Sciiager Courant.
Het Bak- en Braadvet der toekomst.
een vast werkman,
best Boonenstroo
VOLDOENING
Delftsche Slaolie
n)
03 - lange l de Morsaz.
Smidsknecht
Timmerlieden,
goed gewonnen landhosi.
Boerendienstbod?
DERDE BLAD.
ZATER0A5 26 FEBRUAR11916.
59s'e Jaargang No. 5752.
voor bakken en braden
RIEKEN
DELFT
Schrijft om het Receptenboekje der Delftsche Slaolie en neemt daarna zelf de proef.
ALKMAAR, Brsedstraat A10.
Des Donderdags te Scha-
gen in Hotel „Vredelust*'
van 9 tot 12 uur.
DEPOSITO'S,
ad 4°|0 m\ half-
jaarlijkseha rentevanakinins.
5 6 wagens
Bakwagen
-Jl
door J. S.
Ik was een jong luitenant der huzaren en lag in
een klein Fransen plaatsje in garnizoen.
Wij amuseerden ons daar zoo goed het ging.
Dat wil zeggen, het was bijna steeds dezelfde d
orde's morgens exerceeren en oefeningen op de
rijbaan, 's middags diner bij den regimentscomman
dant. of in het eenzame, vervelende restaurant der
plaats, 's avonds kaartspel waarbij de punch geens
zins ontbrak. De regimentskameraden waren steeds
trouw bij elkaar, en er was slechts één burger in
onzen kring, waarmede wij een uitzondering had
den gemaakt. Dit was een mager, ietswat somber
uitziend persoon van in de dertig, die öf de om
standigheid, dat hij vroeger bij de huzaren had ge
diend, öf de van ons geleerde gewoonte, dat hij af
en toe champagne-diners gaf, zijn opneming in on
zen kring dankte. Muller, zoo heette onze toenma-
ligen kameraad was van nature erg zwijgzaam, maar
als hij sprak maakte hij goede opmerkingen al was
zijn tong een weinig scherp en ontzag hij niemand.
Ofschoon hij in goede omstandigheden scheen te
leven was zijn woning hoogst eenvoudig gemeubi
leerd. Ze had echter een eigenaardig aanzien. De
wanden der kamers waren dermate van kogels
doorboord, dat zij bijencelltn leken. Wij hadden
spoedig ondervonden, dat Muller door voortduren
de oefening in pistool-schieten een wonderbare be
drevenheid had gekregen en er was dan ook nie
mand onder ons, die zich met hem zou willen me
ten. Daarom was het eigenaardig, dat Muller, zoo
dra het gesprek op duelleeren kwam, steeds zweeg
of de conversatie op iets anders bracht.
Op een avond hadden wij, ongeveer een half
dozijn officieren, na een weelderig champagne-diner
bij Muller lust, een of ander gek spel te doen. Mul
ler, die daarvan geen liefhebber was, liet kaarten
brengen. Hij werd uitgenoodigd, de bank te houden,
legde een menigte goudstukken op tafel en het spel
begon. In 't begin heerschte er een stille zenuw
achtige opwindig want iedereen was in gespannen
afwachting van net resultaat. Op dezen avond was
een jong luitenant onder ons, aie eerst sinds kort
in het regiment was gekomen. Hij was even on
bekend met Muller's aard als met de uitwerking
der champagne, die hij' rijkelijk genoten had. Een
vermoedelijke rekenfout, die "de bankhouder naar
luitenant's zeer onzeker gezicht te hebben begaan,
was de aanleiding tot een zeer pijnlijken strijd. De
door wijn en spel verhitte gemoederen hitsten el
kaar op, en daar Muller's zelfbewuste kalmte den
jongen luitenant niet minder ergerde, als het gelach
der kameraden, terwijl Muller hem, die zich opwond
den met ironie troefde, raakte hij buiten zichzelf.
En woedend nam hij een zilveren lichter van de
tafel en slingerde hem in Muller's gezicht. Bleek
van toorn sprong deze op en 'riep met fonkelende
oogen
Er uit Kereltje 1 en dank God, dat djt in mijn
huis is geschied.
Wij twijfelen er deen oogenblik aan, wat het ge
volg zou zijn van dat incident. En onze jonge kame
raad, die met de verklaring vertrokken was, dat hij
tot iedere voldoening bereid was, gold voor ons
reads als een ten doode opgeschrevene.
Toen wij elkaar den volgenden morgen op de
rijbaan ontmoetten, vroeg men algemeen naar den
jongen luitenant, toen deze plotseling verscheen en
ons zeide, dat tot heden geen boodschappen van
Muller bij hem was geweest. Er verliepen drie
dagen en de zaak bleef als zij was. De luitenant
ons ©«begrfipail^Jfïodtlwijze van Muller
kamerader diete-»^^!!!' daar .één v*n onze
I dat hij een gansche- toonde, gezien had
na den anderer -neTn,*, jan* den é*Een kogel
schijf schoot. Er WshSrtee^ni^. bevesü*de
avond vondieikieh«da5"'a*ue.n, noodlottigen speel-
welk-! adres h« uSn »JnJ'huiskomst, een brief, in
brief bivatfe LSer 8 handschrift herkende. De
«ocht mH eer'£e, woorden Muller ver-
wichtiv nriH^if^a' !?enï. hedenavond voor een ge-
miin fnmUi bezoeken, ik zou hem door
besfuiteinne verPhchten. Aanvankelijk was ik
mensrhin Jn r?ng verbood mij met zulke laffe
ng te komen. Voornamelijk uit
J^^'?riSheid want Muller kon mij iets zeer
zegigren hebben maar ook uit een
II u.r med®lljden met den man, besloot ik te gaan,
en z avonds trad ik, in de hoop door niemand ge
zien te worden, bij Muller binnen, Ik vond de ka
mer geheel ontruimd. Op den grond stonden ge
pakte koffers, en Muller trad mij met een ernstig
gesicht tegemoet.
Ik dank U, sprak hij, dat gij zijt gekomen. Zoo-
als U ziRt sta ik op 't punt, te vertrekken. Het is
m?&.®4k' dat wij elkaar niet weder zien, en daarom
wil ik U een verklaring van mijn gedrag geven, die
U misschien onwaarschijnlijk zal lijken. De meening
Lwer kameraden omtrent mij is mij geheel onver
schillig, maar gij zijt mij sympathiek en het doet
mij leed wanneer gij een verkeerde meening om
trent mij koestert.
Hij zweeg, en ook ik wist niets te zeggen. Maar
ik ging zitten en luisterde aandachtig naar wat hij
mij mededeelde.
U verwondert zich, zei hij, dat ik van dezen
dwazen luitenant geen voldoening verlangd heb.
Gelooft U mij, dat. wanneer ik van deze menschen
voldoening had kunnen eischen, zonder mijn eigen
leven op 1 spel te zetten, ik 't zou gedaan hebben
Verwonderd zag ik Muller aan.
Zoo is het, ging hij voort. Ik heb niet het recht
mij in doodsgevaar te begeven, want het is bijna
zes jaar geleden, sedert ik een oorveeg ontving en
de man leeft heden nog.
Mijn nieuwsgierig
En hebt hem verslagen? vroei
Ik heb met mij zelf geduelleerd, antwoordde
Muller. „En hier ziet U een aandenken aan dit duel."
Hij nam uit een hoededoos een muts en zette
die op. Ongeveer een halven duim boven zijn voor
hoofd was, zooals ik nu zag door een kogel door
boord.
U weet, vertelde hij, dat ik in een huzaren-
regiment gediend heb. Ik was een levenslustig
officier, reed, dronk en duelleerde, wanneer het
noodig bleek, met de anderen om den prijs. Eens
werd een jonge man uit een rijke en voorname
familie bij ons overgeplaatst. Zijn naam, zijn be-
minlijk persoon en ook zijn rijkdom verschaften
hem spoedig een goeden naam bij het schoöne
geslacht. Zoo maakte hij ook een dame het hof,
aie ik aanbad en ik begon te vreezen, dat haar hart
mij door haar nieuwen minnaar ontroofd zou wor
den. De gelegenheid om hem onschadelijk te maken,
bood zien spoedig aan. Op een balfeest maakte hij
haar zóó het hof, dat ik hem de ergste beleedigin-
gen heb doen ondergaan. Wij trokken de sabels,
werden echter verhinderd en besloten elkaar den
den volgenden morgen met onze secondanten in
in een bosch te ontmoeten.
Ik was eerder dan mijn tegenstander op de afge
sproken plaats. Eindelijk kwam hij met tragen tred,
lachend, met zijn getuigen pratend. Hij was bloots
hoofd en droeg ziin muts, vol kersen in de hand.
De secondanten telden twaalf passen af. Hij mocht
het eerst schietenhij richtte lang en doorschoot
mijn muts.
Nu was 't mijn beurt. Zij leven behoorde mij toe.
Vooraf wilde ik mij nog in zijn doodsangst verge
noegen. Maar hij stona daar rustig, at kersen uit
zijn muts en wierp mij de pitten voor de voeten.
Die onnatuurlijke kalmte bracht mijn bloed aan
't koken. Maar plotseling kreeg ik een duivelschen
l was ten uiterste gespannen.
lnv*k .Ik liet mijn pistool zakken en sprak:
„u is heden niet in de stemming om te sterver.
aiaaTrT %enscht te ontbijten, dan wil ik U niet storen.'"'
„„U hindert mij volstrekt niet. antwoordde hij.
schiet L maar. Dit schot behoort U. Ik vil mii
stellen Mn an^er uur tot beschikking
Deze woorden bevestigden mijn besluit. Ik ver
klaarde de secondanten, dat ik heden niet schieten
wilde.
In de grootste spanning had ik Muller's vertel
ling- aangeboord. Hij was nog niet aan 't einde.
Ik nam, zoo ging hij voort, van hem afscheid
en trok hierheen. Maar sedert dien tijd heb ik geen
dag doorgebracht, zonder aan mijn wraak te denlten.
Nu uur gekomen."
Bii déze woorden nam Muller een brief uit zijn
tascn en sprak: „Zooeven schrijft men mij, dat ae
man, bij wien ik nog een schot te goed neb, een
dezer dagen met een schoon jong meisje huwen
zal. Ik wil nu zien, of hij in zijn liefdes-geluk den
dood even rustig tegemoet ziet als toen bij het
kerseneten."
Zijn bediende trad binnen en meldde, dat de
auto voor stond.
Muller reikte mij de hand ten afscheid en ik be
antwoordde zijn harteHjken handdruk.
Toen steeg nij in den auto en ik zag, dat hij zijn
pistool-foudraal naast zich legde. De wagen reed
weg en ik keek hem ernstig, nadenkend nog lang na.
Vele jaren waren sedert dien tijd vervlogen. Ik
had den dienst vaarwel gezegd en leefde op mijn
buitengoed in P., toen ik op een reis graaf N. leerde
kennen, een der rijksfe grondeigenaars uit de om
geving. Wij waren spoedig zeer vertrouwelijk samen
en toen hij mij eens uitnoodigde hem op zijn slot
te komen bezoeken, nam ik de uitnoodiging dank
baar aan. Er waren ook toen de oogen ëenërjonge
vrouw in 't spel. De gravin, waarmede hij voor
eenige jaren huwde, was een der bekoorlijkste ver
schijningen die men zich denken kon.
Ik werd door het jonge, gelukkige paar zeer
vriendelijk ontvangen en moest eenige dagen op
het slot blijven. De graaf en ik werden steeds ver
trouwelijker. Wij reden, jaagden en deden veel aan
schijfschieten.
Dit laatste was aanleiding tot een gesprek over
pistoolschieten. Mij kwam natuurlijk Muller in de
gedachten en ik verhaalde hem, hoe hij iederen
morgen zijn kogels in het doel schoot. Ik moest
zeker zijn aard en gestalte zeer levendig uitgebeeld
hebben, want de graaf en de gravin, dié eveneens
bij ons gesprek tegenwoordig was, toonden veel
belangstelling, toen ik van hem vertelde.
Zeldzaam, sprak de graaf. En hoe heet deze
uitstekende pistoolschieter 7
Ik noemde zijn naam.
„Dat is wonderlijk, riep de graaf hoog verrast uit.
U hebt Muller gekend
Zeker 1 antwoordde ik. Maar sedert vijf jaren
heb ik niets van hem gehoord. Kent U hem?
j. Heeft hij U
even verteld?
van een jongen
graaf een oorveeg?
Juist 1 Dat was ik. En wij nebben later nog
afgerekend.
In groote opgewondenheid stond mijn gastheer
op en sprak, terwijl hij naar een schilderij op zijn
schrijftafel wees
- Ziet U dat schilderij dat is.het bewijs van
onze laatste ontmoeting.
Ook de gravin'was eenigszins opgewonden.
Ik verzoek je, Charles, spreekÉ
voorval, het windt mij zoo o
Ik
aan
zijn
niet van dit
p.
hoe deze zich heeft gewroken.
Ik had intusschen bet schilderij bekeken. Het
was een landschap, maar niet het landschap inte
resseerde mij, maar de twee dicht naast elkaar
staande kogels waardoor het stuk doorschoten was.
U zult dadelijk vernemen, sprak de graaf,
vanwaar deze kogels komen.
Het was in 'de eerste maand van mijn huwelijk
dat ik op een avond thuiskwam en hoorde dat een
vreemde h??r die zijn naam niet noeme" Hlde,
in mijn wer kkamer op mij wachtte. Toen ik binnen
trad. zag ik eer ,sn in reiskleeding bij mijn haard
zitten. Hi; jtond op en sprak mij met schorre
stem toe s
„„Herkent U mij, graaf?'"' sprak hij, terwijl zijn
oogen onh:.isj.sllend vonkelden.
Muller, r,»-> ik verschrikt uit Een siddering
voer mij d leden. -
„,,U wee., ging hij voort."" dat mij aog een schot
toekomt. Ik Den nu gekomen om mijn vordering
op te «lachen. „„Is U bereid? „„En hij trok een
Eistoot uit zijr. zak. Ik was eindelijk kalm geworden,
nel mat ik den afstand, stelde mij tegenover hem
en verzocht hem, spoedig te schieten, voor mijn
vrouw terug kwam.
„„Niet zoo, sprak hij, wij moeten onze zaken in
t licht afhandelen.""
Ik beval mijn bediende kaarsen te brengen en
niemand in de kamer te laten. Toen plaatste ik mij
weder tegenover mijn gevreesden vijand. Muller
hief zijn pistool op en legde aan. Eansklaps liet hij
echter zijn arm zakken. „„Ik kan op een onge-
wapenden niet schieten, sprak hij"" dat is met,
alsof wij een duel uitvechten, maar alsof ik een
moord wilde begaan. Laten we daarom loten wie
het eerste moet schieten.""
Daarom namen wij' een tweede pistool en lootten.
Het lot besliste, dat ik het eerst mo.et schieten. Ik
schoot maar mijn kogel miste en trof het schilderij,
dat U hier ziet. Nu was Muller aan de beurt.
Ik zag zijn fonkelende oogen voor mij en zag. hoe
hij lang op mij mikte. Plotseling werd de deur ge
opend, mijn vrouw snelde binnen en wierp zich
aan mijn borst Ik vatte dadelijk een plan op.
„Lief kind", sprak ik, „zie je dan niet dat wij
schertsen Je bent wat opgewonden. Ga weg en
drink een glas water, kom dan weder terug, dan
zal ik je een ouden kameraad voorstellen.
Ze geloofde mij niet „Zegt U eens, mijnheer, riep
ze. zich tot Muller wendend, „is 't waar dat dit
scherts is?"
„Uw gemaal houd van scherts, mevrouw de gravin",
antwoordde Muller. „Uit scherts heeft hij mij een
oorveeg gegeven, uit scherts een kogel door mijn
muts geschoten en zooeven heeft hij mij weder uit
scherts niet geraakt. Nu echter ben ik aan de beurt
om te schertsen
En nadat hij dit gezegd had, hièf hij het pistool
op en begon op mij aan te leggen.
Mijn lieve vrouw wierp zich aan zijn voeten.
„Welk een schande!" riep ik kwaad.
„Sta opl En gij wreedaard, houd op, een vrouw
te kwellen, wilt gij nu eindelijk schieten of niet?".
Hij liet zijn pistool zakken.
pNeen", sprak hij, „ik syil niet schieten, ik heb
mijn voldoening. Ik heb Uw ontzettende angst ge
zien en heb U gedwongen nog eens op mij te
schieten. Daarmee acht ik mij voldaan."
Zonder te groeten ging hij weg, maar in de deur
keerde hij zich om en schoot een kogel vlak bij den
mijnen in de schilderij. Toen verdween hij. Mijn
vrouw was echter in onmacht gevallen.
De graaf zweeg. Toen omarmde hij zijn vrouw,
die zien liefdevol over zijn schouder boog.
Van Muller hoorde ik niets meer, totdat ik uit
een krantenbericht vernam, dat hij als jtanvoerder
van een vrijwilligers-leger tegen de Turken ge
vallen is.
i i
HET PLAN-VISSER.
In zake het plan-Visser, voor oen noodwaterkeering.
deelt men aan het N. v. d. D. mede, dat genoemd
plan in de commissiei-vergadering der Prov. Stalen
groote waardeering heeft gevonden. Reden, dat de com
missie niet tót uitvoering heeft geadviseerd, ligt wel
voornamelijk daarin, dat van de zijde van Ged. Staten
vGerwacht werd, dat de dichting der zeegaten even
.vlug gereed zou zijn als de bedoelde noodwaterkeermg,
en 2u. dat men er veel voor gevoeld^ deze w sterk eek-
ring later als blijvende waterkeering te behouden, go-
lijk reeds in de nota aan de Prov. Staten voorloopig
was aangegeven. Daarvoor echter achtte men de uit
voering langs den drogen weg yjrre te verkiezen boven
dp nu slechts bezwaarlijk uit tc voeren werken op den
onder water staanden kanaaldijk.
r
In een beschrijving van de bak- en brandproeven, die dezer
sn in een der bladen verscheen, wordt de Delftsche Slaolie
het bak en braadvet der toekomst genoemd. De schrijfster ie
or vsn overtuigd, dat op dan duur dit product onder de vetten,
die dageljjks voor bakken en braden in de
keuken gebezigd worden, een der eerste
plaatsen zal innemen.
Ons schijnt die verwachting niet over
dreven. Inderdaad verovert deie olie als bak
en braadvet verrassend snel terrein op de
vaste vetten. Niet alleen op de natuurboter,
maar ook op de andere dure dierlijke keuken-
vetten.
Dit is geen wonder, want Delftsoh#
Slaolie is een vet met een bijzonder fijnen
smaak terwijl het. gebruik bij bakken en
braden een groote besparing geeft
Delftsche Slaolie is een volkomen zuiver,
gemakkelijk verteerbaar vet met groote voed
/..tamheid. Zij bevat 100% zuiver vet. Aan
de hooge temperaturen, die bij het bakken
en braden ontwikkelt worden, biedt zij wegens
haar buitengewoon uithoudingsvermogen,weer
stand als noch boter, noch kalfs- of rundvet,
noch reuzel vermag. En omdat Dolftsahe Sla
olie reeds vloeibaar is en niet behoeft te
worden uitgebraden, is ook iu dit opzicht
het voordeel aan haar zjjde.
Alle goede eigenschappen van Delftsche Slaolie, die op
de bak- en brandproeven in verschillende steden
aan duizenden en duizenden huismoeders zijn
voor sla sn mayotraaise
worden thans door hoe langer hoe meer verbruiksters gewaar
deerd. Uit de correspondentie, die wij geregeld van vele dames
ontvangen, blijkt ons, hoe de eene huismoeder aan de andere de
Delftsche Slaolie als bak-en braadvet recopimaudeert. Vandaar
dat do omzet dan ook altijd-door vooruitgaat
en mag worden gesproken van het bak- en
braadvet der toekomst, al zullen ook de natuur
boter en andere goede dierljjke vetten gedeel
telijk hun plaats in de keuken blij ven innemen.
Wie meer wil weten omtrent het gebruik
van Delftsche Slaolie als braad- en bakvet
vrage het Beceplenboekje aan. Dit boekje,
met 80 bladzijden druks, bevat tal van recep
ten onder de navolgende rubriekenSalades,
Koude en Warme Sausen, Hors d'oeuvres,
Vleeschsoorten, Wild en Qev geile, Visch-
gerechten, Aardappdgerecbten, Eiei gerechten,
Taarten en Gebak.
Het boekje geeft vele wenken en
raadgevingen voor het gebruik
benevens getuigenissen van verbiuiksters uit
alle standen, die den smaak der met Delftsche
Slaolie gereed gemaakte spijzen als om strjjd
roemen en op de besparing wjjzen, die
het gebruik met zich brengt.
Delftsche Slaolie is in (wee kwaliteiten bij
nagenoeg iederen winkelier en coinestibles-
verkrijgbaar tegen f 1.10 per fl. merk Extra
handelaar
van ons land
aangetoond,
(gouden etiket), 10 95 merk
per /j fl. merk Extra, i 0.60
Surfine (rood etiket) en 1070
merk Surfine.
hel aebruik van üelltsch Ptanlenvel Dellia, gratis en iranco toegezonden aan iedere
dï. ÏS. Z.Z2SZ1TS «w* onel-bne^en &htW ML
O
Gevraagd
goed kunnende melken, bij Jb
ROOTJES, ia de Leijen te Oude
Niedorp.
gevraagd bekend met boerenwerk
en hoefbeslag bij D. DOETS, Mr.
smid, Wieringervvaard.
Gevraagd
bij P. STAMMES, Loet, Schagen.
Te koop:
Ook bij gedeelten. Tevens een
nieuwe solide
geheel compleet. Te bevragen bij
J. KOETEN Jr„ advertentiebureau
Aartswoud.
Te koop:
geschikt voor fourage A f30.—per
1000 K.G., bij W. METSELAAR,
W ieringerwaard.
Terstond gevraagd een
I Fr. br. letter A B. bureau v. d. blad.