Schuier Courant TWEEDE BLAD. Tweede Kamer. ZIJN VROUW. Brieven uit Engeland. Gemengd Nieuws. Jl( lo o.j Zaterdag 18 December 1915. 58ste jaargang No. 5714. Den Haag, 16 December. De 'zin om met spoed te werken blijft duidelijk ivarheerschea. Over de Begrooting van Binnenland- Wicho Zaken zijn geen Algemeene Beschouwingen gé- 'Oëi'dl 1'ot veler verbazing. 'En toen ofd. II (Bin- lenlandsch. Bestuur) aan de orde k.wani. bracht de teer KYerekoper de Arnhemsche politie-toeetandén (waar lij in December 1914 reeds op gezinspeeld tad) ter sprake. Hij herinnerde, hoe sinds jaren jachten over die toestanden gaan; het soc.-deimo- l(h iraliéche raadslid Hermans verdacht werd gémaakt «lis /ou hij gehandeld hebben uil haat tegen den .01 >olitie- commissaris in de Geldersche lioofdistad. 'Joen baron Van Heemstra Burgemeester werd beeft de heer I'ermans dezen irigeilicht omtrent de —Hinhemtche politie-toestanden. De heer Klee.-oko- /P )er schetste nu in het kort de igevahen-\an Box- f "meer sn Vermeulen, de gbeide inspecteuis van politie. Eerstgenoemde werd beschuldigd zich te Nijmegen in beschonken toestand te hebben hïvon- den. Hij werd uit den dienst verwijderd. De heer Kleerekoper erkend*, dat de minister hier natuur lijk op ambtsberichten moet afgaan. Maar voegde bij, dat de heer Van Boxmeer als zeer goed chef bekend stond, in elk opzicht gunstig bekend was. ,f{ Volgens den afgevaardigde uit Amsterdam VIII is dit mot den heer Vermeulen (die "bij een relletje een jongen, doodschoot.) niét het geval. Deze zegt de heer Kleerekoper was bij het. personeel te Arnhem gehaat en volgens hein ook in ander opzicht net van voortreffelijke maatschappelijke reputatie. Toch krijgt de ,heer Vermeulen eene positie te ar Rotterdam en, maakte men altijd volgens den ld heer Kleerekoper den heer Van Boxmeer het jp veroveren van, een, betrekking 'in Indië onmogelijk, P door o.a. minister De Waal Malefijt zijn „verle den'' voor té houden. Voorts schedste de soc.-defmo- cratische afgevaardigde het geval van den agent Gemmink, die bij de autoriteiten gesignaleerd werd wijl hij tegen een vrouwtje, Idoor een voorbijgan ger i ambtenaar van het O. M. b'j een Kantonge- M recht in de buurt, van Arnhem) verdacht van fruit- diefstal, geen, proces-verbaal had 'opgemaakt. Dezfc Bgent lrreég een dienstorder thuis, hem aanzeggend om binnen eenige dagen leetvol ontslag aan te vra gen; anders zou hij 't niet eervol krijgen. De man iaa zocht hulp bij den Politie-bond. En wegens 't open- tjbaar maken van den dienstorder werd hij niét- eervol ontslagen, terwijl hem werd voorgelezen hert. proces-verbaal (tegen de vrouw, volgens Gemmink onschuldig), door een kameraad van Gemmink Ida opgemaakt; 'welk proces-verbaal, volgens den hr. ,ek Kleerekoper, allicht „gefantaseerd" werd?.... Mis schien wordt Gemmink Inog strafrechterlijk ver volgd wegens schennis van ambtsgeheim. Maar de afgevaardigde liet wel 'doorschemeren, 'dat hij het gebaar hiervoor niet zeer groot acht. De geval len, door mij genoemd zegt de heer K., staan niet op zichzelf. De rechtspositie der politiê-beamb- ten moet geregeld. De burgemeester mag niet lan- ;er oppermachtig blijven; het wel-en-wee in han- len hebben. Vandaar zijn motie, herziening vra- ;end van artikel 190 Gemeentewet in dien zin, dat Ie Raad eener gemeente bevoegd zal worden de •erhtspositie der gemeentenpolitie tc regelen. Minister Cort van der Linden, den heer Ivleere- loper van antwoord dienend, heeft er zich toe b'e- laald te verklaren, dat van bevoorrechting te Arn hem geen sprake mag zijn. De burgemeester heeft Tlde 7aak-Gemmink „met 'dê meeste zorg onder- I zocht' en gehandeld zooals hij meende te 'moeten handelen". Maar over den agent-Gemmink deed mi nister Cort van der Linden een' boelkje open!.... Van Deo. 1908 tot Februari 1915 is deze man 'naar ZExo, meldde vijftien, maal gestraft. Nadat hij zich voor de tweede maal aan schending van den plicht tot geheimhouding had schuldig gemaakt wemchle men G. niet meer te handhaven. Wat die motie-Kleerekoper betreft, wilde mr. 'Cort 'van der Linden voor het oogonhlik slechts dit ervan zeggen, dat. z.i. het 'recht van, benoeming en ontslag van polltio-beambten bij den burgemeester behoortte blijven. Later, ;als de motie in behandeling komt zal de afgevaardigde voor Amsterdam VIII zekér wel meer materiaal hebben bijgebracht. De heer Kleereaoper protesteerde met alle 'kracht tegen dr- bewering» dat de agent Gemmink zulk een „zwart schaap" zou wezen, 's Mans „ernstigste vergrip-" Is, dat hij eens slapende op zijn .post'is aangetrof fen. Wanneer de afgevaardigde IC. zijn strijd voor rechtspositie kier politie-beamfcten zal kunnen FEUILLETON. 3. „Nu, Je zult haar Zondag leer en kennen," zeide Louise. „ik Iheb haar op de koffie genoodigd." Hun blikken ontmoetten, elkander en zij begrepen elkaar. „Of heb je het. liever njet?" vroeg zij vriendelijk. Goedmoedig 'lachte hij. „Waarom zou ik dat niet goed vinden, Louise?" „Ik zou graag willen, dat je bij ons bleeft." „Moet het?" „Ik verzoek het je. Ernst." „Nu goed, dan zal ik thuis blijven." Met een dankbaren blik reikte izij hem de hand. Vroolijk zeide hij: „Maar 'Louise, zoo gemakke lijk 'aat ik mij echter, niet vangen." „Wat is dat nji voor praat, Ernst Niemand wil jou dwingen,. Maar Je moet toch ook eens aan een huwe'ijk denken, zou ik meeneaa." I „Zoo veel haast is daar niet bij." „Ja, hoe lang wil je dan nog wachten?" Hij lachte. „Dat hangt van, de omstandigheden af. Zoo goedkoop verkoop ik mijn vrijheid niet." „Maar Ernst," vermaande zij. „Je moet dat niet zoo woordelijk opvatten, LoU- ev" antwoordde hij vroolijk. „Maar je zult mij toch gelijk moet n 'geven, dat men zulk een stap eerst ernstig moet overleggen, niet waar?" „Dat spreekt vanjzeïf, maar ik zou toch ook den ken, dat je je in dat opzicht wel eenigszins op je luster kan verlaten, en wanneer die jé een dergelijk voorstel doet, dan zal zij toch wel alles tevoren nauwkeurig .onderzocht hebben, want zij wenscht voor jou toch steeds het beste." Toen nam hij teeder haar hand, drukte die har telijk en zeide: „Maar, mijn beste Louise; daar ben Ik immers vast van overtuigd." Zij lachte hem toe. 'Haar harde trekken waren •Is door oen zonnestraal verhelderd. En vriendelijk voortzetten, de toekomst moet het leerea. Tegen de Marine-begrooting hebben gestemd de soc.-democraten en de heeren Bichon en Beumer. Zij is met 53 tegen li stemmenaangenomen. De heer Van der Voort van Zijp "protesteerde tegen dfe beschuldiging van obstructie te willen oefenen, gisteren door mr. Maxchant tot hem gericht. En overigens bleef hij bij zijn scherpe kritiek 'op het bouwplan der nieuwe kruisers. Hij liet .een „ernstig protest" hooren tegen "het door minister Ra/mbon- net gesloten contract. Ook zei de heer ,Van der Voort dat hij zeker een motie zou voorstellen tot instelling van een Vlootcoanmissie, wanneer hij niet besefte, dat zulke motie toch zou worden verwor pen, terwijl de heer Van der Voort bovendien van de zaak geen 'politiek appeltje-van-twist wenscht te maken. Met een paar zinnen sloot zich de 'heer Lohman bij de zienswijze-Van der Voort aan, de verantwoordelijkheid voor den kruisers-aanbouw ge heel aan de Regeering latend. Van het restant-Alarinedebat teeken 'ik nog aan, dat minister Rambonnet den heer Hugenholtz met betrekking ipt de plannen voor een kazerne te» Wil lemsoord antwoordde, dat met het oog'op de prij zen der terreinen op dit oogenblik men vooralsnog de gebouwen der magazijnen tot kazerne wil in richten. De Christelijke Militaire Tehuizen zullen niet minder subsidie zelfs misschien hooger krijgen, mits zij bet geld voor schulddelging gebrui ken. Vprbetering der positie van de loodsen is in overweging. Zooals ieeds gezegd,- wij schieten op. Maar o.a. de Onderwijs-discussiën en Ocrlcg, om van Land bouw niet eens te spréken, eischen bizondere „offervaardigheid", wil 'men a.s. Donderdag gereed aomen. 'lenslotte stip ik nog aan, dat minister Rambon net bij den aanvang der zitting verklaard heeft, hoe 't „met in hem is opgekomen", 'na de vermaning van gisteren, Woensdag, door president Borgesius uitgesproken, om den minister 'niet "lastig te vallen (tijdens de repliek-Van. der Vooit) uit te roepen: „Dat is ongëhoord!" zooala in het Kort Verslag te lezen staat. Daarmee "behoort 'het incidentje tot het verleden. Want de heer Lohman liet het ver der maar „zwemmen". Mr. ANTONTO. Londen, 4 December. Een dag of veertien geleden, op een Maandagmor gen, bezocht de veemarkt, 't Was voor 't eerst, sinds ik in Londen ben. De meeste andere markten ha-1 ik a' eerder gezien, maar de Londen^che vee markt nog niet. Maandag en Donderdag zijn de beste dagen daar voor. Tot 1855 werd de mark* gehouden in( Smith field, de plaats waar thans de vleeschmarkt is, en in vroegere eeuwen tournooiea werden gehouden misdadigers opgehangen en ketters verbrand. Het laatste kan misschien de aj-me koeien tot troost strekken, 'al is het een schrale. Na IS55 is ds veemarkt echter steeds gehouden op een plaats, wat verder verwijderd van 't hartje van do city. Het. geloei van- de koeien was waar schijnlijk hinderlijk voor dé. kantoor heeren, die, vol gens Jerome K. Jerome, van 's morgens 9 tot des middags 4 naar hun kantoren gaan om te slapen, behalve op Zaterdag, wanneer ze om 2 uur worden gewekt, en buiten de deur gezet. Het is 'Jerome, die het z(gt. Ik wmiscb er geen verantwoordelijkheid voor tc dragen. Al s )de 'heeren slapen op hun kantoren, moeten ze, dunkt mij, rooken in hun slaap, want in sommige kantoren die ik ken, hangen steeds zware wolken van tabaksrook. Maar dit in 't midden, gelaten. Om 'een, of an dere reden is de veemarkt in elk geval 'verplaatst, van Smithfield naar Islington. Islington is in het Noorden van Londen. Wie 'er soms eens naar too wil gaan, verondersteld, dat er tegenwoordig nog menschen voor hun pleizier de Noordzee oversteken, kan het doen per ondergrond tof 'per bus. Er is een ondergrondstation: Caledonian 'Road Station, twee minuten van de markt verwijderd, een twee bussen, 14 en 14 A kom er er zoo goed aJs'langs. Niet heele- maal, dus wie °r op de goede plaats uit wil, moet uit zijn oogen kijken. Hij kan het ook vragen aan den conducteur, maar dat is gewoonlijk moeite ver spild. De tegenwoordige veemarkt in Islington neemt de p'aats lin van wat vroeger was Copenhagen Houso en Fields. Een zeventig jaar 'geleden kwa men de menschen daar vaak bij tien- en honderd© duizenden bijeen, ivoor 'politieke doeleinden. Zoo werd er b.v. 21 April 1834 een groote meeting ge houden ten gunste van vakvereeniging. Do koeien komen er e|venwel om een andere re den, a' zijn ze, naar het schijnt, ook 'voorstanders van het vrije woord. Ze hebben de heeren politici verjaagd naar Hyde Park en Trafalgar Square, en spelen den baas in Islington. De markt is 15 acres gTOot, d.i. 15 keer 4047 MV of *uim 6 HA., als Ik het goed uitreken. Er is plaats voor 7000 koeien, 35000 schapen en 1400 kal veren, maar die plaats wordt natuurlijk niet altijd antwoordde zij: „Goed, neem dan juffrouw Gerlóff eerst ens goed op. Ik mag lje nog wel zeggen, dat ze je li den-mag dat heb ik wel bemerkt." Hij lachte gestreeld en zeide schertsend: „Nu goed, dan wil ik eens -'op haar letten." Toeen ging hij naar zijn kamer. Maar daarnaast zat iemand stil té schreien, ©li had alles gehoord. Louise klopte aan haar deur. „Elli, ben je nog op?" De kleine antwoordde niet en 'hield zich alsof zij sliep. j HOOFDSTUK 2. Eerst den volgenden dag bij het middageten za gen Ernst en Elli elkander weer. doch zoolang Louis* bij hen zat verrieden zij niets door woord noch blik. Eerst toen Louise een oogenblik uit de kamer ging, wilde Ernst Eli's hand vatten, om die te kussen,. Doch zij trok haar vlug terug. „Wat is er?" vroeg hij verbaasd. Zij zweeg en keek naar haar bord. „Maar kleine Elli, wat heb je toch?" vroeg hij. Maar nog bleef zij zwijgen len perste de lippen samen, want de tranen waren dichtbij. Hij was verbaasd. Hij begreep baar absoluut niet. „Zeg mij tenminste waf. er aan Hapert en waarom je zoo tegen mij bent!" vroeg hij dringender. „Stel je toch niet zoo aanl" bracht /lij me,t moei te uit. f Hij zag haar nog verbaasderaan. Toen riep zij: „Je meent zéker dat ik nielts weet?" „Wat wat weet je?" „Ik weet alles! Jawel allee!!" Op hetzelfde oogenblik trad Louise 'weer binnen. Buiten was zij reeds geschrokken, toen zij de op gewonden stemmen hoorde, nu echter beheerschte zij zich, '-*ad onbevangen nader en vroeg half schert send: „Hebben jelui samen getwist?" El'i zweeg verlegen. Ernst antwoordde met gemaakte vroolijkheid: „Ocl wat! Geen spoor van 'twist! Wij kibbeüden over 'n kleinigheid." f geheel ingenomen. Veertien dagen geleden tenmin ste, hoewel hooren en zien Je verging idoor de welbespraaktheid vac onVoio duw^nHon v«rte>- genwoordigden van het koeiengeslacht, die aanwezig w^ren, hadden er zeker nog wel eenige duizenden bij gekund ook. Schapen waren er een massa, maar kah eren, geloof ik, geen enkele. Tenminste, ikheb ze niet gezien. i De handel ging a' evenals ik dien zoo vaak ge zien heb op de Schager markt. 'Koopers en verkoo- pers waren, naar het scheen, eikaars grootste vijanden, sloegen in eikaars handen, alsof ze er stokvisch van wilden maken, en namen dan plot seling verontwaardigd afscheid, om even plotseling de conversatie te hervatten. De koeien weiden be voel** en betast op de juiste manier of het de juiste wasis me fotaal onbekend, maar ik veronder stel het de 6taartan werden met kracht ge trokken, om te zien, of ze wel vast zaten, en bij de enkele, heel enkele, melkgevende beesten, wórd ook gémolken. 't Was boog noodig, want bij som mige liep de melk met 'straaltje* 'weg- Een twintig tal vrouwen stond met kannen te wachten, zeker om de melk zoo versch mogelijk, en misschien ook iets goedkooper te krijgen. Men moet niet vergeten, dat ze tegenwoordig een, kwartje de kan kost. Maar oen Engelsche kan, een quart, is wat meer dan een liter, nl. 1.136 L„ dus eigenlijk is het 22 cen,t, de kan. Yersche eieren 15 leent, en mélk 22 cent de kan, daar kan je gauw arm bij worden. De markt te Islington heeft ietfc voor. Je kunt hem op een tijd bezoeken, waarop je je niet een verongelijkt mensch voelt- Ik vind altijd, da,t ik niet behandeld wordt zoo als het behoortlaat staan naar wat mé volgens mijn, eigen idee, toekomt als ik 's morgens op den een of anderen tijd vóór half 8 opsta. En dat is beslist noodzakelijk, als Je de gr o en tem ark* in Govent Garden wilt zien, of de vischmarkt in, Billingagate. Maar te Islington kun je zelfs na twaalven n,og wel terecht. De allerbeste dag om paar de veemarkt te gaan de Maandag, die nu gauw komt, dé laatste Maan- ig vóór Kerstmis. Het 'Kerstfeest is een feest van *ten, drinken, en kermisvieren voor den En gel schrnan. Hoewel nieet dit jaar, geloof ik. Alles is tegenwoordig anders dan in 'normale omstandig heden, en het zou me sterk verwonderen als deze Kerstmis niet een geheel andere werd dan die van twee jaar geleden en zelfs dan" die van verleden jaar. Wat evenwel niet wegneemt, dat ook nu de Maandag voor Kerstmis wel de drukste dag van 't jaar op de veemarkt zal zijn. Nu behoor ik natuurlijk te vermelden, 'hoeveel dieren jaarlijks op de markt verhandeld worden. Maar ik ten er een 'beetje huiverig voor. Graag zou ik brutaalweg zeggen: zooveel, liefst een. groot getal, en de menschen verwonderd doen staan over al mijn kennis. Staan èr wel eens menschen ver wonderd over mijn kennis? 'Ik geloof het niet, en ik hoop het niet, maar voor het geval, dat er een enkele mocht zijn, laat ik gauw zeggen, dat ik al tijd alles overschrijf uit leen 'of ander boek. Nu wi' het ongeluk, dat ik twee lboeken heb over die Islingtonsche veemarkt. En natuurlijk zijn die twee het heelemapl niet Imet 'elkaar eens. Als het nu maar een beetje scheelde, zou ik 'me 'er geen steek van aantrekken, dan sloeg ik er wel een slag naar. Maar mijn, eene bron van kennis téwéert, zooals ik nu zie, dat 'de markt meer dan 30 acres groot is, de andere ongeveer 15. (Begin daar nfu eens wat. mee. Zelf heb ik er totaal geen 'oordeel over. Als iemand me zegt, dat het zes bunder,.is, geloof ik 'het, en als een ander zegt van twaalf, neem ik het ook graag laan. Want eerlijk gezegd, heb ik een heel slecht idee van de'grootte'van eén HA., al kan ik nog steeds, sinds mijn schooljaren, uitrekenen, hoeveel .vierkante 'meters, decimeters centimeters en millimeters het is. En wat betreft hetl aantal stuks vee, dat jaarlijks op de markt verhandeld wordt, zijn mijn raadge vers het al evenmin met elkaar eens. De optimist van de menschelijke zijde beschouwd, de koeien zouden hem pessimist noemen beweert millioe- nen, in het midden latend hoetveel. De pessimist zegt drie honderdduizend. Laten we dus zeggen: min stens driehonderdduizend, en hoogstens millioeneiu De beesten, met hun geleiders, komen aan op alle tijden van 'den nacht na 12 uur. Zeker om mooie plaatsjes te veroveren, dat 'sommige er zoo vroeg bij zijn. De handelaars en dagers wachten tot'het licht wordt, eer ze 'komen opdagen, zoodat in ge wone tijden, niet in deze dagen, nu de zon doorloo pend groote vacamtie schijnt 'te houden, de markt om een uur of zos in vollen gang is. Tot na twaal ven duurt ze dan door, en in dien tijd wordt ovér het lot van menig beeBtje beélist. De meesten. over leven den dag van hun verkooping iniet. Rondom de markt staan abattoirs, de 'slachting heeft plaats onmiddellijk na de verkooping, en oen paar uur later gaat het vleesch al naar Smithfield, of direct naar ten of anderen slager. Goed, dat de dieren niet weten, 'wat hun te wachten staat in Islington. HET ONBEREIKBARE Uit de „Voi—arts": Het was een gebeurtenis, die haar schaduwen ver Toen Louise ^cn toon zijner stem hoorde hoonde zij verbaasd op. Hc1 was dezelfde licht opgewonden toon van gisteravond! Wat beteekende dat? Wat gebeurde hier? Zij schrok, doch zij beheeerschte zich. Toen zeide zij, scherper dan, zij wel bedoelde: „Hoe tan -men nu zoo kibbelen, je bent toch geen kindereu meer." Elli /weeg, half verlegen, half trots. Maar Ernst, die door den scherpen toon zijner zuster onrustig was geworden, gaf zich moeite om vrooiljk te zijn er het geeprék op een ander thema te leiden. f Doch dat. gelukte niet heet. Hij vermoedde, Ja, hij voelde het, dat Louise iets gemerkt moest heb ben, en dat maakte hem onzeker. Direct na den maaltijd Verliet Elli het huis. „Wil je nu reeds naar de winkel?" vroeg Lopise wat verbaasd. „Je hebt nog een goed half uur tijd." „Ik v'éb nog iets te bezorgen." Daarmee ging de kleine weg. Met een stom vragenden blik zag Louise haar broeder aan. Ernst deed alsof hij niets bemerkte en spoedig daarop trok hij zich in zijn kamer terug. Toen hij reeds bij de deur was, Vroeg zijn zuster plotseling: „Heb je over die zaak van gisteravond nagedacht?" Zonder zich om te keeren antwoordde hij: „Wat is daarover nu reeds na té denjken? Die djame komt Zondag bij ons nu goed, dan zal' ik haar zien en kunnen wij daar later verder over praten." Bedroefd zag Louise hem na. „Hij verbergt iets voor mij," dacht zij. En Tdat stemde haar diep treu rig, want 'zij had hem, den trots der familie, boven alles lief. 's Avonds wachtte Ernst voor de deur van den winkel, waar Elli werkte. Hij moest zekerheid hebben,! Toen zij hem opmerkte, was zij min of meer verbaasd, maar toch .verheugde het haar, dat hij er was. Direct was hij bij haar en zag haar verliefd aan. vooruit wierp. Vrijdagmorgen vroeg zeurdende kinderen al: ..MammtA. 'Vivm 't?" \laar moeder deed heel gereserveerd. Het was haar aan te zien, dat ze graag vaa heeieor harte „Ja" geantwoord had. Maar te hield zich in. „Misschien." Dat was alles wat ze zei. ,Kom, je moet 't doen," drongen'de kinderen aan. ,/t Is al acht weken geleden, sedert we 't gehad hebben, ,en 'we mogen 't zoo graag:" De moeder streed een zwaren strijd. 1 „Zou ik het doen?" overwoog ze zonder ophou den. Ze rekende en cijferde en kwam maar niet tot een besluit. De zaak was dat leed geen twijfel riskant. En zij droeg de verantwoording. Daarom zei ze tegen zichzelf: „Ik zal 't aanm'n man vragen." De man schrikte, toen hij et van hoorde. „Heb je wel nagegaan wat het ;kost?" vroeg hij. De moeder' zuchtte. „Ja, maai' het is toch al een eeuwigheid geleden, dat we 't niet meer gehad Lebben....." Ook de man zuchtte. „Ja... nou.... kijk maar 's... als 't gaat..." „We zouden °P *ots landers kunnen bezuinigen," steide de vrouw voor. „Misschien.... als ik 's geen nieuwen winterhoed kocht....?'* Do man was geroerd. Hij drukte zijn vrouw de hand. Hij zeide: „Neen, dat niet. Maar als ik misschien eens... vier weken niet rookte?" Maar daar wilde de vrouw niet van weten. Zij overlegden lang en breed. „Wacht!'', riep eindelijk de vrouw, '„ik heb het! Dat blauwe kamertje van ons wrordt niet gebruikt. Als we dat 's verhuurden? Dan gaat 't." Ja, d&n zou 't gaan.... En plotseling kwam er ©en stralende glans op al ler gezichten; de kinderen, dansten, de moeder lachte en de vader trok een veelbeteékenend go- zicht. „Te deksel, hebt ge een lootje uit de loterij ge trokken?" vroeg een kennis hem op straat. „Nee," antwoordde -de man, „maar we eten mor gen varkensvleesch:" Joen spalkte de ander zijn mond open. - En hij zeide op een toon, die een, onmetelijke ver bazing uitdrukte: „ZóóI" LIEFDE EN VADERLAND. Een meisje uit Silvolde (G.) was verled^p. week te Dienen (Rheinland) gehuwd met een Duitsch mi litair, die daarvoor met verlof van het front naar zijn geboorteplaats was gekomen. Het ging hem evenwel aan het hart, zoo direct het huwelijksge luk vaarwel te moeten zeggen. Na eerst van de betrokken autoriteiten verlof te hebber- gekregen om zijn meubels naar Nederland over te brengen, heetft hij thans zelf de wijk naar ons land en zijn intrék bij zijn schoonouders genomen.. Toen men daar van in zijn Heimat de lucht kreeg, werden zijn va-ter en de pastoor van Bienen n^ar'Silvolde afge vaardigd om hem te bewegen het vaderland weer ts dienen. Hun gang was echter tevergeefs. De lief de voor zijn vrouwtje ging hoven die voor zijn va derland en,hij verkoos daarom maar in ons 'land als deserteur te blijven. ES- EN UITVAL VAN HET HDBLD.s Jaloersch. Do verpleegster schreef een brief voor een gewonden soldaat. „Ik wou graag, dat u er (nog iets inzette," sprak de krijgsman aarzelend. „En wat dan?" „Ik hoop, dat u er niet boos 'om zult zijn. Zet u er dan in: De verpleegsters in dit hospitaal zijn allen dames op leeftijd." „Maar dat is niet waar," zoi 't jonge zustertje. „Dat weet ik wel, zuster, maar 't zal,mijn vrouw geraststellen. Ze was altijd een,beetje aan den ja- loerschen kant." NA DEN OORLOG. In het Engelsche Hoogerhuis heeft.Lord Parker gewezen op de noodzakelijkheid om voorzorgsmaat regelen te nemen ten behoeve van de arbeiders na den oorlog. Men diende zich ook op den vrede yoor te bereiden, op het omsmeden van het zwaard tot het ploegijzer. Hij gaf in overweging een com missie te benoemen uit de leden van beide 'Huizen om dit vraagstuk te bestudeeren. Lord Crewe ant-, woordde, dat men zich reeds 'lang aan de verschil lende departementen, in het bifconder den Board ',of Agrioulture, met het vraagstuk bezig hield 'en dat weldra een rapport was 'te verwachten over de quae8tie van den terugkeer der soldaten tot den landarbeid. Lord Newton verklaarde, dat het depar tement van oorlog voornemens was als tot demo bilisatie zou worden overgegaan, deee geleidelijk te doen geschieden. Bovendien zouden de soldaten vier weken volle soldij ontvangen bij hun ontslag uit den dienst, reiskosten naar 'buis, een geldelijke prepiie nog ©n eindelijk een polis voor een Ijaatverzekering tegen werkloosheid. Rl 'BBERGEBREK. Het „Berl. Tagebh" meldt uit Kopenhagen, dat al te Zwedscbe rubberfabrieken hun bedrijf stop- ge?e* hebben, daar alle toevoer overzee van 'rub- GliirilacKend vroeg zij: „Wat beteekent dat nu? Zooiet8 ben ik van jou heel niet gewend." Hij gaf hier och ter geen antwoord op en ging dadelijk op zijn doel los. „Waarom heb je mij van middag zoo onheusch behandeld?" vroeg hij, terwijl zij verder liepen. Smalend zag zij hem van ter zijde aan- „Zou jij dat werkelijk niet weten?" „Ik ben hier gekomen om het te Verneonen." Toen zeide zij kortweg: „Ik heb gisteren alles ge hoord, wat je zuster met je voor heeft." Hij lachte luid Zij nep echter vlug: „Geloof niet dat ik geluisterd heb! Jelui redeneerden zoo druk, dat ik bijna elk woord hooren moest." Hij lachte 'nog steeds. „Dus je bent jaloersch?" Zij werd gloeiend rood en met bevende stem zeide zij: „Bah, Ernst, dat was leelijk van je!" Doch hij lachto ook thans nog. „Dus goed, wat heb je mij te verwijten?" yroeg hij. Zij zweeg. „Heb ik iets gedaan, Vat -'ik voor Je verbergen moei?" „Je hebt Jé toch niet in het minst tegen den wensch van je zuster verzeil" antwoordde zij kort. „Heb ik haar dan iets beloofd?" „Toch zult ge op juffrouw Gerloff letten!" „Waarom zou ik het niet doen?" „Zij i« dol op je." Hij lachte. „Hoe weet je dat?" „Zij zijn allen dol op Je!" Hij iachte nog harder. „Jij alleen niet, hé?" Weer kreeg zij een kleur en wendde het hoofd af, want de 'tranen kwamen. Toen nam hij haar arm en zeide zacht, bijna vlei end: „Maar Elli, schat wees toch niet zoo doml Wat maakt het nu uit of ik mijn Jiuster het genoe gen doe 'en dat meisje het hof maakt? Ik trouw toch niet dadelijk met haar!" „Maar je zult 'ater met haar trouwen!" „Dat is nog de vraag." „Maar aangenomen dat jij'met haw trouwt?" „Nu?" vroeg hij Vroolijk. „En ik dan?" Bevend zag zij hem aan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1915 | | pagina 5