GRATIS. - lliiiiii Ritifs- Mrattiilt- LaiMliiL NIEUWE ABONNE's Gemengd Nieuws. FEUILLETON. EEN OFFER. WOENSDAG 15 SEPTEMBER 1015. SCHAKER 58ste Jüarngnn fa. 5660, COURANT. Dit blad verschijnt viermaal per weekDinsdag, Donderdag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 9 ure wor- en ADVERTENTIEN in het eerst uitkomend nummer geplaatst. UitgeversTRAPMAN Co. SCHAGEN, LAAN D 5. Int. Teleph. No. 20. Prns per jaar f 8.Per post f 8.80. Losse nummers 6 cent ADVERTENTIES van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ot Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. op dit blad ontvangen de num mers tot 1 OCTOBER in oorlogstijd. Men schrijft uit het Rijnland aan de N. R. Gt.: Sinds weken hangen in het buitenland vredesge- ruchten in de lucht, geruchten van onbekende her komst en die Reuter en 'Havas gemakshalve aian den geheimen toeleg van Duitsche agenten toe schrijven. Nu schijnen die' Duitsche!'agenten knappe lui te zijn, en het zou mij geenszins verwonderen op een goeden dag te lezen, dat de een of andere vulkaanuitbarsting in een 'vijandelijk land door de zelfde geheimzinnige macht is bewerkt 1 Verlangt men dan in Duitschland niet'naar vre de?.... Ret antwoord is niet gemakkelijk te geven en men zou "kort kunnen zeggen, dat men naar een vrede verlangt, die 'inderdaad een volgend tijd perk van vrede waarborgt. Doch geenszins naar een vrede, die eenvoudig dit oorlogsbedrijf afsluit en ruimte laat voor een volgend, dat het huidige vele malen in ellende overtreffen zal! Dit is kortweg gezegd het gevoelen van het Duitsche volk, dat men vrijwel algemeen onder ver schillende standen kan waarnemen. Er zijn natuur lijk uitsonderingen, zwakke individuen, die maar het allerliefste binnen een week vrede zouden wil len hebben en als 'tegenstelling heethoofden, die te gen een herhaling van den zevenjarigen oorlog geen bezwaar zouden hebben. Vraagt men naar de wijze, waarop een dergelijke vredëswaarborg kan gebaseerd 'worden, dan volgen verschillende uitingen, het allermeest de meening, dat de tijd, die reeds zoovele verrassingen heeft gebracht, ook hier raad dal schaffen. Men wijst-dan op de eerste oorlogsmaanden, op den snellen door tocht door België en Frankrijk, gevolgd door den tegenslag a,an de Marne niet als evenwicht den hardnekkigen "tegenstand, dien het Duitsche front aan Fransche en Engelsche legers weet te "bieden en die zoowel de afknatobeüngsmethode van Joffre als de herhaaldelijk aangekondigde aanvallen-logen straft; men herinnert daarbij aan den triomfante lijk verheven stocfmwals, dié in-'Gaücië en in Oost- Pruisen binnenrolde en die nu smadelijk moet be rusten in den lof van, strategische „terugtochten" oftewel nederlagen, die den tijd van den grooten Napoleon in herinnering roepen. Met geloovige berusting meent de Duitscher, dat ook het slot dezer bloedige beproeving van hooger- hand beschikt'zal worden. Hij verlangt niet, hij 'wacht af; hij murmureert niet, in het vaste geloof, dat alles in orde zal komen in het belang van z ij n land, waarvoor hij bereid ia goed én bloed te offeren. En zoo men rept van inogelijken 'tegenslag, dan bijten zelfs de oudjes de tanden op elkaar en spreken - van meegaan 'met hdt geweer op schouder! Of er dan geen oorlogsleed is in dit land? Geen, dat uit alle krachten 'doet verlangen naar een spoe dig einde?.... Ja, leed is er in overvloed! Tranen wanneer kent men ze in ons moderne leven? ze zouden nu zeeën kunnen vullen en als een wreede obsessie ligt op dit Duitsche volk hei gescheiden -zijn van hun familie-leden, van vader, of zonen, of broeders; IA „Maar hij weet vermoedelijk niet, hoe zwaar dek mevrouw Geldern is. Vraag hem eenvoudig, wat hij van'de toekomst denkt. Zijn nicht kan toch onmóge lijk, zoodra haar zuster gestorven is, bij haar zwa ger blijven, 1die strikt genomen niet eens haar zwa ger is. Is Ilse publiek met u verloofd, dan kunt u haar onmiddellijk bij bekenden onderbrengen. Ik ben steeds tot uw dienst. De oude'man zal dat moe ten inzien. Daor hij: buitengewoon gemakkelijk is uitgevallen, is bij u misBchi,en wel dankbaar, als u hem van de zorg vtopr zijn nicht ontslaat, en zal gaarne een spoedig huwelijk zien. Met zijn toestem ming in den zak kunt u tegenover Geldern heel an ders optreden." „U hebt gelijk, mevrouw. Ik zal het beproeven. Hoe moet ik Ilse echter beWegen, om Glockenburg te verlaten?" „Zoolang mevrouw Geldern leeft moogt u dat niet van haar verlangen. Dar kunt u baar niet euvel dui den, stil, laat mij uitspreken, ik sta daarin ge heel aan de zijde van Juffrouw Hanstein. Mon ver laat geen doodzieke zuster, zelfs al "wordt dat ge- eischt door den 'man dien men liefheeft." „Ik 'heb niet geëischt of bevolen Jalleen vet- zocht, dringend verzocht. Dat "was mijn recht" „Neen, mijn beste Orilzin, dat recht hadt u niet. U'zult dat nog wel eens'inzien," „Ilse bad mij 'moeten gelooven, ook als zij 'mijn bewering, dat Geldern een hartstocht voor haar gevoelde, niet begreep." J Mevrouw Roson schudde "t hoofd.'Voorloopig had zij evenwel genoeg gezegd. Haar woorden moesten in de eenzaamheid op Ortein inwerken. Zij stond op en ging naar de andere kamer, waar juist een lus tig gekibbel was ontstaan over de speelwinst. „Ziezoo, oudje!" MevroUw Rosen nam den arm van baar man. '„Thans kun Je een vredespijp roo- ken. Ik zal wel op het jonge volkje letten." Mijnheer Rosen begreep haar. Hij maakte 't zich gemakkelijk in een'boek van de sofa, gaf zijn gast een goede sigaar en stoorde hem verder niet in zijh gedachten. Beiden vonden het zoo uitstekend. Mevrouw Rosen hamerde intusschen geduldig den het weten, dat ze altijd in gevaar zijn, ontberingen doorstaan, als een afschuwelijke nachtmerrie rust dat angstgevoel op 'het Dbitsche volk. Leego plekken zijn er in -overvloed, droevige 'fei ten ontroeren vele dagen, spreken van nooit ge kend leed! Geen menschennand zal in staat zijn, dit oorlogsleed te beschrijven, dat met giftigen angel doordringt in alle standen, dat niets ontziet, niets schuwt, in paleis 'en stulp binnendringt, arm en rijk te pletter slaatI Leed is er genoeg! Waarom 'dan dit hardnekkig volhouden, dit dui zendvoudig offer voor het eigen land?.... Het is, hoe vreemd het klinken moge, de oorlogsangst, die tot volhouden dwingt! 'Men heeft jarenlang geleefd met onophoudelijk donkere wolken aan den -horizon. Bij groote ondernemingen is telkens dat woord van een mogelijken oorlog gebruikt, 'dat afschuwelijk begrip, verlevendigd door politieke constellaties rond de grenzen. Van andere zijde werd weer uit voerig betoogd, dat geen oorlog'mogelijk kon zijn en elke uitgave voor militaire doeleinden onzinnig was; die stemmen vormden geenszins de minder heid in dit Duitsche land, ze waren zelfs 'in de meerderheid I Men geloofde aan een internationalen band tus- schen de volken, wees op de vele 'Russische en Engelsche studenten, die de Duitsche universiteiten bezochten, op de ultra-moderne, Fransche -schilder kunst, die -'in Duitschland trots sterken tegenstand meer bewondering vond dan in ■'Frankrijk zelf -en wat niet meer! En zelfs nu, in oorlogstijd, herinner ik mij, hoe "'wij, Hollanjdsche journalisten, aan de lunch in Keulen aanzaten en tot groote verontwaar diging der Keulsche autoriteiten moesten lachen oan de vredesspeech van -den Engelschen -journalist, in gebrekkig Duitsch uitgesproken. Toen kwam de aanslag van Serajewo, de politieke verwarring, die buiten de grenzen Duitschland de schuld voor den noodlottigen oorlog toeschreef. Duitschland, dat juist in dat jaar -millioeaen uit gegeven 'had voor de tentoonstellingen te Leipzig, te Keulen en te-Darmstaidi, dat'reeds vele rhillioe- nen besteedde voor een expositie in 1916 te Dussel- dorp! Feiten, die weieens vergeten worden! Meer dan oorlog is gevolgd! Een campagne, die men hier als niets anders beschouwt, dan als een campagne van laster 'en leugen. Dit heeft diep in het Duitsche volk ingeslagen. Herhaalde nederlagen hadden geen grooter verbittering kunnen wekken dan de „lastercampagne", die niet 'alleen op 1 de oorlogvoerende landen, doch vooral op de neutrale landen berekend was.-En deze "hebben geenszins ge zwegen; in het particulier verkeer hebben zij vol doende van hun meening doen blijken. Dat heeft meer dan vroeger de 'nederlaag Van Jena den Duitscher verbitterd. Zijn volk, welks be schavingstoestand hij zelf 'meent te kunnen beoor- deelen door de jaarlijksche reizen in-het buitenland, heette nu ineens tot de barbaren, tot de Hunnen te heboore'n, 'orrdat het Duitsche leger uit bit teren, noodzakelijken, militairen plicht, zooals -men hier overtuigd is heeft gehandeld zooals ieder ander leger gehandeld zou 'hebben! Men kan hierover van meening verschillen, maar het is een 'feit, dat 'de isolöering van Duitschland in de algemeene achting van het -buitenland be werkt beeft, wat nimmer militaire drijvers moge lijk geacht zouden hebben. Dit schelden op de „barbaren" oftewel „boches" is m.i. een der grootste fouten, die de geallieerde# konden begaan. Tegenover een -groot e" krachtig volk als hot Duitsche werkt het als koolzuur, dat altijd bruisend leven 'wekken kan. En zoo 't Duit sche volk, ondanks de bloedige -verliezen, ondanks da wreede obsessie, die op dagen en nachten blijft rusten, alles behalve oorlogsmoede is, dan is dat mee de reactie, die op de caimpagne volgen moest! Op merkzaam heb ik in de afgeloopen -maanden het eenen'dans na den andere op Üe oude piano, daar de jongo^ui plotseling grooten lust tot dansen had den gekrego®. Maar zij offerde zich niet -tevergeefs op voor het welzijn harer nicbtjen. 'Bij het afscheid verzocht mijnheer Reitzenjslein -bet adres van de oudere van Lilli.1 Dat was duidelijk genoeg, ook voor 'diegenen, die Lilli's gloeiende wangen, gelukkig -stralende oogen en Reitzenstein's verliefde blikken nog-wat raadsel achtig hadden gevonden. Ortzin ging met zijn vriend naar huis.-Hij hoorde niet veel van zijü begeesterde-woorden, waanmeo hij natuurlijk zijn geluk in allo toonaarden prees. Eerst toen Reitzènstein erover begon, om Glockenburg te koopen, werd bij opmerkzamer. „Het zou voor mij bot 'allerbeste zijn, als Gel dern op deze wijze uit den omtrek verdween," meeb- de bij levendig. „En jij bleef ook mooi dicht bij ons." „Bepaald, en onze jonge vrouwen konden dan veel met elkander omgaan." Ortzin zuchtte. „Was het maar zoo ver!" Toch was hij opgewekter geworden. Zoodra hij zijn woning betrad, ging hij \an -do schrijftafel zitten, en schreef den ouden 'voogd een langen brief, waarin hij naar den raad van mevrouw Rosen de 'omstandigheden uitvoerig uiteenzette en mededeelde dat de dood van mevrouw Geldern niet veraf meer was. 1 Het resultaat van dit schrijven moest nu voor- loopig rustig worden afgewacht. HOOFDSTUK'9. Stille dagen 'en weken, de eentonigheid van een lang ziekbed, een gestadig verminderen, een lang zaam vernietigen der levenskrachten, er is geen treuriger taak Voor een Verpleegster, dan zulk een ziekbed. 1 Maar Hse liet den'moed niet zakken._Zij toonde haar zuster steeds een opgewekt gezicht, geen-spoor van zorg of verdriet was daarop 'te ontdekken. Se dert weken had zij Irmate kamer bijna geen oogen- blik verlaten, hoewel zich buiten reeds -eenige voor- jaar-sboden vertoonden. De mustechen tjilpten in de nog kale boomen. Een paar zwarte merels huppelden over het -gazon. In verborgen hoekjes van den tuin geurden viooltjes. Irma zoog de door de open ramen binnenkomen de n ilde lucht 'met gretige teugen in. „Het wordt Duitsche 'volk gevolgd en steeds yond ik dit als resultaat, Eon belangrijke, bijkomstige omstandigheid is bo vendien dit: juist in Duitsche geschriften had men den komenden wereldoorlog afgeschilderd als iets, dat korten tijd 'van leven zou hebben. In weinig maanden zouden geen aanvullingsmanschappen meer aanwezig zijn, het geld zóu op raken, de economi sche toestand zou zoo hopeloos worden, dat aan geen voortzetting meer té denken zoü zijn. Het eerste dreigde in den aanvang bewaarheid te zullen worden, maar-is spoedig'tot eon weinig on rustbarend verloop teruggedrukt het tweede, geld, is er in overvloed en het derde, de économische toe stand, is eveneens spoedig-op normale! wegen terug gekeerd. Wel is alles duurder geworden, maar er heerscht geenszins gebrek. Hetgeen bijv.-Bebel vertelde over den oorlog van 1870, komt nu niet voor: Onder -den arbeidenden stand heerscht m#er overvloed dan in vredestijd. De mannen, die thuis kunnen blijVen. verdienen dubbele loonen en zij, die in het veld staan, zien vrouw en "kinderen van staatswege ver zorgd. De steden hebben groote voorraden-ingekocht en verkoopen deze weder tegen inkoopsprijs aan minvermogenden. Do vermogende klasse vindt gelegenheid te over om uit de 'milliarden der oorlogsleeningen fortuin te verzamelen; de middenstand, die 't -meeste lijdt, klaagt niet uit patriotisme. Wie hier in de'groote, Duitsche steden komt zon der van oorlog te weten, hij zou 'het waarlijk niet merken, als hij de vele militairen niet zag. Met October beginnen weer de schouwburgen te spelen, conc erten, heel het leven van den-gewonen winter wordt hervat. En in de restaurants gaat het als gewoonlijk, Za terdag-en Zondagsavond zit het/'stompvol met be zoekers I In de week koimen de gewone stamgasten. ■Ik zou haast het verschrikkelijk woord gaan ge bruiken, dat men.... aan 'den ooblog 'gewend raakt, gruwzaam begrip, dat men alleen door het bekende assimilatievermogen -van, den 'mensch kan verkla- ren! Leed is er in overvloed, beproeving in allerlei mate. Doch boven dat alles geldt voor den Duitscher het hei! van zijn land; hij heeft in Jde afgeloopen maanden gevoeld, dat mén zijn land onrecht aan doet en hij 'wil ervoor lijden! En men moge over 'oorlog denken, hoe men wil, in die gTOote, in die almachtige vaderlandsliefde schuilt'toch ook veel' schoon»! KEN NIEUWE MILITAIRE MAATREGEI* Men meldt uit Oldenz&al: Duitschland verbiedt-aan alle mannen in den leef tijd van zeventien tot'vijf-en-veertig jaar, het land te verlaten. Te Benthéim werden heden zeventien personen aanlgëhouden. AVONTUUR VAN EEN DUIKBOOT. Een oorlogscorrespondent van de „Vorwarts heeft den commandant van een Duitsche duikboot-gespro ken, die hem oa.. vertelde, hoe hij eens ternauwer nood aan het grootste gevaar is ontsnapt. Midden in het vijandelijke oorlogsgebied werd hem eensklaps het kompas stukgeschoten. Zonder verbinding mot andere Duitsche schepen, ver van de Duitsche kust verwijderd, dreef de duikboot doelloos rond, niet in staat onder, noch boven den weg naar het vader land terug te vinden. Na eenigen tijd-kreeg hU-voe ling met een Duitsch station vopr draodlooze tele grafie, 1'lotseling wist menin Duitschland, dat daar ginds, honderden mijlen verwijderd een van de kleine grijze -vissollen hulpeloos rondzwom. Wat tc doen? Het was onmogelijk een kruiser of een torpe doboot ie hulp te zenden; doch eindelijk verklaarde oen vlieger van de marine zich bereid, de duikboot op te zoeken. Hij 'vloog weg "van de kust over vij and olijke verkenning8booten, over vijandelijke eeka len te," zeide zij zacht. Zij sprak het niet uit, maar Ilse verstond der on uitgesproken woorden, die hadden moeten -volgen: „Het is de laatiste die ik zal beleven." Ilse wischte ongomerkt-een paar tranen weg. Om haar zuster niets te laten merken zocht -zij vlug een paar boeken uit de kasfc en legde die op -lrma's bed. „Hier, kleine blauwkous! Dat heb "Je toch het liefste. Hoe kan men nu den heeien dag lezen!"' „Als ik lees, laat ik een ander voör mij denken," antwoordde ïrma rustig. „Het is een weldaad. Zelf to denken doet zoo'n pijn." Ilse zwopg. De stem weigerde haar den dienst. Zij had het streng bewaarde geheim harer zuster roeds lang geraden. Irma had haar man nog altijd lief oven krachtig cn hartetochtelijk als op den eersten dag. Zijn koelheid en onverschilligheid -brak haar bet hart. Maar 'zij was -te trotsch, om ook maar door een zucht te klagen. Dikwijls zag Ilse den onrustig luisterenden blik in lrma's oogen, als buiten iKurfs schreden hoor baar werden. Zij zag dan net bleeke gezicht door een hoopvol blosje herleven; het ontmoedigende -ver- bleeken der trekken, het teleurgestelde terugvallen dér teedere gesta'te, als de voetstappen 'haar deur voorbijgingen. Als Kurt echter werkelijk eens bij de zieke bin nentrad en naar haar 'toestand vroeg, dan was lr ma's 'toon even rustig als den zijne- 'Zij verzócht heim nooit om te blijven. Boog hij zich over haar heen, om haar te kussen, dan wendde zij het hoofd af, zoodat zijn lippen alleen 'beur haar beroerden. Ilse voe'de meermalen 'een gloeienden toorn te gen Kurt in zich opkomen. Kon hij dan niet raden, wat er in Irma omging! Waar zij, de zuster, het reeds lang had bemerkt! Hij was toch lrma's echt genoot! Hij moest toch deze gesloten, zeer gevoe lige natuur kennen! Was het 'te veel, 'om eens de moeite te doen over Irma na te denken? Als zij er eens met fhem over sprak? Maar wat konden zijn afgedwongen liefdcsbewijzen helpen? Het fijne oor'van Irma zou maar al te duidelijk den gemaakt bezorgden toon ontdekken. Onwillekeurig kwam er in het verkeer van Hse met Kurt een zekere prikkelbaarheid te voorschijn, die zij niet kon onderdrukken. Hij brak zich het hoofd, om de oorzaak.te vin- _jn, van haar koelheid. Zou Irma tegen'hem intri- gueeren en in Ilse met alle macht de herinnering dors, tot hij 'op de aaügegeven plaats de duikboot vond. De vlieger daalde tot bijna op het water neer oen paar toeroepen, een hoera eon paar signalen met Ylaggen dan draalde hij zich langzaam om en do grijze visch volgde het 6poor van don witten vogel, tot beide eindelijk de Yaderlandsche kust italïaansche voorzorgen. Uit Berlijn, 13 September. De militaire medewer ker van de Gorriera'della Sera publiceert zijn vijf de artikel over hot afgeloopen oorlogsjaar, waarin hij betoogt, dat de Entente in het 'einde zal over winnen, Niettemin, meent hij, dat Italië zich moet dekken tegen d9 mogelijkheid, dat Duitschland reeds eerder met gToote macht Italië zou overvallen en hij raadt dringend aan, dat Italië zich op verdedi ging zal voorbereiden, al wil hij hot tegenwoordig agressief optreden niet afkeuren. Men dient reed» nu langs do grens heel veel loopgraven'aan to log gen. De forten zijn, volgens den schrijver, niet be stand tegen moderne 'artillerie. Alles wat spade fcn houweel kan banteeren, moet meewerken; loop graaf achter loopgraaf moet ontstaan cn met veel geschut worden voorzien. Men 'moet den Duitschen aanval vóór zijn, anders is het te laat. de handel van engeland. In een artikel over de blijvende! voorspoed op han delsgebied als voornaamste voorwaarde waarop En geland in staat zal zijn bij voortduring zijn bond- genooten in ruime mate financieel-te steunen, 'geeft de Westminster Gazette bizonderheden omtrent de steeds toenemende bedrijvigheid in -de haven van LoDden, en zegt, dat daardoor elk, die neerslachtig mocht zijn over den terugtocht dei- Russon uit Polon moet worden bemoedigd. 1 Voor eengroot deel is, volgens het blad, 'deze toeneming van dén handel te danken aan „do stille vermeerdering van den handel der groote Duit sche havens, waarvan onze oommundqué's niet rep-, pen, maar 'die niettemin teen veel doodelijker slag zijn voor Duitschland's hulpbronnen en prestige 'dan de ontruiming van Polen voor de bondgenooten kan zijn." De goederen, die 'het overvloedigst zijn in de havens, zijn juist die, waarbij het volk 't meeste belang heeft, nl. granen, vleesch en wol. De eerste zeven maanden van 'dit jaar zijn 255.000 ton wol in de have» van Londen ingevoerd, tegen 161.000 'ton in hetzelfde tijdvak van 1914. De ^vaarde van het thans meer ingevoerde, 'dat bijna geheel aan vijan delijke havens is onttrokken, is <12 millioen pond. Voor graan zijn de cijfers 1.442.000 ton tegen een hoeveelheid van 1.183.000 ton vorig jaar. De graan voorraden zijn thans driemaal zoo 'groot als toen de oorlog begon. Do toeneming'in den invoer van vleesch bedraagt 22.000 ton. Ten aanzien vain hout* dat veel komt uit -het oor logsgebied, was men aanvankelijk eenigszins be zorgd, maar dat is nu -voorbij.' Er komen veel schepen van Zweden en Archangel en het aantal houtschepen 'was de 'vorige ma^and zoo groot, dat vele te Gravesenüc moesten wachten -op ligplaats. De invoer van zachte houtsoorten is dit jaar het hoogst geweest-sedert 1909.' De invoer van thee-Is in'do«eerste zeven maan den mot 20.000 ton toegenomen, de -hoeveelheden koffie, die 'te Londen aankomen, zijn grooter dan in jaren 't geval is geweest; do "voorraad koffie is mot 40 procent gestegen. Dit komt in -hoofdzaak, omdat de haven van Hamburg niet toegankelijk is. Nu uit Smirna geen 'tapijten en-gedroogde vrach ten worden aangevoerd, maakt mon in Indiö do tapijten na voor Mi van de prijken en Zuid-Afrika en Californië zullen gedroogde -vruchten leveren. afstanden. Wij volgen op onze kaarten werd er ooit zoo veel aan aardrijkskunde gedaan als in het laatste jaar? de oprukkende beweging dor Duitsche cn aan Ortzin levendig houden? Best mogelijk! Zijn ijverzucht spiègoldo hem duizend mogelijk heden vöor. Hoewel hij eiken dag zeer nauwkeurig den postzak onderzocht, kon er toch 'wel door een bode een brief naar binnen worden gesmokkeld, of zJJ konden elkaar toevallig ontmoeten! Als hij zijn liefde maar aan IlseTiad mogen ver klaren! Hij achtte er zich reeds toe in staat, 'den eigenwijzen, koudbloedlgen Ortzin, die haar-zoo ge makkelijk had opgegeven^ uit haar hart te verdrin- fen. Maar hij moest met bovenimenschelijke zelfbe- cersching ieder teedcr 'woord, eiken liefdevoilen, blik vermijden zoolang Irma leefde. Hij steundo.' i Vandaag had de dokter, hem de verzekering gege ven, dat lrma's kwaal, hoewel ongeneeslijk, niet ab soluut doodelijk was. Bij goede verpleging, groote oplettendheid en vermijding van elke opwinding, kon zij nog verscheidene maanden mistechien jaren leven. Ni'ettemin was bij een dergelijke hartkwaal ook een plotselinge 'dood niets ongewoons. Was het zoover met hem gekomen, dat hij -ver langde naar den dood zijner eigen vrouw? Ja, voor zichzelf kon 'hij het niet ontkennen. Hij wenschte haar'dood. lederen dag dat zij-nog leefde was een verlenging van zijn pijniging. Voor haar zelf was 't ook het beste, wat had zij aan'zulk een ellendig bestaan? Mistroostig zat bij aan zijn schrijftafel. Hij wilde den brief van Reitzenstein beantwopr- den, die hem vroeg of hij op een der komende dagen Glockenburg aan een deskundige wilde laten zien. Maar hij kwam tot geen besluit. Hoe, kon hij hij de ziekte zijner vrouw maatre gelen tot den verkoop nemen? Voorloopig was het voor hem afwachten. Hij zag 'I's© met haar grooten tuinhoed buiten staan. Hij opende het raam. „Wil 'je gaan wande len, Ilse?" 1 „Ja, Irma wenscht het" Plotseling kreeg'hij argwaan. Zou zij met Ortzin een afspraak hebben? „Waar ga je heen?" „Dat weet ik nog niet." „Mag ik Je vergezellen?" ..Neen, Kurt blijf thuis bij Irma. Zij heeft van nacht weer een aanval van hartezwakte gehad." Kurt fronste het voorhoofd. Irma, steeds weer Irmal (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1915 | | pagina 1