liillIS- l GRATIS. Nieuwe Abonné's DE HOFDAME. - WOENSDAG 23 JUNI 1915. ó8ste Jaargang. No. 5512. COURANT. i u Mad verschijnt viermaal per weekDinsdag. Woensdag", l>'tuli on Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 9 ure wor I I VFiRTENTTEN in het eerst uitkomend nummer geplaatst. UitgeversTRAPMAN Co. SCHAGEN, LAAN D 5. I»!. Teleph. No. 20. Prijs per jaar f 3.Per post f 3.60. Losse nummers 5 cent ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dit nummer bestaat uit twee bladen. 1 Uit en Voor de Pers. EERSTE BLAD. ep dit blad omvangen de nummers toi 1 JULI Bekendmakingen. VERKIEZING GEMEENTERAAD. I/C Burgmeester der gemeente Schagen brengt ter openbare kennis, dat op Dinsdag den 29 Juni aanstaan de. zal ['laan- hebben de verkiezing van vier leden van den Gemeenteraad, u op Uien dag, van des voormiddags negen tot des namiddags vier uren, ter secretarie der gemeente bij den Burgemeester kunnen worden ingeleverd OPGAVEN' VAN CANDIDATEN, als bedoeld in artikel 51 der Kieswet en artikel 10 der Gemeentewet, welke opgaven moeten inhouden den naam, de voorletters en de woonplaats van den candidaat. Formulieren voor de opgaven zijn van 14 Juni 1915 tm a in et den da<j der verkiezing ter secretarie koste loos verkrijgbaar. Op die formulieren is vermeld hel voor de cainiidaatstelling vcrcischte aantal handteekeningen van kiezers, bevoegd tot deelneming aan deze verkiezing. Je inlevering der opgaven moet geschieden persoonlijk door Óen of meer der personen, die de opgave hebben oóiler cekend. De oandictaat kan daarbij tegenwoordig zijn. Van de inlevering wordt een bewijs van ontvangst afgegeven. De Burgemeester brengt hierbij in herinnering artikcy -45F d Kieswet, luidende als volgt: Hij, die eeue opgave, als bedoeld in artikel 51 in leven. wetende dat zij is voorzien van handteekeningen va i\ personen, die niet bevoegd'zijn tot deelneming aan de verkiezing, waarvoor de inlevering geschiedt, ter wijl ronder dia handteekeningen geen voldoend aantal voor eenö wettige opgave zou overblijven, wordt ge straft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maan den of eene geldboete van ten hoogste honderd twintig gulden. Met gelijke straf wordt gestraft hij, die wetende dal j hij niet bevoegd is tot deelneming aan de verkiezing, eene voor die verkiezing ter inlevering bestemde opgave, bedoeld bij artikel 51. heeft onderteekend. Schagen, 14 Juni 1915. De Burgemeester voornoemd J. cP. W. VAN DOORN. FEUILLETON. HOOFDSTUK 18. Sitta Sitta!" Hans Henning riep door 'theele huis, ofschoon hij heel precies wist, waar hij zijn vrouw zou vinden in zijn vroegere slaapkamer, dm nu voor kinderkamer gebruikt werd. „Juist, hier is ---- n-i.jk xAbij d- jongen. 1J1* word nog jalocrsch op Zijne. Majesteit den regeerenden vorst van Uinrichsbageu." Ij sloeg bet groene gordijn, 'dat over den ge vlochten wieg hing, terug, en keek verrukt naar bH Manende kind. De vliegen gonsden door bet schemerachtige ver- trek. Door de gesloten jaloezieën trilden smalle lichtstrepen over Sitta's gebogen hoofd. Zij zat op een laag stoeltje naast den wieg, die zij zacht heen cn weer bewoog. Waarschuwend hief zij de hand op. Het kind liet een zachten kreet hooren, doch sliep, do armpjes boven bet hoofd gelegd,rustig verder. Hans Henning dempte zijn stem zooveel mogelijk. „Ik moet je wat.zeggen, Sitta." Zij st ond op, hing het gordijn weer over den wieg en sloop op haar téenen met haar man naar de deur. In het heldere daglicht zag men eerst goeü do vreeselijke verandering, die in de laatste maan den, vooral na de geboorte van het kind, met haar bad plaats cehad. De trekken waren scherper, de oogen door donkere schaduwen omgeven, de slapen ingevallen. De adem kwam kort -en snel door de sfcccs geopende lippen. Voor iemand, die als Hans Henninc Sitta dagelijks, ja bina ieder uur zag, mocht die verandering, zoo langzaam doorwerkend, nauwelijks opvallen, wie haar echter in langeren tijd niet gezien had, zou zich over dit verval ont zetten. ..Wat wilde je me zeggen, Hans Henning?" ,.Ik heb bericht gekregen, dat de kleine gedoopt kan worden, Sitta. Ons kind is nu bijna acht weken oud het wordt tijd daarvoor. Maar eerst moet je geheel in orde zijn. Nu voel je je toch beter, niet waar, mijn schat?" „Veel beter, Hans Henning. Alleen nog wat af gemat." „Dat spreekt van zelf, kleine dwaas, als men dag t en nacht met den baby optrekt!" „Och. laat dat zoo. Ik lig toch dikwijls wakker. ik wil seen enkelen plioht ten opzichte van ons kindje verwaarloozen." „Je moest liever slapen, Sitta. Je wordt steeds magerder. Er moet in ernst iets voor je gezondheid gedaan, w Ttb-u. Als ik Van den herfst mijn koren cd verkocht heb, ga je naar de baden dat staat ast." „Wildo je mij dilt zeggen?" „Neen. n iju engel. Ik heb ook een mededeeling na;u Giücksladt gezonden." „Dat weet ik." „En vandaag schrijft mij de erfprins een zeer DE LANDSTORMWET EN DE S.D.A.P. In ons nummer \an gister hebben we er reeds mededeeling yaa gedaan, dat zoowel de partijraad als het partijbestuur der S.D.A.P. 'net wetsontwerp op do uitbreiding van den landstorm onaannemelijk achten. Aan het manifest, dat genoemd partijbestuur dien aangaande in „Het Volk" publiceert en dat tevens strekt tri. bijeenroeping van een landelijke demon stratie tegen het wetsontwerp a.s. -Zondag te Ut recht le houden, ontlcenen wij het volgende: De Sociaal-Democratische Arbeiderspartij, aan de beweging tegen dit wetsontwerp deelnemend, doet dit nie* op gTond van onverschilligheid omtrent de handha> ing onzer onafhankelijkheid. -Zij heeft op haar jongste.congres de handhaving van de onzij digheid en onafhankelijkheid met alle beschikbare middfttpr aanvaard, de medewerking der Partij tot de. mobilisatie sedert Augustus goedgekeurd, en verklaart, dat zoolang de oorlogstoestand voort - duurt, dezelfde gedragslijn inoet worden gevolgd. Maar zij wil hierbij tot richtsnoer nemen -het we zenlijk belang des volks, niet zooals dat wordt voor gesteld door kleine hcerschcnde en vaak belang hebbende groepen; doch zooals zij zelve als-de Par tij d<"- groote werkend» massa het opvat. En deze massa wil buiten den oorlog blijven, dien zij niet het minst weg ns zijn imperialistisch karakter ver foeit. Zij wil dit bovenal, omdat zij de internationale solidariteit met he.t proletariaat aller landen tot het uiterst- wenscht tie bandhaven, om gepne de minste verantwoordelijkheid voor h<>t verbreken dier solidariteit, onder welke schoonschijnende leu zen ook, kan aanvaarden. Ons nationaal belang valt met deze opvatting samen. Zoolang de-oorlog duurt, is nimmer vanwege de regoering op een maatregel als deze aangedrongen. Pas enkele weke.n geltfden nam zij genoegen mét een betrekkelijk geringe uit breiding van den landstorm, en dat nog alleen voor het geva' van uiterste noodzaak, van oorlog dus. Den aandrang tot invoering van algemeenen oefen plicht wees zij beslist af, op grond van gemis aan krachten tot oefening en van voldoende bewapening. Er is d; n ook geen sprake van, dat het tot eeue werkelijke oproeping der 700.000 marl zal kunnen komen; maar hoew b hierdoor bet-werkelijk gevaar van dit wetsontwerp op zich zelf word! verminderd, zoo zal het door de bevoegdheid, die hel de re geering geeft, den aandrang der oorlogszuchtige ele menten, om van die bevoegdheid gebruik te'maken, voortdurend levendig houden, wat een gevaar is voor onze neutraliteit, en een stelselmatige aanwak kering der tot heden gelukkig nog sluimerende chauvinistische hartstochten ten gevolge zal heb ben. De gevaren, die Nederland bedreigden, zijn se dert het uitbreken van den oorlog niet vermeer derd, maar verminderd. Het verloop van den oor- lot- w?jsi meer en 'meer op een einde dat niemand de: oorlogvoerende partijen in staat stelt dc an- der«; d-> redesvoorwaarden voor te schrijven. Met na i e Duitschland. legen wie onze oorlogszuchtige drijvers in bepaalde gevallen het groote leger zou- d..willen gebruiken, krijgt de handen meer en rr. r vol. Vre^s voor aanranding onzer neutrali- t ii estaat lang niet meer in die mate als in de e >fe maanden van den oorlog. Ons leger, sedert die\ tijd onafgebroken geoefend, veel beter bewa pend cn niet rbMangrijk uitgebreid, és thans een vp..'i geduchte: macht geworden tot afweer van elle n aanval. Voor dat doel, waarvoor in het we zenlijk belang van ons volk onze weermacht moet dietien, is binvoering van algemeenen -weerp'rcht niet noodig. Bovendien brengt elke, eenlgszins be langrijke uitbreiding van het leger het gevaar mede, dat,- 1 ij gebrek aan voldoende munitie, dè weer kracht der reeds bestaande troepen verzwakt of nat .si deze half weerlooze troepen in het vuur ge bracht zouden worden. Ut. -egeering wijst op de mogelijkheid om met nieuw te oefeuen troepen oudere landweerlichtin gen af te lossen. Op zichzelf een sympathiek ele- j meid van h°.t ontwerp, hangt de mogelijkheid dezer I afb'-,s.vg echter totaal in de lucht. De regeering verbindt zich in dezen tot niets. De aflossing hangt .hiervan af, „of de' omstandigheden dit zullen toe- l laten". Bovendien gaat het ontwerp veM verder dan net creèeren der aflossingstroepen. Zelfs zij, die eventueel daartoe zouden willen medewerken, -moe ten dit ontwerp, da' het leven, het economisch In staan en de vrijheid van honderdduizenden onzpr medeburgers legt in de handen van den tot dictator gesvompelden minister van Oorlog, met alle kracht b1 kampen. Deze oorlog is een crisis van -het kapitalistische stelsel, e den strijd om de beschikking over 'de staatsmacht te ontrukken aan de imperialistische machten, die dit woreldconfl; i veroorzaakten, zal versterken. Machtig zal zich de drang naar inter nationale ontwapening doen gelden, het streven zal zijn-,hiervoor den grondsjag te leggen in het te slui ten vredescontruct. Hiertegenover 'staat, dat een afloop van den oorlog, die de macht over de volke ren nog meer in handen legt van de imperialisti sche groepen en tot nog erger bewapening leidt, gct'uszina is uitgesloten. Bij zulke onzekere vooruit zichten reeds thans een riie-uw beginsel van lands- verdediging voo ons land te willen invoeren is even i .vov^carig a's omtrent do -vraag--der- ontwapUening van één hepaalderi staat éene beslissing tt nemen. Om deze reden achten wij de vraag der algeme-ne volksbewapening, die ook in ons program is aan vaard, thans niet voor behandeling vatbaar. vriendelijken brief. Hij zou graag een paar dagen bij ons komen, en wanneer ons kind nog niet 'ge doopt was, die plechtigheid mpemaken." Sitta hield zich aan de deurpost, -waar zij tegen leunde, vast. Telkens veranderde haar gezicht van kleur. „Nu, val niet dadelijk van schrik in onmacht, Sitta!" „Hoe moet dat gaan? Hier bij ons' Hans Henning haalde onbekommerd de -schouders op. „Hij weet tccb, dat ik heiji geen pronkkamer kan aanbieden. Als hij wil komen, dan moet hij het nemen zooals het is." „En de erf prinses?" „Is tot reizen niet in staat. Hij komt alleen." „Moet da L werkelijk gebeuren, Hans Henning?" „Ik zal je den brief laten zien. De erfprins schrijft zoo hartelijk, en het zou pijnlijk voor mij zijn, hem te moeten afschrijven. Dat 'hot bij ons te eenvou dig is, zal hij niet als een steekhoedend motief erkennen." „Neen, dat niet, maar „Niet zoo zwaartillend, Slttatje! Je zult geheel geen last hebben. Hilde kan van Majcbow hierheen komen en overal voor zorgen." „Daarom zeidc ik bet niet. Die moeite ;wil ik mij graag geven." „Ik weet het. Waarom dan wel? Is zijn bezoek je soms onaangenaam?"-' Zij wrong do handen in elkander, zonder «te ant woorden. „Nu, waarom dan? Omdat hij je eens het hof gemaakt heeft? Dat is toch reeds lang geleden en hij leeft thans, naar het schijnt, zeer gelukkig met ae erfprinses." Sitta dwong zich een 'glimlachje af. „De erfprins vond mij eens aardig," zeide zij eindelijk met min of meer onnatuurlijk klinkenden toon, „en nu ben ik zoo oud en lcelijk geworden. Daarom is zijn te genwoordigheid bij den doop van ons kind pijnlijk." Hans Henning lachte luid. „Neen, d'at had ik niet kunnen gelooven! Dus zoo ijdel ben je?" „Ja zoo ijdel ben ik." 1 „Kleine dwaas, je bent nog altijd schoon." „Dat vindt jij, Hans Henning?" „Ja, dat vind ik. En de 'smaak _van den erfprins moet je onverschillig zijn, Sitta! Öf moet ik ijver zuchtig worden?" „Spreek zoo niet!" bad' zij. „Het klinkt niet lief, ik' mag da', niet hooren. Zeg mij liever nog xjns..." „Wat? Dat ik je schoon vind, kleine ijdeltuit?" „Neeri, of je wérkelijk gelukkig ben. Gelukkig en j tevreden met mij „Ik dacht, dat ik daar niet op behoefde te ant woorden! Of ik gelukkig ben? Ik heb maar twee wenschen." „Welke dan, Hans Henning? Ik wilde dat ik ze kon vervullen." „Jou en mijn geldbuil zou ik graag wat krachti ger zien. Iets andejs wensch ik r.iet." „Dat kan beide komen. Hans Henning." „Dat moet ook! Ik geloof bijna, dat het bij el kander behoort. Arme engel, kon ik maar wat meer voor 'je doen!" Sitta legde de handen op de ooren. „Begin jij nu ook niet, Hans Henning! Mama kwelt mij daar al Binnenlandsch Nieuws. AVI KRINGEN. Gistermorgen werd ten raadbuize door B. en W. publiek aanbesteed: a. het verbouwen der school te nippolytushoef. Ingekomen 6 biljetten van de vol gende hoeren: P. Voerman, Behagen, f 1145, C. Kroon, W lerin gen, f 1430; Th. Boers, n. Waringen, 1419; J. R. Vlaming, Schagen, f 1415; G. Timmerman, Wierin- gen, f 1399; J. 00 Klein, Wieringen, f 1395 Gunning aangehouden. b. Het leveren \an 72 schoolbanken voor de school te nippolytushoef. Ingekomen 10 biljetten van de volgende hoeren. J. van Stipriaan en C. Groen, Haringhuizen, voor f 1200; J. C. Klein, Wieringen, f 1100; Jac. v. Gro°- ned^al, Breda, f 1060: W. Buis, Helder, f 978; M. Green, Schag«-rbrug, f 965; J. R. Vlaming, Schagen, f 914, Job. Vcberne, Westerblokker, f £59; C. Quack, Helder, f 853: J. A. van Eerden, Oude Nie- dorp, f 795; P. A. Riedo, Woerden, f 746. Aan den laags ten inschrijver gegund behoudens hongert goedkeuring. AR UO.N I) ISSE WENTS- R ECHTBA \K TE ALKMAAR. Zitting van Dinsdag 22 Juni 1915. Uitspraken: 1 W. M. Staal, Hoorn, kinderdoodslag: 6 maan den gev-, met last tot onmiddellijke gevangenne ming. 1 Th. S. Ruiter, Alkmaar, oplichting en diefstal: 6 maanden gev. N'. G; Bakj Heldt-r, mishandeling: f 10 of 10 dh- gen hechtenis. A. Be-ts, Heerhugowaard, mishandeling: f 1 of 1 dag hechtenis. 1 L. Koops, Hoorn, mishandeling: 14 dagen gev. C. Rouker, Bovenkarspel, mishandeling: f 15 of 10 dagen hechtenis. 1 A. Koordes, Alkmaar, uitvoer uit stelling Amster dam zonder toestemming: f 5 of 3 dagen hechtenis. J. N. Schot, Alkmaarn ;t bewezen, vrijgespro ken. J. P. C. Snoelc, Alkmaar, overtreding plaatselijk» belasting: f 6 of 1 dag hechtenis. H. Volleman, Alkmaar, idem: f 6 of 1 dag C. Blauw, Oudkarspel, mishandeling: f 5 of 5 da gen hechtenis. F. H. Timmermans, vrouw van W. Steenhouwer, Helder, belppdiging: f 10 of 10 dagen hechtenis. G. Balk, Grootebroek, mishandeling: f 15 of 10 dagen hechtenis. A. Kale-, Zijpe, wedferspannighejd: 14 dagen ge vangenisstraf. EEN RAADGEVING. DIE OOK BUITEN DEN n.vAG GEHOORD JtfAG WORDEN. De gezondheidscommissie te 's-Gravenhage heeft, naar aanleiding van een opwekking van den Centra- len Gezondheidsraad, aandacht gevestigd op het vlie- gengevaar, dat thans met liet oog op de bijzondere omstandigheden, nog krachtiger dan in gewone tij den dien! te worden bestreden. Het is aan de Com missie gebleken, dat ook te 's-Gravenhage op ver schillende eetwaren, die in winkels of aan den openbaren weg ten verkoop zijn uitgestald, -vliegen worden aangetroffen, sonTs. zelfs in grooten getale. genoeg mede. Eigenlijk moppert zij voortdurend dat ik er zoo ellendig uitzie. Daar -kan ik toch niets aan doen?" 1 Sitta's woorden klonken wat geërgerd. Hans Hen ning legde den arm om haar heen. „Neen, mijn lief ste, wordt n iet boos. Ik zal daar verder niets meer van zeggen. Het is heel natuurlijk, dat je nog wat afgemat ben. Het zal wel spoedig beter worden." Zij liet haar hoofd tegen zijn schouder leunen. Een grenzenloos verlangen naar rust kwam er over baar. Zij wilde eigenlijk niets liever dan op het stoeltje bij den wieg van haar kind zitten, het voor hoofd tegen het vlechtwerk geleund, en zonder droomen ol wenschën insluimeren bij het eento nig liegengegons. De huishoudleijke zorgen lagen als een onoverkomelijke hindernis voor haar. Nu een doopmaal te moeten aanrichten met te weinig dienstboden, een zoo lastige gast in huis teheb ben als haar moeder en dan nog den erfprins verwachten!... Zij voelde hoe de tranen, en een on bedwingbaar snikken in haar opstegen. Slechts met de allergrootste moeite dwong zij zich zelf ©enige vriendelijk tegemoetkomende woorden te uiten op Hans Iienning's plannem Sedert ongeveer vier weken was mevrouw Van Foogendal op Hinrichshagen. Haar „wankele ge - zondheid"' veroorloofde haar niet bij de geboorte van het kind te verschijnen. Maar toen Sitta weer op de been was kwam zij om haar „vurig geliefd kind" te helpen. Inderdaad bracht zij door haar klachten en pretenties h°t hee'e huis in opstand. Daarbij was haar niets goed genoeg. .Was Hans Henning niet energiek tegen haar opgetredQn, 'dan zou het heele hjiis voor haar op den kop gezet zijn. Sitta bracht zij door haar optreden bijna tot vertwijfe ling. Mevrouw Van Hoogendal sliep afwisselend in alle ruimten van de tweede verdieping. In de eene kamer werd zij 's morgens gestoord door 't kraaien der hanen, de tweede lag op het noorden, zij moest evenwel beslist pen zonnig vertrek hebben, de der de rook naar den stal, de vierde was onverdraaglijk klein en hee^ j)_e keuze en aard der gerechten bij den maaltijd, het nog niet volleerde gedrag van den kleinen bediende, alles gaf haar aanleiding om te klagen, of het lot van haar kind te bejamme ren. Hans Henning nam de klacht°n van zijn schoon moeder eerst nogal vroolijkz op; sedert hij echter merkte hoe Sitta daaronder leed, sprak hij 'zijn meening ronduit, wat geen ander gevolg had. dan dat mevrouw Van Hoogendal van dat oogenblik af met het gezicht van een martelares rondging, en Sitta in voortdurenden angst verkeerde, dat er een twist tussclien die twe° zou losbreken. Sedert enkele dagien was het humeur van me vrouw Van Hoogendal bijzonder onverdraaglijk. De hitte drukte op haar zenuwen, zooals zij het noem de, en in de lage kamers hier leed men verschrik kelijk van de warmte. In Gelsheim bespeurde men in de li-elitige, ruime vertrekken z. oiets nauwe lijks. Daarbij die menigte vliegen en muggen men kon 's nachts niet ©ons Jet venster openzet ten, anders kwamen er zwermen van ongedierte binnen. Natuurlijk als men den veestal vlak voor den neus had! „Ja, beste mevrouw, dat is op het land niet an ders. Daar moet men aan de stallucht gewend ra ken!" zeidb Heinrich von Krochert, die met Karola en Hilde des nijddags was overgekomen 'van Mal- chow en nu in het priëel koffiedronk. Hij kon het nooit over zich verkrijgen haar klach ten onbeantwoord te laten, maar nam steeds de toegeworpen handschoen op. „Pardon, ik ken toch ook beerenlandgoederen!" Mevrouw van Hoogendal was ijverig in de weer pet een kanten waaier. Hilde en Karo'a bewonderden het kind, dat met geopende oogen in zijn wagentje lag, en door Fie- ken, een klein boerenmeisje, in den tuin heen en weer g^r^den werd. Sitta z-tte koffie, haar hand beefde. Over 't witte tafellaken trilden de. schaduwen van het bladerrijke klimop, dal het gehecle priëel bedekte.1 Hans Henning zag van zijn ccurant op. „Wij zijn onk maar pachters, mama." Dat klonk schijnbaar onschuldig, maar hij wist heel precies, dat zulke gezegden zijn schoonmoeder ergerden. Somtijds is een kleine wraak voor het welwillendste gemoed onontbeerlijk. Mevrouw Van Hoogendal eetto een hoogmoedig gezicht. ,,lk heb niet geweten dat men zulke'ver houdingen tusschen verwanten zóó opvat!" „Ik ben pachter yan Hinrichshagen, me^r niet," hield Hans Henning vol. „Niet waar, oom?" „Dat bèn je, Hans Henning en wel oen, die prompt betaalt!" bevestigde de oude. „Zie je wel, mama? Sitta is ook heel graag' een pachtersvrouw, niet waar, Sitta?" Hij legde zijn liand onder haar kin en-draaide haar gezicht naar zich too. t „Zeker, Hans Henning. Maar als mama dat liever niet hoort, laten wij het dan cok niet zeggen." „O, lief kind wat mij betreft mag je het ge rust" zeggm!" Mevrouw Van Hoogendal bewoog haar waaier stormachtig. „Als je met zulk een positie te vreden ben mij is het onvrrschillig. Je ben wel zeer bescheiden geworden, Sitta." „Mag ik het koffie-inschenke.n van Je overne men?" verzocht Hilde. Zij trad op haar schoonzus ter toe. „Karola is niet bij het kind vandaan te krijgen; zij beweert, dat de kleine reeds tegen haar lacht." „Ja, asjeblieft, Hilde." Sitta ging op de bank zitten. Zelfs de geringe bey zigheid van de koffie op te girten, kostte haar moei te. Zij hoestte lang en bleef toen afgemat achter over leunen. „Ondanks onze bescheiden positie verwachten wij toch vorstelijk bezoek," zeide Hans Henning en schoof Sitta een kussen onder den rug. „Is het nu wat beter, mijn schat?" Zij knikte hem dankbaar- toe. Mevrouw Van Hoogendal hoorde verrast op. „Wie dan?" „Aanstaanden Maandag komt de erfprins om de doopplechtigheid bij te wo. er.." „T»e erfprins! Mijn God!" Mevrouw Van Hoo gendal zat sprakeloos. „Dan meet er nog ontzettend veel in ortle gebracht worden." Wordt Vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1915 | | pagina 1