Alimtti Nlmvs- WOENSDAG 30 JUNI 1915. 58ste Jaargang. No. 5610. UitgeversTRAPMAN Co. Uit en Voor de Pers. DE HOFDAME. SCHAGER COURANT. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donderdag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 9 ure wor den ADVERTENTIEN in het eerst uitkomend nummer geplaatst. SCHAGEN, LAAN D 5. - Inf. Telepb. No. 20. Prijs per jaar f 3.Per post f 3.60. Losse nummers 6 cent ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. TOOI BEGINSELVASTE LUII „De Hoofdstad" (vrijz.-d)pm.) schrijft: Zondag hebben de sociaal-democraten zich in een manifest tegen de uitbreiding van de Landstorm wet verklaard. In verband hiermede is het niet van belang ontbloot er aan te herinneren, wat het oordeel van den heer F. van dier Goes, dus een der onderteekenaars van hot manifest, in het'begin van het jaar over Legeruitimeiding was. Hij publiceer de toen in het „Weekblad" van „Hei. Volk" een ar tikel tegen de brochure van den hifter R. Kuyper, getiteld„Geen man en geen cent!", waarin hij zich voorstander van "een stérke weermacht betoonde. Woordelijk laten wij uit dat artikel de volgende zinsneden volgen: „Wij (dat is de redacteur Van der Goes) althans houden ons hiervan overtuigd, dat in geval van oorlog bij de Nederlandfecbe socialisten nog slechts deze grief zou overblijven, dat de regeerende klas se, deels uit sleurzucht en deels uit eigenbelang, de vorming van het volksleger beeft belet, dat de weerbaarheid der natie zou hebben verdriedubbeld. De grief, niet dat er to veel mannen werden op- geëischt, maar dat te weinig in staat waren daar aan met vrucht deel te nemen." In het manifest doet men het voorkomen -alsof een „zoo groot mogelijk leger, voldtoende bewapend en geoefend.... de handhaving onzer neutraliteit In gevaar (zou) brengen." En nog geen C anaandlen ge leden hadden de „Nederlandfcche socialisten", vol gens den heer Van der Goes, de grief, dat de regee- ronde klasse niet voor een driemaal zoo krachtige weerbaarheid in den vorm van een volkslfeger heeft zorg gedragen. Zou dat dan geen gevaar voor öo handhaving onzer neutraliteit zijn geweest? 't Zal ons verwonderen wat het oordpel der hoe ren na de gemeenteraadsverkiezingen zal zijn! Binnenlandsch Nieuws. RAAD VAN WINKEL. Vergadering van den Gemeenteraad op 29 Juni 1915. Tcgvffliwoordig alle lieden met uitzondering van den heer-K. Breebaar.t Jz. De voorzitter heet de aanwezigen 'welkom en opent d-. vergadering, waarna de notulen der vorige vergadering worden gelezen en onveranderd) goed gekeurd. In verband met het behandelde in de, vorige ver gadering, deelt d" yoorziiMie.r mede, dat het grint- hok te Lutjiewihkel is hersteld!; dat het niet'is ge lukt een straatmaker te vinden om het straatwerk dat in de gtepietente. noodig moet worden verricht, te laten uitvoeren, doch de wegwerker is nu aanh/et straten gezet en het resultaat van diens werk is zeer bevredigend, maar aangezien hij ook voor ver schillende andere werkzaamheden noodig is, zal -het lang duren. Er wordt nog steeds uitgezien naar een straatmaker, doch lukt dit niet, dan zal worden g©- tracht iemand te vinden voor het werk van den weg werker, opdat deze dan kan doorstrafeen;. dat het- schoolgeld voor kinderen uit deze gemeente, die te Barslngerhorn in 1914 een der openbare-scholen heb ben bezocht f 145 heeft bedragen, en het getal kin deren in 1915 tot nu toe beneden het geraamde ge tal is gebleven. Ingekomen stukken: Een verzoek van de Noord- Holl. Propagantia-commissie der Ned. Ver. tot af schaffing van alcoholhoudende dranken, om het ge tal drankMcrgunningen te beperken. Voor kennis geving aangenomen. 1 Een verzoek der Algemeene Nod. Ver. „Het Groe ne Kruis" om een jaariijksche bijdrage van f 6, FEUILLETON. HOOFDSTUK 19. „Laat u in uw werk niet storen, beste Krochert ik verzoek u dat dringend." De erfprins legde hötservet op tafel. Ondanks het vroege morgen uur was Sitta ook reeds bij de band, om haar huis houdelijke plichten te vervullen, hoewel Hans Hen- ning haar verzocht had nog wat te. blijven liggen en I tilde beloofde voor alles te zullen zorgen. „Als uwe Hoogheid het toestaat, zullen wij dan vanmiddag samen gaan. Ik zal u dan de plaats aan wijzen, waar 's avonds ©en groote reebok te voor schijn komt." „Heel goedl Nu wil ik eens een 'poosje alleen rondkijken met het geweer over den schouder. Mis schien schiet ik een kraai of een gat in de tucht." „Moet u werkelijk niemand begeleiden?" ..Neen, asjeblieft niet, Krochert, juist dat alleen rondkruisen verschaft mij groot genoegen." „Dat kan ik begrijpen," zeide Hans Henning. Sitta keek den erfprins eens aan. In zijn eenvou dig grijs-groen jaebtpak kwam hij haar veel be kender voor dan gisteren in frack. In Glückstadt zag zij hem meestal in 'uniform of in jachtco- euum. 1 Do frissche, levenslustige klank van zijn stem deed baar pijn. u Zij gleed onbemerkt uit do kamer'om haar tuin hoed t,e halen. Het lila-lint, dat aan* den binnenkant van den rand zat, wierp een roodachtigen schijn over haar bleek gezicht. De wijde morgenblouse verborg grootendeels db magerheid harer gestalte. Zij ging door een zijdeur in den tuin en wachtte «daar. Op den akker bloeiden rose, witte -en blauwe wikken. De zoete geuren vervulden de lucht. Op 't gazon lag nog de morgendauw. Het gras was voch tig; zij bemerkte het aan haar dunne schoenen en d"n zoom van haar lang kleed. Zij wachtte ongeduldig. Haar hart klopte luid. Eindelijk! De erfprins en Hans Henning traden naar buiten. Hans Henning duidde met eeuige bandbewogingen den weg aan die naar het bosch voerde. Met een .handdruk scheidden zij. Sitta zag, voor een in te stollen ontsmettingsdi'enst voor -ont smetting van school- en bibliotheekboeken. Besloten de bijdrage te verleunen. t Een besluit van Ged. Staten, houdende goedkeu ring van het besluit tot het aangaan van een kab-* leening van f 15Ö0. Voor kennisgeving-aangenomen. Een verzoek van .J. Schuijt te Anna Paulowna om 9/12 gedeelte ontheffing van 'zijn aanslag in den Hoofdelijken Omslag over 1915, wegens vertrek uit dA gemeente. Be kloten de gevraagde ontheffing te verleenen. Een proces-verbaal van kasopneming, dd. 23 Juni 1915, waaruit blijkt, dat tot op dat oogenblik was ontvangen over dendienst 1914 en -1915 f 51096.92% en uitgegeven f 50651.77%, zoodat in kas behoordte te zijn f 445.15, overeenkomende met de vertoonde gelden, terwijl boeken en bescheiden van den ont vanger iri orde zijn bevonden. Voor kennisgeving aangenomen. Een m ededeeling van de.n Minister van Staat, Mi nister van Binnenlandsche Zaken, dat van de rijks bijdrage krachtens de wet «van 1897, in verband met de opheffing der GroetpodderSchooi f 390 min der wordt afgetrokken in 1915. Voor 'kennisgeving aangenomen. Aangeboden wordt het gemeente-verslag 1914, het verslag der Gezondheidscommissie 1914, het verslag der Vereeniging tot bevordering van bet Vakonder wijs in Westfriesland, en het verslag van 't West- friesch Museum te Hoorn. Alle verslagen zullen circuleeren. 1 Schoolbouw. In verband met een vroeger geno men besluit, is voor pen jaar uitstel gevraagd van de verplichting tot schoolbouw. Op dit Verzoek is door den Minister van Staat, Minister van Binnen landsche Zaken afwijzend beschikt en opgedragen te zorgen, dat de school te. Winkel zoo -spoedig mo gelijk in overeenstemming worde gebracht met de voor schoollokalen gestelde eischen. B. en W. heb ben den timmerman Brugman opgedragen, met den meesten spoed plannen,' bestek en begrooting te-ont werpen, doch Brugman is plotseling ongesteld ge worden, zoodat dit werk nu stil ligt en geen plan nen of voorstellen ter tafel kunnen worden gebracht. Door d e wed. P. Schoorl is verzocht een arbei derswoning te mogen doen bouwen aan do Molen kade tusschen haar boerderij e.n do woqing van -K. Slotemaker, in afwijking van da bouwverordening op 4.5 M. uit den weg. Wordt 'besloten op het ver zoek gunstig te beschikken. 1 DoorJb. Lange is verzocht in de plaats van het perceel, vroeger eigendom van J. Boogaardit, nu van verzoeker, een nieuw winkelhuis té mogen zetten met de rooilijn tegen den straatweg. B. en W. stellen voor bier te volgen den meest gebruikelijken weg en toe te staan -dat gebouwd wordt op gemiddelden afstand van de aangrenzen de perceelen, en op het verzoek afwijzend te be schikken, doch Lange te vergunnen te bouwen 'op i.60 M. uit den weg. Aldus wordt besloten. Wordt besloten aan Ged. Staten machtiging te vragen om uit den post voor onvoorziene uitgaven 1914 'verschillende, bedragen tot een totaal van f 962.54, te betalen. Tot leden van het stembureau voor (ie zoo -noo dig te houden stemming e.n herstemming voor le den van den Gemeenteraad, worden benoemd de beo rpn: Jbr. P. A. van Hclthe en Jb. Spaans; P. Wit Gl. (derde lid); C. Meurs (plaatsvervangend lid). Rondvraag. De heer Meurs wijst er op, dat er een zeer onaangename toestand heerscht bij -de water plaats te Lutjewinkel bij de losplaatsen. De voorzitter vermoedt 'dat dit geen urinoir Van de gemeente is, is het echter hinderlijk, -dan zal het worden opgeruimd. Een onderzoek zal worden ingesteld. dat haar man de richting naar de akkers insloeg. Snel besloten liep zij dbn erfprips na. Hij ging vlug zij verloor spoedig den'adem. Maar hij hoorde haar zachtën, stokkenden roep en draaidb zich om. Sitta kon de eerste minuten geen woord uitbren gen. Zij snakte naar lucht.'De hitte, het vlugge loo- pen kleurden baar gezicht met een rasch vervlie gende bl03. Maar in dit vluchtig oogenblik geleek zij toch weer op do schoone Sitta van vroeger, met rozenrood© wangen, en glinsterende, diepblauwe oogen. 1 De erfprins sprak niet, om haar tijd te laten wat bij te'komen. Een diep medelijden sneed hem door het hart. Reeds gisteren had bij de zware zilekte in het mooie, eens zoo vurigbejninde gezicht opge merkt. „Zal ik met u terugkeeren, mevrouw? -Neem mijn arm," verzocht hij. Zii 6chuddo h 't hoofd. „Neen, dank u. Als u bet toestaat, wandel ik met u mee naar "het bosch. De. dokter wenscht, dat ik dikwijls van de dennenlucht geniet." „Zou de weg niet tb -ver voor u zijn?" „Neen ik wandel graag." Hij temperde zijn schreden, om met haar gelijk te blijven. Zwijgend gingen zij naast elkander ver der over den muilen zandweg, ieder in zijn eigen smartelijke gedachten verdiept. De hitte van den vorigen dag -lag nog tusschen de boomen. Een harsiucht hing om de donkere, reus achtige staminpn. Bruine naalden bedekten den grond. Het heidekruid bloeide nog niet. Uit de -verte klonken regelmatige bijlslagen. Er werden ergens boomen geveld. f Sitta bleef staan. Zij leunde tegen een den. -De achterover geschoven hoed liet baar gezicht onbe- schaduwd. en hare handen hingen slap neer. „Ik schrok bij het vernamen van uw komst, Hoog heid," zeicte zij, plotseling een besluit ne-mend. „Maar nu ben ik toch blij, dat ik u nog eenmaal zien mag. Het lag mij altijd zwaar op 'de ziel, dat ik mijn handelwijze twee jaar geleden niet kon verklaren." „Ik begreep die nochtans, mevrouw." De erf prins hing zijn gew°er aan. een afgebroken tak. De smart, dio hem indertijd bet hart verscheurde, was zoo volkomen overwonnen, dat hij zich nu slechts moeilijk in zijn positie- var. toen kon in denken, en toch was het maar weinige jaren gele den. „Ik weet, dat u een offer bracht." Zij knikte stil. De heer Meurs vraagt hóe het gaat-met hot uite betalen van wol. De voorzitter zegt, dat dit niet -in den Raad thuisbehoort. De wol wordt door de Re geering betaald als alles geleverd is. Da heer Meurs acht het noodig dat in den Zij- gorakker énkele boomen worden opgeruimd. Voor zitter deelt mede, dat hiervoor r«eds opdracht is gegeven. Do beer Over vraagt ook enkele boomen te doen opsnoeion te Lutjewinkel. De voorzitter zegt, ook daarvoor opdracht te zullen geven. Niemand 'meer bet woord verlangende, sluit de voorzitter met een woord van dank 'voor dA op komst, deze vergadering. ANNA PAULOWNA. De Maandagavond in het café Hoogmoed gehouden vergadering van de Vereeniging „Visscherebeïangeii''. was goedbezocht De voorzitter, de heer CL F. Sieu- wers, opende de bijeenkomst en 'heette allen welkom, in 't bijzonder Dr. Redeke, die zich bereid verklaard heeft een voordracht te houden over: De voortplanting en ontwikkeling van de aaL Voorzitter hoopt, dat Dr. Redeke een gunstigen indruk van de vergadering mag meenemen. Daarna las de secretaris, de heer K. Keuris Az. de notulen, welke onder dankzegging worden godd- Skeurd. Vervolgens gaf de voorzitter het woord aan r. Redeke, „Het zal", zoo ring deze aan,ongeveer een 16 jaar geleden, rijn, dat te Stockholm cenige geleer den uit verschillende landen bijeenkwamen, om te be spreken, op welke manier de Noordzee en de Noord- Atlantische oceaan het best konden worden onderzocht Vroeger waren wel hier en daar onderzoekingen gedaan, doch dat was maar stukwerk. Op die vergadering werd voorgesteld samen te werken. De regeeringen waren daarvoor te vinden en verschaften voor dit internationale onderzoek der zee geld, schepen, laboratoria en een zeer grooten staf van geleerden. Dat onderzoek 'had ten doel, alles na to gaan, wat YQor de visscherij van belang is. Sedert 1902 rijn dan ook een reeks van onderzoekingen 'gedaan en is de kennis omtrent de be woners der zee aanmerkelijk uitgebreid. Daardoor is veel bekend geworden, wat noodig is, om de visscherij te verbeteren. Tot de visschen ,die in *'t bijzonder -rijn bestudeerd, behoort de aal of paling. Daarover wenscht spreker thans het een en ander te zeggen. Misschien zal huj daarbij wel iets vertellen, dat de zvisschers niet dadelijk gelooven, "(hij weet dit bij ondervinding). In de eerste plaats kan de gewone onderscheiding in aal en paling niet volgehouden worden. Het rijn verschillende vormen van dezelfde soort Aal is p.h.w. jonge pel'mg. In het najaar tot ongeveer November vangt men de schieraal, drijfpalmg of fijnkop met rijn rhooie don kere vinnen, zilverachtige buik enz., die dan naar zee trekt, om zich voort te planten. Men zegt wel eens, dat de paling levende jongen Ier wereld brengt, doch dit is een sprookje. Waf men voor levende jongeii aanziet, zijn ingewandswormen. Levenbarend is wel do pui taak Langs onze kust aast de paling op de kuit van snotdolf of lomp en de eieren van dezen visch in de maag van de paling, worden vaak voor de kuit van laatstgenoemde gehouden. Op die plaatsen kan de paling échter niet rijp worden. De hora of kuit rit dan zoozeer verbforgeïi aan de nig, dat ze slechts met een microscoop goed waargenomen kan worden. Bij toeval werd door een visscher in het Engclsche Kanaal eens een paling gevangen met goed ontwikkel de kuit De deren vindt men alleen op een diepte van 600 tot 800 1000 AL Dc groote diepten der Noord zee rijn maar van 60100 M., dus niet diep genoeg. Toen de Deensche onderzoeker Schmidt met ac „Thor" langs de kusten van den Atlantischen oceaan op pa ling vischte ,ving hij deze tniet, wel de z.g.n. „lintalen". Vroeger wist men niet, dat dit do larven van de paling waren, totdat een ''twintig jaar geTêden, in Italië lint alen tot kleine aaltjes rijn opgekweekt. Van die lintalen heeft spreker een paar meegenomen, „Maar dat is beloond, u is immers gelukkig ge worden?" Hij greep haar hand. Zij ltet hem die. Onbeweeglijk lagen haar vin gers in de zijne. „En dat kunt u mij vragen?" Slechts als een zucht troffen die woorden zijnoor. Hij liet haar hand vallen. „U is dus niet geluk kig geworden?" vroeg hij na een poosje weer. Zij ontweek zijn onderzoekenden blik. „Ik ben nu twee jaren getrouwd in al dien tijd heb ik nooit een onvriendelijk woord van mijn man gehoord." „Wat is er dan?" Da erfprins -sprak z^er haas tig. „Is u niet graag op het land; VoteR u zich ziek?" „Dat beteekent niets." Zij zag naar de ruischen.4 de boomtoppen, om bem niK in het gezicht behoiA- ven te zien. Een verkoelend gevoel kwam er over 'haar, alsof zij geheel vreemd tegenover den erf prins stond, alsof breedo stroomen, hooge bergen, woeste vlakten alles wat scheidt en vervreemdt, tusscben hen lag. Indien zij nog tot elkandpr had den willen kom°n, het kon niet meer. De-brug was afgebroken. „U ziet er echter zepr lijdend uit," vervolgde hij. „Ik wikte u een voorstel doen." „Welk?" De stam waar zij tegenaan leunde scheen te wankelen, vurig*» vonken danöten om do donkergroene twijgen. „Ik wilde uw man een aanstelling aan bet hof aanbieden. U weet, dat ik sinds de hertog ziek is, ik zelfstandig ben. Wij betalen nu in Glückstadt andere tractempnten" hij glimlachte „eigen lijk is alles veranderd, mevrouw. Ons theater, onze concerten worden om strijd geroemd als kunst uitingen, professoren uit Berlijn houden meerma len voorlezingen, in het kort, Glückstadt ontwaakt uit zijn'dommel. U kon daar uw liefhebberijen vol gen, u geheel van het gezellig -verkeer terugtrek ken juist zooals u zoudt willen. De post van op perstalmeester is door den dood van den ouden Boddien opengekomen. Krochert zou daar 'uitne mend voor geschikt zijn." „Mijn man zou het vriéndelijk voorstel niet aan nemen," zeide Sitta stijf. „Wij rijn hier door pacht- oontracten gebonden.'" „Die zijn te verbreken dat was wel het minst© bezwaar." „Misschien. Maar ik ik zou ook niet weg wil len. Mijn man vindt bier eveneens vrteugde in zijn bezigheden." „Het zou toch voor uw gezondheid werkelijk be ter zijn. In Glückstadt zijn goede dokters. U kon welke nu getoond worden, evenals een afbeelding van de geleidelijke ontwikkeling van de paling. Lintalen ver anderen in glasalen, die o.a. wel op Onze kust voorko men. Deze zijn dan ongeveer een jaar oud Het vreemde van de aallarve is, dat ze geen maag heeft .Ze nemen dus geen voedsel tot zich en teren als het ware op hun vet, vandaar, dat ze zoo smal worden. De glasaaltjes komen in Januari bij milli- cenen uit den Atlantischen Oceaan op de Engelscha kust, waar ze gevangen en gegeten worden. Die visscherij verplaatst zich daar door het trekken der risch, evenals dit bij ons met de ansjovis het go- val is. In Maart en April zijn ze hier, in McS to Duitschland, terwijl ze in Juni en Juli in het Noorden van Denemarken arriveeren. De paling is een diepzeevisch, die de diepten van den Atlantischen oceaan voor de voortteling opzoekt Deae rijn voor die voortteling uitstekend geschikt niet voor de voeding en dus ook niet voor_dea groei. Daarvoor komen zc hier, waar ze verder ontwikkelen. De man netjes, die het eerst, zoo ongeveer na 1 of 5 jaar ge slachtsrijp rijn, blijven het dichtst bij de kust; de wijf jes zwemmen verder de rivieren op. Wie pootaal koopt, moet dus geen paling van de kust betrekken, maar die, welke verder landwaarts in gevangen is Jmmers, daar de wijfjes later rijp rijn, worden ze grooter en zwnarfler. Van den voortplantingsdrang der palingen, om zich tegen dien tijd naar het zoute Water te willen begeven, heeft een Decnsch ingenieur, NicLsen, gebruik gemaakt, om op geraffineerd slimme wijze die dieren te vangen. Aan. Kfie hand van eene teckening licht spreker do inrichting van Nielsen toe, die het beste ^bewijs levert, dat er waarheid schuilt in het onderzoek. Misschien was een dergelijke inrichting hier te lande ook wel tot stand to brengen. Tot slot wenscht spreker .nog oen enkel woord to rig- gesn van algemeene strekking en hij zal daarbij melding moeten maken van den oorlog, die tegenwoordig bij elk gesprek schering en inslag is. Vertalen jaar heeft er op de Staaisbegrooting voor Binnenlandsche Zaken een post gestaan, voor het aanstellen van een wandel- leeraar voor 'de visscherij. Door de mobilisatie heeft men die post teruggenomen. Dat dit noodzakelijk was. is jammer. De voorlichting toch' voor de visschers is nog onvoldoende. Wel rijn er een twaalftal visscherij- scholen, doch slechts op enkele daarvan, o.a. die te Helder wordt onderwijs gegeven in -te eigenlijke visscho- rijkunde, een van de vakken,'waar d- grootste liefheb berij voor bestaat Vandaar, dat een windel]eeraar, dia zoo noodig beurtelings aan die-scholen !es geeft en des zomers lezingen houdt in de verschillende vtsschers- vereenigingen, onberekenbaar vod nut kan stichten. Spreker sluit rijn rede met den wensch, dat na den oorlog in dio richting gewerkt wordt (Applaus.) Nadat door Dr. Redeke nog verschillende vragen rijn beantwoord, dankt de voorzitter hem uit naam van de vereeniging voor de boeiende, leerzame rede, waarvan hij hoopt, dat ^niar de vruchten mag zien. Daarna wordt verder de agenda afgehandeld in de eerste plaats de mededeelingcn en ingekomen stukken. Ingekomen was oa een. vragenlijst van Dr. v. Dorp over de wijze en de onkosten van het tanen. Deze vra gen zullen door den secretaris aan de hand van do gegevens, hem door de vergadering verstrekt, beant woord worden. Bij de nadere bespreking van den vischafslag blijkt, dat een enkel lid nog al eens zondigt tegen de bepa ling, dat ook van de visch die uit de hand verkocht wordt, procenten moeten worden betaald. Besloten wordt, dat voorloqpig nog eens aan te zien. Nadat bij de rondvraag door den heer P. Keuris Jz. gevraagd js, of hij ook procenten moet betalen, daar tol zijn vjsch enderhands verbocht heeft én de hoer J. Öe Smit over het „oplhoudersgeld" heeft gesproken terwijl de heer Sieuwers geïnformeerd hoeft naar do krabbenzaak wordt, nadat besloten is carboleum en bruine teer pan te koopen, de vergadering op de ge bruikelijke wijze gesloten. naar het Zuiden gaan zoudt gemakkelijker ln het huishouden gemist kunnen worden." Zij schudd» het hoofd. „Ik blijf hferl" „Vindt u het hier zoo mooi?" Hij zag met een verstolen glimlachje naar den zochten zandferond, de dennenstammen. In do verte schitterde de waterspiegel van een plas. „Neen troosteloos!" antwoordde zij huiverig. „In Glückstadt is het groen en bloeit alles. Boven de bergen hangt nog de blauwe lueht als vroeger, als „Alles is toch anders geworden, u hebt 'het zelf gezegd." Dat kwam weer bijna onhoorbaar over haar bleeko lippen. Het voorstel van den erfprins, dat in ieder geval slechts uit zijn goed© hart voor kwam, en zijn oorzaak vond in medelijden, wekte haar gebroken trots. Met geweld bedwong zij haar zwakte. „Uwe Hoogheid1 is wel goed, maar 'ons ver trek van hier is volkomen uitgesloten. Dat u nu zoo geheel bevredigd zijt* is groot ge luk." Hij liet een bezorgden blik over haar gestalte glijden. „Ik heb u veel te danken meer dan u zelf vermoedt. De groote smart over uw verlies was mijn bevrijding. Zij hëeft mij -geleerd, dat al leen in de beperking de ware vrijheid ligt. Dat-wil de, dat moest ik u eens zeggen." „Ik dank u oprecht. Nu wil ik naar huis gaan mijn kind heeft mij noodig." 1 Zij stak hem haar doorschijnend witte hand toe. Hij boog zich daarover. Hij kon het niet verMndtertm een paar heet© tranen kwamen hem in dlA oogpn, 'toen hij haar na keek- Zij liep zeer langzpam, mét sleepende schre den, alsof zij bij iedleren tred zou neerstorten. „Zij kwijnt naast hem -wg en niemand merkt het!" zeide hij treurig. i.Of zij zijn'allen me1 blind heid geslagen, öf zij willen hun oogen niet open doen." Zonder jachtbuit keerde hij kort voor den pten naar huis terug. Sitta at niet mee, mevrouw Van Hoogendal maak te daarvoor woordrijke verontschuldigingen. Sitta had bij het hoesten een weinig bloed opgegeven. Waarschijnlijk was er een adertje in dén hals'ge sprongen iels onbeduidends. «Voor alle zeker heid moAst zij echter stil blijven liggen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1915 | | pagina 1