielen door de wet vaneen gerulcl wór den... De heer Mondeis beleefde hel sucoes, dat die Kamér zijn amendement (3trekkend om te bepalen, dat to dio uittreksels dor vonnissen do gronden voor de uitgespro ken echtscheiding niet zullen worden vermeld) zon der stemming werd goedgekeurd. De minister had h«*t niet overgenomen, mafir toch doen begrijpen, dat hij zeer veel. voor de gedachte, aan dit voorstel ton grond slag liggend, gevoeld©. In deze «Kling zijn, nog goedgekeurd hot f 557,000, kostend) eerste gedeelte van hol groot©, op 20 mllMorii begroete Ontwerp tot kanalisallc vim do Maas in lim- burg, als ook dat betreffende het gebruik van grond voor mljnontgimning. Dit"laatste ging cr „sous Inmbour ni trompette" door. Hot kanalisatie-ontwerp vond slechts „tocjuicncre" ©n verdedigers. Er werden cenigo „tech nisch©" beschouwingen gehouden, vooral door den lieer Boogaerts, Op; een vraag vnjn dön Nijmeegs chon heer Vun Nispen. antwoordde minister Lcly. dat 't wel zijn plan is om hot kanaal tusscdnai Mans en Waal koraeiurï (en waar do schutspatroon vnn onzo bimwn-.s'chipl»rij, de heer Smeenge, vooral zooi verblijd en ingenomen roe© Is) Oostelijker te doen uitmonden dan 't oorspron kelijk ontwerp aangaf, doch 's ministers bcaüsstóg In deze Is nog niet genomen. En iin tusschen' gaf hij zijd voorganger, senator Regout een „vSeitenliieb© door, zo o langs z'n neus weg to zoggen, dat Z.Exc. er zich van hart© In verheugt dat het Parlement ..Met door ver keerde zuinigheid gedreven"ook 4n dezo tijden «tot togen ©en ontwerp als d© Maas-kanalisatie opzle-ti....' Do agenda Is verrijkt met "hot ontwerp tot herziening van art. 111 Indisch Reg.-reglememt. alsmede mot dat betreffende de voorwaardelijke to vrijheid-stelling. Spe ciaal dit laatst© zal zeker niet Sin „oen verloren uurtje" worden afgedaan. Het Parlement stelt zich1 thans rijke werktaak to de neutrale zóne. En d© hoeren arbeiden vlug en met „zakelijken spoed". Mogd 't aldus blijven!,.. Mr. ANTONIO. blieft eerst uitspreken. Niemand weet beter dan ik dat u slechts het beste wilt, maar hebt u nooit bedacht, dat de prins voonuurend vergelijkingen moet maken tusschen u en zijn vrouw, dio alleen ken ongunste der prinses kunnen uitvallen? U, mooi, \alent- en geestvol Sitta ging weer zitten. Zij wendde het hoofd ter zijde. „Als ik geweten hadf dat dit alles op een bana'e vleierij zou uitloopen," zeide zij afwe rend. .,Dat doet het nut. Tk constateer eenvoudig een feit. Wie niet blind is, dien zal naast u nooit, een vrouw bekoren! U kunt met den erfprins musicee- ren, u stelt belang in zijn liefhebberijen, het is dus niet meer dan natuurlijk, dat zijn vrouw hem dage lijks onbeduidender, minder aantrekkelijk moet voorkomen." „Ik heb mij bemoeid, om zijn leven Iets rijker te maken, kan d t slecht zijn? Ik tob bet dikwijls getracht, om prinses Elisabeth omhocg te helpen, op te beffen. Vergeefs. Men moet zeer di p afdalen om met haar op een effen weg te staan. Meet ik ook inuiteriijkheden, in toiletzrrgen en hofktotsmij verstikken, aileen marr, opdat zij bij vergelijkin gen niet verliezen zal?" „Ik weet wel. dat u uzelf niet ki n verminde ren, om een ander hofgir le laten schijnen, maar...." „Maar?" „Maar u kon het hof ver'aten." Sitta wrd l i. ck. „IJ. gelooft dus, dat n'Jn *n- vloed verkeerd is? Het is bitter zulks te hooren." Sitta!" Onwillekeurig ontglipte hem dit ver trouwelijk woord. In zijn bu-rt had hij h ar zeker al dikwijls zoo genoemd. „Hoe kunt u mij zoo verkeerd verstaan? Uw imloed, uw persoonlijkheid zou aan ieder ander hof een zegen zijn, maar hier is u ge vaarlijk. Onbewust, ongewild alleen door uw te genwoordigheid onderdrukt u iedere ontkiemende nei ging van den prins voor zijn vrouw." Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1915 | | pagina 6