Herinnert gij u uw jeugd!
Schetsen uit de Rechtzaal.
Gemengd Nieuws.
Burgerlijke Stand.
Reclames.
de koning en koningin van' monte
negro in ballingschap.
gemeente callamsoog.
gemlime broek op langendijk.
MOBILISATIELEED. DURE 'PEREN.
Hij was een paar treinen vToeger thuis gekomen
dan ze hem 'verwacht had, dien Vrijdag. Door
een bijzonder-toevalligen samenloop van omstandig
heden was hij eerder dan gewoonlijk van zijni stand
plaats kunnen gaan. En onderwefe van station naar
huis, liep hij zich te verheugen in de verrassing,
die dat zou wezen. Hij had uitgerekend.... met d'efi.
trein van 3.40 zou hij aankomen en nu was htet
12.40. Zij kon nog lang niet weg zijn. Otastreeiks
dezen tijd was Lise altijd thuis. Misschien beeig zich
te kleeden, 't Zou lam wezen als hij haar niet trof.
het huis verlaten vond. Kinderen hadden zij niet. 't
Kon wezen, dat Lize bij haar vriendin Gor was opge-
loopenomhem, Frans, samen, af te halen.
Enfin, dat moest hij dan maar afwachten. Hij ging
een winkel van fijne zuidvruchten 'en zoo, binnen.
Kocht een paar van die lekkerê dure 'peren, waar
Lize zoo dol op was. Even dacht Frans 'er aan om
te telaoneeren naar den slager aan den everkant
om to zeggen, dat-ie in aantocht was. Hij ging
een sigarenwinkel binnen, maar toen 't er op aan
kwam, vond hij 't toch aardiger om 't op z'n bet
loop te laten.
Hij liep met stevig, haastigen tred voorwaarts.
Daar was-ie er. Dewelbekende zijstraat. Nu nog
een huis of twintig.
De sleutel had hij bij zich. Zij woonden een-hoog.
Hij stond voor deur van voorkamer. Er werd ge
praat.... Een mannenstem.
Hij luisterde..Opende de deur.
Lize zat aan tafel. En vlak-over-haar, van een
sigarette asch aftippend, z'n vriend Henri.
Hij zag haar doodsbleek worden. De hand tegen
't hart drukken. Alsof er iets vreeselijks gebeurdel
En ook Henri, o, hij fmerkte 't duidelijk
werd bleek om den neus.
Jezus, Maria, riep Lize. Maar Henri hield zich
goed.
Ben-Je daar waarachtig nou al, zed hij, opstaan
de en Imet uitgestrekte hand naar hem toekomend,
kerel, je vrouw had je eerst».....'
En zij stond nu bij hem. Oer eed haar man kussend
te verwelkomen.
Maar nog beefde) zij van het hoofd tot de voeten.
Nog was de vaaibleeke-aschgrauwe schrikkleur op
haar 'wangen.
Is dat een mensch laten schrikken, zei ze, po
gend te lachen.
Hij had z'n sabel afgegespt, de gemobiliseerde.
Zijp pet afgedaap. Zijn jas wat losgemaakt.
Werktuigelijk een sigarette opgestoken, die Hnri
hem aanbood. Er was iets Vreemds in de lucht...
Nou, zei Henri, ik 'zie jelui straks wel. Wij
hadden je samen van den trein, willen halen. Lizfe
dacht dat je eerst tegen vieren kwalm,1 he?....
De vrienden schudden elkaar de hand.
Man en vrouw waren nu alleein.
En Frans bleef wat somber, wat süm en zwijgend
Zij 'had zich hersteld. Karafje en glazen op tafel
gezet I
Hij, Frans, schonk zich in.
Van feiestdrank die klaarstond.
Tuurde naar buiten.'
Wi'-Je wat eten, riep LizeJ hem uit/t keukentje
Neen, 'zei hij, dank Je.
Zij kwam binnen.
Wat scheelt je? vroeg zij, eensklaps, er is
wat. Neen, je kunt me niets wijsmaken hoor.... D'r
is walt gebeurd.
En zij wachtte.
't Was er uit, voordat hij 't zelf wist. 't Kookte
in hem.
Erg toevallig moet ik zeggen
Zij zette groote verbaasde oogen op. Hij slurpte
nog weer glaasje van prikkelende feestdronk.
Waarom ben je niet met Corrie naar 't sta
tion gegaan? zei hij, zich nog bedwingcfid.
En toen zij, Lize, nog altijd de 'pose aannam 'Van
niet-snappend vrouwtje, barstte hij uit:
Nou 'Ja, dat komt niet te pas, dat Henri als
ik er niet bij ben, bij jou zoo maar oploopt. Ik vind
't heel toevallig... Buitengewoon toevallig....
Maar zij was al weg. Dé kamer uit.
Hij volgde haar. -
Maar de slaapkamer was |Op slot 'Hij klopte»
beukte tegen de deur.
Vruchteloos.
Toen kwam zij te voorschijn.
Mét hoed en mantel aan.
Laat me gaan, of ik roep om'hulp, schreeuwde
zij, vuurrood, en met woedevuur in de oogen.
Op zij....
Maar Lize, ik zeg toch niet.... 1
Op zijIk moet er uit. Denk 'je datik mij
door Jou laat beleedigen?.... Denk iij, dat je Je
vrouw....? Neen, op zij...
Maar Lize, kindlief....
Nou heb ik je in de gaten,. Zooals de waard
is vertrouwt-ie z'n gasten. Ik verblijd me op je
thuiskomen. Ik zit met Je vriend Henri... Met jouw
besten vriend.... Te overleggen hoe we je 't leukst
ontvangen zullen... En jij... Jij durft. Neen, nou is
„Bij mij? Wat zeide zij daar? Wilde zij hem
foppen?
„Bij u?" vroeg hij verwonderd.
„Hoe bedoelt u dat?"
Zij bloosde verlegen. „Ik bedoel alleen of het u
hier niet goed bevallen is?" En zij bloosde steeds
dieper en haar hand begon in de zijne te beven.
En in een plotselinge opwelling van gevoel, liet hij
zich meesleepen, bukte zich en kuste haar de hand.
Zij deed, alsof zij hem nu haar hand wilde ont
rukken. Maar hij liet ze niet los, en ging het priëei
binnen en ging daar zitten.
Zij bleef naast hem staan en boog het mooie kopje
en speelde met de roos op haar boezem.
„U zult weten, waarom of ik heenga", riep hij uit
en keek haar in de oogen. „U zult mij begrijpen, lieve
juffrouw, o zekerII"
Zij knikte en haar oogen schitterden.
Dat gaf hem moed en hij ging diepademhalend voort
en bekende haar alles, de ware reden en het doel
van zijn reis. Dan eindigde hij met de woorden:
„Maar dit is Immers van een mensch niet te eischen. Ik
kan toch al was ik toch de meestopofferende zoon
van heel New-York, zoo niet trouwen. Miss Blinton kon,
wat leeftijd betreft, mijn moeder zijn. O", zuchtte
hii, „waarom is u niet miss Blinton?"
Nu ontrukte zij hem haar hand en zonk op de
bank tegenover hem neer, bedekte haar gelaat met
beide handen en verroerde zich niet. Dan gichelde zij,
deed haar vingers open en barstte in lachen uit.
„Waarom lacht u toch?" vroeg hh beleedigd en
fronste het voorhoofd.
vjk ben immers miss BlintonI" gichelde zij.
Hij sprong op, rukte de oogen wijd open. „U is
miss Blinton? Ivy BlintonY'
Zij knikte blozend.
is een onverbeterlijke schalk I" voegde hfl er ver
wijtend aan toe.
„Kijk mij nu eens vast ln de oogen en herhaal
mij, dat u wel en waarachtig miss Ivy Blinton is".
Ik ben we.--en waarachtig miss Ivy Blinton!" reide
zij en keek hem vast in de oogen.
„Maar wie is dan die andere dame?" vroeg fin.
„Dat is mijn tante".
„Uw tante?"
„Ja zeker. Papa en mama stierven twee Jaar ge
leden jen toen trok tante Evelijn hier bii mii in.
7*11 ie nra/iiimA,''
Zij is weduwe".
Hij zweeg een heele poos.
't uit Ik ben een fatsoenlijke vrouw. Beleedig jij
wio je wilt. Maar n ij niet. Ik ga op s'agtaai Kees
eu iu-Die zullen mij wel opnemen. En dan h
hoer je wel van me. Op zij, zejg-ik Je,
Maar hij vatte haar in zijn armen, de gemobili
seerde. Hij kuste zijn wettige gade op haar mond,
op haar voorhoofd, op haar wangen. Hij drukte
Lize tegen zich aan. Hij smeekte om vergiffenis, t
Was toch alleen omdat-ie zooveel van haar hield en
anders niet. Begreep ze 't nu?... 't Was schandelijk
van hem. Of zij 't hém vergeven wou?... Nooit zou
hij meer een zweem van wantrouwen hébben. Hij
wist. toch ai te goed, wat 'n lief, braaf, trouw wijfje
hij had.
- Je meent er toch geen steek van, zei Lise,
hem afwerend, met gloeiende wangen.
Maar als o f zij nog in hun engagementstijd
waren hernieuwde Frans zijn dure eeden.
En eindelijk, eindelijk liet zij zioh verteederen.
Zonk zij nog snikkend van de emotie haar door
de gruwelijke verdachmtaking, door zijn wantrouwen
berokkend, „in de armen van berouwvollen echtge
noot
En stralend van ge'uk, van herboren vertrouwen,
kwam hij den avond van dien eersten dag van
korten verlofsperiode met haar het cafe binnen.
Zaten zij aan de groote tafel, waar de vaste kennis
sen zich altijd vereenigden.
Was daar ook het vrouwtje met de h:4-schitte
rende oogen, het blos-gegloei op de wangen, den sohl
schatrenden lach, van wien zij altjid gezegd hadden
a' schertsend, maar toch met een tikje ernst er
door heen dat zij wel 'degelijk op Frans verkik
kerd was.
Maar hij lette niet op haar.
Tot zij achter hem ging staan. Leunend met een
vleezige armen op zijn stoel. Hem Izeer dicht nade
rend me*, haar weelderige boezem slechts bedekt door
'iohte blouse.
Zoo stond izij daar, dartel Truusje. Frans bleef
rustig, onbewogen.
En toen zij niet -op hen letten, fluisterde Truusje
hem o ndeugend schetrtsende woorden in 't oor. Hij
glimlachte slechst flauwtjes.
Brave Hendrik, zei Truus, hem te&en eep oor
tikkend.
Kijk 's naar Lize, fluisterde zij, naar Lize
en Henri..,. -
In Truus' oogen vlamde vuurtje van jalousie»
En hij zag 't. Hoe zij samen zaten te praten
vertrouwelijk-genoegelijkHoe zijn blik den, hare
zocht met kwijnend verlangen. Hij zag nu zeer duide
lijk hoe zijn hand, heel, heel langzaam de hare d
die| van Lizenaderde en de vingers streelde.
Plc s merkte zij t,
Weer werd Lize als 'dien middag, enkele uren
geleden 1wasbleek van sfchrik.
En Henri wenddé zich haastig oom. Begon met een
van de kennissen te praten. Blazend, met de hand
strijkend,, alsof er aschjes warein te verwijderen.
Maar Truus was van-achter zijn stoel weggegaan
Ze had'haar doel bereik.t
Hij, Frans, had zich ingehouden met meer kracht
dan waarover hij j ooit had gedacht té kunnien be
schikken.
Totdat zij buiten waren. Henri en Lize hadden ér
voor gezorgd niet samen te loopen onder 't naar
huis gaan. --
Zij waren ieder bij een afzonderlijk groepje.
Zagen niet, hoe scherp, Frans, de echtgenoot, op
hen lette. En toen merkte hij..,. Ondanks de duister
nis van mobilisatietijd, waarin slechts hier en daar
een lantaarn brandt, ook ln buurten van stadscen
trum datzij elkaar seinen gaven,... Haastig fluis
terden... Vertrouwelijk snel praatten.
En hij sprong uit het groepje kennissen, waarirw
hij had gewandeld, uiterlijk kalm.
Hij gaf een vuistslag op het hoofd van Henri, dat
diens hoed, met een gat daarin gés lagen, wegrolde.
Schooier. Gemeene 'ploert. Patiakker, die je
bént, schreeuwde hij.
Een vuist van den gemobiliseerd© 'snoerde om de
keel van ex-vriend.
Een oogenblik later toeterde de 'politie-hoorn om
assistentie.
Dronken-soldaat aan 't vechten. Pak 'in. werd
gegild. -
Vier, zes 'stevige armen, grepen helm.
Z'nuniform werd aan, flarden gescheurd bij de,
worsteling.
Zij hebben gemobiliseerde nog genadiglijk behan
deld.
Maar na dien avond is hij geworden een van de
lastige, 'recalcitrante, onhandelbare elementen. Die
ook telkens wegens dronkenschap moesten gestraft
worden. Men heeft er, die hem, Frans, een „onver
beterlijk sujet" zijn gaan noemen.
Maar die zoo oordeelen zoo hard ze we
ten niet hoe vaak 't gebeurt, dat hij, hetzij in de
eemtóaamheid van zijn cel, of wel op zijn krib in de
kazerne, heete tranen ligt te schreien.
Van onpeilbaar verdriet. En wie den ondergrond,
den oorzaak, daarvan willen kennen, zte moeten te
ruggaan, tot dat oogenblik, toen hij zijn kamer bin
nentrad, met verlof thuis, ondier den arm de dure
peren, waar Lize. zijne vr0U^A7(°^l(^RïEAU.
Zij keek hem wat angstig aan, werd bleek en drukte
haar hand op het schuldbewuste hart.
„Ach. ik schertste slechts",, zeide zij. „Ik ben een
overmoedig, uitgelaten ding, dat weet ik wel. Maar
vergeef me, ik heb het niet zoo boos bedoeld. Ik zal
het ook nooit meer doen. U is zeker wel heel boos op
mij herhaalde zij en de tranen kwamen haar in de
oogen.
Maar zoover liet hij het niet komen. „Ik vergeef
het ul". zeide hij plechtig. „Maar, miss 'Blinton strat
moet u hebben", ging hij met komischen ernst voort
en verkneukelde zich inwendig om haar ademlooze
spanning. „U stelt mijn vader een voorwaarde en zoo
stel ik u eenzelfde. U verlangt een echtgenoot van
mijn vader en zoo verlang ik een echtgenoote van
u!" Dan voegde hij er langzaam met nadruk aan
toe: „Deze echtgenoote moet voor alles jong en mooi
zijn. Zij moet op het land wonen en een kleine boer
derij bezitten. Zij moet verder heerlijke kruisbessen-
koeken kunnen bakken en zij moet bereid zijn op
staanden voet met mij te trouwen. Geld en het ver
dere is bijzaak. Dat zijn mijn voorwaarden. Ik ver
zoek u mij binnen zes seconden antwoord te geven,
of u het aanneemt of niet. Ben ik dan zonder bruid
en voor zonsondergang zonder echtgenoote, dan schenk
ik mijn hart aan de concurrente".
„Och hemed lieve hemel", zuchtte zij en zonk
hem snikkend in de armen.
„En je wilt?", vroeg hij vlug en tilde haar kopje op
en keek haar gelukzalig in de oogen. „Je wilt? Een
tweel Drrriel"
Zij knikte stil. Dan kuste hij haar op op haar roo-
den mond.
Twintig minuten later verlieten zij arm in arm, ver
gezeld van de gelukwenschen van tante Evelijn, het
huisje, stegen in -bet rijtuig en reden in draf naar
Comperville naar den vrederechter.
Op den volgenden voormiddag hield tegen elf uur
voor een van de meest indrukwekkendste wolkenkrab
bers van Madison Square een elegant huurrijtuig stil
waaruit een jong paartje stapte. De blanke, blonde
echtgenoot ln het witte pakje, met een oranjebloem in
het knoopsgat en de kleine brunette, in een eenvoudig,
maar elegant zomertoilet, een ruiker rozen in de hani
traden samen de marmeren vestibule in en lierten zich
in een lift naar de negende verdieping brengen, waarin
het hoofdkantoor van jie Western-spoorbaan was ge
vestigd.
Een Zwitser, die toevallig in het zélfde hotel te
Lyon op he oogembilik van'de aankomst van den
koning en de koningin van Montenegro, waar zij hum
.'nemen, woonde, vertelt in de Tagliche Rundschau
bijzonderheden van hun aankomst. De burgemeester
van Lyon had 's morgens vroeg uit 'Modane aan de
Fransch-ltaliaansche grens 'n tei<Jgram gekregen, dat
als volgt, luidde: Houdt eenige kamers gereed voor
koningin Milena en haar gevolg. GGeen ontvangst."
Het telegram was niet onderteekend. De burgemees
ter, dia er mee uit den slaap gewekt werd, vertrouw
de lijkbaar 't geival niet. Hij legdef zich op 't andere
oor en versliep de aankomst der koningin. Toen detze
's morgens werkelijk te Lyon aankwam, was niets
voor haar gereed. Noch aan het station, noch in
het hotel. Op het Care des Brottelaux waren wel
eenige officieren, maar dat is waarschijnlijk toeval
lig geweest. Naderhand stond er im de kranten, dat
de koningin door die en die ontvangen was. In de
kranten werd het verzuim op deze wijze ten minste
weer goed gemaakt. Leden van helt gevolg van de
doodmoe aangekomen koningin vertelden mij echter,
dat zij van een ontvangst aan hét station niets had
den gemerkt. Alleen had men hen' het bezoek van de
heer Denis Cochin aangekondigd.
Wij, in h et hotel, hoorden eerst van dé groote ge
beurtenis, toen de koningin reeds beneden in de hal
wachtte en w achtte, tot ep een (kamer in orde ge
bracht was. Wan* zélfs geen kamer had de burge
meester bestol©
Heit was een geluk, dat (ér tel Lyon een hotel
Royal testaat. Bet is wel niet zeet koninklijk, maar
voor reizigers is het goéd' genoeg. iDe koninklijke
gasten uit Montenegro hadden nu tijd hun Fran-schv
hotel-idyiie te bestudeeren. 's Avonds echter vertel
de ons prinses Xenia, die meefr*'spreekt dan alle an
dere Montenegrijnen bij elkaar, dat zij'het hee^'ijk
vond weer onder ontwikkelde menschen 'te zijn. 's
Morgens echter was het niet zoo goed 'daarmee ge
gaan.. De ontvangst begon met een ruzie tusschej
den p Tlier. en den koetsier over de 'betaling. Ik
koet-ifts baduen aan hit station gehooid, wat voor
passagiers zij hadden en wilden daarom een konink
lijke betaling hebben. De portier keek zijn gasten
aan en daarna de koetsiers. Koninklijk zag dé stoet
er niet uit.... Hij had reeds menige konirgin ontvan
gen en hij w ist hoe koninklijke diames er uit zagen.
Maar dal gt-zelschap daar, dat allerlei merkwaardige
bagage onder dien arm droeg, neen, dat was het
ware niet. De 'portier vond hot zelfs een brutaliteit
van de koetsiers dergelijke-gasten naiar Royal te brer
gen, en bovendien nog een koninklijke fooi te vragen
Gelukkig verstonden de gasten niets van het in hét
plaatselijk dialect gevoerde twistgesprek, anders had
dan zij niet in lloyal kunnen blijven. Gelukkig kwam
er op het critieke oogenblik een hooge ambtenaar
van de politic, die een einde maakte aan het pijnlijk
tooneel.
De portier, die in den vroegen morgen,' nog half
slaapdronken, koningin Milena en haar gevolg om de
armoedige bagage» had willen tegenhouden, was niet
het eenige slachtoffer van de jammerlijke vérwarrin
gen, die twee dagen lang geen eind schenen te willei
nemen, in ae bladen las men opmerkingen over de
koffers van de gasten, die ér zeer primitief uitzagen
en over de cartonnen doezen met ondergoed van dé
koningin on haar beide dochters, die er verscheurd
en smerig hadden uitgezien en niet eens meer dicht
gebonden waren. Deze bagage vertelde echter een tr;
gisch verhaal van de ontberingen der vlucht, van be
zwaarlijk reizen, en hadden ten slotte nog daaronder
geleden, doordat bet hotelpersoneel, de perste beve
len yan den portier volgend, ze met de koetsiers de
deur uit had gezet. Toen de portier lattjr zijn
schrobbeering kreeg, was hij volkomen 'in de war.
Va» officieele zijde kwam het beval, dat hij zijn ont
slag moest krijgen. De hotelier had daar éch
ter weinig lust in; bruikbare portiers zijn er nu niet
voor het oprapen. De koninklijke gasten schonken
echter den bewaker van hun 'hotel plechtig vergif
fenis.
Vier uur later droeg de man het hoofd weer'zoo
hoog als ooit te voren.
Geldkwesties waren nu de grootste moeilijkheid
voor de Montenegrijnsche gasten. Eij_ zij spraken er
over met ieder, die zich voor hen interesscbrde. De
waard moest Servische bankbiljetten voor hen wis
sel^ en liep wdaarvoor van Pontius naar Pilatus,
maar niemand "walde er iets voor geven.
'sAvonds in de'conversatiekamer klaagde prinses
Xenaa nog daarover haar leed. Volgens haar verha
len, moet de verwarring in Gettinje/ ten slotte ontzet
tend geweëst zijn, niemand wist meer wat hij doen
mo®st. „Waarvan konden wij éigenlijk verder leven,
a}8 de heele wereld ons in den stéék liet?" vroeg
zij in een ikring van toehoorders. „Maar Italië?"
waagde een Francaise te .vrageln „Bah!" kwam er
van, ae lippen van de prinses. Iemand vroeg, waarom
prins Mirko nog ln Gettinje a^htergeblever was. „Pk
moest toch iemand thuie blijven," antwooi dde zij,
„En in Italië wiide men het'.'
Den avond van.den 24en Januari kwam er nog eefe
niejuwe nuance in het Montenegrijnsche hofleven te
Lyon. Koning Nikolaas kwam aan. Zijn intocht vond
onder heel andere omstandigheden plaats dan de ont-
vangst van zijn b gemalin. Al lep wat tot die voornaam
ste overheid behoorde, was op bevel Parijs 's
middags om vijf uur ophet station bije Cai aleriej
en infanterie vormden een eeréwacht voor dtfu ko-
njng. Intu8sch.en was ook Dénis Coohin uit Parijs
aangekomen. De burgemeëeter zou een toespraak hoi
den. De koning scheen echter op dit programma niet
gesteld. Hij was volstrekt gesloten. Zijn gruotsie
vriendelijkheid bestond in 't knikken met 't hood.
Hij was buitengewoon uitgeput en maak-e den in
ruk van een vervallen grijsaard, die zich 'als eén
half verlamde laat drager. Men had zich hein
heel anders voorgesteld. Hij lijkt niets meer op de
portretten die men van hem in d© bladen ziet. Hij
is een ruïne en men wondt door medelijden getrof
fen voor den an, die zoo geknakt is door het tra
gische lot van 2Üju koningschap. De plechtige ont
vangst scheen hem-niet bijzonder aangenaam te zijn
Géboren, gedurendé do maand Januari: Jacot), z. v.
Adriaan Vos |en Trijntje Gutter; Petrus Johannes
z. v. Adam Noordstrand en jansje de Boer; Aafje d.
v. Pieter Vos en Grietje Mooij; Trijntje, d. v. Pieter
Baken en Dieuweftj© Zeeman; Teunis, z. v. Cornelia
WeiJ e n Grietje van IJzendoorn; Oornelia, d. v.
Dirk Mulder en IJda Rood; Cornelia, d. v. Dirk
Zeeman en Geertje Thomasz; Catharina Geertruida
en Autbonia Geertruida, d. v. Petrus Jozetfus Ruiten-
uutb en Adriana Noordstrand.
Ondertrouwd: Maurits van der Moien en Trijntje
Vlam; Jan Bak en Trijntje de Jongh.
Getrouwd: Maurits van der Molen en 'Trijntje
Vlam.
Overleden: Reijer Slot, 84 j„ echtg. v. Trijntje
Dekker, eerder van Maartje Tensem; Trijntje Dieps»,
meer, 74 j., wed. v. Jacob Balder; Trijntje Vroegop
6,.maanden.
Gfboren: Alterta, d. v. W. de Groot en M. j.
Kansen; Trijntje, d. v. Jb. Vroegop en Chr. Kieft;
Jacob, z. v. 'G. Koos en L. Witien; Sijtjet d. v.
Kr. Bak en, Tr. Dekker; Cornelis k z. v. J. Mad-
derom en J. Schoein.
GEMEENTE HOOGWOUD.
Geboren: Frederik, z. v. Willebi Hoogland po
Marijtje Louter; Cornelia, d.. v. Klaas de Maijer
en Gornelisje Blokker.
Overleden: Frederik, I dag, z. v. Willem Hoog
land enMariJtje Louter; Cornelia, d. v. Klaas de
Muijrr en Cornelisje Blokker.
Oj) werd nooit vermoeid, at goed en Mept goed,
Waarom nu niet
Herinnert jpj u welk een eetlust gij hadt in uw
jeugd, hoe gij den geheelen dag bezig kondt zijn?
Hoe gij 's avonds met tegenzin naar bed gingt?
Is net doordat gij ouder wordt, dat nu een maal
tijd geen genot meer voor u is; dat gij u altjjd ver
moeid en zenuwachtig gevoelt?
Neen, want de krachtigste menschen zijn volwas
senen, jlie veel sterker zjjn dan jeugdige personen.
Het is, omdat gij van gewoonten veranderd zijfci
\\ant als kind liept gij den heelen dag en waart
gij voortdurend bezig. Neemt nu meer lichaamsoefe-
mug, als die alleen m loopen bestaat. Misschien over
werkt gij u, eet gij te veel vleesch slaapt gij te weinig.
Slechte gewoonten zijn oorzaaz dat nrinezuur in
het bloed achterblijft, verzwakken de nieren en ver
oorzaken rugpijn, rheumatische pijnen, waterstoornis
sen en een dof, slaperig gevoel.
Wekt de nieren op door het gebruik van Foster'i
Rugpijn Nieren Pillen, laat de slechte gewoonten een
tijd na en gij zult ondervinden hoe gij vooruitgaat.
Personen op meer gevorderden leeftijd dienen nauw
keurig te letten op verschijnselen van nier- en blaas-
zwakte. want door het spoedig behandelen der eerste
verschijnselen van nieraandoemng worden vele kwalen
van den ouden dag voorkomen. Voor oudere menschen
zullen Fo6tcr's Rugpijn Nieren Pillen een waardevol
geneesmiddel blijken.
Te behagen verkrijgbaar bij f
Rotgans, Drogisterij „Het Witte
Kruis", Aioienstiaat G 14. Tos
zending geschiedt ranco ns ent
vangst van postwissel a f 1,74 voor
een, of f lu.— voor zes doozsn'
Eischt üe echte Foster's Rugpijn
Nieren Pillen, weigert eike doos
uiu niet vsorzieu is van nevenstaand
Handelsmerk
Voor de spiegelruiten van de ingangsdeur hielden
zij stil en de jonge echtgenoot wenkte de bediende
uit de voorste "kameir en fluisterde hem wat in, waar
op de neger met respect boog, kort rechtsomkeert
maakte en de chef, mr. Snooks riep. Tot dezen richtte
de ionge echtgenoot eenige vragen, die Snooks uiterst
hoffelijk maar met een lachje en hoofdschudden be
antwoordde. Dan stelde de jonge echtgenoot den ten
zeerst verbaasden chef zijn vrouw voor, die Snooks
met een diepe buiging begroette-en dan volgde het
jonge paar mr. Snooks zacht in de voorkamer, waar
van mr. Snooks de glazendeur voor het bureau wat
openliet.
Voor deze spleet in de deur vatte het jonge paar
In het bureau heerschte een angstvallige stilte. Van
uit het privékantoor van den president kionk barsch
en luid een paar vragen, waarvan het niet te ver
stane antwoord den vrager nog boozer scneen te ma
ken.
„Wat Snooks? Nog steeds niemand gevonden? Mor
gen zendt ge een gehectografeerde vragenlijst aan mijn
gansche spoorwegpersoneel. Toper, je telegrafeert
die miss Blinton om dadelijke toezending van een
fotografie. Het moet toch al heel wat zijn als ik
die hoevedame met haar vijf en twintig duizend dollar
huwelijksgift niet in het huwelijksbootje krijg. Wanneer
zij maar even presentabel is, moet mijn egm jon
gen haar in godsnaam maar nemen. Hij moet haar
nemen maar ik ik onterf hem!" En Mr. van
Etien liep maar steeds als een dwaas op en neer.
Daar ging df glazendeur open en Reginald en zijn
jong vouwtje traden in het kantoor. Daar wed een
hoofd achter een lessenaar omhoog getild, nog een.
nog een en tenslotte staarde men de binnentred inden
van alle kanten verbaasd aan.
Beiden zagen er wat bleek, maar zeer beslist uit
en de jonge echtgenoot had bepaald een trek van
vastberadenheid om de l.ippen. Hij bood zijn echt
genoote heei gelant den arm en voerde haar met
vaste schreden naar de kamer van zijn vader.
Toen de president het jonge paar zag, stond hij
plotseling onbeweeglijk stil, als was hjj in een stand
beeld veranderd.
..Goeden dag, vader!" groette Reginald onbevangen
„Een blij bericht. Het recht van weg voor de Western-
baan is nu een vast bezit. Het is mij nu gelukt, dat
malle mirakel, Ivy Blinton, te vangen en als 'missi
Reginald van Etten in het huwelijksbootje te brengen
De president schudde langzaam het hoofd. Hij ver
trouwde zijn ooren en oogen niet. „Maar stotter
de hij „maarl" „wat moet dat beteekeneuf
„Dat moet beteekenen, dat de jongen die tot dus
ver alleen in staat was om geld te vermorsen, en die
tot «usver geen rooden cent heeft verdiend die zich
zelfs om de zorgen van zijn vader niet bekommerde,
dat die jongen diens grootste zorg over "het lot 'van
de Westernspoorbaan, tot zijn eigen zorg heeft ge-
maakt en daarom de jonge en scnoone bezitster van
Blintonhoerderij tot zijn eigen vrouw heeft gemaakt.'*
„Jongen! Je hebt —I"
„Ja vader, fck heb haar getrouwd", zeide Reginald'
kalm. „En nu blijft u slechts de keus om over ons
verbond uw vaderlijken zegen ,uit te spreken, waarom
wij u kinderlijk eerbiedig vragen of uw eenigen zoon
te onterven".
„En ik verzoek u om een bewijs van twintigduizend
dollars, de prijs voor mijn boerderij", vervolgde hier dc
jonge vrouw.
Met dit verstandig gezegde veroverde de jonge docht*
stormenderhand het hart van den ouden heerTzijn voor-
hoofd werd glad er speelde een glimlach om zijn lip*
pen.
„Wél. wel, wat moet ik met jelui beiden doen?", riep
j- i\Er blijft mij niets anders over, dan mij met het
feit te verzoenen en zelve de hand te reiken: 1®^
gelukkig met plkaar."
Met deze woorden stak hij beiden de handen tof
trok de gelukkige jonge menschen in zijn armen
kuste hen.
Zoo stonden zij een oogenblik innig elkaar vasthoU"
dend. Dan verbrak Reginald lachend liet zwijgen:
nu mag ik u zeker wel om wat geld vragen, vader?
„Waarvoor?"
„Wel voor een automobieltocht naar Adirondoclé-
naar moedert"
De president schudde het hoofd.
„Maar vader
.„Ja, jij meent ?eker dat ik jelui alleen zal laten jJ3al!
en ik nier verder in die hitte zal smoren? Neen, le'a
dubbele dwazen. Wij gaan met elkaar en wel met bw
spoor."
Twee uur later was het beheer der zaken v'ct'r.
in handen van Mr. Snooks en Van Etten stoomde m*
zijn beide dwazen naar het heerlijke buiten aan h
Sarnnacmeer in Adlromlocks
EINDE.