Ter verfrisschlng van 't geheugen des lezers vermeld ik even. dat het onlwerp-Aalberse een art. 326bis in he. Wetboek v. Strafrecht wil voeden, waarbij tegen den geen die „om zijn handelsdebiet te vestigen, te behou den of uit te breiden, eenige handeling pleegt tot misleiding van het publiek of van een bepaalden per soon, wanneer daaruit etnig nadeel voor zijn concur renten kan ontslaan", straf wordt bedreigd (als schul dig aan onoerlijko mededinging) van ten hoogste een jaar of vati ten hoogste f 900 boeten. Daarover vangt na morgen het „juridisch-oratorisch gastmaal" morgen aan. Mr. ANTONIO. Een episode van het Russisch- Turksch oorlogstooneel. Men suiirjjft van Duitsche zijde In nlle nvgeljjke en onmogelijke klanken worden do trommels in liet binnenland geslagen. Nu eens klinken ze «lof hIs rollende donder dan weer maken ze spektakel als bij Janitsarenmuziek en ook doen zij wel eens denken aan den klank van w«iemoedige Oostersche volksliederen. De Padisja roept zijn volkeren onder de vaandels. Zulk een ontzet ten den arbeid hadden de kalis, kaismakans en hun helpers de basjibuezoeks in langen tijd niet gehad. Daar viel veel, zeer veel te doen en pas, als Allah'» hemellichten brandden, kregen zij in dezen tijd rust De in weer en wind geharde boeren van Anatolië, die hun dienstjaren allang aohter zich hadden en behoorden tot de reserve en landweer, de iohlias en de redifs, snoerden hun bundeltje góed bijeen, sloegen zich den hoofddoek om her hoofd en namen afscheid van vrouw en kind in langen tijd niet voorgekomen was, zijn karavaan leider op een Nargileh geïnviteerd, en nu onder houden beiden zich nog over alle mogelijke zaken. Dat, zooals Dikran meunt de oorlog tooh een verschrikkelijke bezoeking voor het menschelnk geslacht is, dat handel en wandel daaronder ljjden en eigenl{ik bjj deze woorden keek hjj den praohtig gebouwden Turk schuin aan sleohts de krachtigste knapen genot daarvan hebben. „Ken verstandig, nuchter koopman14, zoo ver klaarde do Armeniër verder, „moest eigenlük alle zaken, die niet in vrede konden worden afgewikkeld, zwaar verdoemenMaar hij, \chmad, was nooit een goed koopman geweest. Van haudel had hjj geen flauw begrip en hij had er zich van oudsher steeds maar mee tevreden gesteld, een karavaan veilig naar zijn plaats van bestemming te hrengen En als hij thans, inplaats van al» schoonzoon van den rijken Dikran op een gemak kei jj ken divan zijn koffie te slurpen in den oorlog moest, dan was dat zijn eigen schuld. Hij alles wat zijn heer en meester te berde brengt, wiegt Ac hm ad Dikran het hoofd maar heen en weer. Hij weet voor /.ichzelf heel g«»ed, dat Dikran absoluut ongelijk heeft en hjj zoo goed weet te ruilen, te handelen en zaakjes te doen als wie ook. Maar hij weet tegelijk ook, dat de Arminiaan het. antwoord zou verstaanDat bet leven in Gods vrije natuur hem meer begeerenswaard voorkomt dan sjacheren en kwanselen 1 Daarom doet hij er maar het zwjjgen toe, doch betreurt het in stilte, dat Dikran zjjn mooie dochter toch nooit aan een karavanenleider zal willen geven. Doch als deze dan tenslotte zijn Vooral zij, die in gewonen doen in de bergen van 1^1 Klein-Azië op beren en adelaars jagen, verheugen j welgedaan lichaam met moeite van het tapijt op- zich uitermate over de dingen, die komen zouden.richt en uit een kostbaar gesneden kastje een want hun gevaarlijk beroep was in vredestijd eigen- wondermooie gedatnasceerde dolk te voorsohijn ljjk al oorlogswerk. Uit het reuzengebied van Syrië trokken de krachtige vaders en zoons naar Dnmnscus en Jeruzalem op, om zioh bij de over heid te melden. Overal iu de Sundsjaks en vilajets van het Ottomaansche Kijk werd de stem van den Grooten Heer gehoord. Van Érsinjan in Armenië, welks omgeving weieons hot óoftritkste land van Klein-Azië ge noemd wordt, leidt eeu karavaanweg naar Trebi- zonde. Lang» dezen brengen kilometerlange optochten van kaïneelen en muildieren allerlei producten van deze streek naar de Zwarte Zee en op deze straat nok ontmoeten wij den held dezer vertelling, den Turk Achmed. Op een krachtig Koerdisch paard gezeten, heeft, hij zijn lang Arabisch geweer dwars voor zich over hot zadel liggen en hij houdt de lange beenen erg om hot paardenlijf gedrukt. Met spiedend oog kijkt hij in de verte. Dan keert hij zijn hengst om, galloppeert langs de karavaan, drijft Hchter blijvers tot snelleren pas aan en rijdt dan weer aan de spits van den optocht. Als hem de koopman Dikran, do bezitter van de karavaan, die thans zoo vol zorgen voor zijn reusaohtig vermogen in Erzindjnn zit,, zoo kon zien, dan zou hij innig plezier hebben in zijn karavaanleider. Noch is het Aohmed volkomen onbekend, dat de oorlog uitge broken is. Zorgeloos rookt hij zijn sigaret en steekt, er den brand in. Reeds is in de verte de heuvel Kolotduoh zichtbaar, reeds teeltenen zich de mina retten van Trebizonde scherp af tegen het kobald blauw van den laten middag Langs den slechten weg. die dalwftarts voert duiken eenige ruiters op en naderen de karavaan. Aan hun blauwe uniformen zijn ze als gendarmen te herkennen. In een paar woorden verneemt nu Achmed de Erzinjaner, dat het vaderland hem roept. In eeu grooten boog slingert hij de half opgerookte sigaret ter aarde, geeft menschen. vee en waren over aan de hoede v. n don besten der kameeldrijvers on rent weg. En terwijl hij weer bergopwaarts rijdt verzinkt achter hem in de avond- schemering hot reeds zoo nabije doel van zijn langen marsch, het oude Trebizonde. De Armenier Dikran en de Turk Achmad hebben een lang onderhoud gehad. De millionair heeft wat met argwaan aan. Wanneer ik je maar gelooven kon." .Sitta voelde zich 'aan het einde van haar kracht. Zij viel plotseling voor 'het rustbed op de knietn en legde baar hoofd-tegen de zijden kussens, waar op het hoofd van de erfprinses lag. Een dof snik ken deed haar lichaam schudden. ..Hoogheid moet mij gelooven, ik ik wilde het niet toegeven, om dat mijnheer Von Krochert niets meer van zich hooren liet „Wat? Heb je Krochert werkelijk lief? Daarom behoef je toch -niet zoo te weenen. Mijnheer Von Krochert bekende mij zijn 'liefde voor jou reeds don-vorigen zomer in Pontresina."- „Waarom liet hij dan niets van zich hooren?" Sitla streed om haar zelfbeheersching. Zij droogde haar tranen. „Waarschijnlijk omdat de dood van zijn vader hem in zeer slechte financiëele omstandigheden had gebracht. Maar dat is wel in orde te brengen." Sitta lette niet op de laatste woorden. Of de erf prinses zich door deze leugen tevreden zou laten stellen?? Het scheen bijna zoo. Zij stak met een veranderde gelaatsuitdrukking haar hand naar Sitta-uit. „Dus wilt ge bepaald ver trekker.? Ja, ja, ik geloof ook, dat dit het beste is Maar wij scheiden als goede vrienden, niet waar?" 1 Sitta kuste de kleine hand, die haar kille, be vende vingors omsloten hield. „Ik zal alles bij den hertog in orde brengen en ook hij de hertogin," ging de erfprinses levendig voort. „U moet mij slechts veroorloven van uw geheim ge bruik te maken." „Van wolk geheim, hoogheid?'" 1 „Wel, dat je mijnheer Von Krochert lief hebt." De erfprinses keek Sitta scherp aan. „Ja zeker wanneer uwe hoogheid dat noodza kelijk vindt." „Zeer noodig. Maar nu bid ik je, een paar dagen in bed te blijven. Je hebt koorts en bent te ziek om te reizen." „Toch zal ik vertrekken." „Neen, in geen geval! Dat zou een spectakel ge ven van belang. Overmorgen gaat de erfprin9 weer op jacht naar Freudenherg. Hij komt eerst in de volgende week terug. -Ga dan voor zijn terugkeer naar uw moeder." „Zooalp uwe hoogheid beveelt." De erfprinses legde heidelanden op Sitta's schou ders en kuste haar op eiken wang. „Zoo nu kan je heengaan. Mij is het veel lichter om het hart ge worden na ons gesprek. Ik geloof nu ook, dat ik de zaken te zwart inzag. Wij zullen allen nog een maal gelukkig worden. Gij ook. Laat mij daar maar haalt, om die aan Aohmad als souvenir over te reiken, springt deze verrast op. Stormachtig kust hij den Armenier de hand en verwijdert zich. In een van de enge rotsvalleien van het wilde Kaukazu8geber2te heeft den geheolen dag lang een geweldige strijd gewoed. Pas met het invallen van de schemering is het rustig geworden Nu heeft de nacht zijn geheimzinnig duister over de met sneeuw bedekte kloven gezonden van welker hellingen, geweldige dennen en pijnboomen, bijna brekend onder den last der schitterende vlokken, ten hemel wijzen Hleelc kijkt de maan tussohen de wolken door die nog meer sneeuw aankondigen, eu ijskoud dringt de zuivere berglucht mensoh en dier in de porten. In een van de kleine, door Ottomaansche troe pen gebouwde blokhuizen in het dal vindt er een soort krijgsraad plaa'8. De hier gestationueerde majoor houdt met zijn kapitein raad, op welke manier liet mogelijk zou zijn zioh meester te maken van het door de Kussen op de pashoogton opge stelde machinegeweer. Alleen tengevolge van het verwoestend vuur van dit verschrikkelijk instrument is het den Turken tot n^g toe niet mogen.geluk ken zich van de pashoogten meester te maken. Een schildwacht voor het blokhuis, de Turk \chmad uit Erzii djan schijnt de grootste belangstelling te koesteren voor de biu'ftadslagingen zijner superieu ren Telkens als hij in de nabijheid van de deur van het dik met sneeuw bedekte huisje komt. legt hij het oor aan de slëet, 'en luistert. Ook zijn hersens houden zich onophoudelijk bezig met dat vervloekte machinegeweer der Russen. Aan drie stormlopen tegen de pashoogte heeft hjj nu al deelgenomen, maar altijd weer werden de Turken teruggeslagen. Plotseling echter blijft de Erzindjaner staan, »trijkr met de hand over het voorhoofd en stapt dan regelrecht op de deur van het blokhuis toe Ver stoord kijken de majoors eu kapiteins op als de schildwaoht in stramme houding om direct verlof verzoekt voor een paar uur. Maar als deze dan de gronden voor zijn verzoek om verlof heeft aange geven, breken zij in pchar,erend gelach uit. Niet temin Achmad mag van zijn wachtpost weggaan. Een paar minuten later verdwijnt hij «-lechts nier een browning bewapend, in het donker van den nacht. „En ik zeg je, het is niet te doen 1 Als onze oude er achter komt, wordt ik aan den eersten bes - ten tak opgeknoopt En hoe kun je eigenl(jk de bru taliteit hebben je zoo dicht bij ons te wagen. „Dat gaat jou niets aan 1 Dus 100 roebel wil je of wil je nietP" Op gefluisterden toon wordt dit ouderhoud een paar honderd meter van het Turksche blokhuis af gehouden. De sprekers zijn Aohmad en een Kaukazische Rus Tot op een meter afstand is de Turk naar dezeu toegeloopeu én heeft hem in zijn m 'edertanl zacht, aangeapro ken. Boven alle verwachting ts het experiment gelukt. „I'us nogtnii'1», 100 roebels voor j-u al» je tnjj den luiteuxiic «Ier tuHchinegewe-ratdHHlitig hij de volgende aflaBsing hierheen brengt. Maar als je mij veriaadt, krjjg je inplaats van de roebels een kogel door den k««p 1" En de luitenant komt Nog geen uur is er verloopen of hij staat vuor den Turk. Maar nu is er geen sprake meer van 100 roebels, nu wordt er eerst gesproken vau 1000, dan van twee en tenslotte van 3000 roebels. Het aanbod schijnt den Rus gewehlig verleidelijk. I lij zou graag nog meer uit den Turk kloppen, doch daarvoor is deze niet te vinden. „3000 Roebel», ja of ueen 1" „In Godsnaam vuor mijn part dan ja!" „Dan verwacht ik je den vol genden naoht hier, klokslag twaalf uur. Maar als je geen eerlijk spel speelt, dau krjjg je inplaats van de roebels eeu kogel." Klokslag 12 uur van den volgenden nacht is de Russische luitenant weer ter plaatse. Achter hem aan sleept een van zijn lieden een zwaar voorwerp het is waarachtig het Russische machinegeweer van de pashoogte, Tegen uitbetuling van drie bank biljetten van 1000 roebel neemt de Turk Aohmad uit Erzindjan het 'ding in ontvangst en laat het wegsjouwen door een reusachtigen infan erist, een Hainal (sjouwerman) uit Stamboel. Geen 24 uur later is de gevreesde pashoogte in handen der Turken. En als het weer vrede zal zjjn, dan zal, als Allah het goed vindt, Achmad toch nog met de dochter van den Armenier Dikran trouwen N. Ct. voor zorgen." 1 l Sitta lachte smartelijk. Zij kuste de erfprinses nog eenmaal -stilzwijgend de hand en dan ging ze heen. De erfprinses stond een -paar seconden haar in gedriohten na te kijken. „Zij heeft gelogen!" r.eide zij dan. Haar stem klonk zeldzaam luid door de stille kamer. „Tweemaal heeft zij n ij voorgelogen. Zij hooft den erfprins lief -niet Krochert. Maar nu hoi'd ik haar aan deze leugen vast. Aan Krochert schrijf ik dadelijk," Sitta zakte in haar kamer in elkaar. Het hoofd in het kussen van haar bed begraven, lag zij lang zoo. Tegen den -avond bracht haar juffrouw haar een ruiker rozen en een boek. „Zijne hoogheid de erf prins zendt u beiden." „Dank je." Sitta legde-het boek voor zich optafel De juffrouw schikte de bloemen in een vaas, die zij op de tafel voor het bed neerzette. „Niet zoo dichtbij," smeekte Sitta. Haar lippen trilden nerveus. „Ja, bloemengeur maakt de hoodpijn nog -erger,'" stemde liet meisje bij en zette de vaas verder weg. Sitta legde haar hoofd weer neer en sloot de oogen. „Bloemen neen, -bloemen kon zij niet in haar nabijheid verdragen. Die geur -voerde haar de herinnering terug aan de dagen in Sorrent. Daar schonk hij haar iederen dag bloemen. Zij droeg steeds een ruiker in haar ceintuur -en de geur om- streelde haar dc-n ganschen dag. Een snikkendf zucht trok over Sitta's lippen. Naar Sorrént hadden zij beiden terug gewild alleen met hun zoo moeilijk verworven geluk. Zij sloeg het'bnek open. Haar voorgevoel had haar niet bedrogen. Er lag een brief-in. „Jij bent ziek, Sitta en ik kan -je niet zien, lieveling. Men zegt mij. dat je overmorgen naar huis gaat, en ik zal geen afscheid van je kunnen nemen. Misschien is bet heter zoo. Zal ik de kracht hebben van je te scheiden, zonder je in mijn armen ge drukt te hebben? Ik weet het-niet. Op jouwwensch heb ik den hertog met eenige woorden gerustge steld. Jij ireet eerst in veiligheid zijn. De hoop op vermeerdering van ons gezin, waarover de erfprin ses mij zoneven sprak, verandert aan mijn besluit ten rzichte van jou niets integendeel het zal mij de breuk verlichten. De troonsopvolging is dan tenn inste vrzektrd. -Je A." Wat een waanzin. -Op Sitta's wangen brandden roode vlekken van opgewondenheid. Hoe -gemakke lijk l ad die Irief in verkeerde handen kunnen val len Zij stond op. Bibberend van koude in haar dun ne nachtjapon, ging zij naar het vuur in de andere kamer en wierp den brief in de vlammen. Met eeni ge verlichting zag zij er naar, hoe het papier ver Binnenlandsch Nieuws. M.Dl IU.AMJhtH GLZ.AM&CHAP BIJ HET VA TICAAY up sprekende wijze drukt „De Maasbode' aan hel hoold van haar b.ad liet volgende ai: „Nu omtrent de reis van mgr. dr. Nolens reeds een en ander is gepubliceerd geworden, kan het nuuig zijn mee te deeien, wat ons daaromtrent verdei' beaenü is uit de beste bron. „Mgr. Nolons is naar Rome vertrokken op verzoek en met een opdracht yam onze Regeert ng. „Zijn zending houdt verband met het voornemen onzer Regeering, om tot herstel van de Nederlandsche vertegenwoordiging hij het Vaticaan te geraken. „In verband met de diplomatieke usanaes mag wor den aangenomen, dat, bij een gelukkig slagen zijner zending, mgr. Nolens als aangewezen moet worden be schouwd voor den nieuw te vestigen diplomalieken post. „Dat de keuze van mgr. Nolens gelukkig heeteu mag, zal zoo goed als niemand betwisten, die den bijzonderen tact keni, waarmee de voorz.t.er der R.-K. Kamerfrac tie weet op te treden. Zooda. met grond gehoopt mag worden, dat hjj m zijn moeilijke opdracht zal slagen. jVoor Nederland's positie en een mogelijke krach tige meewerking tot het verkrijgen van den vrede en 'aan de verschillende zegenrijke bemoeiingen de. Fausen, moet ook de gelukkige stap der Regeering worden toe gejuicht. „Koningin en Kabinet hebben door deze daad ge toond Nederland's belang te verstaan". Naar het Haagsche Correspondentiebureau verneemt, heeft de reis van dr. Nolens naar Rome de strekking, de Regeering zoo mogelijk in te lichten nopens de po 'gingen, welke volgens daaromtrent verspreide bedelven iloor het Vaticaan in hel werk zijn gesteld tot bevorde ring te zijner tijd van het herstellen van den vrede „De Tijd" schrijft naar aanleiding van bovenstaand bericht in „De Maasbode" „Wij meenen echter verstandig te doen, ten aanzien van een en ander de van den beginne af door ons in genomen terughouding te moeten handhaven, welke gewenscht is 'in deze delicate zaak, waarover voors hands geen enkele officieele mededeeling kan worden gedaan. Hoezeer de missie van den voorzitter der Kalho lieke Kamerfractie zich ook als vanzelf aanbiedt vooi commentaren, die in overeenstemming zijn met de ver brandde. Hoe n eest zij bet echter aanleggen, om den erf prins voortaan van dergelijke onvoorzichtigheden af te brengen. Zij moest haar juffrouw te hulp roe pen. Zonder zich lang te bezinnen, schreef zij met potlood een paar regels. „Ik verzoek dringend niet-meer aan n ij te schrij ven, voor en aleer ik zelf u heb -geschre\en. Tot teeken uwer bevestiging van deze vraag, moet ge tot de brengster dezer regelen zeggen: Hoogheid zal het verjaarsgeschenk voor -de- erfprinses op tijd bezorgen." De juffrouw liet. zich de boodschap goed in scherpen, cm aan den erfprins zelf en aan niemand anders den gesloten brief alleen af te geven en het antwoord dadelijk mee terug te brengen. Sitta haalde verlicht adem, toen Louise spoedig terugkwam tn trouwhartig berichtte: „Zijne hoog heid laat freule zeggen, dat hij het verjaarsge schenk voor de erfprinses op tijd-zal bezorgen." „Het is goed'" Sitta ging, zoowel geestelijk als lichamelijk zeer vermoeid weer in haar bed liggen en zij stond slechts korten tijd voor zij vertrok op. De oude hertog en de erfprins waren in Freuden herg op .jacht. De hertogin -en de erfprinses namen op een in 't oogloopende wijze hartelijk afscheid vau Sitta in tegenwoordigheid van eenige dames en heeren van het hof. De kamerheer van den hertog moest uit naam van zijn gebieder nog een mooien ruiker rozen in het rijtuig brengen. Sitta dankte beleefd. Zij hoog zich nog eenmaal uit het portier, als om frissche lucht in te ademen. In waarheid wierp zij een lantsten Mik op het slot. Het was een afscheids- blik. „Ik zie het nooit meerl" zeide zij dof voor zich heen. Het rijtuig rolde den tuin van het-slot uit. Zij leunde met gesloten oogen in de kussens. HOOFDSTUK 9. Mevrouw van Hoogendal was meer verrast dan verheugd, toen zij een telegram van Sitta kreeg, waarin deze haar komst -meldde. -Zij presenteerde haar dochter wel is waar met een zekeren trots aan de overige dames van het stift van uelsheim, maar toch gemorde Sitta's bezoek eiken keer. In haar drie met meubels en kunstzaken volgepropte kamers was er eigenlijk geen plaats voor een lo geergast. Sitta meldde anders stqpds jn de telegrammen die haar komst aanmeldden-cTen duur van haar ver blijf, nu seüide zij alleen het uur van haar komst. Dat verontrustte mevrouw van Hoogendal niet weinig. Ook scheen de tijd van het bezoek haar zoo ongewoonMidden in het seizoen kon men in Glückstadt de hofdame toch nauwelijks ontberen. langens der Nederlandsche Katholieken, toch schijnt ■>ns het stadium, waarin de oplossmg der quaes.ie po- treffende het Nederlandsche gezantschap bij dén H. Stoel verkeert, nog geenszins geschikt, ora nu roeds mededeelingen te doen, die deze oplossing eerder zou den kannen bemoeilijken dan bevorderen. Herinnerende aan de verkiar.ng, in de Eerste Kamer dooi- den Mi nister van Binnenlandsche Zaken afgelegd, dat „de go- heclc Regeering" zich „uit beginsel niet zou v«rzeltcn' do vestiging vun „een lijdelijk of misskien zelfs nermo- r.cnt gezantschap bij het Vaticaan, meenen wij ac vol trekking van een cn ander het boste in stil e te kunnen overlaten aan de wijsheid van Rome, Den Haag en nun bemiddelaars. „Het met eetiigen ophef verspreide bericht, dat. .in e bind met de d'plomatieke usan ies" mag worden «atigenomen, dat mgr. Nolens „den nieuw te vestiuen diplomatiekon post" zal bezetten, kunnen w(J inmiddels ne zekerheid tegenspreken". GnooTr: brand te nielwendijk. Ee i correspondent van het Hdbld. te Gorlnchem me'.dt G steren in den namiddag verspreidde zich hier ter stede het gerucht, dat er een groo e brand woedde aan de overzijde van de rivier. De velen die zich de Mer- wede lieten overzetten zagen drie ckwarüer rijdens van Sleeuwijk groote rookkolommen opstijgen in het plaatsje Nieuwendijk, een onderdeel van de gemeente Alm- kerk, liggende tusschen de Dakkerskil en Fort Al'.cna in de Nieuwe Jlollandsche Waterlinie. Hel plaatje telt ongeveer 2000 ziélen en is een tamelijk we;varend Iandbouwdorp met flinke boerenstel.ingen. De brand ontstond te half twee, vermoedelijk ^Moor het aanmaken van een kachel, ten huize van den land bouwer Jan Verschoor. In een oogwenk stond de boer- derij, met riet gedekt, geheel in brand. Door den Hin ken noorden wind vatten weldra links en rechts meer dere huizen vlam en lang duurde het niet of het oude gedeelte „van het dorp, de zoogenaamde kom, stond geheel in brand. Het vuur breidde zich uit in zuide lijke richting, doch het nieuwe gedeelle, waar de kerk en de school staan, bleef gespaard. Het eerste water werd gegeven door de spuit van de militaire wacht, maar Bij den omvang van den brand konden de hand spuiten weinig hulp bieden. Om 3 uur ontving hel gemeentebestuur van Gorinchem telefonisch of tele grafisch verzoek om de stoombrandspult ter beschikking te stellen. Deze vertrok per Sleeuwilksche boot me! eenige autoriteiten en den heer De Bic, commandant van de Gorinchemsche brandweer, en het personeel van de stoomspuiten naar de plaats des onheils. Te kwart voor vijf uur kwam men te Nieuwendijk aan. Toen vroeg de burgemeester van Alinkerk, d< lief Punt, wie de stoomspuit gerequireerd had, daar de ge meente de kosten biet betaalt, maar de overste der genie, de heer Verhoef, gelastte dat de stoomspuit in werking zou worden gesteld en dat zoo noonig van hooger hand de kosten zouden worden vergoed. Onmid dellijk werd toen de stoomspuit in gang gebrachl, Of schoon het gevaar voor uitbreiding van den brand ver minderde, was de hulp van dje Gorinchemsche spuit onontbeerlijk, wegens ae nog steeds oplaaiende vlam men, den vrij hevigen wind en de eigenaardige ligging der huizen. Behalve de door waterschade en lichte brand- en schroeischade getroffen perceel en zijn ^pvenlien hulzen geheel afgebrand, w.o-. flinke boerenstel!ingen, n I. van de landbouwers Jan Verschoor, C. de Bok, Ar ie v. d, Stelt, Adriaan v. d. Stelt, Dirk Leuwijk, wed, Drnn- denhorst, C. de Jong. wed. Bax, G. Heybloem. \V. Hevblom, Andries Middelkoop, Gerrit Pruisscn, Johs. Colijn, van de winkeliers G. Kersbergen en D. Hngoord, de bakkers Moree en Smid, en den manufacturier Corn, van Helden. In een der huizen is veel en kostbaar antiek porselein verloren gegaan. Behalve dat van Co-lijn waren de huizen met riet ge dekt. Allen waren, tegen brandschade verzekerd, behalve Pruiss-en. Een der militairen heeft eenige brandwonden aan de hand bekomen; andere ongevallen zijn niet voorge komen De burgers deden niet veel moel'e om den brand 'e bluss^ei het optreden der m'li'airen was kranig. hoorn. De Donderdag gehouden raadsverkiezing ter vervulling van de vacatnre-Pr'ns (S D.A.P.) had den volgenden uitslag: ui'gebracht 1015 geldige s'emmen. Hiervan ver kregen de h«"ren -T. te Un'el Hekkert (a.-r.) 477 en H W-jirnes flib.) 538 stemmen. Gekoz-m de heer H. Wilmes. alkmaar. P-e "pspg van de Dondfdng gehouden s'emmlng voor een lid van den Gemeenteraad in het 2e Kie-tdislric! 'vaoUire< Mr. A. Dorbeek, r,-k,) is als volgt: TTit£febracht 634 geldige s'emmen, wnrvnn 412 op Mr. A. J. M Leesberg (R.-K) en 222 on- K, van 't Vef CS D A P.), zoodat gekozen Is verklaard Mr. A. T. M Leesberg V*N EWTJCS'im Aan den VPchMslng alhpr was a^ïigfofd op Woens dag 21 Anril224 pond bot. prijs 14 a 15 r«nt p-r nond. 163 pond schol, prijs 7 a 7i/j cetnt per pond. Handel vlug. De nog zeer goed uitziende dame verschikte voor den spiegel wat, aan haar coiffure en kanten mutsje, dat niet /onder eenige ooctfetterie op haar glan zend zwarten schedel lag. Haar fijngesneden trekken geleken cp die hat er dochter, slechts lag «r o_- haar gelaat een mismoedige, ontevreden uitdrukking, ook waren haar oogen niet zacht en diephl.auw, zooals die ven Sitta, maar donkerbruin, wat stekend en onrustig van uitdrukking. Mevrouw van Hoogendal had zeer jong een veel ouderen -man gehuwd, die, verliefd' op 'haar schoon heid, haar in al haar luimen toegaf. Om rust en vrede te hetben-en haar te bevrijden van haar ze nuwaandoeningen, stemde hij er maar in toe, dat er een te grooten staat werd gevoerd. -En -om zijn inkomen te verhoogen stak hij zijn geld in onzekere speculaties, met het gevolg, dat er bij zijn d.:-od niets overbleef. -Mevrouw van Hoogendal en li aar uist volwassen dochter bleef niets over dan de zeer sostbare inrichting van haar huis en een zeer ma tig pensioen. Daar de oude generaal aan het hof goed stond aangeschreven, zoo bood men zijn we duwe een plaats -aan in het damesstift Gelslieim. Daar kon zij vrij van zorgen, hoewel ook bescheiden leven. Sitta had zich in Gelsheim steeds zeer -ongeluk kig gevoeld. Het voortdurend samenzijn met haar steeds n opperende n oeder, die Gcd en iedereen haar ellendig lot verweet, terwijl zij zichzelf ner gens de schuld van gaf, het vele-babbelen en spion- neeren der andere dames dat alles-was haar on draaglijk. En het aanbod om in "Glückstadt hof dame te worden bij de pas gehuwde erfprinses, was een ware verlossing-voor haar. Maar als zij nu uit -Glückstadt terugkeerde, wat moest er dan van haar worden? Moest zij -eene stadt geven? Haar gezondheid. Deze reden maakte andere plaats als hofdame zoeken? Welke goedklin kende reden-kon zij voor haar heengaan uit Glück- het aannemen van een andere betrekking als hof- thrme onmogelijk. De ware reden moest en zou steeds geheim blijven. Dat was zij niet alleer. aan zichzelf, maar ook aan de erfprinses verschuldigd „Wanneer ik n aar een moeder had, aan wie Ik alles kon en durfde toevertrouwen, waar ik om troost en hulp kon bidden," dacht Sitta mot -smart, maar zij zou inplaats van troost niets anders dan verwijlen hooren. Neen, ook voor haar moedf moest zij de waarheid zorgvuldig geheim -houden. „Weet zij het, dan weten ook alle dames van -Gelsheim het spoedig," zuchtte Sitta. Zij hoorde het geklets alreeds, stel je voor, dat elke stiftdame op de hoogte was van haar liefde voor den erfprins, haar kon be spotten, benijden of-beRsteren! Neen, dat ging niet. 1 1 Wordt ▼•rvolyi.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1915 | | pagina 6