Schager Courant. GIJ BEHOEFT NIET TE KLAGEN HOQRNSCHE CREOIET- l EFFECTENBANX, Een vat Werkman, Schagen. Fa. Wed. J. Een vast Werkman, Blauwe Aardappelen, Een vast Werkman, HET PORTRET. Dal 8, te HOORN. Hypotheken, Crediefen, Assuran tiën, Deposito's, Effecten, Coupons, Prolongatiën. een vast Werkman CONCERT, Firma Wed. J. Heddes, Schagen. DAMES- KINDER WINTERHOEDEN, Een Knecht, Gramaphoon, DERDE BLAD. Gemengd Nieuws. Sehager OrehesM/ereeniging (SYMPHONIE). ZATERDA3 15 JANUAR11916. a9sm Jaargang ivo. 5728. Reclames. Angst zal U niet beter maken. Zitting te Schagen des Donderdagsmorgens in Café „De Beurs." Platte Wagen Handwagen voor hit GevraagdEen flinke ter opleiding in het vak, bij Centraal Drogist „HET GROENE KRUIS" Hoog- zijde E 16, Schagen. Dirigent: de heer JAC. JANSEN. op Zondag 30 Januari a. s., in de concertzaal van den heer J. Th. HE1JSELAAR mei medewerking van hel Sehager Dubbel-Kwartet. Enlrée I 0.50, verhoogd met Plaatsel. Bel. en Auteursrechten- Leden van Zustersvereenigingen halve entréeprijB. Plaatsbespreking 10 cenf exlra. Na afloop BAL. Wegens vergevorderd seizoen Uitverkoop der nog voorradige legen veel verminderde prijzen. Des Zondags NIET gesloten. EEN MEID, 25 d 30 zak F.n kom nu mee nnnr mijn slaapkamer, iel Paul, ilnn kun Jo hel vrcumilste Sini-Nikolaas-gesehcnk zien, dut me ooit la te beurt gevallen I Wat is het? Een portret van den stamvader van onze heele familie, Jacob Rudolf van Haeren, geboren in 1754, de grootvader van mijn grootvader. Is de ontbrekende schakel van Je verzameling dan eindelijk gevonden? vroeg ik verbaasd. Ja, antwoordde Paul, eindelijk I En 't Is zoo heer lijk, het geeft zoo'n rust. dat nu alles weer bijeen is. Je Weet, ik heb dat vroeger heel pijnlijk gevoeld, die eene leege plek aan den wand, die ik open hield, 21 jaren lang, omdat ik den moed niet wou opgeven... Ik keek naar zijn fijne, bleeke gezicht. In zijn don kere, door lange wimpers overschaduwde oogen spie gelden de vlammetjes der luchterseven had hjj den mond vastberaden saamgetrokken. Zoo was hij weer voor mij de vreemde zoeker naar ongeweten dingen, die in de historie van zijn voorvaderen tast om zijn eigen ziei daarin te vinden. Paul van Haeren^ m|jn studievriend, de buiten alle luidruchtigheid levende stu dent was het weer, die daar voor me stond. Dadelijk "elflke |JJ UUVSIU l/iii ÖjUCdld Ciituui^v, VUli irtelling van „het zwarte schaap", had gedaan: net drama van zijn herinnerde ik me zjjn gelaat vol ondoorgrondelij spanning, als hij op ajn ruime, intieme kamer met de loupe een klein familie-miniatuur onderzocht, urenlang zoon ding kon bekijken en dan wat geel-geworden -papieren uit een lade nam van zijn schrijftafel en met glinsterende oogen ze doorlas. Want het was zijn eenige liefhebberij geweest, naast het taaie studie-werk: zijn geslacht weer voor zich op te bouwen uit portretten en archiefstukken, maar zóó, dat ieder familielid weer voor hem ging leven in al zijn eigenaardige karakter trekken. Het leek vaak hardvochtig en cynisch, wat hij dan soms zei, maar ik wist hoe warm hij voelde en dus luisterde ik steeds met eerbiedige aandacht, als hij me de geschiedenis van zijn geslacht vertelde. Opwekkend was dat niet altijd. Ik herinnerde me, hoe ellendig ik op een middag van hem vandaan kwam. Het was op een najaarsdag, zoo tegen den winter. Alles was grijs buiten en vochtig. Aan de naakte, zwertig-natte boomen trilden nog enkele gele blaren droef in den wind; de huizen leunden druilend en donker tegen elkaar en ik liep somber te rillen met een weeë p|jn in mijn hoofd om allerlei ellendige din gen. Het was de vertelling van aie Van Haeren me geslacht. Hij had me dien middag uit zijn heele verzameling do cumenten en portretten aangetoond, dat in iedere ge neratie van zijn familie een zoon was geweest, aie niet deugde en die. onder het hevig verdriet der ou ders, was weggetrokken, den vreemde in. Ik herinner me zoo goed nog, welke conclusie h|j voor zichzelf trok: „nu heb ik je in alle generaties na 1750 het zwarte schaap gewezen. De laatste heb ik nog ge kend. Het was ae jongste broer van m|jn vader, oom Carel. Hij studeerde in Groningen in de rechten, werd op een avond betrapt op valsch spelen, verdween des nachts uit de staa en is na een avontuurlijk leven in een Portugeesche gevangenis gestorven. De twee andere broers van mijn vader z|jn nooit getrouwd. Ik ben het «enigste kind en ik voel, soms meer, soms minder duidelijk, de sinds eeuwen gedragen last van ons geslacht: de drang, de duistere, naast waanzinnige drang naar de misdaad diep in me branden. Wanneer ik 'n sombere bui heb, en scans ook midden in 'n feest, als er wat veel is gedronken, is het of ik een koua-lachende stem hoor, die me zegt: speel valsch. steel, moordt, gooi je weg... Maar ik heb, goddank, ook de wilskracht van mijn moeder en ik weet, dat op mij de plicht rust om niet te mislukken... Na zoo'n bezoeking ben ik moe en suf en walg van al die koppen, die daar hangen aan de wanden, hoof den van deftige, brave menschen, woeste koppen ook van de niet-geslaagden, de verongelukten door de eeu wen heen... Kom, ga nu mee, zei Paul, dan kan Je de nieu we aanwinst zien en zal ik je meteen vertellen hoe ik die kreeg; 'n wonderlijke geschiedenis. Het is net iets voor jou, die te hooren. We stegen de trap op, zwijgend en langzaam, of we iets heel plechtigs gingen ondernemen. Onwillekeu rig kwam ik weer, evenals vroeger, onder den indruk van dien voorvaderen-cu)tus, dien ik zoo vaak be- b|j de kilte of Van een dwaze angst tegenover iets ge heimzinnigs, onbekends, een angst, die ik wel eens voel voor oude portretten, die me aankijken en schij nen te leven... W|j waren boven gekomen; Paul draaide een deur open en we stonden in z|jn donkere slaapkamer, ik hoorde hem zijn lucifers zoeken en een aanstrijken. Het vlammetje zocht de pit van een groote, staande i petroleumlamp en spoedig glansde het zachte, oranje- lichi door de kamer, Uiigs de wanden. L^k, .-ei Paul. daar is het! En hij wees naar een Soot familieportret in zwarte lijst. Het was een def- I man met grijze pruik; dadelijk werd ik getroffen door het fijne. peinzende gelaat, waarin twee diep liggende oogen een beetje afwezig staarden. Het leek me of die oogen verder keken aan de kamer, of ie door ons heen zagen nanr de wereld, die achter de dingen staal. De mond, saamgotrokken onder den rech ten neus scheen to zwijgen over veel geleden smart. Uit de donkerbruine, mot kant afgezette mouwen kwa men twee slanke, bleeke handen, waarvan de eene rustte op de leuning van een armstoel en de andere oen klein boek omvatte. Hoe langer Ik het portret aankoek, dea te meer be gon hot voor mc to leven. Die oogen wisselden van licht; net was of de mond zacht ademde, de handen warm waren. Bijna hoorde ik niet, dat Paul zacht vroeg: Hoe vindt Ie het Prachtig, schrok lk op. Het leeft, het ls iemand, die leeft. De oogen,... Waarom heb je het hier op je slaapkamer gehangen? Het zou mij benauwen. Het is me zoo vertrouwd geworden, zei Paul, en deze voorvader is mij bijzonder lief. Maar ga mee naar beneden, dan zal ik je de geschiedenis vertellen. We daalden de trap af en zaten weldra in lage clubstoelen om het houtvuur. Paul stak een sigaret op en begon: ,.Je weet, hoe ik sinds mijn studentenjaren al mijn vrijen t|jd heb Ibesteed aan de geschiedenis der Van Haerens, hoe ik daarvoor het land heb afgereisd, stad huisstukken, notarieel»- en kerkelijke archieven heb nageplozen en nu hitna klaar ben met die ingewikkelde studie. Ik had .daarbij het groote voordeel, dat alle familieportretten^ Krachtens testamentaire beschikkingen van vader op oudsten zoon overgingen. Zoo kon ik al dadelijk beschikken over de conterfedtsels van mijn voorvaders en voormoeders van 1680 af. Op mijn groote oudcrwetsche kamer in Utrecht hingen er "negen en veertig. Weet je nog, hoe gemeenzaam mijn brave „ploerterij" met al aie portretten was? Hoe ze over ,!de burgemeester" praatte en „de kapitein" en „Brech- tje met de muts", als die weer hun beurt van afstof fen hadden gehad? Het mensch zorgde er goed voor en toen ik alles na mijn promotie in kisten pakte, liep ze zwaar te zuchten en zei wel honderd maal, dat het net was of ik al d'r kennissen ging begraven! Ik zal je nu niet gaan vermoeien met het relaas van m|jn zwerftochten; dat is voor jou niet interessant. Je weet, dat Jacob Rudolf van Haeren, mijn over grootvader aan de collectie ontbrak. Dat was jammer omdat we hem nu eenmaal als onze stamvader be schouwen, al gaat de geschiedenis veel verder terug. Maar hij was de vader van vier zonen, waarvan drie weer de hoofden zijn geworden van drie takken in onze familie. Daarbij komt, dat hij een heel gezien man was in zijn tijd, die ontzettend veel heeft gedaan voor z|jn stad. Hij had een veelzijdige kennis en een hoog en nobel karakter. Hij hield niet van leeg vertoon en dat Is misschien de reden geweest, dat uit zijn heele leven als magistraat van de stad Groningen maar één portret bekend is. In het jaar, dat h|j stierf, heeft een Groninjpche almanak verzen gewijd aan zijn nage dachtenis en in een (naschrift geeft de dichter tot z|jn leedwezen te kennen, dat het eenige portret op onbekende wijze was verdwenen. Je begrijpt hoe me dat intrigeerde. Een portret ver dwijnt maar niet zoo in eens. Het kan verbranden, maar dan hadden we dat wel gelezen. Verkocht is er nooit iets om de eenvoudige reden, dat het financieel niet noodig was. Dus moest er iets anders zijn. Ik ging speuren in oude rekenin gen en vond een briefje van een schilder, Joost de Pot ter, die met (veel tierelantijnen en onderdanighedefa den edelen heer Jacob Rudolf van Haeren meldt, dat hij de laatste hand heeft gelegd aan diens portret en tot een bezichtiging te z|jnen huize verzoent. Er was Idus werkelijk een portret geschilderd: nu bleef alleen nog de vraag waar net gebleven was. Daar om heb ik een-en-twintig jaren lang de winkels van antiquair^ en uitdragers doorzocht, ben over stoffige zolders gekropen, maar al m|jn moeite was tever- geefsch. Tot het portret, dat je hierboven hebt gezien, op Sinterklaasavond plotseling in mijn kamer stond. Zonder dat je... Zonder er een hand voor te hebben uitgestoken. En dienzelfden avond werd het mysterie van de ver dwijning opgelost. Voor ik je dat vertel, moet ik nog wat zeggen over het leven van Jacob Rudolf. Van zijn drie oudste zoons heeft hij alle mogelijke pledzier be leefd dat een vader maar kan hebben; ze hadden zijn eigen aard en hebben het ver gebracht. Maar de jongste. Andreas, was een zwakkeling, het zwarte schaap'® en dat kostte den ouden man veel verdriet. Die Andreas zou koopman worden, net als zijn vader; hij kwam bij hem op het kantoor. Maar er haperde nog al iets aan de vreaige samenwerking. Andreas richtte zelf een zaak op en toen h|j al gauw door zijn bovenmatige verteringen in (geldverlegenheid zat, vervalschte hij wissels, werd gevangen gezet, moest zijn tijd uitzitten en is daarna verdwenen. Nooit hoeft iemand geweten, wat er van hem werd, tot ook dat me op dien merkwaardigen Sint- Nikolaas-avond is verteld. Een dubbele surprise dus? Ja, zei Paul, en een dubbel mooie. Peinzend staarde hij in de vlammende, knetterende houtblokken en vervolgde toen: We hadden dien avond veel werk gemaakt van allerlei leuke verrassingen voor de kinderen. Weken lang hadden m|jn vrouw en ik zitten te lijmen en te plakken en te timmeren. Maar toen we den laatsten avond doodmoe tegenover elkaar zaten, de vingers nog Vol hj;a, en door de liecle kamer luüwljis, palier eu houtwol, schrokken we plotseling tot het besef, dat de Sint niet zelf zou komen! Een kostuum daarvoor bezat lk niet en zoo gauw was het niet te maken. Den volgenden ochtend vroeg ik nog aan een paar vrienden, maar niemand kon me helpen. Er was niets aan te doen, maar enfin, de pret zou tr (och wel zijn. De avond kwam, en de kinderen waren stormachtig opgewonden. We begonnen met hun to zeggen, dat de Sint het te druk had om zelf to verschijnen, maar de zwarte knecht zou de cadeautjes aan de deur bren gen. Gauw klonk de eerste bel en Jansje zei heel be leefd in do gang: „dank je wel, zwarte knecht". Je had uie groot» zwart-glinstercnde oogen van Pietje moe ien zien! De surprises hadden uitbundig succes en we gingen na een poosie een kleine pauze houden om wat te eten en te arinken. I'oen |et was een ongewoon geluld en we schrok ken er allen van hield een auto met veel geknars stil voor ons huis. We hoorden een portier opengaan; een harde bel, oen kort gepraat in ae gang en... een prachtige Sinterklaas kwam de kamer binnen, gevolgd door een schitterenden, zwarten knecht. Mijn vrouw fluisterde: wie is dat? Ik wist het niet, herkende het gezicht niet. Natuurlijk kwam ik vriendelijk buigend naar den ouden man toe, drukte hem de hand en keek hem scherp aan; geen gelijkenis kon ik vinden. Maar stel je mijn verbazing voor, toen ik zie, dat de zwarte knecht een echte neger is; geen geverfde, een echte met dikke lippen, prachtige witte tanden en zwart, dicht kroeshaar. Ik schrok, maar liet het niet merken, ook wij moesten onzen rol tegen over de kinderen «pelen. Sinterklaas was heel lief, sprak in ten vreemden tongval over z|jn verre reis en deelde cadeautjes uit aan Piet en Marietje. Onderwijl strooide de neger breed grijzend met zijn chocola- bruine handen Donbons door de kamer. En nu, zei Sinterklaas tegen mij, heb ik wat voor papa. Op een ^venk verdween de zwarte knecht in de gang en kwam terug met een groot pak in eeni groenen doek gewikkeld. Plechtig en vol gratie trok Sinterklaas het kleed weg... Daar stond voor mijn verbaasde oogen een prachtig, oud portret! Toen moest ik toch even naar mijn adem zoeken. In een seconde was lk me bewust geworden, dat dit het portret was van een man van mijn eigen geslacht. Ik sprong na derbij en heesch vroeg lk: Wie is dat? En met een (stem, die even trilde, antwoordde |de sonore stem van den vreemden Sint Nicolaas: Dit is Jacob Rudolf van Haeren I Voordat ik miin zinnen bijeen had, waren de Sint en de knecht hl verdwenen; buiten gierde de auto weg... Was het een droom geweest? Neen, want daar stond tegen een stoel een prachtig bortret. Het dui zelde me: de jacht van een-en-twintig jaren had zijn buit gevonden. Het yvas Jacob Rudolf, dit voelde ik zuiver en sterk; ik zag het aan de donkere oogen, den mond, den vorm van het hoofd... Zoo werd het half elf, de kinderen gingen slapen. Het mysterie had mij aangepakt, soms zat ik te ruien op mijn stoel. Ans was stil geworden en keek mij maar aan. En naar ons beiden keek het portret. Zoo zaten we tegenover elkander; de klok tikte eenzaam en buiten was het Sinterklaas-gejoel verklonken. Een auto hoorden we den draai nemen om den hoek daar buiten. We dachten beiden: is het dezelfde? Adem loos luisterden we., ja, het geluid kwam nader; een ruk, en de auto stona stil; stappen op het grint. Mijn beenen waren lam. Ik kón niet opstaan om door het raam te kijken. De bel ging over; Jansje bracht een kaartje binnen. Daar stond op: Otto Van Haeren, ;Philadelphia, U. S. A. Het was nog maar vaag tot mij doorgedrongen, dat het mijn eigen naam was. toen een keurige breed-geschouderde vent me tege moet komt en Tn het Engelsch mij zegt: „Wel, hoe bevalt u het portret? Ik ben Otto Vanhaeren, de ach terkleinzoon van Andreas. U ziet, dat de tak niet is uitgestorven. Is dat portret... Van mij, antwoordt hij. Een klein geschenk voor het feest. Het komt u toe voor uw verzameling. Toen was het of er iets verschoof in mijn veelgeplaag de, moe-gedachte hersens. Na alle zoeken was de schakel teruggevonden en ik kon rustig, als een nieuw mensch, luisteren naar z|jn verhaal. Het was de jongste afstamming uit den Amerikaan- sdben tak der Van Haeren's. Andreas vluchtte naar Amerika, in overleg met zijn vader, die hem daarvoor geld heeft meegegeven. Hij is nog^ een dag en een nacht b|j zijn vaaer geweest, van wien hij toch veel schijnt te hebben gehouden. Daarna trok hij naar Hamburg om daar scheep te gaan. In die enkele uren hebben vader en zoon elkaar voor het eerst begrepen. Slecht was Andreas nooit geweest, maar hij had een zorgelooze natuur en wist de waarde niet van het gela. Toen het uur van scheiden was gekomen, zegde hij z|jn vader voor altijd vaarwel; aat was des avonds. Den volgenden morgen vona men het eenige portret van Jacob Rudolf uit de lijst gesneden. Andreas had het mee genomen om het beeld van zijn vader altijd bij zich te hebben in het verre land, dat hij tegemoet trok. In Amerika is Andreas getrouwd; zijn zoon vestig de een handelshuis, dat steeds meer tot bloei kwam. Otto, die nu een groote fabriek heeft, voelde zich, evenals ik, tot de historie aangetrokken. Hij infor meerde door middel van Hollanosche handelsvrienden en kwam zoo achter het relaas van m|jn collectie en het ontbrekende portret. Dat portret was in zijn be zit en dadelijk besloot hij het voor mif af te staan Echt jneriluaiucu, was hij al eoa paar weken latu in omsterdam, met hei portret en met een zwarten be diende. Dan kwam hjj op het idee 03. ss oen Sinter klaas-surprise van te maken en het mij zelf te over handigen, Zoo li Jacob Rudolf na honderd jtreo weer nn over d°n öceaar teruggekomen en het portret werd het dierbaarste van mijn verzameling. Zooveel ls er mee gebeurd, zooveel verdriet heeft het gezien; daarom hangt het in mijn slaapkamer, waar ik er dikwijls en rustig naar kan kijken. Een brief, dien Jacob Rudolf kort voor zhn dood aan zijn zoon /heelt geschreven en' die nu in mijn bezit Ls, geeft oen zin, die voor m|J de ontroerendste is van dit heele drama: „M|jn jongen, toen ik zag, ven SPOORWEGRAMPEN. Uit WEENEN, 13 Jan. Gisteravond had bij een orkaanachtigen storm aan het station Fischau van den Schneebergbahn een botsing plaats tusschen een per sonentrein en een op de rails staande locomotief. 31 personen, onder wie 5 van het treinpersoneel, werden gekwetst, één van hen zeer ernstig. Volgens een bericht in de bladen uit Moravisch Ostrau derailleerde gisteren in den sector Oderberg— Freistadt een wagon van een locaaltrein, en stortte van den spoorwegdijk. Hierbij werden 40 personen ge wond, van wie acht ernstig. EEN NACHTELIJKE WAPENSCHOUWING. De Russische bladen vertellen hoe bij gelegenheid van de aankomst van de Engelsche missie aan het front oen wapenschouwing over een legerkorps zou Worden gehouden. Door allerlei omstandigheden was het echter te laat geworden, de avond begon reeds te vallen. Toch moest de revue plaats hebben. Goede raad was duur. Hoe de noodige verlichting aan te brengen, welke onmisbaar was, wilde men van de troepen iets meer zien, dan de vlak langs den staf defileerende soldaten. De sappeurs wisten zich te redden. Buiten weten van de overige troepen namen zij hun maatregelen. Generaal Murray en zijn adjudant kwamen; toen het volslagen donker was. Zwijgend wandelde men tus schen rijen reusachtige kozakken naar het terrein. Plot seling, te midden van den stikdonkeren nacht weerklonk de parademerach; over een reusachtigen afstand wer den door sappeurs fakkels ontstoken, zoeklichten inge steld en llchtkogels opgelaten. Bajonetten en de ovengi metalen onderdeden der uitrusting schitterden ln het rossige licht. Hd schouwspd was sprookjesachtig. De Eng Ischan waren diep onder den Indruk. „Dat is de eerste keer in mijn lange carrière, zeide eneraal Murray, dat ik een nachtelijke wapenschouwing ij woon, waarvan .men slechts eenig denkbedd kan hebben uit de ballades." Weeat opgewekt en grijpt de ooreaak van uw kwaal aa n Leeft niet in voortdurende vrees voor ziekte. Angst werkt op de zenuwen en maakt kleine kwalen gr 00- ter. Als gij rugpijn hebt, weest dan niet onmiddellijk bevreesd voor niergruis, waterzucht of Bright's ziekte. Als gij last van rheumatische pijnen nebt, weest dan niet dadelijk bezorgd voor chronische rheumatiek. Als g|j hinder hebt van waterstoornissen, vreest dan niet onmiddellijk blaasontsteking en niersteen. Zegt tot uzelf: Ik zal er dadelijk voor zorgen, dat mijn nieren genezen en als ik dan verstandig leef, bliif ik gezond. Neemt voldoende lichaamsoefening om het bloed vrij te laten circuleeran door de nieren. Dat houdt het bloed zuiver. Als gij te veel eet, drinkt of werkt, u te veel zorgen maakt en geen behoorlijke nachtrust en met Fosteris Rugpijn Nieren Pillen te genezen. Fos ter's Rugpijn Nieren Pillen zijn enkfl voor de nieren en blaas, en b|j tijdig gebruik zuiveren zij de urinewegen, wekken zij de nieren tot grooter werk zaamheid op en bevrijden zij het lichaam van de nadeelige stoffen, die zooveel kwaad kunnen veroorza ken. Tobt niet te veel, opgewektheid en Fosteris Rug pijn Nieren Pillen zijn ae twee beste geneesmiddelen. Te Schagen verkrijgbaar bij J. Rotgans, Drogisterij „Het wi'te Kruis", Molenstraat C 14. Toe zending geschiedt franco na ont vangst van post wissel a f 1.75 voor een, of f10. voor zea doozen. Eischt de echte Fosteris Rugpijn Nieren Pillen, weigert elke doos die niet voorzien ia van nevenstaand handelsmerk over gevatte koude, hoesten, pijn in de borst, hoofdpijn, slechte spijsvertering, maagpjjn, verstopping, gebrek aan eetlust en andere ongesteldheden, want door 't gebruik van de Kruiden van Jacoba Maria Worielboer van Oude Pekela hebben duizenden baat gevonden, 't Is geen leugen of bedrog, 30 CSDl per pakje Verkrija te Sohagen bij: J. Rotgans, C. Burger, D. Wit en Centraal Het Groene Kruis", GEVRAAGD [rB 'i 1 Maart, bij P. BAKEN, Cal- Inntsoog. Gevraagd bij C. Schipper, Doggersplaat, Koe gras gem. Helder. TE KOOP: een beste, gebruikte en een Te bevragen bij H. HUIGEN, Noord, Schagen. Gevraagd met Februari of Maart: Vakkennis geen vereischte. Tegen hoog loon. AdresA. C. ZWAAG, Kaas maker, De Waal, Texel. Ër wordt gevraagd, met 1 Mrt. die goed kan melken en ploegen, en aan hetzelfde adres gevraagd, die goed kan melken, P. Grin, Wieringerwaard. Te koopEen met SI dubbele speelbare platen, zeergeschikt voor een Café, bjj R. Kos, Ruigeweg, St. Maartensbrug. TE KOOP: (plantere), bij A. VAN RIJN, Callantaoog. Gevraagd, met Maart goed kunnende ploegen, door P. J. VisHcher, Wieringerwaard.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1916 | | pagina 9