Aiüitti nieiis-
W O E N S D A G 27 OCTOBER I1!5.
58ste Jaarg ang. No. 5684.
UitgeversTRAPMAN Co.
EERSTE BLAD.
Bekendmakingen.
Raad Zijpe.
FEUILLETON.
HET GEHEIM VAN DE HERBERG.
EAU R
COURANT.
i it blad verschynt viorniaal por week: Dinsdag, Woonsdag,
tenderdag en Zaserdag. Bij inzonding tot 's morgens 9 ure wor-
i D^ERTENTFSïï in hec eerst uitkomend uummer geplaatst.
SCHAGEN, LAAN D 5. - Int. Teleoh. No. 20.
Prijs per 3 maanden f 0.85 per post f 1.-. Losse nummers 5 cent
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels met inbegip van bewijsno.
f 0.35, iedere regel meer 6 ct. Groote lott. worde» aaar plaatsr. berek*
Dit nummer bestaat uit tvrec bladen.
KOSTELOOZE INENTING.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente Scha-
gon u aken 'bekend, dat op Vrijdag, den 29 October
as, des voormiddags 'te .10 'uren, de gelegenheid
zal zijn opengesteld tot Ko'stelooze Inenting en Her-
inenting van de ingezetenen, die zich daartoe ten
huize van den plaatseiijken 'Geneesheer aanmelden.
Voor een juiste vermelding in de vaecinebewijfc.en
van de namen en 'geboortedatums der kinderen, is
het gewenscht dat bij de .aanmelding worden mede
gebracht trouwboekjes der Jouders of goboortefoe-
wijzen der 'kinderen,.
Schagen, den 23 October 1915.
De Burgemeester,
J. P. W. VAN DOORN.
Dg Secretaris,
ROGGEVEEN,
Vergadering op Dinsdag 26 October 1915, dos .mor
gens te bijna elf uur. Voorzitter de heer Jb. de
Moor, burgemeester; secretaris de, heer K. Slot.
Na opening der vergadering volgt 'de vraag of de
notulen werden goedgekeurd. De heer Hooij maakt-
op do notulen 'van, 7 September .de 'opmerking, dat
daarin niet vermeld staat, dat dé voorzitter de bei
de w ethouders over de goedkeuring der gemeênte-
rekening liet meestemmen en 'dit eerst na aanmer
king uit den Raad wijzigde.
Voorzitter erkent dat dit gebeurd is, maar de no
tulen bevatten volgens het. reglement van orde
aileen de zakelijke weergave van wat in den Raad
is behandeld.
De heer Hooij meent., dat dit1 zakelijelc zijn gren
zen heeft en meent, dat do notulen tenminste dui
delijk den geest der Vergadering dienen weer te
geven.
Voorzitter meent, dat als de Raad deze toevoe
ging wenscht* er 'niet9 op tegen is.
De heereo Raat en .Hooij verklaren zich vóór de
toevoeging, de andore heeron tegen.
Wat de notulen yan 23 September betreft, heeft
do heer 'Hooij nog een paar aanmerkingen en wel
over de kwestie wat betreft het intrekken van do
beschuldiging 'aangaande do mandaten, die alleen
door Burgemeester zouden zijn geteekeild. Volgens
mij, zegt de heer Hooij, staat dit puntje heel on
juist vermeld. Het krijgt, 'zooals het er n,u staat,
den schijn, alsof ik die beschuldiging zoo maar uit
de lucht had gegrepen. Toen bleek, dat de manda
ten juist waren geteekend heb ik er' op geweien, dat
mijn vergissing het gevolg was 'van het optreden
van den lieer Appel, lid der commissie mot het, na
zien der rekening belast, die in dezelfde raadszit
ting nog beweerde, dat een 4--of 5-tal mandaten al
leen door Burgemeester waren geteekend. Van dat
gezegde des heeren Appel staat in de notulen niets
vermeld en dat geeft aan de zaak een heel andere
wending.
Voorzitter meent dat de Raad do beslissing heeft,
of wat de heer Hooij opmerkt, juist 'is.
De heer Hooij zegt Jer voor te bedanken, om te
staan voor den. persoon, die een dergelijke beschul
diging maar zoo uit de lucht grijpt.
Voorzitter zegt, dat de beer Hooij hierin volko
men gelijk heeft. De heer Slot'zegt de-bewuste uit
drukking van den heer Appel niet te hebben ge
hoord.
De beer Hooij houdt 'vol, dat dit is geschied en
vervolgt, dat zijn volgende aanmerking óp'de.no
tulen''is, dat hij volgens die notulen zou hebben be
weerd, dat B. en-W. de geldleening van f 12000 zou
den hebben gesloten zonder de goedkeuring van den
Raad. Dit heeft spr. niet beweerd, want dat zou
geheel bezijden 'de waarheid zijD geweest, dat zou
spr. niet hebben kunnen zeggen, want die geldlee
ning is wel degelijk door den Raad goedgekeurd.
Maar men zal zich wel herinneren, dat spr. B. en
W. een verwijt ervan heeft gemaakt, dat werk van
de f 12000 te hebben doen uitvoeren, zonder den
Raad er in te kennen en ik voegde er nog aan
toe, dat het jammer was, dat de Raad die geld-
leeDing van f 12000 op 4 Augustus had goedgekeuid,
dat had niet moeten geschieden, dan hadden B.
en W. er leelijk mee gezeten. Me dunkt, een dui
delijk' bewijs, dat ik niet heb beweerd, wat in de
notulen staat.
De heer Mann wijst er op, hoe B. en W. ■'hier
hebben uitgevoerd wat hun door het Rijksschool-
toezicht was opgedragen 'uit .te voeren.
Juist, zegt de heer Hooij, 'daar 'ga ik Volkomen
imee aecoord. B. en W. waren daartoe bevoegd. Het
werk hadden 'zij kunnen doen uitvoeren, maar de
Raad had toch over de geldmiddelen te beslissen.
I En do Raad bad die handeling van B. en W. niet
i moeien goedkeuren, door-op 4 Augustus de leening
goed te keuren.
Voorzitter wijst, er op, dat hier zaken 'besproken
worden die buiten de orde zijn. Eén opmerking wil
spr. r.og maken en wel 'deae, dat hij het van den
heer Hooij al zeer vreemd -'vindt, hier te spreken,
dat B. en W. volkomen bevoegd waren tot de uit-
voering v.an het werk en toch de geldleening niet te
willen goedkeuren, om B. en W. ermee te laten zit
ten. Maap ter zake, zegt 'spr., moeten de notulen
'gewijzigd of niet?
De heeren Appel, Brak, Mann en de Wit verkla
ren zich tegen, wij1/iging, do andere heeren vóór, zoo
dat c!e notulen zullen worden gewijzigd 'in den zin
als de heer Hooij dat aangaf.
Van Ged. Staten was goedgekeurd terugontvangen
do 2e suppletoire begrooting 1915, verbouw school
Het Zand.
De laatste kasverificatie "Wees aan, dat in kas
was en moest zijn f 8277.05.
Een drietal afschrijvingen Hoofdelijken Omslag
werden goedgekeurd.
Benoeming lid Armbestuur, waarvoor bereids de
voordracht was ingekomen, 'werd aangehouden tot
de December-vcrgadering.
Was ingekomen 'een adres -'van den Proef- en
Schooltuin Kenneanerland te Alkmaar, om f 15. sub
sidie. Aangehouden.
Adres Afdeel ing Schagen Nederl. Onderwijzers-
Genootschap, om een duurte toeslag. Aangehouden.
Aan den beer J. A. C. Kruit, onderwijzer te Oude-
sluis, wordt op zijn verzoek, wegens vertrek naar
Indie, tegen 1 December eervol ontslag verleend.
Was ingekomen een adres van de Hoofden der
j Scholen en een adres van het verdere onderwijzend
personeel, om de salarissen te herzien en de regeling
in te voeren, die in 1912 door B. en W. was inge
diend. Dat voorstel is t<«en verworpen. 'Voorgesteld
werd toen voor hoofden van scholen een eindsalaris
I van f 1450, voor onderwijzers van f900. Eveneens
aangehouden, om naar B- en W. te worden gezon-
den om 'prae-advies.
Door B. en W. was een 'poging gedaan om voor
de gewenschte uitbreiding van de begraafplaats te
St. Maartensbrug een stukje -'grond te koopen van
den Polder Zijpe en Hazepoldel'. Was'nu bericht, dat
bet polderbestuur een gedeelte grond tot den grep
pel cadeau gaf. Dit aanbod werd door den Raad
gaarne, aanvaard. De heer Raat drong er bij B. en
W. op aan, om, nu deze zJaak weèr aan de orde
kwam, dat 03. en W. met de vroegere commissie
uit den Raad zouden willen, samenwerken >om te*
een goed geheel te komen,. Vooral omdat het werk
der begraafplaats niet zoo was uitgevoerid als de
commissie dit indertijd had'gewenscht.
Voorzitter verklaart zich tot samenwerking be-
9.
Ja, naar de Houtmarktstraat, 't Was wat moois.
Waar was die? Welke richting moest hij uit? Hey-
demann wist het inet geen mogelijkheid to zeggen.
Radeloos bleef hij staan. Van den hemel begonnen
de eerste druppels te vallen, de eerste boden van
een overvloedigen regen. De menschen op straat
kregen haast. Do paraplui es gingen omhoog .en een
elk haastte zich om onder beschermend dak te
komen.
Ja, welken kant 'uit? Hoydemann keek om zich
heen. Maar ja, daar stond een politieagent on Hey-
demann er op af en spoödjg was hij op de hoogte,
zat weldra dn een elcctrische tram en hot duurde
niet lang, of het terrein 'van den brand was door
hem bereikt. Maar waar was'dei brand nu? 'Er was
hier niemendal te zien. Alleen een massa men
schen, maar van vuur'of rook geen sprake. Nieuws
gierig stapte hij op1 een openstaande deur toe. Maar
heel ver kwam hij niet. of een politieagent snauw
de hem toe 'te blijven waar hij was. Spoedig had
Heydemann meegedeeld, 'dat hij Voor de courant
kwam en een, langs komende inspecteur bleek wel
zoo welwillend te zijn, om te vertellen wat er ge
beurd was. De inspecteur, die 'al heel spoedig aan
Heydemann had bemerkt, dat hij een nieuweling was
vertelde alles zoo duidelijk, dat het zoo kon wor
den opgeschreven, en gedrukt. 'Het was eén binnen
brandje geweest van heel weinig botoekenis, en.Hey
demann kon weer naar het redactiebureau terug.
En op den, tocht naar huis was Heydemann de ver
twijfeling nabij, want hoe moest hij nu dit voorval
onder woorden brengen? Wat moest hij nu voor
de courant schrijven? Hij 'dacht aan allerlei op dit
gobied wat hij gelezen'had en herinnerde zich nu,
dat. hij in school er wel eens een 'opstel over had
gemaakt, wat hem eeu goed cijfer had opgeleverd.
Op ciie manier zou hij bet nu maar schrijven
dacht bij en in zijn gedachten, werd het een schit
terend verhaal.
„Nu en hoe was het?'' >Toeg mijnheer Schultze
vriendelijk, toen Heydemann weer op het bureau
verscheen.
Heydemann 'berichtte wat er geschied was.
„Zoo, schrijf dat nu maar kort en bondig .op."
Een loopjongen moest Heydemann naar dé kal
mer van de berichtgevers brengen en-het was daar
dat Heydemann aan zijn verhaal begon. Hij schreef
en schreef, en het eene vel papier vulde zich na
het. andere.
Daar werd hij onderbroken door dercöelfden loop-
Jongen, die hem vroeg 'of mijnheer Schultze het
bericht kon krijgen. „Ik ben 'dadelijk klaar," ant
woordde Heydemann en schreef nog sneller, zoodat
zijn pen over het papier v'oog.
En nu was het dan ook eindelijk gereed. 'Met een
zekeren trots dat het werk zoo goed gelukt was,
stond hij op'en droeg zijn volgeschreven, bladzijden
naar Schultze.
„Mijn hemel, wat hebt u daar?" vroeg de redac
teur verbaasd, toen hij al dat papier zag.
„Het is het bericht," antwoordde Heydemann ver
klarend.
Schultze wierp een blik op de eerste bladzijde,
vloog toen met groote snelheid over bet overige
heen en lachte toen luid. „Neen, waarde heer, zoo
doet 'men bet "niet," zeide »>hij welwillend. „Bran
den komen hiér alle dagen voor en deze was van
weinig beteekenis." En bij ging zitten, nam de pen
en haalde den eenen 'regel na den andere door. Hij
scheen haast niet genoeg door te kunnen halen en
toen hij tenslotte gereed was, zeide -liij met vrien
delijken spot: „Daar, ziet u maar eens, wat er van
overgebleven is." j
Neen, veel was het niet, 'bijna zooveel als de in
specteur hem verteld bad Het was jammer 'van
de moeite, die er aan besteed was.
„Ja, alle 'begin is moeilijk," troostte de redac
teur, toen hij het verslagen gezicht van Heydemann
zag. „Ook het werk tot een courant beboerende,
moet geleerd worden. 'Overigens was ,uw bericht
lang niet slecht, alleen veel te lang."
Nu scheen de zaak voor den redacteur afgedaan.
Een groote stapel copieën, 'die nog,moest verwerkt
worden, lag voor hem. Hij begon dUs weer te wer
ken. Hij bemerkte niet, dat Heydemann was blijven
staan en op iets scheen 'te wachten.
Eerst na een poosje viel' hem dit op.-Min of meer
verbaasd vroeg hij: „Wenscht u nog iets, mijnheer
Heydemann?" f
reid, mits de commissie maai- niet het veeleischende
plan heeft als 'de directeur der begraafplaats, die
den heelen boel wil afgraven. (De heer Raat schudt
met bet hoofd.)
De heer Mann deelt mee, dat e» nu een teekening
wordt gemaakt van de bepraafplaats en na 't gereed
komen daarvan gaarne met de commissie te willen
samenwerken.
Voorzitter zegt, dat'er was ingekomen van J. Smit
te Alkmaar een schrijven, dat eigenlijk gericht was
aan den Raad en dat nu bij de ingekomen stukken
bad behooren te zijn. De man •vroeg of hij te Oude-
sluis met een palingkraam mocht Jstean. Dit be
hoorde eigenlijk gericht te zijn tot den Burgemees
ter en als Burgemeester heb ik den man daartoe
ook verlof gegeven. Dé zaak "had aldus zijn beslag
en was van weinig belang. Ik heb dien brief ver
scheurd, wat ik niet bad mogen doen, want die
brief bad bier ter tafel 'moeten komen. Zoo is de
zaak, die feitelijk van heel 'weinig beteekenis 'is.
De beer Hooij: de man. heeft zijn zin gehad en
nu is do zaak in orde.
Tot onderwijzeres aan 'do school te Schagerbitig
wordt met algemeene stemmen benoemd mejuffr.
C. de Vries.
De betalingen uit den post voor onvoorziene uit
gaven, groot f 46.07, worden, goedgekeurd.
De heer A. Buur, aannemer van de school te 't
Zand, had een adres gezonden 'met bet verzoek, om
door het duurdere materiaal dat hij had moeten ge
bruiken, 15% toeslag. Voorzitter deelde mee, dat
direct na de mobilisatie spr.'geprobeerd had om het
contract met Buur te verbreken. Maar toen wilde
deze er niets van weten en bad het werk zoo gTaag
gehouden en gevraagd of Burgemeester alle best
wilde doen om verlof uit den dienst voor hem te
krijgen. Dat verlof had hij eindelijk gekregen en
nu komt de man om 15% toeslag. Verder verklaren
B. en W., dat Buur vóór het uitbreken van den
oorlog de materialen reeds grootenjdeels in zijn-be
zit had.
De beer Raat is tegen 15% toeslag, het hoogste
dat Buur zou toekomen is 5% voor renteverlies. Het
verlof heeft hij niet direct gekregen, maar eerst
veel later en de-rente van het geld, benpodigd- vopb
het reeds aangekochte materiaal, is verloren ge
gaan.
De heer Mann zegt, dat wat Buur had aange
schaft, zeer miniem' was. Hét was een klein werkje,
waarin veel arbeid zat. Wat hij had aangekocht was
alleen wat hout en steenen. Renteverlies komt hier
dus niet in aanmerking. En-bovendien, enkele mate
rialen mogen duurder zijn, maar lang niet alle.
Met algemeene 'stemmen wordt op het verzoek
afwijzeDd beschikt. I
B. en W. hadden nu aanbesteding gehouden van
brandstoffen. De prijzen die ingekomen waren leken
B. en W. te hoog. Elders was geïnformeerd, maar
daar was het al niet beter. Toen was een brief
gekomen van den heer "J. Nieman, de laagste in
schrijver bij de aanbesteding, met de 'mededeéling
dat, als hem de leverantie werd gegund voor 5 jaar,
bij het dit 'jaar voor 'minder geld zou doen en de
volgende jaren tegen marktprijs.1
Voorzitter vraagt den, heer Kreijger, als eenig
deskundige, om advies.
De heer Kreijger'verklaart zich tegen het guruipn
voor 5 jaar. Spr. wijst er op,- hoe 'de brandstoffen-
handclarer- in de gemeente niet wisten wat het
Steun< zou doen'en daarom'hebben gewacht
met J inslag. Nieman heeft vroeg ingeslagen en
kan zoodoende goedkoop ver koopen. Ma%ar om nu
de andere brandstoffenhanöelaren in de gemeente
voor 5 jaa** uit 'te sluiten, dat gaat toch iüet op.
De heer Hooij wijst er op, hoe de andere hande
laren niet in de gelegenheid zijn geweest een aan
bod te doen als N'ien:mn, Als die hadden geweten
voor 5 jaar te kunnen leveren, dan hadden, zij mis
schien ook lager prijzen opgegeven. -Spr. is niet
tegen oen levering voor 2 of 3 jaar, maar danook
Ja zeker wenschte'hij nog iets. Rij meende dat
de redacteur het voornaamste vergeten had.
„Ik dacht," zeide Heydemann zeer schuchter, M't
honorarium dat betaald wordt
„O zoo meende Schultze „u wilt het geld
direct ontvangen,?"
Hij schreef een paar regels, riep een jongen en
beval dezen: „Breng dezen heer naar het secreta
riaat." En tot Heydemann zeide hij: „Gaat u maar
mee, in het secretariaat Hoort u dan wel meer."
Heydemann wilde heengaan. Maar plotseling keer
de hij om, een nieuwe gedachte was hem door het
hoofd gegaan, „Vergeef mij, mijnheer de redacteur,"
begon hij op 'smeekenden toon. 1
„Wat nu nog?" vroeg Schultze 'ongeduldig.
„Mijnheer, mag ik morgen en de volgende dagen
terugkomen?" vroeg hij 'met bevende 'stem.
„Waarvoor? Wat wilt u hier?"
„Misschien kon ik als Vandaag -weer wat verdie
nen,—. als het zoo voorkwam."
„O 'zoo, u bedoelt als berichtgever? Ik kan u
daarin niet aanmoedigen. Wij hebben hier verschei
dene heeren, die goed op de hoogte zijn, en nieuwe
berichtgevers kunnen wij werkelijk piet gebrui
ken."
„Ja, maar zooals u gezien hebt, was er vandaag
niemand aanwezig." merkte Heydemann op.
„Dat was een toeval het is vacantietijd."
„Misschien herhaalt zich dat toeval, en kan ik
een kleinigheid verdienen."
Schultze was een goed mensch en voelde onwil
lekeurig medelijden met den man die in één nacht
van rijkdom tot "de 'grootste armoede was verval
len. Bovendien'bewees wat hij geschreven had, dat
Heydemann een ontwikkeld man was.
„Nu, goed," zeide Schultze, 1,,'als u wilt komen,
kunt u naar de berichtgeverskamer gaan. Maar ik
beloof u niets en kan u geen hoop geven. Ik weet
niet of u werk zult' vinden, als u zich zelf den weg
niet baant en op eigen gelegenheid berichten zoekt.
Als u op een gunstig toeval wil wachten
O, hij wilde wachten,! Hij 'had niets 'te 'verzui
men.
En met een gevoel van geluk volgde hij den
jongen naar het secretariaat. j
In het huis van mevtrouw Driesens wachtten de
zusters '8 middags, tevergeefs op het verschijnen
ailen in de gelegenheid gesteld op dezelfde voor
waarden in te schrijven.
Hot voorstel van B. en W., om Nieman 5 jaar
de leverantie op te dragen, wordt verworpen. Al-
hen de heeren Mann on De Wft voor.
1 >e begrooting van het Weeshuis wordt goedge
keurd in ontvangst en uitgaaf op f6063.93. Dié van
het Armbestuur op f 14304.66, met een geaneente-
subsidie van f 8500.
De heer Raat had gedacht, dat het Armbestuur
dit jaar f 1000 minder subsidie zou aanvragen, maar
de post onderhoud eigonjdommen is'van f 1400" op
f 250(J gebracht.
Het blijkt, dat er bij het plaatsje Kweeklust een
boet moet worden gebouwd. De bcgrooting wordt
goedgekeurd.
Volgt de behandeling der Gemeentebegrooting en
is het eerst aan de orde het verzoek van den heer
J. J. de Boer, ambtenaar ter secretarie, om f 200
verhooging van salaris.
De heer Kreijger begint knet te zeggen, dat hij
het voorstel van B. en W., om dit "verzoek toe te
staan, niet kan goedkeuren. Als men een zoon'heeft,
die men wil laten leeren, om later een flinke positie
te hebben met weinig kosten, dan, doet men zijn
zoon bij de gemeente-administratie. Men klimt op
en klimt op en wordt later gemeentesecretaris op
een plattelandsgemeente en'hooft als zoodanig een
fatsoenlijke positie. B. en W. wijzen er in hun ad
vies op, dat de ouders er geld bij moeten leggen.
Welnu, ik vind, het mag dien ouders ook wed wat
waard zijn. Een jongmensch haalt hier 'op de se
cretarie zijn practische lessen, gaat naar Alkmaar
om wat theorie én kJaar is-ie voor een flinke po
sitie. Spr. begrijpt van dat vele werk hier op de- se
cretarie niet veel. Hij herinnert!'zich nog'heel goed,
hoe de secretaris, die nu hier aan de 'groene tafel
zit, bij zijn sollicitatie beweerde, het heel goed rnet
een tweeden aanbtenaar te kunnen afdoen. Later be
weert diezelfde secretaris, oen alleszins lsten amb
tenaar noedig te hebben, die hom moet kunnen ver
vangen. Toen ik dat boorde begreep ik het niet, nu
heb ik dat goede begrip gekregen. Die secretaris
is ook penningmeester van den polder en nu moet
hij wel een flink en kerel hebben, die hem kan ver
vangen en helpen aan het noodige werk -voor den
polder. Spr. 'begrijpt het 'niet, zooals gezegd, met
dat vele werk op de secretarie. Als we een openbare
vergadering hebben, dan is de secretaris hier, en op
de publieke tribune zit de le ambtenaar als verslag
gever eener e»erant de vergadering bij te wonen.
En de secretarie wordjf. waargenomen door 'n kind
van 12'jaar. Daar bcgrij& ik nu heelemaaJ niets van,
Spr. zal 'stemmen, tegen salarisvarhoograg.
De heer Hooij is het met den heer Kreijger eens
en het doet spr. genoegen, dat de héér Kreijger hier
zoo eeDS gesproken heeft B. en W. wijzen in het
advies op de verantwoordelijkheid, die op den len,
ambtenaar rust. 'Maar spr. dacht, dat de verant
woordelijkheid hier rustte op den secretaris en de
ambtenaar al heel weinig verantwoording had, dat
kan dus onmogelijk van eenige beteekenis zijn. Spr.
zegt, toen om een gratificatie werd gevraagd voor
den ambtenaar ter secretarie en de politie, te heb
ben tegengestemd en toen heeft do hoer Slot ook ge
sproken over het vet» werk en dat het zoo druk
was. Spr. brengt in herinnering, dat 'zijn broer
hier ook ambtenaar is geweest en ook veel werk
heeft gedaan 'voor geen hoog salaris. En het mag
niet worden vergete», dat toen mijn broer,-aldus
spr., ambtenaar hier was, Call anteoog ook nog hier
bij was. Daarbij was "de heer Bossen een oud man,
d e een zeer omslachtige 'administratie "had. -Slot
heeft die administratie zeer vereenvoudigd, 'wat
heel goed is, maar 'dan is het werk toch ook veel
minder geworden *en vroeger werd het- toch ook
gered door den secretaris en i ambtenaar.
In het advies van B. en W. staat, dat de ambte
naar niet toekan, meer kamerhuur inoet gewen, Mapr
weten B. en W.t «at 'de heer ;Slot i 100 aan den
van hun dagelijkschen gast Mevrouw 'Frederika
verdiepte zich in allerlei gewaagde gissingen over
h»t verblijf van Heydemann. Maer de tijd verstreek
en de tijd van koffiedrinken was reeds aangebro
ken, maar Heydemann kwam niet.
legen vijf uur verliet Edith het huis om zich
naar de school te begeven waar zij onderwijzeres
was. Op het oogenblik, dat zij de poort uitging,
hoorde zij haar naam roepen. Verwonderd draaide
zij zich om. Heydemann stond voor haar.
„Juffrouw Edith," zei hij ïmet een verlegen en
tegelijk verheugd lachje, waarbij zijn stem vanop
wind iDg trilde, „ik wilde u alleen zeggen, dat dat
ik vandaag mijn eerste geld verdiend heb. Zéfi mark
bier zijn ze,"
Edith keek verrast in zijn donkerrood gezicht
„Hoe hebt u dat geld verdiend?" vroeg zij.
„Ja ja. Het was bij toeval bij de courant
de Tagesbote. Ik heb hier op u 'gewacht om hei
u te zeggen."
■Zij bewoog het hoofd, zag heem met, een eigen-
aardigen blik aan, 'en een lachje gleed over haar
gezicht Haar lippen bewogen zich, als wilde zij
wat zeggen, 'maar zij zweeg. Zij scheen plotseling
groote haast te 'hebben, én zonder 'vorder iets te
zeggen, knikte zij hem toe en ging vlug heen.
Reeds vroeg in den morgen, op een uur, dat het
redactiepersoneel van een courant in een groote
stad nog koffiedronken, verscheen'Heydemann reeds
op bet bureau, en werd daar ontvanger, met ver
wondering en hoofdschudden van den kant der loop
jongens. Eerst nadat hij schuchter verklaarde, dat
mijnheer Scbultz hem 'had toegestaan in de kamer
der berichtgevers te vertoeven, wad hij in de
ruimte toegelaten.
En nu ging hij "zitten en wachtte, kwartier na
kwartier. De rust wérd door niets gestoord. Ten
slotte stond hij op en keek eens om zich heen-
Hij zag talrijke lessenaars, overal bedekt met pa
perassen, potloodèn en'inktvlekken. Groote inktpot
ten stonden op de lessenaars met de noodige pen
nen in de nabijheid. Dit was dus eeu der wv-ikpfaat-
sen, waar een 'courant gefabriceerd werd. 'Giste
ren had hij daar niet zoo op gelet,'maar thans ver
vulde hen dit alles met zekeren eerbied.
j 1 Wordt vervolgd.