Ter verfrisschlng van 't geheugen des lezers vermeld
ik even. dat het onlwerp-Aalberse een art. 326bis in he.
Wetboek v. Strafrecht wil voeden, waarbij tegen den
geen die „om zijn handelsdebiet te vestigen, te behou
den of uit te breiden, eenige handeling pleegt tot
misleiding van het publiek of van een bepaalden per
soon, wanneer daaruit etnig nadeel voor zijn concur
renten kan ontslaan", straf wordt bedreigd (als schul
dig aan onoerlijko mededinging) van ten hoogste een
jaar of vati ten hoogste f 900 boeten. Daarover vangt
na morgen het „juridisch-oratorisch gastmaal" morgen
aan.
Mr. ANTONIO.
Een episode van het Russisch-
Turksch oorlogstooneel.
Men suiirjjft van Duitsche zijde
In nlle nvgeljjke en onmogelijke klanken worden
do trommels in liet binnenland geslagen. Nu eens
klinken ze «lof hIs rollende donder dan weer maken
ze spektakel als bij Janitsarenmuziek en ook doen
zij wel eens denken aan den klank van w«iemoedige
Oostersche volksliederen. De Padisja roept zijn
volkeren onder de vaandels. Zulk een ontzet ten den
arbeid hadden de kalis, kaismakans en hun helpers
de basjibuezoeks in langen tijd niet gehad. Daar
viel veel, zeer veel te doen en pas, als Allah'»
hemellichten brandden, kregen zij in dezen tijd
rust De in weer en wind geharde boeren van
Anatolië, die hun dienstjaren allang aohter zich
hadden en behoorden tot de reserve en landweer,
de iohlias en de redifs, snoerden hun bundeltje
góed bijeen, sloegen zich den hoofddoek om her
hoofd en namen afscheid van vrouw en kind
in langen tijd niet voorgekomen was, zijn karavaan
leider op een Nargileh geïnviteerd, en nu onder
houden beiden zich nog over alle mogelijke zaken.
Dat, zooals Dikran meunt de oorlog tooh een
verschrikkelijke bezoeking voor het menschelnk
geslacht is, dat handel en wandel daaronder ljjden
en eigenl{ik bjj deze woorden keek hjj den
praohtig gebouwden Turk schuin aan sleohts
de krachtigste knapen genot daarvan hebben.
„Ken verstandig, nuchter koopman14, zoo ver
klaarde do Armeniër verder, „moest eigenlük alle
zaken, die niet in vrede konden worden afgewikkeld,
zwaar verdoemenMaar hij, \chmad, was nooit
een goed koopman geweest. Van haudel had hjj
geen flauw begrip en hij had er zich van oudsher
steeds maar mee tevreden gesteld, een karavaan
veilig naar zijn plaats van bestemming te hrengen
En als hij thans, inplaats van al» schoonzoon van
den rijken Dikran op een gemak kei jj ken divan zijn
koffie te slurpen in den oorlog moest, dan was dat
zijn eigen schuld.
Hij alles wat zijn heer en meester te berde
brengt, wiegt Ac hm ad Dikran het hoofd maar heen
en weer. Hij weet voor /.ichzelf heel g«»ed, dat
Dikran absoluut ongelijk heeft en hjj zoo goed
weet te ruilen, te handelen en zaakjes te doen als
wie ook. Maar hij weet tegelijk ook, dat de
Arminiaan het. antwoord zou verstaanDat bet
leven in Gods vrije natuur hem meer begeerenswaard
voorkomt dan sjacheren en kwanselen 1
Daarom doet hij er maar het zwjjgen toe, doch
betreurt het in stilte, dat Dikran zjjn mooie
dochter toch nooit aan een karavanenleider zal
willen geven. Doch als deze dan tenslotte zijn
Vooral zij, die in gewonen doen in de bergen van 1^1
Klein-Azië op beren en adelaars jagen, verheugen j welgedaan lichaam met moeite van het tapijt op-
zich uitermate over de dingen, die komen zouden.richt en uit een kostbaar gesneden kastje een
want hun gevaarlijk beroep was in vredestijd eigen- wondermooie gedatnasceerde dolk te voorsohijn
ljjk al oorlogswerk. Uit het reuzengebied van
Syrië trokken de krachtige vaders en zoons naar
Dnmnscus en Jeruzalem op, om zioh bij de over
heid te melden.
Overal iu de Sundsjaks en vilajets van het
Ottomaansche Kijk werd de stem van den Grooten
Heer gehoord.
Van Érsinjan in Armenië, welks omgeving
weieons hot óoftritkste land van Klein-Azië ge
noemd wordt, leidt eeu karavaanweg naar Trebi-
zonde. Lang» dezen brengen kilometerlange
optochten van kaïneelen en muildieren allerlei
producten van deze streek naar de Zwarte Zee en
op deze straat nok ontmoeten wij den held dezer
vertelling, den Turk Achmed.
Op een krachtig Koerdisch paard gezeten, heeft,
hij zijn lang Arabisch geweer dwars voor zich
over hot zadel liggen en hij houdt de lange beenen
erg om hot paardenlijf gedrukt. Met spiedend oog
kijkt hij in de verte. Dan keert hij zijn hengst
om, galloppeert langs de karavaan, drijft Hchter
blijvers tot snelleren pas aan en rijdt dan weer
aan de spits van den optocht. Als hem de koopman
Dikran, do bezitter van de karavaan, die thans
zoo vol zorgen voor zijn reusaohtig vermogen in
Erzindjnn zit,, zoo kon zien, dan zou hij innig
plezier hebben in zijn karavaanleider. Noch is het
Aohmed volkomen onbekend, dat de oorlog uitge
broken is. Zorgeloos rookt hij zijn sigaret en steekt,
er den brand in. Reeds is in de verte de heuvel
Kolotduoh zichtbaar, reeds teeltenen zich de mina
retten van Trebizonde scherp af tegen het kobald
blauw van den laten middag
Langs den slechten weg. die dalwftarts voert
duiken eenige ruiters op en naderen de karavaan.
Aan hun blauwe uniformen zijn ze als gendarmen
te herkennen. In een paar woorden verneemt nu
Achmed de Erzinjaner, dat het vaderland hem
roept. In eeu grooten boog slingert hij de half
opgerookte sigaret ter aarde, geeft menschen. vee
en waren over aan de hoede v. n don besten der
kameeldrijvers on rent weg. En terwijl hij weer
bergopwaarts rijdt verzinkt achter hem in de avond-
schemering hot reeds zoo nabije doel van zijn
langen marsch, het oude Trebizonde.
De Armenier Dikran en de Turk Achmad hebben
een lang onderhoud gehad. De millionair heeft wat
met argwaan aan. Wanneer ik je maar gelooven
kon."
.Sitta voelde zich 'aan het einde van haar kracht.
Zij viel plotseling voor 'het rustbed op de knietn
en legde baar hoofd-tegen de zijden kussens, waar
op het hoofd van de erfprinses lag. Een dof snik
ken deed haar lichaam schudden. ..Hoogheid moet
mij gelooven, ik ik wilde het niet toegeven, om
dat mijnheer Von Krochert niets meer van zich
hooren liet
„Wat? Heb je Krochert werkelijk lief? Daarom
behoef je toch -niet zoo te weenen. Mijnheer Von
Krochert bekende mij zijn 'liefde voor jou reeds
don-vorigen zomer in Pontresina."-
„Waarom liet hij dan niets van zich hooren?"
Sitla streed om haar zelfbeheersching. Zij droogde
haar tranen.
„Waarschijnlijk omdat de dood van zijn vader
hem in zeer slechte financiëele omstandigheden had
gebracht. Maar dat is wel in orde te brengen."
Sitta lette niet op de laatste woorden. Of de erf
prinses zich door deze leugen tevreden zou laten
stellen?? Het scheen bijna zoo.
Zij stak met een veranderde gelaatsuitdrukking
haar hand naar Sitta-uit. „Dus wilt ge bepaald ver
trekker.? Ja, ja, ik geloof ook, dat dit het beste is
Maar wij scheiden als goede vrienden, niet
waar?" 1
Sitta kuste de kleine hand, die haar kille, be
vende vingors omsloten hield.
„Ik zal alles bij den hertog in orde brengen en ook
hij de hertogin," ging de erfprinses levendig voort.
„U moet mij slechts veroorloven van uw geheim ge
bruik te maken."
„Van wolk geheim, hoogheid?'" 1
„Wel, dat je mijnheer Von Krochert lief hebt."
De erfprinses keek Sitta scherp aan.
„Ja zeker wanneer uwe hoogheid dat noodza
kelijk vindt."
„Zeer noodig. Maar nu bid ik je, een paar dagen
in bed te blijven. Je hebt koorts en bent te ziek om
te reizen."
„Toch zal ik vertrekken."
„Neen, in geen geval! Dat zou een spectakel ge
ven van belang. Overmorgen gaat de erfprin9 weer
op jacht naar Freudenherg. Hij komt eerst in
de volgende week terug. -Ga dan voor zijn terugkeer
naar uw moeder."
„Zooalp uwe hoogheid beveelt."
De erfprinses legde heidelanden op Sitta's schou
ders en kuste haar op eiken wang. „Zoo nu kan
je heengaan. Mij is het veel lichter om het hart ge
worden na ons gesprek. Ik geloof nu ook, dat ik
de zaken te zwart inzag. Wij zullen allen nog een
maal gelukkig worden. Gij ook. Laat mij daar maar
haalt, om die aan Aohmad als souvenir over te
reiken, springt deze verrast op. Stormachtig kust
hij den Armenier de hand en verwijdert zich.
In een van de enge rotsvalleien van het wilde
Kaukazu8geber2te heeft den geheolen dag lang een
geweldige strijd gewoed. Pas met het invallen van
de schemering is het rustig geworden
Nu heeft de nacht zijn geheimzinnig duister over
de met sneeuw bedekte kloven gezonden van
welker hellingen, geweldige dennen en pijnboomen,
bijna brekend onder den last der schitterende
vlokken, ten hemel wijzen Hleelc kijkt de maan
tussohen de wolken door die nog meer sneeuw
aankondigen, eu ijskoud dringt de zuivere berglucht
mensoh en dier in de porten.
In een van de kleine, door Ottomaansche troe
pen gebouwde blokhuizen in het dal vindt er een
soort krijgsraad plaa'8. De hier gestationueerde
majoor houdt met zijn kapitein raad, op welke
manier liet mogelijk zou zijn zioh meester te maken
van het door de Kussen op de pashoogton opge
stelde machinegeweer. Alleen tengevolge van het
verwoestend vuur van dit verschrikkelijk instrument
is het den Turken tot n^g toe niet mogen.geluk
ken zich van de pashoogten meester te maken. Een
schildwacht voor het blokhuis, de Turk \chmad
uit Erzii djan schijnt de grootste belangstelling te
koesteren voor de biu'ftadslagingen zijner superieu
ren Telkens als hij in de nabijheid van de deur
van het dik met sneeuw bedekte huisje komt. legt hij
het oor aan de slëet, 'en luistert. Ook zijn hersens
houden zich onophoudelijk bezig met dat vervloekte
machinegeweer der Russen. Aan drie stormlopen
tegen de pashoogte heeft hjj nu al deelgenomen,
maar altijd weer werden de Turken teruggeslagen.
Plotseling echter blijft de Erzindjaner staan, »trijkr
met de hand over het voorhoofd en stapt dan
regelrecht op de deur van het blokhuis toe Ver
stoord kijken de majoors eu kapiteins op als de
schildwaoht in stramme houding om direct verlof
verzoekt voor een paar uur. Maar als deze dan de
gronden voor zijn verzoek om verlof heeft aange
geven, breken zij in pchar,erend gelach uit. Niet
temin Achmad mag van zijn wachtpost weggaan.
Een paar minuten later verdwijnt hij «-lechts nier
een browning bewapend, in het donker van den
nacht.
„En ik zeg je, het is niet te doen 1 Als onze
oude er achter komt, wordt ik aan den eersten bes -
ten tak opgeknoopt En hoe kun je eigenl(jk de bru
taliteit hebben je zoo dicht bij ons te wagen.
„Dat gaat jou niets aan 1 Dus 100 roebel
wil je of wil je nietP" Op gefluisterden toon wordt
dit ouderhoud een paar honderd meter van het
Turksche blokhuis af gehouden. De sprekers zijn
Aohmad en een Kaukazische Rus Tot op een
meter afstand is de Turk naar dezeu toegeloopeu
én heeft hem in zijn m 'edertanl zacht, aangeapro
ken. Boven alle verwachting ts het experiment
gelukt.
„I'us nogtnii'1», 100 roebels voor j-u al» je tnjj
den luiteuxiic «Ier tuHchinegewe-ratdHHlitig hij de
volgende aflaBsing hierheen brengt. Maar als je mij
veriaadt, krjjg je inplaats van de roebels een kogel
door den k««p 1" En de luitenant komt Nog geen
uur is er verloopen of hij staat vuor den Turk.
Maar nu is er geen sprake meer van 100 roebels,
nu wordt er eerst gesproken vau 1000, dan van
twee en tenslotte van 3000 roebels. Het aanbod
schijnt den Rus gewehlig verleidelijk. I lij zou graag
nog meer uit den Turk kloppen, doch daarvoor is
deze niet te vinden.
„3000 Roebel», ja of ueen 1" „In Godsnaam vuor
mijn part dan ja!" „Dan verwacht ik je den vol
genden naoht hier, klokslag twaalf uur. Maar als
je geen eerlijk spel speelt, dau krjjg je inplaats
van de roebels eeu kogel."
Klokslag 12 uur van den volgenden nacht is de
Russische luitenant weer ter plaatse. Achter hem
aan sleept een van zijn lieden een zwaar voorwerp
het is waarachtig het Russische machinegeweer
van de pashoogte, Tegen uitbetuling van drie bank
biljetten van 1000 roebel neemt de Turk Aohmad
uit Erzindjan het 'ding in ontvangst en laat het
wegsjouwen door een reusachtigen infan erist, een
Hainal (sjouwerman) uit Stamboel. Geen 24 uur
later is de gevreesde pashoogte in handen der
Turken.
En als het weer vrede zal zjjn, dan zal, als
Allah het goed vindt, Achmad toch nog met de
dochter van den Armenier Dikran trouwen
N. Ct.
voor zorgen." 1 l
Sitta lachte smartelijk. Zij kuste de erfprinses
nog eenmaal -stilzwijgend de hand en dan ging ze
heen.
De erfprinses stond een -paar seconden haar in
gedriohten na te kijken. „Zij heeft gelogen!" r.eide
zij dan. Haar stem klonk zeldzaam luid door de stille
kamer. „Tweemaal heeft zij n ij voorgelogen. Zij
hooft den erfprins lief -niet Krochert. Maar nu
hoi'd ik haar aan deze leugen vast. Aan Krochert
schrijf ik dadelijk,"
Sitta zakte in haar kamer in elkaar. Het hoofd in
het kussen van haar bed begraven, lag zij lang zoo.
Tegen den -avond bracht haar juffrouw haar een
ruiker rozen en een boek. „Zijne hoogheid de erf
prins zendt u beiden."
„Dank je." Sitta legde-het boek voor zich optafel
De juffrouw schikte de bloemen in een vaas, die
zij op de tafel voor het bed neerzette.
„Niet zoo dichtbij," smeekte Sitta. Haar lippen
trilden nerveus.
„Ja, bloemengeur maakt de hoodpijn nog -erger,'"
stemde liet meisje bij en zette de vaas verder weg.
Sitta legde haar hoofd weer neer en sloot de
oogen. „Bloemen neen, -bloemen kon zij niet in
haar nabijheid verdragen. Die geur -voerde haar de
herinnering terug aan de dagen in Sorrent. Daar
schonk hij haar iederen dag bloemen. Zij droeg
steeds een ruiker in haar ceintuur -en de geur om-
streelde haar dc-n ganschen dag.
Een snikkendf zucht trok over Sitta's lippen. Naar
Sorrént hadden zij beiden terug gewild alleen
met hun zoo moeilijk verworven geluk.
Zij sloeg het'bnek open. Haar voorgevoel had haar
niet bedrogen. Er lag een brief-in.
„Jij bent ziek, Sitta en ik kan -je niet zien,
lieveling. Men zegt mij. dat je overmorgen naar huis
gaat, en ik zal geen afscheid van je kunnen nemen.
Misschien is bet heter zoo. Zal ik de kracht hebben
van je te scheiden, zonder je in mijn armen ge
drukt te hebben? Ik weet het-niet. Op jouwwensch
heb ik den hertog met eenige woorden gerustge
steld. Jij ireet eerst in veiligheid zijn. De hoop op
vermeerdering van ons gezin, waarover de erfprin
ses mij zoneven sprak, verandert aan mijn besluit
ten rzichte van jou niets integendeel het zal
mij de breuk verlichten. De troonsopvolging is dan
tenn inste vrzektrd. -Je A."
Wat een waanzin. -Op Sitta's wangen brandden
roode vlekken van opgewondenheid. Hoe -gemakke
lijk l ad die Irief in verkeerde handen kunnen val
len Zij stond op. Bibberend van koude in haar dun
ne nachtjapon, ging zij naar het vuur in de andere
kamer en wierp den brief in de vlammen. Met eeni
ge verlichting zag zij er naar, hoe het papier ver
Binnenlandsch Nieuws.
M.Dl IU.AMJhtH GLZ.AM&CHAP BIJ HET VA
TICAAY
up sprekende wijze drukt „De Maasbode' aan hel
hoold van haar b.ad liet volgende ai:
„Nu omtrent de reis van mgr. dr. Nolens reeds een
en ander is gepubliceerd geworden, kan het nuuig zijn
mee te deeien, wat ons daaromtrent verdei' beaenü
is uit de beste bron.
„Mgr. Nolons is naar Rome vertrokken op verzoek
en met een opdracht yam onze Regeert ng.
„Zijn zending houdt verband met het voornemen
onzer Regeering, om tot herstel van de Nederlandsche
vertegenwoordiging hij het Vaticaan te geraken.
„In verband met de diplomatieke usanaes mag wor
den aangenomen, dat, bij een gelukkig slagen zijner
zending, mgr. Nolens als aangewezen moet worden be
schouwd voor den nieuw te vestigen diplomalieken post.
„Dat de keuze van mgr. Nolens gelukkig heeteu mag,
zal zoo goed als niemand betwisten, die den bijzonderen
tact keni, waarmee de voorz.t.er der R.-K. Kamerfrac
tie weet op te treden. Zooda. met grond gehoopt mag
worden, dat hjj m zijn moeilijke opdracht zal slagen.
jVoor Nederland's positie en een mogelijke krach
tige meewerking tot het verkrijgen van den vrede en
'aan de verschillende zegenrijke bemoeiingen de. Fausen,
moet ook de gelukkige stap der Regeering worden toe
gejuicht.
„Koningin en Kabinet hebben door deze daad ge
toond Nederland's belang te verstaan".
Naar het Haagsche Correspondentiebureau verneemt,
heeft de reis van dr. Nolens naar Rome de strekking,
de Regeering zoo mogelijk in te lichten nopens de po
'gingen, welke volgens daaromtrent verspreide bedelven
iloor het Vaticaan in hel werk zijn gesteld tot bevorde
ring te zijner tijd van het herstellen van den vrede
„De Tijd" schrijft naar aanleiding van bovenstaand
bericht in „De Maasbode"
„Wij meenen echter verstandig te doen, ten aanzien
van een en ander de van den beginne af door ons in
genomen terughouding te moeten handhaven, welke
gewenscht is 'in deze delicate zaak, waarover voors
hands geen enkele officieele mededeeling kan worden
gedaan. Hoezeer de missie van den voorzitter der Kalho
lieke Kamerfractie zich ook als vanzelf aanbiedt vooi
commentaren, die in overeenstemming zijn met de ver
brandde.
Hoe n eest zij bet echter aanleggen, om den erf
prins voortaan van dergelijke onvoorzichtigheden
af te brengen. Zij moest haar juffrouw te hulp roe
pen. Zonder zich lang te bezinnen, schreef zij met
potlood een paar regels.
„Ik verzoek dringend niet-meer aan n ij te schrij
ven, voor en aleer ik zelf u heb -geschre\en. Tot
teeken uwer bevestiging van deze vraag, moet ge
tot de brengster dezer regelen zeggen: Hoogheid zal
het verjaarsgeschenk voor -de- erfprinses op tijd
bezorgen."
De juffrouw liet. zich de boodschap goed in
scherpen, cm aan den erfprins zelf en aan niemand
anders den gesloten brief alleen af te geven en
het antwoord dadelijk mee terug te brengen.
Sitta haalde verlicht adem, toen Louise spoedig
terugkwam tn trouwhartig berichtte: „Zijne hoog
heid laat freule zeggen, dat hij het verjaarsge
schenk voor de erfprinses op tijd-zal bezorgen."
„Het is goed'" Sitta ging, zoowel geestelijk als
lichamelijk zeer vermoeid weer in haar bed liggen
en zij stond slechts korten tijd voor zij vertrok op.
De oude hertog en de erfprins waren in Freuden
herg op .jacht. De hertogin -en de erfprinses namen
op een in 't oogloopende wijze hartelijk afscheid
vau Sitta in tegenwoordigheid van eenige dames en
heeren van het hof.
De kamerheer van den hertog moest uit naam van
zijn gebieder nog een mooien ruiker rozen in het
rijtuig brengen. Sitta dankte beleefd.
Zij hoog zich nog eenmaal uit het portier, als om
frissche lucht in te ademen. In waarheid wierp zij
een lantsten Mik op het slot. Het was een afscheids-
blik. „Ik zie het nooit meerl" zeide zij dof voor
zich heen.
Het rijtuig rolde den tuin van het-slot uit. Zij
leunde met gesloten oogen in de kussens.
HOOFDSTUK 9.
Mevrouw van Hoogendal was meer verrast dan
verheugd, toen zij een telegram van Sitta kreeg,
waarin deze haar komst -meldde. -Zij presenteerde
haar dochter wel is waar met een zekeren trots
aan de overige dames van het stift van uelsheim,
maar toch gemorde Sitta's bezoek eiken keer. In
haar drie met meubels en kunstzaken volgepropte
kamers was er eigenlijk geen plaats voor een lo
geergast.
Sitta meldde anders stqpds jn de telegrammen
die haar komst aanmeldden-cTen duur van haar ver
blijf, nu seüide zij alleen het uur van haar komst.
Dat verontrustte mevrouw van Hoogendal niet
weinig. Ook scheen de tijd van het bezoek haar
zoo ongewoonMidden in het seizoen kon men in
Glückstadt de hofdame toch nauwelijks ontberen.
langens der Nederlandsche Katholieken, toch schijnt
■>ns het stadium, waarin de oplossmg der quaes.ie po-
treffende het Nederlandsche gezantschap bij dén H.
Stoel verkeert, nog geenszins geschikt, ora nu roeds
mededeelingen te doen, die deze oplossing eerder zou
den kannen bemoeilijken dan bevorderen. Herinnerende
aan de verkiar.ng, in de Eerste Kamer dooi- den Mi
nister van Binnenlandsche Zaken afgelegd, dat „de go-
heclc Regeering" zich „uit beginsel niet zou v«rzeltcn'
do vestiging vun „een lijdelijk of misskien zelfs nermo-
r.cnt gezantschap bij het Vaticaan, meenen wij ac vol
trekking van een cn ander het boste in stil e te kunnen
overlaten aan de wijsheid van Rome, Den Haag en
nun bemiddelaars.
„Het met eetiigen ophef verspreide bericht, dat. .in
e bind met de d'plomatieke usan ies" mag worden
«atigenomen, dat mgr. Nolens „den nieuw te vestiuen
diplomatiekon post" zal bezetten, kunnen w(J inmiddels
ne zekerheid tegenspreken".
GnooTr: brand te nielwendijk.
Ee i correspondent van het Hdbld. te Gorlnchem
me'.dt
G steren in den namiddag verspreidde zich hier ter
stede het gerucht, dat er een groo e brand woedde aan
de overzijde van de rivier. De velen die zich de Mer-
wede lieten overzetten zagen drie ckwarüer rijdens van
Sleeuwijk groote rookkolommen opstijgen in het plaatsje
Nieuwendijk, een onderdeel van de gemeente Alm-
kerk, liggende tusschen de Dakkerskil en Fort Al'.cna
in de Nieuwe Jlollandsche Waterlinie. Hel plaatje
telt ongeveer 2000 ziélen en is een tamelijk we;varend
Iandbouwdorp met flinke boerenstel.ingen.
De brand ontstond te half twee, vermoedelijk ^Moor
het aanmaken van een kachel, ten huize van den land
bouwer Jan Verschoor. In een oogwenk stond de boer-
derij, met riet gedekt, geheel in brand. Door den Hin
ken noorden wind vatten weldra links en rechts meer
dere huizen vlam en lang duurde het niet of het oude
gedeelte „van het dorp, de zoogenaamde kom, stond
geheel in brand. Het vuur breidde zich uit in zuide
lijke richting, doch het nieuwe gedeelle, waar de kerk
en de school staan, bleef gespaard. Het eerste water
werd gegeven door de spuit van de militaire wacht,
maar Bij den omvang van den brand konden de hand
spuiten weinig hulp bieden. Om 3 uur ontving hel
gemeentebestuur van Gorinchem telefonisch of tele
grafisch verzoek om de stoombrandspult ter beschikking
te stellen. Deze vertrok per Sleeuwilksche boot me!
eenige autoriteiten en den heer De Bic, commandant
van de Gorinchemsche brandweer, en het personeel
van de stoomspuiten naar de plaats des onheils.
Te kwart voor vijf uur kwam men te Nieuwendijk
aan. Toen vroeg de burgemeester van Alinkerk, d< lief
Punt, wie de stoomspuit gerequireerd had, daar de ge
meente de kosten biet betaalt, maar de overste der
genie, de heer Verhoef, gelastte dat de stoomspuit in
werking zou worden gesteld en dat zoo noonig van
hooger hand de kosten zouden worden vergoed. Onmid
dellijk werd toen de stoomspuit in gang gebrachl, Of
schoon het gevaar voor uitbreiding van den brand ver
minderde, was de hulp van dje Gorinchemsche spuit
onontbeerlijk, wegens ae nog steeds oplaaiende vlam
men, den vrij hevigen wind en de eigenaardige ligging
der huizen.
Behalve de door waterschade en lichte brand- en
schroeischade getroffen perceel en zijn ^pvenlien hulzen
geheel afgebrand, w.o-. flinke boerenstel!ingen, n I. van
de landbouwers Jan Verschoor, C. de Bok, Ar ie v. d,
Stelt, Adriaan v. d. Stelt, Dirk Leuwijk, wed, Drnn-
denhorst, C. de Jong. wed. Bax, G. Heybloem. \V.
Hevblom, Andries Middelkoop, Gerrit Pruisscn, Johs.
Colijn, van de winkeliers G. Kersbergen en D. Hngoord,
de bakkers Moree en Smid, en den manufacturier Corn,
van Helden.
In een der huizen is veel en kostbaar antiek porselein
verloren gegaan.
Behalve dat van Co-lijn waren de huizen met riet ge
dekt. Allen waren, tegen brandschade verzekerd, behalve
Pruiss-en.
Een der militairen heeft eenige brandwonden aan
de hand bekomen; andere ongevallen zijn niet voorge
komen
De burgers deden niet veel moel'e om den brand 'e
bluss^ei het optreden der m'li'airen was kranig.
hoorn.
De Donderdag gehouden raadsverkiezing ter vervulling
van de vacatnre-Pr'ns (S D.A.P.) had den volgenden
uitslag: ui'gebracht 1015 geldige s'emmen. Hiervan ver
kregen de h«"ren -T. te Un'el Hekkert (a.-r.) 477 en
H W-jirnes flib.) 538 stemmen.
Gekoz-m de heer H. Wilmes.
alkmaar.
P-e "pspg van de Dondfdng gehouden s'emmlng voor
een lid van den Gemeenteraad in het 2e Kie-tdislric!
'vaoUire< Mr. A. Dorbeek, r,-k,) is als volgt:
TTit£febracht 634 geldige s'emmen, wnrvnn 412 op
Mr. A. J. M Leesberg (R.-K) en 222 on- K, van
't Vef CS D A P.), zoodat gekozen Is verklaard Mr. A.
T. M Leesberg
V*N EWTJCS'im
Aan den VPchMslng alhpr was a^ïigfofd op Woens
dag 21 Anril224 pond bot. prijs 14 a 15 r«nt p-r
nond. 163 pond schol, prijs 7 a 7i/j cetnt per pond.
Handel vlug.
De nog zeer goed uitziende dame verschikte voor
den spiegel wat, aan haar coiffure en kanten mutsje,
dat niet /onder eenige ooctfetterie op haar glan
zend zwarten schedel lag. Haar fijngesneden trekken
geleken cp die hat er dochter, slechts lag «r o_- haar
gelaat een mismoedige, ontevreden uitdrukking, ook
waren haar oogen niet zacht en diephl.auw, zooals
die ven Sitta, maar donkerbruin, wat stekend en
onrustig van uitdrukking.
Mevrouw van Hoogendal had zeer jong een veel
ouderen -man gehuwd, die, verliefd' op 'haar schoon
heid, haar in al haar luimen toegaf. Om rust en
vrede te hetben-en haar te bevrijden van haar ze
nuwaandoeningen, stemde hij er maar in toe, dat
er een te grooten staat werd gevoerd. -En -om zijn
inkomen te verhoogen stak hij zijn geld in onzekere
speculaties, met het gevolg, dat er bij zijn d.:-od
niets overbleef. -Mevrouw van Hoogendal en li aar
uist volwassen dochter bleef niets over dan de zeer
sostbare inrichting van haar huis en een zeer ma
tig pensioen. Daar de oude generaal aan het hof
goed stond aangeschreven, zoo bood men zijn we
duwe een plaats -aan in het damesstift Gelslieim.
Daar kon zij vrij van zorgen, hoewel ook bescheiden
leven.
Sitta had zich in Gelsheim steeds zeer -ongeluk
kig gevoeld. Het voortdurend samenzijn met haar
steeds n opperende n oeder, die Gcd en iedereen
haar ellendig lot verweet, terwijl zij zichzelf ner
gens de schuld van gaf, het vele-babbelen en spion-
neeren der andere dames dat alles-was haar on
draaglijk. En het aanbod om in "Glückstadt hof
dame te worden bij de pas gehuwde erfprinses, was
een ware verlossing-voor haar.
Maar als zij nu uit -Glückstadt terugkeerde, wat
moest er dan van haar worden? Moest zij -eene
stadt geven? Haar gezondheid. Deze reden maakte
andere plaats als hofdame zoeken? Welke goedklin
kende reden-kon zij voor haar heengaan uit Glück-
het aannemen van een andere betrekking als hof-
thrme onmogelijk. De ware reden moest en zou
steeds geheim blijven. Dat was zij niet alleer. aan
zichzelf, maar ook aan de erfprinses verschuldigd
„Wanneer ik n aar een moeder had, aan wie Ik
alles kon en durfde toevertrouwen, waar ik om
troost en hulp kon bidden," dacht Sitta mot -smart,
maar zij zou inplaats van troost niets anders dan
verwijlen hooren. Neen, ook voor haar moedf moest
zij de waarheid zorgvuldig geheim -houden. „Weet
zij het, dan weten ook alle dames van -Gelsheim
het spoedig," zuchtte Sitta. Zij hoorde het geklets
alreeds, stel je voor, dat elke stiftdame op de hoogte
was van haar liefde voor den erfprins, haar kon be
spotten, benijden of-beRsteren! Neen, dat ging
niet. 1 1
Wordt ▼•rvolyi.