was mi! Teun /n splect-oogem hcolemanf verdwenen.
Ervoer in ide plaats was gekomen de doffe, onheelbare
■mart yaailegen geen kruiden zijn gewassen
over 't verlies van wat de afgod was geweest van
'tdoor geld- en winzucht overhcerschte hart...
MAITRE CORBEAU.
Binnenlandsch Nieuws.
DE ALKMAARSCHE KAASDRAGERS.
In het Hdlbld. geeft -'de Alknmarsche correspon
dent van dat blad in ©an uitvoerig artikel tal -van
tmededeelingetn over die Alkmnarsch© kaasmarkt.
Veel is daarbij wat ons NoordhoQlandérs welbe
kend is, maar het volgende was voor ons en we
gelooven ook voorvel© onzer lezers nieuw.
De grootste aanvoer der kaas op d© markt te
Alkmaar geschiedt Vrijdagsmorgens, wanneer bij
het aanbreken van den dag van alle zijden delaruk-
bouwers mot hun producten de stad binnentrekken.
De, groole 'kaas komt later ter markt, aangezien
uiet, het slaan van tienen de kooplieden met den
handel der kleine kaas '"beginnen, terwijl de markt
voor de groot/e kaas een uur later een -aanvang
Dreint. Het z»tten of plaatsen der kaas geschiedt
door de mannen, die den naam dragen van kaas-
zetters of kaasjong^ns. Laatstgenoemde naam wordt
vooral door 'de boeren gebezigd, die dikwijls -het
raadsel opgeven, wolk soort volk altijd jongens
blijven, ofschoon ze soens vader van een talrijk
gezin zijn. Als dan niemand het antwoord weet, was
het nuchter bescheid: „kaasjongens". Deze zetters
staan onder controle van den marktmeester en heb
ben allen een aanstelling van den president-waag-
meester, waardoor zij aan de bestaande verorde
ningen onderworpen zijn. De marktmeester zorgt,
dat >r voldoende paden tusschen de stapels blij
ven voor die kooplieden en'het plaatsen der berries
voor het wegvoeren eter kaas. Het verwerken der
kaas van de markt naar de schalen in bpt Waag
gebouw en van-daar naar de schuiten, booten, pak
huizen enz. geschiedt door de kaasdragers, 'een vast
korps, door B. ©n W. van -Alkmaar aangesteld. Zij
zijn verdeeld in vierveemen, genoemd naar de kleur
waarbij zij zijn ingedeeld: groen, geel, rood en'blauv
een indeeling reeds epuwen oud. -Elk veem bestaat
uit zes dragters en e©n taschman. Laatstgenoemde
is de oudste en moet de gewichten op de schalen
zetten en het werkgeld van -den boer of verkooper
ontvangen; dit geld bergt hij in een leeren taöch,
gemerkt met de letters van het veem. Bij het be
gin der markt krijgt hij een bedrag aan klein- of
wisselgeld en als de markt afgeloopen is, stort hij
het ontvangen geld, dat na aftrek van -het wissel
geld onder het zevental van z^n veem wordt ge
deeld. Hoe harder het personeel van één veem
werkt* hoe meer zij de-elen; vandaar de oorzaak dat
er zoo vlug wordt gewerkt, want behalve het gel
delijk voorcteel, stelt elk veem er epn eer in meer
verwerkt te hebben dan het andere. Dit vlugge
werken geeft den vreemdeling dien ©igenajardig©n
indruk van -do markt; om vlug zware vrachten -te
kunnen dragen, is het bekendlo -sukkeldrafje of
trippnlgang noodzakelijk. De typische Meeding -der
kaasdragers is voorgeschreven; van af -de eerste
markt in M©i tot de laatste-in October is ze wit en
hun hoed draagt de kleur van 't veem, waartoe 'zij
behooren en deze hoed is tevens -het bewijs dat zij
„vast man" zijn, in tegenstelling met den „nood
hulp", die Biet aai» een witte kteedij is gebon
den" en een pet of muts draagt, waaraan een lintje
is gehecht in de kleur van het veem, waar hij dien
dag dienst doet.
Een noodhulp wordt betaalid door den drager.
Nimmer kan men „vapt-man" worden voordat men
„noodhulp" is geweest. Dragers, die zipk -of door
ouderdom ongeschikt zijn om nun werlc te doen,
worden vervangen door een noodhulp. D"ze nood
hulpen worden op'voordracht van den waagmeesfer
door B. en W. van Alkmaar benoemd en krijgen
daarvoor eene schriftelijke aanstelling. Wanneer 'n
kaasdrager sterft, wordt de oudste noodhulp aan
gesteld als vast man en treedt-in diens volle rech
ten en neemt:zijn plaats in aan het veem. Hij stort
een zeker bedrag m de kas, -waarbij ook "en som
is, benoodigd voor de betaling van het zoogenaam
de '„dooye bier" hetwelk geschonken zal wonden
wanneer zo ook hem eenmaal aan dfen schoot der
aarde hebben toevertrouwd. Dat „bieren" komt
overigens ook nog'al dikwijls voor, omdat de nieu
we drager en noodhulp ook bun biertje schenken,
evenals wanneer een der geregeld de markt bezoe
kende kooplieden of waagmeesters en beambten of
dragers een huiselijk feest viert, b.v.: trouwen of
een zilveren jubileum. Dan wordt-van uit de Ka
mer der Kaasidragcrs'de driekleur gestoken, waarbij
het Oud-HoTlandsche nteuwe haringkroontje niet
wordt vergeten, in welk kroontje een zwart bordje
prijkt, waarop 'het heugelijke feit met witte let
ters is geschilderd. De. jubilaris schenkt daarbij als
feestdronk-bier.
Zoo'n bieravond draagit nog een geheel oud-Hod-
landsch karakter; de kamer 'waar d<e foestgenooten
elkaar ontmoeten kan -niet op 'n schoone stoffee
ring bogen! Er staat alleep een houten tafel met
dito banken benevens een kachel in den winter. Als
de gasten op de bankten hebben plaats genomen
worden door den knecht lange pijpen met tabak
haar toestand verergeren, die den dood binnenhaal
de. „God mijn God, kan dat waar zijn?"
Een dof steunen kwö.m er over zijn lippen. Niét
alleen de gruwelijke smart, dat hij haar zou verlie
zen, verscheurde zijn hart dat drong nog niet in
zijn volten omvang tot hem door maar berouw,
ontzettend folterend'herouw kwelde hem, dat hij niet
eerd<r wat voor haar gedaan hadl Zij klaagde
nooit dat han hem op een dwaalspoor gebracht.
Hij weel te ve°l door zijn werk in beslag geno
men; hij had haar naast zich laten leven, van haar
liefde zeker, zonder er op te letten, of dit ingespan
nen leven, voor een gezonde vrouw wel uit te hou
den, l aa^ zwakke gezondheid niet sohaadde! Nu
was het te'laaten al verkooht hij de tarwe,
die een rijken'oogst beloofde, nog zoo duur, wat
hielp hem dat nu? Zij lag dan reeds stil en diep
in het grafI Een tranenloos snikken 'schudde
hem kt ampaohtig. Van buiten drong het sjilpen dier
vogels, h et kwaken 'der kikvorschen en geurige
hooilucht naar binnen. Aan den helderen avondhe
mel stond de maansikkel.
Hij deed het raam dicht, alles deed hem pijn,
iedere geur, de welluidende natuurklanken door
den prachtigen zomernacht deden zijn kwelling stij
gen tot vertwijfeling. 1
Hij legde zijn armen op d© vensterbank en zijn
hoofd daarop. Zoo bleef hij langen tijd zitten.
Er werd geklopt. De verpleegster stond in dp
deur. „Wilt u eyen komen het gaat zeer slecht."
Hans JEtenning' sprong 'op. „Sterft ze
Zelfs dit gevoellooze wpzen ontweek zijn blik. -De
smart in zijn oogen was te ontzettend. „Lang zal 't
wel niet meer duren," meende zij aarzelend. „Ik
wept het niet zeker. Maar het -hart slaat erg zwak
©n de pols ongeregrfd." r
„Ik kom dadelijk." ,HiJ ging naar zijn slaapka
mer en hield e°n natten doek tegen zijn oogen.
Zoo, nu rustig zijn, opdat zij hieta bemerkt.
't Was zeer warm In het ziekenvertrek, hoewdl
de ramen geopend waren en een emmer met ijs op
den vloer stond. 1
Sitta lag, door kussfens ondersteund hoog in het
bed. Waarom zou men e^n strevende nog plagen
door haar vlak te-, laten liggen? Aan iedere zijde
van haar hoofd hingen cte glanzend zwarte haar
vlechten. Haar handen plukten gedurig aan den
deken, meestal lagen zij stil over elkaar.
De trekken van het gezicht waren buitengewoon
versoherpt. De rochelende mond stond half open.
aangeboden, waarbij de vuurkomforen niet ontbre
ken. Iedereen krijgt een langwerpig broodje, -goed
geboterd en met Edammer kaas belegd, waarbij
dan bter geschonken wordt uit ouwerwetsche tin
nen flappen. In het voorportaal ligt de halve ton
kaasdragers-bier, een bijzonder mengsel toebereid
op eene wijzae zooals de geslachten het vóór hen
hebben gedronken. Het is b.est „Holïandsch-brum"
©n heeft een ietwat zoe.tigen smaak; er 'wordt net
zoolang gedronken totdat het vat leeg is. Zieken
of ouden, die niet tegenwoordig zijn, wordten niet
vergct.cn, daar de knecht to zorg°n heeft, dat hun
©en flap bier thuis wordt bezorgd.
Aan het hoofd van het Waag-personeel staat het
collego van Waagmeefeters, drie in getal, waarvan
de oudste is President-Waagmeester. Aan hem
moeten alle geschillen ter beslissing onderworpen
worden, zoo hij het noodig acht in overleg met zijn
collega's. Dit college is samengesteld op voor
dracht van -B. ep W. door den Gemeenteraad en
wordt na beë'edigd te zijn telkens voor 6 jaar be
noemd. Hun is opgedragen 'het gewicht, na volgens
waagreobt getart te zijn, duidelijk uit te spreken;
zij geven voorts den koop©r epn bewijs in duplo,
voorzien van de Alkmaarsch©Burg, waarop het ge
wicht in cijfers duidelijk wordt vermeld. Bij het
ontvangenvan dit bewijs betaalt de verkooper aan
den taschman het werkgeld 10 'ct. per 100 KG. cn
begeeft 2ich naar den vertegenwoordiger van den
Gemeente-ontvanger en betaalt aldaar waagrechten
a 60 ct. per 100 KG., waarvan hij een 'kaartje als
reiju krijgt. De dragers ontvangen 5% van de 100
KG. van de Gemeente.
De marktprijs wordt berekend 'h 50 KG., bijv.
wanneer aangegeven is dat do markt is f 25, dan ie
dit voor 50 KG. of lOCDoude ponden. De waagmees
ters zijn verantwoordelijk voor het gewicht door
ben uitgesproken; d© drager9 hebben te zorgen, dat
de kaas aan het goedh adres komt. Breekt of
beschadigd er een tijdens dat ze aan hen zijn 'toe
vertrouwd, dan moet h©t veem ze vergoeden, even
zoo als er ©en verkeerd bezorgd wordt.
Wanneer ©r klachten komen dat er één'kaas weg
is, wordt deze gewoonlijk niet gevonden, doch 'n
heele stapiel komt altijd terecht! aldus 'besloot
onze zegsman zijn belangwekkende bijzonderheden.
ANNA PAULOWNA.
Woensdag 30 Juni vierden do schooolkinderen der drie
scholen alhier hun schoolfeest. Een 77-taJ ging per
spoor naar Zaandam en vandaar pier salonboot nidr
Amsterdam. ..Een klein buitje regen op do wandeling
haar de aanlegplaats der boot en verder prachtig weer.
Wel goot het int den hemel, maar dat was op een
ti|d, toen de kinderen zich te goed deden aan een heer
lijk maal in Krasnapolsky. Wat genoten die kinderen
in Arlisl Wat hadden ze een pret om de kluchten,
san dien leuken aap! Verwerkte het werk met den
leeuw ssat angst, verbazing las men in de oogen der kin
deren, toen de oppasser met de nijlpaarden en oli
fanten aan den gang was, en 'vroolijkhoid heersckte
rondom den vijver, waarin de Zeeleeuwen huisden
toen deze worden gevoederd. Ook het Aquarium werd
bezocht ion er was tijfd, om 'alles rustig -te bezien.
Door liet voederen beginnen de kinderen toch 'te gelood-
ven, dat zeerozon dieren waren. In het museum kwam
men oogen te kort, Wat was daar veel te zien! Gezel
lig in cüe schaduw romd de muziektent gezeten, luiste
rend naar do mooie tooneu, wachtte men de tram
af en weldra bracht deze het gezelschap naar Kras
napolsky. Honger was er en voorraad in overvloed I
Na het maai deed eene wandeling naar -het panopr
tieum allen goed en ook daar werd onder geleide van
éón der bedienden, die van alles de noodige oxplica-
tie gaf, veel genoten, Toon torug naar den trein, doch
onderweg in de bazar cn in den kookwinkel eerst
do parl'cmonnuie geleegd. Van verveling of slapen in
den brein geen, sprake en te ongeveer 11% uur kwannen
allen weder fn opgewekten tocsiaud in den polder aan.
Circa 445 kinderen namen deel aan een tocht naar
Uorgcn. Droog kwam men inde boot, maar tijdens
de vaart regende het voortdureud. De uitdccling van
meik, krentenbrood, korstjes etn eierkoeken onderhield
echter een goede stemming. Toen inen !e Koedijk
aankwam, moest met het oog op den regen <JU over
lading van boot op tram snel geschieden en men
besloot, miet naar Bergen aan Zee te gaan. teder be
zocht men daarvoor in 'de plaats hei hoogo duin, bij
het 'hotel „Duim ver maak" gelegen, in den tuin waar
van, die dag werd (doorgebracht. Ook dit feest slaagde ver
der maar wemscih, daar de regen wegbleef.
Wat genoten de kinderen in dal hooge duin! En er
was al den tijd voor. Natuurlijk werd ook daar zoo
nu en dato do inwendige monxch versterkt met oen
broodje met vleesch, limonade enz. Op de heen- zoo
wel als op de terugreis bewees de muziek uitstekende
diensten. Onvermoeid werd er geblazen. De lui ver
dienen een, pluimpje, hoor! Te ongeveer 7Va uur kwam
de boot weder te „West-Einde" en weR bleek de grootc
belangstelling dei1 ingezetenen in dit jaarlijks terug-
kccreiid feest, wamt liet was zwart van menschen toon
per rijtuig of vlet de feestvierenden huiswaarts keer
den.
Daar het aantal kinderen, dat,naar Amsterdam ghlt,
steeds grootor en grooter wordt mogen de ingezetenen
hier wei aan denken, als hun een inteekenlijst gestuurd
wondt. Een.'duurder feest en minder inkomsten slui-
en niet best.
Zonder eenig ongeval is het feest weder voorbijge
gaan en door allen naar hartelust genoten.
Somtijds snakte zij pijnlijk naar lucht, dan klem
den de magere wasbleek© vingers zich in elkander.
In haar wijd geopende 'oogen lag een gespannen
luisterende, argwanende uitdrukking. Zij zag afwis
selend naar haar moeder en naar Hildie.
Sitta's gehoor, door innerlijken doodsangst ge
scherpt, hoorde alles. Het zachtste fluisteren Ver
stond zij. Maar zij wildb. niet sterven* Waarom dan
steryen nu reeds I.... Een zwak, klagend geluid
kwam er 'over haar lippen.
Mevrouw Van Hoogtendal 'wierp zich over haar
heen. „Sitta, mijn Sitta mijn engel I"1
De stervend© maakte een onwillig afwerende be
weging. Hoe kon de smart der moeder haar thans
helpen? 1
Mevrouw Van Hoogenüal brak in een luid weenen
uit. ,JZij kent mij niet meer Sitta, Sitta, zie mij
aan!"
Woer diezelfde matte, afwierendé beweging. Me
vrouw Van Hoogendal snikte krampachtig,
fluisterde zij t egen de verpleegster,-die onmiddel
lijk opstond. Daarop legde zij haar arm ondpr £it-
dellijk verhief. Daarop 1'egde-zij haar arm onder Sit
ta's hoofdkussen. „6ifta, ik zal voor je kind zorgen
en het behoeden alsof gij het zelf deëdt," zeide -zij
met bewogen stem.
Sitta zag haar in het gezicht. Maar er lag geen
dank, geen verzoek in de donkere, angstige oogen
eerder bitterheid, ja haait.
Hilde liet hot kussen zaohtjes neerzakken. Haar
handen beefden'zij trad in net donker terug. Zij,
hoorde Hans Henning'naderen. Zou Sitta tenminste
voor hem geen laatste woord, geen liefdevollen-blik
•vrinden?
Hans Henning trok ©en stoel naar zich toe. Hij
weende uiet, ook 'zijn stem klonk rustig, toen hij
Sitta ©en paar liefdeswoorden toefluisterde. •Nie
mand kon het merken, of zij hem nog verstond. Het
trilde om haar mond alsof zij wild© we enen. Haar
oogen zagen oyer hem heen als in de verte, maar
zij hoorde allés. Het gehoor'stérft het laatste. Als
alle ander© organen reeds versagen, functionneert
het gehoor 'nog m©it bovennatuurlijk© scherpte.
Sitta hoorde duidelijk het zachte wgenen harer
moeder'en schoonzuster, de woorden van Hans Hen
ning, het gelijkmatig© ademen der verpleegster, ja
het tikken van het groot© horloge, dat de -persoon
voor den dag haald©, om te zien, wanneer de ster
vende den laatsten ademtocht zou doen.
Zij voelde eohter geen smart bij de gedaohte al
(Onzen correspondent te Anna Paulowna wordt ver
zocht ons dc berichten wat vroeger toe te zenden).
SPEKETERPOLDER.
Benoemd tot üd van het bestuur van den Spek-
eterpolder, dé heer H. Houtman alhier.
EEN MILITIE VOOR JAVA.
Zooals niet-officiëel verluid heeft, .'wordt er aan
d© departementen gewerkt aan de instelling voor
een militie voor Indië, schrijft De Locomotief. Dat
gaat ondier'de instemtming van ieder, di© 'meent, dat
Indië zichzelf moet leeren verdedigen! 'en die be
grijpt, dat van Nederland geen hulp mag worden
verwacht als Indië zich zelf niet wil •helpen.
Het blad meent, dat het plan is de militie in -te
voeren voor all© Nederlandera en voor de inlanüfcrs,
die een eerste klas school hebb©n doorloopen. Dit
laatste is dan gedaan, omdat men slechts dezin
landers, di© Nederlanldsch spreken en die wat'heb
ben geleerd, op gelijkten vo©t -in de kazernen kan
behandelen als de 'EuropeJescbe miliciens.
Alle jongelui, die'van ©en tweede klas school'ko-
men ook in te lijven, zooals van inlandsche zijde
werd aanbevolen, wordt te'voorbarig geacht en zou
bezwaren geven 'yoor da gelijke behandeling van
alle miliciens, de ontwikkeling zou daarvoor te
verschillend zijn.
D© roilitio zou een jaar onder de wapenen kun
nen blijven en daarna nog e©nige malen voor her
halingsoefening worden opgeroepen. Men kan op
deze wijze wellicht duizënd Europeanen en duizend
inlanders als milicien'krijgen per laar, zoodiat met
alle lichtingen gerekefjd kan worden op ©en -ver
sterking van het leger met 'een veertien duizend
man na zeven jaren -1
Deschutterij zal dan natuurlijk niet behoevente
biijven wat ze is, maar kunnen worden veranJdérd
in een landstorm of iets 'van dien aard. Van d©n
dienst 'zullen natuurlijk vrijgesteld zijn dr inland
sche aanstaande bestuursambtenaren en de aan
staande en al functionneerendJe artsen, die slechts
bij 'den gpneeskundigen dienst zouden kunnen wor
den geroppen.
EEN KLOEKE ZWEMSTER.
De afstand van SohiMdam naar Maassluis, welke
een 'stoomboot In den tijd van 1 uur 10 minuten
aflegt, is thans zwemmende 'gedaan door mej. Jo-
hanna van Wieringpn, te Schiedam, in den tijd •'van
2 uur 25 minuten. Dez© kloek© zwemster is 10
jaar oud ©n 2e zwemmeesteres aan do Gemeente
lijke Zwemschool aldaar. N. v. d. D.
VARKENS EN VARKENSVLEESCH.
Door bemiddeling van'het Rijks Genteaal Bureau
tot regeling van den afzjet van varkens en varkens-
vleesch t© 'a-Gravenhago werden in de -week van
l i tot 19 Juni geleverd aan 32 afdeelingen van (ten
Ned.'Slagershond 4057 varkens en aan -123 gemeen
ten 2886 stuks, te zamen-7543 stuks; in de week van
21 tot 26 Juni aan 33 afdeelingen van den -Nederl.
Slagershond 4821 stuks ©n aan -148 gemeenten 3487
stuks, te zamen 8308'stuks; terWijl in do week van
28 Juni to.t 3 Juli geleverd zullen worden aan 30
afdeelingen 4959 stuks -en aan 191 gemeenten 4107
stuks, te zamen 9000 stuks. In hipt •'geheel dus 24917
varkens. Met de vorig© -'opgaaf, loopende tot 12
Juni en een bedrag aanwijzende van 28.957 stuks,
maakt 'dit een totaal van, 53.874 stuks. Als gemid
deld slachtgewicht aannemende 115 KG., komt men
tot een hoeveelheid van -'8.195.510 KG. varkens -
vleesch, die door het Rijks Centraal Bureau sinds
de week van 20 April tot 1 Mei gedistribueerd iB
tegen ©en prijs, welke ongeveer *25 cent beneden
den marktprijs ia.
Gemengd Nieuws.
KUNSTMATIGE LEDEMATEN.
De correspondent van de Nieuwe Rotlordainscho Cou
rant le Berlijn, heell een reis gemaakt naar Konings
bergen en behalve vele andere dingen vertelt hij: van
zijn bezoek aan het orthopaedisch instituut van pref
Hoeftmann.
Hij schrijft:
Wij zagen ook den oorlog van een anderen kanL,
niet in voorbereiding, maar zooals hij mannen terug
kan "sturen. Het was in een inrichting die bezig is
in en ook buiten Duitschland bekend te worden. Wiji
.bezóchten n.1. pref. Iloeltmainn in zijn orthopae
disch instituut, waair hiji do arme verminkten door
kunstmatige ledematen in staat stelt als normale men
sehen verder te leven. Hij vertoonde ons velen van zijn
patiënten, en hot is waarlijk merkwaardig, wat hij met
hen had bereikt. Eenige jonge mannen wier boen hal
verwege de dij was afgezet, liepen zoo vlug en veer
krachtig, en daarbij met cca zoo weinig merkbare
trekking van het kunstmatige lichaamsdeel, dat men
bij een toevallig© ontmoeting niets bijzondei-s bij hen
zou hebben opgemerkt. Een soldaat, die eerst twee dagen
geleden zijn kunstbeen gekregen had, kon zich daarep
reals zeer vlug, zonder stok, voortbewegen. De pro
fessor vertelde ons een kleine kunstgreep, die hij1 toe
past bij bet eerste onderricht in. het loopen aan zijn
patiënten. He! komt er vooral op aam dal zij onmid
dellijk vertrouwen krijgen in hun eigen bewegelijkheid.
Dat kan men hun niet beter geven, din door ben het
eerst aan het trappcmklimmen te zetten. Hot is gemak
kelijk, maai- het geeft den paücnt direct een hoog
denkbeeld van "^iju kunnen. Men moet echter oppas
sen, niet met het trappen afdalen te beginnen. Dat
de haren te verlaten in 't geheel niet. -Ook aan
haar kleine kind dacht zij zonder moederlijke zorg.
Zij voelde slechts een doften, onböwusten tegenzin
tegen iedereen, die mochten leven, zouden loven ter
wijl zij moest stervetn. Tegen haar moeder, die
haar nooit werkelijk moederlijk behandeld had, te
gen haar man, omdat hij niet eerder -had bemerkt,
dat zij zwaar ziek was, Üegen Hildie, die haar kina
had weggenomen! Beelden uit vroegere tijdan gin
gen haar voorbij: Glückstadtl 'Zij danste mpt den
erfprins nu stond zij bij hem -in het dennen
bosch de zon brandde hij had haar niet meer
lief. Maar ook dat deed geen pijn het was haar
onverschillig. Schreide daar haar kind? Haar klei
ne kind? Maar ook dat hinderde haar niet. Zij zonk
door het bed heen "waarheen? Of zweefde
ze? Wat schril snikte moeder en-Hans Henning
bad: „Onze Vader dié intoen brak zijn-stern.
Slechts nog e.en dof suizen zong in baar oor. Was
dat'de wind?... Nu eens dicht bij, dan verder af
steeds zachter'als harptonen nog zachter
Hans Henning boog zich diep \)Yer het bed. Het
rochelen verstomde, d© adem ging heel zwak, -alsof
een snaar uitklinkt.
Hilde voerde mevrouw Van Hoogendal half met
geweld de kaaner uit. i
Hans Henning legde zacht zijn hand op. d© gebro
ken oog©n der dood©.
HOOFDSTUK 20. K
D© begrafenis was afgeloopen en de genoodigden
naar alle richtingen ver troldien.
De oude he©r Von Krochert klopte aan'de deur
d°r kamer van zijn neef. Zij was gesloten. „Doe
opT., Hans Henning," verzocht hij.
Geen antwoord. r
„Doe asjeblieft open, ik moet je spreken."
Eindelijk naderden zware schreden tot do 'deur.
D© grendel werd afgeschoven. De oude man zag
verschrikt in het vervallen gezicht van zijn ne,ef.
„Hans Henning draag het als een'man I" smeekte
hij. „Je mag niet ten onder gaan. Denk aan -'je
kleinen zoojl"
Hij trad kamer binnen en sloot de deur ach
ter zich. 11
„Ik denk aan het kind!" zeide Hans -Hennmg.
„Als ik dat niet deed, dan geloof ik, dat ik 'mij
epn kogel door het hoofd goschoten."
„Hans Henning!" De oude Krochert schudde den
heeft juist de tegenovergestelde uitwerking, omdat de
beginneling duizelig erdoor wordt cu allo zelfvertrou
wen veiUcst.
Na de kunstbeenen kwamen de kunstarmen aan do
beurt Ieder weet, dat op dit gebied reeds zeer véél
is bereikt Het merkwaardigste is mogelijk, mits er
slechts een stompje arm overgebleven is, om "hel
kunstmatige verlengstuk aan vast te maken en mee
te bewegen. Prof. Iloeftmatoto toonde ons echter een
paar patiënten, wien d,e arm in het sehouderocwrieht
was afgenomen. Door vernuftige bedenksels had hij
er toch iets op gevonden, om die menschen in staat
te stellen., werk te verrichten, en zichzelf hij hller-
lea dagelijksche verrichtingen te helpen.
Een zijner belangrijks!© patiënten'kon hij" ons niet
in levenden lijve, maar slechts in fotografie laten
zien. Het was een 'men, die beide beenen dicht
aan het onderlijf verloren had. Zijn licliaam hing nu
in een soort draagstel van riemen, waaronder eens
korte voetstukjes waren geweest In een. reeks foto-
grafiën zag men nu, hoe deze voetstukken al long?
verlangd waren, naarmate dé man beter geleerd had
zfjn evenwicht te 'bewaren. Op de laatste afbeelding
zag men hem netjes aangekleed op een paar normale
kunstbeenen, en met een uitdrukking op het gezicht,
die bewees, dat hij zich volstrekt geen tobberd, maar
integendeel een heel© heer voeldé.
Nadat wij dit alles hadden gezien, bracht prof.
Hoeftmann ons naar de werkplaats, waar de een-
armlgea geleerd wordt hun kunstmatige ledematen
bij net ambacht te gebruiken. Naar het scheen, is
dat niet eens zoo lastig. Daar vertoonde hij ons
ook den man, die zijn trots en zijn grootste sui t.es
is. Reeds voor -den oorlog was deze zoo ongelukkig
geweest, dat hem in Rusland' bedde handen en voe
ten met sl ukken arm en been waren afgevroren. Ifij:
kon zich dus slechts met kunstmatige ledematen be-
wtegen "en helpen. Desniettemin liet hij bins zien,
hoe 'hij zich zelf wasehtc, schoor, kamde enz., lioo
hij zijn schoenen poetste, een sigaar nam, de punt
daarvan afsneed met behulp van een gewoon rook
stel van smeedijzer; vervolgons nam hij* met zijn
kunst-,panden" een lucifer uit een doosje, dien hij-
aanstreek. Als slotnummer haalde liij een fiets vooi'
den dag, die hij beklom, en waarop liij eenioe ma
len den tuin rondreed. Prof. Hoeftmann vertelde ons
echter, dat deze man tot zijn geluk een buitenge
wone aangeboren handigheid bezat Wij hadden trou
wens tevoren al gezien, dat hij óndanks zijn ver
minking een knap werkman was.
Ik schreef daar kunst-„hatodetn". De zooi miterst
bruikbare werktuigen van prof. Hooftman doen in
derdaad uiterlijk niet in het minst aan onze natuur
lijke grijpers denken. Voor paa-adegebruik toonde liij
ons kunsthanden, die met een handschoen bekleed,
vrij natuurlijk leken. Bij de werkelijke gebruikswerk-
tuigea was alle uiterlijke schijn aan de praktijk op
geofferd. Aan de opeten, die allen in schoenen sta
ken, was daarentegen biets bijzonders te-ricn.
EEN MODERNE HERMAN DE RUITER.
De „Westm. Gaz." ontleend aan de „Intransigeant"
een verhaal van den heldhaftigen dood van een Fran
scihen soldaat. Hij! was uit de Jura, een reus van
een kerel, breedgeschouderd, sterk als ecu leéuw1, mét
het gemoed van een zigeuner; in vredestijd was hij een
aairlssmokkelaar en opsnijer. Op kermissen zag men
hem wel in provincieplaatsjes, in de worstel tent en
er waren er niet velen, die hij niet „legde". In dienst
pochte 'hij Tniet meer en deed ijverig zijn plicht. Maar
zij noemden hem nog altijd „de worstelaar".
Op zekeren morgen waren de Franschcn bezig een
neeks .mijnen aan te leggen, die in de lucht zouden
vliegen. De lonten werden gereed gemaakt toen men
een zonderling geluid hoorde in de loopgraaf waarin
„do worstelaar' op post stond. Wat was er gebeurd/?
I>c Duit.schers hadden een sappe gegraven, die in deze
loopgraaf uitkwam en de d'uhinc 'wand welke hen scheid
de van bel punt waar dc Bickford-loinl.cn zouden wor
den aangestoken was bezweken.
Een aantal Duitsehers, sommigen gewapend met re
volvers, anderen met schappen, zwermden do loopgraaf
binnenvoor de tunnel, waar zij doorheen kwamen
stond de reus, „de worstelaar" en zwaaide met zijn
houweel, dood en'verderf om zich heen zaaiende. Tever
geefs stuwden de Duitsehers elkander door de nauwe
opening, naar voren, zij konden de plek niet naderen
waar de gevaarlijke lonten lagen.
„De worstelaar" riep tot zijn kameraden „Vooruit!
steek do lonten, aan en maak jullie je uit de voeten!
Ik zal ze vol tegenhouden!" schreeuwde hij. Een on
derofficier slak een lont aan cn zei; „Zou je ook niet
maken dat je wegkwam?" jVfaar de vroegere opsnijer
wilde niet. Eto hij hield' de' Duitschei-» op een afstand
terwijl de onderofficiei ook de andere lonten aanstak.
Eindelijk bezweek hij, toen de laatste F rans ch man
zich uit de voeten maakte en de Duitsehers liepen hem
onder den voel in hun haast om de lonten *e tloovcn.
Maar hot was te laat. Een oorvcrdoownd-c ontplof
fing, de aarde spleet vaneen en begroef n!s in on
groot eraf den worstelaar ca de overmachtig© schaar
van zijn vijanden.
Later vonden zijn kameraden zijn verminkt Tijk en
hegroeven den held met militaire c-cr.
ONGEVAL IN EEN MIJN.
Uit Londen, 30 Juni. In d© kolenmijn Bentinek
te Kirkly in Nottinghamshir© is ©en afdalend© kooi
met 14 mijnwerkers in botsing gekomen 'm©t wn
ophaalkooi van 5 mijnwerkers.
Tien mpnschen zijn '200 M. naar b'enpdpn gestort
en gedood, twe© zijn in de ophaalkooten godood. De
anderen zijn ongedeerd gebleven.
arm van zijn neef. „Weet jfi, wat ja zegt?"
„Ik weet het. Het leven he©ft voor mij zonder
haar geen waarde meer."
Hij ging met vlugge 'schreden door de kamer.
Plotsejing bleef hij- voor de schrijftafel staan. -Een.
rij van fotografieën, allen Sitta voorstellend, stond
er op. Sitta in d© bloeientde schoonheid harer jeugd,
in verschillende houdingen en toiletten, maar -steeds
even schoon en beminnelijk.
Hans Henning 'schoof die beeltenissen naar den
oude toe. „Zie haar aani"' zeide Jhij ruw. „Zopzn -
zij er uit, toen ik haar leerde kennen, ja 'nog toen
ik haar huwde. Heb j© haar in dé kist zien liggen?
Reeds na twpe jaren verouderd vervallen met
een bitteren lijdenstrek om den mond!"
„Dat kon jij toch ni©!t helpen, dat zij ziek werd."
„Als zij niet was gaan trouwen, 'maar in het
Zuiden wonen §n zorgvfuljdig opgepast was, dan
had zij nog kunnen leven. Dat zeide d© outte hof
arts uit Glückstadt
„Zij is toch twee jaar "gelukkig met je geweest?"
„Ik ben gelukkig geweest als f^n dwaas ja.
Ik heb er nooit aan ge'dacht, of zij ook 'gelukkig
was. Ik nam dat als vanzelfsprekend aan. Zij was
altijd stil, altijd mpt alles tevreden. Zeker heeft zij
zich dikwijls ziek gevoeld, ellendig, -afgemat* en
durfde het niet zeggen of toonen. -—1 Dat kom ik
nooit te boven!" stiet hij tusschen zijn saamgökne-
pen tanden uit. r
„Hans Henning-, ik ben de 'schuldligel" zeide do
opdi© man ernstig. „Hoe kon ik de pacht -'van, jo
aannemen I"
„Dat'moest u, oom."
„Och wat! Aartsdom waö het van mij. Ik dacht,
dat je het mij zou zegg©n, wanneer jt niet betalen
kon. Ik had moeten bédenken, -dat je te trotsch
was." 1
„To trot-sch jawel!" bevestigde Hans Henning
bitter.'„Hoogmoedig was ikl Wanneer ik u slechts
één woord geze>gd had, dan 'zoudt u mij alles ge
schonken hpbben dat wist ik zofcr goed. Maar ik
wild© dat woord niet zeggen ik liet liever -rniju
vrouw sterven! Gom, u Is geheel onschuldig',
maar ik f
„Neen neen, Hans'Henning, ik heb ook schuld,
veel schuld. Wil je mij dat vergeven vandaag
nog niet, maar later eens?"
Wordt vervolgd.