Schager Courant. Verzekering-M". „West-Friesland", ATTENTIE! Anna Pauiowna en Breezand Zijn systeem. Zaterdag 22 januari 1916. DERDE BLAD. Schetsen uit de Rechtzaal. Gemengd Nieuws. 0. KUILMAN, L F. Th. KOELMAN. Binnenlandsch Nieuws. 59sle Jaargang No. 5732. ut VERZEKERT AKNA PAUL0WNA. -- noordscharwoude. .- noordscharwoude. Beleefd verzoeken wij aan onze abonné's te ons niededeeling te doen van kun tijdelijk nieuwe adres. Wij zullen dan gaarne de Courant daarheen zenden. DE U1TG. „WEDUWNAAR". Het gebeurde heel zelden, det de eerste Ipost 's morgen» ietsvoorh em bracht. Maar dien ochtend van zoo lang geleden stond Dnk nog glashelder voor den gee-L 'loen er aan de trap, {die naar twee hoogloidde, waar hij met Mien woonde, werd geroe pen. Meneer Slamans. Slamans. Een brief voor je. Na al diejaren klonk de schelle, harde stem van beneden-buurvrouw hem nog in de ooren. Met iets ontdaan beverigs ging hij de trap af. 't Was van zijn zwager Hendriks den zaakwaar nemer. Een paar regels. Dat-ie hem even spreken moest, 't Was dringend. Dirk haalde de schouders op... Frommelde Ihet briefje in zijn zak. Boven in de woonkamer lag zijn arme Mien te hij gen. Telkens hoestend. Zij zwoegde naar adem. En Dirk hield zich taai. Zou haar nooit hebben laten merken, hoe bang hem maakte ,<de gedachte, dat zij haar zouden wegdragen. Schoon hij best ,wist, dat het ongeluk al nader en nader kwam.... Wat was 't? vroeg de teringlijdater. Hij begon zijn pijp op te steken, waarmee gewoon lijk een beele tijd gemoeid was. En nu 'duurde helt extra lang. He? zei hij eindelijk, wat had JeT? Was daar niet de post? vroeg de magere, bleekt vrouw met de heesche stem. Maar de tabakspijp weigerde weer. Dirk moest 'n nieuwe stoppen. Eindelijk iwas-ie klaar. Watizei-je? vroeg hij. Ze wist al haast niet meer. Sloot ln doodelijk-af- gemat zijn de oogeu. Hij schudde het bedddkussen op, dat achter haar hoofd lag, in den armstoel. Een circulaire, zei hij, van ,een of ander ma gazijn. Ze lijken wel gek.... Verbeelden zich zeker, dat 't erbijons aan zit... 1 Zetrachtte te glimlachen. Dacht niet meer aan höt geval, j, Een paar uren laterz at hij bij zwager Dirks op 't kantoor. 1 f Zie-je, Jongen, zei zwager 't is in Je eigen belang dat ik je geschreven heb. We weten wel, dat Mien hard ziek is. Er kunnen wonderen gebeuren Je kunt njet wéten.... 'Och, kerel, stoof de ander op, ze wordt met den dag zieker. Wat lig je nou te zaniken. Mot-je me daarom uit [mijn werk halen? Wijzijn allen sterfelijk, zei zwager-praktizijn, op den zalvenden toon, die hij kon aannemen ziek of gezond, dat is hetzelfde. Maar een mens oh dient zijn I voorzorgen te nemen. Dat is mijn principe Nou (en verder? Verder? Mien heeft bij 'jullie huwelijk een duiije meegebracht, 't Was niet veel, maar toch iets. Jelui zijn met huwelijksche voorwaarden ge trouwd, zooals vader zaliger wenschte, weet-je. Als Mien koqat te vallenerf Je geen steekj geen zier, geen cent. Weet dat wel. Mits dat er 'n testament is. Een deugdelijk testament. Dat doet toch iedereen. Dat is plicht. Dirk. Wat ik bedoel, dat is dat jelui allebei oen testament moeten maken-in den vorm optiima forma. Ik ben bereid voor alles te zorgen. Notaris van Delden is 'n oude vriend. Voor mijn moeite be reken ik, dat snap Je, he? een sohijntje. Een minu- mum.Eenkleinigheid 'daarvan niet Laat dat nou aan mij over, Dirk, 'en later zul je me er dankbaar voor zijn. Geef ma nou maar even precies op de da tums van geboorte en zoo meer. Dan is 'het in een half uur afgeloopen. Je geeft mij, ziedaar.... den lapje van veertig. En ik zorg voor allee. Notaris, akte, getuigen inbegrepen. Mooer kan t toch niet, zou "k zoo zeggen. Dirk'dacht even (na. Draaide z'n dikke duimpunt om-en-om. Keek eens naar deftig zwagertje, dat zoo behaag lijk leunde in z'n stoel Ik zal er over denken, zei Dirk. En tegelijk stond hij op. I Denken? vroeg praktizijn-zwager zeer verbaadd i ben-Je mij dan niet erkentelijk voor mijn voorste Wat heb ik anders dan (jouw belang op het oog? Maar Dirk had de deurknop ai in de hand. Ik wil je groeten, ,riep hij den ander toe. Envoordat praktizijn een woord kon zeggen, was hij de trap af, de straat op. Dien avond zat hij bij het bed van naar adem- snakkende, hijgende Mien. Terwijl de smarttranen hem langs de wangen dropen. Hij dacht na. Wat Mien d? ziekte hem gekost had. Eerst het sanatorium. Hij had gewild, dat zfe goed, echt-goed teou hebben. Tweede klasse... Een hand vol geld. De weken, dat ze tweg was, hadden hem een eeuwigheid geduimd. 'Toen haid Dirk elen brief gekregen van den geneesheer-directeur van het saaa'Tium. Dat het beter was, 'zijn vrouw maar thuis te la en komn. De kuur scheen voor haar wei nig goedstei,eloven. Hij bereep bet wel. En 't besef klemde hem de keel toe. Maar toch ging hij naar den dokter, dia Mien behandeld had. En gaf hem 't schritven "an sanatorium-directeur Bespeurde den weemoed, het medelijden op het gelaat van dokter. Zegt u het maar direct, riep Dirk uit, er is niks aan te doen. En de .'zware, boakerige kerel zat te snikken als een kind.t Dokter wist niet wat te zeggen. Je moet niet dadelijk het ergste denken, Snute ze| medicus er zijn gevallen waarin op wonderlij ke wijze verbetering tijdelijk, Isoms zelfs voor geru imen tijd is ingetreden. De wetenschap doet tel kens nieuwe ontdekkingen. Moed (houden, man. En in mooie opwelling van menschelijk mee-ge- voelen stak dokter hem de hand 'toe. Die hij greep. En waar dikke., warme tranen op drupten. 1 1 Want Dirk hield echt hield zielsveel van zijn vrouw. Aan dit allee dacht Dirk, zittend (dien avond bij het bed van de teringlijdster. Al het geldja, dat zij had meeeebracht, was gaan- dev eg verdwenen. Hij had met kwistige, gultel hand uitgegeven. Wanneer een vleugje van beterschap kwam, dan was hij voor Mion tot over de grenzen van het verkwistende been. Nu was alles op. Hij glimlachte door zijn tranen heen over zwagers voorstel van testament te maken. Legde eene hand op het klamme Ivoorhoofd van de phtysioa. En voelde de zware smart in zijn hart groeien. Aan het eind van de tafel, in een hoekje, hetgrauw envermageitle hoofd op een hund leunend, zat een week of wat later de weduwnaar van Mien in den faniilierai d. Ilij hoorde niet naai wat er gepraat word. 't Kon hem niet schelen. Hij dacht slechts a»n devrouw met de kinderoogec, het gelaat van de .j&chto, goedige trekken, die neui ontiukt «as. Maar er was eeu, die tegen zn arm duwde, inrk, zei schoonzuster, luister nu toch even. De familieraad werd gepresideerd door zwager jiractirijn, idm scherp-sireugen Wik van zijn koud- grijze pogen op weduwnaar .richtend. Tja, zei praotizijn onder de.papierec door Jou overlegd Is niets... Absoluut niets, waaruit valt op te maken, dat het persoonlijk fortuin van wijlen onze dierbare zuster Hermina is besteed louter en al leen voor verpleging van de zieke. Dat zal onze zwag ger Dirk öiiiits dus hebben waar te maken. Een pijnlijke drukkende stilte volgde Er waren een paar hoofden, die knikten met hoog en zeer veroniw aaidigd opgetrokken wenkb.auw. n. Kunt u dat? zwager? vroeg praktizijn. Maar Dirk zat op zijn arm te leunen. Ver vanal wat daar gesproken wetd. Kunt u dat? Herbaalde praktizijn, nu sprekend met een stemgeluid, dat de kamer vuide. Dirk schrok op.' i Wat? Wat wil Je van mij? vroeg hij. Verantwoording der gelden 'behoorend tot het persoonlijk eigendom van wijlen, onze dierbare zuster Hermina, zei praktizijn. 't Is gemakkelijk, vervolgde hij, 'zich sterk ge voelend door de sympathie van de omringende fan.ilie blijkbaar, naar zijn peroratie uitgaand,! 't Is ge makkelijk genoeg om hier den bedroefden weduw naar uit te Langen. Maar iets anders is, om eer- 'ijk te voraatwooiden. Eerlijk, hoort U dat, meneer Dirk.Sniite? De> 6 ti enge oog en, van practizijn fonkelden ach ter de briliêgluzen. Maar hij kwam niet verder. Want een karaf, te gen mogelijke zenuwberoering gezet op de met groen laken bekleede 'tafel, zweefde door de lucht van kamer waar „familieraad" werd gehouden. Scherven kletterd en. Er werd gegild, i De twee mannen de praktizijn en de weduw naar worstelden. Een diep verontwaardigde! oom, die het niet langer kon aanzien, ging assistentie halen. w Men, heeft ook ender de leden der zjg. staande ma gistratuur mannen van streng-stroeve opvatting. En de Edelachtbaren, die over het geval van een armen, bedroefden weduwnaar, Dirk Smits, 'had te oordeelen ter berechting; behoorde tot die categorie. Maar tot zijn goede en groote eer mag ik boestaven, dat .Ed.Achtbare dit geval heeft gedeponeerd. MAITRE CORBEAü. 1 (Overgenomen uit De Telegraaf.) „O got, hij begint weer." Met 'n schrik richtte tante Truus zich half op uit 'r wreed beeinden slaap én knipperoogeud zag ze toe naar het vreesdijke, dat gebeuren ging. Naast 'r, in 't echtelijke ledikant, verrees snuivend, met spartelingen geproest als 'n zeehond, die boveft komt, manlief, z'n gezicht verwrongen, of er 'n snel trein over 'm heen "was gegaan. HJi stiet drie ver vaarlijke ademtochten uit, bracht dan 'bliksemsnel zijn rechterhand' onder z'n linkerknie, krabde daartiie 't naastbij-gelegen oor, onderwijl met z'n linkerhand (bovempij) 'zoo hoog mogelijk over z'n rug wrijvend, waar overigens niets zat. Dit geschied zijnde, haakte, wrong, wroette-ie zich uit die hachelijke po sitie lo8,ten einde eal het dek met zich trekkend, staande, 'n verwoeden uitval naar z'n rechterkuit te doen daarbij met, de vrijgebleven hand energiek acht ter in z'n hals knijpend. Vervolgens met 'n vervaarlij ken sprong,welke tante storm-schepig deed voeren, ledikant en nam daar 'n stand aan, welke alle be schrijving tebovenging. George, kreet 'tante ontzet. Doch George, met luisterend, in 'n soort extase, trachtte, 't linkerbeen gestrekt, 't bovenlijf achter waarts, z'n rechter grooten toon te pakken te krijgen Deze pogingen,hoe 'hardnekkig ook voortgezet, faal den jammerlijk. George zuchtte, zwoegde alsf'n karre paard en z'n gewrichten knapten, of-ie opgevouwen werd. „Pas op", waarschuwde tante nog, die 't zag aankomen. Maar, te 'laat. Manlief, met 'n laatsten greep naar 't niet te bereiken lichaamsdeel, kantelde onweerhoudbaar om en kwam met al z'n zwaar ten ea zwellingen op 'n loeren ligstoel neer, welk meubel luidkrakend, protesteerde en zich ten deele begaf. 'k vHeb (het wel gezegd, triumfeerde Truus, schuil achter 'r kussen, want ze vertrouwde George den laatsten tijdniet te best. Dat komt er van,. 't Heeft me toch goed gedaan, blGies George te vree tusschen de ruinen van 't gemaikkelijke meubel. Den stoel niet, debatteerde Truus durvig. Maar, m'n hemel, man, wat beteekent dat allemaal? Moet dat nog langer aanzien? Dat duurt al drie dagen, 'k Zal den dokter laten komen?. Dat is mijn systeem, Truus, lichtte George nu in, niet zonder trots. Ik ben nog aan het verbeteren. Maarwacht maar. Ik zal bekend worden, kind!. Be denk eens: dertig jaar op den kantoorstoel geaefcen. M'n spieren vragen om ontspanning. Hoorde je ze daarnet kraken? Dat was uit dankbaarheid. ,Hoe kom je toch aan dien onzin? vroeg Truus, nog naar bet dek grabbelend, want zelfs 'r teenen lagen bloot Onzin? deed George verontwaardigd, en hij kwam moeilijk overeind, waarbij de stoelresten klet terend om m heen vielen, ,,'k Heb 't van Ver meulen. Maar ik verbeter 't, zie je? Ja, ja, 'zuchtte Truus. Dat is' het gevolg, alsje met slechte vrienden verkeert. i Kijk, vervolgde George, die niet luisterde. Dat is look 'n pracht-beweging. Je wordt er zoo gezond van. En... 't kost niets. Meteen stak-ie, 'z'n beenen won 'erlijk verdraaid, bei z'n armen uit Hij had 'echter niet gedacht aan de hanglamp, 't Ding kwam in heftige schommeling, de kap bleek gebarsten en het sousje hing nog aan een vel. 1 't Kost niets, jammerde tank haast satanisch. Maar gauw hield ze T 'mond. George kon zoo vreemd doen de laatste week. Tante Truus, die ze zoo roemden «m 'r gemoede lijkheid, ook was ze voor juffrouw te deftig, maar voor mevrouw weer van te eenvoudigen kom-a af had er al 'n vriendin en nog 'n kennis in "ge haald. Dat loopt mis met 'm, schudde ze meewarig 't hoofd, ,,'t Is t»ij 'm naar boven geslagen. Hij, mej. z'n systeem. Kom ik verlejen onverwachts op de ka mer en staat-ie me daar, zooals de goeie god 'm ge schapen heeft z'n eigen te wrijven van rechts naar links, van links naar rechts, dat-ie d'r bloedrood van ziet En hij sa steekt z'n hoofd tusschen z'n bee nen door en kijkt me aan, of 't zoo hoort Ik vraag ij, is dat 'n manier voor 'n fatsoendelijk man Net mensch aait zn eigen niet zoo. En eergist*?, waarachies, Ipakt-ie me opeens beet en gooit me op de kanapee. Wat zelle we nou hebben denk „Hallo" roep "k. „Help". Maar hij knijpt me, dat 'k blauw zie en hij keert 'me nm en nogus om en nog us om, dat 'k niet meer weet, 'waar 'k ben. „Adem halen", roept-ie. „Diep. Met 't middenrif. Massage, 't Doet me goed. En Jou Spieren, spieren". Heusch.hij wordt gevaarlijk, 'k Haal d'r 'n verple ger bij of anders, in 's hemeLnaam, moet-k maar naar 't geetieht. M'n leven is me te lief. Dat bearijp De vriendin en de kennis, knikkend en met oogen als stuiters, stemden volkomen met 'r in, drukten 'r mee'ljdend de hand. 'n Toostend. Getrouwd-zijn wan 'toch maar riet alle»,1 vernield. Iante bad «ver 'n /.«aren dag gehad. George weid Men kan desUM aL> L. f «aio in diie dealen \eiuoo- o,ik een spier, wat 'tleven in Luis ondraaglijk maakie ham. ie. Kot gtueelte eeirgcu op ae lonavong lubsoneu Hij ging te keer ais 'n geweldenaar, gooide van louter Puikieijoraeci tu ja hfcvtakoui .uagan, oe»end door energie allee onderstboven. Hij liep niet meer de den ~9esïag vao 2,Aug. 1665 tusschen dd Hollanders e Ifspv 'i op, ïaear sprong, gemzig. Hij kwam de deur e» Engbischca. Dit gedeelte is circa ïft .kilometer niet bb.'ien, doch stiet die open, uit 't scharnier, lang ec kilometer breed en een dicht bebouwde Hij drukte ie„ and niet de hand, maar kraakte die. streek, met tal y» krj»-kras loopende nauwe steog- Hij plofte op 'n stoel, al z'h uigaren kneep-ie lek eh als-ie 'n kopje aanvaite, was 't ding reddeloos ver loren. 't Bovenhuis leek 'n kampplaats. Botsing op botsing verontrustte den vrede der "binnenkamers. George week voor geen hindernis meer.'dns sprong over allee heen, voetbankjes en verdere versnerring, D'r i kwamen ongelukken van, ongelukken. Nu, eindelijk sliep Truus na dien vreeselijken schrik van na den eten. Ze zat rustig aan 'r eerste kop thee, toen Ti luide kreet van boven 'r haastig deed opspringen en met bonzend "hart de trap op vliegen. Opde slaapkamer vond re 'r man in 'n hope- looae positie. Die toch, rompzwaaiend, handen in de dij en knieën gebogen, had zich in *n knoop gedraaid, waar-ie niet meer uit kon. „Naar welken kant moet 'k r.u? vroeg-ie angstig en de aren op z'n voorhoofd zwollen onrustbarend. Truus, kordaat, had 'm dadelijk aangepakt, 'r Handen werkten als schroevendraaiers en zoo was-ie «eer min of meer in z'n fatsoen ge raakt. Maar daarna had ze 'n soort appelflauwte ger kregen. Steide je dan ook eens voor, dat ze derest van 'r leven had moeten slijten, met man als a. verwrongen vaatdoek. Ze sliep. Ook manlief. Althans, dat soheen zoo. De maan scheen binnen. Poézie. Onrustig bewoog zich 'Truus. Droomde ze? Of had z© n voorgevoel?? O, was ze maar geheel ontwaakt. Want... Zachtjesdook George op van ondier 't laken. Hij luisterde. Nee, 't was veilig. Truus ademde zwaar. Haast jongeling-achtig hipte-ie over de vreugd-zijns- lovens en op z'n, bloote voeten, in hoogst luchtig ge waad, stona-ie nu voor 't geopende balkonraam den zwoel-geurigen zomernacht in te ademen. Regelmatig met telkens tellen' van een tot drie, vulde en leegde-i ie z'n longen, alsof daar z'n operste heil van afhing. Toch was 'm dit nog geen „systeelm" genoeg: hij trad naar buiten. En daar, niettegenstaande "de ro mantiek van de maan, de glimmende daken, 't serin- gen-gewuif en de oog-gloefiende katten, zétte-ie zich opnieuw aan z'n gymnastische taak. Als 'n gezwollen ooievaar stapte-ie' rond, telkens de armen strekkend, of-ie aan 't klapwieken ging. Daarbij kwam-ie echter in botsing met drooglijnen waaraan sokken bungeldea en ander klein-gewasch, En toen-ie dan 't derde kou senpaar vanz'n vrouw tegen den grond had ge-veld- slagd, werd 't 'm op. z'n plat te benauwd en hij steeg hoogër.Langs de wegen van 'n eenjgszins ver welkten windstoot, "waarin Truus' rol-ronde rug 'n onverwoestelijke deuk had gedrukt, beklom-ie 't dak zftjns naasten buurmans en daar had z'n ruimte-lie- vendheid vrij spel. 'n Veld van platte daken strekte lich voor 'm uit en hij maakte 'n wandeling van rond tien minuut. Dan, den arm stuttend op 'n schoorsteenpijp, 't hoofd gericht met den windwij- wijzer, rol-bewoog-ie z'n eene been, dat de kiezeltjes naar allen kant vlogen. Tevens zwaaide-ie z'n linker arm als ?'n molenwiek, zoodat-ie l'n zeer levendig effect maakte. Achter verscheidene ramen tuurden dan' ook reeds late gezichten. Ergenö richtte zich 'n tuinspuit enook 'n buks, veiligheidshalve, werd gela den. Carnègie-vredig echter wapperde 't hemd van George en dit weerhield nog alle vijandelijkheid. De maan, boven, begreep er niets van. Met 'nschok ontwaakte Truus. Er gebeurde iets. Dat wist, .voelde ze. Maar wat? Ze tastte naast zich. Geen George. Ze riep, fluis terde. Geen George. Ze tuurde. Keek. Geen Georg. Ze zat nu recht-op. Wat had ze'daareven gehoord? Geluiden van buiten? Nog wel vlak boven 'r hoofd. Ze renden over het dak. Gesmoorde kreten. Gevloek. Worsteling. „Truus"' -klonk 't. „Truus". Truus, met 'n sprong, «ras er uit. Maar ze kon zoo 't balkon niejt op. Gauw, 'r kleeren. „Truus" klonk het weer, maar nu verder. 'I Terrein van den strijd «erd ver plaatst, rappe beenen kiezel-schopten elders. En toen Truus eindelijk, 'r bloes achterste-voor aan, 'n hand doek om 'r keel en 'r voeten in schuif sloffen, als 'n schichtig veldhoen naar buiten stoof, zag ze niets meer, was 't al gedaan. Maar den napraat hoorde zö nog. Zehebben'm. m.» f - 'n Gek. 'n Inbreker.' 'n jjchandalige vent. 'k Ken 'm wel. Hij staat welus te"fluite. (Hij wou bij mij 't raam in 'k Zou "m. Tante Truus, bijna in'onmacht, vergrootte de d'-uf in den windstoel. Jaloezie/meelij, vrees, alles woeldfe in *r tot 'n gestampte pot van tegenstrijdige gevoe lens, |'t Oohtendkrieken vond 'r'nog op 't balkon. Ja meneer de commissaris, dit is mijn man. En al de buren kunnen t bevestigen. En hij is niet al te best bij 't hoofd meer vanwege Zijn systeem. Wat is dat? vroeg de politie-eommissaris, die overigens iniet meertwijfelde aan de identiteit van den zonderlingen George. I - Dat is zoo en zoo en zoo, trachtte Truusuit te leggen en ze "boog 'r rechterknie en ze wrong 'r bovenlijf naar links'en ze verdraaide hals. dat ze „au'riep. Sn zoo en zoo en zoo, vervolgde George, en hij brachtz'n teen naar zii mond en hij stak z'n hoofd' onder z'n linkerarm en streek' met z'n neus over Z'n rug en duwde z'n hiel tegen Z'n zij. -r- Hm, sprak de commissaris nadenkend, Hi mag ook wel oppassen, mevrouw. Enfin, oud u uw man in het oog. Zoolang''t niet erger wordt. Nach' sport op de daken echter, in zomercostuum, kan niet toelaten.Laat 't bij delzen eenen keer bliiVen. Wezenloos knikte Truus. En ze nam man mee, wiers kleeren ze had meegebracht. Ttuis keek ze-'m diep in de rogen. Is 't nu uit, George? vToeg ze dringend. Maar Je wordt er zoo sterk van, stribbelde Geor ge nog tegen. Waar dient dat voor? drong Truus aan.'Je hebt nooit iets gemankeerd. En dood-gaan moeten we toet allemaal. Toen sprak George 't wijze woord, dat'ook Truus moest overtuigen: Lieve kind, zei-ie overhalend, maar vergeet niet: met mijn systeem ga je gezond 't graf in. Truus zag 'm aan, zweeg verder. Tegen zooveel karakter-vastheid kon ze niet op. En daar ze be greep, dat man en vrouw slechts 'gelukkig konden zijn> oij'eensgezindheid van levensopvatting, rolde ze 'r romp naar links, terwijl ze met rechterhand na 'r kuit greep. George, een geluks-glans, stak'de linke hand onder z'n rechterknie en krabbelde met z'n recl ter duim aan z'n linkerteen. Dit was de inleiding tot 'n nieuwtijdperk van voorbeeldig huwelijk. Maar op t balkon vertoonden, beiden zich zelden me r. DE BRAND* TE BERGEN. De berichtgever van de N. R. Ct., te Christiania schrijft over de te Bergen plaatsgehad hebbende brand nog de volgende bijzonderheden r' Een ontzettende ratnph eeft gisteravond de oude koopmansstad Bergen getroffen, een ramp, welke die van Alesönd in 1901 m er treft. Het midden der sted is in de asch gelegd, een -opervlakte van 500 bij 2f 0 meter,waarbij een gedeelte der oude st'd, een aental groote hotels, een groot aantal der 'voornaa' ste winkels, drie couranténbureaux on drie schol* n zi n jes en snipjes, houten woonhuizen en pakhuizen, t i'weede gedeelte is de bekende „'iyske ihiyggen", liggend aan de nooideujke zijde van Vaagen, mei zijn eeuwenoude houten pakhuizen, met Bergeuhusvesting en als voorizeiung daarvan banavikem net ge gadeel te der slad strekt zich uit van de vlschmarkt naar en om het kleine Lungogaardswater; daar zijn gele gen de domkerk, het siadnuis, het groote brandweer- station, de voornaamste hotels ear restauraties, de musea, en een groot aantal «inkieis, bij dit gedeeile d r tad nun, oygaaid gaheeten, met het daaraan grenzende groote stadspaik.. De brand ontstond in een 'der pahkuizen van een ijzerhandel bij Muraimenningen, in het eerstgenoem de gedeeite der stad; hier waren duizenden vaten teer opgeslagen, zoodat het vuur onmiddellijk voed sel vond en zich met ontzettende snelheid uithseiddo, aangewakkerd door een sterken Noordoostenwind. De vlammen sloegen van het eene pakhuis naar 't an dere o\er, Zoodal weldra'theeie kwartier tot aan de markt een vuurzee was, De overigens uitstekend geor- ganiseeerde brandweer, met den f linken brandmeeste Rolland aan net hoofd, stond machteloos tegenover de 'iamp, wel werdeh onmiddellijk de drijvende brandspuiten in werking gesteid, maar wat vermoch ten zij tegen deze zee van vuur? Inmiddels was de wind in kracht toegenomen, de huizen brandden als 'lucifersdoosjes en de vlammen baanden zich nu een weg in de richting van den nieu wen schouwburg, die evenwel gespaard! is gebleven. Tegen 9 nnr sprongen de vbupmen naar de overzijde der breede markt over, en nu stond ook «-eldra dit kwartier iniichtelaaie. De groote hotels Norge, Me- tropole, Holdtg en Victoria, benevens drie scholen en drie eoorantanbureaux, die van Bergens Tidend'e, Bergens Aftecblad en Gule Tidende, werden weldra een prooi der vlammen., terwijl de brand zich aan weerszijden van hot kleine Lungogaardswater uit breidde. In de onmiddellijke nabijheid daarvan is ook het museum van kunst gelegen, 'dat gelukkig is gespaard gebleven. Een oogenblik vreesde men voor het spoorwegstation, maar vlak daarbij «erd de brand bepeakt. l In het gedeelte der stlad, dat platgebrand is, ston den de meeste groote winkels en zaken; de schade be dringt danook millioeneu. Men had daar de 'groote zaken in koloniale waren, die die gehoede kust tot aan Noordkaap voorzien; voorts Berstad's en Wallen- dahl's groote winkels en magazijnen van ijzerwaren; de boekwinkels van Beyer en Gjertsen, de groote ma uufactuurwinkels van Zuckermann en ten slotte ook Bergen'8 nieuwe telefooncentrale, de eerste automa tische in 't land,'die eerstdaags in gebruik zou 'wor den genomen. Het is wel treffend, dat Bergen door deze ontzettende ramp wordt getroffen, juist in, een tijd dat er in die stad zulke ontzettende sommen ver diend zijn door reeders en kooplieden. Nog kort, gele den wist men te vertellen dat Bergen honderd mil- lionairs telde, terwijl de schade, die de stad nu lijdlt, door sommigen op honderd millioen kronen wordt geschat. Door den brand zijn duizenden menschen dakloos geworden, en dit wil wat zeggen in een stad als Ber gen, waar reeds woninggebrek heerschte. De stad Sta- vanger heeft onmiddellijk aan Bergen 'het voorstel gedaan, om aan 4000 menschen een onderdak te be zorgen. ALKMAAR SPOORSTRAAf 68- Werkgevers legen Ziekte* en Ongevallenschade van Personeel en Eigenzakendrijvcnden voor zichzelf DIRKCTTE Bij J. H. 'Woudstra, Zandvaart, Breezand, is on dergebracht een zeug, gered van een mesthoop achter een boerderij aan den Kleiweg. Bij M. van Eeten, Julianadorp, Koegras, zijn terug te bekomen 13 kippen en 1 haan, gered van een drij vende erwtenschelt in den. Oostpolaer. MOND- EN KLAUWZEER. Sedert de vorige opgave d.d. 12 Januari 19TB, wrerden gevallen van mond- en klauwzeer geconstateerd in Noord-Brabant: twee gevallen te Aarle-Rixtel en één geval in elk der gemeenten Beek en Donk en Lies hout; in Limburg: óen geval in elk der gemeenten Ber gen en Susteren. AARDAPPELEN. Aan de Rijkslandbouwleeraren in de verschillende provinciën zal de opdracht worden gegeven, in over leg met de landbouwvereenigingeu en met de Aardap pel vereeniging, de voor verkoop beschikbare hoeveel heid aardappelen te inventariseeren. Daarna zul wor den overwogen, of de omstandigheden het toelaten, dat van de -spoedig aan bederf onderhevige soorten onder bepaalde voorwaarden eenige uitvoer zal kunnen wor den toegestaan. Bij publieke verpachting is d esluis alhier gepacht door H. Tijhuis te Rijssen (O.) voor f 1100. Den vorigen koer was pachter J. Bierman alhier voor f 700. De heer P. Jonker, onderwijzer aan dé Openb. La gere School alhier, komt voor op de voordracht voor Hoofd der school te Koop op Texel.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1916 | | pagina 9