De behandeling der gewonden. Al to onstuimige ijver schaadt. Do heer en zijn tot a.s. Dinsdag huis-toe. Mr. ANTONIO. ie hebben verontrust; de heer K. tur Laan trok. haar tenslotte in. Generaal Bosboom had haar - althans ui I elk geval do considerans onaannemelijk verklaard. lr. ccne knappe, flinke rede, die ie twaalf ure aan- ving en te ruim vier ure eindigde, heeft de minister van Oorlog de -verschillende yragen, klachten, grieven i en opmerkingen, twee dagen achtereen vanuit de Ka-J _T nier tot licnu gebracht, zoo goed en volledig mogelijk Bi de Nieuwe Courant (pen Haag) vinden Jw© de irachton te beantwoorden. Zonder eonig vertoon vanvolgende correspondentie uit Parijs, iiauiuiue slugiieid, maar ook geenszins „clwpcaubas1 Van dezen in allo 'opzichten zoo droevigen oor- noderig-oudc. woipenZ.Exc. hcefi i aangedurfd omis toch tvel een der droevigste kanten, dat de uo wm. ri.iici'l.jA riu meomng ie zeggen. >-.aar hijvorm van krijgsvoeren leidt aan beide zijden oen beroep doo op de eïeuicniie der vergadering oun mijn i fen uiterst moeilijke wijze van gekwetsten- taak niet al te moeilijk te maken, daar doe i.. t j verzorging 'in eerste linie, juist daar -'dus waar eer- uiet voor mijzelf maar wijl iu baset, dat 's lunch» beiang1 hulp het allermeest geboden is. Dunant s werk iiana niet zou worden gediend door wisseling van liootd van 'het Hoode hruis, het vond destijds zijn oor- aan het departement., En niemand zal de juistiieid de-1 sprong in de overweging dat zoovelen hulpeloos te zcr opmerking den heer Bosboom wenschen ie betwis-velde bleven, liggen, omdat de medische hulp en do haar toegevoegde handlangersdiensten toenmaals zoo 'te eenenmale ontoereikend waren. Over de gansche wereld beaamde men zijn aanklacht, en het streven werd gericht op al wat kon dienen om aan die gruwelijke leemte tegemoet te komen. En nu bij alle legers der beschaafde mogendheden ruim schoots is vooi zien in alles wat aan -personeel en materieel noodig is om de gevallenen zoo spoedig mogelijk te hulp to komen. nu zijn opeens door de moderne strijdmiddelen de oorlogsvormen ge wijzigd; de positieoorlog is Tegel geworden; de le gers „trekken" niet meer, bun gewonden ter da delijke opneming en' behandeling achterlatend. Neen, de loopgravenoorlog en -'de zeer zware acties op betrekkelijk kleme terreindeelen zijn -ontstaan; slechts korte afstanden scheiden de weken- en maandenlang ter plaatse zich-vastklampende weder partijen; en hl wat daartusschenin -komt te vallen, ligt vaak uren en dagen onbereikbaar -voor weg voering en 'heelkundige verzorging, bloedt dood, bevriest, blijft blootgesteld aan vuur 'en contra- vuur, verhongert en verdorst, bezwijkt aan pijnen en afmatting, in één woord, is prijsgegeven aan een niet minder wreed lot als ook tot'den Krimoor- log zooveel gekwetste militairen trof. We kennen ze slechts uit vroeger tijden, de woorden: schorsing der vijandelijkheden 'geduren de zekeren tij 1, teneindle de gewonden te kunnen wegvoeren en de dooden te- 'bëgTaven. Deze oorlog schijnt te wreed voor zulk handelen. Ieder 1 heeft gelezen, in de verlcopen wintermaanden, -van geval lenen bij avondgevechten, die den langen kouden nacht zonder hulp, klagend-'en jammerend, tusschen de weder/ijdsche ijzeerdraadversperringen 'moesten blijven liggen, daar 'elke poging hen hulp te bren gen, door vuhr werd onmogelijk gemaakt. Dan ging een dag van nieuwen vuurstrijd over 'hen heen, tot de duisternis weer viel en de dood, barmhar tiger dan de mensch, zich over hen ontfermde. En zelfs den lijken bleef alle 'mededoogen ontzegd dagen, weken, maanden lagen ze er, onder -sneeuw bedolven, later weer uit de sneeuw blootgedooid. zonder dat 'zelfs maar de identiteit kon worden vastgesteld om altbans -hun geliefden, hun verwan ten uit een wreede onzekerheid 'te bevrijden. Ook zijn heel wat gekwetsten door de eigen wa penbroeders of den vijand 'verder afgemaakt, waar men wist, dat ze toch onbereikbaar waren voor Hoode Kruis-hulp. Zie, dat alles is ten '"hemelschreiend. Dat moest alles niet kunnen zoolang beschaafde volkeren 'nog congressen houden en regels voor den oorlog vast stellen, waartoe zeer zeker behoort dat de door ver wonding weerloos geworden 'vijand geen vijand meer is, maar recht heeft op hulp 'en verzorging, T zij van de eigen, H zij van de ■'andere partij. Waarom nog een Hoode Kruis-band, wanneer toch ongelukken of vergissing blijven -daarge laten niet de 'minste rechten meer waarborgt', welke aan den non-combattant toegekend heeten? Colette ver schreef dezer dagien 'een roerend stukje. Zij wijdde het aan het stilde, haast beschei den werken vanhet korps militaire medici. Niet achteraf wel te verstaan, niet'in de hoofdverband- plaatsen en de hospitalen, 'maar aan het 'front zelf. Ze wijdde het aan de teedere toewijding der 'jon geren van het gilde, die gisteren 'nog student wa ren; 'en tevens aan hun onmacht, -te kunnen doen voorvéél 'kameraden wat ze toch zoo -heel gaarne zouden willen doen. Dat alles door.... de omstan digheden. 1 Wij vernemen zoovéél van gevechten ;en dezer resultaten: van hen die 'uit deze worstelingen fte-j rugkeerden; van de hulde aan ^die overlevenden gebracht. Maar zoo betrekkelijk weinig van hen die toch éók hun 'aandeel aan de schitterende ac ties hadden en die meer 'dan dat er hun ge zondheid, bun leven tevens aan offerden. En vaak hoe? Op de afgrijselijkste wijze die men zi'ch den ken kan. Ik sta slechts even 'stil bij hen die -al thans konden terugkeeren van dat'vreeselijk frdnt. Gisteren nog gingen er twee langs mijn stille woon straat, -door een pleegzuster begeleid. Jonge, fris- sche kerels. De :een had geen gelaat meer, slechts een witten verbandbundel, waaruit een puntje neus stak om te kunnen oadeimhalen. Zij geleidde hem daarom. 'Trouwens oogen bezat de jongen niet meer. En de ander. 'Denk u het gelaat van iemand die in een vat met'vitriool is gevallen. Een afzich telijke wondencombinatie, -'met aan één kant nog een beetje gezichtsvermogen, genoeg om zonder hulp den weg to kunnen vinden. Tk zal hier niet op doorgaan; zoo 'zijn er vele en Vele duizenden. C'est la guerre. Maar daar aan heft front, waar de "middelen om te kunnen bijspringen en helpen even groot zijn als de onmacht om het to kunnen doenl Wat moet daar geleden worden, stil, 'onbekend. Die jeugdige artsen, zóó van de 'gehoorzaal over geplaatst naar oorden waar het Jergst denkbare ten!..,. En tegenover de wenschen om in te grijpen op een gebied, waar de generalissimus vrijheid Van be weging moei hebban, daar maakte Z.Exc. de rake en f'jnc opmerking, dat „hij niet behoort tot de menscheiv he iemand, met eone zware en móeielijke taak belast, •elkens óm verantwoording komen vragen". Ook zei de minister, dat een debat, als nu weer gedurende ele uren in dc Kamer gevoerd, alleszins geschikt is om den geen in het leger te bederven." En hij scliakel- do er aan vast eene verzuchting over den evenzeer slech ten invloed, door menig artikel ia „Het Volk'op dien geest uitgeoefend. Wat niet wegneemt, dat vau de 620 commandanten geen enkele de lezing vain dal blad heeft verboden, terwijl slechts zeventien de verspreiding belem merden, waarvan een vijftal» in hetzelfde garnizoen. Uit 's ministers x-ede valt voprts in de eerste plaats aangestipt, dal ook hel kader van de L.W.-lichling-1907 huistoe zal gaan, terwijl 't nog slechts zal wqftjen ge bruikt voor opleiding van den Landstorm. Slechts zij, die bij de administratie werkzaam zijn of voor hoogeren rang worden opgeleid, zullen bij den troep blijven. Zoo dra de omstandigheden 't veroorloven, zullen nog meer dere L.W.-lichtingen met verlof kunnen gaan. Een sympathiek woord van den minister was, dat Z.Exc. zal gelasten, cr tegen te waken dat bij het op leggen van arrest Eet verlof erbij inschiet. Den lieer Ter Laan wees gen. Bosboom er Op, hoe het militair gezag, in do huidige omstandigheden uitgeoefend, op wq'tolijken grondslag berust. De Regoering kan niet in grijpen slechts wenken geven.' Het mobilisatie-debat der jongste dagen bracht den minister het beeld voor oogen van iemand, die al de stof in een huis te vindon, in één vertrek bijeenbrengt, en dan uitroept, dat 'theele huls zoo schrikkelijk vuil is... Een vreemdeling, zei hij pog, die van deze debatten kennis neemt, moet tot de conclusie komen, dat 'er bij Ons leger totaliter niets in orde Gs. Z.Exc. betwist volstrekt niet -dat er leemten zijn, maar komt slechts op tegen generaliseerend overdrijven. Zoo heef: hij ten Volle erkend, dal de administratie nog lang niet is wat ze moet wezen. Er 'zijn 12 a 1300 administrateurs aan het werk; Sn normale omstandig heden bedraagt dat getal 3 a 4001.... Gaandeweg, moet men dc situatie Jeeren overzien en beheerschen. Ten opzichte van de hooibouwverloven kon de mi nister nog geen belofte afleggen. Ik moet hier met voorzichtigheid terade gaan zei hij want anders houd ik ten slotte ccen ty* van de manschappen over!.,.. Met betrekking tot den geneeskundigen dienst wees Z.Exc. op den omvang'dei' simulatie;-van het riekte- voorwenclenwaarbij aan Sommige burger-geneesheeren een handje zouden meehelpen. Na. de mobilisatie zal daarover e.vn verslag het licht zien. Met den Rhcdm- schen heer Van Nispen tot Sevenaar bleek de minister 't volkomen eens te zijn, dat paarden-sinokkela-ij kan worden' tegen-gegaan zonder weidc-verbou binnen een afstand van 2 K.M. van de grens. Dit was dus een succes voor den Rhodcnschen afgevaardigde en den landbouw. De geheime circulaire van generaal Snijders over de mobilisalie-elubs, las de minister m haar geheel voor; en wie onbevangen oordeelt, zal moetenerkennen, dut ze toch heusoh zoo ijselijk niet klinkt. Van socialisten is daarin geen sprake. Ten opzichte van de lectuur, kan de vrijheid der cominannanten niet aan banden worden gelegd. Op verschillende punten heeft generaal-Bosboom zooals men ziet eene bevredigende, tegemoet-komen- de houdiofl aangenomen. Hot derae krediet van vijftig millioen is toegestaan, alsmede het verlof om de JJchting-1916 vervroegd op te rpepen. Van de reeds toegestane honderd millioen zul'cn nog vijftien „beschikbaar blijven". (Hoevele malen zal de minister van Oorlog nog bij de Vertegenwoordiging om nieuw mobilisatie-krediet moe ten aankloppen r "Wanneer z4l, eindelijk, het oogenblik van dcmobiliseeren zijn aangebroken "Noch gen. Bos boom, noch gen. Snijders, noch een van ons allen ver mag daaromtrent iets voorspellen!.... Dc Kamer heeft nu haar hart kunnen uitstorten; de minister van Oor log is weer op het Plein aan den arbeid getogen. Te hopen Is, dat de heeren hem nu een poosje „met rust zullen laten". Dat er van de thans gevoerde debatten iets goeds zal voortspruiten tot verbetering van mobili satie-toestanden van verschillenden hard, ook dil mag niemand betwisten. En daarvoor komt aan de afgevaar digden, die .zich beijverden ze aan den dag to bren gen, zeer zéker een woord van erkentelijkheid toe. In den zeer-latcn namiddag wilde de heer K. ter Laan nio: slechts nog gaan repliceeren, maar hij verklaar de aan de twintig minuten, hem' volgens het Reglement •.ar. Orde daarvoor toegemeten, lang niet genoeg te heb ben IVoorzitter Borgesius werd geweldig boosriep uit, dat 't er niet toe deed of de heer K. ter Laan 't in deze niet met hem eens was; als hij het Regle ment maar gehoorzaamde. De Kamer maakte zich da nig vroolijk over do kibbelpartij, die spoedig en zonder „kleerscheuren" afliep. De 'heer Ter Laan is een te verstandig en eerlijk man om straks niet te erkennen, dal 't ongelijk hier aan rijn kant was. koortsachtige opgewoisienheid. Zij vreesde en hoop te afwisselend, dat de erfprins door een toeval iets van haar verloving mocht te hoóren komen-en zoo doende verhinderend en reddend zou kunnen optre den. Maar zij hoorde niemendal van hem. Uit Glückstadt kwam 'een prachtig zilveren1 thee servies ais bruiloftsgeschenk aan. Mevrouw Wan Hoogendal straalde en de dames uit het stift be wonderden het allen luide. -'Sitta zette het zonder een woord van vreugde op 'zijde. Zij naaide vlijtig aan. een japon'voor haar moe der, die deze met !de bruiloft zou 'kunnen dragen. Een nieuwe kon niet worden aangeschaft, maar het oude moest onherkenbaar worden veranderd. Over haar eigen toilet'dacht Sitta in het geheeel niet na. „Ik trek' het een of ander wit japonnetje welaan, ik heb er zoovele," meende zij onverschillig. Onge lukkigerwijs ontdekt© mevrouw Van Hougendal het met zorg ingepakte wit zijden kleed en stond er bepaald op, dat Sitta 'dit met de bruiloft zou aan trekken. Sitta verzette zich, maar alles was tover- geefsch, alle voorwendsels brak haar 'moeder kor daat af. Tenslotte gaf 'Sitta zooals gewoonlijk 'toe, om maar rust te hebben. 1 1 Wanneer zij niet voor haar 'moeder naaide, zat Sitta 'dikwijls stil, bijna gedachtehloos voor zich uit te kijken en staarde naar het bontgekleurde tapijtpatroon. Een verlammende moeheid lag 'er in al haar leden, 'e Nachts sliep zij -slecht, onrustig en door hoesten'gekweld, dikwijls ontwaakte zij reeds bij het grauwen van den 'morgen, onverfrischt en éven mat. Misschien maakte de zoele buitenlucht haar zoo slap en lusteloos. De dokter Van'het stift die haar onderzocht schreef haar van allerhand voor en ried voor den volgenden winter een langdurig verblijf in het Zuiden. Sitta lachte droevig. „Den'volgenden winter zit ik op het land. Ik trouw over enkele 'weken." „Zoo zoo!" De oude heer streek bedenkelijk over zijn board. „Het zou bepaald beter zijn, als de bruiloft Dog wat verschoven werd," meende hij aarzelend. „Alle organen zijn teer vooral delon- ,Nu de landlucht is de beste medicijn", viel me vrouw Van Hoogendal in, want een verschuiven van de bruiloft zou haar zeer onaangenaam zijn. „Den nen zijn er genoeg in de Mark daar kan zij zoo veel frissche lucht ademen als zij wil." „Men heeft daar in den winter zeer ruwe winden en in den zomer zand en stof. Dat is niet goed-voor de freule." Maar Sitta wilde van geen uitstel weten. Een weinig moede voel ik mij reeds lang en gehoest heb ik al reeds zoo dikwijl6." „Sedert wanneer?" r „Och, eigenlijk steeds,' niet waar mama?" r „Ja, misschien is het wel een aanwensel gewor den, dokter." „Dat geloof ik niet, mevrouw. 'En we zullen 'ho pen, dat de freule op het 'land weer krachtig mag worden, want -dat heeft ze wel noodig." Sitta was te zorgeloos, te weinig gewend om aan haar gezondheid t© denken. -Mevrouw Van Hoogen dal te egoïstisch, om 'den ernst van -den toestand te beseffen. Sitta poogde 'er den draak mee te ste ken. Zij wist maai' 'al te goed hoe -haar moeder zulke vermaningen placht op te nemen. 'Zij boden maar'stof tot nieuwe klachten. Slechts de zusters van'Hans Henning zouden voor de bruiloft overkomen, 'maar de oude'Krochert ver zette zich met kracht om de bruiloft bij te wonen. „Een 'bruiloft in een dame&stift. Twintig oude babbelende 'wijven, en dat zou ik moeten uithou den neen, mijn 'jongen, ik zou heel "veel voor je doen als het zijn-moest, maar dit gaat boven mijn krachten!" antwoordde ön oude op het vragen van Hans Henning, „Karola heeft er ook niets bij te doen. Amuseeren ozu zij zich heelemaal niet-en ik zou haar 'hier maar heel erg missen." Karola bedankte hem -"met een kus. Zij was heel blij niet op reis te moeten. 'Zij kon het tegenover Kans Hanning niet weigeren om 'de bruiloft mee te maken, maar zij had met groote droefheid aan dien dag reeds gedacht. nienschelijke lijden heerscht, ze schreven mme. Yver 'van hun groot, groot medélijden waarvan do in rouw gedompelde verwanten 'zoo niets of weinig weten. Moit pour ia patrie! 'Het is en blijft een mooie dood. Maar hoé, maar hoé-vaak? Zij, die me- dioi 'de soldaten zonder geweer wetejL daar het'moest van. Veel, veel meer dan die-anderen, in den tuimel der actie Verk.eerend. Ik vernam zelf een en ander van een terugge - keerde tot het -leven bedoel ik. Hij was al grognard gewtroen, na 'aóht maanden te hebben gestreden en to zijn gespaard gebleven. Van zijn zelfverwijt. Een loopgraven-zijgang moest worden ingeruimd voor den dokter en zijn 'helpers. 'Dat wekte misuoegen. Ze voelden zich daar zoo goed en betrekkelijk veilig ook. Die dokters ock! Den volgenden cag was er een heftig treffen, 'n attaque der I ranschen. Met RosaÜie de bajonet vooruit. En een scontra-attaque. „We sparen niet meer," zei 'hij me. „Die tijd is voorbij; dat handen opsteken op 't allerlaatste mo ment. Dat kennen we nu al lang. -Ze hebben ons .óók nooit gespaard In 't begin kwam er wel eens wot aarzeling in je, iemand te doorpriemen. Maar nu gaat 't kuiten je "denken 'om... Welnu, er vallen heel wat Duitsohers, Maar -ik èn 'n aantal van m'n makkers óók. Daar lagen we; hoe lang mag de hemel weten. We zuchtten en kropen in het nacht duister, in modder en bloed. En 'de kogels gierden van beide konten over-ons heen.... „Toen kroop er iets langs me en tegen me 'aan, tastend. En m'n angstoogen herkenden den dokter en z'n handlangers, die het razend vuur trotseer den om ons te zc-eken. Een hand streek zachtjes ovei nrijn gezicht en nvn hart. Ze namen me op, stille tjes. zoo zacht als vrouwen doen; mij, met m'n, verbrijzelde ledematen. „W ij werken in drift en met hevigheid. Z ij wer ken ook, met evenveel gevaar, maar stil enhedacht- zaam :alsof 't boevenwerk was. We redden het land allemaal. Maar zij rediden óns ook nog, bo vendien. Wat is dat mooi!' Kruipen ze tegen een Duitsch°r aan, dan is hun handelen er niet min der oni. En dat moet nu ajles zoo stil en gluipe rig haast gebeuren, tegen 'kruisvuur en alle addere gevaren in. Want heeft men maar 'de lucht van eenig beweeg, dan vallen de schoten." 1 Wat langs het 'zoo uitgestrekte front de genees kundige dienst onder zulke 'omstandigheden doet, dat zal nooit voldoende bekend worden. Dat blijft grootendeels 't geheim der dooden, vóór -hun af sterven stil weggehaald van de plaats der verschrik king, verzorgd en 'vertroost vaak in een of ander projeotieJgat, en zacht ingeslapen'in de armen hun ner onbekende verplegers terwijl ze half bewus teloos reeds prevelden van hun moeder Ik wil slechts wagen: is 't niet Jdroevig dat het zóó met de gewonden moet gaan in -dezen oorlog, na al de verbeteringen, ten bate van het lot der, gewonden in dc moderne legers aangebracht? Binnenlandsch Nieuws. UlTVOEIl VAN PAPIER. Uit belanghebbende kringen verneemt het Hdbld., dat Duitschiand den uitvoer van papier en van de stoffen, waaruit papier gemaakt wordt, heeft ver boden. WIE SMOKKELEN WIL, MOET HET GOED DOEN. De vrouw van een 'Duitschen douanebeambte aan het Springdal werd door 'de Nederlandsche grens wacht'bij De Poppe te De Lutte betrapt op het smokkelen van boonen. De dame had de onvoor zichtigheid de boonen 'onder hare onderkleeren te verbergen, doch had geen .vermoeden, dat er een scheur zat in het papier. De boonen rolden er uit en bionden den weg aan, dien de dame gevolgd had. SMOKKELAARS. Op de grens onder Glinge heeft zich dezer da gen het volgende afgespeeld: Een drietal Belgen hadden het plan opgevat meel te smokkelen naar hun vaderland of zooals men tegenwoordig 2egl „over den draad" te wippen. Des nachts zou dit werk verricht worden. Onder weg werd wat rust genomen toen de drie Belgen plotseling een viertal mannen op zich af zagen ko men, waaronder een in militaire kleederen. De Bel gen-hielden zich zoo stil mogelijk, de soldaat loste een paar schoten, welke echter zelfs te zwak waren voor revolverschoten. De soldaat en de andere 3 mannen namen de zakken meel op en bgingen er mede weg gevolgd door de Belgen, die nu plotse ling in den soldaat een verkleeden heruchten smok kelaar li erkenden, die met drie handlangers op deze wijze aan de smokkelwaar trachtte te ko men. De schoten waren gelost uit een hondeupistool. De Belgen gingen hun üie.ven te. lijf en er-ontstond een vechtpartij waarbij zelfs het mes te pus kwam en waarbij zekere "V. vrij ernstig aan de hand en aan het zitvlak werd verwond. TOELAGE INGE 1 KOKKEN. De „Ned," verneemt dat Zondagavond bij de entrée der Dierentuin-kermis niet minder dan 40 porsonon zijn genoteerd, die de kermis wilden be zoeken en door bet Haagsche Steuncomité worden geholpen, Hun toels-ge is terstond geëindigd. Naast dit bericht klinkt dubbel 'aandoenlijk, dat 10 pet. van de l<ex mis-entrées ten bate komt van.... het Haagsche Steuncomité. 1 ZOO WAS HET. ,.L In een brief van 'een Afrikaander vinden wij het volgende verhaal uit Zuid-Afrika' Een loaylist 'ondersteuner, van Botha's regeering) Zij-hielp Hilde vlijtig aan de-inrichting van Hm- richshagen. Er moest daar veel veranderd worden. De erfprinses had de -"mooie rococo-meubeltjes ge zonden, die er in Sitta's zitkamer "in Glückstadt stonden. Dat wus een bijzondere verrassing voor de jenge vrouw. Zij scheen in haar vreugde over dit huwelijk maar niet genoeg voor Sitta te kun nen doen. Karola en Rilde, richtten Hilde's vroegere woon kamer op Hinrichshagen'met al deze mooie dingen in. Maar de lage zolders en kleine ^vensters, trou wens de geheele inrichting der kamer, was inscherp oontrast mot al deze mooie -en elegante dingen. „Vroeger was het •'hier behageSijker," meende Hilde. '„De oude zaken pasten hier -beter. Er is hier nu geen harmonie. In een pachtershuis behoo- rc*n geen vorstelijke meubels." Zij keek met bedroef de oogen in de veranderde ruimten rond. Steeds weer uit den grond gerukt -te worden, als men er zich geworteld had dat scheen haar noodlot te zullen worden. „Wanneer-ik alle vazen en schalen-met rozen vul, zal 'het er wel mooi uitzien," meende 'Karola. Zij stond boven op'een laddJer en spijkerde zelf-de lang op den grond sleepende 'zijden gordijnen vast. „is or aan mij geen behanger verloren gegaan, Hilde? Ik ben er trotsoh op, hoetoooi ik die gor dijnen geplooid heb." „Je bent een dappere ziel, Karola! Hilde knikte haar ersntig toe. Dat was de eenige 'maal, dat Hilde'het doorsche meren liet, dat zij het 'bftrtsgdheim van Karola had geraden. Het jonge meisje 'antwoordde niet. De hamersla gen klonken energiek en verhinderden 'elk, verder onderhoud. Hans Iiennlng vond het "hoogst onaangenaam, dat oom Krochert en Karola niet mede te trouwen gin gen. Hij nam het zijn oom kwalijk. Daar hij ook «en deel bezat van de Krochertsche stijfhoofdigheid nam hij zich stellig voor, om zijn 'oom niet achter- te loopen en ook Bitta niet op te dringen.. Voor zat met een rebel jn den trein. „Ik snap Diet," zei de loyalist, „waarom jij 'n rebel werd." „Och,"' zei de rebel, „het komt zoo mijn groot vader was een rebel, "mijn vader was ook een en toen dacht ik, ik zal ook maar een worden." „Dat vind ik 'n zeer zwak argument," -antwoord de de loyalist. „Als jou grootvader "n aap was, en jou vader ook, moest jij ook dan -één zijn?" „Neen," ant>voowlde de rebel, „dan zou ik -een Botha-man zijn." PROV. RUND VAN ZIEKENFONDSEN IN NOORD- UOLLAM». Onder leiding van den heer W. C. Visser uit Nieuwe Niedorp, liield Donderdag de Provineia.e Bood van Ziekenfondsen in Noord-iioLand rijn algemeene verga dering te AUunuor, waar 42 afdeelingen vertegenwoordigd waren. i In rijn openingswoord sprak kle voorzitter de hoop uit, dat te midden van een üjdperk, waai in met hel nut tig acht wantrouwen en haat te zaaien tusschen meu- schen en mensohen, de Bond rich hiervan zal onthouden en begrijpen, dat we elkaar noodig hebben. Mol groote dankbaarneid he-dacht >j>r. dat ons .a.id tót nog ü*i niet in den krijg werd betro-kken, doch niettegenstaande dit groote gelui, trad ook voor den Bond na Juli 1914 een tijdperk van slapte in, of nog erger, van stil stand. Strekte de in bijna elke richting merkbare verlam mende invloed rich ook uil tot ons vreedzaam work, in ne. belang der rieken; vroeg spr. Of drongen nog ijselijker n'ooden zóó naar voren, dat ze in "hel gareel spanden allen, die hun krachtefr beschikbaar stelden r En nu Zijn wij; tle crisis reeds te boven r Ont luikt er nieuw leven r Ik wensch, eindigde spr;, de door eenige afdeelingen ontvangenvoorstellen te begroeien als zoovele getuigen van herleefden yver. Aan het jaarverslag ohtleenen wij, dat 31 nieuwe afdeelingen toetraden, terwijl -rekening en verantwoor ding over 1914 en begrooting over 1915 werden goed gekeurd. Omtrent de resultaten van den Bond werd o.m. me degedeeld, dat het aantal aangesloten fondsen 77 be draagt met 14.824 leden. Hieronder waren 10 fondsen met "minder dan 50 leden, 19 fondsen met 50—100 leden, 22 fondsen *foiet ..100—'200 ledèn, 15 fondsen met 200—300 leden, -6 fondsen met 300—400 leden, 1 fonds rnet 400—500 leden, 2 fondsen met 5001000 leden en 2 fondsen met 1000 of meer leden. Het oudste fonds is opgericht in 1838 te Andijk; de bezittingen der gezamenlijke fondsen be'.oopen rond f 125.000, dat is per fonds f 1600 en per lid f 8.33. Uit het overzicht van de grootte van de bezlliingc-n der fondsen bleek, dat 'over hot geheel -genomen onder de oudste fondsen de meeste gevallen voorkomen van een flinke bezetting per lid. Wanneer men dit Wzit deelt door het aantal Jeden, verkrijgt men een bedrag dat zeer afwisselt voor .de -verschillende fondsen; het kleinste is f 1.80, het grootste f 44.60 per lid. Uil het overzicht van de bezittingen in verba na tot het aantal leden bleek, dat bij groepeering men fae-' vond, dat vóór de tien kleinste fondsen per lid f 23.47 aanwezig is en voor de grootste tien fondsen f 4.22, per lid. Tn de jaren J912, 1913 en 1914 dooreengenomen, werd waa rgenqpen per jaar en per lid 4V2 dag ziekle naar mate de fondsen ouder rijn, is een grooter aantal riek'edagen waargenomen. Uit het overzicht van ziektedagen per week slippen wij len slotte aan: alle fondsen 41/2 dag, de 11 jongsle "3/i dag, de '18 fondsen (opgericht van 1890—1899) dag en de 10 fondsen (opgericht 1838—1889) 61/4 dag. De door de afdeeling Wormerveer ingediende regie- men Is wijzigingen werden ingetrokken. Beslolen werd met 73 sfeminen voor, 17 tegen en 2 blanco de Kon. goed keuring van de Slatuten aan te vragen, alhoewel deze s'atulen na aanneming der nieuwe Ziektewet weer zul len moeien gewijzigd. De volgende voorstellen der afdeelingen Nieuwer- Amsfel, Ouderkerk a.d. Amstel en Aalsmeer werden aan genomen lo. onder erkenning van het vele dat reeds is bereikt, beproeve het Bondsbestuur de nog niet aan gesloten ziekenfondsen 'in Noord-Holland tot den Bond e brengen en daartoe ook de'hulp in te roepen der besturen van nabij zijnde afdeelingen; 2o. waar in een gemeente meer dan een afdeeling van den Bond bestaat en geen grenzen voor elke afdeeling zijn vast gesteld. zoo noodig onder aanbod van medewerking daarloe; 3o. het Bondsbestuur opene de mogelijkheid om. in de toekomst noodlijdende afdeelingen tijdelijk- geldelijke steun te verleenen. De alg. vergadering wijze drie afdeelingsbesturen aan, welke een voorstel, ter zake indienen, waarin de voorwaarden voor steun --i de financieele regelingen rijn omschreven. (De afdeel net besturen, die de voorstellen indienden, werden d.ior de vergadering hiertoe aangewezen); 4o. ten opzichte win de vorming van het Bondsbestuur worde Noord-Hoi!«v:i verdeeld in negen kringen, nader te 'omschrijven waar uit de leden van het Bondsbestuur wonden gekozen. Na intrekking van een voorstel van de afdeeling Driehuizien kreeg mr. W. H. A. Elink Schuurman hei woord, die o.m wees op eenige zwakke punten in hei beheer van ziekenfondsen, daarbij aandringende op be tere kennisname en behoorlijke aanteekening van den leef'ijd en het beroep der leden in' verband met de pre miebetalingen. Zuinigheid bij administratie, speciaal bi? het ophalen der contributie. In het algemeen wordt voor 10 ct. op halen 2 ct. aan den bode gegeven, dit is volgens spr. te voel. Ophaling der contributie per maand of kwartaal is veel economischer. Hierna werd de vergadering gesloten onder mededee- lihg, dat bij den gestadigen bloei van den Bond twee dn- qen voor hef houden der algemeene vergadering in het uitricht werd gesteld. HdbTd. alles zou bij hem van nu af'om geen vermindering van pacht vragen, of welke hulp ook van hem •eischen. Zeer precies 'leverde hij vóór de bruiloft de eerste pachtsom af, ofschoon hij nauwelijks wist !hoe hij het geld voor de verdere uitgaven'zou vin den. Oom wilde blijkbaar iets zeggen. -Hij hoestte en aarzelde het geld aan te nemen. Maar Hans Hen ning zeide scherp: „Oom, in dit oogenblik is 'u slechts de eigenaar en ik de pachter van Hinrichs hagen," zocdat de oude man boos zweeg, met een donkerrood hoofd de kwitantie schreef en haar stil zwijgend naar zijn-neef schoof. Geen van "beiden kon het over zich verkrijgen, den ander bet eerste verzoenende ;woord toe te spreken. En toch ondervonden beiden deze verwij dering als iets oanangenaams en 'smartelijks. Ooms besliste weigering om de bruiloft bij te wonen maakte natuurlijk de yerhouiding weer niet beter. Hilde^dacht ook niet met genoegen aan haar broe ders huwelijk, dat haar beroofde van de haar reeds lief 'geworden bezigheid in haar nieuw Jen prettig thuis. Zij verheugde er zich alleen op, Ilse te kun nen ontmoeten en veel met haar te babbelen. Het bleef tot 'het laatste oogenblik onzeker of Hilmar zijn jonge vrouw 'zou vergezellen. Tenslotte kwam Ilse alleen te Gellfilheim aan. Natuurlijk wa ren er weer duizend verontschuldigingen voor Hil mar. „Veel redenen en hief'óén steekhoudend," zoo dacht Hilde, maar zij slikte déze opmerking 'in. In den grond van haar hart was zij blijde - haar zuster eens zonder baar man te ontmoeten.1 In het eerste oogenblik herkende zij Ilse -'nau welijks. Naar Hinrichshagen'drong de nieuwste mo de wel wat later door. Ilse's nauwsluitend kleed, de lange palsboa bij deze zomerscbe warmte, de zwarte reuzengroot© hoed met rijke veeren, -wa ren in Berlijn bepaald 'zeer chique en ook niet op vallend. Maar voor Hilde was dit beeld harer zus ter toch zeer nieuw.1 1 Wordt vervólgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1915 | | pagina 6