Alimtti Nlmvs-
WOENSDAG 30 JUNI 1915.
58ste Jaargang. No. 5610.
UitgeversTRAPMAN Co.
Uit en Voor de Pers.
DE HOFDAME.
SCHAGER
COURANT.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag,
Donderdag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 9 ure wor
den ADVERTENTIEN in het eerst uitkomend nummer geplaatst.
SCHAGEN, LAAN D 5. - Inf. Telepb. No. 20.
Prijs per jaar f 3.Per post f 3.60. Losse nummers 6 cent
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
TOOI BEGINSELVASTE LUII
„De Hoofdstad" (vrijz.-d)pm.) schrijft:
Zondag hebben de sociaal-democraten zich in een
manifest tegen de uitbreiding van de Landstorm
wet verklaard. In verband hiermede is het niet
van belang ontbloot er aan te herinneren, wat het
oordeel van den heer F. van dier Goes, dus een der
onderteekenaars van hot manifest, in het'begin van
het jaar over Legeruitimeiding was. Hij publiceer
de toen in het „Weekblad" van „Hei. Volk" een ar
tikel tegen de brochure van den hifter R. Kuyper,
getiteld„Geen man en geen cent!", waarin hij zich
voorstander van "een stérke weermacht betoonde.
Woordelijk laten wij uit dat artikel de volgende
zinsneden volgen:
„Wij (dat is de redacteur Van der Goes) althans
houden ons hiervan overtuigd, dat in geval van
oorlog bij de Nederlandfecbe socialisten nog slechts
deze grief zou overblijven, dat de regeerende klas
se, deels uit sleurzucht en deels uit eigenbelang,
de vorming van het volksleger beeft belet, dat de
weerbaarheid der natie zou hebben verdriedubbeld.
De grief, niet dat er to veel mannen werden op-
geëischt, maar dat te weinig in staat waren daar
aan met vrucht deel te nemen."
In het manifest doet men het voorkomen -alsof
een „zoo groot mogelijk leger, voldtoende bewapend
en geoefend.... de handhaving onzer neutraliteit In
gevaar (zou) brengen." En nog geen C anaandlen ge
leden hadden de „Nederlandfcche socialisten", vol
gens den heer Van der Goes, de grief, dat de regee-
ronde klasse niet voor een driemaal zoo krachtige
weerbaarheid in den vorm van een volkslfeger
heeft zorg gedragen. Zou dat dan geen gevaar
voor öo handhaving onzer neutraliteit zijn geweest?
't Zal ons verwonderen wat het oordpel der hoe
ren na de gemeenteraadsverkiezingen zal zijn!
Binnenlandsch Nieuws.
RAAD VAN WINKEL.
Vergadering van den Gemeenteraad op 29 Juni
1915. Tcgvffliwoordig alle lieden met uitzondering van
den heer-K. Breebaar.t Jz.
De voorzitter heet de aanwezigen 'welkom en
opent d-. vergadering, waarna de notulen der vorige
vergadering worden gelezen en onveranderd) goed
gekeurd.
In verband met het behandelde in de, vorige ver
gadering, deelt d" yoorziiMie.r mede, dat het grint-
hok te Lutjiewihkel is hersteld!; dat het niet'is ge
lukt een straatmaker te vinden om het straatwerk
dat in de gtepietente. noodig moet worden verricht,
te laten uitvoeren, doch de wegwerker is nu aanh/et
straten gezet en het resultaat van diens werk is
zeer bevredigend, maar aangezien hij ook voor ver
schillende andere werkzaamheden noodig is, zal -het
lang duren. Er wordt nog steeds uitgezien naar een
straatmaker, doch lukt dit niet, dan zal worden g©-
tracht iemand te vinden voor het werk van den weg
werker, opdat deze dan kan doorstrafeen;. dat het-
schoolgeld voor kinderen uit deze gemeente, die te
Barslngerhorn in 1914 een der openbare-scholen heb
ben bezocht f 145 heeft bedragen, en het getal kin
deren in 1915 tot nu toe beneden het geraamde ge
tal is gebleven.
Ingekomen stukken: Een verzoek van de Noord-
Holl. Propagantia-commissie der Ned. Ver. tot af
schaffing van alcoholhoudende dranken, om het ge
tal drankMcrgunningen te beperken. Voor kennis
geving aangenomen. 1
Een verzoek der Algemeene Nod. Ver. „Het Groe
ne Kruis" om een jaariijksche bijdrage van f 6,
FEUILLETON.
HOOFDSTUK 19.
„Laat u in uw werk niet storen, beste Krochert
ik verzoek u dat dringend." De erfprins legde
hötservet op tafel. Ondanks het vroege morgen
uur was Sitta ook reeds bij de band, om haar huis
houdelijke plichten te vervullen, hoewel Hans Hen-
ning haar verzocht had nog wat te. blijven liggen
en I tilde beloofde voor alles te zullen zorgen.
„Als uwe Hoogheid het toestaat, zullen wij dan
vanmiddag samen gaan. Ik zal u dan de plaats aan
wijzen, waar 's avonds ©en groote reebok te voor
schijn komt."
„Heel goedl Nu wil ik eens een 'poosje alleen
rondkijken met het geweer over den schouder. Mis
schien schiet ik een kraai of een gat in de
tucht."
„Moet u werkelijk niemand begeleiden?"
..Neen, asjeblieft niet, Krochert, juist dat alleen
rondkruisen verschaft mij groot genoegen."
„Dat kan ik begrijpen," zeide Hans Henning.
Sitta keek den erfprins eens aan. In zijn eenvou
dig grijs-groen jaebtpak kwam hij haar veel be
kender voor dan gisteren in frack. In Glückstadt
zag zij hem meestal in 'uniform of in jachtco-
euum. 1
Do frissche, levenslustige klank van zijn stem
deed baar pijn. u
Zij gleed onbemerkt uit do kamer'om haar tuin
hoed t,e halen. Het lila-lint, dat aan* den binnenkant
van den rand zat, wierp een roodachtigen schijn
over haar bleek gezicht. De wijde morgenblouse
verborg grootendeels db magerheid harer gestalte.
Zij ging door een zijdeur in den tuin en wachtte
«daar. Op den akker bloeiden rose, witte -en blauwe
wikken. De zoete geuren vervulden de lucht. Op 't
gazon lag nog de morgendauw. Het gras was voch
tig; zij bemerkte het aan haar dunne schoenen en
d"n zoom van haar lang kleed.
Zij wachtte ongeduldig. Haar hart klopte luid.
Eindelijk! De erfprins en Hans Henning traden
naar buiten. Hans Henning duidde met eeuige
bandbewogingen den weg aan die naar het bosch
voerde. Met een .handdruk scheidden zij. Sitta zag,
voor een in te stollen ontsmettingsdi'enst voor -ont
smetting van school- en bibliotheekboeken.
Besloten de bijdrage te verleunen. t
Een besluit van Ged. Staten, houdende goedkeu
ring van het besluit tot het aangaan van een kab-*
leening van f 15Ö0. Voor kennisgeving-aangenomen.
Een verzoek van .J. Schuijt te Anna Paulowna om
9/12 gedeelte ontheffing van 'zijn aanslag in den
Hoofdelijken Omslag over 1915, wegens vertrek uit
dA gemeente. Be kloten de gevraagde ontheffing te
verleenen.
Een proces-verbaal van kasopneming, dd. 23 Juni
1915, waaruit blijkt, dat tot op dat oogenblik was
ontvangen over dendienst 1914 en -1915 f 51096.92%
en uitgegeven f 50651.77%, zoodat in kas behoordte
te zijn f 445.15, overeenkomende met de vertoonde
gelden, terwijl boeken en bescheiden van den ont
vanger iri orde zijn bevonden. Voor kennisgeving
aangenomen.
Een m ededeeling van de.n Minister van Staat, Mi
nister van Binnenlandsche Zaken, dat van de rijks
bijdrage krachtens de wet «van 1897, in verband
met de opheffing der GroetpodderSchooi f 390 min
der wordt afgetrokken in 1915. Voor 'kennisgeving
aangenomen.
Aangeboden wordt het gemeente-verslag 1914, het
verslag der Gezondheidscommissie 1914, het verslag
der Vereeniging tot bevordering van bet Vakonder
wijs in Westfriesland, en het verslag van 't West-
friesch Museum te Hoorn. Alle verslagen zullen
circuleeren. 1
Schoolbouw. In verband met een vroeger geno
men besluit, is voor pen jaar uitstel gevraagd van
de verplichting tot schoolbouw. Op dit Verzoek is
door den Minister van Staat, Minister van Binnen
landsche Zaken afwijzend beschikt en opgedragen
te zorgen, dat de school te. Winkel zoo -spoedig mo
gelijk in overeenstemming worde gebracht met de
voor schoollokalen gestelde eischen. B. en W. heb
ben den timmerman Brugman opgedragen, met den
meesten spoed plannen,' bestek en begrooting te-ont
werpen, doch Brugman is plotseling ongesteld ge
worden, zoodat dit werk nu stil ligt en geen plan
nen of voorstellen ter tafel kunnen worden gebracht.
Door d e wed. P. Schoorl is verzocht een arbei
derswoning te mogen doen bouwen aan do Molen
kade tusschen haar boerderij e.n do woqing van -K.
Slotemaker, in afwijking van da bouwverordening
op 4.5 M. uit den weg. Wordt 'besloten op het ver
zoek gunstig te beschikken. 1
DoorJb. Lange is verzocht in de plaats van het
perceel, vroeger eigendom van J. Boogaardit, nu van
verzoeker, een nieuw winkelhuis té mogen zetten
met de rooilijn tegen den straatweg.
B. en W. stellen voor bier te volgen den meest
gebruikelijken weg en toe te staan -dat gebouwd
wordt op gemiddelden afstand van de aangrenzen
de perceelen, en op het verzoek afwijzend te be
schikken, doch Lange te vergunnen te bouwen 'op
i.60 M. uit den weg. Aldus wordt besloten.
Wordt besloten aan Ged. Staten machtiging te
vragen om uit den post voor onvoorziene uitgaven
1914 'verschillende, bedragen tot een totaal van
f 962.54, te betalen.
Tot leden van het stembureau voor (ie zoo -noo
dig te houden stemming e.n herstemming voor le
den van den Gemeenteraad, worden benoemd de beo
rpn: Jbr. P. A. van Hclthe en Jb. Spaans; P. Wit
Gl. (derde lid); C. Meurs (plaatsvervangend lid).
Rondvraag. De heer Meurs wijst er op, dat er een
zeer onaangename toestand heerscht bij -de water
plaats te Lutjewinkel bij de losplaatsen.
De voorzitter vermoedt 'dat dit geen urinoir Van
de gemeente is, is het echter hinderlijk, -dan zal
het worden opgeruimd. Een onderzoek zal worden
ingesteld.
dat haar man de richting naar de akkers insloeg.
Snel besloten liep zij dbn erfprips na. Hij ging vlug
zij verloor spoedig den'adem. Maar hij hoorde
haar zachtën, stokkenden roep en draaidb zich om.
Sitta kon de eerste minuten geen woord uitbren
gen. Zij snakte naar lucht.'De hitte, het vlugge loo-
pen kleurden baar gezicht met een rasch vervlie
gende bl03. Maar in dit vluchtig oogenblik geleek
zij toch weer op do schoone Sitta van vroeger, met
rozenrood© wangen, en glinsterende, diepblauwe
oogen. 1
De erfprins sprak niet, om haar tijd te laten wat
bij te'komen. Een diep medelijden sneed hem door
het hart. Reeds gisteren had bij de zware zilekte
in het mooie, eens zoo vurigbejninde gezicht opge
merkt.
„Zal ik met u terugkeeren, mevrouw? -Neem mijn
arm," verzocht hij.
Zii 6chuddo h 't hoofd. „Neen, dank u. Als u bet
toestaat, wandel ik met u mee naar "het bosch. De.
dokter wenscht, dat ik dikwijls van de dennenlucht
geniet."
„Zou de weg niet tb -ver voor u zijn?"
„Neen ik wandel graag."
Hij temperde zijn schreden, om met haar gelijk
te blijven. Zwijgend gingen zij naast elkander ver
der over den muilen zandweg, ieder in zijn eigen
smartelijke gedachten verdiept.
De hitte van den vorigen dag -lag nog tusschen
de boomen. Een harsiucht hing om de donkere, reus
achtige staminpn. Bruine naalden bedekten den
grond. Het heidekruid bloeide nog niet. Uit de -verte
klonken regelmatige bijlslagen. Er werden ergens
boomen geveld. f
Sitta bleef staan. Zij leunde tegen een den. -De
achterover geschoven hoed liet baar gezicht onbe-
schaduwd. en hare handen hingen slap neer. „Ik
schrok bij het vernamen van uw komst, Hoog
heid," zeicte zij, plotseling een besluit ne-mend.
„Maar nu ben ik toch blij, dat ik u nog eenmaal
zien mag. Het lag mij altijd zwaar op 'de ziel, dat
ik mijn handelwijze twee jaar geleden niet
kon verklaren."
„Ik begreep die nochtans, mevrouw." De erf
prins hing zijn gew°er aan. een afgebroken tak.
De smart, dio hem indertijd bet hart verscheurde,
was zoo volkomen overwonnen, dat hij zich nu
slechts moeilijk in zijn positie- var. toen kon in
denken, en toch was het maar weinige jaren gele
den. „Ik weet, dat u een offer bracht."
Zij knikte stil.
De heer Meurs vraagt hóe het gaat-met hot uite
betalen van wol. De voorzitter zegt, dat dit niet -in
den Raad thuisbehoort. De wol wordt door de Re
geering betaald als alles geleverd is.
Da heer Meurs acht het noodig dat in den Zij-
gorakker énkele boomen worden opgeruimd. Voor
zitter deelt mede, dat hiervoor r«eds opdracht is
gegeven.
Do beer Over vraagt ook enkele boomen te doen
opsnoeion te Lutjewinkel. De voorzitter zegt, ook
daarvoor opdracht te zullen geven.
Niemand 'meer bet woord verlangende, sluit de
voorzitter met een woord van dank 'voor dA op
komst, deze vergadering.
ANNA PAULOWNA.
De Maandagavond in het café Hoogmoed gehouden
vergadering van de Vereeniging „Visscherebeïangeii''.
was goedbezocht De voorzitter, de heer CL F. Sieu-
wers, opende de bijeenkomst en 'heette allen welkom,
in 't bijzonder Dr. Redeke, die zich bereid verklaard
heeft een voordracht te houden over: De voortplanting
en ontwikkeling van de aaL Voorzitter hoopt, dat Dr.
Redeke een gunstigen indruk van de vergadering mag
meenemen. Daarna las de secretaris, de heer K. Keuris
Az. de notulen, welke onder dankzegging worden godd-
Skeurd. Vervolgens gaf de voorzitter het woord aan
r. Redeke, „Het zal", zoo ring deze aan,ongeveer een
16 jaar geleden, rijn, dat te Stockholm cenige geleer
den uit verschillende landen bijeenkwamen, om te be
spreken, op welke manier de Noordzee en de Noord-
Atlantische oceaan het best konden worden onderzocht
Vroeger waren wel hier en daar onderzoekingen gedaan,
doch dat was maar stukwerk. Op die vergadering werd
voorgesteld samen te werken. De regeeringen waren
daarvoor te vinden en verschaften voor dit internationale
onderzoek der zee geld, schepen, laboratoria en een
zeer grooten staf van geleerden. Dat onderzoek 'had
ten doel, alles na to gaan, wat YQor de visscherij van
belang is. Sedert 1902 rijn dan ook een reeks van
onderzoekingen 'gedaan en is de kennis omtrent de be
woners der zee aanmerkelijk uitgebreid. Daardoor is
veel bekend geworden, wat noodig is, om de visscherij
te verbeteren. Tot de visschen ,die in *'t bijzonder -rijn
bestudeerd, behoort de aal of paling. Daarover wenscht
spreker thans het een en ander te zeggen. Misschien zal
huj daarbij wel iets vertellen, dat de zvisschers niet
dadelijk gelooven, "(hij weet dit bij ondervinding).
In de eerste plaats kan de gewone onderscheiding
in aal en paling niet volgehouden worden. Het rijn
verschillende vormen van dezelfde soort Aal is p.h.w.
jonge pel'mg.
In het najaar tot ongeveer November vangt men de
schieraal, drijfpalmg of fijnkop met rijn rhooie don
kere vinnen, zilverachtige buik enz., die dan naar
zee trekt, om zich voort te planten. Men zegt wel
eens, dat de paling levende jongen Ier wereld brengt,
doch dit is een sprookje. Waf men voor levende jongeii
aanziet, zijn ingewandswormen. Levenbarend is wel
do pui taak Langs onze kust aast de paling op de
kuit van snotdolf of lomp en de eieren van dezen
visch in de maag van de paling, worden vaak voor
de kuit van laatstgenoemde gehouden. Op die plaatsen
kan de paling échter niet rijp worden. De hora of
kuit rit dan zoozeer verbforgeïi aan de nig, dat ze slechts
met een microscoop goed waargenomen kan worden.
Bij toeval werd door een visscher in het Engclsche
Kanaal eens een paling gevangen met goed ontwikkel
de kuit De deren vindt men alleen op een diepte van
600 tot 800 1000 AL Dc groote diepten der Noord
zee rijn maar van 60100 M., dus niet diep genoeg.
Toen de Deensche onderzoeker Schmidt met ac „Thor"
langs de kusten van den Atlantischen oceaan op pa
ling vischte ,ving hij deze tniet, wel de z.g.n. „lintalen".
Vroeger wist men niet, dat dit do larven van de paling
waren, totdat een ''twintig jaar geTêden, in Italië lint
alen tot kleine aaltjes rijn opgekweekt.
Van die lintalen heeft spreker een paar meegenomen,
„Maar dat is beloond, u is immers gelukkig ge
worden?" Hij greep haar hand.
Zij ltet hem die. Onbeweeglijk lagen haar vin
gers in de zijne. „En dat kunt u mij vragen?"
Slechts als een zucht troffen die woorden zijnoor.
Hij liet haar hand vallen. „U is dus niet geluk
kig geworden?" vroeg hij na een poosje weer.
Zij ontweek zijn onderzoekenden blik. „Ik ben nu
twee jaren getrouwd in al dien tijd heb ik nooit
een onvriendelijk woord van mijn man gehoord."
„Wat is er dan?" Da erfprins -sprak z^er haas
tig. „Is u niet graag op het land; VoteR u zich
ziek?"
„Dat beteekent niets." Zij zag naar de ruischen.4
de boomtoppen, om bem niK in het gezicht behoiA-
ven te zien. Een verkoelend gevoel kwam er over
'haar, alsof zij geheel vreemd tegenover den erf
prins stond, alsof breedo stroomen, hooge bergen,
woeste vlakten alles wat scheidt en vervreemdt,
tusscben hen lag. Indien zij nog tot elkandpr had
den willen kom°n, het kon niet meer. De-brug was
afgebroken.
„U ziet er echter zepr lijdend uit," vervolgde hij.
„Ik wikte u een voorstel doen."
„Welk?" De stam waar zij tegenaan leunde
scheen te wankelen, vurig*» vonken danöten om do
donkergroene twijgen.
„Ik wilde uw man een aanstelling aan bet hof
aanbieden. U weet, dat ik sinds de hertog ziek is,
ik zelfstandig ben. Wij betalen nu in Glückstadt
andere tractempnten" hij glimlachte „eigen
lijk is alles veranderd, mevrouw. Ons theater, onze
concerten worden om strijd geroemd als kunst
uitingen, professoren uit Berlijn houden meerma
len voorlezingen, in het kort, Glückstadt ontwaakt
uit zijn'dommel. U kon daar uw liefhebberijen vol
gen, u geheel van het gezellig -verkeer terugtrek
ken juist zooals u zoudt willen. De post van op
perstalmeester is door den dood van den ouden
Boddien opengekomen. Krochert zou daar 'uitne
mend voor geschikt zijn."
„Mijn man zou het vriéndelijk voorstel niet aan
nemen," zeide Sitta stijf. „Wij rijn hier door pacht-
oontracten gebonden.'"
„Die zijn te verbreken dat was wel het minst©
bezwaar."
„Misschien. Maar ik ik zou ook niet weg wil
len. Mijn man vindt bier eveneens vrteugde in zijn
bezigheden."
„Het zou toch voor uw gezondheid werkelijk be
ter zijn. In Glückstadt zijn goede dokters. U kon
welke nu getoond worden, evenals een afbeelding van
de geleidelijke ontwikkeling van de paling. Lintalen ver
anderen in glasalen, die o.a. wel op Onze kust voorko
men. Deze zijn dan ongeveer een jaar oud
Het vreemde van de aallarve is, dat ze geen maag
heeft .Ze nemen dus geen voedsel tot zich en teren
als het ware op hun vet, vandaar, dat ze zoo smal
worden. De glasaaltjes komen in Januari bij milli-
cenen uit den Atlantischen Oceaan op de Engelscha
kust, waar ze gevangen en gegeten worden.
Die visscherij verplaatst zich daar door het trekken
der risch, evenals dit bij ons met de ansjovis het go-
val is. In Maart en April zijn ze hier, in McS to
Duitschland, terwijl ze in Juni en Juli in het Noorden
van Denemarken arriveeren.
De paling is een diepzeevisch, die de diepten van den
Atlantischen oceaan voor de voortteling opzoekt Deae
rijn voor die voortteling uitstekend geschikt niet voor
de voeding en dus ook niet voor_dea groei. Daarvoor
komen zc hier, waar ze verder ontwikkelen. De man
netjes, die het eerst, zoo ongeveer na 1 of 5 jaar ge
slachtsrijp rijn, blijven het dichtst bij de kust; de wijf
jes zwemmen verder de rivieren op. Wie pootaal koopt,
moet dus geen paling van de kust betrekken, maar die,
welke verder landwaarts in gevangen is Jmmers, daar
de wijfjes later rijp rijn, worden ze grooter en zwnarfler.
Van den voortplantingsdrang der palingen, om zich
tegen dien tijd naar het zoute Water te willen begeven,
heeft een Decnsch ingenieur, NicLsen, gebruik gemaakt,
om op geraffineerd slimme wijze die dieren te vangen.
Aan. Kfie hand van eene teckening licht spreker do
inrichting van Nielsen toe, die het beste ^bewijs levert,
dat er waarheid schuilt in het onderzoek. Misschien was
een dergelijke inrichting hier te lande ook wel tot
stand to brengen.
Tot slot wenscht spreker .nog oen enkel woord to rig-
gesn van algemeene strekking en hij zal daarbij melding
moeten maken van den oorlog, die tegenwoordig bij
elk gesprek schering en inslag is. Vertalen jaar heeft
er op de Staaisbegrooting voor Binnenlandsche Zaken
een post gestaan, voor het aanstellen van een wandel-
leeraar voor 'de visscherij. Door de mobilisatie heeft
men die post teruggenomen. Dat dit noodzakelijk was.
is jammer. De voorlichting toch' voor de visschers is
nog onvoldoende. Wel rijn er een twaalftal visscherij-
scholen, doch slechts op enkele daarvan, o.a. die te
Helder wordt onderwijs gegeven in -te eigenlijke visscho-
rijkunde, een van de vakken,'waar d- grootste liefheb
berij voor bestaat Vandaar, dat een windel]eeraar, dia
zoo noodig beurtelings aan die-scholen !es geeft en
des zomers lezingen houdt in de verschillende vtsschers-
vereenigingen, onberekenbaar vod nut kan stichten.
Spreker sluit rijn rede met den wensch, dat na den
oorlog in dio richting gewerkt wordt (Applaus.)
Nadat door Dr. Redeke nog verschillende vragen
rijn beantwoord, dankt de voorzitter hem uit naam
van de vereeniging voor de boeiende, leerzame rede,
waarvan hij hoopt, dat ^niar de vruchten mag zien.
Daarna wordt verder de agenda afgehandeld in de
eerste plaats de mededeelingcn en ingekomen stukken.
Ingekomen was oa een. vragenlijst van Dr. v. Dorp
over de wijze en de onkosten van het tanen. Deze vra
gen zullen door den secretaris aan de hand van do
gegevens, hem door de vergadering verstrekt, beant
woord worden.
Bij de nadere bespreking van den vischafslag blijkt,
dat een enkel lid nog al eens zondigt tegen de bepa
ling, dat ook van de visch die uit de hand verkocht
wordt, procenten moeten worden betaald. Besloten wordt,
dat voorloqpig nog eens aan te zien.
Nadat bij de rondvraag door den heer P. Keuris Jz.
gevraagd js, of hij ook procenten moet betalen, daar
tol zijn vjsch enderhands verbocht heeft én de hoer
J. Öe Smit over het „oplhoudersgeld" heeft gesproken
terwijl de heer Sieuwers geïnformeerd hoeft naar do
krabbenzaak wordt, nadat besloten is carboleum en
bruine teer pan te koopen, de vergadering op de ge
bruikelijke wijze gesloten.
naar het Zuiden gaan zoudt gemakkelijker ln
het huishouden gemist kunnen worden."
Zij schudd» het hoofd. „Ik blijf hferl"
„Vindt u het hier zoo mooi?" Hij zag met een
verstolen glimlachje naar den zochten zandferond,
de dennenstammen. In do verte schitterde de
waterspiegel van een plas.
„Neen troosteloos!" antwoordde zij huiverig.
„In Glückstadt is het groen en bloeit alles. Boven
de bergen hangt nog de blauwe lueht als vroeger,
als
„Alles is toch anders geworden, u hebt 'het zelf
gezegd." Dat kwam weer bijna onhoorbaar over
haar bleeko lippen. Het voorstel van den erfprins,
dat in ieder geval slechts uit zijn goed© hart voor
kwam, en zijn oorzaak vond in medelijden, wekte
haar gebroken trots. Met geweld bedwong zij haar
zwakte. „Uwe Hoogheid1 is wel goed, maar 'ons ver
trek van hier is volkomen uitgesloten. Dat u
nu zoo geheel bevredigd zijt* is groot ge
luk."
Hij liet een bezorgden blik over haar gestalte
glijden. „Ik heb u veel te danken meer dan u
zelf vermoedt. De groote smart over uw verlies
was mijn bevrijding. Zij hëeft mij -geleerd, dat al
leen in de beperking de ware vrijheid ligt. Dat-wil
de, dat moest ik u eens zeggen."
„Ik dank u oprecht. Nu wil ik naar huis gaan
mijn kind heeft mij noodig." 1
Zij stak hem haar doorschijnend witte hand toe.
Hij boog zich daarover.
Hij kon het niet verMndtertm een paar heet©
tranen kwamen hem in dlA oogpn, 'toen hij haar na
keek- Zij liep zeer langzpam, mét sleepende schre
den, alsof zij bij iedleren tred zou neerstorten.
„Zij kwijnt naast hem -wg en niemand merkt
het!" zeide hij treurig. i.Of zij zijn'allen me1 blind
heid geslagen, öf zij willen hun oogen niet open
doen."
Zonder jachtbuit keerde hij kort voor den pten
naar huis terug.
Sitta at niet mee, mevrouw Van Hoogendal maak
te daarvoor woordrijke verontschuldigingen. Sitta
had bij het hoesten een weinig bloed opgegeven.
Waarschijnlijk was er een adertje in dén hals'ge
sprongen iels onbeduidends. «Voor alle zeker
heid moAst zij echter stil blijven liggen.
(Wordt vervolgd.)