Algmti Nieuws-
WOENSDAG 2 JUNI 1915.
58ste Jaargang. No. 5600.
UitgeversTRAPMAN Co.
FEUILLETON.
DE HOFDAME.
SCHAGËR
COURANT.
Dit blad versohijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag,
Donderdag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 9. ure wor
den ADVERTENTIEN in het eerst uitkomend nummer geplaatst.
SCUAGEN, LAAN 0 5. - Inl. Teleph. No. 20.
Prijs per jaar f 3.Per post f 3.60. Losso nummers 6 cent
A D V ERTEN TIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Uit en Voor de Pers.
NEDERLAND S WANTROUWEN TEGEN DUITS Cl
LAND.
Prof. Steinmetz schrijft aan de Haagsche Nieu
we Courant:
Ook in ernstige bladen wordt in de laatsto dagen
de vraag overwogen, wat Nederland moet -doen, zoo
Duitschland de annexatie van België mocht procla-
meeren tijdens dezen oorlog. Kalm en wel wordt be
sproken, of N°derland het voorbeeld van Italië moet
volgen en zich bij'de acht vijanden van Duitsch
land voegen. (In dezen zin is dit punt óok bespro
ken door den Hoef ijzercorrespondent van het Han-
tfefebL)
Onze verhouding tot Duitschland is zeer goed. het
bedreig* ons in geen enkel opzicht, wij begeeren
natuurlijk niet het kleinste stukje van Duitsch of
Oostenrijksch gebied. Het behoeft nauwelijks ge
zegd te worden. Als eenige grond wordt dan ook
opgegeven de voorzorg. Wanneer Duitschland Bel
gië annexeert of ook maar in den oorlog dit plan
uitspreekt, zouden wij ons bedreigd moeten achten
zoo wordt beweerd. Waarom? Het geval ligt voor
Nederland geheel anders «dan voor België. Ik weet
niet, zoomin als iemand anders, wat de Duitsche
plannon ten opzichte van België zijn, maar ik meen
erop te moeten wijzen, dat wat voor het eene land
geldt bepaald niet voor het andere behoeft te gel
den. Nederland grenst niet aan Frankrijk, is dus
niet de aanval^poort van Frankrijk naar Duitsch
land; het kan zich gemakkelijker verzetten tegen
een poging om dezelfde rol voor Engeland te ver
vullen. De bevolking is niet half-Fransch, zooals in
België. De verhouding tot Duitschland wasaltijd
uitnemend, het hangt -'maar van ons af die zoo te
houden?
Er is in Duitschland in d'o versdhillendo -'kring-en
geen spoor van stemming tegen ónze onafhankelijk
heid te bespeuren. Duitschland heeft-een zeer wer
kelijk eigen1.»-lang bij het behoud daarvan, 't Bleek
mij allerduidelijkst in -'Berlijn, dat men zich dit
volkomen helder bewust is. Niemand wil ons eenig
kwaad. Men ïr.oet dit in Nederland wel duidelijk
weten.
Nederland heeft dus van Duitschland niets te
vreezen, hoe ook het lot van België moge zijn.
Maar verder! Nod- riand heeft het 'grootste be
lang bij Duilscbland's engestoordfen en toenemen-
don bloei. Neder)and's vooruitgang in -de laatste
dertig jaren staat toch zeker in allernauwst ver
band met dien van Duitschland. Men vergete toch
geen oogenblik, dat Nederland's achterland Duitsch
land is.'Een verslagen en verarmd Duitschland wa
re Nederlandss grootste ongeluk!
Het be'ang van ons land eischt de voortzetting
van de meest strikte neutraliteit. Roekeloos en on
verantwoordelijk is alles, wat biermede in strijd is.
Ons vrijwillig en zonder noodzaak in den oorlog
storten inet onzen buurman, ware een daad van
waanzin <>n misdaad! Het N'ederlandsche volk zorge
er voor, dat geen vreemde inblazingen ons ten
verderve leiden. Wij mogen ons niet laten gebrui
ken
S. R. STEINMETZ.
Amsterdam, 31 Mei.
Ingezonden Stukken.
WIERINGFR KERMIS.
Geachte Redactie.
Voor de volgende regelen s.v.p. een weinig plaats
ruimte in uw alom veel gelezen blad en wel naar
aanleiding van het raadsverslag der gemeente-Wie-
28.
„Het doet mij zoo goed, met je samen «te zijn,
Frits! Kom dikwijls bij mij."
„Maar alleen dan, wanneer je mij wegjaagt, als
ik soms ongelegen kom!"
„Dat zou je Diet kwalijk nemen?" i
„Neen, mijn beste! Als men zelf schrijft, weet
men, hoe onaangenaam "bet is om gestoord te wor
den. En daarna de ellende, iemand -vriendelijk te
hebben toegesproken, en die stil gekrenkt vertrekt.
In zulke momenten is de beleefdste mensch erger
dan een vijand." l'
Ilse zette haar glas neer. Haar hand beefde. Haar
blik kruiste schuw Hilmar's gezicht. De woorden
van Meringer leken haar brutaal, want die raakten
pijnlijk aan een geheime wonde.
Plotseling greep Meringer Hilmar's -hand en druk
te die krampachtig. „Jongen dikwijls krijg ik
een heimwee, zeg ik je, naar lucht en vrijheid,
heimwee naar den lieven ouden vader Rijn, aan
wiens oevers ik zulke heerlijke droomen der jeugd
heb gedroomd. Weet je, wat ik doe, als ik ai de
ellende en het verdriet hier moede ben? -'Dan trek
ik er uit! Ik houd het niet meer uit. Ik heb weldra
vacantie van de redactie en vertrek dan, maar zeer
ouderwets langs den Rijn wordt te voet gemar
cheerd. Hij is wel is waar ook reeds 'door fabrie
ken bezoedeld, ook he* mooie Rijndal, maar 's nachts
als de maan opkomt, 'en boven de oude burchten
en ruïnes aan den hemel staat, dan -komt de oude
bekoring weer terug. Dan zit de, Lorêlei nog op haar
rots, en de schipper rekt zijn hals uit om haar te
hooren en'te zien. Ik zet mij in Assmannshausen
vast* drink wijn en droom."
„Ik ga met je meel" Hilmar's oogen straalden.
„Goéd, ga mee! Uw vrouw zetten wij op -de Lo-
releirots! Dat zal prachtig worden!'"
„Mijn vrouw kan jammer genoeg geen inspannen
de voetreizen ondernemen," wees Hilmar af. „Wij
tweeën zullen echter zoo'n echte studenten-dichter-
kunstenaars-boemelreis -maken, Frits. Dat zou de
duivel halen, als wij met zijn beiden niet een stukje
poëzie in ens Duitsche vaderland konden vinden!"
„Wij zullen er in ieder geval naar zoeken. Mis
schien zit het ergens in'een verborgen hoekje met
gesloten oogen."
ringen van 11. Vrijdag.
Belangrijke punten waren er evenwel bijster wei
nig. Bij 't lezen van het verslag constateerde ik tot
mijn genoegen dat thans alle leden present waren,
ook de heer S. G. Bakker.
Na een afwezigheid van ongeveer ruim'een jaar
zonder wettige reden of kennisgeving had de hoer
Bakker zijn zetel -aan de groene tafel wederom in
genomen. Dat hij een getrouw bezoeker 'der verga
deringen moge blijven; is aller wensch.
En nu ter zake.
Aan de orde werd gesteld een voorstel van-B. en
W. om met het oog op de omstandigheden (hier
mee wordt zeker do Europeesche oorlog bedoeld)
dit jaar de kermis niet te doen doorgaan.
Tegelijkertijd zegt voorzitter, dat, ingeval de Raad
besluit, dat voorstel aan te nemen, hij toch een paar
nachten laat kermis houden, m.a.w. zal laten dan
sen. Het voorstel van-B. eh W. werd druk bespro
ken en met 9 tegen 2 stemmen aangenomen, 't Ver
wonderde mij, dat nog zeven vrijzinnige heeren met
de antirevolutionnaire leden Hermans en Boskcr vooi
het voorstel stemden. Het allermeest verwonderde
tnij da^ waar de voorzitter het voorstel van B. cn
W- indiende, Z.EdvAchtb. er bijvoegde hij toch 2 h
3 bal-avoDden g af. Hoe rijmt men dit, de kermis
niet te laten doorgaan en dan toch kermis in den
vorm van 2 k 3 nachten dansen te houden. De fi-
nanciéele omstandigheden zijn, zegt voorzitter, hier
niet slecht en niet van dien aard, om niets te laten
doen. W el 'n ietwat vreemde opvatting, geen kermis
en dan toch kermis. Het besluit van hei niet laten
doorgaan der kermis heeft hier algemeen verontwaai
diging gewekt. De kermis, het jaarlijksehe volks
feest, is voor Wieringens bevolking, vooral voor do
jeugd, een groote attractie. Bijna in alle steden en
dorpen, uitgezonderd die welke in staat van beleg
zijn, gaat zij door en op ons eiland wordt zij plotse
ling dit jaar uitgesteld. Waarom? Zeker omdat Wie-
ringen haar bewoners, door haar geïsoleerde lig -
ging, zooveel van de buitenwereld (den vasten-wal),
met al haar schoons kan laten genieten. De kermis,
welke hier zec-r druk is, omdat het voor velen de
8enigste iaarlijksche uitspanning is, wordt plotse
ling verbroken. Verbroken voor hen, die van ca-
roussel en zweefmolen houden, verbroken -voor hen
die van bioscoop en schouwburg houden, verbroken
voor hen die v.an caféochantant en luchtschommel
houden, terwijl men toezegging doet aan danslus-
tigen, dat zij 2 h 3 balavonden krijgen. De een dus
niets en do ander alles. Beter hadde men-dan ge
daan: gelijke monniken, gelijke kappen. Ook niet
het financiëele voordeel, hetwelk een kermis met
zich brengt den een te ontnemen en den ander -te
geven.
Geachte Redactie, ik hoop, dat door dit epistel
tje B. en W. én de Raad tot andere gedachten zul
len worden gebracht en zij hun besluit van 11. Vrij
dag gaan intrekken en de Wieringers niet onthou
den datgene waar zij reeds jaren zielsveel-van hou
den, nl. „de kermis".
Met dank'voor de plaatsing,
Uw dw.
Wieringen, 1 Juni 1915. VER1TAS.
Binnenlandsch Nieuws.
HOOGWOUD.
In het laatst van Mei had er in deze gemeente
een vee telling plaats, hetwelk geschiedde op last van
den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel.
Uit de felling blijkt, dat in deze gemeente aanwezig
zijn 3163 stuks vee en wel: '31 springstlerep, 1802
mest- en kalfkoeien, 109 ander meslvee, 566 jongvee
boven 1 jaar, 619 jongvee beneden 1 jaar; varkens
i boven 6 weken 1509 en beneden 6 weken 295. Tn
i deze gemeente zijn woonachtig 199 rundvee- en var-
I keoshouders.
1 WIERINGEN.
Maandagayond werd door het bestuur van Het
Heemraadschap in 't lokaal van den heer 'H. C.
i Engel te Hippolyutshoef publiek aanbesteed:
i a. het lossen der grinitischepen *té Haukcs, pol-
Ider Waard Nieuwland en Den Oever; laagste in-
schrijvec de heer J. Doves voor f 0.54 per M.*
b. hot vervoeren der grint (plm. 350 M.*) langs en
j over de wegen, laagste inschrijver do heer C.
Kroon voor f 0.696 per M."
i Aar. de laagste inschrijvers -gegund
R VAD VAN ZIJPE.
I Vergadering op Dinsdag 1 Juni 1915, des morgens
iten half.li uur. Afwezig de heer J. Raat Dz. Voor
zitter de beer Jb. de Moor, secretaris de heer K.
Slot
Na opening der vergadering volgt de goedkeuring
1 der notulen.
Is ingekomen een schrijven van den heer -Jb. de
Moor, waarin hij ontslag neemt als lid van den
Raad.
Het verslag van het 'Algemeen Tehuis voor Mi-
jlitairen te Hel oer zal circuleeren.
Verschillende afschrijvingen van Hoofdelijken Om-
I slag worcen toegestaan.
Van den heer L. Doom, doodgraver te St. Maar-
tenslrug, is een quitantie ingekomen van f 100, als
tractenu-nt voor zijn tijdelijk opzichterschap over
do werkzaamheden, aan de -begraafplaats aldaar.
Voorzitter deelt mee, dat indertijd aan de begraaf-
plaats te St. Maartensbrug hoornen moesten wor-
1 den gerooid. Dat werk ging niet direct zooals het
behoorde. Ook het ophoogen der begraafplaats had
kunnen geschieden zóó, dat werd-opgehoogd met al
lerlei rommel, zoodat met het begraven van lijken
daarvan onaangenaamheden he,t gevolg zouden zijn
geweest. Opzichter De Leeuw achtte het dus noo-
dig dat er een dagelijksch opzichter werd aange-
steld en achtte men Doorn daar zeer geschikt voor.
j Het 'geld dat de man nu vraagt, is door hem -daar
'wel aan verdiend. Hij heeft gedurende 16 weken het
opzicht gehad. B. en W.' hadden dit den Raad eer
der moeten vragen, maar dit is verzuimd. Deze uit
gaaf wordt mei algemeeneu stemmen goedgekeurd.
Verschillend? af- en overschrijvingen worden goed
gekeurd, hetzelfde is het geval met een suppletoi-
re begrooting dienst 1915. 1
De verordening regelende het geneeskundig toe
zicht op de scholen, wordt volgens advies der Ge
zondheidscommissie goedgekeurd.
Tot onderwijzeres aan de school 'te Burgerbrug
wordt met algemecnc stefmmen benoemd mejuf
frouw Van Corkom, daar reeds tijdelijk werkzaam.
De indiensttreding wordt bepaald op 1 Juli. Door
deze benoeming is een tijdelijke leerkracht noodig
en daarvoor had de heer Smit te St. Maartensbrug
zich aanbevelen. Aan den distriots-schoolopziener
was daaroyer advies gevraagd. 1
Aan de orde wordt gesteld de vraag, of de ker
missen zullen doorgaan ja of neen. Voorzitter adviT
seert om dc kermissen -te doen doorgaan. De toe
stand is we1 even critiek als vorig jaar, -maar er
is geen enkele reden om de kermissen niet te doen
doorgaan, een voorstander. al3 spr. er van is, om
het gewone leven zooveel mogelijk zijn gang te
laten gaan. 't Is bovendien voor vele ingezetenen 'n
bron van inkomsten.
De heer 'Appel is het volkomen -met voorzitter
eens. Veel schade breDgt het voor vele ingezetenen
mee, als de kermis niet doorgaat. Word thier geen
kërmi8 gehouden, dan gaan de jongelui naar -el
ders en acht spr. het beter dat het geld in de ge
meente wordt besteed.
„Wanneer gaat hèfc er op los, Frits?"
„Over acht dagen begint mijn vacantie."
„Goed ik ga beslist mee! Ilse, jij wilt dan
wel zoolang naar vader op Halbenidorf gaan, niet
waar?" J
„Dat weet ik nu nog niet." Haar oogen waren
omfloerst. „Ik'ben moe ik wil thans graag weg."
„De bowl is ook leeg," verklaarde Meringer met
een diepe zucht.
„Zouden wij hem -niet nog eens laten vullen?"
sloeg Kilmar voor.
„Neen neen, je vrouw wil weg."
Hilmar zette een verdrietig gezicht* maar hing
Ilse toch dadelijk den mantel om. Veel liever was
hij echter bij Meringer blijven zitten, over vroe
gere tijdeh gebabbeld en laat in den nacht met hem
arm in arm door het Grunewald naar huis geslen
terd.'
„Ik kan je slechts vergeven dat je mij tot nu
toe niet hebt opgezocht, als je in 'het vervolg her
haaldelijk komt!" verklaarde hij.
„Dat komt in orde dat wil zeggen, als me
vrouw het toestaat en ik je werkelijk biet stoor."
„Ik schrijf cp 't oogenblik niets."
„Men moet zijn talent niet ten doode uitputten.
Pauzen zijn Doodig voor het verzamelen van -stof.
Let er op, vader Rijn zingt ons wat in de ooren."
„Denk,je? Wij willen 't hopen. Kom overmorgen
bij ons eten zes uur."
„Graag. De dertigste is anders altijd een vasten
dag voor mij. Tot den tienden leef ik royaal, van
den tienden tot den twintigsten matig, en daarna
wordt er gevast.... Merkwaardig hoe spoedig men
daaraan gewend raakt! U ziet mij verbaasd aan,
mevrouw! Ja, er is verschil tusschen dichters en
dichters. Hilmar zag er altijd uit als een prins
maar ik, lieve hemel!"
„Waarom heb je mij dat nooit geschreven, Frits?
Een oude korpsbroeder
„Pompt a'leen bij zijn kleermaker! Vooruit,
maak nu, datje naar huis komt. Mevrouw vallen
de oogen haast toe. Overmorgen kom ik stellig."
Hilmar schudde hem krachtig de hand.-Ilse's Man
ke vingers raakten slechts vluchtig zijn uitgestrek
te rechterhand aan.
Frits Moringen zag de beide jeugdige gestalten
lachend na, die op een in de nabijheid stilhoudend
rijtuig toegingen. Daarop schudde hij een paar maal
het hoofd, drukte den 'hoed vast op het voorhoofd
en begon zijn eenzamen terugweg.
Hilmar en Ilse reden, zonder een woord met elkaar
te wisselen, naar hqis. In hun kamers hing een
De heer Groot is ook voor kermis, maar wijst
er op, dat, mocht de toestand verergeren, dat dan
vroegtijdig genoeg de zaak wordt stop gezet.
Algemeen is men voor het doorgaan der verschil
lende kermissen.
Aan de orde komt nu de bekende tarwokwestie
met den heer Raat.
Voorzitter zegt, dat de Raad de heeren Brak -en
Hooij heeft benoemd om tc trachten met denbeer
Raat in connectie te treden en vraagt naar den uit
slag.
De heer Hooij zegt, dat de heer Brak zich schrif
telijk heeft gewend tot den heer Raat en een con
ferentie heeft gevraagd inzake de tarwekwestie. De
heer Raat heeft evenwel geantwoord van geen
bemiddeling te willen weten en hiermee is. zegt de
heer Hooij, de beslissing weer aan den 'Raad over
gelaten.
Voorzitter zegt nu betzelfde voorstel te doen en
aan den Raad machtiging te vragen 'om den heer
Raat een proces aan te doen.
Do heer Francis is daar erg tegen. Het is, zegt
spr„ een beroerde zaak, maar laten we maar geen
proces gaan voeren. Dat brengt de zaak-op de lan
ge baan en voor de gemeente veel kosten. Laat ons
de zaak maar laten rukten.
Voorzitter stelt voor om 'do vergadering enkele
oogenhlikken te schorsen. Allen voor.
Na heropening doet voorzitter nogmaals hek-
zelfde voorstel.
De heer Brak dient daarna de volgende motie in:
De Raad der gemeente Zijpe, gehoord bet
voorstel van - den Burgemeester, om met den heer
J. Raat Dz., lid van den Gemeenteraad een proces
aan te gaan. inzake de bekende tarwekwestie;
overwegende dat het niet wenschelijk wordt ge -
acht een pre ces aan te gaan met het oog op do
eventuëele kusten voor de gemeente;
spreekt a's zijn oordeel uit, dat de heer Raat
zich in deze zaak tegenover den Burgemeester en
de Ingezetenen der gemeente heeft gedragen op
een wijze,- die rnet de plichten van een raadslid zeer
ernstig in strijd zijn;
betreurt ter zeerste de houding van genoemd
raadslid en qsat over tot de orde van den dag.
Deze motie iri stemming gebracht, wordt aangeno
men met alleen de heeren de Wit. en voorzitter te
gen. In ons bericht van gister stond abusievelijk
vermeld, dat de heeren.Mann en De Wit tegen de
motie stemden. Dit moest geweest zijn: de heeren
De Moor en De Wit.)
En hiermee, zegt voorzitter, is deze zaak dan
afgeloopen. 1
Bij de rondvraag deelt de heer Kreijger-mee, dat
de commissie in zake den schoolbouw te St. Maar
tensbrug, gister een conferentie heeft gehad met
den districtsschoolopziener, den heer Van Buijssen
te Alkmaar. De commissie heeft een uur lang heel
aardig met den heer Van Buijssen gepraat, maar
deze bleef stijf op zijn stuk staan. Hij wenschte 't
licht in de schoollokalen beslist van -den zuidoost-
of zuidwestkant t° hebben. Hij heeft enkele teeke-
keningen meegegeven, hoe hij de school gebouwd
wenschte te zien. De commissie zal nu ter plaatse
de zaak nog eens nagaan en dan in de volgende
vergadering met voorstellen komen. De districts -
schoolopziener drong op spoed aan. Het werd nu
toch eens tijd, dat de Raad besliste. Er kwam dan
werk in de gemeente en de. Raad behoefde zich niet
voor te stelten, dat na de mobilisatie -de bouwma
terialen gop^kooper zouden worden. Hij drong dus
op spoed aan.
Hierna sluiting. 1
RAAD VAN CAIAANTSOOG.
Vergadering van den Raad der gemeente Callants-
oog, gehouden op Maandag 1 Juni 1915, des namid-
verstikkend zwoele lucht.
Ilse rukte de ramen wild open. Met een plotse
ling besluit draaide zich daarop naar Hilmar om.
„Was dat ernst, dat je
„Wat dan?" Hij bladerde in een paar tijdschrif
ten, die hem'door de een of andere redactie onder
kruisband waren toegezonden.
„Dat idee van de Rijn-reis. bedoel ik met dien
plotseling opgedoken -vriend. Waarom heb Je mij
nooit iets van hem verteld?"
„Lief kind, je verlangt toch niet, dat ik Je van
iederen persoon zal vertellen, met wien ik in het
leven in aanraking ben geweest niet waar?"
„Als het maar een vluchtige kennismaking is,
dan komt het mij indlerdaad absurd voor, dat je
plotseling met elkaar op reis wilt gaan."
„Absurd of niet ik heb er lust in. MeTinger
is een oude korpsbroeder van mij, wien ik ongaarne
uit het oog verloren had. Hij was te tactvol om
mij op te zoeken."
„Als hij dat bewezen heeft* door zich niet op te
dringen, laat het dan daarbij. Hij past vermoede
lijk in 't geheel niet bij je." 1
„Dat zal ik op reis wel merken. Het is voor mij
hoogst noodzakelijk nu te vertrekken."
„Hoe lang dan?"
„Dat weet ik nog niet Ilse, plaag me er niet mee,
om vandaag reeds precies te bepalen wanneer ik
terugkeer, hoe lang de reis zal duren, of waar ik
denk te vertoeven. Ik moet mij .vrij voelen vrfj
zijn. Zie dat om Godswil, toch in!"
„Dat wil zeggen, vrij van mij zijn?" Haar adem
ging luid en vlug. 1
Hij antwoordde niet. 1
„Heb'je gehoord, wat ik je vroeg, Hilmar? Je
wilt dus vrij van mij zijn?"
„Ja, ik hoor wel, wat je zegt* JQsel"
„Maar je antwoordt niet!"
„Och, kind. laat dat tusschen ons toch onuitge
sproken. Je kwelt je, dat zie ik en mij maak je
haast krankzinnig."
„Ik ik maak je haast krankzinnig?"
»»Ja, jij je foltert mij met je verwijtende oogen,
je eeuwig gekrenkte liefde. Ik kan niet meer, Ilse
wees barmhartig en zie dat in!"
„Wat kan je niet? Niet meer met mij samen
leven?"
„Een tijdlang niet. 'Laat mij dus vrij. Deze reis
moet doorgaan!" 1
„Goed ik houd je niet terug!" Haar gebroken
stem, haar doffe oogen spraken duidelijker dan
alle verwijten hadden kunnen doen. r
Hilmar wierp zich in een stoel. „Heer in den he
mel! Ik wil een paar weken met een vriend op
reis en daarover wordt een scène gemaakt, alsof
ik van plan was het ongehoordste te doen. Het is
waarachtig cm te vertwijfelen."
Ilse ging zwijgend heen naar haah slaapkamer.
Daar ging zij aan het venster zitten en staarde In
do duisternis. De lantaarns wierpen van do straat
af scherpe, witte vlekken in de -hoeken der kamer
in het midden bleef het donker.
Zij leunde met haar hoofd tegen de ruiten. „Als
ik. maar iemand kende, die mij raad kon geven,"
snikte zij. „Ik ben zoo alleen, ik Tcan mijzelf niet
helpen." 1
Een ongewoon warme en toch heftige wind raas
de om de huizen Het licht dei- lantaarns vlamde
nu eens hoog op en had dan 'weer moeite om niet
eebeé1 uit te gaan.
Ilse huiverde. Het troostelooze gevoel yan vol
komen verlatenheid greep haar steïeds 'sterker aan.
Ware hulp kan echter nooit van buiten, maar
alleen van binnenuit komen. Dat wist zij nog niet.
Zij zocht bij een ander tevergeefs, -wat ieder in
zichzelf moet vinden
HOOFDSTUK 15.
Tl sc gewon ie ving aan Frits Meringer's herhaal
delijk bezoek, w'anf zij zag, dat zijn bezoeken Hil
mar goed deden. Zij voelde zich zelf ook vrijer in
zijn tegenwoordigheid, zij behoefde dan niet gere
geld op haar hoede te zijn, dat zij Hilmar 'onop
zettelijk hinderde. Het dreunende, hartelijke la
chen van Meringer, zijn zonnige, ongekunstelde op
gewektheid, zijn gansche persoonlijkheid werkte in
de steeds met electrciteit geladen atmosfeer van
haar huis, verkwikkend.
Haar kuisvrouwenhart verheugde zich over zijn
gezonde eetlust. De eerbiedige bewondering waar
mee bij haar dikwijls aanzag, was balsem voor
haar gekrenkte ijdelheid, baai' gewond gevoel van
eigenwaarde. Aan andere mannen beviel zij dus toch
nog waarom Hilmar niet meer? Menigmaal kwam
het haar voor, dat ook deze haar in Meringer's te
genwoordigheid met andere oogen aanzag. In ieder
geval stond het hem wel aan, dat zijn vriend zijn
jonge vrouw bewonderde, alles wat zij zeide en
deed prachtig -vond, zich over alle mooie dingen
der kleine huishouding kinderlijk verheugde en
zich zeer behagelijk bij hen gevoelde.
Wordt vervolgd.