Aluitti Niens-
WOENSDAG 7 JULI 1915.
58ste Jaargang. No. 5520.
De Entente en wij.
FEUILLETON.
DE HOEDAME.
Binnenlandsch Nieuws.
SCHAGER
COURANT.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag,
Donderdag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 9 ure wor
don -VDVERThlJf TIEN in het eerst uitkomend nummer geplaatst.
I
UitgeversTRAPMAN Co.
SCHAGEN, LAAN D 5. lol. Teleph. No. 20.
Prijs per jaar f 3.Per post f 3.60. Losse nummers 5 cent
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
„De Nederlander" vraagt zich af of het zoo -vast
staat, dat de bondgenooten slechts strijden voor hun
vrijheid en daarmee tevens voor de vrijheid der kleine
volkeren. En het Wad antwoordt:
Voor ons opengeslagen ligt een in de serie „La Grande
Guerre" verschenen 'klein werkje van de hand des
hoeren J. Dontenville, professor agregé d'Histoire, en
r'iteid „Après la Guarre, Les Allemagnes. la France,
Belgique et la Hollande".
Het is in 1915 en dus ander de zeer strenge Fran-
scke Regeeringsoensuur, "die zich óók over boeken uit
strekt, bij Floury te Parijs verschenen.
Uil dit werkje haalt „De Ned." aan:
„Belgis, de martelaarster. zal zegevierend opstaan. De
geallieerden zullen niet met dat land over zijn aandeel
in de door de gemeenschappelijke overwinning ver
worven voordeel en marchandeeren.
yHet heeft do beste aanspraken op onze dankbaar
heid verworven. Maar op welke nuttige vergrootingen
zal het aanspraak maken?"
De schrijver denkt in de eerste plaats aan een stuk
van 't Rijnland. Maar zegt hij, daar willen vele aan
zienlijke Belgen niet van hooren. Want., dat zou de
kracht der Vlaamsche Beweging versterken.
Wat dan wel?
^,De onderdanen van Albert L zoudeln zeer gelukkig
zijn, indien zij door verdragen" (op hoogost fatsoenlijke
wijze dus...) „met Nederland Maastricht en het Zui
delijk deel van Hollandsch Limburg, en bovendien en
bovenal de monden der Schelde konden verwerven.
„Om onbenullige redenen, (zegt de schrijver) is. in
1839, Limburg tusschen Belgen en Hollanders verdeeld.
De laatsten ontvingen Venlo en Maastricht Het Zuide
lijk deel van hun aandeeL.. vormt bijna een enclave.
Dat is een geographische reden om "t bij België in to
lijyen, zonder nog te rékenen met dé wederkeerige
affiniteit en sympathie" (tussdhen Limburg en België),
Essentiëel voor België is echter de 'Scheldekwestie.
„Dc monding van die rivier is, bij de scheiding, aain
Holland verbleven. Antwerpen ligt echter op den oever
der Schelde, Antwerpen^ dat een vesting van den eer
sten 'hfeig, ae voornaamste Belgische „dëbouohé" een
der bedrijvigs te en bloeiendste havens van Europa's vas
teland as. Deze stad nu heeft geen verbinding met de
zee, dan door de Nederlandsche wateren, en staat der
halve bloot aan een voortdurende bedreiging met blok
kade" (dat is natuurlijk onjuist Red. NedL).
Om aan dezen absurden toestand een einde te maken,
moet men aan Antwerpen... ten alle tijde ,in.\ 'vrede
en oorlog, de volledige vrije ïn- en uitvaart der Schelde
verzekeren.
„Het eenige middel om dit te bereiken bestaat in
de overgave, door den Nederlander, van de Schelde-
inonden' (meervoud, dus ook de Oosterschelde?) met
do eilanden, die zij omspoelen" .(dus Walcheren en Zuid-
Beveland).
„Indien ze, zooals rechtmatig ware, in 'het bezit
der Belgen 'waren geweest, zöu Antwerpen do hor
den des keizers, 'dank zij den alsdan mogelijken en
zekeren steun der Brioche Vloot» hebben terugge
worpen."
„De van 'Holland gevraagde offers 'zijn," vindt
„onze. vriend", „in summa nogal licht." „Overigens,'"
gaat'hij voort, „is het onze bedoeling geenszins de
Hollanders te mishandelen, al "hebben wij ons -soms
over hunne houding te beklagen geh'ad."
„Verre van daar!"
Wij krijgen zelfs vergoedingen^.. Uit'de huid van
den ongeschoten Pruisischen beer worden ook öns
brcede riemen gesneden.... waarmee naderhand
Duitschland ons zou verwurgen 1
37.
Hans Henning nam de hand 'van den ouden man.
„Ik heb u niets te vergeven, oom. Maar wanneer het
tot uw geruststelling kan dienen, wil ik u belo
ven, u om vrijstelling van 'pacht te zullen verzoe
ken, als het noodig wordt."
Het gezicht van den ouden Krochert klaarde op.
„Wacht, daar ook niet 'Ie lang mee," 'verzocht hij.
„Zou je nu niet eens een reis 'willen maken, on
verschillig waarheen? Ik wil je het geld daarvoor
goven." 1
Hans Henning schudde het hoofd. „U'meent het
goed, oom, maar thans kan ik het niet verdragen
iets moois to zien. Zij ligt in het graf en-kan zich
daarover niet meer verheugen! Laat mij werken,
steeds werken, dat is 'de eenige manier om het
'even nog dragelijk te maken."
„Je kunt gelijk hebben. Mogen wij dikwijls ko
men, als je schoonmoeder vertrokken is?"
„Ik hoop, dat zij spoedig gaat." antwoordde Hans
Henning kort.
Do oude knikte toestemmend. „Hoe fierder, hoe
beter."
Met eenigszins verlicht hart liet hij zijn neef
alleen, hoewel hij zag, dat Hans Henning weer voor
dA schrijftafel ging zitten en alle 'portretten der
geliefde doode voor zich neerzette.
Toen Karola en Ilse hem naar Hans Henning's ge
moedstoestand vroegen, haalde hij treurig de schou
ders op. „Wij zullen wegrijden, Karola," drong hij.
„Hier op Hinrichshagjen ^moeten de menschen1 tot
rust komen." 1
„Mochten we Heini maar meenemen. Hans Hen
ning let nauwelijks op hem. 'Maar Hildde wil hem
niet missen. jOcb, wat zou ik hem 'liefhebben,
hot is soo*n lieve, schattige jongen!"
Karola's oogen stonden vol tranen. De oude Kro
chert streek zich oyer heft haar zonder te'antwoor
den.
„Voor Hilde is het een'geluk, dat zij 'weer een
werkkring heeft, die haar geheel in beslag'neemt,"
hét huis van Hans Henning dn orde te houden
meende Ilse. „Hoe goed is het, dat zij hipr is, om
en zijn kind op te voeden. Wat moest hij zonder
huajr op liet oogenblik wel beginnen?"
.„Zou een dergplijfee gebiedsuitbreiding aangenaam
zijn aan Koningin Wilhelmina en Hare onderdanen?"
Yraagt do schrijver beleefd.
Maar zonder ons antwoord af te wachten, decre
teert hij, dat het moet, dat heft niet anders kan
Anders gaan we pr onder.
„G'est, hélas la dure, 1'inflexible lol de -la na
ture
Bovendien, zegt de ',,N<5d.w, zullen de voor den
oorlog mislukte pogingen tot onze inlijving bij het
Entente-blok na den vrede herhaald worden.
„Ten einde onze (Fransche) dekkingen tegen de
wederopstanding van teutonisch imperialisme pn
militairisme te organiseeren, noodigen wij onze twee
noorderburen, Belgié en Holland uit» tot een vrije!!
maar innige entente onderling en met Frankrijk.
Laat ens de Federatio der Gallische gebieden vor
men, en haar, ten einde haar onoverwinnelijk te
maken, doen steunen op een duurzame alliantie met
Engeland en Rusland.'
„De aardrijkskunde toch" vervolgt dë schrijver
onverstoorbaar, zich blijkbaar Napoleons opinie her
innerend, die Holland tot aanslibsel van Fransche
rivieren verklaarde „de aardrijkskunde machtigt
ons trouwens om Holland in in „la régiongauloise"
(Fransch of Frankisch gebied) te begrijpen"....
Tpn slotte merkt'„De Ned." nog'op, dat do Belgi
sche minister Carton de Wiart te Lyon een rede
voering heeft gehouden, waaruit ondanks de voo?
zichtige formuleermg ten duidelijkste blijkt, dat
hij met deze imperialistische toekomstmuziek ac-
coord gaat. 1
CREMATIE.
De lijkverbranding is hier nog zoer onpopulair. Er
is tot in hoogste instantie over do quaestie geproce
deerd, en van overheidswege heeft men geen termen
gevonden, om een en ander te beletten. Hel aantal per
sonen, dat ertoe kan overgaan, reeds bijl het leven te
beschikken, wat er eens met hun stoffelijk overschot
zal geschieden blijkt klein en bovendien bestaan er
bij velen religieuse bezwaren. In Duitschland denkt men
er echter anders over. Daajr wordt de crematie reeds
zeer druk toegepast, on noemt hel aantal crematoriums
ook voortdurend toe. Ultimo* 1913 bestonden er 40
inrichtingen. In het jaar 1914 is dit aantal met 3 ver
meerderd. In December 1914 toonden de statistieken
aan, dat er in het Duitsche Rijk! dit jaar 11.238 per
sonen verbrand Waren. Het totaal-aantal bedroeg toen
66.700. Door den oorlog is de lijkverbranding thans
ook in Oostenrijk-Hongarije toegestaan en Wel om hel
gevaar voor besmettelijke ziekten te voorkomen. De
eerste inrichting stond onder militair toezicht en werd
gebruikt voor het verbranden van cholera-lijken, uil de
barakken nabij Zsolna in Hongarije. Dit nood-crema
torium kan thans vervangen worden door een fraai
architectonisch werk te Kardhjenbcrg in Bohemen. Dit
laatste is nog niet in gebruik genomen, omdat de Wet
geving In Oostenrijk het nog verbiedt Het verlof is lot
nog toe n.1. beperkt tot besmette terreinen.
GRENSWANDELING.
De Aardenburgsche correspondent der Haagsche N.
Crt schrijft
Een eigenaardige toestand is het thans aan de grens
van Zeeuwsch-Vlaanderen. Over do militaire maatre
gelen aan beide rijden spreek ik natuurlijk niet Maar
er rijn langzamerhand eigenaardige toestanden ontstaan
voor sommige groepen der burgerlijke bevolking. Ja
ren en jaren hebben'de Belgische en de Nederlandsche
Vlamingen zoo naast, neen door elkander gewoond. De
„grens" was een theoretische scheiding die in de prak
tijk niet te vinden was. Ja, de paaltjes stonden er, tot
Jaja," bromde de 'oude Krochert, „dat is
alles goed en wel, maar een'zuster is niet meer dan
een zuster en kan nooit de plaats der echtgenoot^
innemen. Dat moet Hilde zich niet verbeelden."
„Dat zal zij ook niet doen, maar daarom toch
naar haar besta krachten heur plicht dopn," ant
woordde Hsb rustig. 'Daarop wendde zij' 'zich tot
haar man: „Hilmar, ik wil nu nog 'even Hilde en
Heini vaarwel z°ggen. Hans Henning mag ik niet
storen, en dan gaan wij te voet naar hot station,
als je het goed vindt. Heft 'is zulk een prachtige
avond, dat ik graag met je door do velden zou
wandelen."
„Zeker, Ilse!" Hilmar'vermoedde, dat zij het niet
kon afwachten, met hem alleen te zijn. Zelfs de
tegenwoordigheid van den koetsier hinder do haar.
Zij wilde hem zeker veel 'vertellen, wat buiten
hem niemand mocht hooren. Hij drukte haar hand.
„Ja, Ilse,'wij eullen samen te voet gaan wij bei
den alleen."
Ilse ging naar de slaapkamer van Hilde. Heini lag
geheel ontkleed op eien'tafel. Hilde stond over hem
heengebogen en bewerkte den 'kleine met allerlei
sponsen en doeken. Het was een prachtig, klein
schepseltje, het hoofd was reeds met zwarte haar
tjes bedekt, daarbij had hij een fijn gesneden neusje
met lipven, kleinpn, rosa mond en groote, donker
blauwe oogen.
Met veel belangstelling zag -Ilse toe, hoe Heini
gewasschen w°rd. Menigmaal drukte zij haar lip
pen op de trappelende beentjes,-de gevulde handjes,
die al stevig vast konden houden. „Ik "heb nog nooit
zulk e«n klein kind gezien dat is iets betoove-
rends," verzekerde zij. De voetjes stieten haar in
het gezicht. Zij'kuste de kleine, rosige teentjes
ieder afzonderlijk. „Hilde, ik zou je -bijna kunnen
benijden. Karola doet het ook, geloof ik."
Hilde trok het kind voorzichtig het hemdje aan.
„Hoe handig doe je dat, het is of je -sedert jaren
baker bent gpweest en kinderen hebt geholpen,"
lachte Ilse.
..Eerst beefde ik er pok "van, ikl werd heet en
koud van angst» toen ik dat mollige lichaampje
moest aanpakkpn," verklaarde Hilde eerlijk. „Maar
nu gaat alles heel goed. Heini schreit nooit bij ft
wasschen of aankteeden dat is mijn trots."
„Mag hij nu maar gezond blijven de arme
Sitta was toch reeds zoo ziek."
Hilde kromp ineen. „Ilse, ik zaldit kind bescher
men tegen eiken ruwen wind,iedpren schadelijken
invloed. Ik heb het zijn stervende moeder beloofd.
vermaak van ktnder-Iogees die met den oenen voet
in Nederland, met den anderen In België wilden staan.
Men moest daar nu eens mee aankomen! De Holland
sch e militairen zouden die kleine logeetjes vijftig meter
van de grens verwijderd houden, en als het hun ge
lukte ongemerkt onder hun armen door te sluipen,
hielden ae Duitsche militairen ze zeker vast, en ze
kwamen niet meer bij oom en tante terug!
En 'ook de douanerechten waren een lastige herinne
ring soms -aan de twee gescheiden koninkrijken, als
men onschuldig een pak van de goedkoope en goede
chocolade van de Belgische Union des pairons patissiers
als welkom thuis had meegenomen, en de Nederlandsche
beambte legde er een invoerrecht op van ongeveer de
halve waardel. En zoo gingen de grensbewoners, om
goedkoop hun kinderen gekleed te zien, met een have
loos troepje klantjes langs een achterwegje naar „de
stad", in casu Maldegem, blootsvoets en blootshoofds, of
met oen oude j>et en een paar versleten klompjes,
en ze keerden: piekfijn straks deftig langs den hoofd
weg terug, met het gesmokkelde zwarte communie-
pakje en het ronde Belgische dopje en een paar nieuwe
schoenen.
Maar overigens, men leefde paast en door elkaar.
Belgen en Nederlanders trouwden geslachten lang onder
elkander. En elk nieuw zich vestigend gezin vroeg
niet naar nationale kleur, maar slechts waar huis en
brood te vinden was.
Nu opeens, is de theoretische grenslijn van praktische
bet eekenis geworden I Eerst met mannetjes alleen, hier
met sjako, ginds Pickelhauben, thans ook met een op
reusachtige schaal aangelegde versperring is de grens
lijn richt- en tastbaar gemaakt, gevoelig tastbaar. Drie
rijen palen, de middelste met porseleinen dopjes. En
zoo, de heele grens langs bijna, drie versperringen van
prikkeldraad. Elke versperring van drie prikkeldraden
boven elkaar. De palen schuin afgezaagd, om geen plank
te kunnen dragen. En de middelste versperring heeft ook
nog een geleiddraad hooger in de lucht, en naar men
zegt, ook een in den grond. Hier en daar staat er een
bord bijDoodsgevaar Lebensgefahrlich".
Hoe gaat het nu, vroegen wij een grensbewoner op
onze wandeling langs de grenzen. Kunnen jullie er nu
nog door?
O zeker meneer! „Er is nog geen electrfek in, eri el-
ken avond nis het goed donker is, kruupen er nog
velen deur!" Maar den volgenden, morgen hoorden we,
dal op een andere plek reeds drie jonge Belgische man
nen als slachtoffers van hun waaghalzerij: gevallen waren.
Do „electriek" was er plotseling in gekomen, en de
er -onder door kruipende mannen waren doodgeslagen,
opeensmet verbrande kleederen en onherkenbaar zwart
gelaat werden ze gevonden door patrouilleerende uhla-
nen. Elders was de plotseling begonnen electrische wer
king niet zoo schrikkelijk aan den dag getreden: slechts
enkele honden waren daar getroffen door den geheim
zinnig langs de draden vliegenden dood.
Zoo rijn de families thans wie weet voor hoelang
gescheiden. Hier de ouders, gings de gehuwde kinderen.
Hier de man, die niet meer in België mag komen, als
„gereformeerd" (een door de Duitsehers veel gebruikt
woord) Belgisch militair, ginds de vrouw en het verdere
gezin. Ja, zelfs somshier de vrouw, die haar man
niet alleen kon laten bij rijn ploeteren in den vreemde.
Ginds het zoemt je en dochtertje, opgenomen zoolang
hij buurvrouw of familielid. En met het verlof van Ne
derlandsche en Duitsche autoriteit, dat gewoonlijk goe
dig wordt verleend, maken de eehtgenooten, maken
de ouders en kinderen zoo nu en dan een praatje op
de enkele open stukjes, aan weerskanten in 't oog gehou
den, zelfs op de teederste momenten, door de steeds
op smokkelwaren verdachte gewapende macht
Of er nu heelemaal niet meer gesmokkeld wordt?
Dat zou ik niet durven beweren. Van sommige goede
ren, wier uitvoer uit Nederland verboden is, wordt de
invoer in Duits ch-België aangemoedigd. En omgekeerd.
Een aardig duitje is ér mee te rerdfenen. En er rijn
veel arme slokkers aan de grenzen, wier levensgeluk,
Of 'zij het nog gehoord heeft, wept ik niet» maar
ik zal mijn woord houden."
,Je hebt Heini reeds zeer lief, Hilde."
.,Of 'ik hem lief heb, mijn kleinen schat 'mijn
gelukl" Zij tilde bet kind uit zijn bedje in de hoog
te. „Wat dit kind yoor mij is kan niemand vermoe
den of ook maar begrijpen.'Ik Iteb veel 'moeten op
geven, Ilse. Bid God met mij, dat ik Heini mag be
houden."
„Zeker, Hilde zeker! 'Schrijf mij eens spopdig,
hoe Hans Henning het ongeluk draagt, en of Heini
goed groeit."
Hilde legde het kind 'in de wieg en onderzocht de
melkflesch nauwkeurig. Hse bemerkte, dat haar
zuster niet eens hoorde, wat zij zeide. Stil ging zij
heen.
Toen zij even later met Hilmar 'door de smalle
veldwegen ging, ontdeed zij zich van haar hand
schoenen. Zij nam -Hilmar's hand. Zij moest de le
venswarmte van zijn vingers in de hare voelen klop
pen.
Leven slechts 'levm! i
De zon brandde nog heet. Het rijpende'graan gaf
sterke geuren af. Hand in hand, als twee kinderen,
gingen zij door de vplden. Al de ziekelijke, over
dreven gevoelens, waarmee Hse zich 'zoo lang ge
marteld had, vielpn van haar af. Een stille vrede
kwam over haar, tegelijk met een diepen, warmen
drang om te leven. Leven ja leven! Wat hin
derde het» dat hij haar gekrenkt, en zij hem 'niet
verstaan had, zich van elkander vervreemd hadden
zij waren jong, gezond, het leven lag'nog voor
hen. 1
„Hilmar!" 3
Hij zag haar 'Vvragend aan.
Ilse bleef stilstaan. „Topji ïk Hans 'Henning van
daag naast de kist van Sitta zag, Hilmar, toen kwam
er iets over tmij als een -openbaring. Ik ben dwaas,
ondankbaar gewePsL Jij leeft» ik heb jou nog!
O, laat ons geen tijd meer verliezen met 'nutteloos
grommen en twisten." -Zij sloeg de armen om zijn
hals. „Ik zal 'je ook nooit meer storén," fluisterde
zij. „Nu kan ik begrijpen, dat, het 'lastig yoor je
geweest moet zijn."
„Mijn liefste!" Hij drukte haar hoofd tegen zich
aan, zoodat zij niet verder spreken kon. „Laat -dat
alles slapen het behoort nog tot het oude teven,
maak het niet :weer wakker. Lieve Ilse, uit al je
kleine storingen is wat gegroeid, dat -ondanks zijn
fouten en gebreken komen moest en in 'ons leven
een plaats heeft verworven, als een deel van jou
wfe? broodwinning to verwoest. Wat geven velen nog
om hun leven? Maar levensgevaarlijk blijft het Want
afgescheiden nog van het nieuwe elcctncitdtsgevaar
in dezen oorlogstijd valt er dra een schot
Het meest typische geval dat we aantroffen bij onze
grens wandeling is de toestand van een kleine groep Bel
gische bewoners.
Aan het verst Zuid-Oostelijk gelegen hoekje van
West-Zeeuwsch-Vlaanderen grenst een buurtschap, ge
legen tusschen de Belgische gemeente Maldegem en
SL Laurens. Dit brokje België fa tengevolge van do
aanbrenging der electrische versperring Nedcrlandsch
geworden, heeft ten minste de, al fa het dan Neder
landsche, vrijheid terug! Eerst moest en zou die ver
sperring precies langs de grenslijn, aan de boertjes
daar was al aangezegd een strook van hun koren af te
snijden. Maar een aantal hutjes zouden dan moeten wor
den gesloopt Een later bevel kwam, dat ze moesten
worden gespaard. Nu gaat de geleiding om dat groepje
huizen heen. De bewoners rijn nu vrij van het Duitsche
juk. Maar wee: eerst bleef de Nederlandsche grens
ook voor hen gehandhaafd! Wij moesten, zoo zeiden ze.
onze winkelwaren uit Nederland binnensmokkelen, want
in België mochten ze niet gaan koopen. Alleen de arme
Oosthoek-bewoners, en dat rijn de meesten, werden van
Belgisch-D uitsehe rijde van het noodige yoorzien.
Overigens mocht er van België uit nu niemand moer
op dat hoekje komen Een uitzondering werd gemaakt
voor de twee dokters van St Laurens, voor een Belg
die, als schrijver-tolk bij de Duitsehers werkzaam, tot
.burgemeester" over dat hoekje werd aangesteld en voor
den pastoor.
Het blijde gerucht gaat evenwel onder de gelsoleerden
dat door de Nederlandsche grens-auloriteken stappen
rijn gedaan, om aan deze nationale paria's een matigen
aanvoer van levensmiddelen uit Nederland te verzekeren.
Ja, dat was ook niet anders te verwachten van den
Nederlandschcn soldaat, wiens goede hart, waar da
dienstvoorschriften het slechts toelaten, zich aan der
grenzen dagelijks toont
SCHAGERBRUG.
Op de Statuten van dc Woningbouwvereenlging „Zij-
pe", gevesligd alhier, is de Koninklijke goedkeuring In
gekomen (K.B. d.d. 26 Juni 1915, No. 36).
BIER-UITVOER NAAR DUITSCHLAND.
,Men schrijft van do Duitsche grens aan het N.v.cLD.
Het eigenaardig verschijnsel d->et zich thans voor,
dat de LImburgsche brouwers bi uitvoeren naar
Duitschland, dat in de normale tijxlc - zulke enorme
hoeveelheden bier naar Holland exporteert De oorzaak
ligt hierin, dat de moutproducten in Duitschland zoo
hoog gestegen rijn, dat aè Rijnlandsche brouwers hun
bierprijzen moesten verkoogen, zelfs tien mark per
H.L., tot groote ontevredenheid - der herbergiers.
De Duitsehers willen nu gaarne, flinke prijzen be
talen voor ons Hollandsch bier, dat nu ook naar België
wordt doorgezonden, waar de Beiersche soldaten 't
zonder bun biertje niet t-'^'nen stelten.
VOOR MTI ITIEPLICHTIGEN.
Leden en niet-leden van het NederL Gymru-Verbond,
die er prijs op stellen in het bezit to komen van het
getuigschrift, bedoeld in Art 70 der Militiewet (waaruit
moet blijken, dat de loteling rich, gedurende de 3 ja
ren aan het onderzoek voorafgaande, geregeld heeft ge
oefend en eene voldoende geoefendheid heeft vérkré-
gen) kunnen rich aanmelden tot uiterlijk 12 Juli as. bij
)den Bondssecretarfa, den heer R. W. Wulfhorst te Haar
lem, onder overlegging eener verklaring ondertGe
kend door daartoe bevoegden dat rij rich, gedurende
de 3 jaren aan het onderzoek voorafgaande, geregeld
hebben geoefend.
VERGETEN.
Te St. 'Oede.nrode heeft men 'verzuimd voor de
aftredende gemeenteraadsleden, de keeren M. Moes
kops (wethouder) en M. 'Aarts, een candidatenlijat
In te leveren, zoodat dezen metl i September ophou
den lid van den Raad te zijn.
en mij."
Zij knikte hem'gelukkig toe. Om'hen heen bogen
en golfden de korenaren. Een leeuwerik 'steeg ju
belend het blauwe luchtruim in. Haar lied zweefdb
als een steeds'aanzwellende melodie ovpt de rijpen-
da velden. 1
HOOFDSTUK 21.
Mevrouw Van Hoogendal stelde haar vertrek nog
een weinig uit. Het klonk toch beter, 'als zij in
Gelsheim aan haar vriendinnen kon vertellen, 'dat
zij haar ar man schoonzoon in rijn eerste smart
niet alleen kon laten. Zij hielp Hilde-bij het oprui
men van Sitta's garderobe.
„Daar'Heini die dingen toch nooit gebruiken kan,
zal ik de kloeren miji^r lieve Sitta meenemen,"
meende rij.. „Ik ken er velen, wie ik daar Een ge
noegen mee kan doen."
In stilte besloot zij natuurlijk de kostbare hof
toiletten zelf te dragen. Eenigszins veranderd had
zij daarmw» een voorraad van rijke toiletten voor
verscheiden^ jaren. Zij zou trouwens wei een
dwaas moeten zijn, om'dat alles aan de schoonzuster
over te laten. i
Hildo maakte daar ook alterminst aanspraak op,
maar toen mevrouw -Van Hoogendal, behalve de
kleeren en het linnen, ook dA sieraden wilde -mwv
n«men, verzette zij zich. „'Als Heini groot, wordt'en
trouwen wil, kan hij dat voor zijn bruid best ge
bruiken." 1
Mevrouw Van Hoogendal vond het bespottelijk,
zoovpr vooruit te zorgen. „Later zal hij dio 'sie
raden toch weer van mij erven," zeide zij g°krenkt.
„StelligI" antwoordde Hilde'rustig. „Maar op uw
jaren, mevrouw, en na dezen slag, zult u toch Vel
nooit meer paarlsnoeren of gouden armbanden dra
gen."
Mevrouw 'Van Hoogendal verbeet met moeite
haar ergernis. Op 'dit oogenblik haatte zij -Hilde
bijna. „Die dingen waren in ieder geval hij mij
veiliger geborgen voor 'Heini." reide zij hoonend.
„Binnenkort huwt Hans Henning wellicht weer on
behangt zijn tweede vrouw met de sieraden van
mijn arm kind."
„Dat is bij de 'smart van Hans Henning over
Sitta wel niet aan te nemen."
„Dpnkt u? De vcrtwijfeldste weduwnaar huwt
het vlugst, zegt men gewoonlijk."
Wordt 'vervolgd.