Alicitti Nieivs-
WOENSDAG 12 MEI 1915.
58ste Jaargang. No. 5589.
EERSTE BLAD.
De dingen om ons heen.
DE HOFDAME.
De Lusitania.
Binnenlandsch Nieuws.
SCHAGER
COURANT.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag,
Donderdag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 9 ure wor
den ADVERTENTIES in het eerst uitkomend nummer geplaatst.
UitgeversTRAPMAN Co.
SCHAGEN, LAAN D 5. - Int. Teleph. No. 20.
Prijs per jaar f 3.Per post f 3.60. Losse nummers 6 cent
ADVERTENTIES van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dit nummer bestaat uit twee bladtecn.
moderne oorlog.
Toen destijds de eerste Haagsch© conferentie plaats
had, werd zij ten onrechte door den volksmond -in
de pers ..Vredesconferentie" gedoopt.
Die naam was in den mond van den een een spot,
in dien van den ander overdrijving, maar ten slotte
wees toch de algemeenheid van het gebruik van
den term er op, dat omtrent den wereldvrede ln
hoofdzaak slechts éën hoop en verlangen bestondj
Wel was bet werk lang niet af eri waren het in
de eerste plaats „wensicben" of volstrekt niet al
gemeen© „afspraken", die als resultaat geboekt
konden worden, doch het was een begin.
De beperking der bewapening, hoofddoel van den
Czaar bij het nemen "van zijn initiatief, raakte vrij
wel op den achtergrond en als meest tastbaar re
sultaat verschenen de conventies 'omtrent de wet
ten en gebruiken van den oorlog te land en ter
zee, omtrent de rechten en plichten der neutralen
en natuurlijk ae facultatieve arbitrage, bemiddeling
en goede -diensten tot vreedzame oplossing van in-
ternationato geschillen, al hetgeen ter tweede con
ferentie v.erd uitgebreid' en bevestigd.1
Zoo scheen het althans alsof de -'oorlog, indien al
niet onmogelijk gemaakt, toch top meer humane
wijze zou worden gevoerd en dat -niet-combattanten
huiten het gedrang zouden blijven.
Dat 't opeens tot het Millennium-(?) zou leiden,
ach, dat verwachtten zelfs de grootste opt'misten
niet. liet was een eerste stap en 'dit stond vast
de conferentie had het zelf immers zoo gewild
deze eerste zou door meerdere gevolgd worden.
Alles scheen te wijzen op een betere toekomst,
al volgde dan ook onmiddellijk de Boerenoorlog met
al zijn ellende en daarna de reeks oorlogen in het
verre en het nabije Oosten, waarbij de slachtingen
toch volstrekt niet minder waren dan ten tijde toen
er nog geen wetten en -gebruiken van den oorlog
waren vastgesteld. s
Het was echter aan de naties voorbehouden die
aan de spits der beschaving heeten te staan, heel
dat samenstel van voorschriften tot een paskwil
te maken.
Van eerst arbitreeren van het geschil kon'in de
zen wereldoorlog geen sprake zijn, 'omdat er geen
duidelijk'geschil aan te toonen was, omdat niemand
weet waarvoor hij eigenlijk ten strijde ging en
men (zie bijv. in Duitschland) al 'gepoogd heeft
alle meevechtcndem beurt om beurt 'te beschuldi
gen dat heel de oorlogsjammer -enkel en alleen -het
werk van één hunner, dan-van deze, dan'van genen
staat was.
Rusland was de schuldige "heette het eerst. Neen
België! werd het'toen, om ten slotte Engeland uit
sluitend de schuld te geven. "En beter dan lange
vertoogen bewijst het hërhaalde wisselen van stand
punt,'dat men althans in Duitschland-zelf niet pre
cies weet over welk geschil heel de oorlog eigen
lijk loopt.
Dat er in zoo'n geval weinig te arbitreeren valt,
is duidelijk, zelfs al was het inroepen van een
scheidsrechterlijke'uitspraak nog zoo dwingend voor
geschreven in plaats van vrijwillig.
Het is echter niet het werk der zoogenaamde
Vredesconferenties dat ongedaan gemaakt is. Bleef
het daarbij, dan zou het lang zoo -erg niet zijn. In-
- plaats van inbreuk'op geschreven wetten zijn, wat
veel ernstiger is, ook 'de ongeschreven- wetten van
moraal, beschaving en -'menscheïijkheid geschonden
en herinneren de methodes van wreedheid, die toe-
FEUILLETON.
21.
HOOFDSTUK 12
„De geheimzinnigheden, die jij er met je brieven
op na houdt, Sitta, is werkelijk 'bespottelijk. Het
is niet netjes, 'zou ik meenen, als een jong meisje
brieven ontvangt en schrijft, die zij niet aan -haar
moeder mag laten zien,""
Mevrouw Van Hoogendal trad 'dikwijls als een
strenge moeder op, als haar dit gewenscht voor
kwam. Een der stiftsdames, juffrouw Farber, die
in dikke sjaals gewikkeld bij de koude Amerikaaa-
sehe kachel zat, toonde door te knikken -haar in
stemming, want ook zij was brandend nieuwsgierig
om te weten vai? wie en waarvandaan Sitta zoo
dikwijls brieven ontving.
„Ik zal met u over dezen brief spreken, -'mama,
zoodra wij alloen zijn," antwoordde Sitta rustig.
„Dat is zeker een'wenik voor mij?"-De oude juf
frouw wilde opstaan.
„Laat u niet storen," weerde Sitta af. „Ik ga nu
eerst een poosje in den tuin wandelen."
Mara juffrouw Farber "had geen rust meer. Zij
roId§ haar breikous op en ging de kamer uit naar
een andere vriendin. Binnen een uur wist hetheele
stift, dat Sitta Hoogendal eengewichtigen brief had
Ontvangen, wiens inhoud zij alleen met haar moe
der wilde bespreken, 's Avonds, bij 'het broodeten,
zou men alles wel vernemen.
Sitta liep in den tuin op en neer. In alle verbor
gen hoekjes rook het naar viooltjes, sneeuwklokjes
en krokussen bloeiden op de bedden. Zij trok den
brief van Hans Henning uit haar zak en las hein
nog eens over. De 'eenvoudige, warme woorden
waarmee hij haar zijn liefde verklaarde, haar ver
zocht, zijn vrouw te worden, grepen haar aan.
„Ik heb u reeds sedert jaren lief, Sitta," schreef
hij, „toen ik u indertijd in Glückstadt verliet, nam
ik mijn vader onmiddellijk in vertrouwen. Ik wilde
u te Roode bosch 'schrijven, maar de vernietiging
van ons vermogen verhinderde mij •'daaraan gevolg
te gev6n. Ik 'waagde het niet, u uit 'uw positie te
halen, daar ik u slechts een beseheiden leven toan
mijne zijde kon bieden. Ik was ook lang niet zeker
van uw gevoelens tegenover mij. Een kort geleden
gepast worden, aan 'de donkerste middeleeuwen.
Wolfsklemmen, vergiftige gassen, -landmijnen en
luclitpijlen, 'allerlei brandstichtend materiaal... het
is alles bekend uit tijden, dat de wereld nog geen
kuituur kende en georganiseerde roof en doodslag
nog het beroep uitmaakten van - een groot deel der
bevolking. Het weigeren van kwartier aan hem, die.
zich wil overgeven meende men, dat voorgoed -een
booze herinnering zou blijven. Doch bijkans iede-
ren dag melHt een of andere veldpostbrief, dat het
zelfde ook thans nog plaats vindt. Zoo kan men
dóórgaan.
Hoe is het mogelijk, -Vraagt men zich al, hoe
'zulk een verwording kan 'plaats hebben, hoe de we
reld zich plotseling over allerlei scrupules kanheeai-
zetten en .middelen te baat nemen waarvoor men
een jaar geleden'zou-hebben gegruwd bij het den
ken er aaD alleen?
De oplossing kan tweeërlei 'zijn. Of de toescha-
ving was maar een vernis, dat afbladderde bij den
minsten stoot, zoodat 'we nog precies gelijk aan
ïhalve w ilden zijn als -voor een eeuw of tien. Of de
beschaving bestond inderdaad en verkeerde alleen
maar weer in Larbaarschheid onder -den druk der
omstandigheden, nu de legers voor de keus staan
zelf te vernietigen op straffe van vernietigd te
worden. Zoodat dus niet de menschen, maar de krijg
zelf den oorlog zoo wreed maakt.
Zoo dit laatste bet 'geval is en dat is nog de
voor de menschheid minst-beschamende 'keus
ziet het er droevig uit met de toekomst. 'Want de.
in de laatste maanden 'opgestapelde haat tusschen
de volkeren is zoo groot en heeft zich zoo diep
geworteld, dat om het even hoe deze -oorlog af
loopt de kiem 'nu reeds gelegd schijnt voor een
volgenden.
Alleen de- totale verplettering van een der Jphr-
tijen kan de menschheid van een zeer spoedige her
haling redden. Doch dan komt heel de beschaafde
wereld onder den druk van den overwinnaar.
Wat beter is?
Wij vermogen het niet 'te zeggen.
Aan allen kant lijkt de toekomst'even somber.
En dan te bedenken, dat wij nog eerst aan het
begin staan van den krijg, 'dat de kans op een be
slissing nog in geen velden 'of wegen te 'zien is.
Datschanddaden, als bet vernielen der Lusita
nia nog wel vaker zullen voorkomen,-om, het even
of zulk een schip wel of niet contrabande invoer
de en volgens de regels wan hpt spel dus al of niet.
vatbaar was voor beslaglegging of 'vernietiging.
Maar wat spreken wij nog 'van „regels" in deze
misdadige krankzinnigheid, die immers in zichzelf
de negatie van alle-regels is.
Moordt, opdat gij niet-Vermoord worde; trek het
zwaard uit de schede opdat-gij niet door het zwaard
verga.
Zoo luiden de regels, waaraan men zich in deze
somhere dagen te houden heeft.
UITKIJK.
Uit de officiëe'e passagierslijst van de Cunard-
lijn blijkt, dat aan boord van de Lusitania 422 vrou
welijke passagiers, tal van hofmeesteressen en
ongeveer 62 kinderen waren, hoewel dit 'laatste ge
tal waarschijnlijk nog grooter is. 'Een van de ge
redde passagiers vertelde, dat hij 'te Queenstown
den vloer van een geïmproviseerd, ziekenhuis, onge
veer dertig lijken van 'kleine kinderen zag liggen.
Queenstown is nu overvol met diooden, -gewonden,
zieken en familieleden der geredden-en vermisten.
De hotels izjn veranderd in hospitalen en 4 het
stadhuis en vele andere openbare gebouwen zijn
ingericht tot lijkenhuizen.
ontvangen brief der -'erfprinsès gaf mij hoop, -dat
anijn gevoelens door u beantwoord werden. Mag ik
dat gelooven, en met dit-geloof, deze hoop het wa
gen, om uw hand te vragen? De eerstvolgende ja
ren zullen wij op Hinrichshagen op bescheiden voet
moeten leven. Ik ben evenwel de erfgenaam van
mijn oom en daardoor kom ik later in onbezorgde
omstandigheden. Mag ik een mondeling antwoord ha
len? Als gij eens wist, hoe ik er' naar verlang,
weer in uw-schoon, geliefd gezicht te zien."
Met een zucht 'liet Sitta den brief zakken. Haar
besluit was genomen, zij zou met Krockcrt trou
wen. Alleen door te trouwen kon 'zij zich bescher
men tegen den hartstocht van den erfprins. „Maar
onwaar een leugen zal •'alles zijn!" zeide zij
halfluid met-onderdrukte vertwijfling. voor
Ook hier in den tuin bleef zij niet lang alleen.
Eenige dames wilden de milde lucht genieten of
haar bedden bezichtigen. Niemand dacht er -"aan,
den wensch van Sitta om eenzaam, alleen te 'zijn,
te eerbiedigen, Het gelukte haar met geen enkele
om groetend voorbij te gaan, altijd moest zij eerst
eenige geestige opmerkingen aanhooren.
„Het mag worden zooals het wil in Hinrichs
hagen zal ik tenminste eenzaamheid hebben. Een
man kan iemand niet zóó plagen'als twintig ledig-
loopende dames doen, die voortdurend op mij -af
komen, alle vervelendheid' van nuttelooze uren op
mij willen neerstorten," dacht Sitta ongeduldig.
Eindelijk gelukte het haai' de kwelgeesten van
zich af tn schudden. 'Zij ging weer naar binnen.
Haar moeder wachtte haar reeds op. Inplaats van
ophelderingen te geven, reikte Sitta haar moeder
den Lrief van Kroctiert over. Mevrouw Van Hoo
gendal las hem opmerkzaam door.
„Als je nog hofdame geweest was," -'zeide zij
dan koud, „zou ik je beslist raden, om hem af te
wijzen. Js zou in Glückstadt een vrij wat beter hu
welijk hebben kunnen doen! Waar je echter zoo
waanzinnig ben geweest, je door een 'overijld ont
slag zulk een kans te ontnemen, weet ik werkelijk
niet of je wel ooit gelegenheid -zult hebben een
betere partij te kiezen. Natuurlijk is -het een el
lendig vooruitzicht op'een zandhoop in de Mark te
zitten! Wij willen hopen 'dat die oom gauw sterft,
dan schijnt de geschiedenis-"eenigszins overeenkom
stig onzen stand te zullen worden. In geen geval
mag je hier zeggen, dat Krochert maar de pachter
van zijn oom is."
„Dat is mij -onverschillig."
„Maar mij niet. Denk 'je, dat ik hier in -het stift
Talrijke begrafenissen trokken ldoor het stadje. De
eeste lijkbaren zijn gedekt door een -vlag, meestal
de Amerikaansche.
Volgens goede buitenlandsche gewoonte ziet men
dan de menigte, bij de nadering van zulk een stoet
stilstaan en het hoofd ontblooten, terwijl de mili
tairen in de houding gaan staan en saluëeren een
laatste eeregroet aan de onschuldige slachtoffers.
Len bezoek aan de begraafplaats van Queenstown,
zegt de bijzondere Times-correspondec-nt, brengt,
meer dan ooit en meer dan .iets -anders, thans de
verschrikkingen van dezen oorlog in herinnering.
Tevens echter vraagt iedereen 'zich tandenknarsend
daarbij af, hoe men van Duitschers verantwoording
kan krijgen voor deze misdaad.
Zeer veel heldendaden zijn bij het ondergaan van
deze oceaanreus geschied. 'Van vele helden zal
echter nooit iets verteld kunnen 'worden, 'n slacht-1
ofer als zij van hun -opoffering zijn geworden.
Er is een lijk gevonden van een'matroos met dat
van een kind dat bij, om 't te redden, -op zijn rug1
had vastgebonden, hetgeen vermoedelijk zijn ver--
drinken ten gevolge had. Er meet ook een jóngen'
van 14 jaar aan loord geweest zijn die een van de
eersten was die de torpedo zag aankomen. - Toer,
iedereen de schrik cm liet hart sloeg nam deze
knaap zeer klam de zorg op zich ,voor een vrouw
en een klein kind en bracht die -beiden in veilig
heid in een der booten. Hij zelf ging echter onder
■met het schip.
De Times ontving draadloos van een passagier
op de „Missanabie" een beschrijving van wat hij
zag toen zijn schip over de'plek ging, waar 24 uur
te voren,, de Lusitania was gezonken. 'Die beschrij
ving luidde: Zaterdag 1.30 aan de lunch. Een eigen
aardig geraas. Een vermoeden. Direct -naar het
dek. De zee bedekt met drijvende voorwerpen. Vele
stoelen. Een boot. Ik lees daarop „Liverpool". Al
gemeens opschudding. De deining van ons schip
doet die roeiboot draaien. Ik lees: „Lusitania"!
Mijn God, 't is dus toch gebeurd! Ik begrijp-dat wij
op de plek zijn van een groot treurspel. Redding
booten, een er van met - een paar schoenen en eeö
dameshoed er in. Toevouwbare -booten, sommigen
nog niet geheel opengeklapt. Roeispanen. Een li
chaam met een reddinggordel -om den hals. Dood?
Ja, dat moét wel, maar onze -"kapitein heeft thans
oo'x zelf 1000 levenden veilig naar de haven te
brengen op zijn „Missanabie". Onze snelheid wordt
verhoerd, 't Gaat nu full speed 'in zag-zag-lijn over
deze piek. Eenige lijken duiken boven de -golven
omhoog. Het water ;is, behalve naast en achter
onze boot, zeer vlak ton het is doodstil op zee. Een
angstwekkende stille. Wij werden -'allen door een
stilzwijgen bevangen en de vrouwen weenden, 'ter
wijl de mannen doodsbleek naór 'het water bleven
staren, dat onze boot pijlsnel doorsneed om uitdid
blijkbaar gevaarlijke zone te ontvlieden.
Zooals bekend deelt de 'Duiteche regeering steeds
mede. dat de Lusitania 'oorlogstuig vervoerde ei?
op een vorige reis twee in Amerika gebouwde duik-
booten aan boord had. De EngeLsche admiraliteit
ontkent dit bericht ten 'stelligste. Zij die met de
kleine laadrumite 'van de Lusitania 'op de hoogte
'zijn. noemen het belachelijk.
De Amerikaansche bladen worden in hun oordeel
niet malacner en dreigen met Duitschland in actie
te zullen treden, als Duitfechland niet ophoudt Ame
rikanen te vermoorden. In conservatieve kringen in
Amerika is men zeer voorzichtig, -De Duitsche r.e-
geering h^.eft een verklaring uitgevaardigd aan -dé
Amerikaansche regeering en andere neutralen en
wijst daarin alle aansprakelijkheid van de -hand.
YVIERINGEN.
In de Maandagavond ten 'huize van den -heer C.
de Wit gehouden vergadering is 'besloten tot op
richting eener kaasfabriek te Westerland. Er 'tra
den 14 leden toe rnet 68 6tuks melkvee -en blijft de
gelegenheid tot toetreding toog 3 dagen openge -
steld. Het bestuur bestaat uit de 'heeren N. de
Vries, W. Mostert, J. Kooi en D. 'Blaauboer.
De fabriek zal geplaatst worden aan de Laan te
Westerland.
gev aarlijk beroep.
Bij het ever brengen van brieven naar 'België is
te Gravewezel, I'. G oord en uit Zundert op een'ver
borgen contactmijn g^loopen en letterlijk aan stuk
ken gereten. Dit is in één week tijd reeds de vier
de. Voor de Duitschers was -het een goede vangst,
daar de man ruim 300 brieven'vervoerde.
bosch- en heidebrand.
Zondag woedde op den Haarlerberg -hij Hellen-
doorn een hevige hei- en boschbrand. De brand
begon circa i i uur 'en was eerst tegen den 'avond
bedwongen. De schade is 'groot, daar er ongeveer
100 hectare bosch en 500 h '600 hectare heide is
afgebrand. I
ST. MAARTENSVLQTBRUG.
Naar ons wer d medegedeeld, zal toet paardenpad
het gedeelte Belkmerweg vanaf Stolpe tot SLBIaar-
tensviotbrug, dezen zomer behard-worden.
ZURE.
Dinsdag jl. werd alhier Voor de Zijpe ton Haze-
polder aanbesteed: het éénjarig onderhoud -van: a.
de gebouwen, bruggen en verdere getimmerten; b.
de sluis en sluiswachterswoning te 'Oudesluis:
Ingeschreven was als volgt: -H. Doorn, perceel a
f 2440, b f 180; A. van Eekeren, perceel a f2085,
b. f 1G0; A. Eriks Az.. perceel a f 2100, b f 125.
Gegund aan A. 'Eriks Az.
De begrooting was: 'perceel a i 2032, perceel b
f 127.
ZTJPE.
Tot molenaar van den polder I *van de Zijpe en
Hazepolder is benoemd de heer j. IJuijsman te Bur
gervlotbrug. 1
raad van nieuwe niedorp.
Veradering yan den Raad der ;gemeente Nieuwe
Niedorp. gehouden op Dinsdag J11 Mei 1915. Voor
zitter Burgemeester Koopman. Allen present.
De voorzitter opent de vergadering, waarna le
zing en goedkeuring der notulen 'volgt.
lngekomeen i3 een schrijven van het bestuur van»
den Oosterkamperpolder over herstelling aan de Val
brug. De kosten daarvan, zullen f 250 bedragten.
De Oosterkamperpolder en de 'gemeeente Nieuwe
Niedorp zullen elk. f 125 hiervan hebben te -beta
len. Het behere berust bij genoemden polder, doch
bij belangrijke reparatiën, zooals de onderhavige, 1
laat de pold^v de hersteling 'doen, na eerst het
gemeentebestuur er in 'te hebben gekend 'en beta
len dee beide lichamen gezamenlijk -de onkosten.
Voorzitter zegt -zelf de brug te hebben gezien, die
inderdaad in zeer slechten staat Verkeert en het
poldertje heeft een 'zuinige wijze van beheer, eoo-
dat we volkomen gerust kunnen toijn, dat ze 'niet
te ve'el zullen laten doen.
De heer Wit zou er intusschen prijs op stellen,
dat er ook niet te 'weinig zal gebeuren.
De beer Kuilman acht toerstel hier noodig. Ook
de schippers klagen over den toestand dier brug,
die haast niet moer open of 'dicht te krijgen ia
en het schippersbelang is ook 'weer algemeen be
lang. 'Algemeen goedgekeurd.
Ingekomen is het verslag 'Gezondheidscommissie
te Hoorn, dat door belangstellende raadsleden kan
worden gelezen.'
De oproeping van 'sollicitanten voor Hoofd der
School te Moerbeek heeft ten -gevolge gebad, dat
2 sollicjtatiën zijn ingekomen. 'De wet eischt er 3,
dus zal oen nieuwe oproeping moeten plaatsvinden.
Voorzitte™ overweegt de vraag, of we die op -de
zelfde voorwaaiden zullen doen, of dat we er ver
erover wil laten babbelen, 'dat juffrouw Van Hoo
gendal met een pachter trouwt, 'omdat zij geen
anderen man kan krijgen? Zijn oom heeft hem 't
landgoed reeds overgedaan, hoor-je? Later erft hij
het voornaamste deel ervan. Malchow heet het
immers? Zoo klinkt detoaak wat aamieemb aarder."
„Zooals wilt, mama."
„Je zult wel spoedig willen trouwen. 'Van den
zomer kan ik je dan op dat landgoed bözoeken.
Het is afschuwelijk altijd hier te zitten. Het zal
daar wel niet zoo armoedig zijn."
„Ik vrees bijna, mama, dat het u zoo zal voor
komen."
„Gelukkig ziet Diemand het. Ik zal mijnheer Von
Krochert schrijven. Hij kan hierheen komen. Wel
licht ziet hij er presentabel uit en is hij nog niet
héëlemaal verboerd."
„Daartoe is hij nog -niet lang genoeg uit Glück
stadt vandaan. Hij ziet er -heel flink uit, voornaam
en elegant."
„Nu, dat is tenminste iets."
„Wenscht u mij geen geluk, mama?" Sitta kniel
de naast haar moeder neer.
Mevrouw Van Hoogendal legde een seeonde lang
haar hand op Sitta's haar. „Natuurlijk doe ik dat.
Was het maar een wat 'beter huwelijk, dat je doet.
Maar als arm meisje heeft tonen geen keus, ook
al is men nog zoo mooi. 'Dat weet ik uit ondervin
ding. Aanzoeken genoeg, maar zij 'zijn er ook naar.
Nu zit ik hier en ik kan je niet 'eens een uitzet
geven."
„Maak u ddar toch niet bezorgd over, mama.
Linnen, kleeren en sieraden heb ik. Meubelen - en
het overige zal wel op Hinrichshagen aanwezig zijn.
In Engeland 'en in vorstelijke hujzen krijgt de
vrouw ook niet meer mee. De inrichting van -het
huis is de taak van den man."
„Werkelijk? Dat moet je, Jals het gesprek zoo
eens loopt, vertellen, Sitta. Hier willen de oudé
babbelaarsters toch 'alles weten. Je denkt dus,
dat Krochert spoedig-zal komen?"
„Ja. Maar ik bid u, 'mama, spseek voorloopigmet
niemand hierover."
Reeds bij het' avondeten 'bemerkte Sitta aan de
nieuwsgierige blfikken, de vele toespelingen en toet
voortdurend fluisteren, dat alle -bewoonsters van
het stift op de hoogte waren en zich naar humeur
of karakter daarover verheugden of ergerden. On
verschillig liet 'het niemand. Een verloving! "Dat
•was in dit gelijkmatige leven een hoogst welkome
gebeurtenis, 'een aangename onderbreking van toet
alledaagsche. r
De belangstelling steeg, toen 'na een paar dagen
Von Krochert te Gelsheim aankwam. Zijn aankomst
kon niet verborgen blijven, want het stifisrijtuig
moest naar het sation en de 'terugkeer daarvan
werd met ongeduld Verwacht. Vele vrouwenhoof
den bogen zich ook nu weer uit de vensters, of
bleven halfverborgen achter 'de gordijnen. Aan de
meeste ramen was bovendien nog een zoogenaamde
spion, ofschoon er tveinig te bespionneeren was
want er werd al heel 'weinig bezoek in toet stift
afgelegd.
Krochert was te veel van het 'gewicht van dit
uur-vervuld en te gelukkig, zoodat hem de kinder
lijke nieuwsgierigheid der dames niet hinderde.
Hij bemerkte, dat er achter voorzichtig op een
kier geopende deuren op hem werd -gelet en nage
zien, toen hij door een meisje vergezeld, de lange
gang door naar de kamers van mevrouw Van Hoo
gendal ging. Blaar het verdroot hom niet in het
minst. Daarentegen was hij zeer teleurgesteld, Sitta
niet alleen te vinden.-
Hij had er zoo naar verlangd haar zonder getui
gen te kunnen spreken. Een heete-stroom van lief
de en geluk ging er door zijn-hart, toen hij in haar
laog ontbeerd gezicht zag. Maar in tegenwoordig
heid 'harer moeder moest hij er zich mede verge
noegen haar de hand te kussen en zich daarop on
middellijk met zijn aanzoek tot mevrouw Van Hoo
gendal te wenden. f
Een ontzettend pijnlijk oogenblik! Haar-gemaakte
moederlijke waardigheid en liefde was hem
noogst onsympathiek.
Overigens verliep het gesprek, dat Sitta zwijgend
toehoorde, bevredigend. De toekomstvooruitzichtea
ten opzichte van Malchow, stelden mevrouw -Van
Hoogendal volkomen gerust Zuchtend -stond zij
een spoedige bruiloft toe. „Een moeder brengt-im
mers gaarne offers, 'en het romantische hoofdje
van Sitta wil nu eenmaal uit liefde, niet omuiter-
lijk voordéel trouwen," meende zij.
Hans Henning wist niet, of hij deze" tamelijk zot
te opmerking -als een vleierij of als -een grofheid
moest opvatten. Hij 'zweeg daarom liever stil en
hoog zich voorover om in 'Sitta's gezicht te lezen.
Blaar deze zat sprakeloos neer, ,vmet de handen in
denschoot gevouwen.' 1
Wordt vervolgd.