iliimtl Nltiïs- WOENSDAG 28 JULI 1115. 58ste Jaargang. No. 5632. De regeling der landbouwverloven. DE HOFDAME. SGHAGER C0URA1T. Hit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donderdag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 9 ure wor den AD LttTENTIEN in het eerst uitkomend nummer geplaatst. Uitgevers: TRAPMAN Co. SCHAGEN, LAAN D 5. Int. Teleph. No, 20. Prijs per jaar f 3.Per poBt f 3.G0. Losse nummers 5 cent ADVERTENTIES van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct Groote lotters worden naar plaatsruimte berekend. Eindelijk waren wij dan op den goeden weg; na veel moeilijkheden met de voorjaarsverloven, die door den Minister van Oorlog, na advies van de Bemid delingsbureaux voor den landbouw, instellingen van de Provinciale landbouworganisatiën werden ver leend, zou een andere regeling worden getroffen. Voor iedere Provincie werd het Bemiddelingsbureau aangewezen om de aanvragen voor landbouwverlof te beoordeelen en de noodzakelijke verloven toe te kennen. Dat was nu eens een practische regeling, waardoor Zijne Excellentie de Minister van Oorlog op de meest flinke wijze getoond heeft vertrouwen te willen stellen in de landbouworganisatiën. Op eene, den lsten Mei gehouden conferentie met den Directeur-Generaal v. <L Landbouw werden de groote lijnen van de regeling der va-loven vastgesteld en nadat ieder der Bemiddelingsbureaux in de gelegenheid is gesteld om opmerkingen te maken op de notulen van die bijeenkomst, werden deze officieel vastgesteld. Uit deze notulen blijkt, dat het aanvankelijk de be doeling van de Regeering was om veertien dagen ver lof te verleenen. Door de vertegenwoordigers van dc verschillende Pro vinciën werd ten hoogste vier weken in de nood zakelijkste gevallen noodig geacht Het standpunt van de militaire autoriteiten was, dat alleen verloven zouden zijn te verleenen wanneer deze absoluut noodig waren, het aantal verloven moest beperkt blijven, want het militaire belang moest vóór alles gaan. Aan .mij is later naar aanleiding van eene gehouden correspondentie door het Ministerie van Landbouw officieel medegedeeld dat ten hoogste een verlof van vier weken kon worden gegeven, voor de noodzake lijkste gevallen. Ten volle overtuigd van het groote belang van eene correcte beoordeeling van de verloven, voor nu en voor later, omdat ik van meening ben dat men het vertrouwen moet waardig zijn en blijven, heb ik van iedere Gemeente goede gegevens verzameld van de. per sonen die voor noodzakelijk verlof in aanmerking kwa men. Van alle bedrijven werd mij de grootte van het gras-, hooi- en bouwland en den tuingrond, benevens de aanwezige hulp opgegeven, alsmede het noodig ge oordeelde verlof. Na deze voorbereiding ben ik met de meeste nauwgezetheid begonnen om zoo goed mo- S"lijk, naar de behoefte van ieder bedrijf, voor Noord- oüand de verloven op de daartoe ingekomen ver zoeken toe te kennen. In de eerste plaats heb ik het tot mijn plicht gere kend om er naar te streven dat de grootte en het aantal der verloven binnen de grenzen moest blijven van eene geoorloofde troepenvermindering en heb ik mij bepaald tot het verleenen van noodzakelijk ver lof, zoowel wat den duur als het aantal der verloven betrof. Wanneer dat niet gebeurde, bestond er mijns inziens geen twijfel, of van Regeeringswege zou worden ingegrepen tot beperking van de verloven, wat zeer jammer zou zijn. Ik veronderstelde dat alles goed zou gaan; doch hoe geheel anders is het uitgekomen, want Zijne Excel lentie de Mi uister van Oorlog heeft zich zeer tot 2ijn spijt genoodzaakt gezien, dc verloven te beperken tot op <de helft van den duur, op grond van het te groote aantal en den te langen duur der toegekende verloven. Or.i te bewijzen, dat Noord-Holland geen schuld heeft in deze, meld ik. dat door mij ruim 2500 verloven van gemiddeld 17 dagen zijn toegekend en geen enkel verlof boven 2S dagen. FEUILLETON. 42. „Hans Henning, ik heb Je 'van het eerste oogen- blik af lief gehad, jou alleen!" „Heb je nooit een ander lief gehad?" Zij lachte luid. '„Ik? Och neen!" Hg" hief haar naar het kind gebogen gezicht in de hoogte en zag diep in haar oogen. „Ik hen zeer wantrouwend geworden, Karola. Zeg het mij rond uit: trouw je mij uit medelijden, met den wensch om de moeder bij het kind te vervangen# Zeg het mij, asjeblieft!" Zij'schudde het hoofd. Toen zette zij plotseling 't kind op den grond, stond op en legde beide armen om HansHenning's hals. Zij kuste hem. '„Geloof je nu, dat ik je liefheb?'" vroeg'zij. Heini trok-zich aan haar rok omhoog. Hans Hen- ning nam hem op en legde 'hem in Karola's armen. „Jij, onze gelukszon!" zeide hij bewogen. Karola'zag uit het venster. Een ruiter reed naar het huis toe. „Het 'is vader! Hij zal wel erg boos zijn." 1 „Wij zullen hem .ons geheim toevertrouwen," zei- da Hans Henning. '„Dat zal hem milder stemmen." Heinrich von 'Krochert was reeds afgestegen cn wachtte hen in Hans Henning's kamer, met zijn uitmuntend voorbereide strafpredikatie. „Als ik praat over tegemoet komen, 'dan bedoel ik, dat jij m»ook tegemoet koïnt!" begon hij mat nadruk. 1 „Het vervolg krijgen we morgen 1en de ove rige dagen!"'lachte Karola. Zij drukte den oude in een stoel. „Wij blijven vanavond 'hier." „Zoo, neuswijze juffrouw? Jij in je rijkleed en de paarden..,." „Genieten eveneens gastvrijheid'op Hinrichshagen. Wij rijden met Hans Henning's jachtwagen naar huis." „En wat zegt do gastheer daarvan?," Hans Henning zocht naar zijn beste sigaren voor oom. „Ik deel het inzicht van de vorige geachte 3preekster volkomen, oom." Karola zette 'zich op de leuning van den stoel, waarop de oude Krochert zat. -„Dat denkt hij na melijk voor de rest van zijn heeie leven te -doen, paatje." Zij lachte, maar in -haar oogen stonden tranen. „Wat?" Do oude Krochert sprong op. Hans Hen ning, wil 'jij Üat onnjutte ding Werkelijk tot vrouw hebben?"1 „Ja, oom, ik wilde u daar om verzoeken!" zpido Wanneer ik denk aan Friesland, welks vertenwoor- diger op de meer genoemde conferentie een verloftijd van drie weken voldoende achtte en die later 1810 ver loven boven 28 dagen toekende (1301 verloven van 2935 dagen, 482 van 3042 dagen, 22 van 4349 dagen en 5 van 5056 dagen) en totaal 5751 verloven van gemiddeld 27 dagen, dan kan ik mij volkomen begrijpen, dat Zijne Excellentie de Minister van Oor log zeer teleurgesteld is in zijn vertrouwen, aan de Bemiddelingsbureaux geschonken. Van andere provinciën beschik ik niet over de ge gevens, ik hoop dat het daar beter gesteld is dan met Friesland, want daar is het niet goed gegaan. De noodwendig toegepaste maatregel tot inkorting van de verloven, heeft het ongelukkige gevolg gehad, dat Noord-Holland, waar de regeling met groote zorg werd voorbereid, zeer zwaar werd getroffen. Zijne Excellentie de Minister van Oorlog heeft mij bij de hierover ge houden besprekingen steeds gerust gesteld, door het vertrouwen uit te spreken, dat de voor Noord-Holland geadviseerde verloven wel zouden worden verleend op grond van de billijkheid en de juistheid der adviezen Ik heb Zijne Excellentie ten volle geloofd en mijne werkzaamheden in het belang van den landbouw voort gezet, wat niet het geval geweest zou zijn wanneer deze toezegging niet was gekomen. Zijne Excellentie de Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht heeft op mijn verzoek den termijn, waarin de verloven zouden worden gegeven, uitgebreid van 15 Juli tot 1 Augustus, waardoor de kans op het volledig ge nieten van het verlof belangrijk is vergroot Gelukkig zijn er veel militairen die het volle verlof genoten hebben en in die gevallen waar dit niet ge beurd is, moet dit op rekening gebracht worden van het groote aantal dienstplichtigen bij den landbouw betrokken in ,^s o m m i g e' corpsen, waarvoor geen troepenverplaatsing mogelijk geacht werd om het aan tal verlofgangers aan te vullen of op den te groolen druk van de massa te groote verloven. Voor mij zelf ben ik vast overtuigd, dat de militaire autoriteiten geen moeilijkheden gehad zouden hebben met de ver lofregeling, wanneer alle Bemiddelingsbureaux hunne taak met groote nauwgezetheid hadden opgevat en de militairen zouden dan gespaard 'zijn gebleven voor te leurstellingen, waarvoor ik in geen enkel geval de ver antwoordelijkheid wensch te aanvaarden. Over de verlofregeling zou veel zijn te schrijven, want de moeilijkheden waren veie. Hoofdzaak was deze te overwinnen en te streven naar de grootst mogelijke samenwerking met de legerautoriteiten, ten dienste van hel groote nationale belang: „eene goede bevordering van de productie van den Nederlandschen bodem' Tot mijn spijt hebben wij nu voor den oogst eenë andere régeling- de militairen en dan alleen de bedrijfsleiders en zij die als zoodanig fungeeren, hieronder ook te rekenen smeden, wa genmakers, hoefsmeden, loonmaaiers en loondorschers in het bezit van eene machine, wanneer deze dienst plichtigen met den landbouw in betrekking staan, moeten hunne verzoeken om oogstverlof indienen bij hunne Commandanten, die eventueel advies inwinnen omtrent de noodzakelijkheid van het verlof bij de Bemiddelingsbureaux. Van een militair standpunt bezien, heeft het zijn voordeelen, dat de Commandanten vooraf kunnen over zien, hoeveel verlofaanvragen er zijn en hoeveel ver loven verleend kunnen worden in verband met den dienst Het gevolg zal evenwel zijn, dat, waar veel landbouwers zijn ingedeeld, deze minder verlof kunnen krijgen dan bij korpseu waar zulks niet het geval is, terwijl de behoefte aan hulp niet minder groot is. Ten hoogste zal 3 weken verlof naar verkiezing in éen of meerdere perioden te gemeten kunnen worden verleend. Hans Henning rustig. „Ik weet, -dat u haar noodig hebt, maar ik nog veel meer pn Heini ook." „Die wordt door Hilde goed verzorgd." Hans Henning haalde de schouders op. „Ja ja, Heini mag nu nog geen hinder hebben 'van die soort van zorg, maar ik wensehte toch dat mijn jongen later'cp andere wijze opgevoed werd."' De cude heer streelde teeder het gezicht van het jonge meisje. „Nou als God iemand een ambt geeft, geeft Hij daar ook het versland bij, zegtt 'n aartsdom spreekwoord. Maar ditmaal kon 't wel eens waar zijn." 1 „Paatje," zeide Karola zacht, '„u is ook nooit een stiefvader, maar steeds een werkelijk vader voor mij geweest. Ik wil ook een ware moeder voor Heini worden. Vertrouwt u mij dat niet) toe, ook al mocht hij een paar dwaasJheden -van mij afzien?'" „Ja, hartelief -ja!" De oude Krochert ver borg met 'moeite zijn ontroering. „Ik praatte 'al leen onzin, om jp pen beetje te plagen." „Dat weet ik, paatje. Hans Henning kan bij de opvoeding 'van Heini voor den ernst zorgen, ik zal nooit tegenspreken het is zijn kind. Maar mij moet hij het overlaten, om het moederlooze kind lief te hebben -alleen lief te hebben." Hans Henning trok Karola in 'zijn armen. „Oom Eeinrich, mag ik haar van u wegnemen?" „Ik geef haar niemand lipver dan jou, mijn jon gen. Ziezoo, en nu smachten jullie er zeker naar, dat ik de deur van buiten dicht doe! Ik zal naar Hilde gaan, voor die is jullie verloving Pen harde slag, omdat 'het haar Heini ontrooft." „Ja, maar Heini kan ik-haar niet laten houden," zeide Karola. Hans Henning drukte haar hand "aan zijn lippen. „Natuurlijk blijft Heini bij :ons," besliste hij rustig. Toen de oude Krochert de deur achter zich ge sloten 'had, ging Hans Henning naar zijn schrijf tafel. Hij haalde er Sitta's -dagboek uit. „Lees daar in, Karola," verzócht hij. „Ik heb niet eerder-rust, voor je weet,\ hoe zij geleden''heeft." Zij zag hem'angstig vragend aan. „Waarom niet lievpr later, Hans Henning, als ik je vrouw -ben?" „Neen, vandaag reeds moet je het -lezen," hield hij vol. „Je moet hot.-weten vóór je met mij huwt. Het begin der aanteekeningen kan je 'overslaan ik zal je dat yertellen. 'Hier, na onze aankomst op Hinrichshagen, moetje beginnen." h Karola boog zich over de door hem aangewezen plaats in het boek. Hans 'Henning keerde haar den rug toe. Niettemin hoorde hij haar trillen de ademhaling, het omslaan der bladzijden. Menig maal klonk een zacht snikken. Eindelijk was zij gereed. Het boek lag voor'haar op de tafel, het voorhoofd had zij er 'tegen geleund. Heete tranen vielen op den zwarten omslag. In bijzondere gevallen, niet vallende onder de oogrt- verlofregeling kan verlof worden aangevraagd: deze ver zoeken moeten worden gericht tot Zijne Excellentie den Minister van Oorlog en ingediend bij meergenoemde Commandanten. Miliciens, die voor eerste oefening onder de wapenen zijn, komen niet voor buitengewoon verlof in aan merking. Verzoeken van militairen rechtstreeks aan ile Bemiddelingsbureaux gericht, ko men dus niet in behandeling. Ten laatste verzoek ik de militairen om zich te ont houden van persoonlijke bezoeken tot bespreking van de verlofregeling, ornaat deze bezoeken zeer belemme rend werken op den goeden voortgang van zaken. G. NOBEL Secretaris Bemiddelingsbureau voor den Landbouw in Noord-Holland. Lutjewinkel, Juli 1915. Ingezonden Stukken. vraag. Zou dc uitgesproken meening van'den Heer Brink man, Burgemeester te "Noordscharwoude, dat „dA Dtiiteöh» Keiasr öe vredevorst 'is de Nederland- eohfl neutraliteit niet'in gevaar brengen? Bij voorbaat -dankend, EEN OPRECHT NEUTRAAL. Tot goed 'begrip van de bovenstaande vraag, zij onzo'lezers er aan herinnerd dat'in de Jl. openbare vergadering van den Raad der gemeente Noordschar- wonde, het volgende geschiedde: De voorzitter, de Burgemeester Brinkman, vond thans'gelegenheid een woerd te wijden aan een door hem gelezen gebeid, 'uitgesproken door den Puit- schen Keizer op het slagveld, temidden zijnpr sol daten.'De voorzatter zèide o.a„ datj 'Z.M. gezegd zoti hebben, terwijl dë tranen "hem in de oogen ston den: '„God is mijn getuige. Ik heb 'den oorlog niet gewild!!'' Het verstfr^te 'Z.E,A. in de meeding dat hij d«s Vredesvorst genoemd mag1 worden, Wieringen, 28 Juli 1915. Aan de Redactie'der Schagpr Courant wordt voor 't volgende 'een weinig plaatsruimte verzocht. Zooals 'uw lezeressen cn lezers bekend is, "be- steot de Raad dezer gemeente, 'met het oog op de tijdsomstandigheden, de'in deze week te houden ker mis niet te doen doorgaan. De burgerij was woe dend nver dat'besluit en diende een verzoekschrift ir om dat besluit alsnog op te'heffen, maar wederom werd er afwijzend op 'beschikt. Vroeg men aan den heer'Burgemeester naar de roden, dan wist Z. Ed.- Achtb., alhoewnl hij gei persoonlijk voor do kermis te.'wezen, niet de minste reden op te geven en verklaarde, dat wat 'Wieringen's finanti- eelen toestand betrof, de kermis 'gerust kon door gaan. Vroeg men'aan de raadsleden naar do reden, dan kreeg men, uitgPzoDiterd van de 'anti-revoluü- onnairo heeren .Hermans en Boskër,'tzelfde 1 ant woord; alleen de heer Kuut 'was tegen de kermis, omdat.... zijn, schoonzoon 1 gemobiliseerd 'was, waar hij wel om huilen kon. En wat geschiedt nu lezftr? Luister: 't Was jl. Zondag kermis in Anna Pau- lowna en gemakkelijk als de overtocht tegenwoordig is, gingen ongeveer 350, zegge bijna driehonderd en vijftig jongelingen en jongèöochtexs naar Anna 1'au- lowna te kermis. Ja, van bijna al onz« raadsleden, hetzij vóór of tegen 'onze kermis, ook die van de antirevolutionnaire leden Hermans en Bosker, gin- Hans Henning ging'naar haar toe. „Waarom ween je, Karola?" vroeg hij gedwongen rustig. „Doet de arme, mishandelde Sltta je zoo 'leed?" „Ja, grenzenloos leed doet ze mij! Hoe lief'moet zij den erfprins hebben gehad, dat -zij als jouw vrouw die liefde niet kon overwinnen." Hij 1 stiet den adem kort en 'heftig door de toor nig bewogen neusvleugels. i„Ja, zeker zij heeft hem'zeer lief gehad. Had ik het-maar geweten!" „Het was voorzeker niet goed, het niet te zeggen. Maar, Ifans Henning, zij wilde haar onrecht* goed maken door liefdevol te zijn en trouw te werken. Vermindert dat niet haar onrecht tegenover jou?" „Neon. Het is de grootste vernedering voor een man, een vrouw, die een ander liefheeft, totrweder liefde gedwongen te hebben." 1 „Je hadt het'nooit moeten weten. Hilde beging"n gruot onroeht tegenover Sitta met haar 'indiscre tie. Zij heeft het stellig goed bedoeld, maar tege lijk heeft zij 'je iets veel zwaarders opgelegd. Dit boek'vergiftigd je mooie herinneringen." k „Ja dat doet het." „Hans Henning, 'je moet dat overwinnen. Sitta was zwaar ziek bijna van den eersten dag van haar huwelijk afhoewel noch wij, noch zijzelf het wisten. Ook 'haar gevoelens zijn ziek geweest. 'Een zieke voelt nooit normaal. Dit heele boek is ziek, ieder gevoel is overdreven, het helder inzicht ver dwenen. Was zij lichamelijk gezond geweest en ge bleven, dan zou zij geleerd hebben je te beminnen, gelukkig en tevreden zijn geworden." „Geloof jA dat 'werkelijk, Karola?" „Zeker geloof ik dat. Hans Henning, 'denk niet met bitterheid aan Sitta, 'zij verdient alleen be klaagd te worden." Zij legde haar hoofd *tegen zijn schouder. „Wij zullen samen dikwijls 'naar haar graf gaan en later Heini veel van zijn jonge, mooie moeder 'vertellen, die hem zoo vroeg 'moest verla ten, Hans Henning, dan zal'ook haar ware beeld weer voor je'oprijzen plichtsgetrouw, bereid zich op te offeren'tot den dood toe." Hij antwoordde niet. Hij trok haar alleen vaster tegen zich aan. 'Zij voelde den sterken slag Van zijn'hart. Zij zag hem niet-"in het gezicht, omdat zij wist, dat er tranen in zijn oogen stonden. HOOFDSTUK 23. De'oude Krochert kwam bij Hilde in'Sitta's sa lon. De deur naar de kinderkamer stond wijd open. „Doe die deur toe, Hilde,'" verzoaht hij. „Wilt u mij iets bijzonders zeggen, oom?" Hilde deed voorzichtig de deur'in 't slot. Zij luisterde nog een oogenblik. 'Alles blééf stil. Oom trok een spottend 'gezicht. „Mijn moeder maakte met ons jongens -niet zooveel omslag," vond -'OOJ3S en fiochtera naar de KJeine Sluis, gelijk ar. hadden, kérra&Yiersp. Dat was een gevalletje; btey ge?n karmis, 't geld ;moet op Wieringen büJ- /i 'nu,*, oxjza Yrowte vaderen hadden iq -niet aan esn touwtje daar gingen ze, hiep hiep hoera! naar Anna Paulowna. En wie bleven achter? de kin deren tot 16 jaar, voor die was 't geen kermis. 0117* EdAchtb. beer 'Burgemeester trok zich dat gevalletje zeker sterk aan en zat peinzend in zijn kantoor.'Vanaf d« straat kon imur't droeve gezicht gadeslaan. Hij zit te praktiseeren 'over de kermis, zeiden de kleinen'en ook de grooten. Jawel, 't was zoo, 'lezer en nu in 't kort zal ik u de volgende vermakelijke historie meedeelen. Jl. Maandagmorgen 'elf uur vergadering van d«a Burgemeester met 'dckasteleins (de Raad had men nie£ noodig), kermisplanne.n besproken, goed gekeurd an'aangenojmen. twee dagen, a.s. Zondag en Maandsg kermis te houden, enkele kramen-en draai molen bij elkaar zien te scharrelen. De Haan en Bruul zorgen1 voor bioscopen of andere gezelschap pen, Engel en Lont voor balmuziek, dan nog des middags volksspelen door (te'kasteleins te arrangee- ren en te betalen en klaar is Kees, Maar....... zegt Burgemeester, de Raad bestoof van geen kermis, Gedeputeerde Staten bekrachtigden dat besluit ennu enfin, den gemeentebodo bij den Raad rondgestuurd (nu had-ie 'den Raad weer van, nootte), 'fc programma werd voorgelegd en Ja wel, alle leden'in ivsi openbare wijdvertakte openlucht- vergadering stemden, behaly» de heer Kuut er'voor. Verleden week hebben wij een 'poppenkast voor 'fc schoolfeest gehad en of'die poppenkast bij den heer Burgemeester is ingeslagen, denkt schrijver dezer beslist en'wat uw lezeressen en lezers van deze pop- penkasUiistorie willen denken laat ik geheel aan hen over. 1 Mot beleefden dank voor 0e plaatsing, i Uw getrouwe lezer 4 VERITA8 Binnenlandsch Nieuws. raad van hoogwoud. Vergadering van den Raad der gemeente Hoogwoud, gehouden op Maandag 26 Juli 1915. Aanwezig allen. Voorzitter Burgemeester Breebaart, die de vergade ring opent, waarna onderzoek van de geloofsbrieven der herbenoemde raadsleden Hertog en Vel plaaJs vindt door eene commissie, bestaande uit de heeren Vijn. Koos en Van Diepen. De heeren Ilartog en Vel verwijderen zich. De commissie adviseert na gehouden onderzoek, alles in orde bevonden hebbende, tot toelating der herbenoemde raadsleden. De Raad neemt het advies over en de heeren Hartog en Vél komen weer binnen en volgt felicitatie. De notulen warden gelezen en goedgekeurd. Naar aanleiding dier notulein deelt voorzitter mede, dat het poldortje De Kalk van Dussum besloten heeft electritittelt aan te wendlen voor die bemaling en eau de gemeente Vergoeden zal f 200, restitutie rente en aflossing aanlegkosten, behalve de stroomkosten, doe later aan de gemeente zijn te voldoen. Een contract tusschen polder en gemeente zal worden samengesteld, zcodni hier het bedrijf wordt opgericht Na tweede herhaalde opioeping hebben zich voor de weldra vaceerende betrekking van hoofd der school aan de Langereis 4 sollicitanten aangemeld en is over leg gaande tusschen B. en W. en schoolopziener. B. en W. hebben oqne verordening vastgesteld, inzake goedkoop brood en meel. Tot nu toe zijn er alleen aanvragen voor de 'verstrekking van meet Jan Bos hij. „Wie 'niet wilde slapen, schreeuwde tot hij moe werd, of de grootere broers verzoolden zijn huid, omdat zijn geschrei hen hinderde. Dat hielp uitmun tend." „Wilde u mij 'dat zeggen, 'oom? Of wilt u mij feli- citnaren m*t 'mijn kïsir.9 nicht?" „Met een nicht?" De oude Krochert lzette een verbaasd gezicht. „Heeft 'Hans Hennmg u daar niets van 'verteld? Wij kregen vandaag het bericht van Hilmar. Ilsé heeft epn klein dochtertje." „Neen, Hans Henning heeft er niets van gezegd." „De liefde, die hij voor zijn-zusters voelt, is niet erg groot meer," zeide Hilde bitter. „Ilse vergeet hij bijna -geheel en om mij bekommert hij zich ook weinig. Ik ben vo.or 'hem slechts een huishoudster en kindermeisje." „Hans Henning haö Sitta "te hartstochtelijk lief. Voor twee idealen is er geen plaats in heti hart." „En thans?" „Thans wil hij weer trouwen en zijn dus zijn ge dachten'door wat anders in beslag" 'genomen." „Natuurlijk met Karola?" 1 De oude knikte met een gelukkige gelaatsuitdruk king. 1 „Sitta is pas een 'jaar dood. Toen was 'hij wan hopig 1 „Zij trouwen 'eerst in den laten herfst." „En ik kan dus mijn biezen weer pakken en zien waar ik beland." „Je 'komt bij mij, Hilde." Zij schudde het hoofd. 'Hare met tranen gevulde oogen'keken naar de deur der'kinderkamer. „Ja, Heini'zullen ze je niet laten houden," meen de 'dp oude. „Karola is nog zoo jong, 'en dan speelt men'graag met poppen. Tot er later eigen kinderen 'komen zal zij Heini wel zeer Teifhebben." „Ook dan 'niet minder. Ik kén 'Karola. Dien zij eenmaal liefheeft, dien blijft lzij liefhebben." „'i Kan zijn," zeide Hilde moéde. „Ik oordeel van avond misschien wel wat onrechtvaardig." „Ik heb wat bedacht, 'Hilde. Wij beiden blijven op Hinrichshagen. Hans Henning 'en Karola trekken naar Malchow. Op Hinrichshagen zijn voor Hans Henning altijd nog'pijnlijke herinneringen, en voor de tweede maal zal het mij niet gebeuren, 'dat zijn vrouw zich overwerkt. 'Malchow krijgt Hans Hen ning toch eens en 'later zijn oudste zoon, 'daarom geef ik het hem liever dadelijk. Karola '"ion ook moeilijk kunnen scheiden 'van Malchow." „U toch niet minder 'moeilijk, oom?" r 'Slot vclgt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1915 | | pagina 1