I I STUBRMAN, Kapper 59ste Jaargang. No. 5804 Kassier, Bewaart uw uitgevallen HAAR; ZA TER DAB 27 MEI 196. UitgeversTRAPMAN Co. EERSTE BLAD. OVER DEN VKEDE. ten voor geldbel gging, Coupons, Incasseeringen, Assurantiën, Inschrijving op elke nieuwe leening, franco provisie. SCHAGEN. Deposito's, Rekeningcourant, Credieten, Hypotheken, EfFec- Tweede Kamer. DAMES 11 er worden alle soorten Haar- werken van vervaardigd. Eerste Kamer. Binnenlandsch Nieuws. SCHAKER iliticd Nieuws- Dit blad verschijnt viermaal per weekDinsdag, Woensdag Donderdag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 9 ure wor den A1H ERTENTIEN in het eerst uitkomend nummer geplaatst. COURANT. Advertentie- Laiinwllai, SCHAGEN, LAAN D 5. Int. Tclcph. No. 20. Prijs per 3 maanden f 0.90 per post f 1.06. Losse nummers 5 ct ADYERTENTIEN van 1 tot 5 regels 10.35, iedere regel meer 6 ct (Bewijsno. inbegrepen). Groote lett. worden naar plaatsr. berek Dit nummer bestaat uit 3 bladen. - In onze laatste nummers hebben we 'teen en an der meegedeeld over de zoogenaamde vredespogin gen en vredesgeruchten, die er loopen. Toen is te vens melding gemaakt van de laatste speech van den Duitschen Rijkskanselier, Het spreekt van zelf en het is gelukkig, dat het zoo is, dat van uit En geland daarop een antwoord is gekomen. Het is de Engelsche minister van bultenlandsche zaken, Grey, geweest, die daarop heeft gereageerd. Deze mi nister zeide o.m. In zijn antwoord aan de vredes- mannen in het Engelsche Lagerhuis: De rijkskanselier heeft in zijn jongste interview willen te kennen geven, dat zij voor de voortzet ting van den oorlog verantwoordelijk zijn, die de voorwaarden van Duitschland niet willen aanvaar den, dat wij op de kaart naar den militairen toe stand moeten zien zooals die heden ten dage is, om te zien, welke deze voorwaarden moeten zijn. Het zijn voorwaarden die voor Duitschland zegevie rend zijn, die de belangen van Duitschland waar borgen en geen rekening houden met de belangen van andere volken, en die de andere volken van Eu ropa aan Duitschland zouden overleveren, telkens als het agressieve oogmerken tegen hen zou mo gen koesteren. Het is kinderachtig om te zeggen, dat de vijanden van Duitschland verantwoordelijk zijn voor de voortzetting van' den oorlog, omdat zij wei geren de vredesvoorwaarden aan te nemen, die Duitschland passen, zonder op hun eigen belangen te letten. De omstandigheid, die daar meer dan eenig ander ding voor het oogenblik verantwoordelijk voor is, is dat de Duitsche regeering voortgaat met te bewe ren, dat de centralen den oorlog hebben gewonnen of dat zij zulks de volgende week zullen doen, en dat de geallieerden verslagen zijn. Een feit is ech ter, dat de geallieerden niet verslagen zijn. Toe juichingen en dat zij niet verslagen zullen wor den en de eerste stap tot den vrede zal zijn, dat de Duitsche regeering dat feit begint te erkennen. Indien een van de bondgenooten het recht heeft om over den vrede te spreken is het Frankrijk, waar de woede der Duitschers sedert eenige weken te vergeefs op aanvalt. De moed van het Fransche leger gedurende den langdurigen slag van Verdun redt Frankrijk en redt zijn bondgenooten bovendien. Dit is voor ons het oogenblik te zeggen dat wij allees willen doen om deze bondgenooten te helpen. Toejuiching. In dien iemand het recht heeft over vrede te spreken, dan is het de regeering van Frankrijk. En de eerste minister van Frankrijk heeft gesproken, en als de berichten in de bladen juist zijn, dan heeft hij ge zegd: „Wat zullen de latere geslachten zeggen, in dien wij de gelegenheid laten voorbijgaan, een hech ten en duurzamen vrede te grondvesten? De vrede van Frankrijk moet zijn gegrondvest op het volken recht". Dat is wat ook wij gevoelen. En waar wij met onze bondgenooten diep verlangen de vruch ten te zien van een vrede, niet voor een paar jaar, of voor een of twee geslachten, maar van een vrede, die zulk een ramp als deze oorlog in de toekomst zal voorkomen, geloof ik, dat het de plicht van de diplomatie op dit oogenblik is de solidariteit van de geallieerden tegenover den vijand te hand haven Toejuiching en de militaire maatrege len die te zee en te land noodig zijn, en door de geallieerden in gemeenschappelijk overleg worden genomen zoo krachtig mogelijk te maken, ten einde dezen oorlog in een stadium te brengen, dat nog niet is bereikt en dat Het vooruitzicht op een duur zamen vrede zal verwezenlijken." Luide toejui chingen. Het is niet van belang ontbloot wat de Engelsche vredesmannen in het Engelsche parlement spraken en waarop de minister o.m. het bovenstaande ant woord gaf. Het lid Ponsonby zeide: Het is evengoed de plicht van het Lagerhuis om het werk van de diplomatie te leiden als toezicht te houden op de oorlogvoering. Wij kunnen ons niet geluk wenschen met diplomatiek succes voor of tijdens den oorlog. Wij volgen nu blijkbaar dezelf de oude en verouderde methoden. Indien de oorlog moet voortduren totdat de Duitsche rijkskanselier en onze ministers van buitenlandsche zakén het met elkaar eens zijn, wie verantwoordelijk is voor het uitbreken van den oorlog ben ik bang dat het eind nog ver weg is. Maar zoover ik kan zien is er geen wezenlijk verschil tusschen de oorlogvoerenden om het voortzetten van den oorlog te rechtvaardigen uitroepen van tegenspraak Wat de beletselen tot den vrede betreft: heeft Duitschland geweigerd België te herstellen, Frank rijk en Servië te ontruimen? Heeft het geweigerd een onafhankelijk koninkrijk Polen te stichten en mede te werken tot de benoeming van een interna tionale commissie tot handhaving van ;den vrede van Europa? Wij weten het niet. Het is Duitsch land nooit gevraagd. Het Engelsche volk behoort te weten of Duitschland die dingen heeft geweigerd dan wel of een of andere geheime afspraak En geland belet vredesonderhandelingen te openen. Ramsay Macdonald zei:. Engeland kan, zoo het nog eenig gevoel van eer heeft, geen vrede aanvaarden, die het verlies van België's souvereiniteit zou meebrengen .Grey be hoort echter Dutschland te vragen of het België zal ontruimen, zoodra de vredesonderhandelingen be ginnen. Ook is het noodig, dat in Europa de on rustwekkende invloed van nationaliteiten, die zich onder vreemd juk ongelukkig gevoelen, wordt weg genomen. In dit verband zou ik den minister wil len verzoeken, het gerucht tegen te spreken, dat wij met Rusland een overeenkomst hebben gesloten, waardoor het beginsel van de nationaliteiten niet kan worden toegepast. Voorts zeg ik, dat deze oorlog moet eindigen in de vernietiging van het militairisme in Europa toejuichingen Ik ben het eens met Lord Cro- mer, dat het Duitsche volk zelf kan worden over wonnen. Wij moeten zeggen dat ook wij bereid zijn het onze bij te dragen om een eind te maJten aan het militairisme, als wij Duitschland vragen er een eind aan te maken voor zoover het Duitschland J SchoorlPz., LANDBOIJWSTRAAT, betreft. De Duitsche vakvereenigingen verspreiden redevoeringen van Asquith en Runciman in de loop graven als bewijs, dat het Engelands doel is de Duitsche gezinnen te verarmeren. Macdonald beschreef het vreeselijk lijden in onzij dige landen als Noorwegen, Zweden en Nederland, vooral in Nederland, waar de loonen niet zijn geste gen in verhouding tot de hongersnoodprijzen. Hij pleitte er voor, (Jat de oorlog niet verder zou duren dan „zijn maximum uitwerking ten goede". Alleen, zei hij, als 'Grey en het huis zorgen, dat geen enkele gelegenheid die de legers ons geven om met diplomatieke onderhandelingen door te gaan niet wórden verzuimd, zijn zij waard, in de oogen te zien van de dappere mannen, die hun leven voor ons opofferen. Laat de minister van buitenlandsche zaken, terwijl hij on» moed geeft opze vijanden voor lichten. We zien uit het bovenstaande woord van den En- gelschen minister duidelijk, dat de geallieerden, voordat zij over vrede willfen onderhandelen eerst hun militaire situatie willen trachten te verbete ren. Toch is deze redevoering een opmerkelijk ver schijnsel ,dat eenige hoop geeft voor de naaste toe komst. Een zoodanige redevoering zou een jaar ge leden ondenkbaar zijn geweest. We zijn nu ten minste al zoo ver, dat de leidende mannen zich te genover de openbare meening van'de schuld vrij pleiten, dat de oorlog wordt voortgezet; zelfs ant woorden zij elkander reeds, al richten zij zich daar bij niet rechtstreeks tot elkander. Misschien dat wij voor een nieuwe wintercam- pagne bespaard blijven. De menschheid zou er al gemeen de weldaden van ondervinden. De Engelsche pers begroet wat minister Grey heeft gezegd, met groote warmte. De Pall Mali Gazette b.v. schrijft: „Niets doet een kouder huivering langs den rug der meeste Engelschen gaan dan het lezen van een geleuter omtrent „vredesonderhandelingen" volgens een of ander „compromis", opgemaakt door paus of president. Een dergelijk vooruitzicht zou dermate indruischen tegen het zedelijk bewustzijn, het zou zulk een schande zijn tegenover millioenen dappere mannen, dooden en levenden, dat niets een woeden der toorn kan doen ontketenen dan het dènkbeeld van zijn verwezenlijking. De bondgenooten zijn vast besloten eens voor al de uitdaging, die Duitschland hun toeslingerde door zijn aansturen op dèn oorlog, te beantwoorden, zij zijn besloten de plannen die Duitschland tegen de vrijheid der wereld smeedt, zoo volkomen te vernietigen, dat zelfs de krankzin nige ze niet opnieuw zal trachten op te vatten; zij wenschen Duitschland voor zijn verraderlijkheid, wreedheid en onmenschelijkheid een afstraffing toe te dienen, waarvan het brandende merkteeken op de geschiedbladen zal blijven staan. Zij beseffen, dat degene, die om „vrede" roept zonder dat deze oogmerken zijn vervuld, rechtstreeks werkt voor het kwaad. Dit is een strijd die moet worden uit gestreden tot er volkomen een einde is gemaakt aan de grove bedreiging, die Duitschland veertig jaar lang tegenover zijn buren heeft volgehouden. De Globe schrijft: Wij kunnen althans erkentelijk zijn jegens het onbeduidend troepje pacifisten, dat zij aan minister Grey zulk een vastberaden verkla ring omtrent het standpunt der bondgenooten heb ben ontlokt. Het si waar, dat de Duitsche regeering gaarne vrede zou willen sluiten, doch op zoodanige voorwaarden, dat de bedreiging, die veertig jaar lang Europa boven het hoofd heeft gehangen, zou blijven gehandhaafd. De eenige weg naar den vrede voert over het slagveld. Alleen door den Duitschers aan den lijve te doen gevoelen dat zij den oorlog heb ben verloren en dat hun de vreeselijke gevolgen wachten van een nederlaag, erger dan Sedan voor de Franschen was, kunnen zij er toe worden ge bracht die voorwaarden te aanvaarden, waarop de bongenooten er in zouden toestemmen er een eind aan te maken. Wat er zal gebeuren met een regeering en een dynastie van leugen, wanneer de waarheid ten slot te overwint, is niet onze zaak. Onze zaak is, den Duitschers tot het besef van de feiten te brengen en deze hun vrije werking te laten. Heel vriendelijk klinkt dit alles nog niet en toch Den Haag, 26 Mei. Minister Bosboom heeft op rustig-bezadigde, door gaans heldere wijze, de sprekers beantwoord, die over het ontwerp 100 millioen Buitengewoon Oor- logscrediet hadden geredevoerd. Z.Exc. heeft zich van meet-af aan gelijk hij op den voorgrond plaat ste gesteld op het stanpunt van den man, die niet wil „goedpraten", vergoelijken, de fouten en mis standen bij het leger maar evenmin er tegen op ziet om te trachten het bewijs te leveren, dat naast veel rechtmatige gegronde kritiek, ook schromelijk overdrijven wordt aangetroffen. De heer Bosboom was niet de nederige dienaar der Kamer, in deze, die zich uitslooft om de heeren naar den mond te praten; evenmin de ongenaakbare, die in gramschap ontsteekt als iemand het waagt &an de voortreffelijk en onschendbaarheid van de militaire autoriteiten te twijfelen- Generaal Bosboom's rede maakte door een en ander over het algemeen een goeden in- ^Zoóals men weet, zijn bij dit „militair debat" de hoofdpunten: de toestanden bij den militair-genees kundigen dienst en de kwestie d<y; verloven. Minister Bosboom heeft de maatregelen door den generalissimus- getroffen, volkomen goedgekeurd. Niet honderden, maar duizenden maakten „slip pertjes", en verreweg de meest^n van hen behoor den riet tot de categorie der kostwinners. Extra- oefening, hun o( gelegd, is een middel om in te Bij aflevering van haarwerk GRATIS kappen LAAGZIJDE B 50 SCHAGEN. scherpen wat tucht in het leger beduidt. Beulen riep de minister uit, zijn wij niet, noch de opperbevelhebber noch ik. En den generaal moet groote mate van vrijheid worden gelaten. Dat de kwestie der verloven voor het departement van Oor log geen kleinigheid beteekent, het blijkt vol doende uit de cijfers. De stroom was inderdaad over stelpend'. In den aanvang van het vorige jaar be droeg die 25000 aan achterstand alleen; men ging tot het stelsel van decentralisatie over en nu ko men er bij Oorlog dagelijks nog een getal aanvragen in, schommelend tusschen de 500 en 1300. Kan men eindelijk gaan demobiliseeren de minister liet in den loop zijner rede doorschemeren, dat toch wel „binnen enkele maanden" dat gelukkig moment mag worden verwacht dan staat men opnieuw voor een reusachtige arbeidstaak. Men behoeft vol strekt niet aan de „goedpraterij" mee te doen; men kan erkennen, dat kritiek op velerlei, door hoogere en lagere militaire gezaghebbers oirbaar geacht, gegrond is, en tevens kan men toegeven, dat in deze het bekende spreekwoord „la critique est aisée et Tart est difficile" bedillen is gemakkelij ker dan doen ten volle van toepassing is. Ook wat de kritiek op den militair-geneeskundi gen dienst betreft, verklaarde Exc. Bosboom zich op een volkomen-objectief standpunt te willen plaatsen Over het geval van den aan longontsteking over leden militair Bosch van Oud-Amelisweerd, verklaar de de minister, dat hij op grond van de ontvan gen inlichtingen niet den moed zou hebben om den res.-officier van gezondheid, die dezen jonk man behandelde, te beschuldigen. De hospitalen in Den Haag en Utrecht zijn het ergst. Dat te Amster dam nog het best. In 150 burger-ziekenhuizen be staat thans gelegenheid om zieke militairen op te nemen. Tegen pokken, typhus en nekkramp wordt ingeënt. In het geheel kwamen 420 gevallen van overlijden onder de gemobiliseerden voor, waarvan 22 aan meningitis en 52 door zelfmoord. Aan ver betering van de vele misstanden, ook van het personeel wordt gewerkt Er komt dus een Staatscommissie. De heer Van der Voort van Zijp kon zijn motie intrekken. De motie-Ter Laan, vragend de dringend nood zakelijke verbetering van den mil.-geneeskundigen dienst en de verwachting uitsprekend dit werd er heden ingevoegd dat hiervan reeds bij de begrooting voor 1917 zal blijken, is zonder stem ming, met goedkeuring des ministers dus, aan genomen. Ook weten wij, dat van 1 Juni a.s. af de gewone periodieke verloven weer ingaan, maar dat over de „bijkomstige" straffen de spons gaat. For meel moeten de commandanten dat goedvinden. Edoch: men kan er zeker van zijn. Dat loopt wel los. „Schamm d'r über" is hier de leuze. En dat is goed, verstandig. Stippen wij nog aan, dat het bij Oorlog met het administratief personeel in orde is. Dat natuurlijk op dit moment van demobilisatie geen sprake kan zijn. Verlof tot huwen aan onderofficieren wordt slechts verleend na zes jaren in functie zijn. Stalen helmen worden aangemaakt, maar men stuit hier op allerlei moeilijkheden, Honderd fabrieken zijn bezig met munitie-maken. Nogmaals: er is hier een Augiusstalletje te rei nigen. En dat zal gebeuren. Maar zóó groot en zóó smerig als die stal door sommigen geteekend is, strijdt met de werkelijkheid. Dat besef heeft minister Bosboom heden gewekt. Zijn ontwerp is z. h. s. aangenomen. Dat mag zeker in dit geval een succes heeten. Mr. ANTONIO. Van den dikken stapel ontwerpen, heden door den Senaat goedgekeurd, noem ik: den duurte-toeslag, de Indische Leening der tachtig millioen, de Mo- lest-risico-verzekering. Bijna had minister Lely zijn nieuw gebouw voor de statistiek niet gekregen. Hier was 't echt stui vertje op z'n kant: 19 tegen 18. Maar: Lely Benedictus overwon toch, zij 't dan met één enkel stemmetjê. De Senatoren komen nu den 20en Juni weer bij een. Dat is zes dagen later dan het Parlement, het welk na de zittingen der volgende week den Uen zijn arbeid hervat. Ook de recèssen krimpen in deeze dagen geducht in!.... Mr. ANTONIO. EURGERBRUG. De onderwijzer K. Veuger alhier is door den mi nister van Oorlog in het genot van klein verlof gesteld, tengevolge waarvan hij Maandag as. weer in zijn vroegere functie zal terugkeeren. DE ZOMERTIJD. De landbouwers te Haarlemmermeer hebben den ou- den tijd weer ingevoerd. Door de ouders der schoot gaande kinderen is een adres aan den Raad verzonden waarin wondt verzocht de scholen weer op den our 'iden tjjd te doen aangaan, omdat de kinderen door de soms groote afstanden te vroeg van huis moeten en .de orde in de huisgezinnen, vooral ten opzichte van het etensuur, wondt verstoord. STEEDS WEER. Te Melick was gisternamiddag een militair bezig op den zolder van de wacht met het poetsen van zijn geweer. Het wapen, dat nog geladen was, ging on verhoeds pf; het schot drong door de zoldering en trof den zich in het daaronder gelgen vertrek bevin denden militair Ingenhut uit Vlodrop, die bijna op slag gedood werd. DOOR DEN BLIKSEM. Te Oppendoes (N.H.) zijn eergisteravond! twee man nen en (drie kinderen Voor een onweer gevlucht in een schuurtje door den bliksem getroffen. Een der mannen, S. W., was terstond dood; de anderen zijn verschroeid en doof geworden. STAKING VAN GEÏNTERNEERDEN. Men meldt uit Deventer: De hier werkende geïnterneerde Belgen en Engel schen hebben twee dagen achtereen den arbeid ge staakt. Zij hadden er verschillende grieven over de voeding het zakgeld, enz. Van militaire zijde is een onderzoek ingesteld!, dat vermoedelijk tot de verwij dering (terugzending naar de interneeringskampen) van een aantal belhamels zal leiden. De geopperde klachten werden, naar wij verna men, meerendeels ongegrond bevonden, DE DIEFSTAL AAN DE MUNT. De voorloopig aangehouden bloemehkóópman te Utrecht, de vorige week in hechtenis genomen, in ver band met den zilver diets tal aan 's Rijks Munt is uit die voorloopige hechtenis ontslagen, wijl er gaan ter men bestonden om hem langer gevangen te houden. Hij beriep zien nog steeds op den „grooten onbe kende". |die hem het zilver, ter waarde van f3000 ten verkoop had gegeven en die „onbekende" is een voudig niet te vinden. Zoo heeft de justitie hem op vrije voeten moeten laten; de zaak ia niet tot klaar heid gebracht kunnen worden. (U. D.) SPIONNAGE7. Men schrijft aan De Tijd van die Belgische grens: Enkele dagen geleden is aan de grens onder Goirle jle Duitsche commandant van het dragonder-regi ment uit Poppel, door die Nederlandsche militairen gearresteerd onder verdenking van spionnage. Hij was met zekeren A. Geerlings, bijgenaamd Gust van de Panhoef, wonende op Belgisch grondgebied onder Pop pet, over de grenzen geleid en was in 't bezit van een Duitsch paspoort, onderteekend door den com mandant te Turnhout' Winter genaamd. Bedoelde of ficier kwam herhaaldelijk uit Goirle en onderhield daar connecties met enkele families. De laatste maal ech ter, dat hij op Nederlandsch grondgebied, kwaxng, weer vergezeld van bovenbedoelde Geerlings, Óad men hem gezien in 't bezit van een fotostel en begetn menden Pruis te wantrouwen. Toen hjj dan ook dies avonds aan de grens ver scheen om naar zijn Heimath terug te keeretn, hield de militaire wacht hem aan en werd hij voor den kantonnementsoommandant van Goirle geleid. Daar werd hem zijn fototoestel ontnomen en oók zn pas, maar gefouilleerd werd hij niet. Zelfs werd hij niet tot nader order vastgehouden, maar hem werd ge legenheid gegeven met zijn trouwen geleider Geer lings weer over de Belgische grens naar zijn stand plaats Poppel terug te keer en. Bij ontwikkeling van de platen van het fotogra- p'hietoestel kwamen te voorschijn fotographieén van den Lindeboom en het stadhuis te Tilburg, van een mo len onder Goirle en van de woning van een der heet- ren v. Puyenbroek, aldaar.' i Mr. TREUB. De Telegraaf schrijft: Sinds eenige dagen loopt het gerucht, dat minis ter Posthuma zou aftreden en vervangen worden door den oud-minister mr. Treub. Dit gerucht komt thans ook voor in de financieele pers. De heer Treub, tot wien wij ons om inlichtingen hebben gewend, machtigde ons het bericht positief tegen te spreken. Hij weet nergens van. DOOR ONWEDER GEDOOD. Tijdens het onweder van Donderdagmiddag sloeg de bliksem te Opperdoes bij Medemblik in een land schuurtje, waarin een 7-tal personen een schuil plaats had gezocht. De arbeider S. Wljdenes werd terstond gedood, een 2-tal andere landbouwers be liep ernstige verwondingen; de overigen bleven on gedeerd; geen brand; het schuurtje werd geheel uit elkaar geslagen. Een belangrijk verlies leed door het onweer de wed. W. Dam te Heino. Zeven kalveren en twee pinken werden door den bliksem gedood. Ds. VETHAKE. In zijn Woensdag gehouden vergadering besloot het Classicaal Bestuur der Ned. Herv. Kerk, Ds. Vethake te Koedijk provisioneel te schorsen en de beslissing in zijn zaak in handen te stellen van het Provinciaal Kerkbestuur. Ds. Vethake zal nu vóór deze beslissing niet meer in de Ned. Herv. Kerk kunnen preeken. ONGELUK. BEVERWIJK, 25 Mei. Hedenmiddag 3 uur pas seerde de stoomtram HaarlemAlkmaar langs den Rijksstraatweg te Heemskerk een zijweg, waar juist een 78-jarige man op een hondenkar kwam uitrij den. Een buurvrouw waarschuwde den man en deze deed zijn best om uit de kar te komen, maar daar hij gebrekkig was, gelukte hem dit niet bij tijds. Hij geraakte met hond en wagen onder de tram en werd geheel verbrijzeld. De naam van den ongelukkige was J. Kuil Mzn., bloemkweeker te Heemskerk, KAARSENFABRIEK TE GOUDA STOP GEZET. De Kon. Stearinekaarsenfabriek Gouda is thans wegens gebrek aan grondshtoffen, zoo goed als ge heel stopgezet. Slechts in een enkele afdeeling wordt nog gewerkt. Plm. 500 werklieden, mannen en vrouwen, worden hierdoor getroffen. De werk lieden zijn niet ontslagen en kunnen zich dagelijks aan de fabriek vertoonen. Ze ontvangen 85 cent van hun weekloon. Voorloopig werkt een gedeelte van het personeel nog gedurende drie dagen per week.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1916 | | pagina 1