Alicitti Nieivs- WOENSDAG 12 MEI 1915. 58ste Jaargang. No. 5589. EERSTE BLAD. De dingen om ons heen. DE HOFDAME. De Lusitania. Binnenlandsch Nieuws. SCHAGER COURANT. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donderdag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 9 ure wor den ADVERTENTIES in het eerst uitkomend nummer geplaatst. UitgeversTRAPMAN Co. SCHAGEN, LAAN D 5. - Int. Teleph. No. 20. Prijs per jaar f 3.Per post f 3.60. Losse nummers 6 cent ADVERTENTIES van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dit nummer bestaat uit twee bladtecn. moderne oorlog. Toen destijds de eerste Haagsch© conferentie plaats had, werd zij ten onrechte door den volksmond -in de pers ..Vredesconferentie" gedoopt. Die naam was in den mond van den een een spot, in dien van den ander overdrijving, maar ten slotte wees toch de algemeenheid van het gebruik van den term er op, dat omtrent den wereldvrede ln hoofdzaak slechts éën hoop en verlangen bestondj Wel was bet werk lang niet af eri waren het in de eerste plaats „wensicben" of volstrekt niet al gemeen© „afspraken", die als resultaat geboekt konden worden, doch het was een begin. De beperking der bewapening, hoofddoel van den Czaar bij het nemen "van zijn initiatief, raakte vrij wel op den achtergrond en als meest tastbaar re sultaat verschenen de conventies 'omtrent de wet ten en gebruiken van den oorlog te land en ter zee, omtrent de rechten en plichten der neutralen en natuurlijk ae facultatieve arbitrage, bemiddeling en goede -diensten tot vreedzame oplossing van in- ternationato geschillen, al hetgeen ter tweede con ferentie v.erd uitgebreid' en bevestigd.1 Zoo scheen het althans alsof de -'oorlog, indien al niet onmogelijk gemaakt, toch top meer humane wijze zou worden gevoerd en dat -niet-combattanten huiten het gedrang zouden blijven. Dat 't opeens tot het Millennium-(?) zou leiden, ach, dat verwachtten zelfs de grootste opt'misten niet. liet was een eerste stap en 'dit stond vast de conferentie had het zelf immers zoo gewild deze eerste zou door meerdere gevolgd worden. Alles scheen te wijzen op een betere toekomst, al volgde dan ook onmiddellijk de Boerenoorlog met al zijn ellende en daarna de reeks oorlogen in het verre en het nabije Oosten, waarbij de slachtingen toch volstrekt niet minder waren dan ten tijde toen er nog geen wetten en -gebruiken van den oorlog waren vastgesteld. s Het was echter aan de naties voorbehouden die aan de spits der beschaving heeten te staan, heel dat samenstel van voorschriften tot een paskwil te maken. Van eerst arbitreeren van het geschil kon'in de zen wereldoorlog geen sprake zijn, 'omdat er geen duidelijk'geschil aan te toonen was, omdat niemand weet waarvoor hij eigenlijk ten strijde ging en men (zie bijv. in Duitschland) al 'gepoogd heeft alle meevechtcndem beurt om beurt 'te beschuldi gen dat heel de oorlogsjammer -enkel en alleen -het werk van één hunner, dan-van deze, dan'van genen staat was. Rusland was de schuldige "heette het eerst. Neen België! werd het'toen, om ten slotte Engeland uit sluitend de schuld te geven. "En beter dan lange vertoogen bewijst het hërhaalde wisselen van stand punt,'dat men althans in Duitschland-zelf niet pre cies weet over welk geschil heel de oorlog eigen lijk loopt. Dat er in zoo'n geval weinig te arbitreeren valt, is duidelijk, zelfs al was het inroepen van een scheidsrechterlijke'uitspraak nog zoo dwingend voor geschreven in plaats van vrijwillig. Het is echter niet het werk der zoogenaamde Vredesconferenties dat ongedaan gemaakt is. Bleef het daarbij, dan zou het lang zoo -erg niet zijn. In- - plaats van inbreuk'op geschreven wetten zijn, wat veel ernstiger is, ook 'de ongeschreven- wetten van moraal, beschaving en -'menscheïijkheid geschonden en herinneren de methodes van wreedheid, die toe- FEUILLETON. 21. HOOFDSTUK 12 „De geheimzinnigheden, die jij er met je brieven op na houdt, Sitta, is werkelijk 'bespottelijk. Het is niet netjes, 'zou ik meenen, als een jong meisje brieven ontvangt en schrijft, die zij niet aan -haar moeder mag laten zien,"" Mevrouw Van Hoogendal trad 'dikwijls als een strenge moeder op, als haar dit gewenscht voor kwam. Een der stiftsdames, juffrouw Farber, die in dikke sjaals gewikkeld bij de koude Amerikaaa- sehe kachel zat, toonde door te knikken -haar in stemming, want ook zij was brandend nieuwsgierig om te weten vai? wie en waarvandaan Sitta zoo dikwijls brieven ontving. „Ik zal met u over dezen brief spreken, -'mama, zoodra wij alloen zijn," antwoordde Sitta rustig. „Dat is zeker een'wenik voor mij?"-De oude juf frouw wilde opstaan. „Laat u niet storen," weerde Sitta af. „Ik ga nu eerst een poosje in den tuin wandelen." Mara juffrouw Farber "had geen rust meer. Zij roId§ haar breikous op en ging de kamer uit naar een andere vriendin. Binnen een uur wist hetheele stift, dat Sitta Hoogendal eengewichtigen brief had Ontvangen, wiens inhoud zij alleen met haar moe der wilde bespreken, 's Avonds, bij 'het broodeten, zou men alles wel vernemen. Sitta liep in den tuin op en neer. In alle verbor gen hoekjes rook het naar viooltjes, sneeuwklokjes en krokussen bloeiden op de bedden. Zij trok den brief van Hans Henning uit haar zak en las hein nog eens over. De 'eenvoudige, warme woorden waarmee hij haar zijn liefde verklaarde, haar ver zocht, zijn vrouw te worden, grepen haar aan. „Ik heb u reeds sedert jaren lief, Sitta," schreef hij, „toen ik u indertijd in Glückstadt verliet, nam ik mijn vader onmiddellijk in vertrouwen. Ik wilde u te Roode bosch 'schrijven, maar de vernietiging van ons vermogen verhinderde mij •'daaraan gevolg te gev6n. Ik 'waagde het niet, u uit 'uw positie te halen, daar ik u slechts een beseheiden leven toan mijne zijde kon bieden. Ik was ook lang niet zeker van uw gevoelens tegenover mij. Een kort geleden gepast worden, aan 'de donkerste middeleeuwen. Wolfsklemmen, vergiftige gassen, -landmijnen en luclitpijlen, 'allerlei brandstichtend materiaal... het is alles bekend uit tijden, dat de wereld nog geen kuituur kende en georganiseerde roof en doodslag nog het beroep uitmaakten van - een groot deel der bevolking. Het weigeren van kwartier aan hem, die. zich wil overgeven meende men, dat voorgoed -een booze herinnering zou blijven. Doch bijkans iede- ren dag melHt een of andere veldpostbrief, dat het zelfde ook thans nog plaats vindt. Zoo kan men dóórgaan. Hoe is het mogelijk, -Vraagt men zich al, hoe 'zulk een verwording kan 'plaats hebben, hoe de we reld zich plotseling over allerlei scrupules kanheeai- zetten en .middelen te baat nemen waarvoor men een jaar geleden'zou-hebben gegruwd bij het den ken er aaD alleen? De oplossing kan tweeërlei 'zijn. Of de toescha- ving was maar een vernis, dat afbladderde bij den minsten stoot, zoodat 'we nog precies gelijk aan ïhalve w ilden zijn als -voor een eeuw of tien. Of de beschaving bestond inderdaad en verkeerde alleen maar weer in Larbaarschheid onder -den druk der omstandigheden, nu de legers voor de keus staan zelf te vernietigen op straffe van vernietigd te worden. Zoodat dus niet de menschen, maar de krijg zelf den oorlog zoo wreed maakt. Zoo dit laatste bet 'geval is en dat is nog de voor de menschheid minst-beschamende 'keus ziet het er droevig uit met de toekomst. 'Want de. in de laatste maanden 'opgestapelde haat tusschen de volkeren is zoo groot en heeft zich zoo diep geworteld, dat om het even hoe deze -oorlog af loopt de kiem 'nu reeds gelegd schijnt voor een volgenden. Alleen de- totale verplettering van een der Jphr- tijen kan de menschheid van een zeer spoedige her haling redden. Doch dan komt heel de beschaafde wereld onder den druk van den overwinnaar. Wat beter is? Wij vermogen het niet 'te zeggen. Aan allen kant lijkt de toekomst'even somber. En dan te bedenken, dat wij nog eerst aan het begin staan van den krijg, 'dat de kans op een be slissing nog in geen velden 'of wegen te 'zien is. Datschanddaden, als bet vernielen der Lusita nia nog wel vaker zullen voorkomen,-om, het even of zulk een schip wel of niet contrabande invoer de en volgens de regels wan hpt spel dus al of niet. vatbaar was voor beslaglegging of 'vernietiging. Maar wat spreken wij nog 'van „regels" in deze misdadige krankzinnigheid, die immers in zichzelf de negatie van alle-regels is. Moordt, opdat gij niet-Vermoord worde; trek het zwaard uit de schede opdat-gij niet door het zwaard verga. Zoo luiden de regels, waaraan men zich in deze somhere dagen te houden heeft. UITKIJK. Uit de officiëe'e passagierslijst van de Cunard- lijn blijkt, dat aan boord van de Lusitania 422 vrou welijke passagiers, tal van hofmeesteressen en ongeveer 62 kinderen waren, hoewel dit 'laatste ge tal waarschijnlijk nog grooter is. 'Een van de ge redde passagiers vertelde, dat hij 'te Queenstown den vloer van een geïmproviseerd, ziekenhuis, onge veer dertig lijken van 'kleine kinderen zag liggen. Queenstown is nu overvol met diooden, -gewonden, zieken en familieleden der geredden-en vermisten. De hotels izjn veranderd in hospitalen en 4 het stadhuis en vele andere openbare gebouwen zijn ingericht tot lijkenhuizen. ontvangen brief der -'erfprinsès gaf mij hoop, -dat anijn gevoelens door u beantwoord werden. Mag ik dat gelooven, en met dit-geloof, deze hoop het wa gen, om uw hand te vragen? De eerstvolgende ja ren zullen wij op Hinrichshagen op bescheiden voet moeten leven. Ik ben evenwel de erfgenaam van mijn oom en daardoor kom ik later in onbezorgde omstandigheden. Mag ik een mondeling antwoord ha len? Als gij eens wist, hoe ik er' naar verlang, weer in uw-schoon, geliefd gezicht te zien." Met een zucht 'liet Sitta den brief zakken. Haar besluit was genomen, zij zou met Krockcrt trou wen. Alleen door te trouwen kon 'zij zich bescher men tegen den hartstocht van den erfprins. „Maar onwaar een leugen zal •'alles zijn!" zeide zij halfluid met-onderdrukte vertwijfling. voor Ook hier in den tuin bleef zij niet lang alleen. Eenige dames wilden de milde lucht genieten of haar bedden bezichtigen. Niemand dacht er -"aan, den wensch van Sitta om eenzaam, alleen te 'zijn, te eerbiedigen, Het gelukte haar met geen enkele om groetend voorbij te gaan, altijd moest zij eerst eenige geestige opmerkingen aanhooren. „Het mag worden zooals het wil in Hinrichs hagen zal ik tenminste eenzaamheid hebben. Een man kan iemand niet zóó plagen'als twintig ledig- loopende dames doen, die voortdurend op mij -af komen, alle vervelendheid' van nuttelooze uren op mij willen neerstorten," dacht Sitta ongeduldig. Eindelijk gelukte het haai' de kwelgeesten van zich af tn schudden. 'Zij ging weer naar binnen. Haar moeder wachtte haar reeds op. Inplaats van ophelderingen te geven, reikte Sitta haar moeder den Lrief van Kroctiert over. Mevrouw Van Hoo gendal las hem opmerkzaam door. „Als je nog hofdame geweest was," -'zeide zij dan koud, „zou ik je beslist raden, om hem af te wijzen. Js zou in Glückstadt een vrij wat beter hu welijk hebben kunnen doen! Waar je echter zoo waanzinnig ben geweest, je door een 'overijld ont slag zulk een kans te ontnemen, weet ik werkelijk niet of je wel ooit gelegenheid -zult hebben een betere partij te kiezen. Natuurlijk is -het een el lendig vooruitzicht op'een zandhoop in de Mark te zitten! Wij willen hopen 'dat die oom gauw sterft, dan schijnt de geschiedenis-"eenigszins overeenkom stig onzen stand te zullen worden. In geen geval mag je hier zeggen, dat Krochert maar de pachter van zijn oom is." „Dat is mij -onverschillig." „Maar mij niet. Denk 'je, dat ik hier in -het stift Talrijke begrafenissen trokken ldoor het stadje. De eeste lijkbaren zijn gedekt door een -vlag, meestal de Amerikaansche. Volgens goede buitenlandsche gewoonte ziet men dan de menigte, bij de nadering van zulk een stoet stilstaan en het hoofd ontblooten, terwijl de mili tairen in de houding gaan staan en saluëeren een laatste eeregroet aan de onschuldige slachtoffers. Len bezoek aan de begraafplaats van Queenstown, zegt de bijzondere Times-correspondec-nt, brengt, meer dan ooit en meer dan .iets -anders, thans de verschrikkingen van dezen oorlog in herinnering. Tevens echter vraagt iedereen 'zich tandenknarsend daarbij af, hoe men van Duitschers verantwoording kan krijgen voor deze misdaad. Zeer veel heldendaden zijn bij het ondergaan van deze oceaanreus geschied. 'Van vele helden zal echter nooit iets verteld kunnen 'worden, 'n slacht-1 ofer als zij van hun -opoffering zijn geworden. Er is een lijk gevonden van een'matroos met dat van een kind dat bij, om 't te redden, -op zijn rug1 had vastgebonden, hetgeen vermoedelijk zijn ver-- drinken ten gevolge had. Er meet ook een jóngen' van 14 jaar aan loord geweest zijn die een van de eersten was die de torpedo zag aankomen. - Toer, iedereen de schrik cm liet hart sloeg nam deze knaap zeer klam de zorg op zich ,voor een vrouw en een klein kind en bracht die -beiden in veilig heid in een der booten. Hij zelf ging echter onder ■met het schip. De Times ontving draadloos van een passagier op de „Missanabie" een beschrijving van wat hij zag toen zijn schip over de'plek ging, waar 24 uur te voren,, de Lusitania was gezonken. 'Die beschrij ving luidde: Zaterdag 1.30 aan de lunch. Een eigen aardig geraas. Een vermoeden. Direct -naar het dek. De zee bedekt met drijvende voorwerpen. Vele stoelen. Een boot. Ik lees daarop „Liverpool". Al gemeens opschudding. De deining van ons schip doet die roeiboot draaien. Ik lees: „Lusitania"! Mijn God, 't is dus toch gebeurd! Ik begrijp-dat wij op de plek zijn van een groot treurspel. Redding booten, een er van met - een paar schoenen en eeö dameshoed er in. Toevouwbare -booten, sommigen nog niet geheel opengeklapt. Roeispanen. Een li chaam met een reddinggordel -om den hals. Dood? Ja, dat moét wel, maar onze -"kapitein heeft thans oo'x zelf 1000 levenden veilig naar de haven te brengen op zijn „Missanabie". Onze snelheid wordt verhoerd, 't Gaat nu full speed 'in zag-zag-lijn over deze piek. Eenige lijken duiken boven de -golven omhoog. Het water ;is, behalve naast en achter onze boot, zeer vlak ton het is doodstil op zee. Een angstwekkende stille. Wij werden -'allen door een stilzwijgen bevangen en de vrouwen weenden, 'ter wijl de mannen doodsbleek naór 'het water bleven staren, dat onze boot pijlsnel doorsneed om uitdid blijkbaar gevaarlijke zone te ontvlieden. Zooals bekend deelt de 'Duiteche regeering steeds mede. dat de Lusitania 'oorlogstuig vervoerde ei? op een vorige reis twee in Amerika gebouwde duik- booten aan boord had. De EngeLsche admiraliteit ontkent dit bericht ten 'stelligste. Zij die met de kleine laadrumite 'van de Lusitania 'op de hoogte 'zijn. noemen het belachelijk. De Amerikaansche bladen worden in hun oordeel niet malacner en dreigen met Duitschland in actie te zullen treden, als Duitfechland niet ophoudt Ame rikanen te vermoorden. In conservatieve kringen in Amerika is men zeer voorzichtig, -De Duitsche r.e- geering h^.eft een verklaring uitgevaardigd aan -dé Amerikaansche regeering en andere neutralen en wijst daarin alle aansprakelijkheid van de -hand. YVIERINGEN. In de Maandagavond ten 'huize van den -heer C. de Wit gehouden vergadering is 'besloten tot op richting eener kaasfabriek te Westerland. Er 'tra den 14 leden toe rnet 68 6tuks melkvee -en blijft de gelegenheid tot toetreding toog 3 dagen openge - steld. Het bestuur bestaat uit de 'heeren N. de Vries, W. Mostert, J. Kooi en D. 'Blaauboer. De fabriek zal geplaatst worden aan de Laan te Westerland. gev aarlijk beroep. Bij het ever brengen van brieven naar 'België is te Gravewezel, I'. G oord en uit Zundert op een'ver borgen contactmijn g^loopen en letterlijk aan stuk ken gereten. Dit is in één week tijd reeds de vier de. Voor de Duitschers was -het een goede vangst, daar de man ruim 300 brieven'vervoerde. bosch- en heidebrand. Zondag woedde op den Haarlerberg -hij Hellen- doorn een hevige hei- en boschbrand. De brand begon circa i i uur 'en was eerst tegen den 'avond bedwongen. De schade is 'groot, daar er ongeveer 100 hectare bosch en 500 h '600 hectare heide is afgebrand. I ST. MAARTENSVLQTBRUG. Naar ons wer d medegedeeld, zal toet paardenpad het gedeelte Belkmerweg vanaf Stolpe tot SLBIaar- tensviotbrug, dezen zomer behard-worden. ZURE. Dinsdag jl. werd alhier Voor de Zijpe ton Haze- polder aanbesteed: het éénjarig onderhoud -van: a. de gebouwen, bruggen en verdere getimmerten; b. de sluis en sluiswachterswoning te 'Oudesluis: Ingeschreven was als volgt: -H. Doorn, perceel a f 2440, b f 180; A. van Eekeren, perceel a f2085, b. f 1G0; A. Eriks Az.. perceel a f 2100, b f 125. Gegund aan A. 'Eriks Az. De begrooting was: 'perceel a i 2032, perceel b f 127. ZTJPE. Tot molenaar van den polder I *van de Zijpe en Hazepolder is benoemd de heer j. IJuijsman te Bur gervlotbrug. 1 raad van nieuwe niedorp. Veradering yan den Raad der ;gemeente Nieuwe Niedorp. gehouden op Dinsdag J11 Mei 1915. Voor zitter Burgemeester Koopman. Allen present. De voorzitter opent de vergadering, waarna le zing en goedkeuring der notulen 'volgt. lngekomeen i3 een schrijven van het bestuur van» den Oosterkamperpolder over herstelling aan de Val brug. De kosten daarvan, zullen f 250 bedragten. De Oosterkamperpolder en de 'gemeeente Nieuwe Niedorp zullen elk. f 125 hiervan hebben te -beta len. Het behere berust bij genoemden polder, doch bij belangrijke reparatiën, zooals de onderhavige, 1 laat de pold^v de hersteling 'doen, na eerst het gemeentebestuur er in 'te hebben gekend 'en beta len dee beide lichamen gezamenlijk -de onkosten. Voorzitter zegt -zelf de brug te hebben gezien, die inderdaad in zeer slechten staat Verkeert en het poldertje heeft een 'zuinige wijze van beheer, eoo- dat we volkomen gerust kunnen toijn, dat ze 'niet te ve'el zullen laten doen. De heer Wit zou er intusschen prijs op stellen, dat er ook niet te 'weinig zal gebeuren. De beer Kuilman acht toerstel hier noodig. Ook de schippers klagen over den toestand dier brug, die haast niet moer open of 'dicht te krijgen ia en het schippersbelang is ook 'weer algemeen be lang. 'Algemeen goedgekeurd. Ingekomen is het verslag 'Gezondheidscommissie te Hoorn, dat door belangstellende raadsleden kan worden gelezen.' De oproeping van 'sollicitanten voor Hoofd der School te Moerbeek heeft ten -gevolge gebad, dat 2 sollicjtatiën zijn ingekomen. 'De wet eischt er 3, dus zal oen nieuwe oproeping moeten plaatsvinden. Voorzitte™ overweegt de vraag, of we die op -de zelfde voorwaaiden zullen doen, of dat we er ver erover wil laten babbelen, 'dat juffrouw Van Hoo gendal met een pachter trouwt, 'omdat zij geen anderen man kan krijgen? Zijn oom heeft hem 't landgoed reeds overgedaan, hoor-je? Later erft hij het voornaamste deel ervan. Malchow heet het immers? Zoo klinkt detoaak wat aamieemb aarder." „Zooals wilt, mama." „Je zult wel spoedig willen trouwen. 'Van den zomer kan ik je dan op dat landgoed bözoeken. Het is afschuwelijk altijd hier te zitten. Het zal daar wel niet zoo armoedig zijn." „Ik vrees bijna, mama, dat het u zoo zal voor komen." „Gelukkig ziet Diemand het. Ik zal mijnheer Von Krochert schrijven. Hij kan hierheen komen. Wel licht ziet hij er presentabel uit en is hij nog niet héëlemaal verboerd." „Daartoe is hij nog -niet lang genoeg uit Glück stadt vandaan. Hij ziet er -heel flink uit, voornaam en elegant." „Nu, dat is tenminste iets." „Wenscht u mij geen geluk, mama?" Sitta kniel de naast haar moeder neer. Mevrouw Van Hoogendal legde een seeonde lang haar hand op Sitta's haar. „Natuurlijk doe ik dat. Was het maar een wat 'beter huwelijk, dat je doet. Maar als arm meisje heeft tonen geen keus, ook al is men nog zoo mooi. 'Dat weet ik uit ondervin ding. Aanzoeken genoeg, maar zij 'zijn er ook naar. Nu zit ik hier en ik kan je niet 'eens een uitzet geven." „Maak u ddar toch niet bezorgd over, mama. Linnen, kleeren en sieraden heb ik. Meubelen - en het overige zal wel op Hinrichshagen aanwezig zijn. In Engeland 'en in vorstelijke hujzen krijgt de vrouw ook niet meer mee. De inrichting van -het huis is de taak van den man." „Werkelijk? Dat moet je, Jals het gesprek zoo eens loopt, vertellen, Sitta. Hier willen de oudé babbelaarsters toch 'alles weten. Je denkt dus, dat Krochert spoedig-zal komen?" „Ja. Maar ik bid u, 'mama, spseek voorloopigmet niemand hierover." Reeds bij het' avondeten 'bemerkte Sitta aan de nieuwsgierige blfikken, de vele toespelingen en toet voortdurend fluisteren, dat alle -bewoonsters van het stift op de hoogte waren en zich naar humeur of karakter daarover verheugden of ergerden. On verschillig liet 'het niemand. Een verloving! "Dat •was in dit gelijkmatige leven een hoogst welkome gebeurtenis, 'een aangename onderbreking van toet alledaagsche. r De belangstelling steeg, toen 'na een paar dagen Von Krochert te Gelsheim aankwam. Zijn aankomst kon niet verborgen blijven, want het stifisrijtuig moest naar het sation en de 'terugkeer daarvan werd met ongeduld Verwacht. Vele vrouwenhoof den bogen zich ook nu weer uit de vensters, of bleven halfverborgen achter 'de gordijnen. Aan de meeste ramen was bovendien nog een zoogenaamde spion, ofschoon er tveinig te bespionneeren was want er werd al heel 'weinig bezoek in toet stift afgelegd. Krochert was te veel van het 'gewicht van dit uur-vervuld en te gelukkig, zoodat hem de kinder lijke nieuwsgierigheid der dames niet hinderde. Hij bemerkte, dat er achter voorzichtig op een kier geopende deuren op hem werd -gelet en nage zien, toen hij door een meisje vergezeld, de lange gang door naar de kamers van mevrouw Van Hoo gendal ging. Blaar het verdroot hom niet in het minst. Daarentegen was hij zeer teleurgesteld, Sitta niet alleen te vinden.- Hij had er zoo naar verlangd haar zonder getui gen te kunnen spreken. Een heete-stroom van lief de en geluk ging er door zijn-hart, toen hij in haar laog ontbeerd gezicht zag. Maar in tegenwoordig heid 'harer moeder moest hij er zich mede verge noegen haar de hand te kussen en zich daarop on middellijk met zijn aanzoek tot mevrouw Van Hoo gendal te wenden. f Een ontzettend pijnlijk oogenblik! Haar-gemaakte moederlijke waardigheid en liefde was hem noogst onsympathiek. Overigens verliep het gesprek, dat Sitta zwijgend toehoorde, bevredigend. De toekomstvooruitzichtea ten opzichte van Malchow, stelden mevrouw -Van Hoogendal volkomen gerust Zuchtend -stond zij een spoedige bruiloft toe. „Een moeder brengt-im mers gaarne offers, 'en het romantische hoofdje van Sitta wil nu eenmaal uit liefde, niet omuiter- lijk voordéel trouwen," meende zij. Hans Henning wist niet, of hij deze" tamelijk zot te opmerking -als een vleierij of als -een grofheid moest opvatten. Hij 'zweeg daarom liever stil en hoog zich voorover om in 'Sitta's gezicht te lezen. Blaar deze zat sprakeloos neer, ,vmet de handen in denschoot gevouwen.' 1 Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1915 | | pagina 1