BRIEVEN VAN EEN ONBEKENDE.
De dingen om ons heen.
Staatsloterij.
Ingezonden Stukken.
hir-r in zijn geheel ©u voor mijzelf persoonlijk, om
mij een dergelijke behandeling te laten, welgKvaiteai.
Wat B. en \V. nu gedaan, hebben, is eenmaal een
Voldongen feit en veel zal er njet aan veranderd kun
nan worden, maar de daad van B. en W. kan niet
anders dan, ten scherpste worden afgekeurd.
Voorzitter zegt, dat B. en W. alreeds gereed waren
met do verzekering van do gasfabriek vóór het
besluit van den Raad.
De heer Trapman zegt, dit te betwijfelen. Spr.
meent te weten, dat vóór deze zaak 'ter sprake' kwam
en de Raad het besluit nam, de gasfabriek nog niet
verzekerd was. En ben ik -mis, welnu, laat mijnheer
de voorzitter, de stukken in deze zaak gewisseld
overleggen, de verschillende datums zullen dan wel
uitwijzen, hoe de zaak zich heeft afgewikkeld. Ik wil
u nogmaals zeggen, .mijnheer de voorzitter, dat ik
zulk een behandeling zeer ongepast vind. Dat duld
ia niet.
De heer Koster zegt, dat hij nu niet dieper op
deze kwestie zal ingaan, maar spr. is het vierkant
met den heer 'Trapman eens, dat zooiets volstrekt
niet te pas komt. Spr. mag nog niet aannemen, dat
wat voorzitter 'zegt, onjuist is en dringt daarom aan
op overlegging der versdhiileDde gewisselde stuk
ken in deze.
Voorzitter zegt in deze vergadering de bescheiden
nog niet te kunnen overleggen, dat zal dan in de
volgende zitting gebeuren.
Hierna gaat de Raad in comité.
LXXiV.
De klokken luiden met langz&mon slag
vroom in de vroegt' van oen winterdag.
Stil ligt de sneeuw op !het land gespreid,
irectarwd in plechtige majesteit.
„Geloofd, geloofd nu de groofe dag,
„dat onze Heiland het leven zag!
„Vrede op aarde in eeuwigheid! I"
Rjean ligt de sneeuw op het land gespreid).
C. B. („VREDE").
Nu ik me nederzet om m'n Kerstmisgedachten neer
té schrijven, dwarrelen fijne sneeuwvlokken neer uit
grijze lucht. In een ommezien lial over het verre
weklenlandschap, waarover ik mijn blikken zoo gaarne
laat dwalen, het smetteloos-reine Meed uitgespreid, dat
Zoo in staat ia „Kerststemming" ie wekken. Ik haat
de sneeuw in steden en straten om meer dan één
reden, .die ook u bekend zullen riin. Maar het sneeuw
kleed over relden en ix>ss,ch.en heb ik lief; daaraan
vergasten zich mijn oogen gaarne. En op den Kerstdag
nu neb ik het noode. Eerst „een witte Kerst" weet in
.mij. de echte Kerststemming te wekken.
fk weet heel goed, hoe dat komt. Het reine, schitte
rende sneeuwkleed, dat onhoorbaar-zaoht neerstrijkt en
de aarde zoo teeder toedekt, weet «n ons zoo te wek
ken stemmingen van zachtheid en reinheid, van teeder-
heid en liefde. En het brengt schitterend licht ook zelfs
in donkere dagen als onze zijn. Een wondere
wijding!
Is dat met dé stemming van 't Kerstfeest, het Chrüsr-
tusfeost? Het schul-dlooze kindeke in de Jo-ibbe; de
teedere moederliefde van Maria; het licht van den
hemel uitstralend over herders en kudden; de verhe
ven Kerstzang van engelen; de groote „wijzen" neerbui
gend voor 't geringe kindeke in djan sohamelen stal
wokken zij niet dezelfde stemmingen? Een wondere
wijding I
En daarom Sik kan tevreden zijn, nu Sik de sneeuw
vlokken in hun speehcJh. dwarrelen „van dien hocgen"
met mijn blikken mag volgen.
Ik weet wél er is niets zoo vergankelijk- als 't
reine sneeuwkleed!, ,en misschien dat als de Kerstmor
gen straks aanbreekt er niets of althans niets schoolns
van is overgebleven maar, de mens oh' leeft nu
eenmaal in vele dingen bij het oogenblik, en de „witte
wereld", die zich voor mij ontrolt, brengt op dit
oogenblik over mij iets van de Kerststemming.
Een witte Kerst! Dat is de sfeer, waarin tot ons
spreekt'do boodschap: „Vreest "niet want zie ik .ver
kondig u groote blijdschap I" Dan willen we hooren het
„Eere zij God In 'den hoogen; vrede op aarde, In men-
„schen éen welbehagen:"
Maar gedachten laten zich niet boeien binnen
de grenzen van een witte wereld, die zich voor ons
oog ontrolt. De verste horizonten zijn voor hen uiet
ver genoeg. toomelooze, niet-te-nreidelen gedach
ten! 01 ondankbare kinderen van onzen geest, over
wie we, zoodra we hen hebben voortgebracht, alle
macht hebben Verloren. Die ons brengt, waar .we mis
schien Kever niet willen komen. Die wreed verscheurt
het gouden weefsel van onze verheven stemmingen.
Witte Kerst 1 'Kom, ga mee tot achter de verre hori
zonten van uw witte wereld. De wereld is zoo groot.
Daar ver haar het Zuidfcn is het ook Kerst. En daar
fe ook het smetteloos Kerstkleed van den hemel neer
gedaald. En het heeft jack Uitgespreid1 over verwoeste
hoeven en verbrande kerken jheele stedén én dor
pen. En het heeft lijken zacht toegedekt lijken van
mannen in. de kracht van hun leven, van grijsaard»,
van vrouwen, van kinderen
En <Le stille wijding van witte Kerst wordt daar
misschien nu wreed verstoord, door kanongedonder en
wraakgod-er en -kreten van gewonden en stervenden.
En 't smetteloos reine Meed "ligt vertreden tot slijk.
En het wit wordt ontwijd door bloed, stroomen bloeds.
Witte Keirstl Ja, hier in uw vergeten hoekje van
de wereld, waar gij" met een blij gezicht bü 't ver
warmend vuur ziit en geniet van de weeldé der witte
wereldi. Maar daar ginds in het Zuiden is "het „Zwarte
Kerst!" en „Roode Keretl"
En in het verre Oosten £s het evenzoo: „Zwarte
Kerst!" en „Roocte Kerst
Kerstnacht!.... Geen warmend yuur, geen blij gezicht..
Zij liggen bleek pn moe in vochte groeven,
Niet denkend meer aan al wat zij behoeven,
De doffe blik Langs 't duistre veld gericht.
Gedempte stemmen... dan een kcal bevel.
De jnatte trek gaat van hun lippen wijken....
...En «fan de hel... ze Jpeden over lijken....
Maar voorwaarts! voorwaarts... God! ze vechten wèll
..'JKerstnacfctE. hun vaderland gold meer dan vree!
De wanhoop van hel woord kan hen niet deren;
Hun kerstlied, is de bloedzang der gewerm;
De nacht van Vrede werd een nacht van Wee.
En in duizenden huizen in Oost en West en Zuid
te (het ook „Zwarte Kerst!" en „Tranen-Kerst!" Wa.
wilt ge daar met de verkondiging„Vreest niet. want
zie ik verkondig u groote büjdschBp, die al den
volken wezen zal!"? En uw englenzang klinkt daar
als kerkorgel tonen op een drinkgelag!
En niet dfi&r alleen I
Oo-k (hier in de smetteloos-reine „witte wereld," is
't christus-Mndeke nog maar al te veel "een vreemde
gast. O. zeker! Zijn naam wordt onder ons gehoord-.
Duizen-acn handen eigenen zich dien toe. En- er is ver-
eoring in woéhxL en lied. Maar waar wóónt hij ond'er
ons? Waar brandt zijn licht? Licht van liefde en rein
heid van gerechtigheid on barmhartigheid!. Waar leven
en werken zijn geboden?
Ik zie overal strijden den op zichzelf veroorloofden
strijd om 't amrlsche goed. Maar de wapenen zyn
hict altijd blank.
Ik zie overal 't genot zoeken. Maar van de rein
heid van Christus is daarin niet veel.
De hoor overal luid opklinken stemmen van ver-
ohtwatmfigfrig over de droeve veredhrikkèlijke dingen,
die thans geschieden. En woorden van medelijden hoor
fle vele.
Maar els Bt goed zfe.. vloeit een goed deel dier ver-
ontwaazdi^ng voort uit troebele bronnen: eigen nadeel
en eigen ongerief. En veler medelijden reikt niét vér
der dan 't aoedkoope woord.
Op zoovelar lippen de klacht: „Hoe slecht gaat het
in de wereld! Ooh! kwam er maar een eindil"
Maar ik vermoed (neen wee tl), dat niet alle harten
vrij zijn van den "juichtoon: ,,'tGaat goed in zaken!
Wat mij betreft mag 't nog een jaartje duren!"
Witte Kerst? Neen alweer „Zwarte Kerstt" Vele
harten zwart yan de duisternis van zelfzucht, waarin
geen straal van 't licht van Christus nog is doorgedron
gen.
Wie pleft zich vrjj? Niet voor anderen. Dat zul
len bijna allen doen. Maar voor zi ch zei ven?
En dlus voor Christus en zijn licht geen plaats in
de wereld en Jn menschenhartea?
En dlus maar geen Kerstfeest vieren?
Om Godswil dat wél! Juist nI Wanneer was
het ooit noodiger dan in déze dagen!
En 't Kerstfeest is toch nog niet gansch gedoofd.
Het brandt nog wel hier en naar in menschenharten.
Er is nog wei Kersthoop, Kerstgeloof, Kerstblijdschap I
Ook in onze harten!
Welnu I wie het dan in zich (draagt dat hij er van
getuige! Wie met het gdoofsoog kan heemrien over de
grenzen van deze „zwarte" en „toode" wereld tot in
den Klanken" hemel van liefde en vrede en geréch-
tighedd jdat hij blinden weer ziende maakt, klein-
geloovigen weer vervult met vast vertrouwen en heilig
vuuall
't Is noodig, broodnoodig!
En laat dus bet „Eere zij God in dén hooge; vrede
op aarde in mens enen een welbehagen I" op Kerstmis
gehoord worden.
Geen kerken sluiten fnaar de deuren wijdopen
werpen, opdat het klinke over markten en door stra'en.
Kersthoop en Kerstgeloof niet wegbergen in 't hart
maar uitdragen Sn de wereld).
We weten immers wel, dat die engelenzang géén
uitdrukking is van de werkelijkheid'; noch van de wer
kelijkheid i-n de wereld noch van die in onze harten.
Maar als profeti-e willen we -het hooren!
Meer dan dat I Als uitdrukking van een vaste ver
zekerdheid, jdiJe geen „zwarte" en roode" weréld in
staait is te vernietigen. „God met ons!"
Lichtfeest van onschatb're waarde,
Predik ons .weer: .„God zij de eer!"
Wek 't geloof aan „vrede op aarde"
Bij ons allen meer en meer!
Lichtfeest, 'dat pen welbehagen
In den mensch versterkt en voedt,
Wek ^ns op in dufct're dagen
Heerlijk Kerstfeest, wees gegroet!
OORLOGSLEENINGEN.
Van .meer dan een zijde werd dezer dagen gemeld,
dat Naderlandsche beleggers deel genomen hebbén in
oorlogsleeningen van verschillende Tanden.
Dit is te begrijpen. Leeningen van staten, die tot dus
verre altoos hunne verplichtingen na kwamen en een
-rente van 5 pot. of meer willen betalen, zijn uit den.
aard! der zaak bij beleggers gewild. Twee, twee-en-h!alf
maal zooveel rente als de spaarbank geeft is voor
den Meinen man geen gekheid en ook cfe welgestéldé,
die fvoor den oorlog geen kans zag om dn een goed
fonds meer Jdan 4 of 4tyj pet. te maken, zou dwaas
zijn. |ndSen hij |dez» gelegenheid! liet voorbij gaan om
zijn inkomen te vermeerderen.
Zoo redeneert men. En (deze redeneering ziét ér
zeer plausibel uit. Doch -de vraag rijst of de slotsom
juist is. Wamt... de soHjddleat dér betreffende landen,
tnoe slaat het daar mede? Is -die ongeschokt gebleven?
Ons dunkt neen. Zachtst genomen is liet allernaarst,
zeer zeker ta vergelijking met onze eigen staatspapierén.
"Voor den oorlog kon men geen ponidsleriimg ko-open
onder jde 12 gulden, geen mark onder 58, geen franc
onder 47, geen dollar ond'er 2.45.
En thans? Nu koopt men een papieren pond gemak
kelijk vootr f 10.90, een mark voor 43.9, een franc
voor 39.5 ,oent (oom het even wat die Nederlandschie
Posterijen nrvoor gelieven te rekenen, wannéér dit in
haar kraam, te pas komt).
Nu lis het waar, dat de kooper van een Engelsch
effect van 100 .niet zooals vroeger ruim twaalf
honderd guldens heeft neer te tellen, doch met eén
pynd onder - dé 1100 kan volstaan. Maar daarentegen
is de 5 pet. jen te niet gelijk vroeger goed zestig,
doch onder 55 gulden waard. En in ae armere landen
daalde de geldswaarde nog veel meer.
Doch hét grootste bezwaar komt nog.
Stel, men hééft die Meine elfhonderd gulden betaald
en dé obligatie thuis. Wat dan? Het eerste jaar zal
de rente wel om en om de 54 gulden waard blijken
te zijn en reden tot klacht is er dan niet. Maar in
het tweede jaar? En in het derde, vierde en vijfde
vooral? Hoe zal het £r dan uitzien? Want de geld
koersen dalen, dalen aanhoudend en zullen nóg veel
verder zinken.
De Engelsche Economist geeft een overzicht 'van de
staatsbudgetten van 1917, zóó berekend, dat alle ge
wone uitgaven gelijk zijn aan die van 1913, en alleen
het cijfer moedig voor don dienst der nationale schul
den in overeenstemming gebracht wordt met dé „werke
lijkheid, die dan wezen zal".
Wanneer de oorlog dan uit Ss en dé Landen er in
geslaagd zijn, „het noodige geld bij elkaar te bede
len of te leenen staat men er zoo voor dat de staat-
uitgaven voor rentebetaling (want van aflossing is na
tuurlijk nooit of te nimmer dan noch in de toekomst
sprake!) voor Engeland zullen bedragen 94 milüoen
pond sterling tegen vroeger 24.5, voor Frankrijk 141.5
tegen 51.5, voor Duitschland 117 tegen 12, voor
Oostenrük 99 tegen 33, voor Rusland1 117 tegen 42.5,
voor Italië-38 tegen 18.5. Het vooruitzicht Is weinig be
moedigend.
Aangezien el deze landen, sedert jaar en dag, hunne
begrootingen 'slechts met kunst- en vliegwerk sluitend
wisten te maken en door alkriet noodzakelijke uitgaven
te schrappen, aangezien geen enkel minister van fi
nanciën er in slaagde het gat te dempen, doch het hem
hoogstens gelukte zich door het uitdenken van nieuwe
belastingen nog vat meer impopulair te maken, dan
zulk een functionaris gewoonlijk toch reeds is, kan
men moeilijk verwachten, dat een hunner kans ziel het
nieuwe deficit, dat tussohen 30" en 50 procent bedraagt
van de vroegste begroetingen, aangezuiverd te krijgen
via den weg van belastingen.
Als dit een onmogelijkheid blijkt, volgt er een staats
bankroet over de geheele Unie. krijgen wij een hér-
haling van de assignaten der Fransche Revolutie of,
in het gunstigste geval, van Napcleon's tieroeering,
In ieder geval zal de waande van hét papier, om het
even of dit banknoten dan wel rij ksl een ingsbewij zen
zijn. nog zeer veel dalen in waande en in opbrengst. De
man die thans voor zijn duizend gulden ruim oO gul
den rente trekt, kan op zijn vingers natellen, dat de
5 pond sterling, die thans nog 5o gulden waard zijn,
over een jaar onder de 50 zullen opbrengen, dat de
hondeid mark, die thans 43.5 gulden, dan niét meer
dan 38 of daaromtrent zullen voorstellen.
Aangezien bü ibet einde van den oorlog iedpreeoj
geld [noodig zal blijken te hébben om zijn ziaken, zijn
[industrie, zijn huis weer op te bouwen, is het te ver
wachten, dl Bit de aandeel-en in de oorlogsleeningen nog
veel verder zullen depreoioeren, hét papiér dér vréém
de mogendheden nog veel minder waard' zal worden,
(dan het in vergelijking met het Nederlandschie reeds is.
Wanneer nu het geld, idat mien noodlij had voor
den aankoop van die feeningsanndeelen vrij gedegen
had. enkel maar uit oen brandkast of safe te nemen
was geweest, waar het renteloos lag, zou men men nog
troost kunnen vinden in dc overweging dat niemand
zijns broeders hoeder fc, allerminst, wanneer die broe
der er fin&ntSéel steak yoomstaat en geen erfoom-nei
gingen bezit.
Maar zoo fe het niet.
Het geld, dat Nederlanders In de oorlogvoerende mo-
gemBiteden hebben gestoken, was voor d.en tijd op
andere wijze belegd, stak in -handels-, industrie- of ftnan-
caoondernemingon, en te daaruit gehaald om, te plaats
van productief werkzaam te rijn, te dienen tot het
moest-onproductieve wat maar denkbaar is: het ver
nielen van voortbrengingsmiddelcai ch voortbrengings
kracht, .yam huizen, fabrieken, schepen, akkers en ar
beiders.
En dit. terwijl méér dan ooit dé productie, bij zooveel
verlamming ten tegenslag, geld ;sal blijken noodig te
hebbén om die verwoestingen te boven te komen. Dan
moet het „mooie" aandeel (de emp-ruut dé 'la victoire
of het Engelsche of Dui-tsche a-equivalent daarvan) weer
verkocht worden, op een oogenblik, in omstandigheden,
'dat al het „mooie" er jui3t af is en iedereen het gede-
prfcieerde „vuil" tracht te spuien.
Want -handel en industrie, bedrijf in elke beteekehis
ook i-n ons land heeft ^ia den oorlog geld! noodig,
bedélt als het ware om financieel en steun en moet
dus voor kapitaalhuur een hooger percentage "beloven
dan anders noodig zou rijn geweest.
Wat zal er dan van de staatsfondsen terecht komen,
als de bézitters het geld noodig hebben?
Tot dusverre zijn wij er bij den oorlog gelukkig (foor-
gerold. Laten 'wy nu in 's hemelsnaam met dat groote
voorrecht niet zelf bederven, door Ml een op schoon
klinkende rentebeloften ons geld in den. oorlog te gaan
beleggen, waar wij voor onze eigen belangen nog zoo
veel noodig hebben en zullen blijken noodig te hebben in
de .allernaaste toekomst bij den vrede.
Holland zit op fluweel, wat handel, nijverheid1 en
verkeer betreft, mits het zijn kansen aangrijpt, werkt
en "spédrt. Maar elke poging tot bevordering der wel
vaart moet van te voren als mislukking worden be
schouwd, wanneer wij de „zilveren kogels" niet in
eigen arsenaal houden, om onze eigen ondernemftigem
straks goedkoop te kunnen financieren. Wanneer men
over de grenzen nu vijf stra,ks zes of zelfs tien procent
aanbiedt voor ons geld, doet men dat, omdat onder
dien prijs geen geld te krijgen Ss ten behoeve va-n
improductieve doeleinden, die de treeds bestaande mf-
sère in het grootste deel van Europa- wel kunnen ver-
èergeren maar nooit in eenig opzicht kunnen verbeteren.
Laten die (hearen daar financieel hun eigen stoep
vegen. 'H-ollan-d's belang is, dat het zijn eigen boontjes
zeÏÏ -dopt. Niet, dat het rijn gel-di geeft aan anderen,
wier eenig pogen en streven alleen het gevolg kan
hebben, dat de c»conomasch© toestand! der gelaopne-
mers nog eon beetje moeilijker en verwardér wordt.
Hier zou een uitvoerverbod in het belang van heel
hét volk kunnen zijn. Ook omdat onze eigen regeerimg
straks opnieuw een groot bedrag zal moeten vra
gen. En zelfs in deze verdwaasde dagen van Knancieele
manoeuvres op ongekenden schaM, kan men een gul
den maar één keer uitgeven.
UITKIJK.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Zitting van Dinsdag 21 December 1915.
EEN REGENJAS-LIEFHEBBER.
De eersi© beklaagde heden was Aldért van der Meu-
len. een meelmolenaa-rsknecht, die yan zijn baas een
regenjas wederrechtelijk in bezit had genomen. Van
der Meulen had de regenjas laten vermaken. Lil de
verklaringen van eenïge nu nog gehoorde getuigen kon
beklaagde's gehuld wél worden vastgesteld en de O.
v. J. ©Échte tegen hem 3 maanden gevangenisstraf.
DAT MAG NIET.
De schipper Maarten Verver had gepoogd een paar
bussen zoutzuur uit de stelling Amsterdam te ver
voeren, wat hem een eis oh tot f 2 boete of I dag
hechtenis op „den hals haalde.
HIJ WAS KWAAD.
Piet Schotten uit Hoorn, een „beste" Mant in de
rubriek hondenbelasting... .zaakjes, was nu uit anderen
hoofde hier ontboden. Hij had- namelijk kwestie ge
lhad! met zékeren Klaas Groot. Piet's zoon had daar
geweiikt, jma&r id© centen idaa-rvootr bevredigden vader
Piet tnjet of kwamen te laat in. In elk gwal "t werd
twist en Piet, die juist onder 't middagmaal bij Groot
verscheen, bood zeer geestdrift aan, om den heer des
huizes -oen bord! op zyn hoofd aan gruizelementen te
un. Groot, bang da-t zijn menu koud en smakeloos
i worden bij langer kletsen en misschien ook be
ducht voor zijn hoofd, nam Piet in zijn lurven en
hobbelde hem builen. Maar hij was nog niet van
den razenden Roeland af, die Groot met de Momp af
rammelde. Hiervoor werd tegen dén nijdigen Piet 14
igen gevangenisstraf geëischt.
ZE WERDEN LASTIG.
Een viertal luidjes, de heeren Beukers, Punt. Wakke
en Kooger, waren heel gezellig op een avondje m eén
chfé te Bergen. Ze werden echter wat lastig en moesten
er op Jast van de politie uit. Maar toen: onwil en
verzet. Tegen Beukers, de ergste in rijn optreden!,
werd 14 dagen gevangenisstraf geëischt. Tegen de an
deren elk f 25 of 10 dagen hechtenis.
TE LAAG GEHALTE.
Siewert Swïer, een boterhaixlelaar uit Enkhuizen,
had boter verhandeld! die niet het nooiige gehalte
had. De Kantonrechter ieode hem daarvoor f 3 boete
of 3 dagen hechtenis op. Daarvan was Swier in hoo
ger beroep gekomen. De O. v. J. eischte bevestiging
van het vonnis.
ZIJN BILJET NIET INGELEVERD.
Jan van Brederode van Den Helder had zijn honden-
belasli-ng-.beschrijvingsbiljet niet ingeleverd. Hij deed of
hij het niet had gekregen en interesseerde ér zich
blijkbaar al heel weinig voor. De O. v. J. eischte
f 5 of 1 dag hechtenis.
MET EEN BIJL.
Jozef Izaük die Jong uit Sdhiagen had! aldaar i-n
de Nieuwstraalf ruzie gehad met zekeren Brentenaar'
en wilde (dézen met 'pen bijl op rijn hoofd slaan. Maar
eer d'i-t gewichtige voornemen ten uitvoer kon wonden
gebracht, was dé politie ter plaatse en kroop de ver
toornde De Jong in zijn schulp. Réden kon hij niet
aantoonen voor zijn optreden. Na verhoor van een
rige, dié hem had gezien met 'zijn bijl, edschte de
v. J. 14 dagen gevangenisstraf.
BELEEDIGING.
Zekere Frans Verschuur van. Texel, moest nu terecht
staan omdat hij (den politieagent v. dl. Poï had belee-
digd en gedreigd. Eisch een maand gev .mgenisslraf.
IDEM.
Arnoldus Johannes de Jong, een vriend;e van Ver
schuur, had ook den agent Van der Pol gedreigd en
zich beleedigende uitdrukkingen ten opricl te van den
politieman veroorloofd. De eisch luidde: 11 dagen ge
vangenisstraf.
EEN HARDHANDIGE.
Klaas de Leeuw, een landbouwer uit S hagen, had
een beetje kwestie met IJsbrand Verlaat o/er eén ha-
ververkoop. Na eenige geanimeerde discus ae tusschen
partijen, sloeg Klaas den ander gevoelig in 't gelaat.
Dit berokkende Klaas een eis oh tot i 10 boete of
5 dagen hechtenis.
ZE WILDEN NIET WEG.
Een paar ferme kerels van Texel, Jan Tijm en Jan
Gleles waren in een café aldaar waar duns m weid ge
houden. Het was echter een besloten gezelschapje én
het tweetal had er geen boodschap, dóch wilde niet
weg, al waren ze met geïnviteerd'. Ten slotte maak
ten zij zkh schuldig aan yfederspannighi id. De een
schopte, de ander sloeg de politie, die met de gummi
stok er op in ranselde. En zoo amuseende het twee
tal zich op zijne wijze. De O. v. ,J. eischte tegen Zijm 6
weken en legen 'diens kameraad Gielis 5 weken ge
vangenisstraf.
A.s. Dinsdag hi-tsprak-cn.
3e Klasse, 2e Lijst.
No. 14221 f 0500.
No. 9849 f 1500.
Nos. 9795 13705 f 1000.
No. 18412 f 200.
Nos. 2276 18605 17368 f 100.
Prijzen van f 45.
19 26 27 151 219 301 355
404 407 422 428 449 506 515
538 653 679 685 704 790 809
818 645 970 1025 1140 1164 1204
1231
1278
1284
1319
1321
1328
1-404
1454
1462
1473
1492
1546
1573
1626
1627
1664
1725
1748
1864
1874
1888
1892
1970
2093
2172
2198
2214
2230
2270
2368
2418
24-19
2451
2620
2671
2705
27-13
2765
2768
2812
2930
2971
3027
3065
3098
3280
3304
3309
3360
3439
3571
3603
3648
3673
3674
3689
3695
3768
378-4
3811
3832
3896
3927
3951
3976
4017
4033
4101
4156
4159
4231
4233
4270
4320
4338
4340
4400
4479
4525
4527
4599
4649
4681
4835
4857
4859
4978
4987
5100
5124
5139
5140
5159
5520
5529
5545
-57
5629
5679
5698
5732
5745
5836
5855
5861
5873
5901
5927
5937
5942
5976
6005
6007
6009
6089
6256
6315
6344
6360
6451
6456
6458
6531
6547
6559
6566
6592
6662
6700
6709
6755
6774
6984
7152
7180
7199
7264
7317
7318
7320
7353
7360
7453
7456
7465
7494
7567
7618
7656
7738
7912
7940
7945
7953
8001
8096
8123
8148
8162
8295
8346
8355
8361
8395
8473
8499
5811
8536
8593
8625
8536
8539
8650
8805
8847
8875
8938
8977
9034
9087
9125
9228
9385
9392
9472
9537
9559
9585
9623
9685
9718
9719
9942
9952
10023
10075
10101
10103
10111
10133
-141
-144
—149
10214
10219
10223
10231
10223
10269
10274
10309
10406
10419
10433
10537
10553
10561
10568
10624
10640
10743
10820
10903
10908
10916
10949
11029
-133
-141
-192
-205
11209
11211
11230
11248
11295
11315
-326
11415
11416
11424
11463
11509
11545
-566
11590
11661
11682
11706
11716
-751
-757
11845
11893
11907
11960
12069
12103
12119
12187
12209
12249
12260
12261
12297
12300
12321
12378
12101
12472
12488
12535
12562
12605
12642
12681
12755
12762
12811
12909
12963
12976
12987
13004
13151
13176
13228
13257
13276
13111
1S417
13328
13612
13661
13754
13832
13847
138C9
13875
13934
13952
13964
14004
14005
14048
14068
14140
14155
14188
14203
14223
14230
14258
14333
14423
14469
14477
14520
14534
14632
14651
14658
14744
14795
14809
14842
14871
14899
15005
15025
15162
15188
15202
15267
15276
15290
15300
15347
15409
15455
15495
15514
15536
15554
15636
15655
15709
15762
15781
15900
15935
16016
16023
16108
16112
16137
16185
16203
16279
16289
16324
16397
16458
16538
16541
16620
16691
16694
16798
16858
16859
16872
16878
16891
16930
16946
17046
17054
17141
17233
17287
17308
17355
17366
17392
17416
17460
17523
17552
17598
17610
17618
17653
17667
17684
17710
17737
17879
17881
18020
18040
18102
18117
18160
18189
18260
18322
18431
18514
18642
18781
18914
18920
19053
19140
19256
19274
19308
19314
19410
19412
19421
19550
19621
19672
19775
19784
19857
19921
19950
19979
20026
20092
20096
20132
20137
20148
20176
20213
20250
20288
20289
20325
20336
20385
20449
20459
20523
20554
20585
20623
20652
20654
20668
20686
20777
20802
20818
20829
20889
20908
20928
20967 20993
3e klasse 2e lijst: 19486 nt.
z. 9486.
Mijnheer de Redacteur,
Beleefd' verzoek ik u eenige plaatsruimte in uw blad
naar aanleiding van het Ingezonden stuk van dén heer
Th. van der Meer, Direoeur der Coop. Zuivelfabriek
te Heerhugowaar-d, in uw blad van Dinsdag 1.1. In ge
noemd stuk onderwerpt de -heer v. d. Meer de uitbe
taling van de kaasfiaibriek Vi-ta Nova taian een crili-ek,
en hij reduceert die uitbetaling tot zulk een cijfer,
dat Rtenslotte de leverancier voor zijn melk, wanneer
hfj die zoet geleverd zou hebben, nog 13 oent per 100
K.G. minder zou ónlmngen -hebben, dan hij nu in
werkelijkheid ontvangen heeft. Gevolg daarvan zou zijn,
dat de leverancier aan zoodanige fabriek, zijn room
Dit nu
d.
weggooide, en nog geld op den koop toe gaf. Dl
toch is wel wat te erg. De cijfers door den heer
Meer gebruikt, zijn dan ook van dien aard, dat rij
aan een alleszins billijke oritiek kunnen onderworpen
worden. Wanneer hij in de eerste plaats aanmerkt, dat
het cijfer aan roomverlies en verdamping 7 pot. be
draagt, wat door hem echter om dezen tijd van 't
jaar op 8 pet. gesteld wordt, zonder daarbij eenige
reden op te geven, waarom dat het wel 8 pet.
Ss, en wanneer men dan weet, dat door mannen die het
ook wel weten, jtooals laatst op eene vergadering geble
ken is. dat. prooent op 5 geschat wordt, dan blijkt
daaruit, dat daarover hel laatste woord nog niet gezegd
Mijnheer v. d. Meer spreekt hier van verdamping,
maar hjj h01 met mij eens rijn, dat dn
Jiier heelemaal geen Invloed; heeft, daar slechts wnter
verdampt, en. het pest. vet daardoor stijgt. Wanneer
we verder daarbij nog kunnen aannemen dat de overblij
vende karnemelk ook een» belangrijke waarde vertegen
woordigt, dtan kan Jk met minstens evenveel recht,
dit verlies van room op 4 pöt. stellen. Verder schijnt
de heer v. d. ,Meer 'te vergeten, dat de voedingswaarde
van wei c'ener dagfabriek tamelijk hoog is, en wel
op minstens 60 ol. per 100 K.G. mag gesteld wonden.
Verder maakt genoemde heer eene berekéning ovér
de waadde der boter op 100 K.G. melk. Deze bere
kening za-et er heel mooi uiit, maar uit een ingezonden,
stuk van den heer Sch. in de Alkm. Courant, van
Dinsdag 1.1. blijkt zeer juüst, dat hij hierin duchtig
fout is. Hier is het mes dus naar den verkeerden
kant uitgeglipt. In (die praktijk zien we trouwens dan
ook andere ui-tkomsiten. Mij zijn idoor een veehouder,
die daarover dezen zomer tamelijk nauwkeurige lw>
rékJeningen gemaakt Jieefl, cijfers verstrekt die 'heel
andere resultaten geven. Gedurende de maand Mei tot
Nov., varieerden |cEb cijfers tusschen f 1.80—f 1.85. Bij
de uitbetaling waar het hier over gaat, kan men dit
oijfer misschien wel op 2 gulden of hooger s'tellen.
Resumeerende. komen we dus tot dé volgende bereké
ning: 96 X 11.04 10.59 oent plus 1.80 aan boter
(we zullen het hoogste maar niet nemen) wordt 12.39
cent. daarbij nog 48 cent aan wei, wondt 12.87 oent
of f "12.87 per 100 K.G. We krijgen dus een verschil
van f 1.59 per 100 K.G.
Nu laat ik het aan deskundigen, hierover een oor
deel te vellen. Ik voor mij acht de cijfers van den heer
v. d. Meer beslist onjuist, en de mijne aan de prak
tijk ontleende de ware. Ik wil echter alle concessies
aan genoemden heer verleenen, en voor ,een oogén-
blik aannemen, dat de mijne ook niet juist zijn. Maar
zal daarvoor In de plaats mededeelen, dat over het
tijdvak, waarover de aangehaalde uilbetaling liep, twee
leveranciens waren, die ae melk zoet leverden. Dezé
ontvingen daarvoor f 13.59 en f 13.61 de 100 K.G.
Hier heeft dus geen roomverlies plaats gehad. Nu zal
men opmerken, dat dit soms melk geweest is van
tijdkoeien. welke tegen den droogs tal een abnormaal
hoog vetgehalte kan bereiken. Dit ris echter geenszins
het geval, 'i Was melk van gewone z.g.n. „opzettere",
welke als normaal beschouwd: mag worden.
Mijnheer dé Redacteur, ,het was neusch mijne bedoe
ling niet om 'die uitbetaling van onze fabriek in do
hoogte te steken, nog minder zal het immer mijn voor
nemen zijn om iets van dé uitbetalingen van nuriorq
fabrieken op deze manier te zeggen. Liever had ik
dan ook gezien dat dé heer v. dT Meer met vergelij
kende. juiste cijfers van „Excelsior" en „Vila Nova" ge
komen was, maar het -kwam mij vóór, da-t het niet zoo
zeer te doen was, om, .zooals hij schreef, dén NoordJ-
h'ollandischon boer ïn te lichten, dan wei om de uit
betaling Van Vita Nova ai te takelen. Wanneer mij
later Wijkt, dat i-k hierin go«d zie, dan treed ik gaarne
voor Z.Ëd:. uit den weg.
U, mijnheer de Redacteur, dhnkende voor de plaate
ruimte, toeken Be,
Uw sftt,
C. DEN HARTIG!!.
Melkcontrol ?nr „Vfts Nova".
Heerfcuflowaatd, 23 Daa. 1915.