Aambeien.
Verzekeriiig-M". „WestTriesiand",
Het recht van weg.
Reclames.
VERZKKERT
D. KUILMAN, L. F. Til. KOELMAN.
FEUILLETON.
Gemengd Nieuws.
Jz.W'&r^roordde fchapW8h
„gTTdS 3S
Toen de commissaris in de vijfde sectie, de heer A
Tjassens Keiser, deze mededeeling ontving. liet hij
terstond den .zeventienjarigen monteur bij zich komen.
Aanvankelijk hield de jongen ook thans weer vcÜ,
niets van de zaak te weten, doch tenslotte legde hij
een volledige bekentenis af. Met een schroevendraaier
was het hem gelukt de kast te openen en zonder den
'nhoud van de portefeuille nader te onderzoeken, had
hij zich de daarin bevindende bankbiljetten toegeëigend.
Op het oogenblik, dat de Belg de kamer betrad, was
de diefstal juist geschiedt. Hij nad toen de portefeuille
weer in de kast gelegd.
Op de vraag wat hij met het geld gedaan had, ver
klaarde de jongen, die diep berouw over het gebeur
de bleek te hebben, dat een kameraad f 1000 voor
hem in bewaring had genomen, f 100 had hij een
vriend ten geschenke gegeven en de rest van het bedrag
was omgezet in kleedingstukken en snuisterijen.
OLDESLU1S
Het aantal kinderen dat uit Anna Paulowna hier
thans de Openb. "Lagere School bezoekt, bedraagt ruim
30. Er zijn zelfs banken te kort.
VRIJSTELLING VAN ONDERWIJZERS.
Naar den minister van Oorlog is gebleken, is een
van de commissarissen der Koningin van oordeel, aan
's ministers brief van 5 November 1915 de bevoegdheid
te kunnen ontleenen, aan landstormplichtige personen,
werkzaam bij eenige gemeentelijke inrichting van on
derwijs, vrijstelling of voorloopige vrijstelling van den
werkelijken dienst te yerleenen.
In verband hiermede heeft de minister aan de com
missarissen der Koningin in de provinciën meegedeeld,
dat het niet de bedoeling is geweest, de in vermelden
brief aan hen verleende bevoegdheid uit te strekken
óók tot bij het onderwijs werkzame personen. Hij
wenscht dan ook de beslissing in zake het al dan niet
verleenen van vrijstelling of voorloopige vrijstelling aan
deze categorie van personen aan zich te houden.
In algemeenen zin toch staat de behartiging van de
onderwijsbelangen aan den minister van Binnenlaud-
sche Zaken; de beoordeeling, in hoeverre in eenig
geval de noodzakelijkheid aanwezig is om een bi] het
onderwijs betrokken landstormplichtige niet aan zijn
werkkring te onttrekken, behoort dan ook aan dien
minister te worden overgelaten.
Op de beslissing, welke de minister van Oorlog naar
aanleiding van het advies, dat zijn genoemde ambtgenoot
aan hem mocht verstrekken, zal nemen, zullen uit
den aard der zaak de belangen van den militairen
dienst van invloed zijn.
UITGELEVERD.
..Het Volk" meldt:
Te Enschede kwamen eergisteren twee deserteurs
over de grenzen, Het waren Belgen, wier ouders in
Dujtschland genaturaliseerd waren en die daarom in
Duitschen dienst zouden moeten opkomen. De jonge
lui kozen liever dan dat den weg naar Holland.
Nader meldt het blad dat deze deserteurs gister
middag door den politie-commissaris uitgeleverd zijn.
In verband met net bericht heeft het Corresponden
tiebureau Vas Diaz inlichtingen ingewonnen bij de po-
litje te Enschede, waarvan net vernam, dat de jonge
lui nog niet voor den Duitschen dienst waren "Opge
roepen en zonder de toestemming van hun ouders
over de grens waren gekomen. De politie gaf hun den
raad naar Duitschland terug te keeren, daar zij min
derjarig waren, ten einde hun ouders te vragen of
het hun goedkeuring wegdraagt dat zij Duitschland ver
lieten.
Van andere zijde wordt gemeld dat de twee jongelui
uit Munster waren en een tocht van 10 dagen achter den
rug hadden en te Enschede aankwamen zonder middel
van bestaan.
DRIE LOGGERS VERGAAN.
Men meldt aan de j.N. Ct":
Thans, na een afwezigheid van 14 dagen, is ook de
hoon ijdel on terugkeer van de volgende vóór den storm
uitgevaren leggers: Sch. 126, reeder C. v. d. Toom
en Co., schinper Spaans; Sch. 253. reeders D. v.
d Zwan en Den Duik. schipper A. Roeleveld; en Sch.
270, reeder A. v. d. Ende. schipper Kramer.
Door deze ramp is het leven verloren gegaan van
35 opvarenden, die behalve hun weduwen een groot
aantal kinderen nalaten.
De personen der bemanningen waren meerendeels aan
elkander verwant, varende op wat men te Sehevenin-
gen noemtfamilieschuiten.
BFROOVTNG.
Gisternacht heeft men ln 'n café In de Schuitemakers-
straat te Groningen iemand van ruim f 3000 aan
bankbiljetten, rijksdaalders en guldens beroofd. De be
roofde was uit Assen gekomen, om voor zijn patroon
verschillende bedragen van Groningsche firma's te In
nen. Zoo heeft hij in den loop van den namiddag nog
een vrij aanzienlijk bedrag gebeurd van de graanhan
delaarsfirma Harkema. De man was in den avond
in ,,goed gezelschap" verzeild geraakt, waarvan het ge
volg was, dat op de vriendschap een stevig glaasje
werd gedronken. Zoo kwam men ook in het Boven
bedoeld cafétje, waar de beroofde, een 19-jarig jong-
mensch, aan een ieder, die het hooren wilde vertelde,
dat hij duizenden guldens aan bankbiljetten bij zich
droeg. Hij haalde de portefeuille met bankbiljetten uit
zijn binnenzak, klopte met zijn hand tegen de zakken
van zijn colbert, waarin, naar hij vertelde, rijksdaalders
en guldens in overvloed aanwezig waren.
Niet altijd is de vriendschap van langen diiur._ er
kwam ruzie tusschen hem en zijn kameraden, 't Werd
een kloppartij, waarbij de jas van het jongmeosch,
waarin de portefeuille met bankpapier en zilvergeld,
hem van 't lijf getrokken werd en aoor tot dusver onbe
kend gebleven aader(s) meegenomen; later in den nacht
is het kleedingstuk door de politie op het A-kerkhof
gevonden. Het geld was verdwenen.
De beroofde, die in dronken toestand verkeerde, werd
aan het hoofdbureau van politie opgeborgen. N.Gr.Ct.
Weinig kwalen zijn 'ellendiger, pijnlijker en gevaar
lijker dan aambeien, door het herige jeuken en de
stekende pijn, die zij veroorzaken. Het ongemak wordt
hoe langer hoe erger, als het verwaarloosd wordt en
hevige Bloedingen, ontsteking en verzwering kunnen
er door ontstaan.
Zelfs in gevallen, waarbij operatie het eenige red
middel scheen, heeft Foster's Zalf bewezen van uit
stekende hoedanigheden te zijn en de kwaal^ op af
doende en duurzame wijze te genezen. Het verdient aan
beveling bij 'de behandeling tevens slechte ^gewoonten
na te laten, zorg te dragen voor een goede spijsvertering,
het gebruik van kruiden, alcohol en prikkelende voe
dingsmiddelen te vermijden, doch veel groenten en
weinig vleesch te nuttigen.
Foster's Zalf (let op den juisten naam) is te Scha-
gen verkrijgbaar bij J. Rotgans, Molenstr. C 14. Toe
zending geschiedt franco na ontvangst van postwissel
f 1.75 per doos.
ALKMAAR SPOORSTRAAT 68
Werkgevers legen Ziekle- en Ongevallenschade vau
Personeel en Ëigenzakendiijvenden voor zichzelf.
DIRECTIE
Midden in de heetste Julihitte was mister van Etfen,
de president van de Western Spoorwegmaatschappij uit
het heerlijke, frissche Adriondack naar New-York te
ruggekeerd.
Deze vervroegde terugkeer in een tijd, dat New-
York een ware bakoven is, had zijn zeer gewichtige
reden. Een nieuwe, concurreerende spoorwegmaatschap
pij deed alle best om de Western-maatscnappij voor
te zijn om een baan te leggen en daarvoor van eenige
eigenwijze landbezitters het recht van koop te krij
gen van hun goederen. En mister van Etten was
reeds lang met aie landgoedbezitters in onderhandeling
geweest, maar het eeuig resultaat dat hij nog had
weten te bereiken was, dat hun eischen steeds hooger
waren geworden.
Tot het optreden van dezen fatalen concurrent, had
mister van Etten steeds de leiding der onderhande
lingen enz. overgelaten aan zijn procuratiehouder en
plaatsvervanger Mr. Snooks. maar tiu was zijn ener
giek optreden een dringende noodzakelijkheid gewor
den.
De bijzondere bitterheid dezer noodwendigheid om
zelf in te grijpen, bespeurde ook zijn personeel. Wanl
door de dikke spiegelglazen van het privékantoor van
den meester, keken nu diens scherpe, stekende oogen
onder -de gefronste wenkbrauwen. Het was drukkend
en zwoel op de kantoren en niet zelden ontlastte
een donderbui, die de eigenwijze boeren moest treffen,
zich over de hoofden van de kantooremployé's.
Maar het allerbitterste der bitterheden dezer nood
wendigheid om zelf energiek in te grijpen, kreeg Re-
ginald te smaken.
Dat was namelijk de vroolijke, vlotte twee-en-twintig
jarige „app^l" des huizes die in zooverre heel ver yan
den stam was gevallen, dat zijn hoofdhartstocht daarin
bestond, dat hij de door papa zorgvuldig opgesloten
goudvinken weer liet vliegen, dat deze stomme dingen
anders bepaald hadden verleerd.
Mr. van Etten verwachtte vandaag met vurig ver
langen de postzakken, waarvan de inhoud hem een wa
genvracht steenen van het hart zouden wentelen, of
ook dat vrachtje weer geducht konden verzwaren.
En daar kwam waarachtig die Reginald met geld-
eischen voor een automobieltocht.
„Maak geen flauwe aardigheden", schreeuwde de va
der hem toe. „Geldvermorsen dat kan je. Verdient heb
ie tot dusver nog .nooit één roode cent. Zeker, wat
bekommer jij je om de zorgen van je armen vader.
Maar vandaqg zal je thuisblijven hoor en daarmee
basta"'.
„Ail right!" antwoordde Reginald. trad door de open
deur in het groote kantoor terug, ging op een kantoor
stoel zitten en stak éen sigaret aan, om zoodoende het
vaderlijk standje, dat hem in bijzijn van het personeel
was gegeven, weg te poffen.
Onderwijl veegde Mr. van Etten zich herhaaldelijk
het angstzweet van het voorhoofd. Nog drie boeren
weigerden hem het recht van koop. Kwamen vandaag
die drie toezeggingen in, dan was het recht van een
weg te leggen aoor de neele County verzekerd en de
STEENKOOL UIT HOUT.
Steenkool en hout-overvloed kent men in Rusland,
waar het hout op velerlei gebied de steenkool ver
vangen moet. Ook Italië en wellicht méér landen
zullen dit probleem hebben op te lossen. Het is in
dergelijke omstandigheden een uitkomst, wanneer
de proeven van prof. Heuser uit Darmstadt tot
een resultaat voeren. Heuser kent aamelijk reeds
sinds een paar jaar een uit hout ontstaan bruin-
kooien steenkool-achtig product, d. w. z. hij heeft het
nog als hout gekend. In een ruimte waar hout ge
stoomd en door den stoom uitgeloogd werd, had
zich dat product onder een doorboorden bodem,
waar 't hout op stond, afgezet Hetgeen door dien
bodem viel, waren niet anders dan houtspaanders
en stukjes, die met de uitloogingsproducten van
't hout doortrokken raakten, dus met hars, liguine
Eroducten, suikerstoffen, enz. Het mengsel was een
arde steenkool-achtige massa geworden, die plaat
selijk wisselde tusschen bruinkool en anthraciet,
en hier en daar nog hout-structuur vertoonde.
Heuser schrijft 'de verandering vooral toe aan de
behandeling van dat hout met lucht en stoom onder
een druk van eenige atmosfeeren, gedurende zes
k zeven jaar. Zoolang was de ketel nl. in gebruik
geweest, zonder dat het verwijderen van het product
noodig werd.
concurreerende maatschappij kon met een langen neus
aftrekken. Van deze drie boeren hing dus ziju slagen
en het welzijn van de Western-spoorweg af.
Mr. van Etten keek met adclaarsoogen naar de gang
deur, waardoor de postzakken, moesten b.nnenkomen.
Waarachtig, daar klauterde de geuniforude bureau
man uit de lift en kwam met een ann vol poststuk
ken binnen.
Reginald verroerde zich niet op zijn stoel. Een klerk
moest den beambte de poststukken afnemen en aan
den patroon brengen.
Haastig greep Mr. van Etten een verguld vouwbeen en
woelde in de vele brieven rond, dte hem maar wei
nig interesseerden. Ha, daar was er een, die hij heb
ben moest.
Mr. van Etten zoog met kracht aan zijn uitgegane si
gaar. .leunde gemakkelijk in zijn stoei achterover en
verslond den inhoud van den brief door zijn goud
gerande knijper.
„Hallo Snooks", riep hij plotseling verheugd tot
den procuratiehouder, „de oude Janos Skellet heeft
ons laatste aanbod aangenomen. Wij betalen hem een
schandelijken prijs voor de boerderij, maar de Western
maatschappij heeft gezegevierd.
Mr. Snooks grijnsde, Mr. Topes, de secretaris, grijnsde
ook. Het heele personeel grijnsde. Tenslotte grijns
de ook Reginald. Zijn neusvleugels gingen op en neer
Hij stond op en bood zijn vader een brandende lu
cifer, die deze aannam, waarbij evenwel het Havanah-
stompje hem uit den mond viel.
Terwijl Reginald met zijn zakdoek zijn vaders broek
afsloeg, had Mr. van Etten reeds een tweeden brief
opgedoken en geopend en was met grooten ijver be
ginnen te lezen.
„Snooks i" schreeuwde hij, „ook Ruben Jinks heelt
«eaccepteeró. Dat was een van de lastigste potentaten
Nu zullen de concurrenten wel de galkoorts krijgen
„Hehehel" lachte Mr. Snooks. En de secretaris viei
een terts hooger in, en het personeel schudde van het
lachen. Reginald lachte mee en opende en sloot de
linkerhand, als voelde hij bereids den gummibal van de
horen van zijn automobiel.
Daar vond de patroon eindelijk ook het derde en
laatste stuk.
Dit schrijven bevatte dus de eigenlijke beslissing voor
het lot van de geheele spoorbaan door Kingston County.
Dit antwoord moest met alle aandacht en zorg wor
den gelezen.
Mr. van Etten las het één, twee, drie, vier maal, alsof
hij het uit zijn hoofd wilde leeren, of dat het zeer
onduidelijk geschreven was en hij dus moeite had
om het te ontcijferen. En daarbij lachte hij steeds
eigenaardiger.
Aller oogen hingen aan zijn lippen.
Maar wat was dat? Maar Mr. van Ettens voorhoofd
dat t*>g steeds glad was gebleven, begon zich te rimpe^
len. Mr. van Etten schudde het hoofd. Hij streek
zich met de rechterhand door de dunne haren Hij
schoof zijn stoel heen en weer. Dan wierp hij het
vouwbeen en den brief op den lessenaar, poetste zijn
lorgnet, duwde haar zoo stevig mogelijk oj> zijn goed-
bevleeschden neus, hoeste dreunend en nam den
brief weer in de hand en las hem voor de vijfde maal
door. En daarbij lachte hij zoo vreemd.
Toen hij gereed was, wierp hij den brief weer op de
tafel, leunde het hoofd in de hand en begon zijn per,
steenkoolachtigs om te zetten, althans om bruinkool
fr ?n te veranderen. Reeds heeft Bergius, die ook
Idoor inwerking" van waterstof onder hoogen druk en
bij hooge temperatuur op bitumineuze kool benzine-
I achtige producten maakte, op verwant gebied nl.
'door de emzetting van cellulose in iets steenkool
achtigs, belangrijk voorbereidend werk verdacht.
Heuser is voornemens proefnemingen te doen ten
vervolge van zijn waarneming, die wellicht tot
steenkool uit hout zullen voeren.
Het Êngelsche weekblad „The New Statesman
bevat een artikel, dat gericht is tegen den in Enge
land opgerichten Anti-Duitschen Bond. die ten doel
heeft ook na den oorlog het verkeer tusschen
Duitschland en Engeland zooveel mogelijk tegen
te gaan. Dergelijke gedachten van eeuwigen haat
worden door de soldaten zelf gelukkig niet gedeeld,
zegt het blad, dat daaraan een beschouwing in den
hieronder volgenden geest toevoegt. De soldaat aan
het front heelt een veel betere voorstelling van wat
I de werkelijke beteekenis van den oorlog is, dan de
burgers. De soldaat in de loopgraven gevoelt, dat
hij geen twist heeft met den soldaat in een loop-
fraai tegenover hem, en zal deze hem dooden als
ij zijn hoofd boven de verschansing steekt. Dit
beteekent niet dat zijn inzicht omtrent de nood
zakelijkheid van den oorlog is veranderd. Maar al
moet hij maanden of misschien jaren blijven waar
hij is, om den vijand te overwinnen en de over
winning voor zijn idealen te bevechten, dit neemt
niet weg, dat hij erkent dat de persoonlijke vijand
een menschelijk wezen is, die hetzelfde ondervindt
als hijzelf, hetzelfde leven in de loopgraven leidt
als hij, een leven dat men niet begrijpt als men het
niet zelf medegemaakt heeft. De hartstochten, die
den geest der burgers, die niet aan het front staan,
verduisteren, raken de legers bijna niet. Er zijn
natuurlijk uitzonderingen. Wreedheden als gasver
giftiging of het dooden van gewonden, mogen leiden
tot een tijdperk van „geen genade", maar ruim ge
sproken beschouwt de soldaat zijn vijand niet als
vijand, noch droomt hij van vergelding of verdel
ging of eeuwige vijandschap.
Voor den burger zijn er
daar deze alleen aoor het woord
uitdrukken. En zijn ergste uitlatingen zijn gelukkig
niet blijvend. Niets is merkwaardiger gedurende
den oorlog dan het bewijs van de onstan avastigheid
van den haat van het volk. Zelfs in Duitschland.
zegt men, heeft de hymne van den haat zijn macht
verloren en waar het haatgevoel nog bestaat, is
het niet meer hevig. Er is nu echter in Engeland
een „Anti-Duitsche Bond" opgericht, die ook na den
oorlog den invoer van waren en van wat ook uit
Duitschland naar Engeland wil verbieden. Gelukkig
is de aanhang nog niet groot en dit geeft hoop voor
de toekomst. Want als nu de burgers niet over te
halen zijn zich bii dezen bond aan te sluiten, dan
zal er zeker na ae terugkomst der soldaten geen
sprake zijn van een doorvoeren van dit denkbeeld.
De soldaat begrijpt, dat oorlog oorlog, vrede vrede
is. Bij het inzicht dat hij verkregen heeft gedurende
den oorlog, is er bij hem geen plaats voor eeuwige
vijandschap. Hij schaamt zich niet beleefdheden te
wisselen met een „Oun". Hij weet dat hèt niet
menschelijk is, haat te koesteren tegen een vijand,
zelfs al tracht gij hem het leven te benemen. En
als de oorlog beëindigd is, zal hij wenschen dat het
einde is van al deze ellende en niet het begin van
een nieuwen oorlog.
„The New Statesman" eindigt zijn beschouwingen
met de volgende woorden: „De Anti-Duitsche Bond
moge een andere opvatting zijn toegedaan, maar
dat de massa ter openbare meening vroeger of
later zich aan de zijde van den soldaat zal scharen,
daar zijn wij zeker van."
DE GRAMOPHOON IN DIENST DER RECRUTEL-
RING.
De Kord Mayor van Londen zal alle jonge mannen
in het Verjsenigd Koninkrijk toespreken, om hen
tof dienstneming op te wekken. Tot dit doel zal hij
van de gramophoon gebruik maken en in alle
recruteeringsbureaux records van zijn redevoering
laten afdraaien.
verontschuldigingen,
>rd zijn gevoelens lcan
soneel, man voor man. met een eigenaardig vorschen-
den blik zwijgend te monsteren.
Procuratiehouder en secretaris en personeel keken
elkaar verwonderd aan. Zou de oude plotseling den
kolder in den kop hebben gekregen of een aanval
van beroerte
„Arm!" bromde nu plotseling Mr. van Etten zeer
luid. „Toper, kom jij eens binnen. Maar dadelijk I"
De secretaris sprong van zijn stoel op, wierp in het
voorbijgaan een vluchtigen blik in den spiegel en trad
dan de kamer van zijn principaal binnen.
Mr. van Etten monsterde hem een oogenblik zwij
gend van het hoofd tot de voeten. „Sluit de deur
Beval hij.
De secretaris ging, bleek van verwachting en onrust,
sloot de deur:
„Hoe oud ben jij. Toper f' vroeg Mr. van Etten.
„Twee en veertig jaar, vier maanden en vijf dagen",
antwoordde Toper.
„Lust jij graag kruisbessenkoeken?"
„Wat blieft u stotterde Toper verbluft.
„Of jij graag kruisbessenkoeken lust" herhaalde de
president luider en driftiger.
„Kruis—bessen—koe—ken?I O, jawel, maar
„Wanneer het dus noodig was, zoo zou je die kruis
bessenkoeken gaarne eten, niet waar?"
De secretaris zag zijn patroon een poosje onderzoekend
aan. „O ja. ja! Zeker, beslist!" zeide hij dan ijverig
„Zeer gaarne zelfs. .Sir. Hartstochtelijk graag".
Mr. van Etten knikte bevredigd. Dan vroeg hij ver
der: „En zeg mij nu eens Toper. houdt jij je nonal
voor mooi?"
De secretaris kreeg nu het gevoel als een wasfiguur
dat op smelten staat.
Ik bedoel natuurlijk", porrigeerde Mr. van Etten
zichzelf, „of men je voor mooi houdt".
„Mij voor voor mooi?" stotterde Toper. „Wie
moet mij dan voor mooi houden!"
„De dameswereld, natuurlijk. Je benl toch Jong
gezel, als ik "het wel heb".
„Jawel Sir".
„Nu. .dan moet je trouwen!" flapte Mr. van Etten
het er uit. „Het is de hoogste tijd. Toper".
„Ik ben jonggezel uit principe, Sir".
„En u heeft het plan om uw geheele leven on
gehuwd te blijven?"
„Met Gods hulp ja".
„Ga heen", .mopperde de president. „Hei<!aart Chap-
Ieich?' riep hij een der klerken toe. „Kom eens hier"'
De secretaris wierp een dankblik omhoog naar de
zoldering en maakte vlug voor zijn jongen, dikken col
lega plaats, welke door Mr. van Etten juist van het
hoofd tot de voeten werd .bekeken.
„Wat ter wereld hebben kruisbessenkoeken en tro%,
wen nu te maken met het wegrecht voor de spoorbaan
Dat zou ik wel eens willen weten!" bromde de secretaris
en ging weer op zijn kantoorstoel zitten.
Mr. van Etten had intusschen weer een blik in den
brief geworpen en begon nu zijn tweede verhoor II
woont, Chapleigh?"
„Bowery. .nummer 171", antwoord'de de dikke
„En hoe oud is u?"
„Vijf en twintig, Sir".
„Zeer goed. Eet u ook gaarne kruisbessenkoe
ken
„Jawel Sir". hakkelde de dikke.
kinderen in den OORLOG
Mrn leest soms merkwaardige! dingen in soldaton-
Mieven. Zoo vertelt nu de „Daily Mail" van een jon
gen soldaat, die in den ouderdom van vijftien jaren
rfnrielii na het uitbreken van den oorlog dienst nam
itXSnS* op c.mpolli «WH 1M «.'dn.l
van de troep, waarbij deae jongen, Cooke geheeten,
diend. schrebf aan de moeder van Gook* oen brie»,
waarin hij verWt dat dn jonge Cooke
twee Turken 'aan zijn bajonet reeg. „H ichtte mrt
haast dood", schrijft de soldaat, „toen ik zag dat
de'jongen die groote Turken aan zijn bajonet had."
TE GROOTEN MOND.
De rechtbank te Dusseldorp heefft den monteur
Bernhard Hulsenfeld, een Hollandsch onde-daan, die
zich in de werkplaats minachtend had uitgelaten over
het Duitsche leger en zijn oficieren, tot 4 maanden
gevangenisstraf veroordeeld. Hot ministerie van oor-
log had de aanklacht ingediend.
EEN TREFFENDE ONTMOETING.
Een treffende onnitoeting 'hadden twee broeders
uit Westfaien dezer dagen te Munster. Vijiuen jaaü
geileden had een der broeders het ouderlijk huis ve® -
laten, was nooit teruggeköei d en had zich in trank-
rijk gevestigd. Ais genaturaliseerd Franscnnian
moest hij bij het uithiekeo van de» oorlog de vape-
nen tegen zijn geboorteland opnemen, maai geraakt/*
krijgsgevangen. Toevallig webd hij dezer dagen to
Munster werkzaam gesteld op een plaats, waar zijn
broeder als landstormi) an het vaderland1 diende, tan
de treifende ontmoeting tusschen beide' broeders wa
ren honderden getuige.
DE D-TREIN HOND.
Ik moest in een kleine Duitsche badplaats zijn.
Dat ging nu niet zoo gauw als voor den oorlog. J>-s-
t.jds reed er efen D-trein, maar die is in hot wtoede
oorlogsjaar uitgevallen.
Toep ik op liet kleine station uitstapte, zag ik eéci
hond heen en weer rennen. Hij scheen uit zijn hu
meur, blalte woedend en beet zélfs naar n e.
Van wien is die hond? vraag ik den conducteur
Dat weet ik niet, dat is de D-treinhond.
Ik ga naar den machinist en vraag beléeld: Nrttut
u me uiet kwalijk, n;aar die hond bijt naar me; weet
u soms van wien dat beest is?
Dat Weet ik niet, dat is de D-treinhond.
Verbaasd en verontwaardigd over die1 mijns in
ziens geringschattende ep onhartelijke antwoor
den, klamp ik den lampenpoetser aan. Die hoort al
thans in deze stad thuis m zal er dus welmeer van.
weten. Ik geef hem eeh sigaar en herhaal ook tegen
hem mijn vraag;
Van wien is dat leelijike mormel, dat me naar de
broekspijpen bijt?
En ook hij geeft, na zijn zwarte gezicht tot een le^
lijke grijns vei trokken te hebben, het stereotiepe ant
woord:
Oh, dat beest? Dat is de D-rteinhond.
Ik voel mijn woede stijgen en ik si auw hem toe,:
Jawel, dat weet ik al, maar dat beest moet toch
een eigenaar hebben? En nou wil ik van jou weten
wie die eigenaar is?
Mijn sigaar doet hem mijn snauw Piet achten en
nu licht hij me in;
Dat 1 eest is van niemand.
Maar iedereen schijnt hem toch tet kennen.
Natuurlijk; hij komt immers eiken dag bij den
D-trein.
Ja, maar, hoe zit dat nu? Die D-trein rijdt al
in maanden niet meer,
'Zeker, maar voor den oorlog wel. Een met een
restauratiewagen. Die grijz.e hend was eiken dag
hier, precies op den tijd, dat de D-trein het stel
tion. binnenreed. Merkwaardig. Da tgrijze monster
schijnt wel een horloge in den'kop te h ribben. Db
kwestie is: de kok van den restauratiewagen gaf
hem eiken dag te eten. En hij kre«jg een flinke por
tie ook. En zoo schijnt dat langzamerhand een soort
van recht geworden te zijn.
Zoo, zoo. Nu wordt het me) duidelijker. Nu
wreekt hij zich over den uitgevallen D-trein.
,,a> hij is heelemaal niet goed over don oorlog
te 8 preken, zegt de lampenpoetse*-,1 tikt aan zijn pet
on gaat aan zijn werk. Hbld.
-Zeer goed. Vindt men u mooi, Chapleigh T'
Het antwoord bleef den jongen man in de keel
SlcKvU,
Antwoordt toch. Chapleigh". drong .de president.
Mij beval je, zooals je bent. heel goed maar ik
KfeaS?."14 bM ""W
De dikke lachte blozend. „Zeker Sir!"
,,Nu. ziet eens. En hoe oordeelen de Ionge dames
over uW uiterlijk?"
„O ik geloof ik weet niet maar eenige
waren zoo vriendelijk, mij mij eh
,,I itstekend!" riep de president. „U moet trouwen,
Chapleigh
„Ja maar de dikke had geen adem meer
om iets te zeggen.
„Ja. ja, Chapleigh. Je moet trouwenl" herhaalde
Mr. van Etten in allen ernst.
„Binnen vier en twintig uur trouwen. Ik heb een
schitterende partij voor u. Zeg ja en uw levensgeluk
is gevestigd."
De dikke Chapleigh draaide zich als dauwworm aan
den haak. „Maar ik ik ben reeds
„Getrouwd toch niet?"
„Neen. Maar verloofd".
„Dat is toch wel
„En wanneer ik riHjn verloofde zitten liet" ging
Chapleigh voort, „dan zou zij tegen mij een aanklacht
indienen wegens verbreken van trouwbelofte"
„Ach wat", riep de president uit. „laat dat maar
gaan. Ik betaal de kosten."
Maar nu wierp de dikke het hoofd in dra nek ra
f'J.n opgen schitterden. „Mijnheer de president" rieD
hij, „de jODge dame heeft mijn woord en als gentle
man ben ik verplicht mijn woord te houden".
Mr. van Etten liet zich werkelijk imponeeren Best
best mijn jongen. Maar kun je mij geen' plaats
vervanger onder ie collega's aanwijzen? P
-Goed. stuur hem dadelijk hier".
Daarmede kon Chapleigh heengaan. Hif snelde naar
ÏnJCT'S,™ "ep H°pki™ "Ij
brief beginnen te lezen, welke hem hoe verter hiï
las, onweerstaanbaarder aantrok.
Hopkms met de. pennehouder achter het oor snel-
?I v®. fr01118"^ gelukwenschen zijner collega's
vergezeld, bij den prradent binnen 1 8
„•C™.1 hromde «e patroon, toen hij dra aartslee-
Ïis'ln'rSV'"'8' "J,i "°Pkdwï B.-H jo
„Jawel Mr. van Etten".
„Heb je een schot kruit' in het gezicht gehad r
Ik" W>n'J !?en d£ J>°£ken gehad, Mr. van Etten.
v i liemebber van kruisbèssenkoekra".
„Nu dat is tenminste iets, ma heel knap zie ie er
'b i4, HoPkins,"« merkte de president op.
dus n 611 smaak van jonge dames niet
Toen zette Reginald plotseling zijn hoed op, stak
een nieuwe sigaret aan en verliet met vlugge ar h red ra
liet privékantoor van zqn vader.
Wordt forvv^d.