Herinnert gij u uw jeugd! Schetsen uit de Rechtzaal. Gemengd Nieuws. Burgerlijke Stand. Reclames. de koning en koningin van' monte negro in ballingschap. gemeente callamsoog. gemlime broek op langendijk. MOBILISATIELEED. DURE 'PEREN. Hij was een paar treinen vToeger thuis gekomen dan ze hem 'verwacht had, dien Vrijdag. Door een bijzonder-toevalligen samenloop van omstandig heden was hij eerder dan gewoonlijk van zijni stand plaats kunnen gaan. En onderwefe van station naar huis, liep hij zich te verheugen in de verrassing, die dat zou wezen. Hij had uitgerekend.... met d'efi. trein van 3.40 zou hij aankomen en nu was htet 12.40. Zij kon nog lang niet weg zijn. Otastreeiks dezen tijd was Lise altijd thuis. Misschien beeig zich te kleeden, 't Zou lam wezen als hij haar niet trof. het huis verlaten vond. Kinderen hadden zij niet. 't Kon wezen, dat Lize bij haar vriendin Gor was opge- loopenomhem, Frans, samen, af te halen. Enfin, dat moest hij dan maar afwachten. Hij ging een winkel van fijne zuidvruchten 'en zoo, binnen. Kocht een paar van die lekkerê dure 'peren, waar Lize zoo dol op was. Even dacht Frans 'er aan om te telaoneeren naar den slager aan den everkant om to zeggen, dat-ie in aantocht was. Hij ging een sigarenwinkel binnen, maar toen 't er op aan kwam, vond hij 't toch aardiger om 't op z'n bet loop te laten. Hij liep met stevig, haastigen tred voorwaarts. Daar was-ie er. Dewelbekende zijstraat. Nu nog een huis of twintig. De sleutel had hij bij zich. Zij woonden een-hoog. Hij stond voor deur van voorkamer. Er werd ge praat.... Een mannenstem. Hij luisterde..Opende de deur. Lize zat aan tafel. En vlak-over-haar, van een sigarette asch aftippend, z'n vriend Henri. Hij zag haar doodsbleek worden. De hand tegen 't hart drukken. Alsof er iets vreeselijks gebeurdel En ook Henri, o, hij fmerkte 't duidelijk werd bleek om den neus. Jezus, Maria, riep Lize. Maar Henri hield zich goed. Ben-Je daar waarachtig nou al, zed hij, opstaan de en Imet uitgestrekte hand naar hem toekomend, kerel, je vrouw had je eerst».....' En zij stond nu bij hem. Oer eed haar man kussend te verwelkomen. Maar nog beefde) zij van het hoofd tot de voeten. Nog was de vaaibleeke-aschgrauwe schrikkleur op haar 'wangen. Is dat een mensch laten schrikken, zei ze, po gend te lachen. Hij had z'n sabel afgegespt, de gemobiliseerde. Zijp pet afgedaap. Zijn jas wat losgemaakt. Werktuigelijk een sigarette opgestoken, die Hnri hem aanbood. Er was iets Vreemds in de lucht... Nou, zei Henri, ik 'zie jelui straks wel. Wij hadden je samen van den trein, willen halen. Lizfe dacht dat je eerst tegen vieren kwalm,1 he?.... De vrienden schudden elkaar de hand. Man en vrouw waren nu alleein. En Frans bleef wat somber, wat süm en zwijgend Zij 'had zich hersteld. Karafje en glazen op tafel gezet I Hij, Frans, schonk zich in. Van feiestdrank die klaarstond. Tuurde naar buiten.' Wi'-Je wat eten, riep LizeJ hem uit/t keukentje Neen, 'zei hij, dank Je. Zij kwam binnen. Wat scheelt je? vroeg zij, eensklaps, er is wat. Neen, je kunt me niets wijsmaken hoor.... D'r is walt gebeurd. En zij wachtte. 't Was er uit, voordat hij 't zelf wist. 't Kookte in hem. Erg toevallig moet ik zeggen Zij zette groote verbaasde oogen op. Hij slurpte nog weer glaasje van prikkelende feestdronk. Waarom ben je niet met Corrie naar 't sta tion gegaan? zei hij, zich nog bedwingcfid. En toen zij, Lize, nog altijd de 'pose aannam 'Van niet-snappend vrouwtje, barstte hij uit: Nou 'Ja, dat komt niet te pas, dat Henri als ik er niet bij ben, bij jou zoo maar oploopt. Ik vind 't heel toevallig... Buitengewoon toevallig.... Maar zij was al weg. Dé kamer uit. Hij volgde haar. - Maar de slaapkamer was |Op slot 'Hij klopte» beukte tegen de deur. Vruchteloos. Toen kwam zij te voorschijn. Mét hoed en mantel aan. Laat me gaan, of ik roep om'hulp, schreeuwde zij, vuurrood, en met woedevuur in de oogen. Op zij.... Maar Lize, ik zeg toch niet.... 1 Op zijIk moet er uit. Denk 'je datik mij door Jou laat beleedigen?.... Denk iij, dat je Je vrouw....? Neen, op zij... Maar Lize, kindlief.... Nou heb ik je in de gaten,. Zooals de waard is vertrouwt-ie z'n gasten. Ik verblijd me op je thuiskomen. Ik zit met Je vriend Henri... Met jouw besten vriend.... Te overleggen hoe we je 't leukst ontvangen zullen... En jij... Jij durft. Neen, nou is „Bij mij? Wat zeide zij daar? Wilde zij hem foppen? „Bij u?" vroeg hij verwonderd. „Hoe bedoelt u dat?" Zij bloosde verlegen. „Ik bedoel alleen of het u hier niet goed bevallen is?" En zij bloosde steeds dieper en haar hand begon in de zijne te beven. En in een plotselinge opwelling van gevoel, liet hij zich meesleepen, bukte zich en kuste haar de hand. Zij deed, alsof zij hem nu haar hand wilde ont rukken. Maar hij liet ze niet los, en ging het priëei binnen en ging daar zitten. Zij bleef naast hem staan en boog het mooie kopje en speelde met de roos op haar boezem. „U zult weten, waarom of ik heenga", riep hij uit en keek haar in de oogen. „U zult mij begrijpen, lieve juffrouw, o zekerII" Zij knikte en haar oogen schitterden. Dat gaf hem moed en hij ging diepademhalend voort en bekende haar alles, de ware reden en het doel van zijn reis. Dan eindigde hij met de woorden: „Maar dit is Immers van een mensch niet te eischen. Ik kan toch al was ik toch de meestopofferende zoon van heel New-York, zoo niet trouwen. Miss Blinton kon, wat leeftijd betreft, mijn moeder zijn. O", zuchtte hii, „waarom is u niet miss Blinton?" Nu ontrukte zij hem haar hand en zonk op de bank tegenover hem neer, bedekte haar gelaat met beide handen en verroerde zich niet. Dan gichelde zij, deed haar vingers open en barstte in lachen uit. „Waarom lacht u toch?" vroeg hh beleedigd en fronste het voorhoofd. vjk ben immers miss BlintonI" gichelde zij. Hij sprong op, rukte de oogen wijd open. „U is miss Blinton? Ivy BlintonY' Zij knikte blozend. is een onverbeterlijke schalk I" voegde hfl er ver wijtend aan toe. „Kijk mij nu eens vast ln de oogen en herhaal mij, dat u wel en waarachtig miss Ivy Blinton is". Ik ben we.--en waarachtig miss Ivy Blinton!" reide zij en keek hem vast in de oogen. „Maar wie is dan die andere dame?" vroeg fin. „Dat is mijn tante". „Uw tante?" „Ja zeker. Papa en mama stierven twee Jaar ge leden jen toen trok tante Evelijn hier bii mii in. 7*11 ie nra/iiimA,'' Zij is weduwe". Hij zweeg een heele poos. 't uit Ik ben een fatsoenlijke vrouw. Beleedig jij wio je wilt. Maar n ij niet. Ik ga op s'agtaai Kees eu iu-Die zullen mij wel opnemen. En dan h hoer je wel van me. Op zij, zejg-ik Je, Maar hij vatte haar in zijn armen, de gemobili seerde. Hij kuste zijn wettige gade op haar mond, op haar voorhoofd, op haar wangen. Hij drukte Lize tegen zich aan. Hij smeekte om vergiffenis, t Was toch alleen omdat-ie zooveel van haar hield en anders niet. Begreep ze 't nu?... 't Was schandelijk van hem. Of zij 't hém vergeven wou?... Nooit zou hij meer een zweem van wantrouwen hébben. Hij wist. toch ai te goed, wat 'n lief, braaf, trouw wijfje hij had. - Je meent er toch geen steek van, zei Lise, hem afwerend, met gloeiende wangen. Maar als o f zij nog in hun engagementstijd waren hernieuwde Frans zijn dure eeden. En eindelijk, eindelijk liet zij zioh verteederen. Zonk zij nog snikkend van de emotie haar door de gruwelijke verdachmtaking, door zijn wantrouwen berokkend, „in de armen van berouwvollen echtge noot En stralend van ge'uk, van herboren vertrouwen, kwam hij den avond van dien eersten dag van korten verlofsperiode met haar het cafe binnen. Zaten zij aan de groote tafel, waar de vaste kennis sen zich altijd vereenigden. Was daar ook het vrouwtje met de h:4-schitte rende oogen, het blos-gegloei op de wangen, den sohl schatrenden lach, van wien zij altjid gezegd hadden a' schertsend, maar toch met een tikje ernst er door heen dat zij wel 'degelijk op Frans verkik kerd was. Maar hij lette niet op haar. Tot zij achter hem ging staan. Leunend met een vleezige armen op zijn stoel. Hem Izeer dicht nade rend me*, haar weelderige boezem slechts bedekt door 'iohte blouse. Zoo stond izij daar, dartel Truusje. Frans bleef rustig, onbewogen. En toen zij niet -op hen letten, fluisterde Truusje hem o ndeugend schetrtsende woorden in 't oor. Hij glimlachte slechst flauwtjes. Brave Hendrik, zei Truus, hem te&en eep oor tikkend. Kijk 's naar Lize, fluisterde zij, naar Lize en Henri..,. - In Truus' oogen vlamde vuurtje van jalousie» En hij zag 't. Hoe zij samen zaten te praten vertrouwelijk-genoegelijkHoe zijn blik den, hare zocht met kwijnend verlangen. Hij zag nu zeer duide lijk hoe zijn hand, heel, heel langzaam de hare d die| van Lizenaderde en de vingers streelde. Plc s merkte zij t, Weer werd Lize als 'dien middag, enkele uren geleden 1wasbleek van sfchrik. En Henri wenddé zich haastig oom. Begon met een van de kennissen te praten. Blazend, met de hand strijkend,, alsof er aschjes warein te verwijderen. Maar Truus was van-achter zijn stoel weggegaan Ze had'haar doel bereik.t Hij, Frans, had zich ingehouden met meer kracht dan waarover hij j ooit had gedacht té kunnien be schikken. Totdat zij buiten waren. Henri en Lize hadden ér voor gezorgd niet samen te loopen onder 't naar huis gaan. -- Zij waren ieder bij een afzonderlijk groepje. Zagen niet, hoe scherp, Frans, de echtgenoot, op hen lette. En toen merkte hij..,. Ondanks de duister nis van mobilisatietijd, waarin slechts hier en daar een lantaarn brandt, ook ln buurten van stadscen trum datzij elkaar seinen gaven,... Haastig fluis terden... Vertrouwelijk snel praatten. En hij sprong uit het groepje kennissen, waarirw hij had gewandeld, uiterlijk kalm. Hij gaf een vuistslag op het hoofd van Henri, dat diens hoed, met een gat daarin gés lagen, wegrolde. Schooier. Gemeene 'ploert. Patiakker, die je bént, schreeuwde hij. Een vuist van den gemobiliseerd© 'snoerde om de keel van ex-vriend. Een oogenblik later toeterde de 'politie-hoorn om assistentie. Dronken-soldaat aan 't vechten. Pak 'in. werd gegild. - Vier, zes 'stevige armen, grepen helm. Z'nuniform werd aan, flarden gescheurd bij de, worsteling. Zij hebben gemobiliseerde nog genadiglijk behan deld. Maar na dien avond is hij geworden een van de lastige, 'recalcitrante, onhandelbare elementen. Die ook telkens wegens dronkenschap moesten gestraft worden. Men heeft er, die hem, Frans, een „onver beterlijk sujet" zijn gaan noemen. Maar die zoo oordeelen zoo hard ze we ten niet hoe vaak 't gebeurt, dat hij, hetzij in de eemtóaamheid van zijn cel, of wel op zijn krib in de kazerne, heete tranen ligt te schreien. Van onpeilbaar verdriet. En wie den ondergrond, den oorzaak, daarvan willen kennen, zte moeten te ruggaan, tot dat oogenblik, toen hij zijn kamer bin nentrad, met verlof thuis, ondier den arm de dure peren, waar Lize. zijne vr0U^A7(°^l(^RïEAU. Zij keek hem wat angstig aan, werd bleek en drukte haar hand op het schuldbewuste hart. „Ach. ik schertste slechts",, zeide zij. „Ik ben een overmoedig, uitgelaten ding, dat weet ik wel. Maar vergeef me, ik heb het niet zoo boos bedoeld. Ik zal het ook nooit meer doen. U is zeker wel heel boos op mij herhaalde zij en de tranen kwamen haar in de oogen. Maar zoover liet hij het niet komen. „Ik vergeef het ul". zeide hij plechtig. „Maar, miss 'Blinton strat moet u hebben", ging hij met komischen ernst voort en verkneukelde zich inwendig om haar ademlooze spanning. „U stelt mijn vader een voorwaarde en zoo stel ik u eenzelfde. U verlangt een echtgenoot van mijn vader en zoo verlang ik een echtgenoote van u!" Dan voegde hij er langzaam met nadruk aan toe: „Deze echtgenoote moet voor alles jong en mooi zijn. Zij moet op het land wonen en een kleine boer derij bezitten. Zij moet verder heerlijke kruisbessen- koeken kunnen bakken en zij moet bereid zijn op staanden voet met mij te trouwen. Geld en het ver dere is bijzaak. Dat zijn mijn voorwaarden. Ik ver zoek u mij binnen zes seconden antwoord te geven, of u het aanneemt of niet. Ben ik dan zonder bruid en voor zonsondergang zonder echtgenoote, dan schenk ik mijn hart aan de concurrente". „Och hemed lieve hemel", zuchtte zij en zonk hem snikkend in de armen. „En je wilt?", vroeg hij vlug en tilde haar kopje op en keek haar gelukzalig in de oogen. „Je wilt? Een tweel Drrriel" Zij knikte stil. Dan kuste hij haar op op haar roo- den mond. Twintig minuten later verlieten zij arm in arm, ver gezeld van de gelukwenschen van tante Evelijn, het huisje, stegen in -bet rijtuig en reden in draf naar Comperville naar den vrederechter. Op den volgenden voormiddag hield tegen elf uur voor een van de meest indrukwekkendste wolkenkrab bers van Madison Square een elegant huurrijtuig stil waaruit een jong paartje stapte. De blanke, blonde echtgenoot ln het witte pakje, met een oranjebloem in het knoopsgat en de kleine brunette, in een eenvoudig, maar elegant zomertoilet, een ruiker rozen in de hani traden samen de marmeren vestibule in en lierten zich in een lift naar de negende verdieping brengen, waarin het hoofdkantoor van jie Western-spoorbaan was ge vestigd. Een Zwitser, die toevallig in het zélfde hotel te Lyon op he oogembilik van'de aankomst van den koning en de koningin van Montenegro, waar zij hum .'nemen, woonde, vertelt in de Tagliche Rundschau bijzonderheden van hun aankomst. De burgemeester van Lyon had 's morgens vroeg uit 'Modane aan de Fransch-ltaliaansche grens 'n tei<Jgram gekregen, dat als volgt, luidde: Houdt eenige kamers gereed voor koningin Milena en haar gevolg. GGeen ontvangst." Het telegram was niet onderteekend. De burgemees ter, dia er mee uit den slaap gewekt werd, vertrouw de lijkbaar 't geival niet. Hij legdef zich op 't andere oor en versliep de aankomst der koningin. Toen detze 's morgens werkelijk te Lyon aankwam, was niets voor haar gereed. Noch aan het station, noch in het hotel. Op het Care des Brottelaux waren wel eenige officieren, maar dat is waarschijnlijk toeval lig geweest. Naderhand stond er im de kranten, dat de koningin door die en die ontvangen was. In de kranten werd het verzuim op deze wijze ten minste weer goed gemaakt. Leden van helt gevolg van de doodmoe aangekomen koningin vertelden mij echter, dat zij van een ontvangst aan hét station niets had den gemerkt. Alleen had men hen' het bezoek van de heer Denis Cochin aangekondigd. Wij, in h et hotel, hoorden eerst van dé groote ge beurtenis, toen de koningin reeds beneden in de hal wachtte en w achtte, tot ep een (kamer in orde ge bracht was. Wan* zélfs geen kamer had de burge meester bestol© Heit was een geluk, dat (ér tel Lyon een hotel Royal testaat. Bet is wel niet zeet koninklijk, maar voor reizigers is het goéd' genoeg. iDe koninklijke gasten uit Montenegro hadden nu tijd hun Fran-schv hotel-idyiie te bestudeeren. 's Avonds echter vertel de ons prinses Xenia, die meefr*'spreekt dan alle an dere Montenegrijnen bij elkaar, dat zij'het hee^'ijk vond weer onder ontwikkelde menschen 'te zijn. 's Morgens echter was het niet zoo goed 'daarmee ge gaan.. De ontvangst begon met een ruzie tusschej den p Tlier. en den koetsier over de 'betaling. Ik koet-ifts baduen aan hit station gehooid, wat voor passagiers zij hadden en wilden daarom een konink lijke betaling hebben. De portier keek zijn gasten aan en daarna de koetsiers. Koninklijk zag dé stoet er niet uit.... Hij had reeds menige konirgin ontvan gen en hij w ist hoe koninklijke diames er uit zagen. Maar dal gt-zelschap daar, dat allerlei merkwaardige bagage onder dien arm droeg, neen, dat was het ware niet. De 'portier vond hot zelfs een brutaliteit van de koetsiers dergelijke-gasten naiar Royal te brer gen, en bovendien nog een koninklijke fooi te vragen Gelukkig verstonden de gasten niets van het in hét plaatselijk dialect gevoerde twistgesprek, anders had dan zij niet in lloyal kunnen blijven. Gelukkig kwam er op het critieke oogenblik een hooge ambtenaar van de politic, die een einde maakte aan het pijnlijk tooneel. De portier, die in den vroegen morgen,' nog half slaapdronken, koningin Milena en haar gevolg om de armoedige bagage» had willen tegenhouden, was niet het eenige slachtoffer van de jammerlijke vérwarrin gen, die twee dagen lang geen eind schenen te willei nemen, in ae bladen las men opmerkingen over de koffers van de gasten, die ér zeer primitief uitzagen en over de cartonnen doezen met ondergoed van dé koningin on haar beide dochters, die er verscheurd en smerig hadden uitgezien en niet eens meer dicht gebonden waren. Deze bagage vertelde echter een tr; gisch verhaal van de ontberingen der vlucht, van be zwaarlijk reizen, en hadden ten slotte nog daaronder geleden, doordat bet hotelpersoneel, de perste beve len yan den portier volgend, ze met de koetsiers de deur uit had gezet. Toen de portier lattjr zijn schrobbeering kreeg, was hij volkomen 'in de war. Va» officieele zijde kwam het beval, dat hij zijn ont slag moest krijgen. De hotelier had daar éch ter weinig lust in; bruikbare portiers zijn er nu niet voor het oprapen. De koninklijke gasten schonken echter den bewaker van hun 'hotel plechtig vergif fenis. Vier uur later droeg de man het hoofd weer'zoo hoog als ooit te voren. Geldkwesties waren nu de grootste moeilijkheid voor de Montenegrijnsche gasten. Eij_ zij spraken er over met ieder, die zich voor hen interesscbrde. De waard moest Servische bankbiljetten voor hen wis sel^ en liep wdaarvoor van Pontius naar Pilatus, maar niemand "walde er iets voor geven. 'sAvonds in de'conversatiekamer klaagde prinses Xenaa nog daarover haar leed. Volgens haar verha len, moet de verwarring in Gettinje/ ten slotte ontzet tend geweëst zijn, niemand wist meer wat hij doen mo®st. „Waarvan konden wij éigenlijk verder leven, a}8 de heele wereld ons in den stéék liet?" vroeg zij in een ikring van toehoorders. „Maar Italië?" waagde een Francaise te .vrageln „Bah!" kwam er van, ae lippen van de prinses. Iemand vroeg, waarom prins Mirko nog ln Gettinje a^htergeblever was. „Pk moest toch iemand thuie blijven," antwooi dde zij, „En in Italië wiide men het'.' Den avond van.den 24en Januari kwam er nog eefe niejuwe nuance in het Montenegrijnsche hofleven te Lyon. Koning Nikolaas kwam aan. Zijn intocht vond onder heel andere omstandigheden plaats dan de ont- vangst van zijn b gemalin. Al lep wat tot die voornaam ste overheid behoorde, was op bevel Parijs 's middags om vijf uur ophet station bije Cai aleriej en infanterie vormden een eeréwacht voor dtfu ko- njng. Intu8sch.en was ook Dénis Coohin uit Parijs aangekomen. De burgemeëeter zou een toespraak hoi den. De koning scheen echter op dit programma niet gesteld. Hij was volstrekt gesloten. Zijn gruotsie vriendelijkheid bestond in 't knikken met 't hood. Hij was buitengewoon uitgeput en maak-e den in ruk van een vervallen grijsaard, die zich 'als eén half verlamde laat drager. Men had zich hein heel anders voorgesteld. Hij lijkt niets meer op de portretten die men van hem in d© bladen ziet. Hij is een ruïne en men wondt door medelijden getrof fen voor den an, die zoo geknakt is door het tra gische lot van 2Üju koningschap. De plechtige ont vangst scheen hem-niet bijzonder aangenaam te zijn Géboren, gedurendé do maand Januari: Jacot), z. v. Adriaan Vos |en Trijntje Gutter; Petrus Johannes z. v. Adam Noordstrand en jansje de Boer; Aafje d. v. Pieter Vos en Grietje Mooij; Trijntje, d. v. Pieter Baken en Dieuweftj© Zeeman; Teunis, z. v. Cornelia WeiJ e n Grietje van IJzendoorn; Oornelia, d. v. Dirk Mulder en IJda Rood; Cornelia, d. v. Dirk Zeeman en Geertje Thomasz; Catharina Geertruida en Autbonia Geertruida, d. v. Petrus Jozetfus Ruiten- uutb en Adriana Noordstrand. Ondertrouwd: Maurits van der Moien en Trijntje Vlam; Jan Bak en Trijntje de Jongh. Getrouwd: Maurits van der Molen en 'Trijntje Vlam. Overleden: Reijer Slot, 84 j„ echtg. v. Trijntje Dekker, eerder van Maartje Tensem; Trijntje Dieps», meer, 74 j., wed. v. Jacob Balder; Trijntje Vroegop 6,.maanden. Gfboren: Alterta, d. v. W. de Groot en M. j. Kansen; Trijntje, d. v. Jb. Vroegop en Chr. Kieft; Jacob, z. v. 'G. Koos en L. Witien; Sijtjet d. v. Kr. Bak en, Tr. Dekker; Cornelis k z. v. J. Mad- derom en J. Schoein. GEMEENTE HOOGWOUD. Geboren: Frederik, z. v. Willebi Hoogland po Marijtje Louter; Cornelia, d.. v. Klaas de Maijer en Gornelisje Blokker. Overleden: Frederik, I dag, z. v. Willem Hoog land enMariJtje Louter; Cornelia, d. v. Klaas de Muijrr en Cornelisje Blokker. Oj) werd nooit vermoeid, at goed en Mept goed, Waarom nu niet Herinnert jpj u welk een eetlust gij hadt in uw jeugd, hoe gij den geheelen dag bezig kondt zijn? Hoe gij 's avonds met tegenzin naar bed gingt? Is net doordat gij ouder wordt, dat nu een maal tijd geen genot meer voor u is; dat gij u altjjd ver moeid en zenuwachtig gevoelt? Neen, want de krachtigste menschen zijn volwas senen, jlie veel sterker zjjn dan jeugdige personen. Het is, omdat gij van gewoonten veranderd zijfci \\ant als kind liept gij den heelen dag en waart gij voortdurend bezig. Neemt nu meer lichaamsoefe- mug, als die alleen m loopen bestaat. Misschien over werkt gij u, eet gij te veel vleesch slaapt gij te weinig. Slechte gewoonten zijn oorzaaz dat nrinezuur in het bloed achterblijft, verzwakken de nieren en ver oorzaken rugpijn, rheumatische pijnen, waterstoornis sen en een dof, slaperig gevoel. Wekt de nieren op door het gebruik van Foster'i Rugpijn Nieren Pillen, laat de slechte gewoonten een tijd na en gij zult ondervinden hoe gij vooruitgaat. Personen op meer gevorderden leeftijd dienen nauw keurig te letten op verschijnselen van nier- en blaas- zwakte. want door het spoedig behandelen der eerste verschijnselen van nieraandoemng worden vele kwalen van den ouden dag voorkomen. Voor oudere menschen zullen Fo6tcr's Rugpijn Nieren Pillen een waardevol geneesmiddel blijken. Te behagen verkrijgbaar bij f Rotgans, Drogisterij „Het Witte Kruis", Aioienstiaat G 14. Tos zending geschiedt ranco ns ent vangst van postwissel a f 1,74 voor een, of f lu.— voor zes doozsn' Eischt üe echte Foster's Rugpijn Nieren Pillen, weigert eike doos uiu niet vsorzieu is van nevenstaand Handelsmerk Voor de spiegelruiten van de ingangsdeur hielden zij stil en de jonge echtgenoot wenkte de bediende uit de voorste "kameir en fluisterde hem wat in, waar op de neger met respect boog, kort rechtsomkeert maakte en de chef, mr. Snooks riep. Tot dezen richtte de ionge echtgenoot eenige vragen, die Snooks uiterst hoffelijk maar met een lachje en hoofdschudden be antwoordde. Dan stelde de jonge echtgenoot den ten zeerst verbaasden chef zijn vrouw voor, die Snooks met een diepe buiging begroette-en dan volgde het jonge paar mr. Snooks zacht in de voorkamer, waar van mr. Snooks de glazendeur voor het bureau wat openliet. Voor deze spleet in de deur vatte het jonge paar In het bureau heerschte een angstvallige stilte. Van uit het privékantoor van den president kionk barsch en luid een paar vragen, waarvan het niet te ver stane antwoord den vrager nog boozer scneen te ma ken. „Wat Snooks? Nog steeds niemand gevonden? Mor gen zendt ge een gehectografeerde vragenlijst aan mijn gansche spoorwegpersoneel. Toper, je telegrafeert die miss Blinton om dadelijke toezending van een fotografie. Het moet toch al heel wat zijn als ik die hoevedame met haar vijf en twintig duizend dollar huwelijksgift niet in het huwelijksbootje krijg. Wanneer zij maar even presentabel is, moet mijn egm jon gen haar in godsnaam maar nemen. Hij moet haar nemen maar ik ik onterf hem!" En Mr. van Etien liep maar steeds als een dwaas op en neer. Daar ging df glazendeur open en Reginald en zijn jong vouwtje traden in het kantoor. Daar wed een hoofd achter een lessenaar omhoog getild, nog een. nog een en tenslotte staarde men de binnentred inden van alle kanten verbaasd aan. Beiden zagen er wat bleek, maar zeer beslist uit en de jonge echtgenoot had bepaald een trek van vastberadenheid om de l.ippen. Hij bood zijn echt genoote heei gelant den arm en voerde haar met vaste schreden naar de kamer van zijn vader. Toen de president het jonge paar zag, stond hij plotseling onbeweeglijk stil, als was hjj in een stand beeld veranderd. ..Goeden dag, vader!" groette Reginald onbevangen „Een blij bericht. Het recht van weg voor de Western- baan is nu een vast bezit. Het is mij nu gelukt, dat malle mirakel, Ivy Blinton, te vangen en als 'missi Reginald van Etten in het huwelijksbootje te brengen De president schudde langzaam het hoofd. Hij ver trouwde zijn ooren en oogen niet. „Maar stotter de hij „maarl" „wat moet dat beteekeneuf „Dat moet beteekenen, dat de jongen die tot dus ver alleen in staat was om geld te vermorsen, en die tot «usver geen rooden cent heeft verdiend die zich zelfs om de zorgen van zijn vader niet bekommerde, dat die jongen diens grootste zorg over "het lot 'van de Westernspoorbaan, tot zijn eigen zorg heeft ge- maakt en daarom de jonge en scnoone bezitster van Blintonhoerderij tot zijn eigen vrouw heeft gemaakt.'* „Jongen! Je hebt —I" „Ja vader, fck heb haar getrouwd", zeide Reginald' kalm. „En nu blijft u slechts de keus om over ons verbond uw vaderlijken zegen ,uit te spreken, waarom wij u kinderlijk eerbiedig vragen of uw eenigen zoon te onterven". „En ik verzoek u om een bewijs van twintigduizend dollars, de prijs voor mijn boerderij", vervolgde hier dc jonge vrouw. Met dit verstandig gezegde veroverde de jonge docht* stormenderhand het hart van den ouden heerTzijn voor- hoofd werd glad er speelde een glimlach om zijn lip* pen. „Wél. wel, wat moet ik met jelui beiden doen?", riep j- i\Er blijft mij niets anders over, dan mij met het feit te verzoenen en zelve de hand te reiken: 1®^ gelukkig met plkaar." Met deze woorden stak hij beiden de handen tof trok de gelukkige jonge menschen in zijn armen kuste hen. Zoo stonden zij een oogenblik innig elkaar vasthoU" dend. Dan verbrak Reginald lachend liet zwijgen: nu mag ik u zeker wel om wat geld vragen, vader? „Waarvoor?" „Wel voor een automobieltocht naar Adirondoclé- naar moedert" De president schudde het hoofd. „Maar vader .„Ja, jij meent ?eker dat ik jelui alleen zal laten jJ3al! en ik nier verder in die hitte zal smoren? Neen, le'a dubbele dwazen. Wij gaan met elkaar en wel met bw spoor." Twee uur later was het beheer der zaken v'ct'r. in handen van Mr. Snooks en Van Etten stoomde m* zijn beide dwazen naar het heerlijke buiten aan h Sarnnacmeer in Adlromlocks EINDE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1916 | | pagina 6