Schager Courant.
DERDE BLAD.
Brieven uit Engeland.
Tweede Kamer.
Binnenlandsch Nieuws.
Zaterdag 6 Maart 1915.
58ste Jaargang No. 5551.
1 Londen, 27 Februari 1915.
D© veertien dagen zijn om, en ruim een week
bebben we kennis gemaakt met de Duitsche blok
kade. Wat de resultaten 'zijn geweest, heeft ieder
in de kranten kunnen lezen. We hebben nog Mjf
dagen den tijd om van honger om te komen, hoe-,
wel het er op 't oogenblik nog niet erg naar uit
ziet, dat we de Duitschers dat pleziertje zullen doen.
Sommige artikelen, zooals boter, spek en eieren
zijn zelfs inJde afgeloopen veertien dagen goedkoo-
per geworden. Maar misschien moet de narigheid
nog komen.
Een onaangenaamheid ondervinden we al. Voor
den oorlog konden we altijd twee maal per dag
brieven 'en kranten uit Holland verwachten, met
den eersten post, om 8 uur, of 'den tweeden om
half twaalf. Sinds Augustus was de verbinding veel
slechter. Er'voer maar een boot, de dagboot, in-
plaats van twee. Bovendien was de Censor vreeselijk
geïnteresseerd in al onze hartsgeheimen, en maakte
er een gewoonte van ze zorgvuldig te bestudeeren.
Enfin, hij hield het niet geheim, want hij plakte al
tijd een groot stuk papier op de geopende enveloppe,
met de woorden: Opened by Censor. En ik heb hem
vaak beklaagd, want hoewel i k den man niet veel
last heb bezorgd, ik heb een broertje dood aan
brieven schrijven moeten de lange epistels van
mijn vrouw hem-meer dan eens wanhopig gemaakt
hebben 1
Doch wat was het gevolg van den verminderden
postdienst? Dat we'nu maar eenmaal per dag wat
uit Holland konden verwachten? Mis, door de vrien
delijke bemoeiingen van den Censor, die zeker in
het ontcijferen en vertalen van Hollandsche brie
ven niet altijd even vlug was, hoefden we sinds
verleden jaar Augustus nooit de hoop op te geven,
al brachten noch eerste noch tweede post eenig Hol-
landsch bericht. Inpl&ats van twee maaltijden per
dag, en dan telkens een stevige portie, eten we
nu den heelen dag, een theelepeltje vol.
Tot 18 Februari 1 de blokkade I Nu weet ik er
heelemaal niets meer van. Er komt soms wat, en
meestal komt er niets. Maar als dat-liet ergste ge
volg moet zijn van de blokkade, dan zullen we'pro-
beeren daar ook maar weer overheen te komen.
Misschien zullen sommigen zeggen: „Er zijn toch
aardig wat Engelsche schepen in die afgeloopen
negen of tien dagen in den grond geboord. En dat
niet alleen, maar menigeen zal "zoo geschrokken
zijn? dat er waarschijnlijk heel veel schepen zijn
thuis gebleven, die anders gevaren zouden bebben."*
Dat is natuurlijk mogelijk en zelfs niet onwaar -
achijnlifk. Maar laten we nagaan, hoe groot het suc-
oes werkelijk is, door de Duitschers behaald.
De Engelsche admiraliteit heeft juist officieel be
kend gemaiakt, dat in een week, van 18 tot en
met 24 Februari z e v e n'Britsche schepen vergaan
zijn, hetzij door drijvende mijneu, of door Duitsche
onderzeebooten. Te zamen vertegenwoordigen die
zeven, waaronder minstens een heel groot schip
was, een aardige waarde, dat is volkomen waar.
Maar en nu komt bet voornaamste, in dienzelf
den tijd, kwamen in de Engelsche havens binnen
708 schepen, en voeren er uit 673. Met andere woot-
den: van de'ongeveer veertien honderd zijn er zeven
naar den kelder gegaan een half percent. Met die
oUfers voor oogen moet, dunkt me, een ieder toe
geven, dat tot nu toe de blokkade al bitter weinig
suces heeft gehad. Ze is natuurlijk nog niet voor
bij, en er kan nog veel gebeuren, maar zoolang
niet meer dan percent van de in- en uitgaande
vaartuigen als slachtoffer valt, zullen weinigen zich
laten afschrikken om het zeemansfcedrijf uit te
oefenen. En een dergelijke schrik was de eenige
kans op werkelijk succes, die Duitschland had.
Ondertusschen gaat de oorlog maar geregeld zijn
gang. Zooveel mUlioen soldaten worden vandaag
weer gevoed door Duitschland en Oostenrijk, en
zooveel millioen door Frankrijk, Rusland, Engeland
en België. Holland is nog steeds gemobiliseerd en
billioenen moeten in de verschillende landen wor
den opgebracht, om al de kosten te dekken. De
vraag is. wuar moet dat heen? Tot nu toe heeft
de oorlog ons hier in Engeland persoonlijk weinig
gekost. Als we de verhoogde leveiiskosten buiten
rekening laten, niet meer dar een gulden of vijf.
doordat Lloyd George in December ons nog net
even to pakken kreeg met do inkomstenbelasting.
Maar nu het volgend'jaar. We zullen er maar niet
te veel,over denken, want ik zie zoo juist, dat tot
31 Maart a.s. (en dat is 'dus nog maar een week
of vier) Engeland aan den oorlog 'uitgeeft 362 mil
lioen pond, dat is 4344 millioen gulden, 't Zal waar
schijnlijk wel ergens vandaan moeten komen, en Mr.
Lloyd George is nogal een specialiteit in het uitvin
den van belastingen. Enfin, maar geen zorgen voor
don tijd. Als 't te erg wordt, gaan we naar Hol
land. Daar is alles'even rooskleurig, hoor ik, alles
goedkoop. En anders gaan we naar Thistan 1 da
Cunka.
Waar dat ligt? Weet ik het? Maar er zijn zooveel
plaatsen, waarvan ik niet weet, waar ze liggen, en
als je, naar het station gaat en een kaartje neemt,
kom je er. vanzelf Dus, als de nood dringt, enkele
reis Tristan da Gunka! Waarom Tristan da Cun
ka? Omdat daar tot op dit oogenblik de mensch"
heid in zalige onwetendheid vefkeert van de din
gen, die er tegenwoordig gebeuren. Sinds Augus
tus verleden ;jaar is er te Tristan da Cunka geen
mail aangekomen om de'tachtig bewoners mede te
deelen, dat er oorlog is. Tristan enz. is'lees ik, een
Engelsche bezitting, maar waar. wordt niet ver
teld. Dat wordt zeker'als bekend verondersteld, en
degenen, die, evenals ik, omtrent het bestaan van
deze 'plaats (of eiland) in onwetendheid verkeer
den, behooren zich daarover te schamen. De tach
tig bewoners zijn voor het grootste deel nakome
lingen van schipbreukelingen, Engelschen, Schotten,
Ieren, Amerikunen, Hollanders, Italianen en Ne
gers. Geen enkele Duitscher of Oostenrijker dus
als het nieuws eenmaal bekend 'wordt, geen reden
om onder elkaar ruzie te maken.
Tri6tan da Cunka is bovendien niet de eenige
laats, waar we naar toe kunnen .Daar is ook nog
quitos, en Yquitos heeft iets voor. Ik weet, waar
hei ligt. Niet, omdat ik me de plaats herinner uit
mijn aardrijkskunde, hoewel me toch wel iets vaags
schijnt bij te liggen, maar omdat ik het voor me
zie in Everyman, bet blad, waar ik deze geleerdheid
uit put. Yquitos ligt in Oost-Peru, niet verder dan
een paar honderd mijl van Lima, maar daarvan ge
scheiden door een onoverkomolijken hinderpaal, de
Andes. De „kortste" weg van Yquitos naar Lima
gaat dan ook langs de Amazona eenige duizende
mijlen, dan over den Atlantiscben Oceaan en ver
der via Liverpool. Yquitos heeft dus voor, dat we
♦weten? waar het lfgt maar tegen, dat we weten,
dat we er niet kunnen komen. Wat zullen de men-
schen daar over een jaar of wat ophooren. als ze
lezen, dat er oorlog is geweest in Europa Eigen
lijk wel zoo interessant. Zij weten dan meteenden
uitslag, terwijl voor ons do oorlog zoo'n soort van
feuilleton is: „wordt morgen vervolgd."
Een ding wou ik nog even vermelden, voor ik
dezen brief sluit. Ieder heeft, dunkt me, wel ge
hoord van de beroemde „nurse"" Florence Nightin-
f.'ale, de heldin van den Krimoorlog .Vijf jaar ge-
eden :is ze gestorven, en kort daarna nam Enge
land het besluit baar groote verdiensten te eeren
door het oprichten van een standbeeld in Waterloo
Place. -Dat siandheeld ia dezer dagen gereed geko
men en „onthuld".
veel measGuea waren bjj dit plechtige feit niet aan
wezig, veel redevoeringen werden niet gehouden. Mis
schien was de tijd minder geschikt waarop de onthulling
plaats greep, halt acht in den morgen. De enkele voor-
irjgungers zagen een werkman een ladder tegen het
beeld zetten en op klimmen, en de bedekking wegnemen,
liet indrukwekkend oogenblik was voorbij. Laten we
voor deze gelegenheid de bekende spreuk veranderen en
zeggen: Schande over hem, die er goed aan denkt.
Den Haag, 4 Maart 1915.
Heden-middag te vijf ure was te langen leste het
„economisch debat" geëindigd: werden de ontwerpen,
drie millioen en drie ton van ae Schatkist vergend, zon
der stemming goedgekeurd.
Het vervolg der rede van minister Treub heeft nog
den geheelen ochtend in beslag genomen. En het voor
naamste ervan was wel de mededeeling, dat de Regee
ring bezig is, ecne organisatie voor te bereiden in den
geest van het Kon. Nationaal Steuncomité en waarvan
dan gelijk nader bleek de bedoeling is om den
kleinen middenstand te steunen waar zaken door ge
brek aan krediet en dergelijke oorzaken, dreigen te-
gronde te gaan. Minister Treub heeft de aanvallen,
op het beleid der Regeering inzake de hulp, aan de
werkloozen verleend in deze tijden, met de nem eigen
kracht gepareerd. In zijn dupliek betwistte Z.Exc., dat
er zooals de heer Spiekman volhield hier te lande
honger wordt geleden. Men vergeld ke eens riep
de neer Treub uit den toestand ten onzent met
die in België! Waar noodstand is, zal het Kon. Nat.
Steuncomité dat trouwens voortdurend aandringt op
meerdere hulp in tal van gevallen hebben te over
wegen; evenals de Regeering zelve, wat moet worden
gedaan om dien nood te stelpen, te lenigen. Maar
de schets, door den heer Spiekman en ook door
diens partijgenoot Kleerekoper gegeven van rfe situatie
beantwoordt niet aan de werkelijkheid. Den heer
Teenstra betwistte minister Treub, dat 't in handen
nemen van den aanvoer van tarwe en rogge prijsstij
ging tengevolge had. Particuliere graanhandel op het
buitenland was onmogelijk. Had de Regeering den in
voer niet zelve aangevat, In vele weken zou er
in Nederland geen graan zijn geweest. En niemand
kon zeggen, hoe 't met den aanvoer van in hel bui
tenland aangekochte graan zou loopen. Vaststelling van
maximum-prijzen was dus onvermijdelijk. Anders zou
den de prijzen schrikbarend zijn opgeloopen. En ook
had men rekening te houden met de slimmelingen, die
den voorraad vast konden houden om zoet-winstje te
naken'.... Steeds verzekerde min. Treub deert
hi: voeling gehouden, voor de te treffen maatregden,
met de deskundigen op het gebied van Landbouw
en Nijverheid. Gelyk ook minister Posthuma doet. De
boeren vooral de Groningsche, met hun fiere na
tuur hadden wat meer in toepassing moeDn brén
gen den stelregel, in het oude Rome als axioma gel
dend dat wie werkelijk vrij wil zijn, zich aan de
Wet behoort te onderwerpen. Ten aanzien der opmer
kingen van mr. Tydeman over het comptabel lebeer,
ir. verband "met dë Rekenwet, zei Z.Exc., dat de ma
terieel» contróle (in handen der generale thesaurie) in
orde is. Maar wat de formeele contröle betreft, is eene
nadere regeling, in overeenstemming met de ministers
van Oorlog, Landbouw en Marine, in voorbereiding.
De groote kwestie der verantwoordelijkheid van
de Regeering met betrekking tot den steun aan de
werkloozen. Toen het K. S.-Comite werd geïnstal
leerd, sprak'mr. Treub als particulier, niet al3 mi
nister. En H. M. de Koningin sprak bij die gelegen
heid (op 10 Augustus 1914) niet ,.als Hoofd van den
Staat, Hoofd vanhet Uitvoerend Bewind en deel uit
makend van de-Wetgevende Macht. Maar als hoog
ste burgeres van den Staat, uiting gevend aan
de gevoelens, welke H. M. op dat oogenblik bestorm
den. De Koningin moet vrij zijn, om dergelijke taal
te doen hooren, en de minister draagt daarvoor gee
nerlei verantwoordelijkheid; is er de Vertegenwoor
diging geen verantwoording voor verschuldigd.
Slechts voor Regeerings-daden als: het verlee-
nen 'van subsidie is de minister verantwoorde
lijk. Wat natuurlijk niet wegneemt, dat de Regee-
ring volkomen beseft, hoe zij in de huidige omstan
digheden verplicht is. zooveel mogelijk mee te wer
ken tot het voorkomen en lenigen van de gevolgen
der werkloosheid. Recht op Staatshulp kan den
werkloozen niet worden verleend. Zoo-iets zou in
strijd zijn met alle beginselen van Rijks-werkzaam
heid. Hier moet de steun allereerst komen van het
particulier initiatief, dat reeds ongeveer vijf millioen
gulden bijeenbracht sinds begin Augustus, en dan
ook vaii den 'minister een woord van warme hulde
ontving. Maar zoo ging mr. Treub voc-rt naast
het lichamelijk welzijn is er ook dat van het karak
ter. En dit laatste lijdt groote schade, waar mon ua
men8chen leert te steunen op anderen, vergetend
dat zij zeiven hun krachten hebben in te spannen.
Wanneer'men deze groote waarheid in 't oog houdt,
dan kan men erkennen, dat voor de werkloozen ge-,
daan wordt, in het algemeen, wat in deze moeilijke
tijden redelijkerwijze kan worden verwacht. Met
den stevigen nadruk dien mr. Treub aan zijne woor
den wist te geven, verklaarde Z.Exc., dat aan ver-
hooging der uitkeering van zes gulden niet kon wor
den gedacht. Is verhooging noodig, ze moet ko
men van de zijde der Steun-comite's.
Hiermee'zal meen ik wel genoeg zijn gemeld
over het „economisch debat". De re- en duplieken
gaven niets bijzonders meer. Stippen we nog aan,
dat jbr. Van Nispen tot Sevenaer (Rheden) er op
aandrong, een eventueel verbod van varkens-uit
voer zoo kort «mogelijk te doen zijn, opdat het fok-
kersbedrijf niet alte groote schade lijdt. Ook kwam
nog aan de orde de publicatie van Regeerings-mede-
deelingen per communiqué aan de pers waarover
dr. Boe zei, dat het wenschelijk ware, de zaak te
gelijkertijd in de „Staats-courant" te publiceeren,
om verwarring en misverstand te voorkomen. Daar
zal 't dan wel toe gaan.
Dat er in deze dagen ellende wordt geleden in
sommige gezinnen, 't staat, helaas, vast. Maar het
„economsich debat" 'zal op den onbevangen beoor-
deelnar ongetwijfeld den indruk moeten maken, dat
er'meer groote, waarachtige wil tot steunen, helpen
is dau sommigen vermoeden, en ook: dat de toestand
door fcommgem zwarter wordt geschetst dan deze in
werkelijkheid is. Vooral het argument, dat men
waken moet tegen den duivel der zedelijke verslap
ping, welke steun als iets-natuurlijks gaat beschou
wen en eigen inspanning overbodig gaat oordeelen,
- zeker, minister Treub, h&eft volkomen tereoht op
do groote beteekenis 'daarvan heden met allen na
druk gewezen!....
Mr. ANTONIO.
BESCHERMING VAN MOLLEN EN KIKVORSCHEN
Blijkens het Voorloopig Verslag omtrent het wets
ontwerp houdende bepalingen tot bescherming van mol
len en kikvorschen, vond net beginsel van dit wetsont
werp voor zoover het op de mollen betrekking
heeft, dat het aan de gebruikers der gronden moet
worden overgelaten te beslissen, of de mollen op hunne
landen zullen worden geduld of vervolgd, algemeen
instemming. De inzichten der landbouwende bevolking
omtrent de vraag of de mol nuttig dan wel schadelijk
is, loopen te veel uiteen dan dat ae wetgever ten deze
een dwingend voorschrift zou kunnen uitvaardigen. Het
in art. 1 gehuldigde stelsel van vergunningen, door
den gebruiker van den grond af te geven, achtte men
daarom juist.
Over de vraag of daarnaast bepalingen noodig zijn,
die bedoelen er tegen te waken dat net vangen van
mollen tegen den wil van den grondgebruiker plaats
vindt, dachten niet alle leden eenstemmig.
Enkele leden wilden de vrijheid op dit punt zoo
min mogelijk beperken.
Eenige leden waren van oordeel dat de eisch van
een machtiging van den Commissaris der Koningin in het
wetsontwerp niet streng geuoeg is geformuleerd. Het
wetsontwerp ging hun daarom m de richting voor be
scherming van de mol niet ver genoeg.
Nog werd door eenige leden gepleit voor het denk
beeld dat de zaak der mollenbescherming aan den
plaatselijken wetgever zou moeten worden overgelaten.
Anderen verklaarden zich hier echter tegen.
De bescherming der kikvorschen, die het wetsont
werp beoogt, werd algemeen toegejuicht.
Intusschen hadden verscheidene leden bezwaar tegen
het stelsel, dat slechts bepaalde deelen van het land
zullen worden aangewezen waar het ten verkoop in
voorraad hebben enz. van kikvorschen verboden zal
zijn.
ZU meenden, dat aanwijzing van een streek eenvoudig
tot gevolg zal hebben, dat de jacht op deze dieren
zich naar een andere verplaatst, welke dan vermoede
lijk eenigen tiid later als verboden terrein zal worden
aangewezen. Men meende dat de verbodsbepalingen
van art. 4 dadelijk voor het geheele land behooren te
gelden.
Bij de artikelen ontwikkelden sommige leden o.a.
nog bezwaren tegen het verbod van handel in mollen-
huiden, tenzij voorzien van een machtiging van den
Coggissaris der Koningin.
POEDERS „HELDER EN HUISDUINEN" EN „KOE
GRAS".
St. Ct. 54 bevat de Wetten van 30 Jan., tot over
dracht in beheer en onderhoud aan den polder „Hel
der en Huisduinen" van een gedeelte van den Rijksweg,
gen. „Strooweg" (St.bl. 46), en tot overdracht in be
heer en onderhoud aan den polder „het Koegras"
van een gedeelte van den „Strooweg"' en een ge
deelte van den Rijksweg langs den Koegraszandrlijk.
VERLOF AAN GEMOBILISEERDE LANDBOU -
WERS.
Naar het Zeeuwsch Landbouwblad mededeelt, is door
het dagelijksch bestuur van de Maatschappij tot bevorde
ring van Landbouw en Veeteelt in Zeeland reeds twee
maal aan den mjnister van Oorlog verzocht om aan
de bedrijfsboeren, die onder de wapenen zijn, in het
voorjaar een verlengd verlof te geven. Telkens werd
aan den minister van Landbouw om ondersteuning
van dit verzoek gevraagd. Op deze adressen is tot nog
toe geen weigerend antwoord ontvangen, maar van
den opperbevelhebber van de land- en zeemacht werd
de volgende mededeeling ter kennis van het bestuur
gebracht
„In afwijking van de geldende verlofsregeling zou in
zeer bijzondere gevallen aan enkelen extra verlof kunnen
worden verleend, welke gevallen elk op zich zelf moe
ten worden behandeld en beoordeeld.
Aan belanghebbenden wordt nu de zaad gegeven zich
met een adres om verlengd verlof te wenden tot de
Koningin of tot den minister van Oorlog. Het zal waar
schijnlijk van verschillende omstandigheden afhangen
of het gevraagde verlof zal kunnen worden verleend,
wel waarschijnlijk zal dit niet geschieden aan alle
aanvragers tegelijk. Daarom raadt het blad bescheiden
heid aan en meent dat bedacht moet worden, dat het
beter is dat allen gedeeltelijk geholpen worden dan
dat een groot gedeelte in het geheel met in aanmerking
komt voor verlensd verlof.
EEN VERGADERING VAN KREDIET-INSTELLIN
GEN.
Het Persbureau Vaz Dias verneemt, dat Minister Treub
tegen 13 Maart te 's-Gravenhage een vergadering bijeen
zal roepen van een 100-tal personen, vertegenwoordi
gende verschillende kredietinstellingen.
Tot die vergadering zijn o.a. uitgenoodigd Nutsban-
ken, Nutsspaarbanken, Volksbanken. Banken van neu
trale instellingen en van confessioneele vereenigingen.
De vergadering zal worden gepresideerd door Minister
Treub, terwijl de Koningin, naar het in de bedoeling
ligt, bij de opening tegenwoordig zal zijn en de ver
gadering zal toespreken.
VERSCHERPTE CONTROIE.
Men meldt uit Oldenzaal:
Door het overtreden van het verbod van uitvoer van
verschillende artikelen wordt de controle op dien uit
voer op de grensstations door de douane steeds scher-
per.
Alle wagens voor Duitschland, welke hier niet onder
rijksversluiting aankomen en die dus op het station
van afzending niet onder toezicht der douanen zijn ge
laden, worden nu uit de treinen gerangeerd, soms 20
wagens' uit één trein, en grondig gevisiteerd.
Als gevolg dier visitatie ondervindt het vervoer groote
vertraging, doch heeft ook de hoedanigheid der goe
deren in sommige gevallen daaronder veel te lijden
en kan niet anders dan den eerlijken handel veel
schade berokkenen.
V^/jagenladingen groenten fkool) o.a. worden geheel ge
lost en daarna weder gelaaen, welke bezigheden in de
open lucht bij weer en wind moeten geschieden.
Visch, die met groote hoeveelheden per wagenlading
wordt doorgezonden naar Duitschland en soms voor
eene waarde van f 380 per wagen, word. genoteerd,
komt gestort, dus los in den wagen, hier aan, wordt met
de baUastschop omgewerkt om na te gaan, of hel ver
bod van uitvoer wordt overtreden. Het zal wel niet
noodig zijn, te zeggen, dat de kwaliteit der visch hier
onder enorm moet lijden en de waarde doet vermin
deren.
BURGEMEESTER CONTRA WETHOUDERS.
In de Donderdag gehouden raadsvergadering van
Haarlemmermeer bevonden zich onder de ingekomen
stukken, missiven van de heeren Biesheuvel en Eve-
lein, dat zij bedankten als raadslid. Op de agenda was
vermeld: benoeming van twee weihouders, waarvan de
voorzitter de urgentie bepleitte.
Echter werd, op voorstel van den heer Knaap, be
sloten, de benoeming aan te houden tot een vergadering,
a.s. D'nsdag te houden. Alleen de heer L. van Reeu-
wijk, die achter dit uitstel persoonlijke redenen zocht,
verklaarde zich er legen.
Een talrijk publiek vulde de publieke tribune. Tel.
HEERHÜGOWAARD.
Zondagavond j.1. hield de A.N.G.O.B. afd. Heerhu-
gowaard haar jaarlijksche feest- en propaganda-avond.
Als spreker trad op de heer D. Schwanlie van Scha-
gen, met 't onderwerp: „Jeugd en Alcohol Op onder
houdende wijze wist bovengenoemde spreker het publiek
te boeien. Spreker schetste net leven van een paar jonge
menschen die ten onder gingen door den drank. Vervol
gens gaf de heèr O. de Wit van Sint Maarten eenige
voordrachten, die met gevoel werden weergegevenI.
Vóórts gaf de jongejuffrouw N. de Haan een keurige
voordracht ten beste. Verder werd de avond afgewiste,u
door eenige zangnummers en een tooneelstukje, in welk
stukje de drankellende aanschouwelijk word voorgesteld
Een gezellig bal sloot dezen avond.
HOOGWOUD.
Onze doipsgenoote mej. G. Scholten, leerlinge van
de R.-K. Kweekschool vooi onderwijzeressen te Ber
gen slaagde dezer dagen voor het examen nuttige hand
werken.
ANNA PAULOWNA.
Donderdag 4 Maart trad voor de afdeeling Anna Pau
lowna der Hollandsche Maatschappij van Landbouw
op de heer 1. van Klaveren, veearts te Elburg, met hel
onderwerp: „Voorbehoedende en Curatieve entingen''.
De opkomst was goed. Na een welkomstwoord van
den voorzitter, den heer J. A. Waiboer, verkreeg spre
ker het woord. Eerst zou hij zaken van algemeenen
aard behandelen, en daarna overgaan tot de praktijk.
Er op wijzende, hoevele offers de oorlog geëischt had
en nog dagelijks eischte, noemde hij toch dat aantal
gering tegenover de ontelbaar velen, die vielen in den
verborgen strijd der bacteriën tegen mensch, dier en
plant. Er zijn oorzaken van ziekten, die men consta-
tecren kan: een val, een brandwond enz., maar wat
wist men voorheen van de werking der bacteriën, waar
door zoovele ziekten ontstonden? Gelukkig had de voor-
uilgang der Optische techniek op dit gebied gewichtige
diensten bewezen, Door den microscoop had men een
wereld in het klein ontdekt, en was men in staat ge
stel d„ zich ijverig toe te leggen op het wezen der bac
teriën. In vorm geleken ze op staafjes, streepjes, ko
geltjes, puntjes enz. en deden zich onder verschillen
de omstandigheden verschillend voor. Zaak was het
nu te onderzoeken, in welk verhand deze uiterst Kleine
wezentjes stonden tot verschillende ziekten en zoo ont
stond de bacteriologie. Niet alleen zijn In hel bloed
van aan ziekte gestorven dieren, in etter enz. bacteriën,
maar ook aan meubelen, aan bladeren enz. worden
ze aangetroffen. Slechts hoog in de lucht en diep in
de aarde waren ze niet. Er waren onschadelijke en
zelfs nuttige bacteriën, bqv. die boterkarnen en kaas
maken mogelijk maakten, maar van omstandigheden
ning het at, ol zij niet of wei schadelijk werkten. De
ziekmakende bacteriën hadden levensvoorwaarden, en
werd hieraan niet voldaan, dan konden zij ook niet
tieren en hare schadelijke werking verrichten. Een goed
verzorgd dier gaf bactericn minder of gecne gelegen
heid om tot haar recht te komen, terwijl een zwak in
dividu dit in hooge mate deed; dit laatste was erg
vatbaar voor infectie.
De ondervinding had geleerd, dat als door een dier
eene ziekte was doorgemaakt, dat dit dier dan in den
regel niet meer vatbaar was voor de ziekte. De vraag
werd nu, kan er een middel gevonden worden, om
een dier slechts even, dus ongevaarlijk, ziek te maken,
uoor hierdoo. het dier in het vervoig invntbaar voor
die ziekte zou worden. Bacteriën werden apart gekweekt
hare eigenschappen bestudeerd. Het gevolg hiervan werd,
dat men thans in staat is, een dier eene kunstmatige
ziekte te bezorgen, door inspuiting met waardevolle ent-
sloffen, ontstaan uit verzwakte smetstoffen: kunstma
tige infectie. Zieke dieren waren natuurlijk ongeschikt
voor inspuiting met entstof. Bij deze gebruikte men se
rum, waardoor men het bloed van het dier eigen
schappen bezorgde, die de ziekte-bacterie doodden. Door
s, reker werd uiteengezet, hoe het serum ontstond. Aan
genaaid werd, hoe voorheen de thans weinig bekende
iongziekte van het rund door inspuiting met verschil
lende sera was bestreden geworden, doch zonder suc
ces, terwijl de dieren uit de melk geraakten. Thans
was men er beter achter en kon men door enting vol
komen onvatbaarheid voor deze ziekte verschaffen. Bij
de schaapspokken, waardoor van 10 tot 50 pet. der
dieren stieren, afgezien nog van de nadec.cn, aan de
wol toegebracht, mocht van regecringswege geen voor-
uehocdr.iidilel worden gebezigd, daar gehiekcu was, dat
de ingeente dieren andere infecteerden. Heerschte die
ziekte echter, dan geschiedde enting, oin snellere door
zieking te verkrijgen. In den regel was dan ook het
verloop der ziekte na zulk eene noodenting goedaardiger.
Het miltvuur tastte geene geneele streek aan, maar kwam
bij paarden, runderen, schapen, varkens en geilen spo
radisch voor. Ook de mcasch was er aan onderhevig,
waarom üe verkoop en verzending van huiden van aan
miltvuur gestorven dieren gevaar opleverde. Fasteur
vond hiervoor eene entstof die ui zwakken vorm oei.»:,
en na 14 dagen krachtiger ingespoten werd, met het
resultaat, dat 10 dagen na de laatste inspuiting het (her
onvatbaar was en dat ongeveer 'n jaar bleef. De er
varing, vooral bij runderen, was aangaauue net ge
bruik dezer entstof zeer gunstig. Was eenmaal nmt-
vuur uitgebroken, dan gebruikte men serum, dut prach
tig werkte. Dus geen aderlaten meer en geen miltvuur-
orank. De gevolgen der enting nam de regeering voor
hare rekening en de melkproductie leed er niet onder.
Voor het mond- en klauwzeer, dat bij alle huisuieren
en ook bij den mensch voorkwam, was nog geen af
doend e entstof of serum gevonden. Er bestond wei een
serum en ais noodenting gebruikt, werd de vorm der
ziekte goedaardiger (geen klauwzeer), maar neden mocht
dit met aangewend worden, daar op last der regeering
de dieren werden afgemaakt. Bij tuberculose was hei
nog slechter gesteld met enting. Hiervoor bestond wel
een serum tegen kunstmatig opgewekte tuberculose. Bij
houtvuur kon met enting heei goed worden gewerkt.
Hare voorbehoeding stond vast en nochtans waren
er nog velen, die hunne kalveren niet lieten enten;
uit totaal ongegronde vrees, dat hunne groei erdoor
zou lijuen. I5ij varkens sprak men vroeger van de
varkensziekte, doch thans weet inen, dat deze ziekte
drieërlei kan zijn, n.m. pest, vlekziekte en borstziekte-
hoewei het moeilijk is, ze van elkander te onderschei
den. Is cr pest uitgebroken, dan geen voorbehoeden
de enting, uit vrees, dat aangepaste dieren zouden ge-
ent worden. De gezonde dieren moeten worden afgezon
derd en blijken ze vrij van de ziekte, dan
enting. Biggen vooral moet men iateu enten. De re
sultaten waren uitstekend. Dit werd met een voorbeeld
uit de praktijk aangetoond. Borstziekte was moeilijk
te constateeren. Ze bleef op de boerderij, en dit was
eene aanwijzing. Het best was. alle zieke dieren af te
maken, want ze genazen toch niet. De niet aange
tasten jconden dan geënt worden. De vlekziekte kon
gelukkig voorkomen en met succes bestreden worden.
Soms had inenting een verkeerd resultaat gegeven, maar
dat was dan de schuld van den boer, die den veearts
niet gezegd had, uit den kqppel de zieke dieren verwij
derd .te hebben. D« koppel was verdacht, en dan
is inspuiting gevaarlijk.
Op dit oogenblik werd men overstroomd met sera en
cultures tegen allerlei ziekten, doch de betrouwbaar
heid steeg met. Men ksn van Je regecruig
gratis verkrijgen, mits de resultaten werden medege
deeld. De ondervinding had spreker geleerd, dat veel
van deze sera gevaarlyk was. Bij inspuiting van se
rum bij borstziekte van paarden, had spreker geen resul
taat gezien. Voor gocdaardigen droes bestond een ge
schikt serum, dat alleen dan, gebruikt diende te wor
den, als de ziekte in de omgeving heerschte en eigen
stal was nog gezond. Buiteclandsche handelaren lieten
hunne paarden voor de reis inspuiten en de onder-
viHding had geieerd, dat de droes weg bleef. Voor klem-
of stijfkramp bij paarden bood de regecring ook een
serum aan. Mogelijk was het goed als voorbehoed
middel, maar als curatief middel deugde het niet. 80 a
85 pet. der dieren stierf aan de ziekte, die veelal
ontstond door infectie na verwonding. (Bij jonge heng
sten of ruins na castratie). De zoogenaamde kalvcr-
ziekte omvatte minstens 7 soorten. Met de bestrijding
was men vooruitgegaan en hierbij kwam, dat voorko
men beter was dan genezen. Den aanwezigen werd
aangeraden, de gegeven hygiënische maatregelen te vol
gen, die dr. Poels in zijn rapport hiervoor aangeeft. Soms
helpen sera. Besmettelijk verwerpen kan geen serum
tegengaan. Geneesmiddelen werden hierbij met succes
aangewend. Wel bestond eene voorbehoedende enting,
maar deze was zeer omslachtig en de resultaten twijfel
achtig. Voor nierontsteking, baarmoederontsteking, hon
denziekte, kippercholera, enz., bestonden ook sera. maar
goede uitkomsten had men nog niet ervan gezien. Wei
het tegenovergestelde. Wei stond het eigenbelang voor
op, om entingen te laten doen, maar men moest toch
de algemeene beteekenis er van niet onderschatten. Als
een goed serum algemeen werd toegepast, dan zou
volgens sprekers geloof, eene ziekte te verdrijven zijn
en hij wees hierbij op het niet meer voorkomen van
nokken in landen, waar entingdwang (vaccinatie) be
stond.
De heer Van Klaveren besloot zijne lezing met de
hoop, dat -zonder dwang een gezamenlijk streven voor
voorbehoedende enting deze of gene ziekte zou doen
verdwijnen. Daverend applaus.
Daar niemand zich opgaf voor debat, sloot de voor
zitter de vergadering, met hartelijken dank aan spreker.
HOOI.
In verband met'daaromtrent loopende tegenstrij
dige geruchten, wordt er vanwege de directie van
den Landbouw op gewezen, dat van een voornemen
om het uitvoerverbod van hooi geheel of ten deele
op te heffen of van dat verbod onder eenige voor
waarde ontheffing te verleenen, teAevoegder plaatse
niets bekend is. 1
LEGER VERSTERKING.
Het onderzoek door den Raad van State van de
wetsontwerpen betreffende de lichting 1916 en den
Landstorm, is (hans geëindigd. De ontwerpen zijn
thans naar het departement van oorlog terugge
gaan. i