AUeieen Nieuws-
Hïïrtniih LuüiiTllal
WOENSDAG 22 SEPTEMBEH 1915.
SCHA61R
58ste Ja ar na nq. "c. 5664,
CODRANT.
Dit blad verschijnt viermaal per week Dinsdag, Woensdag,
Donderdag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 9 nre wor-
en -\ DVF1RTENTTEN in het eerst uitkomend nummer geplaatst.
UitgevergTRAPMAN Co.
SCHAGEN, LAAN D 5. - Int. Telenh. No. 20.
l'rija per jaar f 3.Per post f 3.6U. Losse nummers 5 cent
A DVFiKTKNTJEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ot
Groote lotters worden naar plaatsruimte berekend.
mobilisatie: en... verveling.
V. ll(amel) spreekt in de (oude) Amsterdammer
over den winter vijand1die 'onze weermacht in 't
komende seizoen bedreigt: de verveling. Het is een
geweldig moeilijk vraagstuk, want het betreft den
zwaarsten eisch, gesteld aan de geestdrift en het uit
houdingsvermogen van eenig volk onder de wapenen.
Hoe te voorzien voor al die uit het burgerlijke le
ven en uit hun burgerlijken werkkring gerukte
mennen, in 't gemis van hun eigen geregelden ar
beid; liet gemis Van het werk, hetwelk hun han
den en hun hoofden verstaan en 'waarmee zij zich
zelf en de- hunnen door "het leven slaan?
l'r-of Van Ha.mei schrijft:
De vraag is dus of het niet nootiig en mogelijk
is, meer dan tot dusver geschiedt, onze gemobili
seerden in staat te stellen althans een deel van bun
gewone werk of bedrijf weer waar te nemen; en den
dienst zoo te regelen, dat hieraan'in ruime mate te
gemoet gekomen wordt. Het gemakkelijkst zal dit
vallen Lij de troepengedeelten, welke, betrekkelijk
kort van huis gelegerd, eenvoudig door een doel
matig ingerichte dagindeeling reeds voor een be
langrijk deel aan hun burgerleven kunnen worden
teruggegeven. Moeilijker, daar, waar de afstanden
groot zijn, en Waar misschien bizondere arbeidsor
ganisatie noc(dig zou zijn. Dit moge zeer ingrijpend
lijken in de militaire •Verhoudingen, doch men telle
t. ch ook het gewicht 'van het vraagstuk niet 'te
licht. Juist bij een vermoedelijk nog langdnrigen
mobilisatiebestand zal zich ook op deze manier het
militaire leven moeten weten in-te schakelen in het
burgerlijke, econpmische bestaan.
Voor mij ligt een belangwekkende officiëele nota
0-' trc-nt' cursussen en leergangen van allerlei slag,
welke men dezen winter, zelfs ook onder dienst
uren, voor de troepengedeelten wil doen houden, en
waarycor alle mogelijke aandrang wordt uitgeoe
fend.
Een bewijs hoezeer ook de leiders van on9 leger
reeds aan de bezwaren van den komenden winter
voor het militaire leven denken. En ongetwijfeld
zullen die bemoeiingen voor de algemeens ontwik-
keling van allerlei nut kunnen "zijn.
Maar men neme toch dit aan: dat de meeste van
onze jongens en heeren in de forten en in de •'stel
lingen, met 1 e er e n in den gTond van-hun gemoed
niet geholpen zullen zijn. Zij zijn over de jaren been
waarin het enkele „in zich opnemen, van onderwijs"
mg voldoende boeit en bevredigt. Zij zijn in den
tijd, dat geen bezigheid, den eisch van werk
zaamheid kan vervangen.
En wat geeft het, of-men iemand een cursus geeft
in dubbel-boekhouden, indien hij weet dat hij tege
lijkertijd thuis zijn zaakje moet 'laten verloopen?
Dat men bij wijze van tijdpasseering algebra, En-
gelsch of kennis'van, uitheemsche volken voordraagt
aan mensehen, die boven alles naar hun dagelijk-
sche bezigheden en dagelijksche kostwinning ver
langen? Hoe goed bedoeld ook, kan hierin dus het
zwaartepunt niet worden gezpeht.
Evenmin kan dit het geval zijn met de verschil
lende voortreffelijke- sportdepionstraties, ontspan -
ningsavonjden en wedstrijden, waarmede men de men
sohen zoekt te animeeren,. 'Ook deze wijken op 'den
langen duur te zeer van het leven 'af, om op zich
zelf do levenslust te onderhouden.
En zoo blijft de vrees over, dat een al te belang
rijk deel van 'den tijd van ons jonge mannenge
slacht, onder dienst, zich zal vullep-met het gebrui
kelijk „lummelen" en „kankeren", waarvan het ze
ker niet gewensebt is, den toch reeds voldoenden
reserve-voorraad te vermeerderen!
Eén ding is zeker, dat in 'deze niet de militaire
autoriteiten alles kunnen doen. Het hangt voor een
groot deel af van de burgerij, van ondernemers,
werkgevers en organisatoren, in hoever in dezen
iets tot stand zal worden gebracht. De werkgever,
die de gelegenheid opent 'voor „halve dagen"; de
ondernemer, die zijn be'drijf weet aan te passen aan
de hier geschetste behoeften; de organisator, die de
oplossingen weet te bedenken om'het militaire win
terleven te combineeren* met eenig burgerlijk be
drijfsleven, zij zullen ongetwijfeld aan onzeloger-
autoriteiten, aan'onze volkskracht en aan ons land
allergrootste diensten -kunnen bewijzen.
^Mits het legerbestuur tevens over- verschillende
bewaren heenstapt, om deze aanpassing te bevor
deren
En zoo zullen, met klaar besef van de dreigende
gevaren, de handen ineen moeten worden geslage#
en de maatregelen moeten worden gevonden, om ons
tijdig te weer te stellen tegen den vijand, die ons
anders inwenldig besluipen zou.
Binnenlandsch Nieuws.
RAAD VAN ZIJPE.
Vergadering op Dinsdag 21 September 1915, des
morgens half 11 uur. Afwezig de heer Mann met
kennisgeving.
Na opening dor vergadering deelt voorzitter mede,
dat de notulen nog niet gereed'zijn.
Verschillende afschrijvingen, Hoofdelijken Omslag
worden goedgekeurd.
Komt vervolgens aan de 'orde het verzoek der
heeren Jimmink en Blaauw, telefoonkantoorhouders
te Schagerbrug en 't Zand, om een gratificatie, voor
het meerdere werk gedurende de mobilisatie. B. en
W. hadden op dit verzoek afwijzend willen aavisee-
ren, omdat zij meenden dat dit verzoek thuis be
hoorde bij de Directie der Posterijen en Telegra
fie. Maar er was een'schrijven ingekomen van den
Minister van Oorlog plus-een bedrag van f 48.75, 'mej
verzoek dit te willen uitreiken aan de -telefoon-
houders te 't Zand en Schagerbrug, vooj- hun meer
dere werkzaamheden gedurende het 'tijdvak Augus
tus tot einde December 1914; f 24.75 voor Schager
brug en f 24 voor 't Zand. Wordt algemeen "goedge
vonden het verzoek voor kennisgeving aan te nemen.
Wordt meegedeeld, dat de'heer J. Harp tegen 15
September als tijdelijk ^onderwijzer te Burgerbrug
is opgetreden.
Volgt de rekening der Gemeente, die zooals bekend
de vorige vergadering niet door den Raad is goed-
gekeuid. Voorzitter deelt mee, dat zijn eerste idee
w-s- geweest, de rekening niet goedgekeurd aan
Ged. Staten op te 'zenden, omdat deze de rekening
vaststellen. Spreker heeft over deze zaak een on
derhoud gehad met den Commissaris der Koningin ei
naar aanleiding daarvan heeft spr. deze vergadering
belegd en vooraf een bijeenkomst gehad met de
comu issie die Leiast was met het'nazien dezer re
kening en daarover in de vorige vergadering rap
port heeft uitgebracht. Spr. heeft de kwestie nu
met de commissie nader besproken en toegelicht.
Spr. geeft nu het woord aan de 'commissie.
De heer Raat zegt, dat het allen heeren hekend
is, dat wij een uitnoodiging van den 'Burgemeester
hebben ontvangen, om deze vergadering bij te wo
nen, en dat de commissie vooraf een bespreking
heeft gehad met den 'Burgemeester over di niet-
gc edgekeurde rekening. Spr. wil deze kwestie niet
meer in ai'e finesses behandelen, daar 'dit in de
vorige zitting voldoende is geschied. Het is bekend,
dat de commissie de vorige maal geadviseerd heej't
de rekening niet goed te keuren, omdat de commis
sie uitging van deze gedachte, dat door den gemeen
te-ontvanger uitbetalingen waren gedaan aan den
Burgemeester, die niet hadden behoor en. te worden
gedaan. Daarover heeft de commissie, die voor een
moeilijk feit stond, inlichtingen gevraagd 'aan den
Burgemeester, die deze heeft geweigerd. Spr. moet
nu zeggen te zijn de minderheid der commissie. Spr.
is op zijn standpunt blijven staan en meent ook nu
de rekening niet tte mogen goedkeuren.
Do heer Appel, eveneens lid der commissie, zegt,
dat d° commissie de gemeenterekening en "beschei
den heeft nagezien en daarbij 3 k 4 stukken te heb
ben gevonden, die door mijnheer De Moor waren
geteekend. Dat was de commissie duister en daar
over is inlichting en opheldering gevraagd in 'de
laatste raadsvergadering en deze inlichtingen zijn
door IT, Mijnheervde Burgemeester, geweigerd. - Van
morgen beeft de commissie 'weer met den Burge
meester vergaderd en toen is de opheldering geko
men, en ik meen ook wel te mogen spreken namens
mijn medelid den heer 'Groot, als ik zeg, dat wij met
die opheldering accoord gaan en dientengevolge ad-
viseeren de rekening goed te keuren.-
De heer 'Groot beaamt dit.
De heer Hooij zegt, dat de Raad wordt geplaatst
voor een moeilijk geval. De voorzitter zegt ons, dat
hij bij den Commissaris der Koningin is geweest,
maar hij vertelt ons niet 'wat of die Commissaris
der Koningin heeft gezegd, 'ook niet wat de Burge
meester daar heeft meegedeeld. Weet de Commis
saris dat bij deze gemeente-rekening mandaten zijn
die door den Burgemeester eq Secretaris alleen zijn
geteekend.
De heer 'Slot secretaris, protesteert tegen de be
wering, dat bij mandaten zou hebben geteekend.
De heer Hooij: ^goed, dan toch onvoldoende ge
teekend, door den Burgemeester alleen.
De heer Slot: neen, ook dat niet, de mandaten
(zij worden den heer 'Hooij getoond) zijn geheel
volgens de wet geteekend.
De heer Hooij beaamt dit, na Inzage, volkomen
en begrijpt niet, hoe 'de leden der commissie dan
zoo kunnen spreken. In de vorige zitting 'en nu nog
door den heer Appel, is gezegd, dat er 3 i stuk
ken waren, alleen door Burgemeester geteekend.
De heer Slot: 'het zijn regelmatige bevelschrif
ten.
De heer Hooij: volkomen juist. Maar het is spr.'s
schuld niet, als hij in deze verkeerd is. De heeren
moeten zich dan beter uitdrukken. De mandaten zijn
mede geteekend door een wethouder, dus conform
de wet. Zooals gezegd, vervolgt spr., dat 'is mijn
schuld niet, maar het doet aan de zaak minder af.
De zaak is deze: spr. gelooft wel, dat Burgemees
ter die reizen heeft gedaan 'in bet belang der ge
meente, maar dat mag en kan geen reden zijn, om
dat voor den Raad te verzwijgen, voorzitter had
den Raad op de hoogte behooren te brengen. De
Raad toch is, volgens de Grondwet, het hoofd der
gemeente en als zoodanig behooren B. en W. den
Raad ook te behandelen. Waarom zou voorzitter
niet aaD den Raad zeggen zóó en zóó staan de zaken,
zoo behoort het. Het is niet een finaaeiëele zaak van
B. en W. of van den voorzitter, maar van den Raad.
't Is uw eigen schuld, dat de 2aak zoo geloopen
is. Spr. herinnert er nog aan, dat onder den vorigen
Burgemeester ook iets dergelijks is giebeurd en dat
het toen duist de heer De Moor was, die er een
eind aan maakte. Dat strekte u, zegt spr., tot eer,
en nu doet u, al is bet in mindere 'mate, hetzelfde.
Spr. herinnert aan de leening van f 12000, dit is
door B. en 'W. geheel buiten den Raad om ge
schied en het is toch de Raad, die voor de finan
ciën moet zorgen; en. het is jamnier, *dat in die on
gelukkige zitting van 4 Augustus de Raad niet hel
derder van geest was. Hij had die f 12000 niet moe
ten goedkeuren, dan had er een eind aan de zaak
gemaakt geworden.
Voorzitter licht toe, dat 'de gemeente bezig was
f 12000 te leenen en dat verschillende inrichtingen
aangeboden hadden voor 4% 5% te leenen. Toen
brak de oorlog uit en dag op dag kwamen de be
richten in, dat de aanbiedingen werden ingetrok
ken. De gemeente moest geld hebben, de aannemer
kon zeggen: het werk is -klaar en ik wil n\,,n gelid
hebben. Dat dit niet is geschied, konden -B. en W.
toen niet weten. Het had anders kunnen gebeuren
en B. en W. moesten dus zorgen gedekt le zijn. 't
Was toen noodig, dat B. en W. spoedeischend han
delden en moesten ingrijpen. Men kan nu zeggen:
B. en W. hadden den Raad moeten bijeenroepen,
maar dat kon niet. Toen zijn we-naar Den Haag ge
gaan en hebben het geld gekregen. Op die reis zijn
natuurlijk uitgaven gedaan, maar het was toch in
het belang der gemeente 'dat gehandeld wend. En 't
gaat niel aan, den Raad telkens bijeen 'te roepen,
dan voor dit, dan voor dat.
De beer Hooij: dat wordt ook niet verlangd.
Voorzitter: en ik heb 'van de zaak mededeeling
gedaan. Dit en dat is er gebeurd, en het -was dus
den heeren bekend.
De heer Hooij: de Ra^d van de Zijpe is niet zoo
akelig, dat bij niet zou goedvinden, dat de Burge
meester. naar Den Haag ■ging voor de gemeente. Dat
is niel. de bedoeling. Maai- lator had 'van die reis
en wat er gebeurd was, mededeeling aan den Raad
gedaan moeten worden.
Voorzitter: dat is gedaan.
De heer 'Hooij: dat had moeten geschieden in
openbare verg dering, niet als de zitting gesloten is,
en u tus alles en neg wal 'kan vertellen. Dan is
het eenvoudig een koffiepraatje. We behandelen de
zaken hier niet voor u, niet voor ons, maar voor de
nensehen in de gemeente, en die hebben het volle
recht "te eischen om te weten wat hier gebeurt. Bet
moet maar niet gebeuren 'zooals B. en W. dat
wenschen, dat is glad 'mis. De menschen hebben
recht op de zuivere en rechte waarheid.
Voorzitter: daar zie ik volstrekt niet tegen op.
De heer Raat wenscht nog oen kleine 'opmerking
te maken. Spr. wijst er op, hoe de commissie die
de rekening der gemeente nazag, eenparig was in
haar oordeel, dat hLr uitgaven waren gedaan, die
niet in orde waren en toelichting daarover zeer ge-
wenscht was. Het is nu wel een klein bedrag, maar
bij dezen gang van zaken kan er ook een groot be
drag woeden uitgegeven op deze wijze, en dat is in
strijd met de wet. En dat kan ik niet goedkeuren.
Voorzitter: er is niets in strijd met de wet. Het
is geheel geschied zooals de wet dat wil. Maar do
zaak is nu voldoende besproken, of wenscht nog
iemand iets te zeggen?"
De. heer Hooij: ik zal vóór de goedkeuring der
rekening stemmen, maar wilt u mij dan beloven,
voorzitter, dat zooiets niet meer zal voorkomen en
u bij voorkomende gevallen de raadsleden in open
bare zitting mededeeling zal 'doen?
\oorzitter: Ik wil alles meedeelen, ook in open
bare zitting. Als ik daar 'op tegen was, zou ik den
schijn op mij laden, dat ik wat achterbaks had te
houden.
De heer 'Hooij: maar het is nu toch niet ge
beurd.
Voorzitter: 't is 'wél gebeurd.
De heer Hooij: niet in openbare vergadering.
Voorzitter: ik kan toch in openbare vergadering
niet steeds zeggen: ik ben naar Den Ilaag 'geweest,
ik ben naar Amsterdam geweest?
De heer Hooij: -dat wordt niet geëischt, alleen dat
u van de feiten mededeeling doet.
Voorzitter belooft dit. 1
De rekening -wordt nu voorloopig goedgekeurd
met alleen den heer Raat tegen.
Een suppletoire begrooting, noodig voor de school
verbouwing te 't Zand, wordt goedgekeurd.
Voorzitter deelt mede, dat de aannemer -nu ein
delijk militieverlof heeft 'gekregen en aan het bou
wen direct begonnen-is.
De heer Raat zegt, dat spr. en meerdere meel
handelaars indertijd tarwemeel voor de gemeente
hebben gekocht, om aan de burgers op meelkaarten
te verknopen. Nu komt heit voor, dat de meelkaarten
ingeruild worden voor broodkaarten en nu blijft spr.
en ook anderen met hun meel zitten. Wal' moet spr.
nu met dit meel? Weer aan de gemeente terugzen
den, of het verwerken,?.
Voorzitter kan op deze vraag niet direct een
antwoord geven, zal informeeren.
De heer Raat vraagt dit in openbare zitting, op
dat ook de anderen zullen kunnen lezen, hoe te han
delen. Hierna sluiting.-
raad van barsingerhorn.
Vergadering op Dinsdag li September des mid
dags 2 uur. 1 i
De voorzitter, de heer K. Breebaart Dz„ opent de
vergadering en deelt mee, dat de secretaris, de heer
P. Bronder, afwezig is wegens ongesteldheid. Dit is,
zegt spr., de eerste maal sinds de jaren dat de heer
Bronder secretaris is.
Het lezen der notulen wordt uitgesteld tot de vol
gende vergadering.
Do b mr Geertzema zal voor deze vergadering het
secretariaat waarnemen.
Aan de orde is benoeming onderwijzer te Kolhorn.
De openbare vergadering wordt geschorst. Na her
opening deelt voorzitter mee, dat de voordracht door
B. en W. opgemaakt, luidt: 1. C. M. Plcumn, Wad-
dinrveen; 2. H. N. Muts, Helder; 3. M. A. Bonneur,
Zaandam. De 'beer Plomp wordt benoemd met vijf
stemmen, de heer Muts bad 2 stemmen. Indiensttre
ding October a.s.
Bij de 'rondvraag informeert de heer De Groot of
voorzitter reeds mededeeling kon doen over het door
spr. in de vorige zitting genoemde huisje. Voorzitter
zegt, waar deze 'zitting een extra-vergadering is,
nu nog geen inlichtingen te hebben, maar de vol
gende zitting belooft hij te zullen gereed -zijn.
Hierna sluiting.
weringen.
Ook de tweede dag (Maandag) van de bloemen
tentoonstelling „Flora" te Den Oever had een prach
tig verloop. Den 'geheelen namiddag namen nog vele
personen een kijkje in „De Kapel". Des 'namiddags
werden door den heer C. V. Koorn -nog een 4-tal
orgelnummers gespeeld en door de heeren S. Bruul
en D. Verfaille enkele orgel- en vioolnummers. 'Op
verzoek werd door mej. G. Hegeman met 'begelei
ding van orgel en viool door de heeren S. Bruul en
D. Verfaille, nogmaals gezoDgen het boeiende lied
„Luid nog eens weer lief klokje". Terwijl 's avonds
als afscheid door 'de dames Grietje Bosker en A-
Verfaille zang, en door de heeren 'S. Bruul en D.
Verfaille (orgel en viool) 'nog ten beste werd gege
ven „Op marsch door Nederland". Ook dit -nummer
oogstte veel bijval en 'werd door 200 personen aan
gehoord. r
Om half tien wérd toen door den voorzitter, den
hoer M. Bosker, de tentoonstelling officiéél, met
dank voor aller medewerking gesloten.
anna paulowna.
Gevonden voorwerpen. Ter Secretarie der gemeen
te Anna Paulowna zijn inlichtingen te-bekomen om
trent een gevonden kinderportamonnaie.
van ewjckslu1s.
Zondagmiddag 19 dezer waren 'de leden van „Vis-
schersbelangen" wederom in spoedvergadering bij-
oengeroepen, voorzoover deze althans belang hebben
bij do krabbenJvisscherij en de daarvoor af te slui
ten leveringscontracten.
De vergadering was best. bezocht. Alle-belangheb
benden op één na'waren aanwezig.
De voorzitter, 'de heer C. F. "Siewers, opont de
vergadering, spreekt zijn vreugde uit-over de groo
te belangstelling 'en deelt hierop mede, dat, volgens
het op de vergadering van vorige wenk genomen
besluit, door den secretaris een schrijven is gericht
aan het Wieringer '„Visschersfonds", waarbij ver
zocht werd, dat het „Visschersfonds" -een vergade
ring op heden te Wieringen zou uitschrijven, waar
bij de kwestie inzake het teekenen der krabbenlcve-
ringscontracten nog eens goed onder de oogen kon
worden gezien. Het bestuur van het Wieringer „Viè-
schersfonds" heeft echter de -groote vriendelijkheid
gehad, om op dit schrijven met geen enkel wooid
te antwoorden. Trouwens wij zijn, wat betreft de
belangstelling der Wieringers in bun eigen 'zaak,
niet verwend. Onze in vorige vergadering benoem de
Commissie, die reeds deze week met de Directie der
N.V. Hollandsche Gonservenfabriek zou beginnen te
onderhandelen, heeft zich inmiddels van die taak ge
kweten en deze vergadering nu vërzocht bier te
gaan houden, opdat althans'de leden kunnen weten
hoe de zaken staan en welke positie onze voreeni-
ging in deze heeft in te nemen.-Voorzitter zal daar
om aan 1 edoeide Com missie het wooid verleeneu
waarna de leden hunne beslissing kunnen nemen.
Deze Commissie, bestaande uit de leden K. Keu
ris -Az„ S. Hoogmoed en W. de Smit, benevens J'.
Keuris Az., die persoonlijk eenige aangelegenheden
met den'Directeur der N.V. hëbbende af to maken,
mede tegenwoordig was geweest, brengt hierop, voor
namelijk bij monde van eerstgenoemde, verslag uit
over het met den Directeur en de aandeelhouders
gevoerde onderhoud.
De heer Keuris dan wenscht allereerst te con-
stateeren, dat de bezwaren, welke de vorige week
hier gerezen zijn, en waarvan men hoopte, dat de
firma, indien zij daarop zou worden -gewezen, deze
wel zou willen'inwilligen, niet alleen gebleken zijn
werkelijk te bestaan, 'doch dat zij nog 'véél grootër
zijn, dan eerst werd vermoed en dat bovendien de
heeren aandeelhouders beslist ongeneigd zijn, om
eenigszins betere bepalingen te -maken. Slechts op
één puDt wenschte men toenadering to geven, nl. wal
betreft de eerste bepaling, waarbij de visschers
zich o.a. verplichten allo krabben door hen gevan
gen, aan de firma te verkoopen. Waar zich gevallen
kunnen voordoen^ dat de gevangen krabben onirno-
gelijk behouden kunnen worden, wenschte men
hiervan vrijstelling, indien force majeur aanwezig
mocht zijn. Ook de-firma had zflch in de vierde be
paling force majeur (overmacht) voorbehouden en
meeDde men dus ook voor de visschers hierop recht
te hebben. Door de firma was na herhaalden aan
drang dan ook toegezegd, dat zij, hoewel het con
tract ook te dien opzichte ongewijzigd zou blijven,
toch wel geneigd was een schriftelijke verklaring
aan de contractanten te geven, waarin het gevraagde
werd toegezegd.-
Overigens wilde men van geen toegeven weten. De
Commissie was begonnen met te wijzen op dea lan
gen duur van het contract en den betrekkelijk go-
ringen prijs, welke dat lange tijdvak In aanmer
king genomen, werd toegezegd. Bleek al heel spoe
dig, dat men er niet in zou slagen, hierin verande
ring te verkrijgen, men hoopte toch de overige be
palingen zoo vervormd te-krijgen, dat de verbinding
van 10 jaar niet al te zeer zou drukken. Speciaal
de tweede bepaling, welke luidt: „De krabben moe
ten levend en vrij van andere dierlijke of plantaar
dige voorwerpen worden geleverd aan het schip,
dat door en voor rekening van den ondergeteekende
ter andere zijde voor het vervoer naar de fabriek
zal zijn aangewezen", welke bepaling voor vele vis
schers eén strop kan worden, indien daarbij tevens
niet wordt bepaald, dat do sehipper-krabbonopbaler
dan ook verplicht is met niet langere tusschenpoo-
zen bij de visschers rond te kamen, als noodig is om
de krabben levend te houden en waarbij tevens dient
omschreven te worden, dat dat schip dan ook zoo
nabij mogelijk aan de plaats, 'waar de krabben zijn
opgeslagen, dient te komen, -wenschte men gewijzigd.
Hierdoor toch zou, bij rijke krabben vangsten, wan
neer deze te groote aanvoer zou komen, dm door de
fabriek te worden verwerkt, het aan de firma mo
gelijk zijn, vele der gecontracteerde yisscbers van
levering uit te schakelen. De schipper-ophaler be
hoefde clan slechts op voldoenden verren afstand van
hen te blijven. Voor de visschers te Van Ewijcksluis
die hunne krabben aan den wal bewaren, Vas dit
althans een zeer groot bezwaar. Maar -ook visschers,
welke op verren afstand, bijv. op „De Waard" of
„Stompe" visschen,-zouden meermalen bierdoor kun
nen ervaren, dat hunne krabben niet werden ge
haald. Wel is er eene bepaling in het contract,
waarbij de Vennootschap aan de wisschers toestaat
hunne krabben aan 'anderen te verkoopen, doch
slechts indien daarvoor door haar schriftelijke
vergunning is verleend. Natuurlijk behoeft men
die nooit te verwachten, zoolang de fabriek met vol
le kracht werkt, want daardoor zou zij zich zelve
concurrentie gaan aandoen. Deze laatste bepaling
zou dus waarschijnlijk slechts worden verleend als
de fabriek om een of andere reden niet kon -wer
ken. Te verwachten was dus. dat de visschers meer
malen bedrogen zouden uitkomen, doordien zij de
krabben, na ze eerst een paar dagen te-hebben be
waard, weer overboord moesten zetten. En hoewel
nu het laatste gedeelte van. de eerste bepaling deed
uitkomen, dat de firma den in het contract genoem
den prij3 voor alle gevangen krabben zou beta
len en het eerste gedeelte van de vijfde bepaling,
overtreding van de overeenkomst, onmiddellijk na
dat dit wettelijk zou zijn vastgesteld, voor elk feit
van overtreding een hoeto bepaalde van f 250, 'door
den overtreder aan den 'anderen contractant te be
talen, dit bad alles heel weinig te beteekenen, 'zoo
lang er, als bij dit contract, wanneer het slechts
goed gelezen werd, 'overal achterdeurtjes aanwe
zig waren, waaruit de finma bij niet-nakoming van
haar beloften, zou kunnen ontsnappen. De Commis
sie had dan ook al haar mogelijke best gedaan, om
de bedoelde bepalingen te verbeteren, doch stuitte
bierhij op de besliste 'onwilligheid der firma. De
meenmg der Commissie was dan ook in korte-woor
den deze, dat, hoewel do firma de-visschers voor tier
jaar aan zich wilde verplichten, zij voor zichzelve
alle recht behield, om de zaken te regelen, zooals zij
dat zelve wenschte. Heel duidelijk was dit uitge
komen bij de behandeling van de vierde bepaling;
toen de Commissie er op wees, dat de firma z ich
daarin wel verbond, hare fabriek en drooginrichting
zoodanig uit te breiden, dat daarin bij geregelden
aanvoer en zonder force majeure. twee mimoen KLr-
krabben verwerkt zouden kunnen worden, doch dat
hierbij heel niet stond vermeld, over welk tijdvak
dat zou plaats hebben. Toen had één'der heeren aan
deelhouders kort en duidelijk verklaard, dat zij zien
niet w.-nschten 'vast te loggen, bij welke meenmg
deze heer bleef, ook nadat er op was gewezen, dat
dan deze heele bepaling nietszeggend was.
De Commissie kon dan ook niet anders, dan 1-
haar leedwezen verklaren, dat ■'zij er niet in was