Schager Courant
ZIJN VROUW,
Zaterdag 11 December 1915.
58sfe Jaargang No. 5710.
TWEEDE BLAD.
Tweede Kamer.
Den Haag, 9 December.
Het grootste deel van wat van de groene tafel
bij het groote politieke debat zou worden gezegd,
hebben wij achter den rug. De premier en minister
Treub hebben het woord gevoerd. En inderdaad is
reeds aanstonds bewaarheid bet woord van dr. De
Visser betreffen.de den wijsgeerig-blijmoedigen, toon,
die van he.t Kabinet-uitgaat, afgewisseld n,u en dam
door den „energisch-agressieven". In dien zin dan
opgevat, dat mr. Treub met vaste hand de «puntjes
op de i's heeft gezet. De Kamer weet nu, waaraan
zich te houden.
Toen de premier zijn rede aou voortzetten, of
beter gezegd: aanvangen, nadat hij gister-n iddag 'h.
paar gTOote lijnen had getrokken, bood de zaal
het gewone „aspect" van zulke „groote dagen,". Met
stampvolle tribunes. En gespannen aandacht, welke
nu en dan even verslapte; dan weer opleefde.
De heer Cort v. d. Linden heeft van ruim elf Uvr
tot c.c. kwart voor tweeën gesproken: ikort» krach
tig en, bondig saamvattend de reusachtige materie,
waarover het ging. Hij zette voorop, dat er geen
6prake is, bij dit Kabinet, van eenigen toeleg om
het Par'ement achteraf te zetten, Zooals dr. Bos h; d
gezegd. Voor een krachtige Regeering, a dus de
premier is'allereerst een krachtig Parlement noo-
dig. Zoowel ministerie als Kamer hebben gelijkelijk
te waken voor de vrijheden des volks. En dat ier
vertrouwen in dat volk wordt gesteld, 't 1 lijkt wel
het best uit den inhoud der ontwerpen-Grc ndwets-
herziening. Toen volgden ietwat Litteie woorden. I>
gang van zaken is zoo "langzaam, zei minister Gort
v. d. Linden. Dat is een groot euvel. Als het Parle
ment zoo dikwijls „zoek is", als collectief lichaam
dan zoo verslapt de regeerkracht; wordt de lust
der ministers ondermijnd. Dat is „een groote wonde
in bet parlementaire leven'". Er zijn, - zoo had 'n,
staatsman in ruste dezer dagen tot mr. Gort v. d.
Linden gezegd twee -gelukkige 'oogenblikkem
slechts in het leven van een minister. Te weten,:
als bij zijn portefeuille aanvaardt en.... wanneer hij
die overdraagt!... Er moet nu snel gehandeld? Voort
durende aanraking met de Kamer is voor de 'Regee
ring „eene physieke onmogelijkheid". Men, eische
niet meer dan in abnormale tijden bereikbaar is.
„Behandelt de dieren met zachtheid!" citeeide -de
premier onder generale vroolijkheid.
Wij moeten in neutraliteit onze kracht zoeken.
Wa' nog niet heteekemt, dat we ons angstig hebben
te \erschuilen. Dit ware in strijd met de beste tra-
dities van ons vo'k. Temidden van den gTóoten, ge
weldigen storm moeten wij' trachten onze onbevan
genheid te behouden. Geen krenking van een de,r
oorlogvoerenden, aan welke zijde 'die dan ook staat.
HiT kwam de premier op het geval-Schröder. 'En,
herhaalde Z.Exc. ongeveer wat minister Ort reeds
heeft gezegd. Vrijheid van drukpers worde hoog
gehouden, maar even kostbaar goed is: eerbied voor
de wet. Waar die geschonden is, heeft de rechter
te beslissen. Het buitenland wete aldus de pre
mier dat ook onpe pers onafhankelijk is van Re-
geerings-invloed. En dat, zonder „naar rechts of
naai' links" te kijken,- de eerbied voor de wet hier
wordt gehandhaafd.
Over de mobilisatie deed mr. Cort ;v. d. Lindlen
doorschemeren, dat overwogen wordt de mogelijk
heid of „de druk nog zou kunnen worden verlicht".
Over de mogelijke pogingen tot bemiddeling in de
werpldcrisis: wij moeten het oogenhlik afwachten,
waarop het begrip gaat zegevieren, dat Recht en
Beschaving meer gediend zijn door vredesonderhan
delingen dan door bloedvergieten. „Dan kan wellicht
door ten kleine natie een taak worden vervuld, die
niet zal worden afgewezen."
De oorzaken van den oorlog. De heer Schaper
weet in en zoekt die in militarisme, kapitalisme,
imperialisme. Maar stelt mr. Gort v. d. Linden
ertegenover de soc.-democraten gingen, en
gaan nog vol geestdrift ten strijde:.... Hij zoekt
de oorzaken van de groote botsing dieper; in oer
krachten. welke zich nu doen gelden, en waarvan,
men de kracht niet kende. De geschiedkundige dei-
toekomst zal over de werking dier oerkrachten bejt
zijne hebben, te schrijven.
Wat dj economische politiek betreft, waarvan
de premier slechts de groote lijnen had aan te
geven trok Z.Exc. een scherpe lijn tusschen eco
nomische en. belasting politiek, 't Zou averechtsche
FEUILLETON.
2.
1 hans was hij geheel tot'de werkelijkheid terug
gekeerd. Maar ontstepid was hij niet o neen,
daarvoor was zijn hart te gezond, zijn bloed te
friscb, en zijn verstand te helder. Neen, met vroo-
lijke oogen zag hij de toekomst in, hij vertrouwde
op zijn kracht en wil en dacht: '„AI ben ik ook geen
groote erfenis te wachten, zoo zal het 'ook gaan."
Langzaam ging hij verder en 'iet het rumoer van
het grootestadsleven over hem heen gaan.
Toen hij Aschinger voorbij kwam, bedacht hij, dat
zijn zuster vandaag niet thuis was en hij dus ergens
anders moest gaan eten.
Hij ging dus 'bij Aschinger in, at worst met sla,
verorberde een half dozijn broodjes, dronk een
gla3 bier en betaalde voor alles te zamen vijf-öa-
zeventig pfenning.
Toen hij een half uur later weer door de Frie-
drichstrasse ging, zagen de jonge daimes hem vol
bewondering aan, allen hielden hem voor een offi-
oier in burger en niemand vermoedde, dat hij boek
houder bij'Rudo'pb en Go. was en juist voor vijf-
en-zeventig pfenning zijn middagmaal gebruikt had.
Maar van clie bewonderende blikken zag hij niet
veel, zijn gedachten waren elders.
Steeds nog dacht hij 'aan de woorden van den
kleinen Lubke. Ja, zijn leven was tot dusver langs
een rechten weg gefeaan! Hij had niets gedaan, wat
niet eerst goed overlegd was, geen handeling ver-
rioht, waar hij geen 'profijt vaJn had getrokken)!
Praktisch was hij opgevoed, en vóóü al^es was helm
ingeprent: steeds de oogen open en, zien waar 'je
blijft!
En hij dacht aan zijn 'ouders, die nu reeds zoo
lang onder de groene zoden rustten, buiten op het
kleine dorpskerkhof. Hij zag de beide oudjes, hoe
zij zich tot aan hun einde plaagden en afjakkerden
om den eenen gulden 'bij den anderen te leggen, hij
zag hoo zij werkten en, 'steeds werkten, van den
vroegen morgen tot den, laten avond, en 'hij zag,
hoe zij zich langzamerhand een paar koeien aan-
taktiek zijn om de oorlogswinsten te beperken. Iets
anders is, natuur'ijk, dat den Staat daarvan een dc?el
toekomt.
i raktcments-verhooging kan de Regeering nog
sf"tdp met beloven. Ook niet voor de onderwijzers.
Mav *<jdelijkrt voorziening in den nood (duurte-toe-
slag) overweegt zij. De hoogere prijzen merkt
zij op zijn trouwens ook van. tijdelijken aard.
Eindelijk: de.binnenlandsche politiek. In de werk
wijze r'e" Kame" mengt de Regeering zich niet. Zij
doet niet aan „spoedbestelling", zooals de heer Lob
man 't uiltiru U. WDe Kamer „concentreere slechts
haar aandacht op de hoofdzaken". Zijn de voor
stellen tot On ndwetsherziening er bij het Parlement
door, dan zal 1-e* Kabinet, in haar schriftelijke ge>-
dachtenwisseling met den, Senaat, de zaken aldus
weten te regHon, dat er nog voordat de.ontbin
ding, door de Grondwet in zulk geval voorgeschre
ven plaats heeft, 't een en. ander kan worden af
gedaan. Zeker schuilt er Voor .sommiger gevoel iets
de-wel-stel'rnds, om 't zoo eens te noemen, in die
gedragslijn. Maar, alweer, wij leven „in een gigan-
tiscben tijd, waarin alle verhoudingen zich wijzi
gen", zooals minister Treub 't heden-middag uit
drukte.
Dat de uitvoering der sociale wetten vertraagd is,
betreurt de Regeering met velen. Maar zij leverde
spoedwerk; de wereldcrisis was oorzaak, dat alles
en nog wat in de war liep. Ten opzichte van de
verplichting, welke op het 'Kabinet zou rusten om
de Invaliditeitswet-Talma uit te voeren, zegt de pre
mier: dan moeten wij van de veronderstelling uit
gaan, dat Ket ontwerp-Ouderdomsrente zal worden
verworpen, 't Öeldt hier een formeele verplichting,
on anders nie1. Bij die woorden van den premier
kwam er gisting en beroea-ing 'in 'de Rechtsche ge
lederen. Maar de minister hield voet bij stuk'.'*
Van bet Bes*and zei Z.Exc., dat dit was een „vrij
willige tucht, dien het volk zich heeft opgelegd." De
Regeering 'koe daar dus geen eind aan maken. Van
„politieke speculatie" is geen sprake. Het karakter
van liet extra-parlementaire ministerie is volstrekt
niet. gewijzigd, evenmin 'als zijn program. Het „vat
eenvoudig de draad weer op, welke men door den
oorlog had 'aten vallen". Overigens -politieke
strijd behoeft, als 'de eenheid der natie geen fictie,
schijn, maar werkelijkheid is, niet te wordén ge
vreesd. Die gaat gepaard met gezond nationaal le
ven.
Tenslotte nog: het rapport der Bevredigingscom-
miesie (beste bewijs, dat bet 'Kabinet Rechts niet
wil krenken, maar naar verzoening streeft!) wil de
premier* tot bet zijne maken, als 't slechts tijdig
inkomt. Nog wees mr. Gort v. d. Linden erop, dat
dr. De Visser bet vrouwenkiesrecht als 'n 6oort
van 1'ueman voor Rechts teekenend, „veel te prin
cipieel" was. En de verklaring kwam, dat een echec,
door het Kabinet misschien te lijden, in de gege
ven omstandigheden geen reden zou zijn om
zijn taak neer te leggen. De premier voegde erbij,
dat liij met deze woorden) bedoelde het Kabinet al te
geheel niet de individu ëele leden ettvan. En uit
minister Treub's rede na de zijne gevolgd
zou blijken, hoeveel reden hij bad om op die scha-
keering de aandacht te vestigen.
En daarna kwam dan de minister van Financiën
aan bet woord. Terwijl de "paiming in het Parle
ment minstens even krachtig was als tijdens de rede
van den premier. Men gevoelde, dat hartstochtelijke
interruptiën dreigden. In de Rechtsche 'gelederen de
vijandige gevoelens ontwaakten tegen den staatsman
die lal ma's arbeid „tot ruïne" wil maken. Inder
daad, minister Treub heeft de puntjes 'op de i'fi
gezet.
De Kamer voor de vraag gesteld: wilt gij blij-
%end° of tijdelijke dekking van de Tekorten,? Weet
we', over enkele maanden zal weer 225 millioen
mmdig zijn. Het tekort over 1915 is te ramen op
een dertig milüoen. De vlottende schuld stijgt meit
circa 21 millioen gulden per (maand. Van Juli 1914
tot Juli 1916 zullen wij, aan oorlogskosten, een
hal* milliard, zegge 500 millioen, hebben besteed.
Ik moet in Mei 1917 aan belasting-vermeerdering
op 3(i millioen kunnen rekenen: twintig voor dek
king van het tekort, tien voor de Oude^doms-rente.
Ik ben tot allerlei schlkkelïjkheid bereid. Binnen ze
kere grenzen altijd. Het Grondslagen-ontwerp wil ik
aldus mr. Treub desnoods laten rusten. Mits
de Kamer zich dan niet in algemeene finantiëele be
schouwingen begeeft. Brengt mijne belasting-hervor
ming de Grondwetsherziening „een stok tusschen de
b eenen", best, ik zal haar in de archieven, der
Kamer doen opbergen. Maar: dan 'eg ik, Treub, er
het bijltje als n inister vfcri Financiën bij neer. Blij
vend© of tijdelijke dekking?... That is the question!
En: men haaste zich. Er is „periculum in mora".
Er kan niet gewacht, geen dag (en geen nacht, zou
dr. h uypeb zeggen.
Men kan zich voorstellen, in welke gemoedsstem
ming Rechts verkeerde, terwijl minister Treub de
Kamer aldus vóór de keuze, het moeilijke alter
natief stelde.
Ver-ra' na de verklaringen van minister Cort v. d.
I inden.
schaften, dan een paar paarden, hij zag, hoe zij
vooruitgingen en spaarden, steeds spaarden, tot zij
een kleine ronde som bijeen hadden en hij hoor
de nog de vermannende woorden van zijn vader
„Wees spaarzaam, n ijn 'zoon, 'verwerf wat; als je
geld li ebt, kan je alles doen, want 'geld regeert de
wereld I"
Ja, deze 'woorden had hij nooit vergeten, nooit 1
En bij dacht vérder aan 'zijn schooltijd de
ouders hadden zooveel bespaard, dat zij hem, den
eenigen zoon, op bet gymnasium konden zenden
en hij hoorde zijns vaders woorden: „Leer, weete
vlijtig, mijn zoon, opdat je later met Je kennis geld,
veel geld verdienen kunt."
En hij dacht aan den tijd, toen men hem op het
bankkantoor in de schaft in de leer deed, en weer
had toen zijn vader gezegd: „Wees vlijtig, mijn zoon,
doe de oogen open, opdat je met eere bestaan en
vooruit kan komen in het 'leven, en wees spaar
zaam, want spaarzaamheid maakt rijk!"
Rijkdom rijkdom I
Het was 't tooverwoord, tiat hem voortgedreven
had, van zijn prilste jeugd was het hem ingeprent*
en nooit, nooit had hij het vergeten.
En toen hij dan later het leven was ingetreden,
op eigen krachten en verdiensten was aangewezen,
keek hij oiti zich heen eu zag maar 'al te 'spoedig,
dat zijn vader gelijk had gehad; hij zag, welke waar
de, welk een macht het gelifl had.
•Ja, rijk worden en door de macht van het geld
machtig worden, dat was zijn doel, en daarnaar
streefde hij.
Zoq in gedachten verzonken was hij thuis geko
men.
Zijn zuster was er nog niet Hij ging naar zijn
kamen en nam een, boek. Doch'juist toen hij wilde
gaan lezen, luidde de deurschel.
Hij 'keek op de klok half negen- Aha, thans
kwam Elli, de kleine nicht, van haar werk.
Vlug stond hij op om'de deur voor haar te openen.
Vroolijk en flink trad de kleine "binnen. „Dank je
wel, neef," riep zij op overmoedigen toon.
„Kom binnen," zeide hij en liet een onderzoe
kenden blik over de kleine, slanke gestalte glijden.
Maar dat hinderde de kleine. „Nu, waarom 'kijk
je me zoo vreemd aan?" vroeg zij.
Rustig antwoordde hij: „Ik verheug mij, dat je
Morgen is minister 'Posthuma aan het woord.
De Senaat hield eene zeer korte zitting, waarin
tot *oeiating van den heer Diepen werd besloten.
Zonde^ debat werd het een en ander goedgekeurd,
o.a. di- wijziging der wettelijke bepalingen op den
zoutaecijns, de Justitie-oniwerpen betreffende Ge
stichte arbeid en reclasseebing van ontslagen gevan
genen. Alsook de geld'eening ten name van Suri
name.
Voor verschillende senatoren had de Parlements-
zi'ting heden begrijpelijk meer attractie dan hunne
eigen zitting.
Mr. ANTONIO.
Binnenlandsch Nieuws.
VERSCHE WAAR.
Ik loop, aldus de Onder de Streep-redacteur van
het Hdbid., op ëen, der grachten, sia een hoek om
eu kom iu een steeg, een, steeg zooals er zooveel
zijn in Amsterdam, waarin de huisjes op het punt
staan van onbewoonbaar verklaard te worden.
in het midden staat een handkar vol met een
paarsbruine substancie, die ik niet weet thuis te
nrengen. Een man, staaft bij de kar, een type schil-
'enboer en in, 't eerst lijkt bet me ook alsof hij
ophaalt. Maar hij verkoopt integendeel. Telkens
grijpt hij uit de paarsbruine massa een klein handje
vol, "egt het in een grauw papiertje en reikt het
over aan de vrouwen, die uit haar huizen naar bui
ten komen.
Dat zie ik met één oogopslag; tegelijkertijd hoor
ik miauwen, miauwen in alle toonaarden: met het
nuffige haaltje van, eenj onge poes, met dein rauwen
kreet van den geweldigen kater, met het schorre
bekketrekken van het uitgéhoDgerde dier. En overal
zie ik poesen. In de deurposten staan, ze staart-
scliokkend te wachten tot de vrouw terug komt van
de kar met „versche waar" en wippen dan mee
naar binnen.
Een groote zwart-gianjzende 'poes loopt kopjesge
ve nd rond baar meesteres, die nog niet aan de beurt
is om geholpen te worden. Voor veie ramen staan
katten met den neus 'tegen het glas gedrukt als
kinderen, wanneer er wat te zien is op straat. Een
prachtige grijsgevlekte kater staat met uitgerekt-n
hals en zwiep enden staart uit een open zolderluik
te staren. Welke naar de steeg kan vluchten doet
bet; van alle stei'e trappen dalen katten omlaag, de
poezele pootjes voorzichtig plaatsend op de schoon
ste plekken van de. traptree.
Ze zijn zoo wijs om niet den koopman zelf lastig
te vallen. Ze kennen het onderscheid tusschem den
vischboer, die zich nogal eens door kopgestrijk en
zacht gen iauw 'aat vermurwen, en dezen handels
man, die niets om niet weggeeft, en die blind is
voor alle poesencoquetterïe.
Ze kennen den roep „versche waar" en hooren
hem op den hoogs ten dakgoot en in de laagste kel
derkamer. -
OM VLUCHT E KRIJGSGEVANGENEN.
Donderdagmorgen arriveerden te Winterswijk niet
minder dan 8 Fransche krijgsgevangenen uit Bruc-
nen ontvlucht.
SPOREN VAN VERGIFTIGLNG DOOR BOTERLET
TERS.
Bij verscheidene ingezetenen yan Gorinchem heb
ben zich verschijnselen van lichte vergiftiging voor
gedaan door het gebruik "van boterletter-s.
Enkele restanten van dit banket zijn door de,poli
tie in beslag genomen en zullen scheikundig onder
zocht worden.
HET KAMERLID DE JÓNG.
De Ilaagsche correspondent Van „De Tijd" wist
te vertellen, dat minister Posthuma bij de behan
deling van zijn hoofdstuk der Staatsbegrooting.de ge
ruchten zou tegenspreken omtrent het •'misbruik, dat
het Kamerlid De Jong zou hebben gemaakt van zijn
lidmaatschap der peulvrUchtencomknissie. 'Uit goede
uron kan „Het Volk" verziekenen, dat dit bericht uit
de lucht geferepen is.
VAN DE „STANDAARD" EN EEN ANNEXATIE.
Herhaaldelijk heeft dr. Kuyper zich in.de „Stan
daard" uitgesproken tegen annexatie door gemeen
ten. Speciaal heeft hij de kiesvereenigingen van
Vrijenban en Hof van Delft er op geweteen, dat an
nexatie van die gemeenten door Delft niet door anti-
rcvolutionnairen gedoogd zal mogen worden.
Maar wat doet nu 'de a.-r. kiesvereeniging van
Delft?
Die heeft, naar we in de D. Ct. lezen, vergaderd
en beraadslaagd' over de annexatie en met bijna al
gemeen© stemmen zich uitgesproken.... vóór de an
nexatie en dit op grond dat:
lo. de annexatie niet is in strijd met .de anli-
revolutiormaire beginselen; en
2o. omdat die is in het a3gemeen belang.
Wat die stoute kiesvereeniging boven het hoofd
zal hangen? Vraagt „Het Vad."
DRIE PERSONEN VERDRONKEN.
Woensdagmiddag omstreeks 3 uur heeft <"p het
Alkmaarder meer nabij Marken-binnen een droevig
er zoo goed uitziet. De Berlijnsche lucht schijntje
bes*, te bekomen."
„Waarom zou die mij niet goed bekomen? Maar
ik ben pas acht dagen hier, en dan kan men toch
moeilijk over den invloed van.de Berlijnsche lucht
op mij spreken; over een half jaar zullen wij daar
weer eens over praten. Maar overigens, Ernst, ik
ben jelui werkelijk dankbaar, dat jelui' mij opgeno
men hebt."-
„Waarvoor dankbaar? Wij geven je toch niets
je betaalt immers kostgeld."
„Nu ja, maar dat jelui je die moeite getroost
hebt."
„Wat voor moeite? Waar voor twee gekookt wordt
is ook nog wel wat voor een derde, en die kleine
kamer werd toch haast niet gebruikt-"
„Om het even, maar ik ben toch heel blij, dat
ik niet bij vreemden behoef te wonen."
Lachend streek hij over zijn snor en zag haar
vast aan. „Ben jo soms angstig?"
Onder zijn blik kleurde zij. „En al was dat niet
zoo, het zou toch pijnlijk voor mij zijn geweest, om
bij vreemde menschen mijn intrek te moeten nemen.
Hij lachte nog steeds, maar zeide toen goedmoe
dig: „Je behoeft je in 't geheel niet beangst'te ma-
.ken; het is hier niet zoo erg als dat in de provincie
wordt afgeschilderd. Als een, jong 'meisje werkelijk
braaf wil blijven zal niemand bet wagen, haar iets
te doen."
Licht bevend knikte zij. „Daar 'heb 'ik ook geen
oogenhlik aan getwijfeld."
Er ontstond een pauze.
Verlegen was zij met haar mantel bezig. Hij
hield nog steeds het oog vast'op haar gericht.
Plotseling zeide zij: „Wat blijft je zuster vandaag
lang weg."
Zonder den blik van haar af te wenden, knikte hij
slechts.
Daarop nam zij hoed en mantel en 'trad op haar
kamertje toe.
Nu vroeg 'hij: „Wel, waarom zoo'n haast?"
Ik wilde nog een, brief schrijven antwoordde zij
en ging heen.
Zwijgend zag hij haar na en hij dacht: „Hoe aar
dig en flink is zij' toch! Dat ik dat eerst vandaag, na
acht dagen, 'bemerk."
En plotseling ging hij naar haar 'deur en klopte
ongiva' plaats gehad, waarbij- het verlies van drie
menscbenleveng valt te betreuren. Het jacht Storm
vogel, van den heer 'Hugenholtx, werd door een,
ongelükkigea samenloop van omstandigheden over
varen door een, stoomboot. Het bootje liep vol water
en zonk binnen enkele oogenbükken. Van de vijf
inzittenden weiden twee heeren gered, ter\vijl de
drie oames jammerlijk verdronken. Twee lijken
zijn later opgehaald en naar Alkmaar vervoerd, doch
naar bet derde wordt nog gezocht. De heeren kre
gen cenige lichte verwondingen. Tijd.
RUSSISCHE AANKOOPEN IN NEDERLAND.
De „Bvisjewya Wjedoroosti" deelt mede: Door de
„afdifling voor de krijgsgevangenen" van het Pe-
tersborgsche comité van den al-Russischen, Staten
bond is besloten, om opdracht te geven tot het aan-
koopen in Nederland van voedingsmiddelen (suiker,
kaas, beschuit, thee, chocolade, tabak), bestemd om
gezonden te worden aan de Russische krijgsgevan
genen in Oostenrijk-Hongarije en in Duitechland, en
zulks tegen prijscourant-prijzen. JDe zending zal
plaats hebben door een bizonderen gevolmachtigde
in Den Haag.
GRENSVERKEER.
Een correspondent aan de Oostgrens schrijft aan
het Hdbid.:
De controle aan de ^Duitsche grensstations, hoe
uiterst streng tot nog toe, is wederom verscherpt.
Goed^^en of bagage, gbedgekeurd voor in- of u*t-
voer, mogen eerst dan verder vervoerd worden
wanni er er minstens een etmaal na „accoord-bevin
ding" is ver'oopen. Dit groote 'oponthoud legt aan
het internationaal verkeer "groote hinderpalen in
den weg. Tal van Duitsche handelsreizigers moeb-n
soms eenige dagen in Nederlandsche grensgemeen
ten wachten op hun bagage, die ze aan het naastbij-
gelegen Duitsche grensstation moesten achterlaten
en die ze aan de zorgen van 'een collega hebben
toevertrouwd.
En de Nederlandsche regeering gaat thans het
Vrije 'grensverkeer met kracht beletten door in de
gemeenten Losser en Lonneker prikkel draad-vér sper
ringen aan te leggen. De groote verkeerswegen wor
den door hekwerk afgesloten. De voetgangers krij
gen een nauwen doorgang, bewaakt door grenswach
ters cn het auto-verkeer over die wegen wordt be
lemmerd door stootjukken. En dit alles geschiedt
ter beperking van den smokkelhandel. De maatrege
len der regeering blijven dan ook'niet zonder succes:
sinds de.Twentscbe grensgemeenten in de laatste da
gen „bewerkt" worden door militaire wielrijders is
het smokkelen tot een minimum gedaald.
Wat de Duitsche Rijkskanse
lier over de vrede zeide.
't Was onder groote belangstelling, dat werd te
gemoet gezien wat de Duitsche Rijkskanselier zou
zeggen over den vredeL Dat is dan nu Donderdag
gebeurd.
Lang voor bet begin van de zitting was het leven
dig iri den Rijksdag, vertelt de Berlijnsche corres
pondent van het Hdbld. Afgevaardigden en publidk
zochten een uur voor den aanvang,reeds hun plaats;
zaal en tribunes stroomden vol; zelfs in de hofloge
en m de diplomatenloge, waar vertegenwoordigers
van de verbonden en neutrale mogendheden zitten,
is geen plaats onbezet.
lu df regeeringsbank zitten alle ministers e>n staats-
secreartissen, thans in Berlijn aanwezig, met een
sta*1 van medewerkers. Ook minister Tirpitz is aan
wezig. De Bondsraad is nagenoeg voltallig.
Onmiddellijk na de opening van de zitting nam de
kanselier het woord orn een overzicht 'te geyen van
de oorlogsgebeurtenissen sedert Augustus. Hij las
de redevoering voor, hetgeen anders niet zijn ge
woonte is en met een stem, die lichamelijke indis
positie vermoeden deed. Zijn overzicht omtrent de
toetreding van Bulgarije, de onderwerping van Ser
vië en de verbinding met Turkije, waardoor groo-
lere hulp aan het Turksche leger mogelijk wordt en
een hechte brug is in vredestijd tusschen Gen.traal-
Europa en de Baikanstaten, werd met applaus ont
vangen, evenals de zeer scherpi boutade tegen En
geland, welks masker als beschermer der kleine sta
ten afgerukt is door de gebeurtenissen in Grieken
land. J
In bet militaire exposé is van belang, dat de;'le
gers in Rusland bereid zijn tot, hernieuwd optreden
en dat in:het mislukte Q?an,sche offensief in Cham
pagne aan Fransche zijde gevochten is door even
veel soldaten als Duitschland op de been bracht
in den oorlog van zeventig.
De hoofdzaak der zitting was de 'interpellatie der
socialisten, of de Kanselier geneigd was mede te
deel cn, onder welke voorwaarden de regeering on
derhandelen wilde.
De sociaal-democraat Scheidemann motiveerde de
interpellatie zeer waardig, kalm en zakelijk, onder
volle aandacht van heb Huis. In het buitenland mag
men Duitsebland's bereid zijn tot onderhandelen uit
leggen, als een bewijs van zwakte: wie onbevoor
oordeeld is moet "inzien, dat Duitschland's positie
aan.
„Wat. is er?" -Vroeg zij.
Met weeke, bijna vleiende woorden 'smeeücte hij:
„Kom, Elli, laat dien brief liggen, dien kan je altijd
nog wel schrijven, kom, laat ons liever wat babbe
len."
Dadelijk kwam zij terug en vroeg: „Wat scheelt je
toch? Zoo vriendelijk heb ik je nog nooit gezien."
Thans speelde hij den gelanten beer. „Ik ben on- v
zen gast toch in zekeren zin schuldig, haar te on
derhouden?"
Zij lachte. „Dat is voor mij iets nieuws hij jou."
Ook hij werd vroolijker. „Men leert iemand al
tijd eerst langzamerhand 'kennen."
„Goed dus, praat dan nul" Uitgelaten, met
over elkaar geslagen armen ging zij zitten en lach
te hem toe.
Toen trad hij dicht op haar toe.. „Wat een mooi,
zijzacht haar heb je," zeide hij met ingehouden
stem.
„Och'wat! Merk Je dat nu eerst?"
„Je bent toch nauwelijks een week bij onp."
„Zeker, maar je hebt nog nauwelijks op mij
gelet."
„O, dat verwijt heb ik niet verdiend, Elli! Ten
eerste had ik het juist tie'laatste week erg druk en
ten tweede was mijn zuster ook steeds hi«r."
Spottend knikte de kleine. „Ja, ja* joh goede zus
ter! Die bewaakt Je, als een trouwe schoothond zijn
meester."
„Pas op, van Louise laat ik niets 'zeggen. Ik heb
haar zoo oneindig veel te danken, dat ik graag een
enkel»» gril van haar op den koop toe neem."
Ella trok een pruilend gezicht. „Het komt ook
allerminst in mij op, om'baar af te kammen."
Een oogenblik zweeg hij en zag haar glimlachend
aan. Toen begon hij opnieuw: „Probeer toch niet
om boos te kijken, dat gelooft men toch 'niet.'"
Dadelijk glimlachte zij weer.
Zacht streelde hij heur haar. „Werkelijk, zoo
zacht als zijde."
„Och, kom," meende zij.
Plotseling boog hij zich over haar heen en-wilde
haar vlug kussen.
Maar in het volgende oogenblik sprong zij op
en stiet hem van zich af. „Laat dat."
Beleedigd haalde hij de schouders op en deed