Alpieei Nieivs- Aftverientie- LuUmllil GRATIS. WOENSDAG 16 JUNI 1915. 58ste J e ar go ii g. No. 5608. UitgeversTRAPMAN Co. EERSTE BLAD. Nieuwe Abonné's Oiriogsstemming en Oorlogsgevaar. DE HOPDAME. Binnenlandsch Nieuws. SCHAGER CIÏ1AIT. Dit blad verschijnt viermaal per week Dinsdag, Woensdag, Donderdag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 9 ure wor defa ADVERTRNTTEN in het eerst uitkomend nummer geplaatst. SCHAGEN, LAAN D 5. Int. Teleoh. No. 20. Prijs per jaar f 3.Per post f 3.60. Losse nummers 5 cent ADVERTENTIES van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct Groote lotters worden naar plaatsruimte berekend. Dit nummer bestaat uit twee bladen. op dit blad onlvangen de nummers tot 1 JULI ïn de Nieuwe Courant te 's-Gravehhage vonden we het, volgende artikel, dat we onzen lezers-niet meen den te mogen onthouden. In, sommige onzer blad/en en tijdschriften, begint eeia oorlogszuchtige toon door te klinken, i Het ia alsof de lasten der onzijdigheid, die in derdaad niet licht zijn, enkelen te zwaar gaian we gen, Zij krijgen er genoeg van zich voortdurend door levenmakers in en buiten onze grenzen, te laten zeggen dat zij kikkerbïoed hebben. Hun zelfbeheer- sching dreigt bun te begeven. En zoo wordt er geschreven over Nederland's deel neming aan den oorlog niet als een nog dreigende mogelijkheid, mei het oog waarop wij bereid moeten blijven en ons versterken, zoolang het ge vaar voor een'ernstige schending van onze rechten, eer of levensbelangen blijft bestaan maar -als een oogenschijnlijk onafwijsbare gebeurtenis, waar van wij wijs zullen doen eigenmachtig, en dan snel, het tijdstip te bepalen. In dit b'lad en elders is reeds tegen een zoo „roe keloos spelen met vuur" gewaarschuwd. Wat nog niet is gezegd, is dat't wekken van zulk een stemming ook het karakter van de door onize Regeering voorgesteïdte legeruitbreiding zou kunnen bederven. De versterking van onze reserves is een maatregel dien 'iedere Nederlander begrijpen en goedkeuren moet"behalve indien daarin gezien zou moeten "worden een telken dat men het tijd stip om met de wapens dn te grijpen zou willen verhaasten. 1 Dit kan d" bedoeling van het regeeringsvoorstel niet zijn. Het is 'ook zeer zeker de bedoeling niet geweest van de 22 mannen die bij de Staten-Gene- raal op een spoedige invoering van algemeenen oefenp.licht hebben aangedrongen, noch de beteeke- nis van de gunstige ontvangst die deze beweging in de Kamers beeft gevonden. Toch wordt het reeds zoo uitgelegd. 'Bezwaar den wegens het opleggen van nieuwe militaire las ten aan vele tienduizenden en het besteden van nieuwe millioenen aan Leger-uitgaven, bedienen zich van het argument dat men daardoor het oorlogsge vaar vergroot. Met een sterker leger wordt Ne derland begeerenswaardig als bondgenoot zoo heet het en wordt een oorlogszuchtige stem ming in ons land bevorderd'. iZiemaar hoe men om ons werft in de buitenlandsche pers en boe het reeds meer en meer begint te gisten in de bin- nenlandscW Laat ons waken dat het mooie plan van de Re geering om de zelfstandigheid van ons land in toe nemende mate, naar géheel zijn vermogen en op doelmatige wijze te verzekeren, niet worde bedor ven. Onze weermacht moet het middel zijn om ons, met eere, voor de rampen van den oorlog te be hoeden. Op de vraag wat eigenlijk de politiek 'van Nederland is, heeft onze eerste minister nog verle- FEUILLETON. HOOFDSTUK 17. Hilde kwam na een dag of tien terug. 'Eerder kon zij niet wegkomen. De juffrouw moest eerst weer gezond en Sitta wat krachtiger zijn. Ook nu hoestte zij nog wel geregeld, maar was toch op den vloer en kon op de huishouding toezien. „Buiten 'mag zij nog niet komen, maar niette min wordt zij doorlooppnd verkouden in de koude gang en kelders," vertelde Hilde. „Ik heb den dok ter gesproken. Het -liefste zond hij haar naar heit Zuiden maar in haar toestand mag zij niet rei zen en waar zouden 'zij ook het geld daarvoor vandaan krijgen? Hans Henning heeft een slechte oogst, ia den herfst heeft hij twee van zi'jn beste paarden verloren §n nu hebben zijn varkens den rooden 'loop. Het oene ongeluk *volgt op het an dere." 1 „Schenkt oont Heinrich hem dan de pacht niet onder deze omstandigheden?" vroeg Ilse. „Daar mag men in tegenwoordigheid van Hans Euiming niet over spreken. Tot op dien laatsten penning wil hij die betalen. De'arme jongen ziet er reeds geheel afgewerkt uit, en Sitta" Hilde's oogen werden vochtig „jou kan ik het wel zeg gen, Ilse, ik geloof 'niet, dat zij de geboorte van haar kind overleeft." 4 „Bekommert haar moeder zich geheel niet om haar?" „Och diel 1Die zou maar werk en drukte aan brengen, als zij kwam. Neen, van dien kant is - niets te hopen, 't Is een 'leelijk ding voor Rans Renning, dat hij een arm, ziekelijk meisje heeft getrouwd. Hij kon op Hinrichshagen slechts een gezonde en krachtige vrouw gebruiken." „Arme Sitta!" zeide Ilse medelijdend. '„Kon men haar maar helpen!" „Ja, dat is uiterst'moeilijk. Sitta wil gezond schij nen en als zoodanig aangezien worden; zij neemt het je bijna kwalijk als men haar waarschuwt, en Hans Henning ook. Zij zijn beide als met blindheid geslagen." c „Misschien ben je toch te angstig, Hilde." „Wij willen het hopen!" Veel vertrouwen klonk dan Donctesdag in de Kamer geantwoord: „N od e r- laiüd is ten oorlog bereid, maar wil den vl'od e." Zoo :is het. Is er iemand ia het land, die zich het recht zou aanmatigen voor het NederJandsche volk uit te ma ken'bij welke der oorlogvoerenden het zich behoort aan te sluiten, tegen welke-der thans met ons bevriend^ natiën het een bloedigen krijg zou moe ten beginnen? Indien er zoo iemand ware, het zou den onze Koningin en'de ministers moeten zijn. En zij sturen, d^ hand vast aan het roer, nog steeds in dezelfde rechte lijn die zij bepaalden bij het losbarsten v an den wereldstorm. iiOns volk zoo 'sprak de Minister op 10 Juni wil in rijn groote meerderheid geen -bolangen- poiitieJomot den oorlog als inzet, ons volk wü In zijn groot© meerderheid vrij zijn en zelfstandig, en wil daarvoor zich die grootste offers -'getroosten. Maar het wil niet, tenzij gedwongen, zijn toekomst bouwen op dezen gruwel, 'dien men oorlog noemt." Laat nu een Nederlander opstaan en zeggen dat dit niet zoo is! Let wel, wij ontzeggen niemand het recht om te betoogen dat ons volksbestaan zou be dreigd worden door een overwinnend Duiischland, dat een inlijving van België de voorslag van die van Nederland zou zijn, of wel dat Engeland van ouds her de vijand is van_ons zeevarend volk, dat-Fran krijk op ons aast om een „grooter België" in te richten tot bolwerk tegen den Germaan. Neen, wij zeggen: laat een Nederlander, het hart hebben de overtuiging die omtrent deze dingen-de zijne mocht zijn, te verkondigen als die van het Nederlandsche volk en daaruit voor land de gevolgtrekking te ma ken! Dat kan niemand en dus heeft niemand het recht dat te wagen. Met den wensch en den wil van ons volk -'in zijn overgroot© meerderheid, zooals die aan den d)ag treedt in het hartelijke -Vertrouwen dat aan onze Regeering sinds het uitbreken van den oorlog voor haar beleid onafgebroken geschonken werd en nog onverzwakt haar deel bleef, is niet. allleen elk oor logszuchtig drijven in strijd, magr ook het stelsel matige bewerken van -'de openbare meening tegen een der oorlogvoerende mogendheden. Meii kan hierover in ons land niet schrijven zon der zich bloot te steülen aan do bewering dat men voor Duitschland pleit. En dat om de eenvoudige reden dat er in ons land wel van auti-Engelsche of anti-Frans che individuëele gevoelens, maar van een anti-Engelsche of anti-Fransche cam pagne geen sprake is.. In een uitnemend populair vlugschriftje, dat dezer dagen verscheen en waar aan wij een ruime verspreiding onder het volk toewenschen werd het zoo goed gezegd: laat u niet afschrikken om krachtig tegen elk oorlogs- drijven en haat-aansloken op te komen, -uit vrees dat men u „pro-Duitseh" zal schelden. „Bedenkt dat de vredelïevendien, de kalmer-betoogenden zijn, bedenkt, dat niemand met zekerheid kan zeggen, Üat een bloedig offer, -door Nederland te brengen, w e r k e 1 ij k voor ons volk nuttig zou z ij u." Het aankweeken van een oorlogssteuiming in ons land door stelselmatige ophitsing tegen Duitschland, daartegen is het dat wij, voor, ons deel, zonder wees voor anti-Nederlandsche qualificatie of nij dige verdachtmaking, trachten en zu'lllen blijven trachten té waken. Wij gevoelen ons 'in dat op zicht één met een, gelukkig, nog altijd groot deel van de Nederlandsche pers. Maar wij wilden wel dat het gevaar van dut drijven door meerderen van ons publiek en ook door een -grooter deel van onze provinciale en kleine pers levendiger werd be seft dan het geval is. Wij mogen, zoo het onze oprechte wil is buiten oorlog te blijven tenzij men ons ertoe -dwingt, ons niet leenen als werktuig waarmee de oorlogvoeren- er niet uit dien toon.-'„En jij, kleine H'se, heb jè geheel eenzaam geleefd, terwijl ik weg was? Heb je geen bezp.ek gehad?" „Neen." „Nu, Meringer kwam toch zeker dikwijls." „Ook hij niet." „Dan zal hij vandaag stellig komen. 'Het is im mers Woensdag." „Ik geloof niet dat hij komt,. Hilde." „Waarogn dan niet? Is 'hij vertrokken?" „Ik weet het niet. Denzielfden dag dJat jij naar Hinrichshagen bent gegaan, kwam hij 's avonds hier. Sindsdien is hij niet weer hier geweest." „En beeft hij ook niets van zich doen hooren?" „Niets." Hilde zag haar zuster scherp aan. -Een angstig gevoel steeg er in haar op. Spoedig echter stelde zij zich weer gerust. Een nieuwe hoop gaf haar moed. Misschien kwaïn Meringer alleen daarom niet, omdat hij meende dat Hilde afwezig was. Nu zou hij zijn bezoeken wel spoedig weer hervatten. Zij wachtte geduldig nog een paar dagen. Hij kwam niet. Eindelijk hield zij het niet langer uit. „Ilse, wil je niet eens aan Meringer schrijven dat ik weer hier ben en wij ons zullen 'verheugen, hem te zien?" Ilse zag van haar werk op. Hilde verwonderde zich over de treurige uitdrukking van haar gezicht. „Ik doe het liever niet,-'Hilde. Het'zou ook tever- geefsch zijn, want hij zou toch niet «kamen." „Waarom niet?" „Vraag dat liever niet, -Hilde." Ilse boog het hoofd diep over haar handwerkje. „Het is zeer treurig." Hilde kromp ineen. „Denk je,1 dat hij je lief heeft, Ilse?" vroeg zij eindelijk langzaam. „Ja, Hilde, ik weet het. Maar vraag niet verder ik spreek daar niet graag 'over." Hilde zweeg. „Neen, ik zal er nooit meer 'met je over spreken," zeide zij eindelijk. Haar stem klonk haar zelf vreemd in de ooren. Zij verliet spoedig onder een -Voorwendsel de kamer. Des avonds was zij zeer stil. Hse verwonderde zich daar echter niet over. Haar zuster sprak dikwijls heel weinig, en het was -Hse aangenaam, dat men haar niet in haar gedachten stoorde. Meringer's naam werd 1 niet meer 'tussohen hen genoemd. De dagen gingen zeer stil voorbij. Men kan in Berlijn zoo eenzaam als ineen woestijn -leven, als men dat wil. Zoo nu en dan een bezoek aan een the ater was de eenige afwisseling. Iedere uitnoodiging den ilkander bestrijden. Op velerlei wijze wordt ge tracht onze pers als zoodanig te gebruiken. Zoo zendt b.v sinds eenigen tijd (vermoedelijk een uit vloeisel van de onlangs openlijk te' Londen aange kondigde „verhoogde pors-aotie" onder de neutralen, waaryaD wij de vruchten voorzoover ze in b e t e r e informatie omtrent hetgeen in Engeland zelf gebeurt, hoog zullen waardeeren) een Londcngche firma yan „Press and Advertisïng Agents" aan onze bladen (al of niet) vertaalde mededeelingen toe omtrent Duitsche gruwelen en Duitsche bar- baarschheid, onder toevoeging van een gedrukt schrijven, waarin het volgende voorkomt: „Wij wenr:ben geenszins dat u eenig verlies zoudt lijden door Let opnemen van dit schrijven en indien u onc daarom wilt doen toekomeneeno rekening voor dp onkosten, verbonden aan het zetten en eventu eel aan de vertaling (ervan) zal het ons een ge noegen doen u met het bedrag in rekening te cre- diteoren of u desgewenscht onze ohèque per kee- rende'posfc doen geworden.'" En nu vonden wij waar lijk reeds in een onzer provinciale hoofcEbladen een van die vertalingen opgenomen onder „Ingezonden mededeelingen zooveel cents -de regel)", zoodat de verspreiding van Engelsche rapporten over Duit sche gruwelen voor een 'dagblad dat in het onzij dige Nederland verschijnt, reeds een bron van in komsten vormt! Zoo iets gaat, al moge de redac- tioneele verantwoordelijkheid formeel bij die ru briek niet betrokken zijn, allo perken te buiten en wij kunnen niet krachtig genoeg opkomen tegen zulk een persbedrijf. 1 Men bedenke ook dit. Het is om er niet meer van te zeggen volstrekt niet waar, dat de wrok en de verbittering die in het oostelijke nabuurland gewekt worden door de succesvolle anti-Duitschc campagne van enkele bladen, voor ons land wordt opgewogen door de sympathieën die men zoo doende bij de westelijke bondgenooten verwerft. Als Neder land stilaan zioh anti-Duitseh laat maken maar niet naar bet zwaard grijpt tegen Duitschland gelooft niet dat men het ons-in Engeland en vooral in Frankrijk ten goede zal rekenen.... Leest hoe de Fransche pers de neutraliteit waardeert! Herinnert u don Engdlschman die u een bezoek bracht: 'Why the devil, don't. you fight w i t h us? En droomt dan nog dat gij straks bij en na den vrede op de dank baarheid van Duitschland's'tegenstanders aanspraak zult kunnen maken, omdat gij zoo heerlijk-neutraal op de Duitschers.... gescholden 'hebt. Het opwekken van hartstocht binnen en van wrok buiten onze grenzen is dus zoowel een on middellijk als een toekomstig gevaar. Yelen onzer beseffen het, sommigen zoo sterk dat zij het met geweid zouden willen breidelen. Kan dit en moet het? „De Groote Schuldige" door G. .J. F. Brands en Mar. F. E. Dekker. "N.V. Drukkerij „Volharding" te Amsterdam, die op aanvraag exem plaren toezendt. G. Street -Go. Ltd., 30 Gornhill. London E. G. Director, L. Jackson. ARRONDJSSEAIEYTS-RECIITBANK TE ALKMAAR. Zitting van Dinsdag 15 Juni 1915. Uitspraken: W. Kérkboven, Alkmaar, diefstal: 6 maanden ge vangenisstraf. M. de Vries, zonder vaste woonplaats, oplichting: 4 maanden gevangenisstraf. A. de Groot, Egmond aan Zée, brandstichting: -3 maanden gevangenisstraf. i R vriH Doorn en P. Manshandt Medemblik, mis- I handeling: elk 1 week gevangenisstraf. T. Ruiter, Schngen, diefstal door afsnijden van een paar des taart: 3 maanden gevangenisstraf. C. Smit, Alkmaar, beleediging: vrijgesproken. F. K. M. Diel email, zonder vaste woonplaats, we- derspaïmigheid: 7 dagen gevangenisstraf. A. Pronk, Helder, mishandeling: l week gevange- I nisstraf. J. Ren ekens, Wognum, mishandeling: 3 maanden gevangenisstraf. J. Waterman, Hoorn (gesloten deuren)vrijgo - sproken, met last tot onmiddellijke invrijheidsstei- ling. - BARSINGERHORN. Alhier doen zich bij verscheidene' personen ziek teverschijnselen voor, die aan vergiftiging doen den ken Daar al de personen zoowat gelijktijdig zijn aangetast, wordt er verband met het gehouden schoolfeest gezocht. Een vermoeden wordt reeds geuit, dooh de bewijzen ontbreken nog. Intusschen wordt naar een en ander een ernstig onderzoek in- I gesteld. ST. MAARTENSBRUG. Door de Liberale Kiesvereniging St. Maartens brug is als candidaat gesteld voor de aanstaande (verkiezingen van den Gemeenteraad (vacature Da (Moor) de beer Jb. Kramer. 1 ALTIJD NEUTRAAL. In een sigarenwinkel in Den Haag. Een hoer (komt binnen en ziet een kistje sigaren uitgestald met het merk „Generaal Joffre". De man is -blijk— jbaar pro-Duitsob, althans hij zegt smalend: „Wat is dat nou voor een merk, van een generaal die - altijd vorderingen maakt, maar toch nooit verder komt?"1 „O meneer, dat is niets", antwoordt de onberis- ipelijk neutrale sigarenwinkelier: „hier heb ik de- i zelfde sigaar in 't merk Generaal Hindenburg." i „O, geef me daar dan maar van." Historisch. I OUDE NIEDORP. Na een voorafgaande bestuursvergadering van de Protestantsche Kiesvereeniging alhier, waarin de heer Jb. Pluister tot voorzitter werd benoemd, volg de een algemeen© vergadering. Het eenige punt op het convocaat was candidaatstell'en van 2 leden van den Gemeenteraad. Aftreden moeten de <heeren J. i Wit en A. Strijbis. Na eenigen tijd van gedachten- gewisseld te hebben werden beide heeren opnieuw candidaat gesteld. De eerste (R.-K.) met algemeen© stemmen en de tweede bij het lot, nadat hij in her stemming was geweest'met den hïeer G. Liefhebber. SINT PANCRAS. Maandagavond sloeg door 't sehrikken voor een auto het paard van den broodbezorger van de I Coöperatie te Zuidscharwoude op hol. 't Lemoen brak'en de wagen vernielde eenig hekwerk, terwijl de voerman en een mederijdend jongetje zich aan I hoofd en been bezeerde. Gelukkig werd! 't paard j zeer spoedig 'gegrepen. MUZIEKUITVOERING. In een 'Zondag gehouden vergadering van een 6-tal muziekvereenigingien, waarover de heer P. IPranger te Noordscharwoude,directeur is, besloten, dat door een 4-tal ervan, Nöordscharwoude, Zuid- I scharwoude, Oostwouden Heerhugowaard, een con- I eert zal gegeven worden in de laatste gemeenten. KRUIT ONTPLOFT. I Gistermiddag was de schippersknecht A. Westra, aan 1 boord bij schipper Smedes, afkomstig van Eernewoude, i op het terrein van de gemeentelijke reiniging te Leeuwar- den bezig met het vervoeren van „pan-wrak" naar hei i schip, dat met dit afval als gebroken potten en pan- I nen, wordt geladen. Bij deze werkzaamheden is een busje, dat later bleek met kruit gevuld te zijn, open 1 gegaan, waardoor de inhoud gedeeltelijk op dén grond wees Hse af. „In mijn positie is dat noodzakelijk, want die is op dit oogehblik zeer moeilijk." Dat was ni'et tegen te 'spreken en Hilde prees inwendig Hse's tact. Zij vermoedde niet, dat het hoofdzakelijk schuwheid was, dat zij over HilmarB boek zou aangesproken worden. Hilde ztflf las dat boek niet. Met Meringer's scheiden verdween haar belangstelling voor litte ratuur ook spoedig weer. Alleen zijn boeken ver schafte zij 'zich en ias die dikwijls. Dat was een gemeenschappélijke band, een geestelijke handdruk uit do verte. Voor de eerste maal in haar léven was Hilde met baar eigen gevoelens, met zich zelf be zig, en niet met haar familie. 'Daardoor kwam het, dat zij de verandering die Ilse onderging, niet 'vol komen begreep. Van het uitgelaten kind, tusschen jubel en verlangen heen en'weer geworpen meisje, de hartstochtelijke, w at overdreven elegante jon ge vrouw, was aan 'ïïse niets meer te bespeuren, niets bleef daarvan over in bet wezen der 'nu steeds wat ernstige, stille Ilse, die met vaste schreden haar weg ging en haar kommer oyer haar verlatenheid alleen uitvocht. r De korte, strenge winter was vroeg ten einde. Heftige, lauwe winden en regenstroomen kondigden de nadering van het voorjaar aan. In de laatste weken kwamen 'er meermalen kaarten, ook korte brieven van Hilmar aan. Hij was de -thuisreis reeds begonnen. De zeevaart begon hem te vervelen, zoo schreef hij op zekeren 'dag, hij zou zijn reis wel dra eindigen en het laatste gedeelte 'per spoor doen, om eindelijk zijn geliefde vrouw, naar wie hij da gelijks meer y erlangde, terug te zien. Do vlug daarop aankomende brief 'meldde, dat hij binnen een paar dagen thuis zou zijn. Hse las den brief voor. Haar stem klonk onbewogen, bijna onverschillig. „Ik ga "natuurlijk voor dien tijd-weg," zei Hilde rustig. „Na zoo'n lange scheiding moet gij beiden alleen zijn, om aan biet samenleven te gewennen." Hse maakte 'een klein bootje van -Hilmar's brief. Zij scheen in dat werkje zoo verdiept, d!at zij nau welijks hoorde, wat haar zuster zeide. „Je kunt mij dat niet -kwalijk nemen, nse," zoo begon Hilde wat gekrenkt weder. „Als je Hilmar weer hebt, ben ik totaal overbodig." „Ja, het is beter, dat 'je weggaat,. Hilde, lieve, goede Hilde I Ik dank je, dat je bet zoo-lang bij mij uitgehouden hebt." Het kleine, papieren schip viel op het tapijt. „Het was een treurige tijd voor mij, maar geloof me, dit wederzien moet nog ve«el treuriger zijn." Zonder de zuster tijd tot antwoom den te geven, 'verliet zij haastig het vertrek, j Hilde ontbrak het aan begrip van deze uitingen van een gewond hart. Zij begreep dat nse ongeluk- i kig was over Jde lange scheiding, ook dat zij wat boos op haar man geweest -was; waarom echter de terugkomst, het wederzien treurig moest zijn, dat zag zij niet in. Hse was altijd moeilijk te be grijpen geweest in haar 'gevoelens. Hilde schreef naar Malchow. Waar zou zij ook anders heengaan, daar men haar op het oogenblik op Hinrichshagen niet kon gebruiken. Voor haai vertrek stond zij nog een oogenblik aan het ven-» ister der kleine logeerkamer, die zij zoo lang be woond b.ad. Het uitzicht op den donkeren tuin, waar de dienstboden juist kleeden klopten, werkte I ook niet opwekkend. „Het is ellendig, geen thuis ito hebben!" zuehtte zij en legde haar voorhoofd tegen de ruiten. Haar oogen zagen bedroefd. „O, als ik maar een kamertje en een jmenech, die mij voor zijn leven werkelijk noodig had, «mijn eigen dom kon noemen dat zou geluk zijn!" Zij streek zich over d© vochtige wimpers, ging in een stoel zitten en verborg-het gezicht in d>e han den. Toen zij Hse ten afscheid kuste, kon men geen ontroering aan haar bemerken; maar haar oogen brandden van de met moeite teruggehouden tranen. Met zeldzaam tegenstrijdige gevoelens verwacht te Hse Hilmar's terugkomst. Met een zucht dacht zij er aan, hoe zij hem enkele weken geleden nog jubelend zou hebben ontvangen. Er was iets m haar dat er zich tegen verzette, om -voorbereid selen voor zijn ontvangst te maken. Zij hield baar gewone_ daagsche kleeren -aan. Het haar bleef glad gestreken, zooals zij het tegenwoordig droeg. Zij breide een wollen kleedje ypor de bij Hans Hen ning en-Sitta te verwachten kleine. Bij dit werkje moest men opletten en tellen, bet hield de gedach ten bezig, die steeds wildfen afdwalen. Nochtans kon zij natuurlijk niet geheel nalaten aan Hilmar te denken. Hij zou natuurlijk zenuwachtig overspannen en slecht geluimd door-de lange reis zijp. Zij moest rustig, vriendelijk blijven en'elk opwindend gesprek vermijden. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1915 | | pagina 1