gepaard met bedekten dwang, b.v. tegenover een
groot aantal spoorwegbeambten, die men voor de
keuze stelt van te dienen 'of op straat te worden
gezet. Aan den anderen kant worden 'krachtige
jonge mannen onder allerlei voorwendsels thuis ge
houden; allerlei baantjes zijn gemaakt, die min of
meer met den oorlog in verband staan, enz. De
Times wil, dat de regeering het land ruiterlijk den
toestand zal bloot leggen, anders komen er niet ge
noeg vrijwilligers.
SCHOLEN VOOR EENARMIGEN.
Het denkbeeld, bijzondere scholen voor -eenarmi-
gen op te richten, is te Weenen ontstaan, waar de
architect Grosselfinger, die zelf sedert 30 jaar geen
rechterarm meer heeft, voor het eerst met dit plan
voor den dag is gekomen. In den herfst van het vo
rige jaar heeft hij reeds zijn school kunnen ope
nen. 1
In Duitschland heeft men het eerst in Heidelberg
aan het denkbeeld uitvoering gegeven en daar is
thans een hospitaal ingerièht'voor het opnemen en
het onderrichten van eenarmigen. De directeur dr.
von Künssberg vertelt bijzonderheden daarvan in
de Duitsche -bladen. Men wil de eenarmigen loeren,
hun beroep verder uit -'te oefenen. Waar dit niet
meer mogelijk is, leert men-hun iets anders, om in
hunonderhoud te voorzien.'
Het is vooral noodig hun den levensmoed, het
geloof aan zichzelf weer terug te 'geven, omdat
het verlies van den rechterarm vooral, zeer ontmoe
digend werkt. l'
In de eerste plaats moet men de menschen erop
wijzen, dat 'de zetel van -hun bekwaamheid voor
het werk niet alleen in de hand, maar vooral in
de hersens zit. Dan maakt 'men hun bekend met
de talrijke voorbeelden van eenarmige mannen, die
het zeer ver in de wereld hebben gebracht. Het is
zooveel te gemakkelijker hun -hieuwen moed te
geven, als zij tezamen zijn met kameraden, 'die de
zelfde moeilijkheden te overwinnen hebben. Boven
dien schieten zij bij gemeenschappelijk onderwijs en
gemeenschappelijk werk beter -op. Heel belangrijk
is, als men hun een eenarmigen leermeester kan
geven. i 1
Waren zij aan zichzelf overgelaten, dan zou
menig eenarmige jaren noodig hebben voordat hij
zich in alles kon helpen. Nu echter komt hem de
ervaring ten goede, die anderen in den loop der
jaren hebben opgedaan. Daarom wordt hem veel
moeite en ook veel teleurstelling bespaard. In Hei
delberg is-het gelukt een eenarmige met groote er
varing als leëraar voor de school-te vinden.
Het eerst leeren de leerlingen zichzelf in de
kleinste dingen van het dagelijksche leven behelpen,
zich san te kleeden, te wasschen, te scheren, te
eten enz. Door lichaamsoefening wordt ervoor ge
zorgd, dat de stomp krachtiger wordt en dat voor
al de gezonde arm een bijzondere handigheid en
kracht ontwikkelt. Vervolgens wordt schoon- en snel
schrijven, rekenen, stenographie en typen onder
wezen. Dan 'komt boekhouden, teekenen en andere
vakkennis aan de beurt.
De stenographie 'is een uitstekend middel -om de
leerlingen eraan te wennen, de lijnen te beheer-
schen, de hand te oefenen en ook om het gewone
schrift te verbeteren. Vooral omdat het overhaaste
schrijven van den niet-stenograaf overbodig wordt.
Een derde van de leerlingen neemt aan dit onder
wijs deel. Dit moet vrijwillig blijven, omdat menig
beroep de hand voor stenographie ongeschikt maakt.
Beter gaat het voor de meesten met het typen.
Het is ook zeer nuttig, omdat het 'de vaardigheid
en de lenigheid van de jvingers -'ontwikkelt.d De
grootste helft-van de leerlingen neemt dan ook'aan
dit onderwijs deel.
De ambachtsschool helpt bij het onderwijs in prak
tischen handarbeid. Men zou zeggen dat een am
bachtsman beide handen noodig heeft. De praktijk
leert echter dat 'het niet noodzakelijk is.
Do school 'zorgt ervoor, dat den patiënte# die
haar verlaten en nog praktische oefening noodig
hebben, de weg daartoe geopend wordt. Van 'groot
voordeel zou het zijn. als de school een soort cen
traal punt kon worden tot uitwisseling van ervaring
door eenarmigen opgedaan. Dr. von KKünssberg ver
zoekt dan ook om mededeeling van alles wat voor
zijn inrichting Van belang kan zijn, vooral ook van
ervaringen door eenarmigen in verschillende beroe
pen opgedaan. Zelfs het bericht, dat iemand een be
paald beroep met een .hand uitoefent, kan reeds
van beteekenis zijn. Omgekeerd geeft de school in
lichtingen aan diegenen die er behoefte aan hebben.
Voor iemand die linksch is, kan het reeds van betee
kenis zijn te hooren, welke pen of welk bijzonder
werktuig voor hem het-meest geschikt is. Van bui
tenaf beeft de school reeds menigen nuttigen wenk
van dezen aard gekregen. I
BW ONZE NABUREN.
Een der correspondenten van het 'Hdbld. schrijft:
Uit verschillende maatregelen, welke bij onze
oostelijke naburen genomen worden, om den voor
raad levensmiddelen zoo 'mogelijk nog eenigen tijd
te doen strekken, kunnen we duidelijk opmaken,
dat men in dit-opzicht dc toekomst niet zonder be
zorgdheid tegemoet ziet. Niet alleen, dat er alge
meen tot de grootste zuinigheid in 't gebruik van
levensmiddelen wordt aangemaand, ook op andere
wijze tracht men -den mondvoorraad te besparen.
Zoo werd ons door een paar 'Nederlanders, die met
hun gezin in Duitschland woonden •'medegedeeld, dat
hun gt-en aardappels -meer verschaft worden, om
deze te behouden voor consumptie van de Duit
sche onderdanen. En zelfs welgestelde Duitschers,
die met hun gezin-ook naar deze streken uitwijken,
doelen mede, dat er voor geld niet te verkrijgen is,
wat men voor zijn levensonderhoud wenscht of be
hoeft. Soberheid bij de maaltijden moet er alge
meen betracht worden. De spoorwegdirectie te Mün-
ster heeft zich zelfs tot de stationsrestaurateurs ge
richt met het volgende schrijven: „Weest toch
vooral zuinig hij het verstrekken van brood, vleesch
vet. enz. De verkoop dier levensmiddelen moet zijn
overeenkomstig den oorlogstijd. Een vleeschsoorl
bij het middageten moet voldoende zijn. Heel gp-
woon moet de burgerpot zijn samengesteld uit groen
ten en andere bijgerechten; goede, smakelijke 'soep
moot meer en'meer in eere komen." Dezelfde direcv
tie heeft alle onder haar staande stationschefs drin
gend verzocht, hun ondergeschikte ambtenaren, ook
de ongehuwden -onder hen, aan te sporen tot hulp
bij den veld- en tuinarbeid aan 'de vrouwen, wier
mannen in den oorlog zijn, om zoodoende toch een
goeden oogst en een vroegtijdigen 'oogst te kunnen
verkrijgen. En deze oproep schijnt alom met suc
ces te worden-gedaan.
Do plaatsvervangend opperbevelhebber van het
Armeekorps te Ilannover heeft dezeri dagen -de
inbeslagneming van den geheelen voorraad schapen
wol aangekondigd. Hij zegt: „Al de schapenwol in
Duilschland, in 1914-'15 'verkregen en nog te ver
krijgen door het scheren der schapen, onverschil
lig cf deze zich bij de schapenhouders, in opslag -
plaatsen, op de dieren zelve 'of bij de ververijen
bevindt, wordt van heden (25 Maart) jif ten behoeve
van het legerbestuur in beslag genomen en de we
derverkoop ervan verboden, hetzij middellijk of on
middellijk. Verboden wordt insgelijks, de schapen dit
jaar, eerder dan in 'andere jaren de gewoonte is,
te scheren. De wol behoort op de plaats te blijven,
waar ze zich op 'hei oogenblik der -'inbeslagneming
bevindt. Voor zoover zich de wol reeds in opslag
plaatsen of in de fabrieken waar reeds voor het le
ger wordt geleverd of gewerkt, bevindt, kan met de
levering en bewerking worden voortgegaan, mits on
der uitdrukkelijk bewijs, dat alles voor het leger be
stemd is. Omtrent het gebruik der in beslag geno
men wol zal binnen korten tijd het Pruisische Mini
sterie van Oorlog nadere bijzonderheden bekend ma
ken. Overtreding van deze bepalingen wordt gestraft
met gevangenisstraf, maximum een jaar."
HOE DE KARLSRUHE AAN KOLEN KWAM.
Otto von Gottberg vertelt:
Na het uitbreken van den oorlog had die Karlsruhe
den hulpkruiser Kronprinz Wilhelm uitgerust, was
daarbij echter gestoord door een Engelschen. kruiser en
nnu alleen, verder, om den Engelschman .van
hulpkruiser af te leiden. Hij zette koers naar
de Amcrikaansche kust waar de commandant de hoog-
noodige olie en kolen Koopt in te slaan. Van verschil
lende kanten dagen echter vijandelijke schepen op. Met
alle inspanning woei do Karlsruhe zich eerst ia vei
ligheid te brengen. De toestand is echter wanhopig,
omdat de kolen snel opraken.
Er breken pijnigende uren aan voor de zenuwen
van den commandant. Om brandstof te sparen, moei
hij den rechten weg naar Portoiico kiezen, die dooi
de Engelschen bewaakt werd. In alle richtingen seinen
de vijandelijke schepen elkaar zijn aanwezigheid toe.
Komt hij een vijand tegen, dan ontbraken hem de
kolen zoowel tot aanval als tot vlucht, moet zijn schip
hulpeloos in elkaar laten schieten. Op een Zondag komt
hij met loeggeveegde bunkers zonder een sluk koren zno
groot als een ei in San Juan aan. Hoe daar op Zon
dag werklieden en kolen te vinden f De havenkapitein,
een zeeofficies, kan tenslotte een kleine hoeveeineiu
bezorgen.
Juist is de manschap bezig de kostbare schat aan
boord te brengen, als het bericht komt, buiten zijn
twee vijandelijke pantserkruisers. De ïiacht komt en
het is pikzwart op de zee. De Karlsruhe sluipt ui
dc haven. Binnen do diiemijlsgresns stuurt de comman
dant zijn schip langs de kusl tot aan den Oosthoek
van Portorico en van daaruit kiest hij de volle zee
door een doolhof van klippen, waarop tallooze schepen
zijn vergaan. Mei vertrouwen op zijn goed geluk vo-
brengt hij de vermetele daad van een gelukskind. Juist
als hij de gevaarlijke klippen nadert, breekt de maan
door.
Opnieuw begint de jacht naar kolen. Op den we^
naar St. Thomas liggen de Engelschen. Hij wil zijn
geluk in Cuiacao beproeven. Den 12en Augustus ligi
het kale eilandje mei de vriendelijke speelgoednuisjes
voor hem. De toegang tot de haven is met een ketting
gesloten. Door de luiken van oud-Frankische forten
steken kanonnen hun hals naar builen en in de brau
ding liggen twee kononneerbooten gereed voor het ge
vecht Ivoohler. heeft geen vermoeden tegen wie dezi
oorlogstoebereidselen bedoeld zijn. Kalm hijscht hij
de loodsvlag en roept hij den commandant van de ka
nonneerboot aan. Deze geeft den raad, zich zóó spoe
dig mogelijk uit d evoeien te maken, daar Nederland
Duitschland den oorlog heefi verklaard, omdat Duit
sche troepen zijn grenzen overschreden hebben. Koeh e:
laat zich echter niet uit het ve'.d slaan „Wie heeit u
dal wijs gemaakt", vraagt hij. Wij hebben het bericht
gekregen over de Fransche kabel. Luid lachend ver
klaart Koehler dat hij met zijn persoon borg wil
staan voor de onjuistheid van he! bcrich', want luj
weet dat hij kolen moet krijgen o£ sterven.
Na lange onderhandelingen met ambtenaren en of
ficieren, gaat de ketting voor <je haven naar beneden.
De Karlsruhe vaart door twee rijen lage huisjes en
wordt vastgemeard. De commandant gaat aan wal, hij
krijgt gedaan dat hij' kolen mag koopen. Er moet haast
gemaakt worden, want ieder oogenblik kteren de Hol
landers weer terug tot het geloof, dat de volgende
minuut hun een telegram van de Flegeering zal bren
gen met het ambtelijk bevel van mobilisatie. Daarom
treft het goed dat dicht bij het schip een van Zuid-
Amerika naar New-York op weg zijnde Amerikaansche
stoomboot ligt. Bijna een dozijn Duitsche reserve-
officieren op weg naar het vaderland zijn daar aan
boord. In "nun witte linnen of flanellen reispakken
helpen ze mee om de kolen aan boord te brengen.
Als de laatste mand kalen aan boord is, .slaakt <1®
kapitein een diepen zucht van bevrijding.
OP nET KANTJE AF.
Volgens den Kopcnhaagschen correspondent van dc
Daily Mail zijn de twee Zeppelins, die Maandag van
Schiermonnikoog uit waren gezien, bijna in een sneeuw
storm op de Noordzee vergaan. Een heeft slechts met
moeite langs de Deensche kust de grens van Holsledn
kunnen bereiken en scheen zwaar beschadigd.
DARDANELLEN.
Uit WEENEN. 31 Maart. De oorrespondent van
de „Neue Frede Presse" te Athene seintVan Lemmos
wordt gemeld dat in dei} krijgsraad der geallieerden,
waaraan de admiraals en generaal d'Amdde deelndmen,
besloten is de forceering van de Dardanellen uit te
stellen, daar lot dusver het voor de Dardanellen bij
eengetrokken leger niet meer dan 30.003 man telt en
de operaticn dus geen uitzicht op slagen bicden. Tot
dit besluit droeg ook bij het feit, dat de eilanden voor
de Dardanellen voor de concentratie van zoa groote
hpeptcnmtadhlen ongeschikt zijn wegens gebrek aan
water, veevoeder en woonplaatsen, en de manschappen
iop de transportschepen te veel zouden hebben te Iyden,
zoodat gevaar voor epidemieën zouden d' eigen.
Daarom werd besloten het grootste deel der troepen
ndar Egypte terug te zenden en slechts een klein deel
voor de Dardanellen t.o laten. Drie stoombooten zouden
reeds naar Alexandrië vertrokken zijn. Op een van
deze hevnd» zich generaal d'Annde met zijn staf.
CI.EMENCEAU OVER NEDERLAND.
Uit PARIJS, 31 Maart. De Fransche staatsman C'e-
•nenceau spleekt- vandaag over Nederland zonder een i e
beperking of kwetsende opmerkingen. Integendeel, hij
brengt hulde aan het Nederiandsche leger. Het is een
echt leger met een onbuigzame hardnekkigheid efn
-en brandende-vaderlandsliefde. Hij eindigt aldus,.De
Hollanders zijn zeer vredelievend, maar hun natio
nale fierheid gaat met militaire dapperheid gepaard, die
glorierijk de proef heeft doorslaan. Praktijken van vrees-
aanj «gi'ng doen hen met terugdeinzen". N.R.Ct.
LIBAU GEBOMBARDEERD.
Ujt PETERSBURG, 30 Maart. De generale staf
deelt mede
In den avond van den 28en Maart naderden Duïlsche
oorlogsschepen Libau en losten ongeveer 200 scholen
op dë stad. Een vreedzaam burger werd gedood en een
ander gewond. Geen enkel militair werd getroffen
EEN ONDERZEEëR IN DEN GROND GEBOORD?
Uit PARIJS, 31 Maart. Het ministerie van marine
bericht, dat een Fransch oorlogsschip gistermiddag ter
hoogte van Dieppe een Duitschen onderzeeër in hel
gezicht heeft gekregen, hem toen onmiddellijk achter
volgd had en genoodzaakt te duiken Het schip beschoot
toen den periskoop en manoeuvreerde om den onder
zeeër te rammen.
Op hef oogenblik, dat de periscoop verdween, zag
men een groote hoeveelheid olie aan de oppervlakte
der zee.
WEER EEN.
Uit LONDEN. 31 Miaart. Er is bericht ontvangen,
dat het stoomschip yCrown of Castille' 'uit Glasgow
ter hoogte van de Scill v-rei landen getorpedeerd is.
OFFICIEREN NOODIG.
De „Times" wijst op de noodzakelijkheid om te
voorzien in de dringende behoefte aan officieren en
stelt de vraag of er gezorgd wordt voor een voldoende
aanvulling van het of beiers corps. Sedert eenigen tijd i«
het verlies aan officieren ongeveer 700 per maand
en het is' zpker te verwachten, dat die verliezen nog
zwaarder zullen worden. Hoe moeten nu deze yerlie-
zen worden goedgemaakt r De „Times" meent dat En
geland in zijn groote kostscholen de Inrichtingen bezit
die aan de behoeften kunnen voldoen. De groote „pu
blic schools" bevatten het materieel, waaruit men de
officieren kan vormen. Tal van jongelieden van deze
scholen hebben in het leger dienst genomen, maar
de „Times" meent, dat men van deze intelligente en
phvsiek zoo uitnemende krachten beter gebruik kan
maken en het blad betoogt daarom de wenschelijkhedd
deze jongelieden tot kadervorming aan te wijzen en een
opleiding te geven tot officier.
De felefoon in den oorlog.
Aan een veldpostbrief van een artillerie-officier
in de Köln. Volksztg. wordt het volgende ontleend
over de werkzaamheid van de telefoontroepen te
veldeIn den positie-oorlog, zooals hij zich over
het geheele front beeft ontwikkeld, speelt de tele
fonist een bijzonder belangrijke rol. l)e bevelspost
van een artillerie-commandant is een centrale van
een dozijn en nog meer draden, die. gespannen door
diep bosch, over kloven, beken en bergen, in zijn
aardhol uitmondeu. Vau hier uit beheeraebt hij zyu
batterijen, leidt het vuur, houdt overleg met de
infanterie, met bot vliegerstation, bespreekt alle
maatregelen met de generaals, zonder een voet te
verzetten, liet aansluitingsaysteem der verschillende
geleidingen is het geheim van den telefonist. Hjj
weet nauwkeurig welk station hij moet aanroepen
om een gewenschte aansluitinir te verkrijgen. In
het kort, hij is de meester van de situatie.
/At de telefonist echter in een besloten batterij
•f in een natte loopgraaf, waarin de zware granaten
inslaan, dan is hij ook een held. Hij liart daar
geduldig, mond en oor afwisselend aan de telefoon.
De waarnemer, een artillerie-offioier, kijkt inge
spannen door den kijker naar de vijandelijke
loopgraaf. Hij fluistert aan den telefonist zijne
waarnemingen toe, die ze verder geeft. De officier
heeft voor zich een ihijn werper ontdekt. De telefoon
geeft het verder. Deze moet beschoten worden.
De telefonist geeft nauwkeurig volgens aanwijzing
van den offioier de plaats op de kaart aan.
Voorzichtig moet van gene zijde aangeschoten wor
den, opdat bij de mogelijke strooiing van descho
ten en de nabijheid van het doel niet de eigen
loopgraven getroffen worden. De telefonist geeft
thai s alle commando's en waarnemingen door.
„Tien meter te kort, zijde goed". „Acht meter
afbreken, vijf meter links." Aldus gaat bet verder
Intusschen fluiten de infanterieschoten over zijn
hoofd. Kartetsen ontploffen met oorverscheurend
geknal bi.ven hem, van verre kondigt eeu zware
„biommer" zich aan en bom 1 valt hij naast de
telefoon in de loopgraaf. De telefoonkast is vernield
en daarop ligt in zijn bloed de telefonist, den mond
nog geopend.
V oor zulk een standvastigheid moet men bijzondere
eigenschappen bezitten. De infanterist in de 1< op
graaf schiet en verdedigt zich. De telefonist echti-r
ligt weerloos in den regen der sohoten, om door d^n
electrischen stroom de verbinding tussclien waar
nemer en batterij te verzekeren.
Dikwijls roept hij te vergeefs in het toestel
geen antwoord. Hij ziet zijn telefoon na. de aard-
geleiding, de verhindingsstop alles in orde.
«óeker is weder de draad doorgeschoten. De infanterie
behoeft echter hulp, de verbinding moet hersteld
worden Over de loopgraaf zingen de kogels. Toch
er op uit 1 Deu draad uageloopen Rondom zoemt
het in alle toonaarden, doch de dappere bekommert
zich daarom niet. Gespannen volgt zijn oog nog
steeds den motalen draad, steeds verder. Daar
eeu diepe trechter van eeu granaat, midden daarin
de draad afgeschoten 1 Snel de beide uiteinden aan
elkander gelapt en terug onderden kogelregen naar
de loopgraaf! Of thans antwoord komtP Gelukkig
antwoordt men aan het andere einde en het onder
broken schieten gaat verder.
Niet altijd wordt de fout zoo gemakkelijk ontdekt.
Do geleidingspatrouille gaat den draad dikwij s
kilometers ver nu en er behoort veel vindingrijkheid
toe om de breukplaatsen aan boomen ofafleidings»
plaatsen te vinden. Doch de telefonist weet hoe
gewichtig zijn ambt is, dat hij om zoo te zeggen
het middenpunt van do gemeenschap vau het logge
legerkorps vormt en daarom vervult hij zijn ver
antwoordelijk beroep in alle omstandigheden getrouw
tot in den dood.
Korte Oorlogsverhalen.
('tls de Duitsche schrijver Kurt Münzer, die in
het „Berliner Tageblatt" eenige korte aanteeke-
ningon geeft, aldus de Onder de Streep Redacteur
van het Handelsbl.).
De hond.
In den nacht kwam een groot, grof dier. een
smerige hond, de loopgraven binnengeslopen, schuw,
wantrouwend, blijkbaar door honger gekweld. Een
der soldaten trok zich het dier aan hy gaf het
wat van zijn brood, en een stuk worst bovendien
ook de helft van zijn dek. Daarmee verwierf hij
zich de volslagen overgave en de blinde trouw van
den hond.
Tegenover de Duitschers lagen de Engelschen
ingegraven, achter draadversperringen en verster
kingen. Eindelijk na lang wachten, waren de Duit
schers blij, toen het bevel kwam, tegen de Engelsche
loopgraaf storin te loopen.
In het nachtelijk duister slopen een paar man
vooruit, om de draadversperring door te knijpen
doch midden in hun werk stegen er licht raketten
omhoog, hun zilverlicht uitstortend over de donkere
aarde; en dadelijk knetterde een salvo-vuur los.
en dreef de soldaten terug
Allen bereikten weder de eigen loopgraaf, op
één na, de baas van den vreemden hond hij lag
zwaar gewond midden op het veld. Reeds begon
de nacht te verbleken er was geen denken aan
hem onder deoogen van den waakzamen vijand
weg te halen.
Daar sprong plotseling de hond te voorschijn,
nadat hij al een tijd lang vergeefs zijn meester in
de loopgraven gezocht had Met één wip was hij
uit den diepen kuil, joeg het terrein daarvoor af.
tot hij den gewonde gevonden had dan legde hij
zich naast hem neer, den kop gericht naar den
roodachtig, kleurenden ochtendstond, en ving aan
jammerlijk te janken.
De soldaten, die reeds aan heel wat gewend
waren geraakt, huiverden bij het droevige huilen
van den hond; een Engelsche schildwacht joeg een
kogel naar het dier.
Toen stond de hond op, keek naar zijn
bewusteloozen meester, begon hem naar de loop
graven te sleepen. Bij den vijand had men dit
geziener sisten nu telkens kogels langs den hond,
maar als door een wonder bleef h(j ongedeerd. De
hond stoorde zich aan niets; hij sjorde en sjouwde,
en steeds wist hij Ket bloedige lichaam van zijn
baas iets dichter bij de loopgraaf te brengen. Maar
telkens moest hij wel stil staan, nieuwe krachten
scheppendeven jankte hij den dagenden dag tegen,
maar sloeg sterk zjjn tanden in de uniform jas
van den beweegloozen man, om hem weer een
eindje verder te trekken.
Als dan de bleeke zon aan den horizon te voor
schijn steeg, was het geen smerige verloopen
straathond meermaar de zonnestralen hielden
hem met gouden puiver omgeven
De hond had zijn vracht nu bijna tot den rand
van de loopgraaf gebracht. Hij wachtte voor het
laatsten het was, nu hij weer den kop omhoog
stak en zijn geblaf liet klinken, alsof het ditmual
haat en schimp was, wat hij den vijand daarginds
toegromde Zoo begreep die het ook. De geweren
uit de vijandelijke loopgraven hadden even gezwegen,
tnaar daar kiwlde weer een salvo. Ditmaal was
het raak. De hond viel neer. bleef liggen. Maar de
kameraden van don gewonden soldaat konden dezen
omlaag in hun loopgraaf trekken hij was gered.
De hond kreeg zijn grafeei krans werd daarop
gelegd alsof hij een gesneuveld soldaat was
Hel oude moedertje.
De vermoeide dragonderpatrouillo keerde 's avonds
laat in het dorp terug en bracht, twintig Rusaisohe
gevangenen mee Zjj had het troejije in het bosch
afgesneden zonder tegenstand had het zich over
gegeven. Het waren alle -ude, baardige kerels;
slechts één jontre soldaat was er hij, een student
uit Odessadeze sprak Duitsch.
IIij droes in zijn armen, heel vcjrzicbtig, een
stok oud vrouwtje Ze was een boerin, d.e in
doodsangst voor het geweld vau den oorlog, zich
in het hosch verscholen had; hongerig verkleumd,
biddend en schreiend had zij zioh daar verstopt
gehouden, tot ze dun ontdekt werd. En in haar
oh beredeneerden angst voor de vreemde soldaten
had zij zich aan den student vastgeklemd, had zich
niet meer van hem willen laten scheiden. Zijn
blauwe oogen, zijn innemende manier van lachen
moesten haar gerust hebben gesteld. En toen het
gaan haar moeilijker werd, toen de voeten haar
begonnen te steken, had de jonge soldaat haar
opgebeurd, haar verder gedragen, alsof ze een kind
was. De armen had ze om zijn hals geslagen zijn
vi acht had hein licht geschenen, zoo licht of het
een ruiker bloemen was, dien bij met zich mee
droeg.
Men sloot de gevangenen op in het kerkje van
het durpen omdat de oudo vrouw begon te
jammeren en weeklagen, zoodra men haar wilde
scheiden vau' haar jongen beschermer, sloot men
haar tegelijk met de anderen op. In het gebouwtje
werd haar een bos stroo aangewezen en nog eeu
wollen deken maar zij bibberde van kou en angst.
De student legde zich daarom naast het zielige
oudje, haar zachtjes troostende woorden toespreken
de, en nam haar dan in zijn armen. Zoo viel ze
in slaap Zij lag daar als een eerst doodelijk ver
schrikt kind, dat gekalmeerd werd, en dan rustig
te sluimeren aanvangt. Zoo sliep zjj, aangedrongen
tegen de borst van den jongen soldaat.
Hij keek glimlachend naar het oude moedertje
in zijn armen. Misschien dacht hij daarbij aan zijn
eigen moeder, of wel aan 'de beangste monscbheid,
welke in doodsnood naar vrede snakt.
Dienzelfden nacht begonnen de Russen het dorp te
beschieten. Uit hun onzichtbare, verre batterijen
suisden de 'zware granaten over -de wouden, en de
allereerste projectielen troffen 'het kerkje. De -'oude
toren kraakte ineen, verpletterde het vermolmde
dak, zoodat een wolk-van stof en puin opdwarrelde;
dan sloegen. ook de vlammen -uit de puinhoopen.
Na een uur zwegen de kanonnen. De soldaten in
het dorp kwamen uit hun schuilplaatsen te voor
schijn, om een 'onderzoek in te stellen naar de ge
volgen der beschieting;-van de kerk vonden zij nog
slechts een bouwval.
Maar terwijl men nog bezig was onder de smeu
lende ruïnes te zoeken, trad daar de jonge soldaat
uit de puinhoopen te voorschijn. Hij droeg het oude
vrouwtje weer in zijn armen; opgewekt, zelfs rustig
glimlachend hield 'zij zich nog tegen zijn borst ge
klemd. De flakkerende vlammen verlichtten zijn ge
laat. Alle andere negentien -gevangen soldaten ver
pletterd en verkoold onder het rookende puin: hjj
alleen was- gered, met zijn beschermeling ongedeerd
gebleven.
Den volgenden ochtend was de -oude vrouw ver
dwenen. 1
Doch de jonge student behield sedert dien nacht
zijn stillen glimlach,-ais ware hij de drager van ecu
heilig geheim.
ggQ
I)E VOEDING VAN ANTWERPEN BEDREIGD.
De correspondent van „De Tijd'" te Roosendaal be
richt
In de levens middelen voorziening te Antwerpen, die
tot heden geen reden tot ongerustheid baarde, komt
verandering. Van April af zal de bevolking alleen op
het kaarten-sysleom bij de bakkers brood kunnen krij
gen tot oen hoeveelheid van 200 grammien per dag en
per persoon.
Vai kensvleesch is er bijna in het geheel niet me»C
te krijgen, en ook de aardappelen worden schaorscher.
In véle kleinere gemeenten rond Antwerpien zijn er
reeds dagen geweest, dat men in 't geheel geen brood
hijeer kon krijgen en de gemeenten, dicht bij dó
grens van Holland gelegen, warden niet meer zóó goed
voorzien van Hollandsch brood als vroeger. Zelfs is
de toevoer op verschillende plaatsen geheel opgehou
den.
De burgers, die het brood geregeld uit Holland be
trokken, waren geen klanten van de plaatselijke bakkers
en daar de bakkers alléén hun e gen klanten moge)n
en moeten bedienen? weigeren zij dikwijjs aan deaa
burgers het benoodvgde.
Zóó kwam het, dat ik uitgehongerd in qen restau
rant te Rraschaet aankwam, en geen kruimeltje voed
sel kon krijgen, omi de eenvoudige roden dat ze het
zelf. 'niet hadden, en reeds 2 dagen gevoed waren met
aardappelen. Het is te hopen, dat de Amerikanuru
spoedig en krachtig zullen ingrijpen, andors üdo ik
voor Belg-'ë nog donkere dagen tegemoet.
DE BESCHIETING VAN DEN BOSPORUS.
Uit J.ONDEN, 31 Maart. De „Daily Chronicle' \er-
peemt uit Petersburg, dat vliegers mededeeling dioden
van de groote verwoesting door de beschieting door do
Russische vloot van de forten aan den Bosporus to
\veeg gebracht. Het fort Elmas is vernield. De bezetting
nam ae vlucht, daar ze het vuur niet kon weerstaan.
Ook Het fort Kilia is beschadigd. De Turksche troe
pen bereiden zich voor op de belangrijke operaliën,
die naar ze venvachten zullen worden ondernomen.
Uit PETROGRAD, CO Maart. In den morgen van
29 Maart naderde onze vlooit de buitenste versterkin
gen van den Bosporus, maar zij kon het bombardement
niet voortzetten, wijl de mist de kust in een waas
hulde.
Een onzrr kleine voortuigen wisselde schoten met
een torpedoboot van het Turksche eskader, die met
volle kracht op den loop ging na de eerste schoten.
EEN ENGELSCHIP VERGAAN.
Uit LONDEN, 31 Maart. Het Engelsche stoomschip
„Fl&minian" van Glasgow naar dc Kaap. zonk Dins
dag 50 mijlen van de Scilly-eilanden. De bemanning,
41 man, werd opgepikt door het Deensche stoomschip
„Finlonaia" en te Holvhead ann wal gebracht
DE SOCIAAL-DEMOCRATEN EN DE VREDE.
De Berlijnsche Lokalanzeiger yemeemt uit Bern
Het bestuur van de Zwïtsersche sociaaldemocratische
partij heeft in bet belang van den vrede aan het in