Aambeien. Verzekeriiig-M". „WestTriesiand", Het recht van weg. Reclames. VERZKKERT D. KUILMAN, L. F. Til. KOELMAN. FEUILLETON. Gemengd Nieuws. Jz.W'&r^roordde fchapW8h „gTTdS 3S Toen de commissaris in de vijfde sectie, de heer A Tjassens Keiser, deze mededeeling ontving. liet hij terstond den .zeventienjarigen monteur bij zich komen. Aanvankelijk hield de jongen ook thans weer vcÜ, niets van de zaak te weten, doch tenslotte legde hij een volledige bekentenis af. Met een schroevendraaier was het hem gelukt de kast te openen en zonder den 'nhoud van de portefeuille nader te onderzoeken, had hij zich de daarin bevindende bankbiljetten toegeëigend. Op het oogenblik, dat de Belg de kamer betrad, was de diefstal juist geschiedt. Hij nad toen de portefeuille weer in de kast gelegd. Op de vraag wat hij met het geld gedaan had, ver klaarde de jongen, die diep berouw over het gebeur de bleek te hebben, dat een kameraad f 1000 voor hem in bewaring had genomen, f 100 had hij een vriend ten geschenke gegeven en de rest van het bedrag was omgezet in kleedingstukken en snuisterijen. OLDESLU1S Het aantal kinderen dat uit Anna Paulowna hier thans de Openb. "Lagere School bezoekt, bedraagt ruim 30. Er zijn zelfs banken te kort. VRIJSTELLING VAN ONDERWIJZERS. Naar den minister van Oorlog is gebleken, is een van de commissarissen der Koningin van oordeel, aan 's ministers brief van 5 November 1915 de bevoegdheid te kunnen ontleenen, aan landstormplichtige personen, werkzaam bij eenige gemeentelijke inrichting van on derwijs, vrijstelling of voorloopige vrijstelling van den werkelijken dienst te yerleenen. In verband hiermede heeft de minister aan de com missarissen der Koningin in de provinciën meegedeeld, dat het niet de bedoeling is geweest, de in vermelden brief aan hen verleende bevoegdheid uit te strekken óók tot bij het onderwijs werkzame personen. Hij wenscht dan ook de beslissing in zake het al dan niet verleenen van vrijstelling of voorloopige vrijstelling aan deze categorie van personen aan zich te houden. In algemeenen zin toch staat de behartiging van de onderwijsbelangen aan den minister van Binnenlaud- sche Zaken; de beoordeeling, in hoeverre in eenig geval de noodzakelijkheid aanwezig is om een bi] het onderwijs betrokken landstormplichtige niet aan zijn werkkring te onttrekken, behoort dan ook aan dien minister te worden overgelaten. Op de beslissing, welke de minister van Oorlog naar aanleiding van het advies, dat zijn genoemde ambtgenoot aan hem mocht verstrekken, zal nemen, zullen uit den aard der zaak de belangen van den militairen dienst van invloed zijn. UITGELEVERD. ..Het Volk" meldt: Te Enschede kwamen eergisteren twee deserteurs over de grenzen, Het waren Belgen, wier ouders in Dujtschland genaturaliseerd waren en die daarom in Duitschen dienst zouden moeten opkomen. De jonge lui kozen liever dan dat den weg naar Holland. Nader meldt het blad dat deze deserteurs gister middag door den politie-commissaris uitgeleverd zijn. In verband met net bericht heeft het Corresponden tiebureau Vas Diaz inlichtingen ingewonnen bij de po- litje te Enschede, waarvan net vernam, dat de jonge lui nog niet voor den Duitschen dienst waren "Opge roepen en zonder de toestemming van hun ouders over de grens waren gekomen. De politie gaf hun den raad naar Duitschland terug te keeren, daar zij min derjarig waren, ten einde hun ouders te vragen of het hun goedkeuring wegdraagt dat zij Duitschland ver lieten. Van andere zijde wordt gemeld dat de twee jongelui uit Munster waren en een tocht van 10 dagen achter den rug hadden en te Enschede aankwamen zonder middel van bestaan. DRIE LOGGERS VERGAAN. Men meldt aan de j.N. Ct": Thans, na een afwezigheid van 14 dagen, is ook de hoon ijdel on terugkeer van de volgende vóór den storm uitgevaren leggers: Sch. 126, reeder C. v. d. Toom en Co., schinper Spaans; Sch. 253. reeders D. v. d Zwan en Den Duik. schipper A. Roeleveld; en Sch. 270, reeder A. v. d. Ende. schipper Kramer. Door deze ramp is het leven verloren gegaan van 35 opvarenden, die behalve hun weduwen een groot aantal kinderen nalaten. De personen der bemanningen waren meerendeels aan elkander verwant, varende op wat men te Sehevenin- gen noemtfamilieschuiten. BFROOVTNG. Gisternacht heeft men ln 'n café In de Schuitemakers- straat te Groningen iemand van ruim f 3000 aan bankbiljetten, rijksdaalders en guldens beroofd. De be roofde was uit Assen gekomen, om voor zijn patroon verschillende bedragen van Groningsche firma's te In nen. Zoo heeft hij in den loop van den namiddag nog een vrij aanzienlijk bedrag gebeurd van de graanhan delaarsfirma Harkema. De man was in den avond in ,,goed gezelschap" verzeild geraakt, waarvan het ge volg was, dat op de vriendschap een stevig glaasje werd gedronken. Zoo kwam men ook in het Boven bedoeld cafétje, waar de beroofde, een 19-jarig jong- mensch, aan een ieder, die het hooren wilde vertelde, dat hij duizenden guldens aan bankbiljetten bij zich droeg. Hij haalde de portefeuille met bankbiljetten uit zijn binnenzak, klopte met zijn hand tegen de zakken van zijn colbert, waarin, naar hij vertelde, rijksdaalders en guldens in overvloed aanwezig waren. Niet altijd is de vriendschap van langen diiur._ er kwam ruzie tusschen hem en zijn kameraden, 't Werd een kloppartij, waarbij de jas van het jongmeosch, waarin de portefeuille met bankpapier en zilvergeld, hem van 't lijf getrokken werd en aoor tot dusver onbe kend gebleven aader(s) meegenomen; later in den nacht is het kleedingstuk door de politie op het A-kerkhof gevonden. Het geld was verdwenen. De beroofde, die in dronken toestand verkeerde, werd aan het hoofdbureau van politie opgeborgen. N.Gr.Ct. Weinig kwalen zijn 'ellendiger, pijnlijker en gevaar lijker dan aambeien, door het herige jeuken en de stekende pijn, die zij veroorzaken. Het ongemak wordt hoe langer hoe erger, als het verwaarloosd wordt en hevige Bloedingen, ontsteking en verzwering kunnen er door ontstaan. Zelfs in gevallen, waarbij operatie het eenige red middel scheen, heeft Foster's Zalf bewezen van uit stekende hoedanigheden te zijn en de kwaal^ op af doende en duurzame wijze te genezen. Het verdient aan beveling bij 'de behandeling tevens slechte ^gewoonten na te laten, zorg te dragen voor een goede spijsvertering, het gebruik van kruiden, alcohol en prikkelende voe dingsmiddelen te vermijden, doch veel groenten en weinig vleesch te nuttigen. Foster's Zalf (let op den juisten naam) is te Scha- gen verkrijgbaar bij J. Rotgans, Molenstr. C 14. Toe zending geschiedt franco na ontvangst van postwissel f 1.75 per doos. ALKMAAR SPOORSTRAAT 68 Werkgevers legen Ziekle- en Ongevallenschade vau Personeel en Ëigenzakendiijvenden voor zichzelf. DIRECTIE Midden in de heetste Julihitte was mister van Etfen, de president van de Western Spoorwegmaatschappij uit het heerlijke, frissche Adriondack naar New-York te ruggekeerd. Deze vervroegde terugkeer in een tijd, dat New- York een ware bakoven is, had zijn zeer gewichtige reden. Een nieuwe, concurreerende spoorwegmaatschap pij deed alle best om de Western-maatscnappij voor te zijn om een baan te leggen en daarvoor van eenige eigenwijze landbezitters het recht van koop te krij gen van hun goederen. En mister van Etten was reeds lang met aie landgoedbezitters in onderhandeling geweest, maar het eeuig resultaat dat hij nog had weten te bereiken was, dat hun eischen steeds hooger waren geworden. Tot het optreden van dezen fatalen concurrent, had mister van Etten steeds de leiding der onderhande lingen enz. overgelaten aan zijn procuratiehouder en plaatsvervanger Mr. Snooks. maar tiu was zijn ener giek optreden een dringende noodzakelijkheid gewor den. De bijzondere bitterheid dezer noodwendigheid om zelf in te grijpen, bespeurde ook zijn personeel. Wanl door de dikke spiegelglazen van het privékantoor van den meester, keken nu diens scherpe, stekende oogen onder -de gefronste wenkbrauwen. Het was drukkend en zwoel op de kantoren en niet zelden ontlastte een donderbui, die de eigenwijze boeren moest treffen, zich over de hoofden van de kantooremployé's. Maar het allerbitterste der bitterheden dezer nood wendigheid om zelf energiek in te grijpen, kreeg Re- ginald te smaken. Dat was namelijk de vroolijke, vlotte twee-en-twintig jarige „app^l" des huizes die in zooverre heel ver yan den stam was gevallen, dat zijn hoofdhartstocht daarin bestond, dat hij de door papa zorgvuldig opgesloten goudvinken weer liet vliegen, dat deze stomme dingen anders bepaald hadden verleerd. Mr. van Etten verwachtte vandaag met vurig ver langen de postzakken, waarvan de inhoud hem een wa genvracht steenen van het hart zouden wentelen, of ook dat vrachtje weer geducht konden verzwaren. En daar kwam waarachtig die Reginald met geld- eischen voor een automobieltocht. „Maak geen flauwe aardigheden", schreeuwde de va der hem toe. „Geldvermorsen dat kan je. Verdient heb ie tot dusver nog .nooit één roode cent. Zeker, wat bekommer jij je om de zorgen van je armen vader. Maar vandaqg zal je thuisblijven hoor en daarmee basta"'. „Ail right!" antwoordde Reginald. trad door de open deur in het groote kantoor terug, ging op een kantoor stoel zitten en stak éen sigaret aan, om zoodoende het vaderlijk standje, dat hem in bijzijn van het personeel was gegeven, weg te poffen. Onderwijl veegde Mr. van Etten zich herhaaldelijk het angstzweet van het voorhoofd. Nog drie boeren weigerden hem het recht van koop. Kwamen vandaag die drie toezeggingen in, dan was het recht van een weg te leggen aoor de neele County verzekerd en de STEENKOOL UIT HOUT. Steenkool en hout-overvloed kent men in Rusland, waar het hout op velerlei gebied de steenkool ver vangen moet. Ook Italië en wellicht méér landen zullen dit probleem hebben op te lossen. Het is in dergelijke omstandigheden een uitkomst, wanneer de proeven van prof. Heuser uit Darmstadt tot een resultaat voeren. Heuser kent aamelijk reeds sinds een paar jaar een uit hout ontstaan bruin- kooien steenkool-achtig product, d. w. z. hij heeft het nog als hout gekend. In een ruimte waar hout ge stoomd en door den stoom uitgeloogd werd, had zich dat product onder een doorboorden bodem, waar 't hout op stond, afgezet Hetgeen door dien bodem viel, waren niet anders dan houtspaanders en stukjes, die met de uitloogingsproducten van 't hout doortrokken raakten, dus met hars, liguine Eroducten, suikerstoffen, enz. Het mengsel was een arde steenkool-achtige massa geworden, die plaat selijk wisselde tusschen bruinkool en anthraciet, en hier en daar nog hout-structuur vertoonde. Heuser schrijft 'de verandering vooral toe aan de behandeling van dat hout met lucht en stoom onder een druk van eenige atmosfeeren, gedurende zes k zeven jaar. Zoolang was de ketel nl. in gebruik geweest, zonder dat het verwijderen van het product noodig werd. concurreerende maatschappij kon met een langen neus aftrekken. Van deze drie boeren hing dus ziju slagen en het welzijn van de Western-spoorweg af. Mr. van Etten keek met adclaarsoogen naar de gang deur, waardoor de postzakken, moesten b.nnenkomen. Waarachtig, daar klauterde de geuniforude bureau man uit de lift en kwam met een ann vol poststuk ken binnen. Reginald verroerde zich niet op zijn stoel. Een klerk moest den beambte de poststukken afnemen en aan den patroon brengen. Haastig greep Mr. van Etten een verguld vouwbeen en woelde in de vele brieven rond, dte hem maar wei nig interesseerden. Ha, daar was er een, die hij heb ben moest. Mr. van Etten zoog met kracht aan zijn uitgegane si gaar. .leunde gemakkelijk in zijn stoei achterover en verslond den inhoud van den brief door zijn goud gerande knijper. „Hallo Snooks", riep hij plotseling verheugd tot den procuratiehouder, „de oude Janos Skellet heeft ons laatste aanbod aangenomen. Wij betalen hem een schandelijken prijs voor de boerderij, maar de Western maatschappij heeft gezegevierd. Mr. Snooks grijnsde, Mr. Topes, de secretaris, grijnsde ook. Het heele personeel grijnsde. Tenslotte grijns de ook Reginald. Zijn neusvleugels gingen op en neer Hij stond op en bood zijn vader een brandende lu cifer, die deze aannam, waarbij evenwel het Havanah- stompje hem uit den mond viel. Terwijl Reginald met zijn zakdoek zijn vaders broek afsloeg, had Mr. van Etten reeds een tweeden brief opgedoken en geopend en was met grooten ijver be ginnen te lezen. „Snooks i" schreeuwde hij, „ook Ruben Jinks heelt «eaccepteeró. Dat was een van de lastigste potentaten Nu zullen de concurrenten wel de galkoorts krijgen „Hehehel" lachte Mr. Snooks. En de secretaris viei een terts hooger in, en het personeel schudde van het lachen. Reginald lachte mee en opende en sloot de linkerhand, als voelde hij bereids den gummibal van de horen van zijn automobiel. Daar vond de patroon eindelijk ook het derde en laatste stuk. Dit schrijven bevatte dus de eigenlijke beslissing voor het lot van de geheele spoorbaan door Kingston County. Dit antwoord moest met alle aandacht en zorg wor den gelezen. Mr. van Etten las het één, twee, drie, vier maal, alsof hij het uit zijn hoofd wilde leeren, of dat het zeer onduidelijk geschreven was en hij dus moeite had om het te ontcijferen. En daarbij lachte hij steeds eigenaardiger. Aller oogen hingen aan zijn lippen. Maar wat was dat? Maar Mr. van Ettens voorhoofd dat t*>g steeds glad was gebleven, begon zich te rimpe^ len. Mr. van Etten schudde het hoofd. Hij streek zich met de rechterhand door de dunne haren Hij schoof zijn stoel heen en weer. Dan wierp hij het vouwbeen en den brief op den lessenaar, poetste zijn lorgnet, duwde haar zoo stevig mogelijk oj> zijn goed- bevleeschden neus, hoeste dreunend en nam den brief weer in de hand en las hem voor de vijfde maal door. En daarbij lachte hij zoo vreemd. Toen hij gereed was, wierp hij den brief weer op de tafel, leunde het hoofd in de hand en begon zijn per, steenkoolachtigs om te zetten, althans om bruinkool fr ?n te veranderen. Reeds heeft Bergius, die ook Idoor inwerking" van waterstof onder hoogen druk en bij hooge temperatuur op bitumineuze kool benzine- I achtige producten maakte, op verwant gebied nl. 'door de emzetting van cellulose in iets steenkool achtigs, belangrijk voorbereidend werk verdacht. Heuser is voornemens proefnemingen te doen ten vervolge van zijn waarneming, die wellicht tot steenkool uit hout zullen voeren. Het Êngelsche weekblad „The New Statesman bevat een artikel, dat gericht is tegen den in Enge land opgerichten Anti-Duitschen Bond. die ten doel heeft ook na den oorlog het verkeer tusschen Duitschland en Engeland zooveel mogelijk tegen te gaan. Dergelijke gedachten van eeuwigen haat worden door de soldaten zelf gelukkig niet gedeeld, zegt het blad, dat daaraan een beschouwing in den hieronder volgenden geest toevoegt. De soldaat aan het front heelt een veel betere voorstelling van wat I de werkelijke beteekenis van den oorlog is, dan de burgers. De soldaat in de loopgraven gevoelt, dat hij geen twist heeft met den soldaat in een loop- fraai tegenover hem, en zal deze hem dooden als ij zijn hoofd boven de verschansing steekt. Dit beteekent niet dat zijn inzicht omtrent de nood zakelijkheid van den oorlog is veranderd. Maar al moet hij maanden of misschien jaren blijven waar hij is, om den vijand te overwinnen en de over winning voor zijn idealen te bevechten, dit neemt niet weg, dat hij erkent dat de persoonlijke vijand een menschelijk wezen is, die hetzelfde ondervindt als hijzelf, hetzelfde leven in de loopgraven leidt als hij, een leven dat men niet begrijpt als men het niet zelf medegemaakt heeft. De hartstochten, die den geest der burgers, die niet aan het front staan, verduisteren, raken de legers bijna niet. Er zijn natuurlijk uitzonderingen. Wreedheden als gasver giftiging of het dooden van gewonden, mogen leiden tot een tijdperk van „geen genade", maar ruim ge sproken beschouwt de soldaat zijn vijand niet als vijand, noch droomt hij van vergelding of verdel ging of eeuwige vijandschap. Voor den burger zijn er daar deze alleen aoor het woord uitdrukken. En zijn ergste uitlatingen zijn gelukkig niet blijvend. Niets is merkwaardiger gedurende den oorlog dan het bewijs van de onstan avastigheid van den haat van het volk. Zelfs in Duitschland. zegt men, heeft de hymne van den haat zijn macht verloren en waar het haatgevoel nog bestaat, is het niet meer hevig. Er is nu echter in Engeland een „Anti-Duitsche Bond" opgericht, die ook na den oorlog den invoer van waren en van wat ook uit Duitschland naar Engeland wil verbieden. Gelukkig is de aanhang nog niet groot en dit geeft hoop voor de toekomst. Want als nu de burgers niet over te halen zijn zich bii dezen bond aan te sluiten, dan zal er zeker na ae terugkomst der soldaten geen sprake zijn van een doorvoeren van dit denkbeeld. De soldaat begrijpt, dat oorlog oorlog, vrede vrede is. Bij het inzicht dat hij verkregen heeft gedurende den oorlog, is er bij hem geen plaats voor eeuwige vijandschap. Hij schaamt zich niet beleefdheden te wisselen met een „Oun". Hij weet dat hèt niet menschelijk is, haat te koesteren tegen een vijand, zelfs al tracht gij hem het leven te benemen. En als de oorlog beëindigd is, zal hij wenschen dat het einde is van al deze ellende en niet het begin van een nieuwen oorlog. „The New Statesman" eindigt zijn beschouwingen met de volgende woorden: „De Anti-Duitsche Bond moge een andere opvatting zijn toegedaan, maar dat de massa ter openbare meening vroeger of later zich aan de zijde van den soldaat zal scharen, daar zijn wij zeker van." DE GRAMOPHOON IN DIENST DER RECRUTEL- RING. De Kord Mayor van Londen zal alle jonge mannen in het Verjsenigd Koninkrijk toespreken, om hen tof dienstneming op te wekken. Tot dit doel zal hij van de gramophoon gebruik maken en in alle recruteeringsbureaux records van zijn redevoering laten afdraaien. verontschuldigingen, >rd zijn gevoelens lcan soneel, man voor man. met een eigenaardig vorschen- den blik zwijgend te monsteren. Procuratiehouder en secretaris en personeel keken elkaar verwonderd aan. Zou de oude plotseling den kolder in den kop hebben gekregen of een aanval van beroerte „Arm!" bromde nu plotseling Mr. van Etten zeer luid. „Toper, kom jij eens binnen. Maar dadelijk I" De secretaris sprong van zijn stoel op, wierp in het voorbijgaan een vluchtigen blik in den spiegel en trad dan de kamer van zijn principaal binnen. Mr. van Etten monsterde hem een oogenblik zwij gend van het hoofd tot de voeten. „Sluit de deur Beval hij. De secretaris ging, bleek van verwachting en onrust, sloot de deur: „Hoe oud ben jij. Toper f' vroeg Mr. van Etten. „Twee en veertig jaar, vier maanden en vijf dagen", antwoordde Toper. „Lust jij graag kruisbessenkoeken?" „Wat blieft u stotterde Toper verbluft. „Of jij graag kruisbessenkoeken lust" herhaalde de president luider en driftiger. „Kruis—bessen—koe—ken?I O, jawel, maar „Wanneer het dus noodig was, zoo zou je die kruis bessenkoeken gaarne eten, niet waar?" De secretaris zag zijn patroon een poosje onderzoekend aan. „O ja. ja! Zeker, beslist!" zeide hij dan ijverig „Zeer gaarne zelfs. .Sir. Hartstochtelijk graag". Mr. van Etten knikte bevredigd. Dan vroeg hij ver der: „En zeg mij nu eens Toper. houdt jij je nonal voor mooi?" De secretaris kreeg nu het gevoel als een wasfiguur dat op smelten staat. Ik bedoel natuurlijk", porrigeerde Mr. van Etten zichzelf, „of men je voor mooi houdt". „Mij voor voor mooi?" stotterde Toper. „Wie moet mij dan voor mooi houden!" „De dameswereld, natuurlijk. Je benl toch Jong gezel, als ik "het wel heb". „Jawel Sir". „Nu. .dan moet je trouwen!" flapte Mr. van Etten het er uit. „Het is de hoogste tijd. Toper". „Ik ben jonggezel uit principe, Sir". „En u heeft het plan om uw geheele leven on gehuwd te blijven?" „Met Gods hulp ja". „Ga heen", .mopperde de president. „Hei<!aart Chap- Ieich?' riep hij een der klerken toe. „Kom eens hier"' De secretaris wierp een dankblik omhoog naar de zoldering en maakte vlug voor zijn jongen, dikken col lega plaats, welke door Mr. van Etten juist van het hoofd tot de voeten werd .bekeken. „Wat ter wereld hebben kruisbessenkoeken en tro%, wen nu te maken met het wegrecht voor de spoorbaan Dat zou ik wel eens willen weten!" bromde de secretaris en ging weer op zijn kantoorstoel zitten. Mr. van Etten had intusschen weer een blik in den brief geworpen en begon nu zijn tweede verhoor II woont, Chapleigh?" „Bowery. .nummer 171", antwoord'de de dikke „En hoe oud is u?" „Vijf en twintig, Sir". „Zeer goed. Eet u ook gaarne kruisbessenkoe ken „Jawel Sir". hakkelde de dikke. kinderen in den OORLOG Mrn leest soms merkwaardige! dingen in soldaton- Mieven. Zoo vertelt nu de „Daily Mail" van een jon gen soldaat, die in den ouderdom van vijftien jaren rfnrielii na het uitbreken van den oorlog dienst nam itXSnS* op c.mpolli «WH 1M «.'dn.l van de troep, waarbij deae jongen, Cooke geheeten, diend. schrebf aan de moeder van Gook* oen brie», waarin hij verWt dat dn jonge Cooke twee Turken 'aan zijn bajonet reeg. „H ichtte mrt haast dood", schrijft de soldaat, „toen ik zag dat de'jongen die groote Turken aan zijn bajonet had." TE GROOTEN MOND. De rechtbank te Dusseldorp heefft den monteur Bernhard Hulsenfeld, een Hollandsch onde-daan, die zich in de werkplaats minachtend had uitgelaten over het Duitsche leger en zijn oficieren, tot 4 maanden gevangenisstraf veroordeeld. Hot ministerie van oor- log had de aanklacht ingediend. EEN TREFFENDE ONTMOETING. Een treffende onnitoeting 'hadden twee broeders uit Westfaien dezer dagen te Munster. Vijiuen jaaü geileden had een der broeders het ouderlijk huis ve® - laten, was nooit teruggeköei d en had zich in trank- rijk gevestigd. Ais genaturaliseerd Franscnnian moest hij bij het uithiekeo van de» oorlog de vape- nen tegen zijn geboorteland opnemen, maai geraakt/* krijgsgevangen. Toevallig webd hij dezer dagen to Munster werkzaam gesteld op een plaats, waar zijn broeder als landstormi) an het vaderland1 diende, tan de treifende ontmoeting tusschen beide' broeders wa ren honderden getuige. DE D-TREIN HOND. Ik moest in een kleine Duitsche badplaats zijn. Dat ging nu niet zoo gauw als voor den oorlog. J>-s- t.jds reed er efen D-trein, maar die is in hot wtoede oorlogsjaar uitgevallen. Toep ik op liet kleine station uitstapte, zag ik eéci hond heen en weer rennen. Hij scheen uit zijn hu meur, blalte woedend en beet zélfs naar n e. Van wien is die hond? vraag ik den conducteur Dat weet ik niet, dat is de D-treinhond. Ik ga naar den machinist en vraag beléeld: Nrttut u me uiet kwalijk, n;aar die hond bijt naar me; weet u soms van wien dat beest is? Dat Weet ik niet, dat is de D-treinhond. Verbaasd en verontwaardigd over die1 mijns in ziens geringschattende ep onhartelijke antwoor den, klamp ik den lampenpoetser aan. Die hoort al thans in deze stad thuis m zal er dus welmeer van. weten. Ik geef hem eeh sigaar en herhaal ook tegen hem mijn vraag; Van wien is dat leelijike mormel, dat me naar de broekspijpen bijt? En ook hij geeft, na zijn zwarte gezicht tot een le^ lijke grijns vei trokken te hebben, het stereotiepe ant woord: Oh, dat beest? Dat is de D-rteinhond. Ik voel mijn woede stijgen en ik si auw hem toe,: Jawel, dat weet ik al, maar dat beest moet toch een eigenaar hebben? En nou wil ik van jou weten wie die eigenaar is? Mijn sigaar doet hem mijn snauw Piet achten en nu licht hij me in; Dat 1 eest is van niemand. Maar iedereen schijnt hem toch tet kennen. Natuurlijk; hij komt immers eiken dag bij den D-trein. Ja, maar, hoe zit dat nu? Die D-trein rijdt al in maanden niet meer, 'Zeker, maar voor den oorlog wel. Een met een restauratiewagen. Die grijz.e hend was eiken dag hier, precies op den tijd, dat de D-trein het stel tion. binnenreed. Merkwaardig. Da tgrijze monster schijnt wel een horloge in den'kop te h ribben. Db kwestie is: de kok van den restauratiewagen gaf hem eiken dag te eten. En hij kre«jg een flinke por tie ook. En zoo schijnt dat langzamerhand een soort van recht geworden te zijn. Zoo, zoo. Nu wordt het me) duidelijker. Nu wreekt hij zich over den uitgevallen D-trein. ,,a> hij is heelemaal niet goed over don oorlog te 8 preken, zegt de lampenpoetse*-,1 tikt aan zijn pet on gaat aan zijn werk. Hbld. -Zeer goed. Vindt men u mooi, Chapleigh T' Het antwoord bleef den jongen man in de keel SlcKvU, Antwoordt toch. Chapleigh". drong .de president. Mij beval je, zooals je bent. heel goed maar ik KfeaS?."14 bM ""W De dikke lachte blozend. „Zeker Sir!" ,,Nu. ziet eens. En hoe oordeelen de Ionge dames over uW uiterlijk?" „O ik geloof ik weet niet maar eenige waren zoo vriendelijk, mij mij eh ,,I itstekend!" riep de president. „U moet trouwen, Chapleigh „Ja maar de dikke had geen adem meer om iets te zeggen. „Ja. ja, Chapleigh. Je moet trouwenl" herhaalde Mr. van Etten in allen ernst. „Binnen vier en twintig uur trouwen. Ik heb een schitterende partij voor u. Zeg ja en uw levensgeluk is gevestigd." De dikke Chapleigh draaide zich als dauwworm aan den haak. „Maar ik ik ben reeds „Getrouwd toch niet?" „Neen. Maar verloofd". „Dat is toch wel „En wanneer ik riHjn verloofde zitten liet" ging Chapleigh voort, „dan zou zij tegen mij een aanklacht indienen wegens verbreken van trouwbelofte" „Ach wat", riep de president uit. „laat dat maar gaan. Ik betaal de kosten." Maar nu wierp de dikke het hoofd in dra nek ra f'J.n opgen schitterden. „Mijnheer de president" rieD hij, „de jODge dame heeft mijn woord en als gentle man ben ik verplicht mijn woord te houden". Mr. van Etten liet zich werkelijk imponeeren Best best mijn jongen. Maar kun je mij geen' plaats vervanger onder ie collega's aanwijzen? P -Goed. stuur hem dadelijk hier". Daarmede kon Chapleigh heengaan. Hif snelde naar ÏnJCT'S,™ "ep H°pki™ "Ij brief beginnen te lezen, welke hem hoe verter hiï las, onweerstaanbaarder aantrok. Hopkms met de. pennehouder achter het oor snel- ?I v®. fr01118"^ gelukwenschen zijner collega's vergezeld, bij den prradent binnen 1 8 „•C™.1 hromde «e patroon, toen hij dra aartslee- Ïis'ln'rSV'"'8' "J,i "°Pkdwï B.-H jo „Jawel Mr. van Etten". „Heb je een schot kruit' in het gezicht gehad r Ik" W>n'J !?en d£ J>°£ken gehad, Mr. van Etten. v i liemebber van kruisbèssenkoekra". „Nu dat is tenminste iets, ma heel knap zie ie er 'b i4, HoPkins,"« merkte de president op. dus n 611 smaak van jonge dames niet Toen zette Reginald plotseling zijn hoed op, stak een nieuwe sigaret aan en verliet met vlugge ar h red ra liet privékantoor van zqn vader. Wordt forvv^d.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1916 | | pagina 6