De behandeling der gewonden.
Al to onstuimige ijver schaadt.
Do heer en zijn tot a.s. Dinsdag huis-toe.
Mr. ANTONIO.
ie hebben verontrust; de heer K. tur Laan trok. haar
tenslotte in. Generaal Bosboom had haar - althans ui I
elk geval do considerans onaannemelijk verklaard.
lr. ccne knappe, flinke rede, die ie twaalf ure aan-
ving en te ruim vier ure eindigde, heeft de minister
van Oorlog de -verschillende yragen, klachten, grieven i
en opmerkingen, twee dagen achtereen vanuit de Ka-J _T
nier tot licnu gebracht, zoo goed en volledig mogelijk Bi de Nieuwe Courant (pen Haag) vinden Jw© de
irachton te beantwoorden. Zonder eonig vertoon vanvolgende correspondentie uit Parijs,
iiauiuiue slugiieid, maar ook geenszins „clwpcaubas1 Van dezen in allo 'opzichten zoo droevigen oor-
noderig-oudc. woipenZ.Exc. hcefi i aangedurfd omis toch tvel een der droevigste kanten, dat de
uo wm. ri.iici'l.jA riu meomng ie zeggen. >-.aar hijvorm van krijgsvoeren leidt aan beide zijden
oen beroep doo op de eïeuicniie der vergadering oun mijn i fen uiterst moeilijke wijze van gekwetsten-
taak niet al te moeilijk te maken, daar doe i.. t j verzorging 'in eerste linie, juist daar -'dus waar eer-
uiet voor mijzelf maar wijl iu baset, dat 's lunch» beiang1 hulp het allermeest geboden is. Dunant s werk
iiana niet zou worden gediend door wisseling van liootd van 'het Hoode hruis, het vond destijds zijn oor-
aan het departement., En niemand zal de juistiieid de-1 sprong in de overweging dat zoovelen hulpeloos te
zcr opmerking den heer Bosboom wenschen ie betwis-velde bleven, liggen, omdat de medische hulp en do
haar toegevoegde handlangersdiensten toenmaals
zoo 'te eenenmale ontoereikend waren. Over de
gansche wereld beaamde men zijn aanklacht, en het
streven werd gericht op al wat kon dienen om aan
die gruwelijke leemte tegemoet te komen. En nu
bij alle legers der beschaafde mogendheden ruim
schoots is vooi zien in alles wat aan -personeel en
materieel noodig is om de gevallenen zoo spoedig
mogelijk te hulp to komen. nu zijn opeens door
de moderne strijdmiddelen de oorlogsvormen ge
wijzigd; de positieoorlog is Tegel geworden; de le
gers „trekken" niet meer, bun gewonden ter da
delijke opneming en' behandeling achterlatend. Neen,
de loopgravenoorlog en -'de zeer zware acties op
betrekkelijk kleme terreindeelen zijn -ontstaan;
slechts korte afstanden scheiden de weken- en
maandenlang ter plaatse zich-vastklampende weder
partijen; en hl wat daartusschenin -komt te vallen,
ligt vaak uren en dagen onbereikbaar -voor weg
voering en 'heelkundige verzorging, bloedt dood,
bevriest, blijft blootgesteld aan vuur 'en contra-
vuur, verhongert en verdorst, bezwijkt aan pijnen
en afmatting, in één woord, is prijsgegeven aan
een niet minder wreed lot als ook tot'den Krimoor-
log zooveel gekwetste militairen trof.
We kennen ze slechts uit vroeger tijden, de
woorden: schorsing der vijandelijkheden 'geduren
de zekeren tij 1, teneindle de gewonden te kunnen
wegvoeren en de dooden te- 'bëgTaven. Deze oorlog
schijnt te wreed voor zulk handelen. Ieder 1 heeft
gelezen, in de verlcopen wintermaanden, -van geval
lenen bij avondgevechten, die den langen kouden
nacht zonder hulp, klagend-'en jammerend, tusschen
de weder/ijdsche ijzeerdraadversperringen 'moesten
blijven liggen, daar 'elke poging hen hulp te bren
gen, door vuhr werd onmogelijk gemaakt. Dan ging
een dag van nieuwen vuurstrijd over 'hen heen,
tot de duisternis weer viel en de dood, barmhar
tiger dan de mensch, zich over hen ontfermde. En
zelfs den lijken bleef alle 'mededoogen ontzegd
dagen, weken, maanden lagen ze er, onder -sneeuw
bedolven, later weer uit de sneeuw blootgedooid.
zonder dat 'zelfs maar de identiteit kon worden
vastgesteld om altbans -hun geliefden, hun verwan
ten uit een wreede onzekerheid 'te bevrijden.
Ook zijn heel wat gekwetsten door de eigen wa
penbroeders of den vijand 'verder afgemaakt, waar
men wist, dat ze toch onbereikbaar waren voor
Hoode Kruis-hulp.
Zie, dat alles is ten '"hemelschreiend. Dat moest
alles niet kunnen zoolang beschaafde volkeren 'nog
congressen houden en regels voor den oorlog vast
stellen, waartoe zeer zeker behoort dat de door ver
wonding weerloos geworden 'vijand geen vijand
meer is, maar recht heeft op hulp 'en verzorging,
T zij van de eigen, H zij van de ■'andere partij.
Waarom nog een Hoode Kruis-band, wanneer
toch ongelukken of vergissing blijven -daarge
laten niet de 'minste rechten meer waarborgt',
welke aan den non-combattant toegekend heeten?
Colette ver schreef dezer dagien 'een roerend
stukje. Zij wijdde het aan het stilde, haast beschei
den werken vanhet korps militaire medici. Niet
achteraf wel te verstaan, niet'in de hoofdverband-
plaatsen en de hospitalen, 'maar aan het 'front zelf.
Ze wijdde het aan de teedere toewijding der 'jon
geren van het gilde, die gisteren 'nog student wa
ren; 'en tevens aan hun onmacht, -te kunnen doen
voorvéél 'kameraden wat ze toch zoo -heel gaarne
zouden willen doen. Dat alles door.... de omstan
digheden. 1
Wij vernemen zoovéél van gevechten ;en dezer
resultaten: van hen die 'uit deze worstelingen fte-j
rugkeerden; van de hulde aan ^die overlevenden
gebracht. Maar zoo betrekkelijk weinig van hen
die toch éók hun 'aandeel aan de schitterende ac
ties hadden en die meer 'dan dat er hun ge
zondheid, bun leven tevens aan offerden. En vaak
hoe? Op de afgrijselijkste wijze die men zi'ch den
ken kan. Ik sta slechts even 'stil bij hen die -al
thans konden terugkeeren van dat'vreeselijk frdnt.
Gisteren nog gingen er twee langs mijn stille woon
straat, -door een pleegzuster begeleid. Jonge, fris-
sche kerels. De :een had geen gelaat meer, slechts
een witten verbandbundel, waaruit een puntje neus
stak om te kunnen oadeimhalen. Zij geleidde hem
daarom. 'Trouwens oogen bezat de jongen niet
meer. En de ander. 'Denk u het gelaat van iemand
die in een vat met'vitriool is gevallen. Een afzich
telijke wondencombinatie, -'met aan één kant nog
een beetje gezichtsvermogen, genoeg om zonder
hulp den weg to kunnen vinden. Tk zal hier niet
op doorgaan; zoo 'zijn er vele en Vele duizenden.
C'est la guerre.
Maar daar aan heft front, waar de "middelen om
te kunnen bijspringen en helpen even groot zijn
als de onmacht om het to kunnen doenl Wat moet
daar geleden worden, stil, 'onbekend.
Die jeugdige artsen, zóó van de 'gehoorzaal over
geplaatst naar oorden waar het Jergst denkbare
ten!..,. En tegenover de wenschen om in te grijpen
op een gebied, waar de generalissimus vrijheid Van be
weging moei hebban, daar maakte Z.Exc. de rake en
f'jnc opmerking, dat „hij niet behoort tot de menscheiv
he iemand, met eone zware en móeielijke taak belast,
•elkens óm verantwoording komen vragen". Ook zei
de minister, dat een debat, als nu weer gedurende
ele uren in dc Kamer gevoerd, alleszins geschikt is
om den geen in het leger te bederven." En hij scliakel-
do er aan vast eene verzuchting over den evenzeer slech
ten invloed, door menig artikel ia „Het Volk'op dien
geest uitgeoefend. Wat niet wegneemt, dat vau de 620
commandanten geen enkele de lezing vain dal blad heeft
verboden, terwijl slechts zeventien de verspreiding belem
merden, waarvan een vijftal» in hetzelfde garnizoen.
Uit 's ministers x-ede valt voprts in de eerste plaats
aangestipt, dal ook hel kader van de L.W.-lichling-1907
huistoe zal gaan, terwijl 't nog slechts zal wqftjen ge
bruikt voor opleiding van den Landstorm. Slechts zij,
die bij de administratie werkzaam zijn of voor hoogeren
rang worden opgeleid, zullen bij den troep blijven. Zoo
dra de omstandigheden 't veroorloven, zullen nog meer
dere L.W.-lichtingen met verlof kunnen gaan.
Een sympathiek woord van den minister was, dat
Z.Exc. zal gelasten, cr tegen te waken dat bij het op
leggen van arrest Eet verlof erbij inschiet. Den lieer
Ter Laan wees gen. Bosboom er Op, hoe het militair
gezag, in do huidige omstandigheden uitgeoefend, op
wq'tolijken grondslag berust. De Regoering kan niet in
grijpen slechts wenken geven.' Het mobilisatie-debat der
jongste dagen bracht den minister het beeld voor oogen
van iemand, die al de stof in een huis te vindon, in
één vertrek bijeenbrengt, en dan uitroept, dat 'theele
huls zoo schrikkelijk vuil is... Een vreemdeling, zei
hij pog, die van deze debatten kennis neemt, moet
tot de conclusie komen, dat 'er bij Ons leger totaliter
niets in orde Gs. Z.Exc. betwist volstrekt niet -dat er
leemten zijn, maar komt slechts op tegen generaliseerend
overdrijven.
Zoo heef: hij ten Volle erkend, dal de administratie
nog lang niet is wat ze moet wezen. Er 'zijn 12 a 1300
administrateurs aan het werk; Sn normale omstandig
heden bedraagt dat getal 3 a 4001.... Gaandeweg, moet
men dc situatie Jeeren overzien en beheerschen.
Ten opzichte van de hooibouwverloven kon de mi
nister nog geen belofte afleggen. Ik moet hier met
voorzichtigheid terade gaan zei hij want anders houd
ik ten slotte ccen ty* van de manschappen over!.,..
Met betrekking tot den geneeskundigen dienst wees
Z.Exc. op den omvang'dei' simulatie;-van het riekte-
voorwenclenwaarbij aan Sommige burger-geneesheeren
een handje zouden meehelpen. Na. de mobilisatie zal
daarover e.vn verslag het licht zien. Met den Rhcdm-
schen heer Van Nispen tot Sevenaar bleek de minister
't volkomen eens te zijn, dat paarden-sinokkela-ij kan
worden' tegen-gegaan zonder weidc-verbou binnen een
afstand van 2 K.M. van de grens. Dit was dus een succes
voor den Rhodcnschen afgevaardigde en den landbouw.
De geheime circulaire van generaal Snijders over de
mobilisalie-elubs, las de minister m haar geheel voor;
en wie onbevangen oordeelt, zal moetenerkennen, dut
ze toch heusoh zoo ijselijk niet klinkt. Van socialisten
is daarin geen sprake.
Ten opzichte van de lectuur, kan de vrijheid der
cominannanten niet aan banden worden gelegd.
Op verschillende punten heeft generaal-Bosboom
zooals men ziet eene bevredigende, tegemoet-komen-
de houdiofl aangenomen.
Hot derae krediet van vijftig millioen is toegestaan,
alsmede het verlof om de JJchting-1916 vervroegd op
te rpepen. Van de reeds toegestane honderd millioen
zul'cn nog vijftien „beschikbaar blijven".
(Hoevele malen zal de minister van Oorlog nog bij de
Vertegenwoordiging om nieuw mobilisatie-krediet moe
ten aankloppen r "Wanneer z4l, eindelijk, het oogenblik
van dcmobiliseeren zijn aangebroken "Noch gen. Bos
boom, noch gen. Snijders, noch een van ons allen ver
mag daaromtrent iets voorspellen!.... Dc Kamer heeft
nu haar hart kunnen uitstorten; de minister van Oor
log is weer op het Plein aan den arbeid getogen.
Te hopen Is, dat de heeren hem nu een poosje „met rust
zullen laten". Dat er van de thans gevoerde debatten
iets goeds zal voortspruiten tot verbetering van mobili
satie-toestanden van verschillenden hard, ook dil mag
niemand betwisten. En daarvoor komt aan de afgevaar
digden, die .zich beijverden ze aan den dag to bren
gen, zeer zéker een woord van erkentelijkheid toe.
In den zeer-latcn namiddag wilde de heer K. ter
Laan nio: slechts nog gaan repliceeren, maar hij verklaar
de aan de twintig minuten, hem' volgens het Reglement
•.ar. Orde daarvoor toegemeten, lang niet genoeg te heb
ben IVoorzitter Borgesius werd geweldig boosriep
uit, dat 't er niet toe deed of de heer K. ter Laan
't in deze niet met hem eens was; als hij het Regle
ment maar gehoorzaamde. De Kamer maakte zich da
nig vroolijk over do kibbelpartij, die spoedig en zonder
„kleerscheuren" afliep. De 'heer Ter Laan is een te
verstandig en eerlijk man om straks niet te erkennen, dal
't ongelijk hier aan rijn kant was.
koortsachtige opgewoisienheid. Zij vreesde en hoop
te afwisselend, dat de erfprins door een toeval iets
van haar verloving mocht te hoóren komen-en zoo
doende verhinderend en reddend zou kunnen optre
den. Maar zij hoorde niemendal van hem.
Uit Glückstadt kwam 'een prachtig zilveren1 thee
servies ais bruiloftsgeschenk aan. Mevrouw Wan
Hoogendal straalde en de dames uit het stift be
wonderden het allen luide. -'Sitta zette het zonder
een woord van vreugde op 'zijde.
Zij naaide vlijtig aan. een japon'voor haar moe
der, die deze met !de bruiloft zou 'kunnen dragen.
Een nieuwe kon niet worden aangeschaft, maar het
oude moest onherkenbaar worden veranderd. Over
haar eigen toilet'dacht Sitta in het geheeel niet na.
„Ik trek' het een of ander wit japonnetje welaan,
ik heb er zoovele," meende zij onverschillig. Onge
lukkigerwijs ontdekt© mevrouw Van Hougendal het
met zorg ingepakte wit zijden kleed en stond er
bepaald op, dat Sitta 'dit met de bruiloft zou aan
trekken. Sitta verzette zich, maar alles was tover-
geefsch, alle voorwendsels brak haar 'moeder kor
daat af. Tenslotte gaf 'Sitta zooals gewoonlijk 'toe,
om maar rust te hebben. 1 1
Wanneer zij niet voor haar 'moeder naaide, zat
Sitta 'dikwijls stil, bijna gedachtehloos voor zich
uit te kijken en staarde naar het bontgekleurde
tapijtpatroon. Een verlammende moeheid lag 'er in
al haar leden, 'e Nachts sliep zij -slecht, onrustig en
door hoesten'gekweld, dikwijls ontwaakte zij reeds
bij het grauwen van den 'morgen, onverfrischt en
éven mat. Misschien maakte de zoele buitenlucht
haar zoo slap en lusteloos. De dokter Van'het stift
die haar onderzocht schreef haar van allerhand voor
en ried voor den volgenden winter een langdurig
verblijf in het Zuiden.
Sitta lachte droevig. „Den'volgenden winter zit ik
op het land. Ik trouw over enkele 'weken."
„Zoo zoo!" De oude heer streek bedenkelijk
over zijn board. „Het zou bepaald beter zijn, als
de bruiloft Dog wat verschoven werd," meende hij
aarzelend. „Alle organen zijn teer vooral delon-
,Nu de landlucht is de beste medicijn", viel me
vrouw Van Hoogendal in, want een verschuiven van
de bruiloft zou haar zeer onaangenaam zijn. „Den
nen zijn er genoeg in de Mark daar kan zij zoo
veel frissche lucht ademen als zij wil."
„Men heeft daar in den winter zeer ruwe winden
en in den zomer zand en stof. Dat is niet goed-voor
de freule."
Maar Sitta wilde van geen uitstel weten. Een
weinig moede voel ik mij reeds lang en gehoest heb
ik al reeds zoo dikwijl6."
„Sedert wanneer?" r
„Och, eigenlijk steeds,' niet waar mama?" r
„Ja, misschien is het wel een aanwensel gewor
den, dokter."
„Dat geloof ik niet, mevrouw. 'En we zullen 'ho
pen, dat de freule op het 'land weer krachtig mag
worden, want -dat heeft ze wel noodig."
Sitta was te zorgeloos, te weinig gewend om aan
haar gezondheid t© denken. -Mevrouw Van Hoogen
dal te egoïstisch, om 'den ernst van -den toestand
te beseffen. Sitta poogde 'er den draak mee te ste
ken. Zij wist maai' 'al te goed hoe -haar moeder
zulke vermaningen placht op te nemen. 'Zij boden
maar'stof tot nieuwe klachten.
Slechts de zusters van'Hans Henning zouden voor
de bruiloft overkomen, 'maar de oude'Krochert ver
zette zich met kracht om de bruiloft bij te wonen.
„Een 'bruiloft in een dame&stift. Twintig oude
babbelende 'wijven, en dat zou ik moeten uithou
den neen, mijn 'jongen, ik zou heel "veel voor je
doen als het zijn-moest, maar dit gaat boven mijn
krachten!" antwoordde ön oude op het vragen van
Hans Henning, „Karola heeft er ook niets bij te
doen. Amuseeren ozu zij zich heelemaal niet-en ik
zou haar 'hier maar heel erg missen."
Karola bedankte hem -"met een kus. Zij was heel
blij niet op reis te moeten. 'Zij kon het tegenover
Kans Hanning niet weigeren om 'de bruiloft mee te
maken, maar zij had met groote droefheid aan dien
dag reeds gedacht.
nienschelijke lijden heerscht, ze schreven mme. Yver
'van hun groot, groot medélijden waarvan do in
rouw gedompelde verwanten 'zoo niets of weinig
weten. Moit pour ia patrie! 'Het is en blijft een
mooie dood. Maar hoé, maar hoé-vaak? Zij, die me-
dioi 'de soldaten zonder geweer wetejL daar
het'moest van. Veel, veel meer dan die-anderen, in
den tuimel der actie Verk.eerend.
Ik vernam zelf een en ander van een terugge -
keerde tot het -leven bedoel ik. Hij was al
grognard gewtroen, na 'aóht maanden te hebben
gestreden en to zijn gespaard gebleven. Van zijn
zelfverwijt. Een loopgraven-zijgang moest worden
ingeruimd voor den dokter en zijn 'helpers. 'Dat
wekte misuoegen. Ze voelden zich daar zoo goed
en betrekkelijk veilig ook. Die dokters ock!
Den volgenden cag was er een heftig treffen, 'n
attaque der I ranschen. Met RosaÜie de bajonet
vooruit. En een scontra-attaque.
„We sparen niet meer," zei 'hij me. „Die tijd is
voorbij; dat handen opsteken op 't allerlaatste mo
ment. Dat kennen we nu al lang. -Ze hebben ons
.óók nooit gespaard In 't begin kwam er wel eens
wot aarzeling in je, iemand te doorpriemen. Maar
nu gaat 't kuiten je "denken 'om... Welnu, er vallen
heel wat Duitsohers, Maar -ik èn 'n aantal van m'n
makkers óók. Daar lagen we; hoe lang mag de
hemel weten. We zuchtten en kropen in het nacht
duister, in modder en bloed. En 'de kogels gierden
van beide konten over-ons heen....
„Toen kroop er iets langs me en tegen me 'aan,
tastend. En m'n angstoogen herkenden den dokter
en z'n handlangers, die het razend vuur trotseer
den om ons te zc-eken. Een hand streek zachtjes ovei
nrijn gezicht en nvn hart. Ze namen me op, stille
tjes. zoo zacht als vrouwen doen; mij, met m'n,
verbrijzelde ledematen.
„W ij werken in drift en met hevigheid. Z ij wer
ken ook, met evenveel gevaar, maar stil enhedacht-
zaam :alsof 't boevenwerk was. We redden het
land allemaal. Maar zij rediden óns ook nog, bo
vendien. Wat is dat mooi!' Kruipen ze tegen een
Duitsch°r aan, dan is hun handelen er niet min
der oni. En dat moet nu ajles zoo stil en gluipe
rig haast gebeuren, tegen 'kruisvuur en alle addere
gevaren in. Want heeft men maar 'de lucht van
eenig beweeg, dan vallen de schoten." 1
Wat langs het 'zoo uitgestrekte front de genees
kundige dienst onder zulke 'omstandigheden doet,
dat zal nooit voldoende bekend worden. Dat blijft
grootendeels 't geheim der dooden, vóór -hun af
sterven stil weggehaald van de plaats der verschrik
king, verzorgd en 'vertroost vaak in een of ander
projeotieJgat, en zacht ingeslapen'in de armen hun
ner onbekende verplegers terwijl ze half bewus
teloos reeds prevelden van hun moeder
Ik wil slechts wagen: is 't niet Jdroevig dat het
zóó met de gewonden moet gaan in -dezen oorlog,
na al de verbeteringen, ten bate van het lot der,
gewonden in dc moderne legers aangebracht?
Binnenlandsch Nieuws.
UlTVOEIl VAN PAPIER.
Uit belanghebbende kringen verneemt het Hdbld.,
dat Duitschiand den uitvoer van papier en van de
stoffen, waaruit papier gemaakt wordt, heeft ver
boden.
WIE SMOKKELEN WIL, MOET HET GOED
DOEN.
De vrouw van een 'Duitschen douanebeambte aan
het Springdal werd door 'de Nederlandsche grens
wacht'bij De Poppe te De Lutte betrapt op het
smokkelen van boonen. De dame had de onvoor
zichtigheid de boonen 'onder hare onderkleeren te
verbergen, doch had geen .vermoeden, dat er een
scheur zat in het papier. De boonen rolden er uit
en bionden den weg aan, dien de dame gevolgd had.
SMOKKELAARS.
Op de grens onder Glinge heeft zich dezer da
gen het volgende afgespeeld:
Een drietal Belgen hadden het plan opgevat meel
te smokkelen naar hun vaderland of zooals men
tegenwoordig 2egl „over den draad" te wippen.
Des nachts zou dit werk verricht worden. Onder
weg werd wat rust genomen toen de drie Belgen
plotseling een viertal mannen op zich af zagen ko
men, waaronder een in militaire kleederen. De Bel
gen-hielden zich zoo stil mogelijk, de soldaat loste
een paar schoten, welke echter zelfs te zwak waren
voor revolverschoten. De soldaat en de andere 3
mannen namen de zakken meel op en bgingen er
mede weg gevolgd door de Belgen, die nu plotse
ling in den soldaat een verkleeden heruchten smok
kelaar li erkenden, die met drie handlangers op
deze wijze aan de smokkelwaar trachtte te ko
men. De schoten waren gelost uit een hondeupistool.
De Belgen gingen hun üie.ven te. lijf en er-ontstond
een vechtpartij waarbij zelfs het mes te pus kwam
en waarbij zekere "V. vrij ernstig aan de hand en
aan het zitvlak werd verwond.
TOELAGE INGE 1 KOKKEN.
De „Ned," verneemt dat Zondagavond bij de
entrée der Dierentuin-kermis niet minder dan 40
porsonon zijn genoteerd, die de kermis wilden be
zoeken en door bet Haagsche Steuncomité worden
geholpen, Hun toels-ge is terstond geëindigd.
Naast dit bericht klinkt dubbel 'aandoenlijk, dat
10 pet. van de l<ex mis-entrées ten bate komt van....
het Haagsche Steuncomité. 1
ZOO WAS HET. ,.L
In een brief van 'een Afrikaander vinden wij het
volgende verhaal uit Zuid-Afrika'
Een loaylist 'ondersteuner, van Botha's regeering)
Zij-hielp Hilde vlijtig aan de-inrichting van Hm-
richshagen. Er moest daar veel veranderd worden.
De erfprinses had de -"mooie rococo-meubeltjes ge
zonden, die er in Sitta's zitkamer "in Glückstadt
stonden. Dat wus een bijzondere verrassing voor
de jenge vrouw. Zij scheen in haar vreugde over
dit huwelijk maar niet genoeg voor Sitta te kun
nen doen.
Karola en Rilde, richtten Hilde's vroegere woon
kamer op Hinrichshagen'met al deze mooie dingen
in. Maar de lage zolders en kleine ^vensters, trou
wens de geheele inrichting der kamer, was inscherp
oontrast mot al deze mooie -en elegante dingen.
„Vroeger was het •'hier behageSijker," meende
Hilde. '„De oude zaken pasten hier -beter. Er is
hier nu geen harmonie. In een pachtershuis behoo-
rc*n geen vorstelijke meubels." Zij keek met bedroef
de oogen in de veranderde ruimten rond. Steeds
weer uit den grond gerukt -te worden, als men er
zich geworteld had dat scheen haar noodlot te
zullen worden.
„Wanneer-ik alle vazen en schalen-met rozen vul,
zal 'het er wel mooi uitzien," meende 'Karola. Zij
stond boven op'een laddJer en spijkerde zelf-de lang
op den grond sleepende 'zijden gordijnen vast.
„is or aan mij geen behanger verloren gegaan,
Hilde? Ik ben er trotsoh op, hoetoooi ik die gor
dijnen geplooid heb."
„Je bent een dappere ziel, Karola! Hilde knikte
haar ersntig toe.
Dat was de eenige 'maal, dat Hilde'het doorsche
meren liet, dat zij het 'bftrtsgdheim van Karola had
geraden.
Het jonge meisje 'antwoordde niet. De hamersla
gen klonken energiek en verhinderden 'elk, verder
onderhoud.
Hans Iiennlng vond het "hoogst onaangenaam, dat
oom Krochert en Karola niet mede te trouwen gin
gen. Hij nam het zijn oom kwalijk. Daar hij ook
«en deel bezat van de Krochertsche stijfhoofdigheid
nam hij zich stellig voor, om zijn 'oom niet achter-
te loopen en ook Bitta niet op te dringen.. Voor
zat met een rebel jn den trein.
„Ik snap Diet," zei de loyalist, „waarom jij 'n
rebel werd."
„Och,"' zei de rebel, „het komt zoo mijn groot
vader was een rebel, "mijn vader was ook een en
toen dacht ik, ik zal ook maar een worden."
„Dat vind ik 'n zeer zwak argument," -antwoord
de de loyalist. „Als jou grootvader "n aap was, en
jou vader ook, moest jij ook dan -één zijn?"
„Neen," ant>voowlde de rebel, „dan zou ik -een
Botha-man zijn."
PROV. RUND VAN ZIEKENFONDSEN IN NOORD-
UOLLAM».
Onder leiding van den heer W. C. Visser uit Nieuwe
Niedorp, liield Donderdag de Provineia.e Bood van
Ziekenfondsen in Noord-iioLand rijn algemeene verga
dering te AUunuor, waar 42 afdeelingen vertegenwoordigd
waren. i
In rijn openingswoord sprak kle voorzitter de hoop
uit, dat te midden van een üjdperk, waai in met hel nut
tig acht wantrouwen en haat te zaaien tusschen meu-
schen en mensohen, de Bond rich hiervan zal onthouden
en begrijpen, dat we elkaar noodig hebben. Mol groote
dankbaarneid he-dacht >j>r. dat ons .a.id tót nog ü*i
niet in den krijg werd betro-kken, doch niettegenstaande
dit groote gelui, trad ook voor den Bond na Juli
1914 een tijdperk van slapte in, of nog erger, van stil
stand.
Strekte de in bijna elke richting merkbare verlam
mende invloed rich ook uil tot ons vreedzaam work, in
ne. belang der rieken; vroeg spr.
Of drongen nog ijselijker n'ooden zóó naar voren,
dat ze in "hel gareel spanden allen, die hun krachtefr
beschikbaar stelden r
En nu Zijn wij; tle crisis reeds te boven r Ont
luikt er nieuw leven r Ik wensch, eindigde spr;, de door
eenige afdeelingen ontvangenvoorstellen te begroeien
als zoovele getuigen van herleefden yver.
Aan het jaarverslag ohtleenen wij, dat 31 nieuwe
afdeelingen toetraden, terwijl -rekening en verantwoor
ding over 1914 en begrooting over 1915 werden goed
gekeurd.
Omtrent de resultaten van den Bond werd o.m. me
degedeeld, dat het aantal aangesloten fondsen 77 be
draagt met 14.824 leden. Hieronder waren 10 fondsen
met "minder dan 50 leden, 19 fondsen met 50—100
leden, 22 fondsen *foiet ..100—'200 ledèn, 15 fondsen met
200—300 leden, -6 fondsen met 300—400 leden, 1 fonds
rnet 400—500 leden, 2 fondsen met 5001000 leden
en 2 fondsen met 1000 of meer leden.
Het oudste fonds is opgericht in 1838 te Andijk; de
bezittingen der gezamenlijke fondsen be'.oopen rond
f 125.000, dat is per fonds f 1600 en per lid f 8.33.
Uit het overzicht van de grootte van de bezlliingc-n
der fondsen bleek, dat 'over hot geheel -genomen onder
de oudste fondsen de meeste gevallen voorkomen van
een flinke bezetting per lid. Wanneer men dit Wzit
deelt door het aantal Jeden, verkrijgt men een bedrag
dat zeer afwisselt voor .de -verschillende fondsen; het
kleinste is f 1.80, het grootste f 44.60 per lid.
Uil het overzicht van de bezittingen in verba na
tot het aantal leden bleek, dat bij groepeering men fae-'
vond, dat vóór de tien kleinste fondsen per lid f 23.47
aanwezig is en voor de grootste tien fondsen f 4.22,
per lid.
Tn de jaren J912, 1913 en 1914 dooreengenomen,
werd waa rgenqpen per jaar en per lid 4V2 dag ziekle
naar mate de fondsen ouder rijn, is een grooter aantal
riek'edagen waargenomen.
Uit het overzicht van ziektedagen per week slippen
wij len slotte aan: alle fondsen 41/2 dag, de 11 jongsle
"3/i dag, de '18 fondsen (opgericht van 1890—1899)
dag en de 10 fondsen (opgericht 1838—1889) 61/4
dag.
De door de afdeeling Wormerveer ingediende regie-
men Is wijzigingen werden ingetrokken. Beslolen werd met
73 sfeminen voor, 17 tegen en 2 blanco de Kon. goed
keuring van de Slatuten aan te vragen, alhoewel deze
s'atulen na aanneming der nieuwe Ziektewet weer zul
len moeien gewijzigd.
De volgende voorstellen der afdeelingen Nieuwer-
Amsfel, Ouderkerk a.d. Amstel en Aalsmeer werden aan
genomen lo. onder erkenning van het vele dat reeds
is bereikt, beproeve het Bondsbestuur de nog niet aan
gesloten ziekenfondsen 'in Noord-Holland tot den Bond
e brengen en daartoe ook de'hulp in te roepen der
besturen van nabij zijnde afdeelingen; 2o. waar in
een gemeente meer dan een afdeeling van den Bond
bestaat en geen grenzen voor elke afdeeling zijn vast
gesteld. zoo noodig onder aanbod van medewerking
daarloe; 3o. het Bondsbestuur opene de mogelijkheid
om. in de toekomst noodlijdende afdeelingen tijdelijk-
geldelijke steun te verleenen. De alg. vergadering wijze
drie afdeelingsbesturen aan, welke een voorstel, ter
zake indienen, waarin de voorwaarden voor steun --i
de financieele regelingen rijn omschreven. (De afdeel net
besturen, die de voorstellen indienden, werden d.ior de
vergadering hiertoe aangewezen); 4o. ten opzichte win
de vorming van het Bondsbestuur worde Noord-Hoi!«v:i
verdeeld in negen kringen, nader te 'omschrijven waar
uit de leden van het Bondsbestuur wonden gekozen.
Na intrekking van een voorstel van de afdeeling
Driehuizien kreeg mr. W. H. A. Elink Schuurman hei
woord, die o.m wees op eenige zwakke punten in hei
beheer van ziekenfondsen, daarbij aandringende op be
tere kennisname en behoorlijke aanteekening van den
leef'ijd en het beroep der leden in' verband met de pre
miebetalingen.
Zuinigheid bij administratie, speciaal bi? het ophalen
der contributie. In het algemeen wordt voor 10 ct. op
halen 2 ct. aan den bode gegeven, dit is volgens spr. te
voel. Ophaling der contributie per maand of kwartaal
is veel economischer.
Hierna werd de vergadering gesloten onder mededee-
lihg, dat bij den gestadigen bloei van den Bond twee dn-
qen voor hef houden der algemeene vergadering in het
uitricht werd gesteld. HdbTd.
alles zou bij hem van nu af'om geen vermindering
van pacht vragen, of welke hulp ook van hem
•eischen. Zeer precies 'leverde hij vóór de bruiloft
de eerste pachtsom af, ofschoon hij nauwelijks wist
!hoe hij het geld voor de verdere uitgaven'zou vin
den.
Oom wilde blijkbaar iets zeggen. -Hij hoestte en
aarzelde het geld aan te nemen. Maar Hans Hen
ning zeide scherp: „Oom, in dit oogenblik is 'u
slechts de eigenaar en ik de pachter van Hinrichs
hagen," zocdat de oude man boos zweeg, met een
donkerrood hoofd de kwitantie schreef en haar stil
zwijgend naar zijn-neef schoof.
Geen van "beiden kon het over zich verkrijgen,
den ander bet eerste verzoenende ;woord toe te
spreken. En toch ondervonden beiden deze verwij
dering als iets oanangenaams en 'smartelijks. Ooms
besliste weigering om de bruiloft bij te wonen
maakte natuurlijk de yerhouiding weer niet beter.
Hilde^dacht ook niet met genoegen aan haar broe
ders huwelijk, dat haar beroofde van de haar reeds
lief 'geworden bezigheid in haar nieuw Jen prettig
thuis. Zij verheugde er zich alleen op, Ilse te kun
nen ontmoeten en veel met haar te babbelen.
Het bleef tot 'het laatste oogenblik onzeker of
Hilmar zijn jonge vrouw 'zou vergezellen. Tenslotte
kwam Ilse alleen te Gellfilheim aan. Natuurlijk wa
ren er weer duizend verontschuldigingen voor Hil
mar.
„Veel redenen en hief'óén steekhoudend," zoo
dacht Hilde, maar zij slikte déze opmerking 'in. In
den grond van haar hart was zij blijde - haar zuster
eens zonder baar man te ontmoeten.1
In het eerste oogenblik herkende zij Ilse -'nau
welijks. Naar Hinrichshagen'drong de nieuwste mo
de wel wat later door. Ilse's nauwsluitend kleed,
de lange palsboa bij deze zomerscbe warmte, de
zwarte reuzengroot© hoed met rijke veeren, -wa
ren in Berlijn bepaald 'zeer chique en ook niet op
vallend. Maar voor Hilde was dit beeld harer zus
ter toch zeer nieuw.1 1
Wordt vervólgd.