I I STUBRMAN, Kapper
59ste Jaargang. No. 5804
Kassier,
Bewaart uw uitgevallen
HAAR;
ZA TER DAB 27 MEI 196.
UitgeversTRAPMAN Co.
EERSTE BLAD.
OVER DEN VKEDE.
ten voor geldbel gging, Coupons, Incasseeringen, Assurantiën,
Inschrijving op elke nieuwe leening, franco provisie.
SCHAGEN.
Deposito's, Rekeningcourant, Credieten, Hypotheken, EfFec-
Tweede Kamer.
DAMES 11
er worden alle soorten Haar-
werken van vervaardigd.
Eerste Kamer.
Binnenlandsch Nieuws.
SCHAKER
iliticd Nieuws-
Dit blad verschijnt viermaal per weekDinsdag, Woensdag
Donderdag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 9 ure wor
den A1H ERTENTIEN in het eerst uitkomend nummer geplaatst.
COURANT.
Advertentie- Laiinwllai,
SCHAGEN, LAAN D 5. Int. Tclcph. No. 20.
Prijs per 3 maanden f 0.90 per post f 1.06. Losse nummers 5 ct
ADYERTENTIEN van 1 tot 5 regels 10.35, iedere regel meer
6 ct (Bewijsno. inbegrepen). Groote lett. worden naar plaatsr. berek
Dit nummer bestaat uit 3 bladen.
-
In onze laatste nummers hebben we 'teen en an
der meegedeeld over de zoogenaamde vredespogin
gen en vredesgeruchten, die er loopen. Toen is te
vens melding gemaakt van de laatste speech van
den Duitschen Rijkskanselier, Het spreekt van zelf
en het is gelukkig, dat het zoo is, dat van uit En
geland daarop een antwoord is gekomen. Het is
de Engelsche minister van bultenlandsche zaken,
Grey, geweest, die daarop heeft gereageerd. Deze mi
nister zeide o.m. In zijn antwoord aan de vredes-
mannen in het Engelsche Lagerhuis:
De rijkskanselier heeft in zijn jongste interview
willen te kennen geven, dat zij voor de voortzet
ting van den oorlog verantwoordelijk zijn, die de
voorwaarden van Duitschland niet willen aanvaar
den, dat wij op de kaart naar den militairen toe
stand moeten zien zooals die heden ten dage is,
om te zien, welke deze voorwaarden moeten zijn.
Het zijn voorwaarden die voor Duitschland zegevie
rend zijn, die de belangen van Duitschland waar
borgen en geen rekening houden met de belangen
van andere volken, en die de andere volken van Eu
ropa aan Duitschland zouden overleveren, telkens
als het agressieve oogmerken tegen hen zou mo
gen koesteren. Het is kinderachtig om te zeggen, dat
de vijanden van Duitschland verantwoordelijk zijn
voor de voortzetting van' den oorlog, omdat zij wei
geren de vredesvoorwaarden aan te nemen, die
Duitschland passen, zonder op hun eigen belangen
te letten.
De omstandigheid, die daar meer dan eenig ander
ding voor het oogenblik verantwoordelijk voor is, is
dat de Duitsche regeering voortgaat met te bewe
ren, dat de centralen den oorlog hebben gewonnen
of dat zij zulks de volgende week zullen doen, en
dat de geallieerden verslagen zijn. Een feit is ech
ter, dat de geallieerden niet verslagen zijn. Toe
juichingen en dat zij niet verslagen zullen wor
den en de eerste stap tot den vrede zal zijn, dat
de Duitsche regeering dat feit begint te erkennen.
Indien een van de bondgenooten het recht heeft
om over den vrede te spreken is het Frankrijk, waar
de woede der Duitschers sedert eenige weken te
vergeefs op aanvalt.
De moed van het Fransche leger gedurende den
langdurigen slag van Verdun redt Frankrijk en redt
zijn bondgenooten bovendien. Dit is voor ons het
oogenblik te zeggen dat wij allees willen doen om
deze bondgenooten te helpen. Toejuiching. In
dien iemand het recht heeft over vrede te spreken,
dan is het de regeering van Frankrijk. En de eerste
minister van Frankrijk heeft gesproken, en als de
berichten in de bladen juist zijn, dan heeft hij ge
zegd: „Wat zullen de latere geslachten zeggen, in
dien wij de gelegenheid laten voorbijgaan, een hech
ten en duurzamen vrede te grondvesten? De vrede
van Frankrijk moet zijn gegrondvest op het volken
recht". Dat is wat ook wij gevoelen. En waar wij
met onze bondgenooten diep verlangen de vruch
ten te zien van een vrede, niet voor een paar jaar,
of voor een of twee geslachten, maar van een vrede,
die zulk een ramp als deze oorlog in de toekomst
zal voorkomen, geloof ik, dat het de plicht van de
diplomatie op dit oogenblik is de solidariteit van
de geallieerden tegenover den vijand te hand
haven Toejuiching en de militaire maatrege
len die te zee en te land noodig zijn, en door de
geallieerden in gemeenschappelijk overleg worden
genomen zoo krachtig mogelijk te maken, ten einde
dezen oorlog in een stadium te brengen, dat nog
niet is bereikt en dat Het vooruitzicht op een duur
zamen vrede zal verwezenlijken." Luide toejui
chingen.
Het is niet van belang ontbloot wat de Engelsche
vredesmannen in het Engelsche parlement spraken
en waarop de minister o.m. het bovenstaande ant
woord gaf.
Het lid Ponsonby zeide:
Het is evengoed de plicht van het Lagerhuis om
het werk van de diplomatie te leiden als toezicht
te houden op de oorlogvoering. Wij kunnen ons
niet geluk wenschen met diplomatiek succes voor
of tijdens den oorlog. Wij volgen nu blijkbaar dezelf
de oude en verouderde methoden. Indien de oorlog
moet voortduren totdat de Duitsche rijkskanselier en
onze ministers van buitenlandsche zakén het met
elkaar eens zijn, wie verantwoordelijk is voor het
uitbreken van den oorlog ben ik bang dat het eind
nog ver weg is. Maar zoover ik kan zien is er geen
wezenlijk verschil tusschen de oorlogvoerenden om
het voortzetten van den oorlog te rechtvaardigen
uitroepen van tegenspraak
Wat de beletselen tot den vrede betreft: heeft
Duitschland geweigerd België te herstellen, Frank
rijk en Servië te ontruimen? Heeft het geweigerd
een onafhankelijk koninkrijk Polen te stichten en
mede te werken tot de benoeming van een interna
tionale commissie tot handhaving van ;den vrede
van Europa? Wij weten het niet. Het is Duitsch
land nooit gevraagd. Het Engelsche volk behoort te
weten of Duitschland die dingen heeft geweigerd
dan wel of een of andere geheime afspraak En
geland belet vredesonderhandelingen te openen.
Ramsay Macdonald zei:.
Engeland kan, zoo het nog eenig gevoel van eer
heeft, geen vrede aanvaarden, die het verlies van
België's souvereiniteit zou meebrengen .Grey be
hoort echter Dutschland te vragen of het België zal
ontruimen, zoodra de vredesonderhandelingen be
ginnen. Ook is het noodig, dat in Europa de on
rustwekkende invloed van nationaliteiten, die zich
onder vreemd juk ongelukkig gevoelen, wordt weg
genomen. In dit verband zou ik den minister wil
len verzoeken, het gerucht tegen te spreken, dat wij
met Rusland een overeenkomst hebben gesloten,
waardoor het beginsel van de nationaliteiten niet
kan worden toegepast.
Voorts zeg ik, dat deze oorlog moet eindigen in
de vernietiging van het militairisme in Europa
toejuichingen Ik ben het eens met Lord Cro-
mer, dat het Duitsche volk zelf kan worden over
wonnen. Wij moeten zeggen dat ook wij bereid zijn
het onze bij te dragen om een eind te maJten aan
het militairisme, als wij Duitschland vragen er een
eind aan te maken voor zoover het Duitschland
J SchoorlPz.,
LANDBOIJWSTRAAT,
betreft. De Duitsche vakvereenigingen verspreiden
redevoeringen van Asquith en Runciman in de loop
graven als bewijs, dat het Engelands doel is de
Duitsche gezinnen te verarmeren.
Macdonald beschreef het vreeselijk lijden in onzij
dige landen als Noorwegen, Zweden en Nederland,
vooral in Nederland, waar de loonen niet zijn geste
gen in verhouding tot de hongersnoodprijzen.
Hij pleitte er voor, (Jat de oorlog niet verder zou
duren dan „zijn maximum uitwerking ten goede".
Alleen, zei hij, als 'Grey en het huis zorgen, dat
geen enkele gelegenheid die de legers ons geven
om met diplomatieke onderhandelingen door te gaan
niet wórden verzuimd, zijn zij waard, in de oogen te
zien van de dappere mannen, die hun leven voor
ons opofferen. Laat de minister van buitenlandsche
zaken, terwijl hij on» moed geeft opze vijanden voor
lichten.
We zien uit het bovenstaande woord van den En-
gelschen minister duidelijk, dat de geallieerden,
voordat zij over vrede willfen onderhandelen eerst
hun militaire situatie willen trachten te verbete
ren. Toch is deze redevoering een opmerkelijk ver
schijnsel ,dat eenige hoop geeft voor de naaste toe
komst. Een zoodanige redevoering zou een jaar ge
leden ondenkbaar zijn geweest. We zijn nu ten
minste al zoo ver, dat de leidende mannen zich te
genover de openbare meening van'de schuld vrij
pleiten, dat de oorlog wordt voortgezet; zelfs ant
woorden zij elkander reeds, al richten zij zich daar
bij niet rechtstreeks tot elkander.
Misschien dat wij voor een nieuwe wintercam-
pagne bespaard blijven. De menschheid zou er al
gemeen de weldaden van ondervinden.
De Engelsche pers begroet wat minister Grey
heeft gezegd, met groote warmte.
De Pall Mali Gazette b.v. schrijft:
„Niets doet een kouder huivering langs den rug
der meeste Engelschen gaan dan het lezen van een
geleuter omtrent „vredesonderhandelingen" volgens
een of ander „compromis", opgemaakt door paus of
president. Een dergelijk vooruitzicht zou dermate
indruischen tegen het zedelijk bewustzijn, het zou
zulk een schande zijn tegenover millioenen dappere
mannen, dooden en levenden, dat niets een woeden
der toorn kan doen ontketenen dan het dènkbeeld
van zijn verwezenlijking. De bondgenooten zijn vast
besloten eens voor al de uitdaging, die Duitschland
hun toeslingerde door zijn aansturen op dèn oorlog,
te beantwoorden, zij zijn besloten de plannen die
Duitschland tegen de vrijheid der wereld smeedt,
zoo volkomen te vernietigen, dat zelfs de krankzin
nige ze niet opnieuw zal trachten op te vatten; zij
wenschen Duitschland voor zijn verraderlijkheid,
wreedheid en onmenschelijkheid een afstraffing toe
te dienen, waarvan het brandende merkteeken op
de geschiedbladen zal blijven staan. Zij beseffen,
dat degene, die om „vrede" roept zonder dat deze
oogmerken zijn vervuld, rechtstreeks werkt voor
het kwaad. Dit is een strijd die moet worden uit
gestreden tot er volkomen een einde is gemaakt
aan de grove bedreiging, die Duitschland veertig
jaar lang tegenover zijn buren heeft volgehouden.
De Globe schrijft: Wij kunnen althans erkentelijk
zijn jegens het onbeduidend troepje pacifisten, dat
zij aan minister Grey zulk een vastberaden verkla
ring omtrent het standpunt der bondgenooten heb
ben ontlokt. Het si waar, dat de Duitsche regeering
gaarne vrede zou willen sluiten, doch op zoodanige
voorwaarden, dat de bedreiging, die veertig jaar
lang Europa boven het hoofd heeft gehangen, zou
blijven gehandhaafd. De eenige weg naar den vrede
voert over het slagveld. Alleen door den Duitschers
aan den lijve te doen gevoelen dat zij den oorlog heb
ben verloren en dat hun de vreeselijke gevolgen
wachten van een nederlaag, erger dan Sedan voor
de Franschen was, kunnen zij er toe worden ge
bracht die voorwaarden te aanvaarden, waarop de
bongenooten er in zouden toestemmen er een eind
aan te maken.
Wat er zal gebeuren met een regeering en een
dynastie van leugen, wanneer de waarheid ten slot
te overwint, is niet onze zaak. Onze zaak is, den
Duitschers tot het besef van de feiten te brengen
en deze hun vrije werking te laten.
Heel vriendelijk klinkt dit alles nog niet en
toch
Den Haag, 26 Mei.
Minister Bosboom heeft op rustig-bezadigde, door
gaans heldere wijze, de sprekers beantwoord, die
over het ontwerp 100 millioen Buitengewoon Oor-
logscrediet hadden geredevoerd. Z.Exc. heeft zich
van meet-af aan gelijk hij op den voorgrond plaat
ste gesteld op het stanpunt van den man, die niet
wil „goedpraten", vergoelijken, de fouten en mis
standen bij het leger maar evenmin er tegen op
ziet om te trachten het bewijs te leveren, dat naast
veel rechtmatige gegronde kritiek, ook schromelijk
overdrijven wordt aangetroffen. De heer Bosboom
was niet de nederige dienaar der Kamer, in deze,
die zich uitslooft om de heeren naar den mond te
praten; evenmin de ongenaakbare, die in gramschap
ontsteekt als iemand het waagt &an de voortreffelijk
en onschendbaarheid van de militaire autoriteiten
te twijfelen- Generaal Bosboom's rede maakte door
een en ander over het algemeen een goeden in-
^Zoóals men weet, zijn bij dit „militair debat" de
hoofdpunten: de toestanden bij den militair-genees
kundigen dienst en de kwestie d<y; verloven.
Minister Bosboom heeft de maatregelen door den
generalissimus- getroffen, volkomen goedgekeurd.
Niet honderden, maar duizenden maakten „slip
pertjes", en verreweg de meest^n van hen behoor
den riet tot de categorie der kostwinners. Extra-
oefening, hun o( gelegd, is een middel om in te
Bij aflevering van haarwerk GRATIS
kappen
LAAGZIJDE B 50
SCHAGEN.
scherpen wat tucht in het leger beduidt. Beulen
riep de minister uit, zijn wij niet, noch
de opperbevelhebber noch ik. En den generaal moet
groote mate van vrijheid worden gelaten. Dat de
kwestie der verloven voor het departement van Oor
log geen kleinigheid beteekent, het blijkt vol
doende uit de cijfers. De stroom was inderdaad over
stelpend'. In den aanvang van het vorige jaar be
droeg die 25000 aan achterstand alleen; men ging
tot het stelsel van decentralisatie over en nu ko
men er bij Oorlog dagelijks nog een getal aanvragen
in, schommelend tusschen de 500 en 1300. Kan men
eindelijk gaan demobiliseeren de minister liet
in den loop zijner rede doorschemeren, dat toch
wel „binnen enkele maanden" dat gelukkig moment
mag worden verwacht dan staat men opnieuw
voor een reusachtige arbeidstaak. Men behoeft vol
strekt niet aan de „goedpraterij" mee te doen; men
kan erkennen, dat kritiek op velerlei, door hoogere
en lagere militaire gezaghebbers oirbaar geacht,
gegrond is, en tevens kan men toegeven, dat
in deze het bekende spreekwoord „la critique est
aisée et Tart est difficile" bedillen is gemakkelij
ker dan doen ten volle van toepassing is.
Ook wat de kritiek op den militair-geneeskundi
gen dienst betreft, verklaarde Exc. Bosboom zich op
een volkomen-objectief standpunt te willen plaatsen
Over het geval van den aan longontsteking over
leden militair Bosch van Oud-Amelisweerd, verklaar
de de minister, dat hij op grond van de ontvan
gen inlichtingen niet den moed zou hebben om
den res.-officier van gezondheid, die dezen jonk
man behandelde, te beschuldigen. De hospitalen in
Den Haag en Utrecht zijn het ergst. Dat te Amster
dam nog het best. In 150 burger-ziekenhuizen be
staat thans gelegenheid om zieke militairen op te
nemen. Tegen pokken, typhus en nekkramp wordt
ingeënt. In het geheel kwamen 420 gevallen van
overlijden onder de gemobiliseerden voor, waarvan
22 aan meningitis en 52 door zelfmoord. Aan ver
betering van de vele misstanden, ook van het
personeel wordt gewerkt
Er komt dus een Staatscommissie. De heer Van
der Voort van Zijp kon zijn motie intrekken.
De motie-Ter Laan, vragend de dringend nood
zakelijke verbetering van den mil.-geneeskundigen
dienst en de verwachting uitsprekend dit werd
er heden ingevoegd dat hiervan reeds bij de
begrooting voor 1917 zal blijken, is zonder stem
ming, met goedkeuring des ministers dus, aan
genomen. Ook weten wij, dat van 1 Juni a.s. af de
gewone periodieke verloven weer ingaan, maar dat
over de „bijkomstige" straffen de spons gaat. For
meel moeten de commandanten dat goedvinden.
Edoch: men kan er zeker van zijn. Dat loopt wel
los. „Schamm d'r über" is hier de leuze.
En dat is goed, verstandig.
Stippen wij nog aan, dat het bij Oorlog met het
administratief personeel in orde is. Dat natuurlijk
op dit moment van demobilisatie geen sprake kan
zijn. Verlof tot huwen aan onderofficieren wordt
slechts verleend na zes jaren in functie zijn. Stalen
helmen worden aangemaakt, maar men stuit hier
op allerlei moeilijkheden, Honderd fabrieken zijn
bezig met munitie-maken.
Nogmaals: er is hier een Augiusstalletje te rei
nigen. En dat zal gebeuren. Maar zóó groot en
zóó smerig als die stal door sommigen geteekend
is, strijdt met de werkelijkheid.
Dat besef heeft minister Bosboom heden gewekt.
Zijn ontwerp is z. h. s. aangenomen.
Dat mag zeker in dit geval een succes heeten.
Mr. ANTONIO.
Van den dikken stapel ontwerpen, heden door den
Senaat goedgekeurd, noem ik: den duurte-toeslag,
de Indische Leening der tachtig millioen, de Mo-
lest-risico-verzekering.
Bijna had minister Lely zijn nieuw gebouw voor
de statistiek niet gekregen. Hier was 't echt stui
vertje op z'n kant: 19 tegen 18.
Maar: Lely Benedictus overwon toch, zij 't dan
met één enkel stemmetjê.
De Senatoren komen nu den 20en Juni weer bij
een. Dat is zes dagen later dan het Parlement, het
welk na de zittingen der volgende week den
Uen zijn arbeid hervat. Ook de recèssen krimpen in
deeze dagen geducht in!....
Mr. ANTONIO.
EURGERBRUG.
De onderwijzer K. Veuger alhier is door den mi
nister van Oorlog in het genot van klein verlof
gesteld, tengevolge waarvan hij Maandag as. weer
in zijn vroegere functie zal terugkeeren.
DE ZOMERTIJD.
De landbouwers te Haarlemmermeer hebben den ou-
den tijd weer ingevoerd. Door de ouders der schoot
gaande kinderen is een adres aan den Raad verzonden
waarin wondt verzocht de scholen weer op den our
'iden tjjd te doen aangaan, omdat de kinderen door
de soms groote afstanden te vroeg van huis moeten
en .de orde in de huisgezinnen, vooral ten opzichte
van het etensuur, wondt verstoord.
STEEDS WEER.
Te Melick was gisternamiddag een militair bezig op
den zolder van de wacht met het poetsen van zijn
geweer. Het wapen, dat nog geladen was, ging on
verhoeds pf; het schot drong door de zoldering en
trof den zich in het daaronder gelgen vertrek bevin
denden militair Ingenhut uit Vlodrop, die bijna op
slag gedood werd.
DOOR DEN BLIKSEM.
Te Oppendoes (N.H.) zijn eergisteravond! twee man
nen en (drie kinderen Voor een onweer gevlucht in
een schuurtje door den bliksem getroffen. Een der
mannen, S. W., was terstond dood; de anderen zijn
verschroeid en doof geworden.
STAKING VAN GEÏNTERNEERDEN.
Men meldt uit Deventer:
De hier werkende geïnterneerde Belgen en Engel
schen hebben twee dagen achtereen den arbeid ge
staakt. Zij hadden er verschillende grieven over de
voeding het zakgeld, enz. Van militaire zijde is een
onderzoek ingesteld!, dat vermoedelijk tot de verwij
dering (terugzending naar de interneeringskampen) van
een aantal belhamels zal leiden.
De geopperde klachten werden, naar wij verna
men, meerendeels ongegrond bevonden,
DE DIEFSTAL AAN DE MUNT.
De voorloopig aangehouden bloemehkóópman te
Utrecht, de vorige week in hechtenis genomen, in ver
band met den zilver diets tal aan 's Rijks Munt is uit
die voorloopige hechtenis ontslagen, wijl er gaan ter
men bestonden om hem langer gevangen te houden.
Hij beriep zien nog steeds op den „grooten onbe
kende". |die hem het zilver, ter waarde van f3000
ten verkoop had gegeven en die „onbekende" is een
voudig niet te vinden. Zoo heeft de justitie hem op
vrije voeten moeten laten; de zaak ia niet tot klaar
heid gebracht kunnen worden. (U. D.)
SPIONNAGE7.
Men schrijft aan De Tijd van die Belgische grens:
Enkele dagen geleden is aan de grens onder Goirle
jle Duitsche commandant van het dragonder-regi
ment uit Poppel, door die Nederlandsche militairen
gearresteerd onder verdenking van spionnage. Hij was
met zekeren A. Geerlings, bijgenaamd Gust van de
Panhoef, wonende op Belgisch grondgebied onder Pop
pet, over de grenzen geleid en was in 't bezit van
een Duitsch paspoort, onderteekend door den com
mandant te Turnhout' Winter genaamd. Bedoelde of
ficier kwam herhaaldelijk uit Goirle en onderhield daar
connecties met enkele families. De laatste maal ech
ter, dat hij op Nederlandsch grondgebied, kwaxng, weer
vergezeld van bovenbedoelde Geerlings, Óad men hem
gezien in 't bezit van een fotostel en begetn menden
Pruis te wantrouwen.
Toen hjj dan ook dies avonds aan de grens ver
scheen om naar zijn Heimath terug te keeretn, hield
de militaire wacht hem aan en werd hij voor den
kantonnementsoommandant van Goirle geleid. Daar
werd hem zijn fototoestel ontnomen en oók zn pas,
maar gefouilleerd werd hij niet. Zelfs werd hij niet
tot nader order vastgehouden, maar hem werd ge
legenheid gegeven met zijn trouwen geleider Geer
lings weer over de Belgische grens naar zijn stand
plaats Poppel terug te keer en.
Bij ontwikkeling van de platen van het fotogra-
p'hietoestel kwamen te voorschijn fotographieén van den
Lindeboom en het stadhuis te Tilburg, van een mo
len onder Goirle en van de woning van een der heet-
ren v. Puyenbroek, aldaar.' i
Mr. TREUB.
De Telegraaf schrijft:
Sinds eenige dagen loopt het gerucht, dat minis
ter Posthuma zou aftreden en vervangen worden
door den oud-minister mr. Treub. Dit gerucht komt
thans ook voor in de financieele pers. De heer
Treub, tot wien wij ons om inlichtingen hebben
gewend, machtigde ons het bericht positief tegen
te spreken. Hij weet nergens van.
DOOR ONWEDER GEDOOD.
Tijdens het onweder van Donderdagmiddag sloeg
de bliksem te Opperdoes bij Medemblik in een land
schuurtje, waarin een 7-tal personen een schuil
plaats had gezocht. De arbeider S. Wljdenes werd
terstond gedood, een 2-tal andere landbouwers be
liep ernstige verwondingen; de overigen bleven on
gedeerd; geen brand; het schuurtje werd geheel
uit elkaar geslagen.
Een belangrijk verlies leed door het onweer de
wed. W. Dam te Heino. Zeven kalveren en twee
pinken werden door den bliksem gedood.
Ds. VETHAKE.
In zijn Woensdag gehouden vergadering besloot
het Classicaal Bestuur der Ned. Herv. Kerk, Ds.
Vethake te Koedijk provisioneel te schorsen en de
beslissing in zijn zaak in handen te stellen van
het Provinciaal Kerkbestuur.
Ds. Vethake zal nu vóór deze beslissing niet meer
in de Ned. Herv. Kerk kunnen preeken.
ONGELUK.
BEVERWIJK, 25 Mei. Hedenmiddag 3 uur pas
seerde de stoomtram HaarlemAlkmaar langs den
Rijksstraatweg te Heemskerk een zijweg, waar juist
een 78-jarige man op een hondenkar kwam uitrij
den. Een buurvrouw waarschuwde den man en
deze deed zijn best om uit de kar te komen, maar
daar hij gebrekkig was, gelukte hem dit niet bij
tijds. Hij geraakte met hond en wagen onder de
tram en werd geheel verbrijzeld.
De naam van den ongelukkige was J. Kuil Mzn.,
bloemkweeker te Heemskerk,
KAARSENFABRIEK TE GOUDA STOP GEZET.
De Kon. Stearinekaarsenfabriek Gouda is thans
wegens gebrek aan grondshtoffen, zoo goed als ge
heel stopgezet. Slechts in een enkele afdeeling
wordt nog gewerkt. Plm. 500 werklieden, mannen
en vrouwen, worden hierdoor getroffen. De werk
lieden zijn niet ontslagen en kunnen zich dagelijks
aan de fabriek vertoonen. Ze ontvangen 85 cent van
hun weekloon. Voorloopig werkt een gedeelte van
het personeel nog gedurende drie dagen per week.