Schager Courant. DERDE BLAD. Brieven uit Engeland. Tweede Kamer. Binnenlandsch Nieuws. Zaterdag 6 Maart 1915. 58ste Jaargang No. 5551. 1 Londen, 27 Februari 1915. D© veertien dagen zijn om, en ruim een week bebben we kennis gemaakt met de Duitsche blok kade. Wat de resultaten 'zijn geweest, heeft ieder in de kranten kunnen lezen. We hebben nog Mjf dagen den tijd om van honger om te komen, hoe-, wel het er op 't oogenblik nog niet erg naar uit ziet, dat we de Duitschers dat pleziertje zullen doen. Sommige artikelen, zooals boter, spek en eieren zijn zelfs inJde afgeloopen veertien dagen goedkoo- per geworden. Maar misschien moet de narigheid nog komen. Een onaangenaamheid ondervinden we al. Voor den oorlog konden we altijd twee maal per dag brieven 'en kranten uit Holland verwachten, met den eersten post, om 8 uur, of 'den tweeden om half twaalf. Sinds Augustus was de verbinding veel slechter. Er'voer maar een boot, de dagboot, in- plaats van twee. Bovendien was de Censor vreeselijk geïnteresseerd in al onze hartsgeheimen, en maakte er een gewoonte van ze zorgvuldig te bestudeeren. Enfin, hij hield het niet geheim, want hij plakte al tijd een groot stuk papier op de geopende enveloppe, met de woorden: Opened by Censor. En ik heb hem vaak beklaagd, want hoewel i k den man niet veel last heb bezorgd, ik heb een broertje dood aan brieven schrijven moeten de lange epistels van mijn vrouw hem-meer dan eens wanhopig gemaakt hebben 1 Doch wat was het gevolg van den verminderden postdienst? Dat we'nu maar eenmaal per dag wat uit Holland konden verwachten? Mis, door de vrien delijke bemoeiingen van den Censor, die zeker in het ontcijferen en vertalen van Hollandsche brie ven niet altijd even vlug was, hoefden we sinds verleden jaar Augustus nooit de hoop op te geven, al brachten noch eerste noch tweede post eenig Hol- landsch bericht. Inpl&ats van twee maaltijden per dag, en dan telkens een stevige portie, eten we nu den heelen dag, een theelepeltje vol. Tot 18 Februari 1 de blokkade I Nu weet ik er heelemaal niets meer van. Er komt soms wat, en meestal komt er niets. Maar als dat-liet ergste ge volg moet zijn van de blokkade, dan zullen we'pro- beeren daar ook maar weer overheen te komen. Misschien zullen sommigen zeggen: „Er zijn toch aardig wat Engelsche schepen in die afgeloopen negen of tien dagen in den grond geboord. En dat niet alleen, maar menigeen zal "zoo geschrokken zijn? dat er waarschijnlijk heel veel schepen zijn thuis gebleven, die anders gevaren zouden bebben."* Dat is natuurlijk mogelijk en zelfs niet onwaar - achijnlifk. Maar laten we nagaan, hoe groot het suc- oes werkelijk is, door de Duitschers behaald. De Engelsche admiraliteit heeft juist officieel be kend gemaiakt, dat in een week, van 18 tot en met 24 Februari z e v e n'Britsche schepen vergaan zijn, hetzij door drijvende mijneu, of door Duitsche onderzeebooten. Te zamen vertegenwoordigen die zeven, waaronder minstens een heel groot schip was, een aardige waarde, dat is volkomen waar. Maar en nu komt bet voornaamste, in dienzelf den tijd, kwamen in de Engelsche havens binnen 708 schepen, en voeren er uit 673. Met andere woot- den: van de'ongeveer veertien honderd zijn er zeven naar den kelder gegaan een half percent. Met die oUfers voor oogen moet, dunkt me, een ieder toe geven, dat tot nu toe de blokkade al bitter weinig suces heeft gehad. Ze is natuurlijk nog niet voor bij, en er kan nog veel gebeuren, maar zoolang niet meer dan percent van de in- en uitgaande vaartuigen als slachtoffer valt, zullen weinigen zich laten afschrikken om het zeemansfcedrijf uit te oefenen. En een dergelijke schrik was de eenige kans op werkelijk succes, die Duitschland had. Ondertusschen gaat de oorlog maar geregeld zijn gang. Zooveel mUlioen soldaten worden vandaag weer gevoed door Duitschland en Oostenrijk, en zooveel millioen door Frankrijk, Rusland, Engeland en België. Holland is nog steeds gemobiliseerd en billioenen moeten in de verschillende landen wor den opgebracht, om al de kosten te dekken. De vraag is. wuar moet dat heen? Tot nu toe heeft de oorlog ons hier in Engeland persoonlijk weinig gekost. Als we de verhoogde leveiiskosten buiten rekening laten, niet meer dar een gulden of vijf. doordat Lloyd George in December ons nog net even to pakken kreeg met do inkomstenbelasting. Maar nu het volgend'jaar. We zullen er maar niet te veel,over denken, want ik zie zoo juist, dat tot 31 Maart a.s. (en dat is 'dus nog maar een week of vier) Engeland aan den oorlog 'uitgeeft 362 mil lioen pond, dat is 4344 millioen gulden, 't Zal waar schijnlijk wel ergens vandaan moeten komen, en Mr. Lloyd George is nogal een specialiteit in het uitvin den van belastingen. Enfin, maar geen zorgen voor don tijd. Als 't te erg wordt, gaan we naar Hol land. Daar is alles'even rooskleurig, hoor ik, alles goedkoop. En anders gaan we naar Thistan 1 da Cunka. Waar dat ligt? Weet ik het? Maar er zijn zooveel plaatsen, waarvan ik niet weet, waar ze liggen, en als je, naar het station gaat en een kaartje neemt, kom je er. vanzelf Dus, als de nood dringt, enkele reis Tristan da Gunka! Waarom Tristan da Cun ka? Omdat daar tot op dit oogenblik de mensch" heid in zalige onwetendheid vefkeert van de din gen, die er tegenwoordig gebeuren. Sinds Augus tus verleden ;jaar is er te Tristan da Cunka geen mail aangekomen om de'tachtig bewoners mede te deelen, dat er oorlog is. Tristan enz. is'lees ik, een Engelsche bezitting, maar waar. wordt niet ver teld. Dat wordt zeker'als bekend verondersteld, en degenen, die, evenals ik, omtrent het bestaan van deze 'plaats (of eiland) in onwetendheid verkeer den, behooren zich daarover te schamen. De tach tig bewoners zijn voor het grootste deel nakome lingen van schipbreukelingen, Engelschen, Schotten, Ieren, Amerikunen, Hollanders, Italianen en Ne gers. Geen enkele Duitscher of Oostenrijker dus als het nieuws eenmaal bekend 'wordt, geen reden om onder elkaar ruzie te maken. Tri6tan da Cunka is bovendien niet de eenige laats, waar we naar toe kunnen .Daar is ook nog quitos, en Yquitos heeft iets voor. Ik weet, waar hei ligt. Niet, omdat ik me de plaats herinner uit mijn aardrijkskunde, hoewel me toch wel iets vaags schijnt bij te liggen, maar omdat ik het voor me zie in Everyman, bet blad, waar ik deze geleerdheid uit put. Yquitos ligt in Oost-Peru, niet verder dan een paar honderd mijl van Lima, maar daarvan ge scheiden door een onoverkomolijken hinderpaal, de Andes. De „kortste" weg van Yquitos naar Lima gaat dan ook langs de Amazona eenige duizende mijlen, dan over den Atlantiscben Oceaan en ver der via Liverpool. Yquitos heeft dus voor, dat we ♦weten? waar het lfgt maar tegen, dat we weten, dat we er niet kunnen komen. Wat zullen de men- schen daar over een jaar of wat ophooren. als ze lezen, dat er oorlog is geweest in Europa Eigen lijk wel zoo interessant. Zij weten dan meteenden uitslag, terwijl voor ons do oorlog zoo'n soort van feuilleton is: „wordt morgen vervolgd." Een ding wou ik nog even vermelden, voor ik dezen brief sluit. Ieder heeft, dunkt me, wel ge hoord van de beroemde „nurse"" Florence Nightin- f.'ale, de heldin van den Krimoorlog .Vijf jaar ge- eden :is ze gestorven, en kort daarna nam Enge land het besluit baar groote verdiensten te eeren door het oprichten van een standbeeld in Waterloo Place. -Dat siandheeld ia dezer dagen gereed geko men en „onthuld". veel measGuea waren bjj dit plechtige feit niet aan wezig, veel redevoeringen werden niet gehouden. Mis schien was de tijd minder geschikt waarop de onthulling plaats greep, halt acht in den morgen. De enkele voor- irjgungers zagen een werkman een ladder tegen het beeld zetten en op klimmen, en de bedekking wegnemen, liet indrukwekkend oogenblik was voorbij. Laten we voor deze gelegenheid de bekende spreuk veranderen en zeggen: Schande over hem, die er goed aan denkt. Den Haag, 4 Maart 1915. Heden-middag te vijf ure was te langen leste het „economisch debat" geëindigd: werden de ontwerpen, drie millioen en drie ton van ae Schatkist vergend, zon der stemming goedgekeurd. Het vervolg der rede van minister Treub heeft nog den geheelen ochtend in beslag genomen. En het voor naamste ervan was wel de mededeeling, dat de Regee ring bezig is, ecne organisatie voor te bereiden in den geest van het Kon. Nationaal Steuncomité en waarvan dan gelijk nader bleek de bedoeling is om den kleinen middenstand te steunen waar zaken door ge brek aan krediet en dergelijke oorzaken, dreigen te- gronde te gaan. Minister Treub heeft de aanvallen, op het beleid der Regeering inzake de hulp, aan de werkloozen verleend in deze tijden, met de nem eigen kracht gepareerd. In zijn dupliek betwistte Z.Exc., dat er zooals de heer Spiekman volhield hier te lande honger wordt geleden. Men vergeld ke eens riep de neer Treub uit den toestand ten onzent met die in België! Waar noodstand is, zal het Kon. Nat. Steuncomité dat trouwens voortdurend aandringt op meerdere hulp in tal van gevallen hebben te over wegen; evenals de Regeering zelve, wat moet worden gedaan om dien nood te stelpen, te lenigen. Maar de schets, door den heer Spiekman en ook door diens partijgenoot Kleerekoper gegeven van rfe situatie beantwoordt niet aan de werkelijkheid. Den heer Teenstra betwistte minister Treub, dat 't in handen nemen van den aanvoer van tarwe en rogge prijsstij ging tengevolge had. Particuliere graanhandel op het buitenland was onmogelijk. Had de Regeering den in voer niet zelve aangevat, In vele weken zou er in Nederland geen graan zijn geweest. En niemand kon zeggen, hoe 't met den aanvoer van in hel bui tenland aangekochte graan zou loopen. Vaststelling van maximum-prijzen was dus onvermijdelijk. Anders zou den de prijzen schrikbarend zijn opgeloopen. En ook had men rekening te houden met de slimmelingen, die den voorraad vast konden houden om zoet-winstje te naken'.... Steeds verzekerde min. Treub deert hi: voeling gehouden, voor de te treffen maatregden, met de deskundigen op het gebied van Landbouw en Nijverheid. Gelyk ook minister Posthuma doet. De boeren vooral de Groningsche, met hun fiere na tuur hadden wat meer in toepassing moeDn brén gen den stelregel, in het oude Rome als axioma gel dend dat wie werkelijk vrij wil zijn, zich aan de Wet behoort te onderwerpen. Ten aanzien der opmer kingen van mr. Tydeman over het comptabel lebeer, ir. verband "met dë Rekenwet, zei Z.Exc., dat de ma terieel» contróle (in handen der generale thesaurie) in orde is. Maar wat de formeele contröle betreft, is eene nadere regeling, in overeenstemming met de ministers van Oorlog, Landbouw en Marine, in voorbereiding. De groote kwestie der verantwoordelijkheid van de Regeering met betrekking tot den steun aan de werkloozen. Toen het K. S.-Comite werd geïnstal leerd, sprak'mr. Treub als particulier, niet al3 mi nister. En H. M. de Koningin sprak bij die gelegen heid (op 10 Augustus 1914) niet ,.als Hoofd van den Staat, Hoofd vanhet Uitvoerend Bewind en deel uit makend van de-Wetgevende Macht. Maar als hoog ste burgeres van den Staat, uiting gevend aan de gevoelens, welke H. M. op dat oogenblik bestorm den. De Koningin moet vrij zijn, om dergelijke taal te doen hooren, en de minister draagt daarvoor gee nerlei verantwoordelijkheid; is er de Vertegenwoor diging geen verantwoording voor verschuldigd. Slechts voor Regeerings-daden als: het verlee- nen 'van subsidie is de minister verantwoorde lijk. Wat natuurlijk niet wegneemt, dat de Regee- ring volkomen beseft, hoe zij in de huidige omstan digheden verplicht is. zooveel mogelijk mee te wer ken tot het voorkomen en lenigen van de gevolgen der werkloosheid. Recht op Staatshulp kan den werkloozen niet worden verleend. Zoo-iets zou in strijd zijn met alle beginselen van Rijks-werkzaam heid. Hier moet de steun allereerst komen van het particulier initiatief, dat reeds ongeveer vijf millioen gulden bijeenbracht sinds begin Augustus, en dan ook vaii den 'minister een woord van warme hulde ontving. Maar zoo ging mr. Treub voc-rt naast het lichamelijk welzijn is er ook dat van het karak ter. En dit laatste lijdt groote schade, waar mon ua men8chen leert te steunen op anderen, vergetend dat zij zeiven hun krachten hebben in te spannen. Wanneer'men deze groote waarheid in 't oog houdt, dan kan men erkennen, dat voor de werkloozen ge-, daan wordt, in het algemeen, wat in deze moeilijke tijden redelijkerwijze kan worden verwacht. Met den stevigen nadruk dien mr. Treub aan zijne woor den wist te geven, verklaarde Z.Exc., dat aan ver- hooging der uitkeering van zes gulden niet kon wor den gedacht. Is verhooging noodig, ze moet ko men van de zijde der Steun-comite's. Hiermee'zal meen ik wel genoeg zijn gemeld over het „economisch debat". De re- en duplieken gaven niets bijzonders meer. Stippen we nog aan, dat jbr. Van Nispen tot Sevenaer (Rheden) er op aandrong, een eventueel verbod van varkens-uit voer zoo kort «mogelijk te doen zijn, opdat het fok- kersbedrijf niet alte groote schade lijdt. Ook kwam nog aan de orde de publicatie van Regeerings-mede- deelingen per communiqué aan de pers waarover dr. Boe zei, dat het wenschelijk ware, de zaak te gelijkertijd in de „Staats-courant" te publiceeren, om verwarring en misverstand te voorkomen. Daar zal 't dan wel toe gaan. Dat er in deze dagen ellende wordt geleden in sommige gezinnen, 't staat, helaas, vast. Maar het „economsich debat" 'zal op den onbevangen beoor- deelnar ongetwijfeld den indruk moeten maken, dat er'meer groote, waarachtige wil tot steunen, helpen is dau sommigen vermoeden, en ook: dat de toestand door fcommgem zwarter wordt geschetst dan deze in werkelijkheid is. Vooral het argument, dat men waken moet tegen den duivel der zedelijke verslap ping, welke steun als iets-natuurlijks gaat beschou wen en eigen inspanning overbodig gaat oordeelen, - zeker, minister Treub, h&eft volkomen tereoht op do groote beteekenis 'daarvan heden met allen na druk gewezen!.... Mr. ANTONIO. BESCHERMING VAN MOLLEN EN KIKVORSCHEN Blijkens het Voorloopig Verslag omtrent het wets ontwerp houdende bepalingen tot bescherming van mol len en kikvorschen, vond net beginsel van dit wetsont werp voor zoover het op de mollen betrekking heeft, dat het aan de gebruikers der gronden moet worden overgelaten te beslissen, of de mollen op hunne landen zullen worden geduld of vervolgd, algemeen instemming. De inzichten der landbouwende bevolking omtrent de vraag of de mol nuttig dan wel schadelijk is, loopen te veel uiteen dan dat ae wetgever ten deze een dwingend voorschrift zou kunnen uitvaardigen. Het in art. 1 gehuldigde stelsel van vergunningen, door den gebruiker van den grond af te geven, achtte men daarom juist. Over de vraag of daarnaast bepalingen noodig zijn, die bedoelen er tegen te waken dat net vangen van mollen tegen den wil van den grondgebruiker plaats vindt, dachten niet alle leden eenstemmig. Enkele leden wilden de vrijheid op dit punt zoo min mogelijk beperken. Eenige leden waren van oordeel dat de eisch van een machtiging van den Commissaris der Koningin in het wetsontwerp niet streng geuoeg is geformuleerd. Het wetsontwerp ging hun daarom m de richting voor be scherming van de mol niet ver genoeg. Nog werd door eenige leden gepleit voor het denk beeld dat de zaak der mollenbescherming aan den plaatselijken wetgever zou moeten worden overgelaten. Anderen verklaarden zich hier echter tegen. De bescherming der kikvorschen, die het wetsont werp beoogt, werd algemeen toegejuicht. Intusschen hadden verscheidene leden bezwaar tegen het stelsel, dat slechts bepaalde deelen van het land zullen worden aangewezen waar het ten verkoop in voorraad hebben enz. van kikvorschen verboden zal zijn. ZU meenden, dat aanwijzing van een streek eenvoudig tot gevolg zal hebben, dat de jacht op deze dieren zich naar een andere verplaatst, welke dan vermoede lijk eenigen tiid later als verboden terrein zal worden aangewezen. Men meende dat de verbodsbepalingen van art. 4 dadelijk voor het geheele land behooren te gelden. Bij de artikelen ontwikkelden sommige leden o.a. nog bezwaren tegen het verbod van handel in mollen- huiden, tenzij voorzien van een machtiging van den Coggissaris der Koningin. POEDERS „HELDER EN HUISDUINEN" EN „KOE GRAS". St. Ct. 54 bevat de Wetten van 30 Jan., tot over dracht in beheer en onderhoud aan den polder „Hel der en Huisduinen" van een gedeelte van den Rijksweg, gen. „Strooweg" (St.bl. 46), en tot overdracht in be heer en onderhoud aan den polder „het Koegras" van een gedeelte van den „Strooweg"' en een ge deelte van den Rijksweg langs den Koegraszandrlijk. VERLOF AAN GEMOBILISEERDE LANDBOU - WERS. Naar het Zeeuwsch Landbouwblad mededeelt, is door het dagelijksch bestuur van de Maatschappij tot bevorde ring van Landbouw en Veeteelt in Zeeland reeds twee maal aan den mjnister van Oorlog verzocht om aan de bedrijfsboeren, die onder de wapenen zijn, in het voorjaar een verlengd verlof te geven. Telkens werd aan den minister van Landbouw om ondersteuning van dit verzoek gevraagd. Op deze adressen is tot nog toe geen weigerend antwoord ontvangen, maar van den opperbevelhebber van de land- en zeemacht werd de volgende mededeeling ter kennis van het bestuur gebracht „In afwijking van de geldende verlofsregeling zou in zeer bijzondere gevallen aan enkelen extra verlof kunnen worden verleend, welke gevallen elk op zich zelf moe ten worden behandeld en beoordeeld. Aan belanghebbenden wordt nu de zaad gegeven zich met een adres om verlengd verlof te wenden tot de Koningin of tot den minister van Oorlog. Het zal waar schijnlijk van verschillende omstandigheden afhangen of het gevraagde verlof zal kunnen worden verleend, wel waarschijnlijk zal dit niet geschieden aan alle aanvragers tegelijk. Daarom raadt het blad bescheiden heid aan en meent dat bedacht moet worden, dat het beter is dat allen gedeeltelijk geholpen worden dan dat een groot gedeelte in het geheel met in aanmerking komt voor verlensd verlof. EEN VERGADERING VAN KREDIET-INSTELLIN GEN. Het Persbureau Vaz Dias verneemt, dat Minister Treub tegen 13 Maart te 's-Gravenhage een vergadering bijeen zal roepen van een 100-tal personen, vertegenwoordi gende verschillende kredietinstellingen. Tot die vergadering zijn o.a. uitgenoodigd Nutsban- ken, Nutsspaarbanken, Volksbanken. Banken van neu trale instellingen en van confessioneele vereenigingen. De vergadering zal worden gepresideerd door Minister Treub, terwijl de Koningin, naar het in de bedoeling ligt, bij de opening tegenwoordig zal zijn en de ver gadering zal toespreken. VERSCHERPTE CONTROIE. Men meldt uit Oldenzaal: Door het overtreden van het verbod van uitvoer van verschillende artikelen wordt de controle op dien uit voer op de grensstations door de douane steeds scher- per. Alle wagens voor Duitschland, welke hier niet onder rijksversluiting aankomen en die dus op het station van afzending niet onder toezicht der douanen zijn ge laden, worden nu uit de treinen gerangeerd, soms 20 wagens' uit één trein, en grondig gevisiteerd. Als gevolg dier visitatie ondervindt het vervoer groote vertraging, doch heeft ook de hoedanigheid der goe deren in sommige gevallen daaronder veel te lijden en kan niet anders dan den eerlijken handel veel schade berokkenen. V^/jagenladingen groenten fkool) o.a. worden geheel ge lost en daarna weder gelaaen, welke bezigheden in de open lucht bij weer en wind moeten geschieden. Visch, die met groote hoeveelheden per wagenlading wordt doorgezonden naar Duitschland en soms voor eene waarde van f 380 per wagen, word. genoteerd, komt gestort, dus los in den wagen, hier aan, wordt met de baUastschop omgewerkt om na te gaan, of hel ver bod van uitvoer wordt overtreden. Het zal wel niet noodig zijn, te zeggen, dat de kwaliteit der visch hier onder enorm moet lijden en de waarde doet vermin deren. BURGEMEESTER CONTRA WETHOUDERS. In de Donderdag gehouden raadsvergadering van Haarlemmermeer bevonden zich onder de ingekomen stukken, missiven van de heeren Biesheuvel en Eve- lein, dat zij bedankten als raadslid. Op de agenda was vermeld: benoeming van twee weihouders, waarvan de voorzitter de urgentie bepleitte. Echter werd, op voorstel van den heer Knaap, be sloten, de benoeming aan te houden tot een vergadering, a.s. D'nsdag te houden. Alleen de heer L. van Reeu- wijk, die achter dit uitstel persoonlijke redenen zocht, verklaarde zich er legen. Een talrijk publiek vulde de publieke tribune. Tel. HEERHÜGOWAARD. Zondagavond j.1. hield de A.N.G.O.B. afd. Heerhu- gowaard haar jaarlijksche feest- en propaganda-avond. Als spreker trad op de heer D. Schwanlie van Scha- gen, met 't onderwerp: „Jeugd en Alcohol Op onder houdende wijze wist bovengenoemde spreker het publiek te boeien. Spreker schetste net leven van een paar jonge menschen die ten onder gingen door den drank. Vervol gens gaf de heèr O. de Wit van Sint Maarten eenige voordrachten, die met gevoel werden weergegevenI. Vóórts gaf de jongejuffrouw N. de Haan een keurige voordracht ten beste. Verder werd de avond afgewiste,u door eenige zangnummers en een tooneelstukje, in welk stukje de drankellende aanschouwelijk word voorgesteld Een gezellig bal sloot dezen avond. HOOGWOUD. Onze doipsgenoote mej. G. Scholten, leerlinge van de R.-K. Kweekschool vooi onderwijzeressen te Ber gen slaagde dezer dagen voor het examen nuttige hand werken. ANNA PAULOWNA. Donderdag 4 Maart trad voor de afdeeling Anna Pau lowna der Hollandsche Maatschappij van Landbouw op de heer 1. van Klaveren, veearts te Elburg, met hel onderwerp: „Voorbehoedende en Curatieve entingen''. De opkomst was goed. Na een welkomstwoord van den voorzitter, den heer J. A. Waiboer, verkreeg spre ker het woord. Eerst zou hij zaken van algemeenen aard behandelen, en daarna overgaan tot de praktijk. Er op wijzende, hoevele offers de oorlog geëischt had en nog dagelijks eischte, noemde hij toch dat aantal gering tegenover de ontelbaar velen, die vielen in den verborgen strijd der bacteriën tegen mensch, dier en plant. Er zijn oorzaken van ziekten, die men consta- tecren kan: een val, een brandwond enz., maar wat wist men voorheen van de werking der bacteriën, waar door zoovele ziekten ontstonden? Gelukkig had de voor- uilgang der Optische techniek op dit gebied gewichtige diensten bewezen, Door den microscoop had men een wereld in het klein ontdekt, en was men in staat ge stel d„ zich ijverig toe te leggen op het wezen der bac teriën. In vorm geleken ze op staafjes, streepjes, ko geltjes, puntjes enz. en deden zich onder verschillen de omstandigheden verschillend voor. Zaak was het nu te onderzoeken, in welk verhand deze uiterst Kleine wezentjes stonden tot verschillende ziekten en zoo ont stond de bacteriologie. Niet alleen zijn In hel bloed van aan ziekte gestorven dieren, in etter enz. bacteriën, maar ook aan meubelen, aan bladeren enz. worden ze aangetroffen. Slechts hoog in de lucht en diep in de aarde waren ze niet. Er waren onschadelijke en zelfs nuttige bacteriën, bqv. die boterkarnen en kaas maken mogelijk maakten, maar van omstandigheden ning het at, ol zij niet of wei schadelijk werkten. De ziekmakende bacteriën hadden levensvoorwaarden, en werd hieraan niet voldaan, dan konden zij ook niet tieren en hare schadelijke werking verrichten. Een goed verzorgd dier gaf bactericn minder of gecne gelegen heid om tot haar recht te komen, terwijl een zwak in dividu dit in hooge mate deed; dit laatste was erg vatbaar voor infectie. De ondervinding had geleerd, dat als door een dier eene ziekte was doorgemaakt, dat dit dier dan in den regel niet meer vatbaar was voor de ziekte. De vraag werd nu, kan er een middel gevonden worden, om een dier slechts even, dus ongevaarlijk, ziek te maken, uoor hierdoo. het dier in het vervoig invntbaar voor die ziekte zou worden. Bacteriën werden apart gekweekt hare eigenschappen bestudeerd. Het gevolg hiervan werd, dat men thans in staat is, een dier eene kunstmatige ziekte te bezorgen, door inspuiting met waardevolle ent- sloffen, ontstaan uit verzwakte smetstoffen: kunstma tige infectie. Zieke dieren waren natuurlijk ongeschikt voor inspuiting met entstof. Bij deze gebruikte men se rum, waardoor men het bloed van het dier eigen schappen bezorgde, die de ziekte-bacterie doodden. Door s, reker werd uiteengezet, hoe het serum ontstond. Aan genaaid werd, hoe voorheen de thans weinig bekende iongziekte van het rund door inspuiting met verschil lende sera was bestreden geworden, doch zonder suc ces, terwijl de dieren uit de melk geraakten. Thans was men er beter achter en kon men door enting vol komen onvatbaarheid voor deze ziekte verschaffen. Bij de schaapspokken, waardoor van 10 tot 50 pet. der dieren stieren, afgezien nog van de nadec.cn, aan de wol toegebracht, mocht van regecringswege geen voor- uehocdr.iidilel worden gebezigd, daar gehiekcu was, dat de ingeente dieren andere infecteerden. Heerschte die ziekte echter, dan geschiedde enting, oin snellere door zieking te verkrijgen. In den regel was dan ook het verloop der ziekte na zulk eene noodenting goedaardiger. Het miltvuur tastte geene geneele streek aan, maar kwam bij paarden, runderen, schapen, varkens en geilen spo radisch voor. Ook de mcasch was er aan onderhevig, waarom üe verkoop en verzending van huiden van aan miltvuur gestorven dieren gevaar opleverde. Fasteur vond hiervoor eene entstof die ui zwakken vorm oei.»:, en na 14 dagen krachtiger ingespoten werd, met het resultaat, dat 10 dagen na de laatste inspuiting het (her onvatbaar was en dat ongeveer 'n jaar bleef. De er varing, vooral bij runderen, was aangaauue net ge bruik dezer entstof zeer gunstig. Was eenmaal nmt- vuur uitgebroken, dan gebruikte men serum, dut prach tig werkte. Dus geen aderlaten meer en geen miltvuur- orank. De gevolgen der enting nam de regeering voor hare rekening en de melkproductie leed er niet onder. Voor het mond- en klauwzeer, dat bij alle huisuieren en ook bij den mensch voorkwam, was nog geen af doend e entstof of serum gevonden. Er bestond wei een serum en ais noodenting gebruikt, werd de vorm der ziekte goedaardiger (geen klauwzeer), maar neden mocht dit met aangewend worden, daar op last der regeering de dieren werden afgemaakt. Bij tuberculose was hei nog slechter gesteld met enting. Hiervoor bestond wel een serum tegen kunstmatig opgewekte tuberculose. Bij houtvuur kon met enting heei goed worden gewerkt. Hare voorbehoeding stond vast en nochtans waren er nog velen, die hunne kalveren niet lieten enten; uit totaal ongegronde vrees, dat hunne groei erdoor zou lijuen. I5ij varkens sprak men vroeger van de varkensziekte, doch thans weet inen, dat deze ziekte drieërlei kan zijn, n.m. pest, vlekziekte en borstziekte- hoewei het moeilijk is, ze van elkander te onderschei den. Is cr pest uitgebroken, dan geen voorbehoeden de enting, uit vrees, dat aangepaste dieren zouden ge- ent worden. De gezonde dieren moeten worden afgezon derd en blijken ze vrij van de ziekte, dan enting. Biggen vooral moet men iateu enten. De re sultaten waren uitstekend. Dit werd met een voorbeeld uit de praktijk aangetoond. Borstziekte was moeilijk te constateeren. Ze bleef op de boerderij, en dit was eene aanwijzing. Het best was. alle zieke dieren af te maken, want ze genazen toch niet. De niet aange tasten jconden dan geënt worden. De vlekziekte kon gelukkig voorkomen en met succes bestreden worden. Soms had inenting een verkeerd resultaat gegeven, maar dat was dan de schuld van den boer, die den veearts niet gezegd had, uit den kqppel de zieke dieren verwij derd .te hebben. D« koppel was verdacht, en dan is inspuiting gevaarlijk. Op dit oogenblik werd men overstroomd met sera en cultures tegen allerlei ziekten, doch de betrouwbaar heid steeg met. Men ksn van Je regecruig gratis verkrijgen, mits de resultaten werden medege deeld. De ondervinding had spreker geleerd, dat veel van deze sera gevaarlyk was. Bij inspuiting van se rum bij borstziekte van paarden, had spreker geen resul taat gezien. Voor gocdaardigen droes bestond een ge schikt serum, dat alleen dan, gebruikt diende te wor den, als de ziekte in de omgeving heerschte en eigen stal was nog gezond. Buiteclandsche handelaren lieten hunne paarden voor de reis inspuiten en de onder- viHding had geieerd, dat de droes weg bleef. Voor klem- of stijfkramp bij paarden bood de regecring ook een serum aan. Mogelijk was het goed als voorbehoed middel, maar als curatief middel deugde het niet. 80 a 85 pet. der dieren stierf aan de ziekte, die veelal ontstond door infectie na verwonding. (Bij jonge heng sten of ruins na castratie). De zoogenaamde kalvcr- ziekte omvatte minstens 7 soorten. Met de bestrijding was men vooruitgegaan en hierbij kwam, dat voorko men beter was dan genezen. Den aanwezigen werd aangeraden, de gegeven hygiënische maatregelen te vol gen, die dr. Poels in zijn rapport hiervoor aangeeft. Soms helpen sera. Besmettelijk verwerpen kan geen serum tegengaan. Geneesmiddelen werden hierbij met succes aangewend. Wel bestond eene voorbehoedende enting, maar deze was zeer omslachtig en de resultaten twijfel achtig. Voor nierontsteking, baarmoederontsteking, hon denziekte, kippercholera, enz., bestonden ook sera. maar goede uitkomsten had men nog niet ervan gezien. Wei het tegenovergestelde. Wei stond het eigenbelang voor op, om entingen te laten doen, maar men moest toch de algemeene beteekenis er van niet onderschatten. Als een goed serum algemeen werd toegepast, dan zou volgens sprekers geloof, eene ziekte te verdrijven zijn en hij wees hierbij op het niet meer voorkomen van nokken in landen, waar entingdwang (vaccinatie) be stond. De heer Van Klaveren besloot zijne lezing met de hoop, dat -zonder dwang een gezamenlijk streven voor voorbehoedende enting deze of gene ziekte zou doen verdwijnen. Daverend applaus. Daar niemand zich opgaf voor debat, sloot de voor zitter de vergadering, met hartelijken dank aan spreker. HOOI. In verband met'daaromtrent loopende tegenstrij dige geruchten, wordt er vanwege de directie van den Landbouw op gewezen, dat van een voornemen om het uitvoerverbod van hooi geheel of ten deele op te heffen of van dat verbod onder eenige voor waarde ontheffing te verleenen, teAevoegder plaatse niets bekend is. 1 LEGER VERSTERKING. Het onderzoek door den Raad van State van de wetsontwerpen betreffende de lichting 1916 en den Landstorm, is (hans geëindigd. De ontwerpen zijn thans naar het departement van oorlog terugge gaan. i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1915 | | pagina 9