Schager Courant.
De dingen om ons heen.
In Heidehoeve.
DERDE BLAD.
FEUILLETON.
Binnenlandsch Nieuws.
Bekendmakingen.
ZATERDAG 20 MEI 1916.
59ste Jaargang No. 5800.
Raad Oude Niedorp.
VERWORDING II.
Wij besloten, het eerste deel van dit artikel 'met de
opmerking, dat in de eerste plaats de wetenschap
pelijke mannen aangewezen zijn om het pioniers
werk te verrichten, dat het menschdom den vrede
moet teruggeven.
ue wijzo uaarop deze heeren eensgezind kunnen
samenwerken is met gemakkelijk aan te geven. Im
mers ook op (dit bij uitstek noujaai en internationaal
gebied ineefi de verdeeld. ieid wortel geschoten en heb
ben we verschillende staaltjes van blinde haat gezien,
die nauwelijks voor mogelijk te houden waren. Ook
hier zijn moeilijkheden waarmede rekening moet wor
den gehouden. En toch lijkt 'ihet ons ebt alleen de die
naar eener wetenschap, die werkelijk aan alle volken
en lijden be.ioort hoog genoeg staat om niet van pan
iijdig ieid verdacht te worden wanneer hij het maihe-
matisdh beroep levert, (dat het zoó niei langer gaat en
dat er dus eenop.oss.ng gevonden moet woorden. De
weg tot Üit bewijs iigt naar onze meening enkel en
alleen op (net gebied der Staathuishoudkunde.
Zij is die wetenschap, die met nuditer hoofd bewij
zen kan dat het zoo niet verder gaan kan, indien al
toos men niet vanzins is moedwillig aan te sturen op
een economische vernietiging van Europa en op een
plgemleetn bankroet van alle staten en volken, die
zich- in oorlog bevinden.
Immers reeds sinds lange jaren was geen enkel
land in staat zijn uitgaven uit "Zijn Inkomsten te dek
ken. Leening volgde op leening. Belastingen stegen
zoo dat zij bijna ondragelijk werden en een minister
van Financiën zich suf peinsde waaruit hij toch wel
de baten Vinden kon om de noodzakelijke uitgaven
te dekken. Technische herzieningen van dit, uitbrei
ding van dat, verhooging met opcenten van belasting,
invoerrecht of accijns brachten steeds meer geld in
de schatkisten, maar gewoonlijk was het slechts een
druppel in dea brouwketel, strekte dé nieuwe inkomr
iSten van niet veel meer dan voor .de dekking eener
reeds gedane üitgave of voor de rentebetaling eener
aangegane schuld. De toestand der meeste landenwas
reeds voor den oorlog zoodat geen handelsman een
dag rust zou hébben gehad indien zijn financiën er
even slecht hadden voorgestaan, als die van zijn groot
en Tijk vaderland.
Toch. gold het bij al die staatsleeningen dikwijls
nog productieve 'doeleinden. Dikwijls leende men voor
spoorwegen, kanalen, droogmakingen, dat isvoor doel
einden, die tenslotte geld opbrengen. Maar dikwijls
ook voor zaken, die men alleen aanschafte,omdat de
huurlieden het ook deden en die economisch geen waar
de hadden: de' militaire en maritieme uitgaven bij
voorbeeld.
Die vooral maakten Idat de budgetten, de leenin
gen He renten de belastingen steeds stegen.
Met het resultaat dat wij thans zien-: dat circa der
tig millioen menschen in tweekampen verdeeld sedert
lange maanden tegenover elkaar staan zonder instaat
tee zijn een beslissing teweeg te brengen. Alleen dag
in djg uit "Vallen er duizenden dooden, duizenden ge
wonden.
Al het geld', dat Voor den oorlog en tijdens den
oorlog gebruikt is voor aanschaffing van verruelings-
werktuigen is als kapitaal, dus als productiemiddel
verloren.
De "milliandrn, die men bi] elkaar geleend heeft
in b^el de wereld, dus heeft besteed om elkaar te
vernietigen zijn verloren kapitaal voor de gemeen
schap. Staal, koper, allerlei metalen, chemicaliën, rub
ber enz., enz. die voor de industrie voor verdere
productie beteekenis hadden zijn vernield zondereen
spoor van nuttigheid na te laten. Schepen met hun
ladingen van goederen, van goud, hun werktuigen
rijn gezonken. Eveneensverloren nuttigheid. Nu zaï
men zeggen dat de fabrikant van oorlogsmateriaal ver
diend heeft de scheepseigenaar zijn schip, de ver
vrachter zijn lading vergoed zag door den assura
deur. en dit is juist. Doch hier verschoof zich slechts
een geldbedrag. De verzekerde berekende de waar
de van zijn bezit, betaalde eenige procenten aan hun
Üie wedde dat het 'bezit wel niet verloren zou gaan.
Nu het toch naar den kelder ging verhuisde het mil
lioen uit de brandkast van den verzekeraar naar die
van hem die het sdhip verloor.
Het is duidelijk, dat deze transactie, na het ver
lies, alles onveranderd laat doch deze geldverpiaat-
sing de verloren productieve nuttigheid niet kan ver
vangen. Evenmin als het in het algemeen iets jwduidt
voor de 'volksrijkdom of de staat het geld uit belasting
of leening verkregen aan den een ot aan den ander
uitbetaalt. Het millioen blijft een millioen of het in
10,000 portemonnaies verdeeld zit, bij den betaal
meester ligt of aan Krupp, Schneider of Whitehead
betaald wordt, dan wel besteed wordt voor droog
making van een polder. Alleen op de productiviteit
komthet aan. En als dan van het gekochte niets van
werkelijke waarde overblijft, niets dat nuttigheid voort
brengt is de gemeenschap dat zelfde bearag armer
geworden. Ook al koopt een rijk geworden leveran
cier nog 'n auto, nog een buiten, want dit gekochte
bestond immers reeds 'en deed reeds zijn nut in de
wereld, djftzij voor den niewen, hetzij voor den
vroeg er en eigenaar.
Doch 'deze verliezen zijnt de eenige niet.
De milliarden, 'die men leende, zijn weg. Niet weg
18.
Na de koffie werd er gesproken van heengaan.
Het dreigende onweer kon opsteken, en dan was liet
toch beter, dat men thuis was. Een van de wagens
was dadelijk na de kerkdienst weggezonden gewor
den. De jongeren van het gezelschap zouden nu te
voet gaan, de ouderen zouden rijden. j
De zon stak, ofschoon het reeds tegen zes uur liep,
de zwaluwen vlogen tjilpend langs den grond eni de
hemel was donker en zwaar. Onbeweeglijk stond t
koren, bosch en boom.
Eerst gingen de jongelui gezamenlijk met elkaar,
maar dan zeide Lotte tot haar jongeren broeder:
„laat ons flink doorloopen, ik heb mijn beste jurk
aan". Zij nam haar rok op en stapte haastig aan de
zijde van haar broer voort.
Toen Marie bezorgd naar den hemel keek, stelde
Heinrich haar gerust, het kon nog wel een heele poos
duren eer het onweer losbrak. Hij verlangzaamde
zelfs zijn schreden, sprak levendiger dan anders over
de pastorie en hoe mooi het was als de familie zoo
gezellig bijeen was.
Zij kwamen aan den rand van het bosch. „Kijk
eens Marie, daar zijn wilde aardbeien."
„Ja, zij zien er rood en mooi uit." Zij sprong over
de droge sloot naar de vruchten en snoepte daar
van.
„Wij gaan door het deiinenbosch", meende Hein
rich, „het is maar eventjes om en de schaduw kun
nen wij nu gebruiken.
Een nauwelijks zichtbaar pad, door houtsprokke
laars en bessenzoekers gemaakt, voerde het bosch in
Heinrich verklaarde dat hij hieer den weg kende
als zijn zak, en dus liep hij wegwijzend voorop.»
De lucht was hieer wel wat koeler, maar toch
a. d« op de Europeesche be
lastingbiljetten ter beiahng van rente en aflossing Al
toos met zoolang de volken met door den nood' ge-
°nr s'fJtin« beiastingbetaien hun re-
m dwln«en door die schulden een streep
te halen of-ze te tierceeren, zooal niet te decimee-
ca, wat wij voor het aller waarschijnlijkst houden,
™.en bedenke hoe bijv. in Duuschland dé
befimg ineens voor vendedigingsdoeleinden, del
v»ehrbeitrage, zoo groot leek dat dé beialing er 'van
lfar verdiend moest worden, terwijl thans
bedrag dier Beitragé jaar in jaar Uu'
alleen ais rente voor ide ooriogsieemugen ncouigzal
zijn. En dit is waar elk land verarmde op den duur
te zwaar. r
Want de landen verarmen niet alleen door wat zii
uitgaven voor krijgstuig van allerlei aand, door wat
verwoest wend. Doch ook <«n nnsschien nog mee,
door d.e vernietiging .van producenten en voortbren
gingskracht.
Naar matige berekening heeft Duitschland onge
veer tweeëmlialf millioen man verloren terwijl het zelf
zegt, dat zijn verliezen matig zijn vergeleken mei die
zijner tegenstanders. Dat maakt dus laten wij zeggen
zes millioen' mensclien die geheel of gedeeltelijk aan
de productie onttrokken zijn dooden of vermink
ten. Men kan veilig aannemen, dat' slechts een gering
deel der twintigjarige mannen feitelijk deel genomen
heeft aan de productie, tot dien tijd heeft de groote
"meerderheid nog .slechts je.d gekost. En als wij voor
voeding, kleeding, onder ijs enz. aannemen, dat de
uitgaven gemiddeld is die twintig jaar f 2300,— "be
dragen hebben, uitgaven strekken om hen lichamelijk
of geestelijk geschikt te maken voor productiefwerk
dan geloven wjj ojet te hebben geschat.
Dit maakt dan voor die 6.000.000 man, die tot
dusver zijn uitgevallen van de productie, eenbe
drag van niet minder dan vijftien milliard
15WO.OOO.OOO gulden.
Op 0'ini'8jarigen leeftijd aanvangend met de pro
ductie verdient ieder man (als wij het kiesrecht mi
nimum als norm nemen) zeshonderd gulden per jaar
of in dertig jaar 18.000 gulden. Dit maakt voor die
zes millioen dooden of verminkten voor de gemeen
schap weer een verlies van niet minder dan
f 108.000.000.000. Bij elkaar dus zoowat 125 mil-
liand aan direct verlies of vermindering van produ-
ceerend vermogen.
En -men zal ons toegeven dat onze schatting uiter
mate aan den veiligen kant is dat wij met minima
rekenen inplaats van met gemiddelden. Gedurende der
tig jaar mist Europa een hoeveelheid arbeidskracht
die tot dusverre met minstens 3.600.000.000 per jaar
betaald werd.
Doch als vergoeding daarvoor mag het nog ietwat
meer "dan dat bedrag ten eeuwigen dage als rente voor
zijn oorlogsleeningen betalend
Het vooruitzicht is buitengewoon bemoedigend I
Doch ook hiermede zijn we er nog lang niet.
Wat zal de rekening zijn voor pensioenen?
Wat |die voor den wederopbouw van wat verwoest
wend?
Welke invloed zal de verspilling van arbeidskracht,
van intellect, van allerlei metalen, allerlei chemica
liën. allerlei hout en rubbersoorten enz. enz. hebben
op den prijs dier artikelen in de jaren na den vrede?
Dit alles moet betaald worden, om het even of
een'particulier dan wel of de staat het doet.
In verhouding verarmt de gemeenschap er door, hoe
men het vraagstuk ook stelt.
Waar dus eenerzijds de uitgaven enorm stijgen, da
len anderzijds de inkomsten. En wel op zoo schrik
barende wijze dat een algemeen bankroet ternauwer
nood gesteld al de mogelijkheid uit zal kunnen
blijven.
En als eenig alternatief van zulk een bankroet zien
wij slechts een revolutie wanneer het blijkt, dat al
die krachtsinspanning, persoonlijk en financieel, voor
niets geweest is; dat alles bij het oude blijft.
Op de rekening na.
Wat wij hierboven in groote trekken schetsen, vluch
tig raamden, zal door ieder statisticus, staathuishoud
kundige en financier beaamd worden. En hun cijfers,
hun gevolgtrekkingen zullen klemmender zijn dan die
van hi journalist. -
Maar waar zij, van wie wij de redding uit de verwar
ring verwachten, zoo er nog redding mogelijk is
zich nög niet op deze wijze aan het brengen der
oplossing hebben gezet, meenen wij niet verkeerd of
aanmatigend te zijn altjjans in deze richting een vin
gerwijzing te geven.
6 UITKIJK.
DIEFSTAL AAN 's RIJKS MUNT.
Naar de Tel. meldt, heeft zich aan 's rijks Munt
te Utrecht een ernstig geval van diefstal voorgedaan
Een groot aantal onafgewerkte guldens, d.w.z. on
gestempelde glad-zilveren schijven, is ontvreemd.
Een zekere U. te Utrecht, werd op het Stations
plein aldaar aangesproken door een persoon, die
hem van gezichtbekend %vas. Naam en adre9 van
den man wist. hij niet. Deze vroeg hem of hij geen
kans zou zien om een partij zilver te verkoopen. IJ.
had wel lust in het zaakje; hij zou de 110 zilve
ren schijven mee naar Amsterdam nemen en daar
trachten aan den man te brengen, 's Avonds zou
den de twee elkaar dan weer in Amsterdam ont
moeten om af te rekenen. Zoo gebeurde, maar de
verkoop lukte niet; U. werd gewaarschuwd door Ie
mand, dien hij kende, dat het guldens waren, die
hij te koop aan bood. Volgens U.'s verklaring is hij
toen bang geworden, is naar Utrecht terug gegaan,
heeft de pgrtij teruggegeven aan zijn „lastgever" en
gezegd, dat hij niets meer van d e zaak wilde we
ten.
zwaar en geurend. De eenzaamheid van het bosch
werd steeds grooter. Spoedig kwam men op een zoo
genaamd knuppelpad voor de houtkarren en kon nu
Marie naast Heinrich loopen.
Marie voelde zich zeer beklemd. Was het de warm
te die haar zoo drukte, of het naderend onweer? Of
de plechtigheid van zulk. een eenzame natuur? Neen
dat was het niet, het was het alleen-zijn met Hein
rich in deze groote eenzaamheid. Zij hoorde de harts
tocht in zijn stem sidderen. En hij mocht immers
niet spreken. Hij mocht haar niets zeggen, waarop
zij geen antwoord mocht geven
En om dat beangstigend zwijgen te verbreken,
vroeg zij naar allerlei, naar de vogels boven hen,
naar de torren en allerlei andere dieren.
Over dat alles moest hij haar uitkomst geven. Hoe
duidelijker zij de spanning in zijn gelaat zag, hoe
meer groeide haar beklemming en haar angst en
des te haastiger liep zij voort.
Hij liep stil, innerlijk met zich zelf strijdend, naast
haar. Hij had haar in deze eenzaamheid gevoerd om
zeker te zijn' van elke stoornis, om haar eindelijk
eens voor zich alleen te hebben. Nu wilde hij uit
spreken wat reeds lang zoo duidelijk en klaar in
zijn binnenste leefde. Het brandde hem in het hart,
het brandde hem op de tong, om haar te bekennen:
ik heb jou lief, lief boven alles. Een heete stroom
ging door hem'heen, maar in haar nabijheid voel
de hij een van haar innerlijk uitgaande afweer, die
meer dan maagdelijke schuwheid was en die zich
beklemmend op zijn ziel legde. Had zij toen de waar
heid gezegd? Stond hij haar tegen? Vandaag moest
hij eindelijk zekerheid hebben. Dus voorwaarts. Hij
was anders toch opk geen hazenhart j
Dpar rolde in de'verte reeds de eerste donder, het
was nu zaak om haast ie inaken; het bosch werd
roods dunner en de weide lag zoo aanstonds voor
"y. tn-nn h „wil je dan in het geheel niet
i d 1 i i istor dan toch
De Etrechtsche politie kreeg de lucht van het zaak
je en nam U. in arrest, die zijn onschuld betuigde.
Hij werd geconfronteerd met het geheele personeel
van s rijks Munt, maar herkende niemand als zijn
lastgever in den guldens-verkoop en werd Dinsdag
naar Amsterdam gebracht, waar hij werd geconfron
teerd met de menschen, die hij bezocht had, om de
schijven te verkoopen.
De dader, U.'s lastgever is nog niet gevonden.
BROEK OP LANGENDIJX.
De huldiging van den Ed.Achtb. heer A. Slot, bur
gemeester dezer gemeente, bij de herdenking van
zijn zilveren ambtsfeest, op 25 Mei a.s., zal een'of
ficieel karakter dragen.
Alle publieke feestelijkheden blijven om den inter
nationalen toestand achterwege.
Raadsvergadering te Oude Niedorp, gehouden op
Donderdagmiddag 18 Mei 1916. Voorzitter burge
meester Wonder. Allen present.
De voorzitter opent met het gebruikelijke welkom
de vergadering, waarna de secretaris, de heer J. D.
Lodder, dé notulen leest. Worden met kleine wij
ziging goedgekeurd.
Ingekomen is een missive met kennisgeving, dat
de stemming voor Prov. Staten indien noodig, op
19 Juni en de herstemming op 27 Juni a.8. zulllen
plaats vinden.
Voorts is ingekomen verslag over Volkshuisves
ting. Voor kennisgeving aangenomen.
Aan de orde komt thans een verzoek der afdee-
ling van den Bond van R.-K. onderwijzers, om sa
larissen van hoofden en onderwijzers eenigszins
te verhoogen. Wordt voorloopig voor kennisgeving
ter zijde gelegd en zal in volgende vergadering wor
den behandeld tegelijk met het andere te dezer zake
ingekomen verzoek van de onderwijzers.
Volgt benoeming .onderwijzeres aan de school te
Zijdewind. Voorzitter deelt mede, dat Maandag j.L
4 onderwijzeressen zijn opgeroepen tot het geven
van proefles. 3ztjn er opgekomen en hebben proef
les gegeven. Het waren de dames J. M. Kok te Sie-
bengewald, A. Gljsberts te Uithoorn en J. F. Spar-
naaij te De Cocksdorp, Texel. Voordracht is daarna
door B. en W^, in overleg met hoofd der school en
schoolopziener opgemaakt. Daarop kwamen genoem
de drie dames in de aangegeven volgorde voor. Tot
stemming overgaande, benoemt de Raad met alge-
meene stemmen mej. Kok. Indiensttreding woydt be
paald op 29 Mei. Zoomogelijk eerder. Zij zal kennis
geving van hare benoeming ontvangen.
Aan de orde zijn nu de stembureaux. Worden be
noemd als volgt: District I. Oude Niedorp: Ambts
halve voorzitter, de burgemeester, leden de heeren
Over en Strijbis, plaatsvervangers de overige leden
van den Raad.
District II. Zijdewind: Voorzitter de heer J. Wit,
wethouder, leden de heeren S. Snel en P. Wit, plaats
vervangers de heeren J. Ligthart en J. Nagelhout.
Na rondvraag, die niets oplevert, volgt sluiting.
NIEUWE NIEDORP.
Voor de leerlingenklasse der zangvereeniging' al
hier, onder leiding' van den heer A. Vink te Beem-
ster, hebben zich 98 leerlingen aangegeven.
WIERINGERWAARD.
(Vertraagd door een verzuim der posterijen.)
Woensdag hebben alhier aan de Groote Buurt
twee locale premie- en stamboekkeuringen plaats
gehad van tuig- en trekpaarden
In het stamboek zijn opgenomen: a. Tuigpaarden
Azië, 3-jarige merrie, eig F. A. F. Groneman te
Wieringerwaard; Iiimina, 5-jarige merrie, eig. G. W
Waiboer te Anna Paulowna; en Joletine, 5-jarige
mèrrie, eig. dezelfde.
Van de trekpaarden: Marie, 4-jarige merrie, eig.
J. C. Geerligs te Anna Paulowna; Markant, 3-jarige
merrie, eig. P. Visser Az. te Wieringerwaard; Ber-
tha, 3-jarige merrie, eig. J. K. Kaan, te Wieringer
waard; Trees, 5-jarige merrie, eig. H. P. Pateer te
Anna Paulowna
Premiën werden toegekend als volgt:
Tuigpaarden: merrieveulen, eig. F. A. F. Gro
neman te Wieringerwaard; f 30; Rieka, 1-jarige mer
rie, eig. G. W. Waiboer te Anna Paulowna, f 10;
Azië, 3-jarige merrie, eig. F. A. F. Groneman te
Wieringerwaard, reisgeld; Itskia, 5-jarige merrie, eig
G. W. Waiboer te Anna Paulowna, f 25 plus reis
geld; Irmina, 5-jarige merrie, eig. G. W. Waiboer
te Anna Paulowna, f 25, plus reisgeld.
Trekpaarden: merrieveulen,, eig. C. Geerligs, Anna
Paulowna, f 30; Calanda v. Turicum, 1-jarige mer
rie, eig. K. Burkli te Halfweg, f 40; Markant, 3-ja-
rige merrie, eig. P. Visser Az. te Wieringerwaard,
f 50; Jet, 4-jarige merrie, eig. C. Geerligs te Anna
Paulowna, f 50.
De keuringscommissie bestond voor de toekenning
der premiën voor de tuigpaarden uit de heeren:
A. Kooij Jr. te Kedichem, P. den Ouden, rijksvee
arts te Tilburg, H. D. Verspijck, Rijks en Prov. lid,
's Gravenhage. Trekpaarden: Ph. J. van Dixhoorn te
Axel, J. Hoogland,rijksveearts te Zeddam, H. D. R.
Verspijck, 's-Gravenhage.
Voor de Stamboeken: Tuigpaarden: A. Kooij Jr. te
Kedichem, J. H. van Zoelen te Ommeren'. Trekpaar
den: G. L. Hinrichs te Nijmegen, Ph. J. van Dix
hoorn te Axel, H. Heijbroek te Amsterdam.
MINISTER POSTHUMA.
Aan het Volk wordt uit Den Haag bericht, dat
minister Posthuma ernstig ongesteld is. Een dezer
dagen is hij tijdens zijn werk buiten bewustzijn ge
raakt. De minister schijnt eenige maanden rust te
moeten nemen.
Inzake ds ongesteldheid van minister Posthuma
meldt het Ned. Correspondentiebureau:
De minister heeft in het jaar 1906 verschijnselen
gehad, welke wezen op een hartaandoening. Hij
heeft toen een kuur doorgemaakt onder toezicht
„Neen, neen, maar zwijg Heinrich.
„Ik wil niet, je zult mij aanhooren". HIJ greep
haar bij den arm en dwong haar om stil te staan.
De eerste groote droppels vielen op hen neer, een
ruischen ging er door het bosch, de donder rolde.
Zij merkten niets van dat alles.
Heinrich ging hartstochtelijk voort: „Ik wil alleen
'jou tot mijn vrouw alleen jou nooit een andere
Zeg op, wat heb je tegen mij?, kun je mij niet uit
staan?"
„Heinrich!" Een smeekende toon, zij wilde zich los
rukken, maar hij liet haar niet los.
„Er uit nu met je meening. Wil je mij of niet?",
Zij strééd met zich zelf, zij zocht naar woorden.
..Heinrich, ik kan niet."
„Wat is het wat heb je? Ik wil alles alles
weten."
Y\ eer een poging tot spreken, een steunen. „Ik
ben getrouwd."
„Wat wat ben je?„ Hij schudde haar heen en
weer.
„Getrouwd ben ik!" riep zij luid uit. in het brui-
-schen van den wind, „maar ben van mijn man weg-
ge'oopen."
Hij stiet haar terug, zij tuimelde tegen een boom
waaraan zij zich vastklemde. Met beide handen
greep Heinrich zich naar het hoofd. „Dat is onzin
dat is leugen schandelijk.,,
„Neen, het is waar en laat mij nu gaan." Zij
liep zoo vlug zij kon, heen. Heinrich stormde ach
ter haar aan.
De regen stj-oomde en kletterde naar beneden.
Bliksem en donder volgden elkaar vlug op, het on
weer was vlak boven hen. Niet ver van de beide
opgewonden menseden, velde de bliksem een boom
neer. Zij echter zagen en hooiden het niet. in hun
gemoederen rolde nog een veel wilderen oproer dan
in de natuunondom ben.
De donkere onweerslrrl t loog zich diep naar de
aarde. Pe heide weid in e ri g'<«'h nd v> i dno t
het was een ï.codw»
van een medicus ln Den Haag. Na dien tijd deden
zich deze verschijnselen nooit meer voor, tot onge
veer een week of zes geleden. De minister heeft
zich toen onder behandeling gesteld van denzelf
den medicus en getracht aan een eventueel verlof
te ontkomen, doch Zondag verklaarde de dokter,
dat hij d everantwoordelijkheid niet langer wilde
dragen, wanneer de minister niet een verlof nam
van ongeveer 6 tot 8 weken. De minister zal nu
Zaterdag zijn departement verlaten en een kuur
doormaken in Den Haag, om zich daarna naar bui
ten te begeven.
Het bericht van Het Volk, dat hij tijdens zijn
werkzaamheden het bewustzijn zou hebbeh verlo
ren, is onjuist.
Tijdens zijn kuur zal de ministeer in zoover het
verband met zijn departement aanhouden ,dat het
niet noodig is, dat eenige minister tijdelijk met de
waarneming van zijn ambt wordt belast.
DE PAASCHDAGEN.
Naar het Volk verneemt, heeft bij de sociaal-demo
cratische Kamerfractie het voornemen bestaan, den
minister van oorlog te interpelleeren naar aanlei
ding van de order van den opperbevelhebber, waarin
zware straffen gelast werden voor de militairen, die
met de Paaschdagen hun garnizoen hebben ver
laten.
Van dat voornemen is evenwel afgezien; de soci-
aal-dem. fractie zal nu deze zaak ter sprake bren
gen bij de behandeling van het buitengewone cre-
diet voor militaire doeleinden, welke behandeling
dezer dagen zal plaats vinden.
PAPIERGEBREK.
In Oostfriesland, waar het papiergebrek groot is,
kan oud papier, ook courantpapier, op gezette tij
den worden teruggebracht.
Het Kreitsblad Rheiderland te Weenen b.v. heeft
het kantoor daarvoor tweemaal per week open ge
steld.
ONDERWIJZERS.
Tot einde 1915 zijn volgens de „Comenius Biblio
theek,, 8568 Dultsche onderwijzers gesnèuvèld, waar
van alleen uit Pruisen 5158 en uit de provincie
Hannover 537.
DK TUBANTIA.
Officieel. Het departement van marine deelt me
de:
De besprekingen van den kapitein-luitenant ter
zee Canters te Berlijn betreffende de oorzaak van de
ondergang van het Nederlandsche stoomschip Tu-
bantla, hebben niet tot een afdoend resultaat geleid
Na onderzoek van eenige metaalstukken, welke in
de sloepen van de Tubantia waren gevonden, heeft
de Duitsche admiraliteit erkend, dat deze afkomstig
waren van een Duitsche torpedo, welke tot' de be
wapening van een Duitsche onderzeeboot behoorde.
De commandant dier boot heeft verklaard, dat
deze torpedo niet op 10 Maart tegen de Tubantia
maar reeds op 6 Maart tegen een Britsch oorlogs
vaartuig is gelanceerd, doch haar doel heeft gemist
De Nederlandsche regeering zal stappen doen om
op een dieper gaand onderzoek aan te dringen, ten
einde volledige klaarheid in het gebeurde met de
Tubantia te brengen.
VERKIEZING VOOR DE
PROVINCIALE STATEN.
De Burgemeester der Gemeente Schagen brengt
hiermede ter openbare kennis, dat op Dinsdag, den
6 Juni a.s., zal plaats hebben de verkiezing van twee
leden van de Provinciale Staten van Noordholland,
in het Kiesdistrict Schagen, waartoe deze Gemeente
behoort,
dat op dien dag, van des voormiddags negen uur
tot des namiddags vier uur, ter Secretarie bij den
Burgemeester dier Gemeente Schagen hoofd
plaats van het Kiesdistrict kunnen worden inge
leverd: Opgaven van Candldaten, als bedoeld in ar
tikel 51 der Kieswet en artikel 8 deer Provinciale
wet.
Deze opgaven moeten inhouden den naam, de voor
letters en de woonplaats van den candidaat en on-
teekend zijn door ten minste veertig kiezers, bevoegd
tot deelneming aan deze verkiezing.
De inlevering dezer opgaven moet geschieden per
soonlijk door één of meer der personen, die de op
gave hebben onderteekend. De candidaat kan daar
bij tegenwoordig zijn. Van de inlevering wordt een-
bewijs van ontvangst afgegeven.
Formulieren, voor de opgaven bovenvermeld, zijn
ter Secretarie dezer Gemeente kosteloos verkrijg
baar van den 22 Mei 1916 tot en met den dag der
verkiezing.
De Burgemeester brengt hierbij ln herinnering ar-,
tikel 51 der Kieswet, luidende als volgt:
Hij, die eene opgave, als bedoeld in artikel 51 in
levert, wetende dat zij is.voorzien van h^ndteekenin-
gen van personen, die niet bevoegd zijn tot deelne
ming aan de verkiezing, waarvoor de Inlevering ge
schiedt, terwijl zonder die handteekeningen geen vol
doend aantal voor eene wettige opgave zou overblij
ven, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten
hoogste drie maanden, of eene geldboete van ten
hoogste honderd gulden.
Met gelijkestraf wordt gestraft hij, die wetende dat
hij niet bevoegd is tot deelneming aan de verkiezin
gen, eene voor die verkiezing ter inlevering bestem
de opgave, bedoeld bij artikel 51, heeft onderteekend
Schagen, den 17 Mei 1916.
De Burgemeester voornoemd,
J. P. W. VAN DOORN.
Eindelijk kwamen de twee op Kruse's hoeve aan.
Marie stormde als een razende door het hek. Heur
haar was los geraakt en hing in natte strengen op
haar rug, haar kleeren dropen.
Heinrich stond voor haar en bezwoer haar met be
vende lippen hem te zeggen, dat zij gelogen had.
„Vindt een andere uitvlucht, zeg dat je niet kunt
omdat je mij niet kunt lijden, dan wil ik wachten en
al mijn best-doen om je tot andere gedachten te
brengen maar dit niet dit alleen niet."
Zij schudde het hoofd, terwijl haar tanden op el
kaar sloegen, stamelde zij: „Waar alles waar.
Maar Heinrich, ik smeek je zeg het niet aan_
grootvader. Hij jaagt mij de deur uit en ik moet hier'
weg naar hem!"
„Ben ik een oud wijf?" Hij stampte met de voet op
den grond, draaide zich om en liep weg.
Zij liep over het erf naar huis.
Tante Riekje kwam haar met uitgespreide armen
tegemoet. „Kind, wat' zie je er uit en waar zat je
met zulk een weer?"
Het meisje sloeg de armen om den hals van het
oude vrouwtje en barstte in een wild gesnik uit
Het oudje klopte haar op den rug en poogde haar
gerust te stellen. „Ben je bang geworden daar bul
ten op de heide? Maar waar zijn de anderen geble
ven? Zeker allen naar de Beermannshoeve?"
Tante Riekje bracht het bevende meisje in haar
kamer, hielp haar droge kleeren aan trekken en
haalde haar wat warme melk.
Marie liet alles met zich doen. Zij dacht niet aan
het onweer, niet aan den regen, dat alles was haar
geheel onverschillig. Iets anders was er over haar
los gebroken en bracht haar ziel in een veel groo
ter oproer, dan er op dat oogenblik buiten in de
natuur uitwoedde.
Uii hij had haar lief en wat er in haar hart
golfde én woedde, dat dreef en drong haar om zich
aan ziin hart te werpen yen jubelend te roepen:
■•>1 weg. ik ben de jouwe. Het was bij haar ook
liefde, uiige, eerste liefde. Zoo had haar moeder