illlltll Nieuws-
WOENSDAG 9 JÜNI 1915.
58ste Jaargang. No. 5604.
UitgeversTRAPMAN Co.
DE HOFDAME.
SC HAËER
COURANT.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag,
Dondordag on Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 9 ure wor
den ADVERTENTIEN in het eerst uitkomend nummer geplaatst.
SCHAOEN, LAAN D 5. Int. Teleph. No. 20.
Prijs per jaar f 8.Per post f 8.60. Losse nummers 5 cent
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 rogels f 0.25 iedere regel meer 5 ct
Groote lottere worden naar plaatsruimte berekend.
Uit en Voor de Pers.
DE BEER C. J. K. VAN AALST GEÏNTERVIEWD.
Dëzelfde berichtgever van de„Voss. Ztg.", die de
zer dagen het door ons meegedeelde onderhoud had
met prof. Hector Treub, publiceert thans een in
terview met den heer Van Aalst, „die zonder eenige
tegenspraak aan het hoofd staat van de Nederland-
Bche koopmanswereld".
Na in het kort het doel van de Ned. Overzee-Trust
maatschappij te hebben uiteengezet, deelt de Duit-
sehe journalist mede, dat de heer Van Aalst begon
met de verklaring, dat het oprichten van de N. O.
T. hem de reputatie had bezorgd van een vijand
der Duitscbers. Niets is onjuister -dan dit. In de
eerste plaats is hij Nederlander, is het dus zijn
streven voor de bejangen van Nederland op te ko
men. Als zoodanig is hij absoluut neutraal. Toen de
onderhandelingen met Engeland over hot oprichten
van de Trust'werden aangeknoopt, geschiedde zulks
niet om te ógeeren tegen Duitschland, maar uit'den
aard der zaak moest men het in de eerste plaats
eens zien te 'worden met Engeland om den toevoer
dor schepen te verzekeren. Ten slotte -heeft ook
Duitschland ingezien, dat de maatschappij geen an
der doel had dan de absolute verzekering van de
neutraliteit in het belang van Nederland. En 1 ook
thans kon de heer Van Aalst met genoegdoening ver
klaren, dat de economische-toestand van Nederland!
ten gevolge van de oprichting der Trust werkelijk
goed is. Den boer, die een ruimer afzetgebied voor
zijn producten heeft als voorheen, gaat het beter
dan ooit De nijverheid ontvangt de stoffen welke
zij noodig heeft voor* de voortzetting van haar be
drijf en, moge hier en daar een enkeling lijden, de
economische toestand laat over het geheel geno
men, weinig 'te wenschen. Dit is niet het gevolg
van .een anti-Duitsche of een anti-Engelsche, -maar
van een pro-Nedlerlandsche handelspolitiek. De
Trust vervult haar taak met de allerstrikste neu
traliteit. Onder geen enkelfe omstandigheid wordt
uitgevoerd, wat ingevoerd wordt. Zoo zou, bijvoor
beeld, Engeland gaarne millioenen voor Duitsche
aniline betalen; telkens komen aanvragen uit Enge
land of hot niet mogelijk is een weinig, o, een heel
klein beetje maar, af te geven. Het antwoord
aldus de heer Van Aalst kan ik u besparen.
Wij zijn thans zoo ver, dat, teneinde misbruik te
voorkomen, het lossen, stuwen en bewaren van
Duitsche aniline in Neölerland wordt bewaakt door
rechercheurs.
In tegenstelling met professor Treub is de heer
Van Aalst van ineening, dat de Nederlander den
Duitscher wel genegen is; voor 'hem is de Duit-
scher de meest sympathieke zijner buren. Tot.
bewijs kan bijvoorbeeld het feit dienen, dat de Ne
derlander met voorliefde, in Duitschland-reist. Zel
den denkt hijaan een overtocht naar Engeland; daar
entegen treft men hem-in alle deelen van Duitsch
land aan. Daar voelt hij zich, voor zoover dit in het
buitenland mogelijk is, het beste thuis. De heer Van
Aalst is zelf jarenlang lid geweest van de Duit
sche club te Singapore en heeft zich in een Duit-
Bche omgeving altijd op zijn gemak -gevoeld.
Desniettemin heerscht in Nederland een zekere
ontstemming tegen 'DuÊtschland, al is het, -reeds om
de hierboven aangegeven redenen, verkeerd te spre
ken van een ausgesprochenen Deutschershass. 'Maar
er bestaat het niet te beschrijven, instinctmatig
waargenomen gevoel van onbehaaglijkheid, dat -al
tijd hand aan hand gaat met wantrouwen. Met an
dere woorden: de 'Nederlander is bcvreosd voor
een te machtig Duitschland. Openhartig verklaarde
de heer Van'Aalst: „Door dit gevoel gedreven hoopt
FEUILLETON.
80.'
„Zoo, brach't jij niets mee?" zeide Hans Henning
tot Sitta. Hij drukte zijn lippen op heur haar. „Ik
dacht dat het genoeg was om een -vorst mede te
vreden te stellen."
Een vurige blos kleurde eensklaps haar wangen.
Haar gansche gezicht gloeide'en d.an werd zij eens
klaps doodsbleek. 1
„Je ziet er vandaag ellendig uit, Sitta. Hilde
heeft mij daarop opmerkzaam gemaakt. Voel jij je
niet wel?" vroeg Hans Henning zeer bezorgd.
„HeeJ wel zeer gelukkig," verzekerde zij
haastig.
„Toe, houdt dan met die stopperij op. Ga mee
het bosch in ja? Ik heb met de houthakkers te
spreken. Ik neem ook do buks mee,men weet nooit
wat een mensch in het bosch voor de beenen loopt."
„Ik ga heel graag mee."
Hilde had het liefst gezegd, dat de zooveel in
spanning eischende weg over boomwortelen endoor
het mulle zand voor Sitta veel inspannender was
dan dit naaiwerk, maar zij onderdrukte - haar waar
schuwing.
Hans IIcnniDg en Sitta vergezelden haar tot aan
het rijtuig. Sitta omhelsde haar schoonzuster 'en
bedankte haar hartelijk voor al haar moeite en
hulp.
Hilde beantwoordde den kus met -een zonderling
bang gevoel in het hart. Zij wist zelf niet waarom,
maar haar oogen vulden zich plotseling met heete
tranen. Was het ijverzucht, dat haar broer slechts
aan zijn vrouw dacht en haar, de zuster, zoo kalm
en koud kon laten gaan? of was het een voorge
voel, dat dit jonge geluk op geen sterk fundament
rustte? Zij draaide in bet weggaan, het hoofd om,
broer en schoonzuster stonden nog in de huisdeur.
Hans Henning had zijn arm om Sitta heengeslagen,
die met droomende oogen in de verte-staarde.
Hilde dacht aan den avond, toen zij Hans Hen
ning en Karola nakeek. De zoo teedere blik van het
meisje, dat zij toenmaals 'scherp had gadegeslagen,
kwam haar weer in den geest. „Dat was liefde,
warme, werkelijke liefde," zeide zij tot zichzelf,
„bij Sitta is het slechts plichtsvervulling, dulden,
opoffering'en van zijn kant matelooze hartstocht
en aanbidding dier schoonheid."
Zij behield dergelijke droeve gedachten maar lie—
de meerderheid ven het Nederlandsche volk op I
DuitsohlaiJd's nederlaag. Niet en daarop log ik j
nogmaals den nadruk uit haat tegen Duitsch- j
land. Doch uit vrees dat het Nederland vergaat zoo- i
als België.
„En deelt u deze meening?" vroeg de vetslagge-
ver. „Gelooft u, dat Duitschland, indien het als
overwinnaar uit het strijdperk treedt, Nederland
met huid en haar zal verslinden?"
En'de weitjjlickendste grösste Kaufmann Hollands
antwoordde;
„Neen, met de meeste stelligheid neen. Want
Duitschland zal aan een vriendschappelijk-gezinden,
zelfstandigen Nederlandse hen buurman altijd meer
hebben dan aan een vijandelijken bondsstaat Ik
geloof niet dat men in Duitschland thans het min
ste voornemen koestert om 'de zelfstandigheid van
Nederland te bedreigen."
Doch desniettemin en dit voelen wij allen
als Duitschland België houdt'en ook hier onze buur
wordt, zijn wij in een groot Duitschland als ee-
nigen buur geklemd. En, al zijn de voornemens nog
zoo goed, "die groote kerel om ons* heen beneemt
ons lucht en adem. Wij •'stikken in een atmosfeer
van voortdurende beklemming. Want wij zouden
ons nooit kunnen 'bevrijden van de gedachte dat
Duitschland zooal niet vandaag, en niet binnen
tien jaren, dan misschien toch over vijftig of hon
derd jaren het noodzakelijk zal achten Neder
land in te lijven. Bedenk wat dit voor ons zou be-
teekenen. Het absolute einde. Want Engeland zou
onmiddellijk de Nedferlandteche kolpniën in bezit ne
men. En onze rol in de wereldgeschiedenis ware uit
gespeeld. 1
Nu'is het mijn persoonlijke meening, dat Duitsch
land België niet zal behouden. En om deze reden
deel ik voorsbands de vrees mijner Iandgenooten
niet."
Op de vraag hoe de heer Van Aalst zich de toe
komst tusschen Duitschland -en Nederland voorstel
de, antwoordde hij:
„lk voorzie een vruchtbare samenwerking tus
schen beide landen. Ik geloof dat na den oorlog,
onverschillig hoe hij eindigt, Nederland en Duitsch
land en door Duitschland een groote economische
vlucht zal nemen."
„En welken wensch koestert u persoonlijk betref
fende den oorlog, mijnheer Yan Aalst?"
Hij antwoordde niet dadelijk.
„Ik ben neutraal. Ik ben Nederlander. Engeland
ligt aan de overzijde van het Kanaal. De eenige buur
man is na België's nederlaag Duitechland.
Vindt u het dan niet begrijpelijk dat -ik, ondanks
mijn overtuiging van Nedlerland's nationale veilig
heid, toch moe.t wenschen dat onze eenige buurman
niet zij een bovenmatig machtig Duitschland?"
Binnenlandsch Nieuws.
OPMEER.
Onder begunstiging van het prachtigste zomer
weder, werd hier weer de gewone jaarlijksche ten
toonstelling gehouden met daaraan verhonden keu
ring en schoonrijden, door de Hollandsche Maatsch.
van Landbouw afd. Opmeer en Omstreken, ter be
vordering van de paardenmarkt. Reeds eenige dagen
van te voren had men alles op het terrein in orde
gebracht en op den dag zelf waren de inzenders al
vroeg in de weer om de machines en andere arti
kelen aan te voeren en op te stellen. Van bijna alle
gebouwen wapperde de driekleur' en ieder verheug
de zich in het mooie weer. Druk, zeer druk was
het op straat, op de paardenmarkt, op het terrein
en in de verschillende lokaliteiten.
ver voor zich,'toen zij in Berlijn aankwam. Tegen
over Ilse wilde zij het tenminste -niet uitspreken.
Het was immers ook niets tastbaars, wat zij tot
bewijs van haar wantrouwen had kunnen aanvoe
ren. 1
Ilse vroeg zeer veel naar Hinrichshagen en Mal-
chow. Het kwam Hilde voor, alsof Ilse zich zoo
druk met deze vrag°n bezighield, om haar zuster
de gelegenheid te ontnemen om naar haar en haar
leven te vragen.1
Te taktyol om zich in Hse's 'vertrouwen te drin
gen, poogde Hilde Ilse's verstoord gemoed door haar
liefde weer wat in evienwicht te brengen en haar
door rust en bezonnenheid tot wat nuchterder le
vensopvatting te krijgen, ofschoon zij haar zus
ter kalmer aantrof'dan zij na de ontvangst van het
telegram had durven hopen.
Over Hilmar sprak Ilse tegenover haar zuster in
't geheel niet Hij was aan den Rijn en wilde on
gestoord werken, zijn terugkomst was nog onzeker,
en daarom wilde zij ook te Berlijn Wijven, daar hij,
ook plotseling besluiten kon naar huis te komen.
Daar was niets tegen 'in te brengen. Hilde wilde
ook in geen geval haar zuster tegen haar man op
zetten. Daarom onderdrukte zij iéder hard oordeei
over haar zwager, wiens star egoïsme zij noch te
begrijpen, noch te verontschuldigen vond.
De zusters 'leefden zeer stil en teruggetrokken,
geheel op elkander aangewezen.
In September is zelfs te Berlijn efen vermindering
van menschen te bespeuren. ''De milaGairen zijn op
manoeuvres en wie eenigszins kan ontvliedt in deze
maand Berlijn, waar dan elk hapje frissche lucht
schijnt weggenomen, alle boomen grijs bestoft zijn,
de huizen in het aanzienlijke stadsdeel met neer
gelaten jaloezieën, dood "en uitgestorven en de ove
rige moede en verdrietig uitzien. 1
Ook de bekenden van Ilse vertoefden nog in
Zwitserland of genoten de zeebaden, tot groote ver
lichting der jonge vrouw, die niets meer schuwde
dan indiscrete vragen.
Daarom liet zij ook, toen in October de een na
den ander terugkeerde en trachtte Ilse te zien, tel
kens belet g^ven.
Eén uitzondering slechts maakte zij. In het mid
den van October, de bladeren wielen reeds van dQ
boomen, liet Frits Meringer zich aandienen.
„Wie is dat?" vroeg Hilde. Zij zag verwonderd
in Ilso's gloeiend gezicht.
,Een vriend van Hilmar. Zij zijn samen op reis
„O zoo, dan ga ik maar liever heen. Je spreekt
Om 8 uur ontvangst van jury en oommissieteden
op hot terrein, door dbn voorzitter; -10% uur fees
telijke optocht met muziek naar het terrein en
opening door den voorzitter, den heer Van Balen
Blanken. Ten 2 ure tentoonstelling van de -bekroon
de hengsten, paarden en veulens in den ring, met
muziek voorop. Ten 3 uur schoonrijden van span
nen en enkele spannen paarden en kelten. Als men
toen eens het terrein rondzag, was men verbaasd
zoo veel menschen te -zien kijken naar de mooie
paarden en rijtuigen die kampten om de prijzen.
Het was een pracht de edele dieren te zien dra
ven, bestuurd door ervaren bestuurders. Een mooie
attractie leverde do heer Stroomer van Oudorp
nog, die ons twee vurige paarden te zien gaf, voor
elkander aangespannen voor een tweewielig rijtuig.
Dit was een zeldzaam stukje van dressuurkunst
waarvoor hij dan ook een luid applaus ontving.
En nu dë vërschillienöo bekroningen. Hengsten,
aangevoerd 2 van den hoer G. Stoop te Wogimeer
'Obdam). ie prijs Manuel, 2e prijs Orpheus.
3-Jarige paarden, ingezonden 5 stuks. Ie prijs G.
Weel, H eerhugo waard2© prijs J. Harp, Wogmeer
(Obdam)3e prijs J. Stam, Wognum.
2-Jarige paarden, ingezonden 4 stuks, ie prijs C.
Ursem, Hoogwoud; 2e prijs K. de Boer, Veenhui-
zen; 3e prijs C. Stoop, Wogmeer (Obdam).
i-jarige paarden, ingezonden 9 stuks, ie prijs J.
Best, Abbekerk: 2e prijs P. Schipper, Berkhout;
3e prijs A. H. Melchior, Twisk.
Merries met vëülen, ingezonden 7 stuks, ie prijs
A. Klaver, Spierdijk; 2e prijs S. Broers, -Wadwaij;
3e prijs J. B. Ooms, Wognum.
Uitslag schoonrijden. Spannen betuigde paarden
van 4 jaar en ouder, ingezonden 2. ie prijs en ie
prijs schoonst geheel J. J. Stroomer, Oudorp; 2e
prijs en 2e prijs schoonst geheel H. J. K. van der
Steen, Spanbroek.
Bëtuigde paarden van 4 jaar en ouder, aange
spannen, ingebonden 8. ie prijs W. Keotman, Win
kel; 2o prijs en ie prijs schoonst geheel Jb. Kooij
te Schagen; 3e prijs K. Schagen, Midwoud: 2e prijs
schoonst geheel A. Knip te Midwoud; 3de prijs
schoonst geheel K. Appelman te Hensbroek.
Betuigde ketten aangespannen, ingezonden li. ie
prijs en 3e prijs schoonst geheel P. Groot, Aarts
woud; 2e prijs J- Bijman te Oudorp; 3e prijs K.
Witlok, St. Maartensbrug; 2e prijs schoonst geheel
K. Kool te Hauwert; ie prijs schoonst geheel J.
Ham te Lutjewinkel.
Van de afdeeling Wolvee verwierven H. J. K. van
der Steen len prijs met 6 schapen, K. Schoen len
prijs met 6 lammeren, H.'J. K. van der Steen 2en
prijs met 6 Texelsche lammeren. i
Van do afdeeling pluimvee verwierven S. Vlaar
te Hoorn 11 eerste en'tweede prijzen met verschil
lende rassen kippen.
In do afdeeling konijnen verwierf N. Haringhuizen
met zijn pradhtcollectie den'len prijs en EL Ha
ringhuizen, beiden te Opmeer, den 2en prijs.
Verder werden er nog prijzen toegekend aan N.
Smit en S. Vlaar, beiden te Hoorn,, voor hun col
lectie duiven.
Ter opluistering waren 25 inzendingen van land
bouwwerktuigen, rijwielen, zadelmakerswerk, land-
bouwartikelen, naaimachines, wasmachines, rijtui
gen, enz. enz., waarvoor aan velen een eervolle'ver
melding werd uitgereikt.
De commissie van aankoop was druk in de weer
om verschillende prijzen voor de 'verloting aan te
koopen en men kan alles aankoopen, omdat dit de
eerste 'maal was,, dat alle loten 's morgens reeds
aan het hoofdjdepot waren uitverkocht. Met voldoe
ning kan de afdeeling op dezen welgeslaagden dag
terugzien. De aanvoer van paarden op de markt was
hem zeker ook liever alleen."
Ilse streefde maar zwakjes tegen en Hilde ver
dween in de andere kamer, toen het meisje de deur
opende en Meringer binnentrad. De jonge vrouw ging
hem'een schrede tegemoet, sprakeloos stak zij hem
een hand toe.
Hij las de angstige vraag in haar gezicht. „Het
gaat goed met Hilmar, mevrouw," zeide hij vlug.
Hse ging op een Btoel 'zitten. Haar knieën beef
den.
Meringer nam naast haar plaats. „Het gaat wer
kelijk goed? met hem," verzekerde hij nogmaals.
„Hij zit nog steeds ia Assmannéhausen, dat zult u
toch wel weten, ''mevrouw?"
Ilse knikte. „Menigmaal ontvang ik briefkaarten,"
zeide zij. 1
„Hij heeft van den eersten1 dag af gewerkt," ver
volgde Meringer, „in een ware koorts gewerkt.
Dagen lang zat hij als vastgegroeid in zijn achter
kamertje met den grooten noteboom 'voor het raam
te schrijven. Soms zag ik hem niet gedurende een
heele week. Ik zelf heb geboemeld, maar fat
soenlijk den hcelen dag geluierd, in het gras
gelegen, wijndruiven gegeten, en naar den hemel of
naar den Rijn gekeken."
„Weett u niet, wat HSmar schrijft?"
„Ik heb wel opgepast er hem naar to vragen!
Als bij wil, dat ik het weten zal, zal hij het mij
wel zeggen, dacht ik."
„U is zeer verstandig 'Hse streek het haar
uit haar voorhoofdL '„zeer verstandig. Maar men kan
gemakkelijk verstandig zijn, als men met lief heeft.
Liefde maakt dom, blind en dwaas I"
„Kan wel zijn." Meringer's stem klonk moeilijk.
„Mevrouw, wij 'zulen spoedig kunnen lezen, wat
daar in het kunstenaarekamertje, van Assmannshau-
sen gegroeid is. Do uitgever hééft het manuscript
reeds. De inkt was nauwelijks droog, toen Hilmar
het voor de pers afgaf."
„En wanneer ik bedoel, wat heeft Hilmar van
zijn terugkeer gezegd?"
Meringer sloeg do oogen neer. De van verwach
ting bevende stem te hooren, was al erg genoeg,
den blik der groote, angstige oogen kon hij niet
verdragen. „Ik weet het niet!" mompelde hij half
onverstaanbaar.
„Toch wel u 'weet het, maar u wilt het niet
zeggen 1 U moet echter spreken, hoort u, u moet!
Ik kan die onzekerheid niet langer uithouden."
Ilse stond haastig op en bleef voor Meringer staan.
Hij stond ook op. Een grenzenloos medelijden lag
in zijn oogen. 1
minder 4 dan andere jaren, de prijzen waren hoog.
WIERINGEN.
Naar wij hebben vernomen ia het wenschelijk,
dat in de adressen der voor de bewoners van ona
eiland bestemde poststukken, ais plaats van be
stemming steeds voorkomt den naam van het dorp
of gehucht of van dé buurt waarin men woont,
met als nadere aanwijzing „Wieringen".
Staat als plaats van Instemming alleen vermeld
Wieringen, dan zal vertraging daarvan het 'gevolg
zijn.
ALKMAAR.
Op do voordracht voor onderwijzer aan de Vier
de Gemeenteschool zijn geplaatst de heeren:
L J. Lutterot, onderwijzer to Koedijk.
2. S. H. Boot, 'onderwijzer te Heiloo.
3. C. Rentenaar, onderwijzer te Zijp©.
OUDKARSPEL.
De Zangvereeniging Caecilia heeft in studie geno
men de operette „Nelly". De -Burgemeester heeft
bet Beschermheerschap der vereeniging aangeno
men.
REGEER EVGSBROOD.
Të Zuidsdharwouüe wordt druk gebruik gemaakt
van hot aanbod van bruinorood. Qpk te Noordschar-
woude worden de eerst© stappen gedaan om het
verkrijgbaar te stellen. Te Broek op Langenüijk
schijnt men van de noodzakelijkheid niet overtuigd.
NOG TWEE IJMLIDER TRAWLERS VERMIST.
Thans wordt tot op. heden (Dinsdagmorgen) be
halve d© stoomtrawler „Rijnland", die zoo goed -als
verloren kan worden beschouwd en waarbij vermoe
delijk alle opvarenden het leven-lieten, nog een tweo
tal te IJmuiden thuisbehoorende stoomtrawlers, wel
ke ernstig over tijd zijn, vermist. Dezo zijn de
„Texel I" en de „Irene". De eerst© vertrok één dag
na d© „Rijnland", dus 28 Mei, do tweede even na
de „Texel I", van IJmuiden naar de visscherij, voor
een vischreis van ten hoogste-één week.
Men tast in het duister, wat met deze schepen
op zee gebeurd is, ofschoon het niet uitgesloten
is, dat deze fcwe© trawlers, welke op dezelfde plaats
vischten als de „Rijnland", benevens verschillende
te Umuiden binnengekomen stoomtrawlers, welke in
dien omtrek waren geweest en bijna allen, hetzij 'n
mijn in het'net, hetzij, dat een mijn heel kort bij
de schepen ontploft was, 'eveneens op een mijn
zijn geloopen, doch dat het volk misschien gered is.
Aldus deze ontmoetingen door verschillende traw
lers brengen groote ongerustheid in de -visschers-
kringen te IJmuiden, waaruit de plaats voor het
grootste deel bestaat, teweeg, te meer daar door
het lange uitblijven van de „Texel I" en „Irene"
hot ergste gevreesd wordt.
De vaartuigen zouden Zondag, uiterlijk Maandag
aan de markt te IJmuiden komen, ten minste do
„Texel I" zou zeker zonder ongelukken voor Zon
dag binnen geweest zijn, zooals ons werd medege
deeld.
Nog eenige IJmuider stoomtrawlers zijn wat over
tijd, en daar nu de vrees over de reeds vermiste
„Rijnland" en het lang uitblijven der twee andpren
te IJmuiden zeer groot is, maakt men zich ook bang
dat nog meerdere ongelukken met 'trawlers op zee
gebeurd kunnen zijn, dat vanzelf door de laatste
gebeurtenissen niet uitgesloten is, omdat verschei
dene trawlers in diel buurt aan het visschen waren.
Laten wij echter hopen dat al deze geruchten niet
behoeven bevestigd te worden, daar reeds door het
vermissen van de „Rijnland" verscheidene in den
omtrek wonende families in zwaren rouw gedom
peld zijn. Hdbl.
ZIJPE.
Wij vernemen, dat den laatsten tijd door den districte
veearts te Alkmaar in onze gemeente 2 gevallen van
Zij zocht een steunpunt „Wil hij in 't geheel niet
meer bij mij komen?"
„Toch wel mevrouw, lieve mevrouw! Hoé
kunt u dat denken! Nu juist, na den inspannenden
arbeid u zult dat begrijpen, nietwaar heeft
Hilmar rust noodig. Berlijn is te rumoerig; dat
moet men hem toegeven, en daarom -sprak hij er
van als u daar naturlijk niets tegen had om
met een pleizierboot naar het Oosten te gaan. De
reis duurt maar drie 'tot vier maanden, dan legt
het schip in Hamburg weder aan."
„En voor dien tijd komt hij niet terug?"
„Ik weet het niet, mevrouw. Wellicht ziet hij op
tegen het afscheidnemen. Hij rukt zich dan mis
schien te moeilijk los, en voor zijn gezondheid, zijn
zenuwen is die reis zeker goed."
„Heeft hij u opgedragen, mij dit te zeggen?"
„Hij verzocht mij daarom, mevrouw. U weet hoe
ongaarne hij iets per brief verklaart."
„Ja dat weet ik. Het is ook zoo eenvoudiger
Hse ging naar haar stoel terug. Een tijdlang zat zij
zwijgend neer met de handen in den schoot gevou
wen. „Te Assmannshausen was hij tenminste ge
makkelijk te bereiken. In een paar uur kon ik bij
hem zijn. 'Tot nu toe ging het ook nog goed met
mij, maar straks zoo ver weg! Als de wind huilt,
«de angst, de verschrikkelijke angst, dat wat hier
wind is, op de zee storm moet zijnl O, het - is
gruwelijk, gruwelijk!" Haar stem brak.
Meringer greep naar haar hand. „Mevrouw, 'zoo
moet u dat niet opvatten I"
„Hoe moet ik het'dan opvatten?"
„Als een overgang, een ziekte, oen zenuwenover
spanning wat u maar wilt. In ieder geval als
iets, dat voorbij eal gaan en ook zijn liefde voor u
eigenlijk onaangetast Iaat."
Zij schudde het hoofd. „U meent het goed, maar
een ander kan dat toch niet zoo begrijpen."
„Moet ik gaan? Doet mijn tegenwoordigheid u
pijn?"
„Neen goed!" antwoordde'zij eenvoudig. „U is
voor mij een schakel tusschen ons. Als u hier is,
voel ik mij niet zoo eenzaam."
Mët moeite verborg hij zijn ontroering. „Ik üeo
ook iets meegebracht, om u voor te lezen, mevrouw,
begon hij eindelijk weer eenigszins verlegen. „Ge
heel werkeloos ben ik aan den Rijn toch niet ge
weest. Een paar gedichten en twee kleine Bchet-
sen zijn het geworden."
„Zijn die reeds gedrukt?"
Wordt vervolgd.