Schap Courant.
Toen zi| jong was.
EEN OFFER.
slierde, en, na haar mans dood, de kinderen op
voedde, al was het dan wat>„,tfchtverdig' naar hun
zin.
Maai' na het huwelijk van Hendrik Willem mei
zoo'n „mensch" geen flauw besef hadden ze, dat
de aldus" geminachte 'harerzijds een offer bracht
door een schitterende carrière op te geven 'was
de oude vrouw eenzaam gebleven in haar eenzan e.
helle hv is net de Lroede ruiten, diepe nissen en
lange gangen.
Regelmatig kwamen de brieven, en kinderen mei
kl -mkinderen vulden somtijds het oude huis met
jonge geluiden; 't meeste kwam nog Adèle. Als haar
man op een verre reis was, en de kinderen varaulie
hadden, die het heerlijk vonden vrijuit te stoeien
en te ravotten, te rennen heuvel op, heuvel af in
de lossehen, die 't stadje omsllloten, of vruchten te
rissen van de hoornen in Oma's ui'tges trok ten tuin,
verstoppertje spelertd achter de struiken.
Claire en Hendrik hadden geen kinderen, Adèle en
Joop twee dochters van 15 en 17, en nog een jongen
var. eJf, alle drie schoolgaand, de meisjes op een
inr ichting voor n iddelhaar onderwijs
Eu nu peinst Oma, dart, ze in lang niets uit den
Heider gehoord heelt, 'haar schoonzoon is al een
tijdie geleden uitgevaren, ze verlangt naai' Adèle
en „de bende", 't is al haaBt Paiaschvacantie; en be
zorgd luistert ze naar 't regensuijgelen, dat al maar
aanhield, nu al drie lange dagen. Ja, ja, 'lacht ze
vergenoegd voor zich uit... de jeugd moet. 't maar
eens wat opvroolijken, t is hier een opperbeste
boel voor kinderen en ouwe menschen, maar daar-
tusschen "moeten ze kopje-onder in 1 volle, bruisen
de leven....
Een tierige hond, starend met glimmende oogjes
naar de vrouw, komt tegen baar -opspringen, al
maar vlugge, korte Llafjes uitstootond. 'V.ij streelt
hem zacht over den gladden kop. „Best beest, hoor,
ja zeker, jij verlangt óók dat de kinders kommen
om n,et je te spelen Vis ook zoo saai vuor-een
jong dier hij twee oude, menschen, of'wou je soms,
dat Jans met Je over den grond tolde? Nare .Jans.
hè, om nou geen thee te brengen, dan krijgt het
hondje óók'melk wadht maar, we zullen wel eens
hellen."
Het fijne getinkel van de tafelschel wordt over-
kJankt door het bais-gebrom -aan de voordeur, en,
haastig sloffend de gang door, komt Jans, een plomp
onbehouwen boerin met paars jak en een knipmuts
om u breeduitetaande bolle lachgezidht, -na een kort
klopje, binnen met het theeblad, waarop een dikke
brief.
De post, as toe bleef," zegt ze, genoegelijk
gnnnekend denbrief overreikend, om daarna het
theegerei voor 't gebruik gereed te zetten, lamp
aan te steken, luiken en gordijnen te sluiten.
„Wisse van de jongejuffer," -informeert ze, rond-
schuiSelend in haar dikke rokkenvracht, onderwijl
rinkelend met de kopjes. Woor haar was en bleef
Adèle de „jongejuffer", zooals Hendrik Willem ten
eeuwigen 'dage „jongeheer" zou blijven.
De oude vrouw knikt toestemmend, met een pret
tig lachje het poststempel 'bekijkend.
.lans voorziet nog de kachel, en, als ze -weg is
geschommeld, leunt Oma wol behagel ijk in haai
stoel en gaat lezen.
Het water snort zijn éénzelfde wijs, en de hond
slobbert hoorbaar de klaargwfètte melk op -ver
dooft nu het sijpelen van den fijnen regen achter,
g-i rdijn- en luiken sluiting. Adèle schrijft, na de ge
bruikelijke inleidingen, dat ze vei langt- naar de ko
mende vacaulie, en die héél graag in de vredige
omschutting van ',t ouderhuis wil doorbrengen n et
haar troepje. -Wim, het ,,nest-dölleken" zooais Jans
hem 'betitelt, wier lieveling hij is, en 'die onver
moeid dikke appelpannekoeken voor -hem bakt, ul
wordt ze beloond met -plagerij, en 't staag lostrek
ken van haar breeden sdhorteband, om haar te
doen struikelen Wimmie verheugde zich -dan het
allerneest op de naderend? feestende vrijlheidsweek,
en hij liet al 1 ij voorbaat door mama informeeren
of Fanny, de hond, hog zijn kunstjes kende, en
Karei van den meester zijn konijnen nog had.
Kiit'he, die feitelijk Gatherine heette, zag 't meest
uit naar 't eindigen van den schooltijd, zonder meer,
omdat ze wat' aan 't larlben was niet'de neisjes
v?n haar klas, en de Juffrouw volgens Kathe, c. n
pik op haar 'had rnaar, als echte robbedoes zou
ze p\enzeer \an buitenzijn gerieten als Wim, el
ah Meerde ze geen dikken pannekcek.
'lot 7.d ver'W86 alles puik in orde: echter Annie,
de udste, het fijne, denkere -kruilekopje, precies
Oma cp haar jonge portretjes, óver Annie had zo
'eknmn crnis; zij 'verkï&fxde niet mee te willen
gran, en liever In den Helder bij een vriendinnetje
te 1 lijven loge eren. Daar stak wat achter, want het
kind was anders dol cp Oma, die met één blik n éér
v n baar gedaan ken krijgen dan een ander n et
dagenlang reden eren of straf-opleggen.
Daarom jviat had zij haar zoo gaarne eens een
t'jdjp nder On a's opricht gehad en behoefde -r
nu ('ringend baar raad ;in, dit geval. Dwingen wilde
ze met> en ze liod zoo weinig overma'cht, n|u haar
man weg was. 't Was 'in één. woord een nest, een
nuffig, -nukkig ding, die wist dat ze mooi was en
zich nu al "t hof liet n aken door de - jonge hoertjes
van «Je burgerschool, waarmee ze ging wandelen,
tennissen, schaatsenrijden, al naar 't uitkwam. Ma
ma was bezrrgd over mooi Anneke, nu was alles
nog dood-onschuldig, eigenlijk meer komisch ilan
érnstig, zoo'n kindervrij.uge. Annie had nu een uit
verkoren rrinpaar, die haar fijne bonbons gaf, 'waar
voor ze een aanbidder m4 chocola had laten schie
ten, maar toch.... 'er zat een wuft, luchtig hartje
in 'l kind, zoo jong als ze 'was. en als mama haar
waarschuwde of dat gel-c-p met jongens kortaf ver
boud trok ze haar fijn,en neus op, en ging haar
gang. Wat 'Moest er, op zóó'n manier van 't kind
terechtkomen! Oma was er altijd zoo voor dat meis
jes iets moesten worden in de wereld, niet onnut
rondslenteren... maar je kon Annie nou toch niet
opi-h ite-n, of zender eten-naar l ed sturen?
Zij st. nd er nu alléén voor, dus Oma moest hel
pen.
Verder was er niets belangrijks -in den brb-f
allerlei beschouwingen over de meid, die haar dienst
had opgezegd, omdat Armie haar „commandeerde",
en ze verkoos niet door „blagen" te worden „gokoo-
jeneerd".
In den Helder kon je moeilijk iets goeds terug
krijgen dat was ineest lichte cavalerie ze wou
prnbecron aan een goeie Geldersche te komen, maar
die wilden nooit „zoo wied van huus" en hadden
een i>elijken afschuw \<>"r 't „heek-maal boven in
HoMand", dat in 'haar achterhoeksche voorstelling
het moderne Babylon representeerde, waar ze on
vermijdelijk haar vei-derf tegemoet gingen. Wist Om
soms wat -geschikte, en zou ze Jan- nog Ven» aan
wi1!'*n sturen bij l oer-Jansen om boter?
Hier eindigde het zorgzame, bedrijvige huidmoe
dertje (in gedachten zag Oma haar' ronddribhelen)
om even 'haar beslommeringen af te- gooien, -eh op
te gaan in een gloeiende beschrijving van een soi-
rée te Amsterdam, een soirée musicale, waar Claire
gezongen had; zóó msguifique, dat er ad?mlocze
stilte was geweest... Zij was er met Aivnie, en
begreep Oma-om iete Man dat vreemde wezentje?
den heelen avond had zc -roerloos in een hoekje
zitten'luisteren, *t hoofdje'droomerig gebogen, nte-t
omkijkend'naar toiJJetten-of officiersuniformen, an
ders haar liefste occupatie en toén Claire zong,
hadden er groote tranen geglinsterd in de brandend
open oogen.
Oma legt den brief omzichtig 'neer, die -werd
straks nog eens -aandachtig overgelezen, vóór hij
in 't sleuteü'mandj'e ging,... -behoedzaam strijkt ze 't
glanzende haar onder haar mutsje weg, zuigt met
langzame teugjes de geurige tliee in, -die ze straks
al had ingeschonken, en 'blijft zitten, vaag voor
zich uitstar end af en toe iets mojppeHenü, maar
bezorgd is ze in geenen deele. Even glimmert een
schalksch lachje om haar strenge, lippen, ea een
milde gloed kojmt in haar zwarte óogen... Als „do
familie" dezen brief eens lez«en, -dit allemaal eens
beleuteren kon, zoo knusjes 'onder mekaar, vooral
de tantes Johanpa en LiesbeAh, die minstens even
veel principes als geld en spionnetjes hadden! T)ie
houding van Annie was „lang of noa niet zooais 't
beurt"' en zij zouden haar wel „rechteelten'Vde
„wilde haren" zouden wel met-wortel en al uitge
roeid worden, boven op de linnenkamer bij een
stapel verstelgoed. Als Annie met hèar karakter en
hèar natuur, door de „familie" -moest worden ge
fatsoeneerd, zouden er mèt' de slechte loten óók
heel wat sappige, frissche worden afgerukt.... dan
eerst recht zou er reddeloos „nietig Man haar te
rechtkomen"
Lr mankeerde nog -maar aan, dat zij een kind
san Claire was, dan zou dat vèrachtdlike „toomeel-
bJoed" de schuld krijgen van Annie*8 lichtzinnig
heid maar Joop was, après tout* toch -van de
gelijke, „nette" familie haast een Landerhoret.
Als Annie in vroeger vacantics over was, en de „fa
milie", verscholen achter horren en bloempotten
spionneerde de landerige straten af, waar het gras
dorde tusschen do hobbelkeien, dan had haar ele
gant figuurtje, modieus© hoed on 't keurig rokje
opgetipt door gehamdschoende vingertjes, héél wat
ergerni* verwekt, zooals Oma later, ongevraagd,
wel hoorde van Jans, die 'graag leuterde met de
familie-gedienstigen.
Ze zag er dan ook heetemaal 'niet uit of ze ,,in
eer en deugd" was 'opgegroeid... bedacht de oude
vrouw vergenoegd... jawel, in eer -en deugd, hij man
gel en inmaakpotten, tot er een Achterhoeks'che
dominee, notaris, of burgemeester (dokters 'waren
doorgaans te goddeloos) zou opdagen, -waartegen zij
„ja" kor. lispen, met een -schoon boezelaar voor,
gladgekamde haren en zedig neergeslagen oogen
over een te mazen kous... Altijd als die candidaat
voor een -deugdzaam hart eerst bij vader en moe
der toestemming had gevraagd, hooggehoed en wit-
gedast, voor zulk stout volvoeren.
Oma zuchtte even... Adèle meende het goed, -maar
zij '.ók wist dit fijne plantje niet te leiden, wier
aard zij r.iet 1 egreep óf te streng, óf veel te
toegeeflijk zou ze zijn voor dit gevoelige, bizon'dnre
wezentje.... oen behandeling, die een ander kind noo-
dg lnd. zou juist liiiar atug kunnen maken, terug
houdend en volmaakt onhandelbaar. Kr zijn nu een
maal linie en-grove zieltjes, koe-menachen en God
mens-fin, -zooais er paardebloemen zijn, en slank-
geheven, donstlanke lelies.
Annie was niet nukkig,... dat waren de Maart-
sche buien, die 'den zomer voorafgaan, en wuft of
lichtzinnig was ze althans niet, er was diepte
in haar groote droomoogjes geen leegte.
En nu, opeens, glunder opia cp end, zoodat de dom
melige hond met nog soezerige slaapoogen verbaasd
uit zijn mandje achter de kachel gluurt, herdenkt
ze haar eigen jeugd, 'die ze ongeknot, eigenlijk
doorgedold heeft in een niet te beteugelen, klate
renden levenslust, die uit moest bruisen.
Eu na de kwajongensstreken... do tijd vpn idea-
ZATERDAG 4 SEPTEMBER 1915.
58sfe Jaargang No. 5654.
TWEEDE BLAD.
7ij zit in haar 'ouden leunstoel, met het ietwat
versleten trijp, en staart in X -open haardvuur
een kittig vrouwtje met -'flcesig grijs haar en inge
zakt kanlmutsje, maar met rustige, fijne trékken,
een wilskrachtigen mond en diepe, bezielde oogen.
Recht zit ze, haar kalme handen in den stillen
SCliOêt. J
Buiten regent het geen korte, fiksche kletter-
bui, stoeiend met een vluchtend zonnetje, maar zooi)
vale, nare, 'triestige regen, egaal futloos als lang-
uitgerekte draden, neerdwarrelend óp de verveelde
keien van het slaperig Geldersche stadje.
't Is schemeruur, „in d'oeleavluc-ht", -zooais de
rechtzinnige bewoners, die „van older lot older" hiel
geleefd hadden, het noemden; en in de kil-wijdc
£ame" van 't sombergroote heereu'huis in de hoofd
straat, waar de bejaarde mevrouw de weduwe Lanr
derhorst haar dagen eenzaam doorbracht met een
even bejaaide meid, zingt de'theeketel in egale sui
zing met'den dommelig-neerdrooinenden regen bui
ten.
De deftige klok tikt langyaam, 'statig.
De Landerhorsten waren in 't stedeke „geboren
en getogen" t was zooiets als de oer-familie.
waarvan de leden zooveel mogelijk alle openbare
poslen en eerefunicties bekleedden; waarheen de
orgelooze onbekende zich draaide, hij kwam altijd
uit bij het oneindige, onuitroeibare, eeuwige ge
slacht Landerhorst. De schaarscbe vreemdelingen
waren er wej eens leelijk mee in de klom geraakt,
als ze bij een andernamig notabel hun h'art lucht
ten over gierigheid, bedompt fanatisme, provincia
lisme, bekrompenheid, etcetera, van een of meer
Landerhorsten, en te laat ontwaarden, telkens teel)
weer bij een vertakking der „familie" te zijn aan
geland. Deze weduwe echter, die haar man door een
ongelukkig toeval reeds vroeg missen moest; had
haar -beide kinderen opgevoed met sterke, vaste
band, arild gemoed en helder hoofd."Haar ruime Mik
had geschouwd over 't kleine stadje, over provin
cie, zelfs over 't'eigen vaderland, om hun toekomst
te verzekeren. r
't Was zoo on-Landerhohstetohlig mogelijk als
Je heette, was je plaalts immers -al gereed
en de alomtegenwoordige, bedilzieke familie had zidh
zelfs zeer sterk verzet tegen de inbreuk op aloude
tradities teen Adèle, de oudste, trouwde met een
zee-officier (toevallig met verlof in 't-"stedeke ver-
zelld) en de zoon,. Hendrik Willem afweek van het
brave pad der ontelbare voorvaderlijke Hendrikken
Willems, en, halsstarrig weigerend om „hier te ver
gaan'*, zooals hij het uitdrukte, zich als advocaat
had gevestigd in Amsterdam, en daar was gehuwd
met een hoogstbegaafd, -fijn-blond.... zangeresje, dat,
weliswaar slechts optrad in besloten kring, en nooit
de groote planken betreden had, hoe ook daartoe
aangekocht door muziekkenners on liefhebbers, doch
„of k* 't noe mooi drèjt of leelijk an de rechte
of an de krange kante, 'n zangeres op straat, jn
'n spöl of veur menschen in 'n zale, 't is evenwols
krek eender, en dat is het". Dan knikten de recht
vaardige hoofden, die nooit iets met een tooneel uit
te staan hadden gehad, -en afgrijselijke verhalen
van de zedeloosheid der tooneel juffers gingen van
mond tot mond.
Do familie had het al zeer 'kwalijk genomen in
dertijd, dat zij haar dochter Adèle had willen noe
men, in plaats van Johanna, welke naam in allé
linies verveelvuidigd was, maar -nog oneindig groe
ier vergrijp was hot., dait zij alle „kunsten'' van
Hendrik Willem goedkeurde niett alleen, r aar zelfs
„dat mensch", waaraan bij zich lichtzinnig verslin
gerde, in 't ouderlijk huis bad onjbvangen.
..7e trekken dan de-handen van ba-'r fen dH
deden ze", wat de vldus gestrafte-een ware verach
ting was; zij veelde zelf wel dat ze geen-star-slijv
I.anderhorst was en niet meegaan kon met hunne
vastomlijnde legrippen; eigenlijk'was de afwj.fkir,»
al I egrnnen bij haar an, door niet in de fa-- ilio
te Ir-uwen on verliefd te wrrdeq op lmt zwart rm
ge freuletje van. een nabVrig buitengoed, d t n. tijd
in een losse vitte jvrk door'de anon van 't-pa) 1
doold6, heelemaal g- en Oe'dersch verstfrd, en T-Kt
eens - an 't rechte geloof was.
.Wie het. der nee 'ooit van Waadsch gebeurd,'
h-C-t' orden zijn t'r.tns, „'t zal hem r ooi verr-aan of
zoo'n himpeepimp, die geen èrpel kokken en goer
knoop an 't goed nèjon kan zo'n krop-(horigen,
die daar stevig löp te flodderen met opzi'chtilge' witte
todden an U lief was 'dat netjfefi?"
l>e ooires hïddeiv ook al bezwaren tegen baar
dartele kri'llsn. en waar Bob uwden vlijtig „gekruld'-
haren, gekrulde zinnen", maar per slot van rekening
was 7.ij van adel, al was het dan verarmde land
adel, en zóó werd zij toch in genade opgenomen, en
had men later onwillekeurig respect, toen de flod
der, „die geen èrpel kokken, geen knoop -aan 't
goed zetten kon", z<oo fenm -'haar huishouden r>e-
FEUILLETON.
u.
„Waar moet Geldern zitten? Ilier zoo hoog
boven?" vroeg Reitzenstein verwonderd.
„Laat hem 3aar maar," viel Ortzin "haastig in.
„Hij moet een eerepbaats hebben. Hij heeft zoo'n
goede fazantenjacht,"
„En zulk'een mooie schoonzuster," plaagde Reit
zenstein, die heel goed begreep-uit welken hoek de
wind waaide.
Overigens was het een pu-bliek geheim, hoewel d1
officieren niet gebabbeld 'hadden, dat Ortzin en juf
frouw Hanstein in het geheim verloofd waren.
„En waar zit juffrouw Hanstein?"
„Die geleid ik aan tafel." Ortzin wees naar de
biljartkamer. „De jeugd wordt geen plaats ■'aange
wezen. Je kunt mij een genoegen doen, Reitzenstein.
wezen. Je kunt mij een genoegen doen, Reitzenstein,
neem jij Claire Hagen aks tafeldame; die babbelt zoo-
Juffrouw Hanstein 'wat zachter spreek."
„Weet je, da* je wel wat veel verlangt? Zij mag
praten zooveel zij wil, dan -behoef ik niet zooveel
eten voor haar te halen maar daarna -de tafel-
wals 1 Zoo'n taille 1 Drie meter omvang. Waar grijp
ik u vast, oneindige natuur!"
Ortzin lachte: „Met een weinig moeite speel je
dat wel klaar. Onze tafel ziet er anders mooi uit.
De prijzen der wedrennen zijn uitnemend geschikt
als tafelversiering. -Hier, ordonnans daar -ont
breekt 'n vork. Altijd goed uitkijken, niijn vrfl&nd."
De overste trad op hen toe. -De sporen rinkel
den tegen elkaar.
„Goeden avond, mijne heeren -alles m orde?"
„JaweJ, overste." 1
Du commandant trad 'in de eetzaal. Zijn vróuw,
die aezen avond als gastvrouw zou optreden, was
nog druk bezig om de kleederen van de drie haar
toevertrouwde jongedames'in de garderobe wat in
orde te maken.
„Eeu glas bowl, overste? U moet hem keuren."
„Dank u, beste Ortzin uitstekend. Nu, Reit
zenstein, zal alles goed van stapel loopen?"
„Dat spreekt vanzelf, overste!"
„Neen maar, wat beeft 'mijn vrouw weer lang
werk... 't Eene ongeLuksniedsje is zeker .wat uit het
kleed gescheurd! Het worm niesde onophoudelijk
in het rijtuig en haar 'zuster zeide dadelijk:
„Als nu het koord van jp corset. maar niet gebro
ken is, of Je taiTlebflnd je 'bentl zoo sterk ge re
gen." Ik heb me een -aap gelachen! God
dank, dat ik geen. dochters heb. Mot jongens heb je
niet half zooveel omslag. Ha, daar zjin zij ein
delijk natuurlijk bijna tegelijk -met de gasten."
Mevrouw Rosen, 'een nog zeer hupsclie dame,
kwam wat verhit met haar drie bevallige, in rosé
tulle geklepde nichten de zaal in. Zij begroette de
officieren zeer hartelijk, die zeer veel in haar gaste
vrij huis verkeerden.
Raven kaf de jonge meisjes de danökaarten.
Mevrouw'Rosen weigerde de haar gebrachte met
eea zucht: „Vandaag mag ik-alleen loopdansen ma
ken! Ik moet vriendelijk zijn en mij aan de 'gasten
wijden."
„Maar extra-dansen, mevrouw toe, alsje
blieft."
„Misschien
„Ieder een? Ja?"
De jongste rosé nicht, die ditmaal haar eerste bal
meemaakte, stond dicht achter den beschermenden
rug harer tante. „Tante 'men kan toch niets
zien?" fluisterde zij elke twe8 minuten de onge
lukkige balmoeder in het oor.
„Wat dan, Lilli?"
„Mijn kleed, tante, dat u vastgestoken hebt! Als
hel nog eens -scheurt ik moet misschien weel
niezen."
„Och wat, onzin 'dans maar veel 'dan zijn
alle kleeren een weinig gescheurd."
Mevrouw Rosen moest thans het angstige zieltje
aan zichzelf en eenige officieren overlaten, die het
bevallige gezichtje onverholen bewonderden. De
gastvrouw moest de nu vlug-na elkander binnenko
mende gasten ontvangen. Zij wist ieder der bin-
ner.fredenden zoo hartelijk te verwelkomen, alsof
zijn of haar komst haar 'n bijzonder genoegen was.
Eindelijk verminderde het gewirwar van donkere
en lichte zijden slepen, geurige tuilewolken, blauwe
uniformen en zwarte fraks.
Dj oudere dames namen plaats op de verhooging
in da zaal, de „Drakenrote" genaamd, vanwaar zij
gewapend met oogglas, lorgnet of ook wel 'ongewa
pend, me*, scherpe blikken het dochtertje in het oog
houden on de andere dames becritiseerën konden.
De oudere heeren slenterden nog een poosje
rond; dan trok langzaam de een na den ander zich
terug in do speelzaal bet toevluchtsoord voor
balvaders die zich verveelden.
De muziek begon. Een stoepende wals. „Weener
bloed!" Een van Slrausz' mooiste, eeuwig jong blij
vende melodieën.-
Ortzin en Reitzenstein arrangeerden geza,menlijk.
Voor één paar schouders was de last te zwaai-.
„Begin Jij, 'Reitzenstein ik wilde met den wals
voorgaan, vmaar mijn da-me, juffrouw Hanstein, is
nog niet verschenen."
„Goed."
Reitzenstein boog voor de jonge mevrouw Wiede-
bach. „Als er maar geen ongehik met het rijtuig
is gebeurd," bromde hij Ortzin in het oor, toen hij
met zijn dame op zijn oude plaats was terugge
keerd.
Ortzin stond nog in den hoek geleund. Hij hield de
deur in het oog.
„Maar nu moet Jij dansen, Axel! Aan den over
kant schitteren een paar oude winkeldames, de fa
milie Karlowitz uit Biscttvheim natuurlijk!"
Ortzin zag naar den zolder. „Ook dat nog!"-maar
ging toch dadelijk op de gelukkig blozende jonge
meisjes toe.
Zij straalden. De beste danser! En bovendien een
goede partij!
Do oudste der twee danste eenige malen met Ort
zin de zaal rond. De jongste werd spoedig daarop
door den vaandrig Siehersdorf afgehaald, die zich
nog niet l est durfde wagen aan de begeerde bal -
schoonheden.
„Daar komt juffrouw Hanstein," zeide -Ortzin's
partner. „Zie eens, zij danst dadelijk met haar zwa
ger de zaal rond."
De jonge officier, die tot nu toe weinig-spraak
zaam naast zijn dame gestaan had, keerde zich om.
juist Ilse! De zaal scheen ineens meer te zijn
vellicht, .sedert de slanke, witte gestalte met het
!en, de romantische, sentimenteel© droom- en dwe
perijen, tot de klare, gezonde humor van 't leven
er. die in haar eigen natrur weer evenwicht bracht.
o, ze begreep Annie zoo goed, zijzelf was als An
nie geweest, alleen doller, overmoediger... maar haar
tijd van nuffigheid had zij ook'gehad. 0 jé, niet
tc genaken, zoo „uit de hoogte"....
0( k Maarteehc buien 't was gauw overge
waaid ze was niet dom genoeg geweest om lang
trotsch te kunnen blijven, en later had zij gela
chen om haar dwaasheid van bij eenvoudige heere-
br.eren vies op de punt van een stoel to gaan zitten,
met een spits mondje vertellend dat het zoo „af
freus" heet was, en zij zoo „transpireerde"
Ha, ha, ha wat hadden die goede zielen be
teuterd gekeken, en ze waren eerst zoo vereerd g»:-
w'ecst met het bezoek.
En op haar zestiende jaar al had zij een heuschon
vrijer gehad, precies als alle andere aantrekkelijke,
vroolijke meiskes van 't Fransche schooltje -In de
naafctbijzijnde wnigszïna groote stad, waar eert ram
meiend voertuig haar dagelijks.-sjokkend en schom
melend, heen voerde. In 'L -stadje der Landerhor
sten. hoewel vlakbij hun buiten, was zij weinig ge
weest in baar jeugd.
Wat een rare, 'geparfumeerde briefjes had ook
zij gekregen, briefjes waarin het werkwoord „aimer"
vervoegd werd, haar in de hand gestopt door aan
biddende Latijnsche scholieren, bij het idyllische
schoolpoortje, verborgen achter overhangende, en
bloeiende takken van de boomen uit het kleine tuin
tje, waarop de schoollokalen uitzicht hadden. En
soms, in 't vrij kwartier, kwamen er jolige jon
genskoppen over 't 'muurtje kijken, en werden de
meisjes gebombardeerd met noten en appel».
't Was een gekke tijd. Als die ouwe zuursnoct
van een Juffrouw, aan kwam trippen om snerpend
haar „mesdemoiseTles" te keffen, en de boosdoe
ners weg 'te jagen, waren die natuurlijk al lang
weer afgegleden, en was iedereen 'dood-onschuldig.
Ze moesten jongedames zijn, en-het waren losge
broken kwajongens, die tusschen 'de schooltijden
met de gymnasiasten gingen sneeuwtaigooion, of op
de voorbijgangers mikken met'bruine boonen, cho
cola knabbelend met -besmeurde monden.
Oma wordt heelemaal Jong bij die oude herinne
ringen, do grijze haarvïlokken dansen als bruine
krullen 'om 't mooie kopje, overmoedig glanzen 'de
levendige oogjes en blijde jeugd lacht om haar
ouden mond.... Zij is nu 'Annie, en... dat zinnetje
van „wat moet er tooh van haar terechtkomen?"
blijft steeds haken in haar gedachten; had niet
ook hkar moeder dat -tallooze keeren angstig ge
vraagd, als zij -spotte met alle regels van „dat
past niet"
Echter was de zachtaardige vrouw veel bedlegerig,
zag haar dochtertje alléén als zij, in overmaat van
har lelijkheid, de ziekekamer kwam bionenstermen...
haa.- man was steeds op jacht, en bekommerde zich
niet veel om zijn huisgezin.
Gelukkig was er een verstandige juf in huis, die
hield van de wildebras (mei. haar open, eerlijke o-^en
en trouwhartig zielljo... en'alleen zij belette 'tkind
totaal te verwilderen.
Nadenkend, met oen wecmoedstrek op 't rimpelig
gezicht, port. de Annie van héél lang geleden, in
de htete kolen, die haai- aanstaren met hun holle
vlammeii-oogen en 't is of die-levenskrachtige vrouw
het hun toefluistert, dat zij het weten, él die
herinneringen van vroeger, vóór zij terugvallen in
't zwarte duister.
Zie Je... toen met Gijsbcrt, dut was bijna ernBt
geworden, dio was zelf zoo ernstig en zat al in de
hoogste klas, en die 'was heelemaal niet tevreden
geweest met vuurtjes stoken en sigaartjes rooken
in de wandelboseellen, en royaler met bloemen dan
niet snoepgoed was hij... zélf had hij altijd 'n rooie
roos in zijn knoopsgat, en, als hij boos was een
gele bloem, en verliefd dat hij washad me die
jongen toch ééns op den laten avond, onder haar
venster een romance «taan zingen, spelend op een
gitaar... tot de ongevoelige waakhonden hem boel
prozaïsch op de vlucht g. jaagd hadden.
Nu lacht Oma stilletjes om al die jonge, geluk
kige dwaasheid, maar teen was haar hartje wel ge
roerd geweest, en samen hadden ze gehuild, als
hij, met trillende fitem verzen voorgedragen had
van ridders, die Stierven met'hun geliefden.
Kort daarop was 'hij naar de. Academie gegaan,
en zij thuisgekomen. Das Ende vom Lied nog
een paar maandjes van schwarmen, hullen, w<-««ke
verzen, brieven met blauwwjden lintjes ombonden,
waarin stond van eeuwige la-ouwe lieide, en ntane-
.schi.'ivwandelïngen, en toen was de oude levenslust
weer krachtig geworden, 'al bleef de GijsberUge
schiedenis nog lang een gevoelig plekje In haar ziel.
Tegen den winter had /.ij inejL nog wat vriendin
netje» een „club" opgericht, die „Vrij en Blij"-heet
te, on waarvan de leden wekelijks in de stad bij
eenkwamen. daar waren ze rvrijer en blijer", trotec!
rondloopcnd met het bondfiineigne: een gele lap om
den arm, waarop met groene en roodc- letters „Vrij
en Blij" stond, -tot haar eigen schoonheidsgevoel
haar hot bonte ding bij de vodden deed gooien.
Ja, peinsde Oma hardop... zo was zóó verdiept
in gedachten, dat ze vergeten had het deurtje weer
voor de kachel te doen, en, roodonsgtocid, als gc-
riietarnorpbozeerd, nog steeds tegen de. vurige kolen
scheen te sprekenja, en wc hadden een clublied..
zóó was het refrein... haar magere vingers spook
achtig bewegend U^eri don'rossen gloed:
Ja, dat willen wij Ja, dat willen wij:
Ja, dat willen, daarvoor -strijden wij
trots gedragen, gouden hoofdje deze 'betreden had.
„Pardon een seconde, juffrouw Hij wilde
op ilee toegaan, maar zij danste reeds 'weer. Gel
dern scheen haar geen rust te gunnnn,
Ortzin beet zich op do lippen.
Juffrouw Karlowitz bemerkte zijn ontstemming.
„Vindt u het niet wat vreemd, (lat juffrouw -Han
stein zoo alleen mot mijnheel' Geldern ceu bal be
zoekt? Hij is tocih nog zeer Jongl" -vroeg zij, zon
der te laten blijken dat zij iete van zijn verhou
ding tot Ilse afwist.
Ortzin kromp ineen.
Zijn eigen gedachten zoo door vreemde lippen te
hooren uitspreken, was hem-hoogst pijnlijk.
„Mevrouw Geldern is ziek," antwoordde bij ont
wijkend.
„Ja, zeer ziek! Daarom begrijpt men -het nog
minder, dat juffrouw Hanstein haar zuster alleen
laat."
„Zij heeft sedert weken bij haar ziekbed geze
ten," zeide Ortzin haastig. „Zij mag wel eens een
ontspanning hebben."
„Hm ik zou donken, als men zich bezorgd
maakt over een geliefde zuster, -moest men niet in
de goede stemming zijn, om een bal tc bezoeken.
Maar het is waar ook, mevrouw Geldern -is eigen
lijk niet eens de zuster van juffrouw Hanstein. Het
zijn eigenaardige verhoudingen! Als men het juist
beschouwt, dan rijdt dus de jonge dame -met een
wildvreemden heer rond."
„Zoo kan men" het toch niet opvatten! Zij re
kent de famjjie Geldern tot haar naaste verwanten.
Zij leeft geheel met hen mee en staat opeen
zeer goeden voet met'mijnheer Gëjdern."
„Ja, dat kan rnen wel zien."
Do scherpe toon trof Ortzin als een :slag. Hij
wilde een heftig antwoord geven, maar hij bedwong
zich nog. Wat kon hem de v.-nijnigheid 'dezer oude
jongejuffrouw schelen, die misschien alleen uit nijd
over ilse's jeugd en schoonheid haar hatelijkheden
ten beste gaf? Maar niettemin moest'hij de gemaak
ts opmerkingen tot op zekere hoogte toestemmen.
Ook hij -vond het ongepast, dat 'Ilse alleen met
Geldern hierheen was gekomen. Zij-had zich ten
minste bij Langen kunnen aansluiten. Hij wilde liaar
dat ook zeggen. Het was zijn plicht.-Ter wille van