TABAK van J. R. KEUSS Door het Panamakanaal Ti ¥KSi> boor<' Binnenlandsch Nieuws. schaften, waren zeer verbaasd te vernemen, dat zulks te Anna Paulowna niet het geval was. Er kon ons geen enkelen akker getoond worden, waar diepe grondbewerking gunstig had gewerkt, terwijl werd meegedeeld, dat in de meeste gevallen een dergelijke bewerking ongunstige uitkomsten gaf, hoewel op de lichtere gronden de nadoelen veel minder waren dan op de zware, Na het onderzoek fn den Zuiderpolder te Goeree heeft de commissie nog een bezoek gebracht aan de Bathpolders, althans aan die gedeelten, die door water uit de Oost-Schelde werden overstroomd en aan den Oud-Vossemeerschen polder en den polder Kijkert op Tholen. In hoofdzaak kwamen de bevindingen hier. op hetzelfde neer als te Goeree. De geaardheid van den grond is geheel anders dan te Anna Paulowna. De ondergrond bestond hier uit geel zand eveneens met zeer fijnen korrel. Op verschillende plaatsen in den tweeden Bathpolder toonde men 6ns, hoe nu nog na regen het water in kuiltjes op het land blijft staan onder achterlating van een zeer vet laagje slib, on geveer op dezelfde manier als dit na zeer zware slag regens, waarbij het water voor een belangrijk deel over den grond stroomt in onze zeer doorlatende polders óok te zien kan zijn. Tegen den zeedijk van den tweeden Bathpolder werd ons zeer lichten, sterk zandhoudenden grond getoond,- weike volgens de bedrijfsboeren, die ons geleidden gerust na een overstrooming bewerkt had kunnen worden. De proef was in 1906 echter op lichten grond niet genomen, zoodat niet na te gaan was, of deze meening geheel overeenkomstig de op gedane ervaring was. Men heeft ons ook daar geen grond kunnen toonen, die na de overstrooming diep werd bewerkt en waar zulks een gunstig resultaat had gegeven. Vatten wdj de resultaten van ons onderzoek sa men en passen we die toe op de omstandigheden in den Anna Paulownapolder, dan zouden we het vol gende kunnen formuleeren: We hebben in Zuidholland en Zeeland geen gron den kunnen vinden, die wat duur van de/over strooming, zoutgehalte van het water en aard van den grond nog net meest met den Anna Paulowna polder zijn te vergelijken en die door diepe grondbe werking het eerste Jaar na de overstrooming niet geleden hebben en derhalve ook geen dusdanige gron den, die er beter door werden. Het komt ons daar om voorzichtig voor dezen herfst op geen enkelen grond in den Oostpolder diepe grondbewerking toe te passen, temeer, daar ons gebleken is, dat in de door ons bezochte polders het tweede jaar verscldl- lende gewassen bij slechts oppervlakkige grondbe werking toch nog oen redelijke opbrengst gaven. De grond in de door ons bezochte polders is ge heel verschillend van die te Anna Paulowna. Hij is dicht aaneengesloten ,zeer vast en veel minder door latend. Het komt ons voor, dat men ten opzichte van de nawerking van de overstrooming in den Anna Paulownapolder er gunstiger voorstaat, dan daar het geval is geweest Namens de Commissie, H. VISSER, Rapporteur, Behagen, 24 Augustus 1910. Na Dinsdag 20 Juni 1910 met het s.s. „Poeldijk" der Holland-Amerika-Lijn van Caleta?Coloso Chi li met een lading salpeter voor Rotterdam, ver trokken te zijn, passeerden wij Vrijdagmiddag 30 Juni Bona Island en kregen daarna om 3 uur de loods aan boord, die ons in den mond van het Pa nama-kanaal loodste, alwaar wij aan twee boeien gemeerd, tot den volgenden morgen moesten wachten, om door het kanaal te mogen stoomen. Niet ver van den mond van het Panamakanaal ligt de stad Panama en aan den mond het plaatsje Balboa. In Balboa worden groote havenwerken en pieren aangelegd, zoodat in de toekomst hier de grootste schepen kunnen laden of lossen en tevens bunkeren. Balboa is door een electrlsche spoor met Panama verbonden, zoodat men iedere 10-minuten van Bal boa naar Panama of omgekeerd kan gaan. Alvorens men het Panamakanaal binnen stoomt, passeert men het eilandje „Flamenco", waar de Ame rikaansche regeering een fort heeft gebouwd ter ver dediging van het kanaal Verder ziet men langs het geheele Panamakanaal Amerikaansche soldaten, welke dienst doen als politieagenten. In de ge heele Panamazóne zijn ongeveer 8000 Amerikaansche soldaten. Maar ook dat moest overwonnen worden. „Maria ik heb ook geen ouders, heb zelfs nooit een ouderlijk huis gekend", ging Lora nu voort „Wij deelen eenzelfde lot, maar moeten wij ons zelve nochtans niet gelukkig achten dat ons zooveel liefde geschonken wordt? Wij moeten die dan ook zien te vergelden altijd en dat wel het meest door degenen die ons liefde bewijzen ook lief te hebben". „Ja!" „Wij moeten leeren ons zelve te overwinnen en opgewekt ons leven te leven. Plichtvervulling uit dankbaarheid is zoo iets ijskouds...." „Ja", zei Marie nu weer, een paar malen achter elkaar knikkend en daarop zei ze plotseling als bij intuïtie: „ik zou zoo graag veel, dolveel van u allen houden Zij zei dit zoo kinderlijk en tóch was het of zij bijna had willen toevoegen: „als ik het maar kon". Lora bedacht du met een gevoel van weemoed dat Bernhardina in 't geheel geen sympathie voor dit arme kipd gevoelde daar was een gaping tus schen hen die niet te overbruggen viel. Zij sloeg den arm om den hals van het jonge meisje, zeg gende: „Zal het voortaan „Jij" en Jou" tusschen ons zijn, Maria? Wij zijn immers beiden weezen." De geheimraad was doodstil de kamer in geko men en had de laatste woorden gehoord. Hij stond doodstil, met een ernstig gelaat haar aan te sta ren. Toen zij elkander loslieten, deze beide ouderlooze meisjes Maria met een hoogroode kleur en Lora, die doodsbleek was, haar nieuwe vriendin nog een# liefkozend over de haren streek, kwam hij naar haar toe, met ontroerde stem zeggend: „Wat hebt u mij zoo even gelukkig gemaakt, juffrouw Lora. Ik dank u voor dat prachtige Kerst geschenk". En daarop ging hij voort: „Maria, ik heb met juffrouw Von Rollanden iets tè bespreken. Gaat even naar binnen, naar graaf Wel- fried toe". Lora stond op, terwijl Maria gehoorzaamde. Hij begon nu: „Mag ik even gaan zitten, juffrouw Lora?" Maar toen zij niets antwoordde, bleef hij staan. Zij werd nu plotseling zeer angstig te moede. Niet heden voor het eerst, maar al weken lang sedert den dag dat zij bij de Moller-Sieghards had gedi neerd, toen de geheimraad met Maria thuis kwam, gevoelde zij zien niet meer zoo kalm als te voren in diens tegenwoordigheid. Zij wikte en woog nu ieder woord dat zij tot hem richtte. Dit griefde haar zelve, want zij achtte en vereerde hem bovenmate, maar zij beschouwde het als haar plicht hem diepere smart te besparen en menigmaal bad zij in stilte: o God, dat niet, dat niet! Zijn eerste woorden stelden haar nu heden echter al dadelijk gerust. „Ik kom nu tot u als de vader van Hardi, Juffrouw Lora", begon hij, „en dat met een groot verzoek, daar het 't geluk van mijn kind betreft. Ik heb uw raad noodig". Zij boog toestemend het hoofd. „Het is zeer zeker een vreemd verzoek dat ik tot De mond van het Panamakanaal binnenstoomende bemerkten we, dat hier, evenals in de geheele Pa- namakanaalzóne, de huizen ongèveer 114 meter van den grond zijn gebouwd, om te voorkomen dat de mieren de huizen zouden ondermijnen. Een tweede voorzorgsmaatregel is het bespuiten van die palen met een vloeistof, waarvan de naam -mij onbekend is, maar die zeer afdoende schijnt te zijn. In het begin van den bouw van het Panamakanaal werden duizenden arbeiders ten graye gesleept door de zoozeer gevreesde gele- en malariakoortsen. Rijk rtoch arm werd gespaard. Toen echter het werk in Amerikaansche handen kwam, werd hier spoedig verbetering in gebracht. Geld noch moeite werd voor deze bestrijding gespaard. Moerassen werden droog gemaakt, meren met olie overgoten om te voorkomen dat do larven der muskieten tot ontwik keling kwamen. En thans kan de Amerikaansche regeering er trotsch op zijn dat er sinds het jaar 1905 zich geen gevallen van gele koorts meer heb ben voorgedaan in de Panamakanaalzóne, behalve eenige gevallen die van buiten werden overgebracht Den volgenden morgen om 7 uur kwam de loods aan boord die ons door het kanaal moest brengen en met hem tevens 8 negers, die bij de werkzaam heden aan dek behulpzaam moesten zijn. Zes minuten later waren we los van de boeien en stoomden we met afwisselende kracht, onder aan wijzing van den loods, op naar de Miraflores Locks, alwaar het eerst geschut moest worden. Onder het opstoomen passeerden wij eenige bag germachines, die bij den aanleg van het kanaal hun ne diensten zeker hebben gedaan en thans als oud vuil, half onder water aan den kant liggen. Om 7.3a uur kwam de sluisloods aan boord, die ons door de Miraflores Locks moest brengen en om 7.48 uur maakten we de trossen van de zes lo comotieven vast, die ons door de sluizen moesten trekken. Deze locomotieven worden door electrici- teit gedreven. Zij bestaan hoofdzakelijk uit een lang- werpigen trommel, waarop aan de beide einden plaats is gemaakt voor den bestuurder. In het mid den bevindt zich een draaibare trommel waarop de stalen tros is gerold, welke bij het binnen trekken der sluizen op de bolders van het schip worden be legd. Deze trommel met tros is van zoodanige con structie, dat indien er te veel kracht op den tros komt, deze niet zal breken, doch een weinig op zal vieren, zoodat het springen v^n deze trossen geheel buitengesloten is. De locomotieven rijden op een tandradbaan op de kanten der sluizen. Bij het pas- seeren van de Miraflores Locks en de Pedro Miguel Locks hadden we aan iedere zijde van het schip 3 locomotieven en in de Gatoen Locks aan iedere zijde twee. Om 7.52 uur waren we binnen de eerste sluizen van de Miraflores Locks en reeds 2 minuten later waren de deuren achter ons gesloten en begonnen wij te rijzen Om 8.09 uur gingen de deuren reeds weder open en waren we in deze 15 minuten 27 voet gerezen. Om 8.10 uur waren we in de tweede slui zen en om 8.18 uur begonnen we weder te rijzen. Om 8.33 uur gingen de deuren open en waren we weder in 15 minuten 27 voet gerezen. Om 8.35 uur maakten we de trossen van de loco motieven los en 5 minuten later ging de sluisloods van boord en waren we buiten de Miraflores-slul- zen in het Miraflores Lake. Het geheele oponthoud in de Miraflores-sluizen had 47 minuten geduurd en wa ren we in dien tijd'54 voet gerezen. In het geheele Panamakanaal heeft men drie slui zen "en wel de Miraflores-, Pedro Miguel- en de Ga toen Locks. De aanleg van deze sluizen is een der grootste werken van het Panamakanaal geweest Men heeft twee sluizen naast elkander, dat is ge daan omdat twee van tegengestelde richting komen de schepen tegelijk geschut kunnen worden. Tus schen deze twee sluizen bevinden zich de electrlsche machines, waarmede de sluizen bediend worden. Er bevinden zich in deze sluis 2 deuren achter el kander, welke leder een gewicht van 400 tot 700 ton hebben. Iedere sluis is 1000 voet lang en 110 voet breed, zoodat de grootste schepen die tot nu toe ge bouwd zijn de sluizen kunnen passeeren. Mend® sluizen oploopen door een stelsel van 92 buizen m oen middellijn van 18 voet. De geheele sluizen wor dén door een groot aantal booglampen verlicht. Deze booglampen zijn bevestigd aan pilaren, welke even eens als de geheele sluizen, van gewapend beton gemaakt zijn. Aan het einde van iedere sluis bevindt zich een toestel met nooddeuren waarmede men, in dien het noodig is de geheele sluis in 19 minuten tijd kan afzetten, dit is gedaan voor het geval dat de sluisdeuren zich mochten begeven. Met dit toestel wordt iedere week met het geheele sluispersooeel tweemaal geoefend, zoowèl 's nachts als over dag. Tien minuten na het verlaten van de Miraflores- Locks, kwam de sluisloods aan boord, die ons door de Pedro Miguel Locks moes! brengen. Om 9 uur maakten we de trossen van de locomotieven weder vast en om 9.14 uur waren we binnen de Pedro Miguel-sluizen. Om 9.15 uur waren de deuren reeds achter ons gesloten en begonnen we te rijzen. Om 9.28 uur gingen de deuren weder open en waren we in deze 13 minuten tijd 32 voet gerezen. Om 9.34 uur werden de trossen van de locomotieven los gemaakt en waren we buiten de sluizen. Het geheele opont houd in de Pedro Miguel Locks had dus 34 mftiu- ten geduurd. Daar de doorgang door de Calebracut dien dag ge sloten was, moesten we tot den volgenden morgen wachten alvorens verder te kunnen stoomen. Om 9.56 uur begonnen we te manoeuvreeren en om 10.25 uur lagen we aan een der kanten van het Panamakanaal gemeerd. Hier ging de loods van boord naar Panama, om den volgenden dag weder aan boord te komen om ons verder door het kanaal te brengen tot Colon. Vanaf de plaats waar we gemeerd lagen, hadden we een mooi gezicht op de Calebracut en konden we toen eerst goed begrijpen welk een reusachtig werk dit was en welk een uithoudingsvermogen de Ame rikanen gehad moeten hebben om dit werk tot stand te brengen. Dit is de plaats, waar in Augustus 19to de eerste groote aardverschuiving, is geweest. Dei doorgang door de Culebracut is nog wei niet zooals het behoort te zijn. doch daar men dng en nacht nog steeds met groote baggermachines aan het werk is hoopt men spoedig weder zoover te zijn als voor de aardverschuiving. Om den anderen dag kunnen de geladen schepten geassisteerd door eon sleepltoot htpr passeeren. Den volgenden middag. Zondag 2 Juli, kwam de loods weder aan boord en spoedig daarna maakten we de sleepboot vast, die ons bij het passeeren van de Culebracut assistentie moest verleen en. Om 2.37 uur waren we los van den wal en gingen wfe langzaam tusschen de hooge bergen van de Culebra cut door, Om 2.58 uur maakten we de sleepboot weder los en waren we daarna spoedig in het mooie, hoog gelegen Gatunmeer. Dit meer levert al het water dat voor de sluizen noodig is. Na ongeveer 2 uur door het Gatunmeer gestoomd te hebben, begonnen wij te manoeuvreeren voor de Gatun Locks. Dit zijn de grootste sluizen Van het Panamakanaal en wordt men hier 3 maal geschut. De bouw en Inrichting van deze sluizen is dezelfde als die van de Miraflores en de Pedro Miguel Locks. Om 6.12 uur lagen we voor de Gatun Locks gemeerd en óm 6.55 uur kwam de sluis loods aan boord. Om 6.58 uur maakten we de trossen van de locomotieven vast en om 7.10 uur lagen we binnen de eerste sluizen. Om 7.18 uur gingen de deuren dicht en begonnen we te zakken. Om 7.26 uur gingen de deuren weder open en waren we 29 vt. gezakt. Om 7.35 uur waren we binnen de 2e sluizen en be gonnen we 4 minuten daarna weder te zakken. Om 7.47 uur gingen de deuren open en waren we 30 vt. gezakt. Om 7.57 uur lagen we binnen de 3e sluizen en waren de deuren om 7.59 uur gesloten en begon nen wè ten derde male te zakken. Om 8.06 uur ging de sluislood van boord en óm 8.10 uur gingen de deuren open en waren we 28 vt. gezakt. Om 8.12 uur maak ten wé de trossen van de locomotieven los en om 8.16 waren we buiten de Gatun Locks. Hier waren wé dus totaal 87 vt. gezakt. Om8.56 uur kwffmen we op de rede van Colon telfker alwaar de kanaalloods en de negers van i r ten aiTKer. kregen we eveneens de provian,, „1Tj8 uur anker op. om onze reis naar Officier der Holl. Am Lijn De lezer zal opmerken dat het schutten in de i langer duurde dan in de Miraflores- ei, D. oor»* i,. j,, in de Gatun Locks met 3 schepen tegelijk geschut werden. ALKMAARSCHE OVERAL VERKRIJGBAAR. t_ i'm^ivMier^van'de kolfclub „Over de Helft" on Donderdag 24 Augustus 1916 in „Prins Maurlts" VoorzUterde heer J. B. Wilken die opende waar.' na de heer J. Stammes, secretaris, de notulen las. V*oorzitte^1 deelt mede, dat zich als nieuwe leden hebben opgegeven de heerenJb. Langere s en Jb. TolSUÏÏÏÏSÏ vWenTschrijvlngsbrief vo* de vSaderi^g van den Ned. KolfbondI te houden in cafBcfrkh o u t te Bovenkarspel. Nadatde^erschil,e„. de punten de revue gepasseerd zijn en den fKC\asr. digde vrij mandaat verleend geworden is, wor<je„ afgevaardigden en plaatsvervangere benoemd. heeren J. Kuilman van Nieuwe Niedorp en J. Wej. terman van Barsingerhorn, worden benoemd als gevaardigden en de heeren J. Stammes en J. Goet als plaatsvervangers. De penningmeester, de heer S. v. d -Stok, doet rekening over het dienstjaar 19151916. Op 1 Mei 1915 bedroeg het batig saldo f 69.54. De ontvang, sten beliepen f 141.25, de uitgaven f 42.76. Met ba- tig saldo alzoo f 98.49. De commissie, bestaande uit de heeren J. Westerman, C. Kaper en G. Strijbis, had de rekening nagezien en accoord bevonden. Onder dank aan commissie en penningmeester wordt de "rekening goedgekeurd. Na rondvraag sluiting ondeer dank. DE SCHAPENUITVOER. Door het uitvoerend Comité van de Landbouwmaat schappijen, welk Comité bestaat nit de .heeren: P. Olit, Van Genderen Stort, Jhr. van Foreest, N. Dek ker en Êngels, gedelegeerden van de Holl Mijl van Landbouw en de L. T. B. waren de schapen houders uit het centrum Alkmaar eergisteren opge roepen, om een 1200 schapen gisteren te Alkmaar aan te voeren. Door twee commissies, bestaande elk uit een vee houder en 2 handelaren, n.1. de heeren D. povers, Roddies en A. v. WIeringen; M. Groot, C. Hoogland en J. v. Veer, werden de schapen getaxeerd en ln 3 groepen verdeeld, waarvoor betaald we -d per K.G. ongeveer f Lf 1.05, af f 1.10. Deze 1200 schapen zijn zoo werd uit zeeT goede bron verzekerd noch voor Engeland, noch voor Duitschland, noch voor binnenlandsch gebruik be stemd. Voorloopig althans niet. Zij zullen naar Hoek van Holland getransporteerd en daar geslacht wor den. De secretaris van de Holl. Mij. van Landbouw, de heer P. Oly uit Den Haag betaalt de boeren na af loop en verzending de bedragen uit De handelaren zijn geheel buitengesloten. TREURIG. Uit Gramsbergen wordt aan de Zw. Ct gemeld: Dinsdagavond heeft alhier een zeer treurig voorval plaats gehad aan de Pruisische grens. Terwijl een Duitsch soldaat zijn geweer van den schouder wilde nemen, ging er een schot af. Het kwam terecht in hel aangezicht van den landbouwer J. Roelofs te Holtheme, die zich op een paar honderd meter af-, stand bevond met paard en wagen. Het paar^ sloeg op hol en R. viel bloedende neer en waa onmiddel lijk dood. Het slachtoffer laat een vrouw met 4 kinderen na. EEN NIEUW VLIEGENWEERMIDDeL. Een eigenaardigheid van vliegen is, dat ze 100 goed als kleurenblind zijn. Voor enkele kleuren heb ben ze echter groote vrees. Dit is in de eerste plaats voor blauw, en in mindere mate voor geel en rood. De praktijk heeft nu geleerd, dat men zijn kamer slechts van blauwe ruiten heeft te voorzien, om alle vliegen die er in aanwezig zijn, te verjagen. Eén raam moet natuurlijk geopend worden, en hiervan moet de omgeving natuurlijk niet blauw zijn. Dit mld del komt hierop neer, dat men blauw lancaster gordijnen neemt. Bij hinder van vliegen laat men op een na alle blauwe gordijnen neer. Binnen een uur ia de kamer gezuiverd. u richt", ging de geheimraad voort, „en misschien is het wel de eerste maal dat een vader iets derge lijks aan def vriendin van zijn dochter vraagt, maar ik weet, dat deze vriendin een buitengewoon meis je is. Ach neen hef niet afwijzend de hand op. Ik meen wat ik zeg. En vraag u daarom in de eerste plaats: Weet u iets af van de liefde van Hardt en Koenraad Salester? Lora had die vraag zien aankomen en was er dus op voorbereid, maar nu was er toch nog een soort maagdelijke schroom in haar, die haar het bloed naar de wangen dreef. Zij moest zich zelve be- heerschen om kalm te kunnen antwoorden: „Ja, mijnheer Moller-Sieghard!" „Ik vermoedde het en het stemt mij kalm dat u het al weet En nu verder, juffrouw Lora: gelooft u dat Hardi al rijp voor het huwelijk is en hnnr liefde zoo standvastig dat ik mijn toestemming mag geven? Ik zeg u rondweg dat ik groote bezwaren heb." Ditmaal kwam haar blos met verhoogde kracht terug. In het eerste oogenblik wilde zij rondweg zeggen: Schenk mij het antwoord op deze vraag; ik acht mij geenszins geroepen om u daar een beslist ant woord op te geven", maar zij gevoelde duidelijk dat het antwoord door den man, die haar nu zoo ern stig aanzag, ontkennend zou worden opgenomen en dat wilde ze niet. En „neen" kon, wilde zij niet zeggen. Liegen ech terhet minst van al en vooral niet tegen den man die haar zulk een groot blijk van vertrouwen gaf. „Ik weet, juffrouw Lora, dat het antwoord u zwaar moet vallen", zei hij, „weet hoe pijnlijk mijn vraag u aandoet, maar u kent Hardi zoo goed, misschien beter dan ik. Denk er ook aan dat ik geen vrouw heb, die ik raadplegen kan. Juffrouw Von Schotten., mijn God., tij is een uitstekende vrouw., maar sedert Hardi volwassen is, was ik geheel in de handen van mijn kleine wildzang. Eerlijk gezegd, als u niet waart zooals u eenmaal is, juffrouw Lora, zou ik ook niet op de ge dachte zijn gekomen er met u over te spreken, maar nu wend ik mij tot u, alsof u een oudere, verstan dige zuster van Hardi was." „Ik houd zielsveel van Hardi, mijnheer en wie weet of ik niet juist daardoor...." Hij schudde het hoofd en viel haar in de rede: „Dat zeker niet", antwoordde hij, „u is zelve daar toe te zeer bewust van de groote verantwoording die u daardoor op u zoudt laden." Lora had den tijd gehad om tot kalmte te komen, terwijl de geheimraad sprak, maar bij diens laatste woorden geraakte zij weer geheel van streek. ZIJ stonden een poos lang zwijgend tegenover el kaar alleen door de tafel gescheiden. En terwijl zij met neergeslagen oogen stond na te denken, voelde zij dat de blikken van den geheimraad op haar ge richt waren. Dit pijnigde haar nu ook weer en slechts met de grootste krachtsinspanning kon zij haar gedachten samenvatten. En dat moest zij toch doen, wilde zij rechtvaar dig in haar oordeel zijn. Eindelijk hief zij het hoofd op, zeggende- „U móet mij permitteeren om geheel openhartig te zijn, mijnheer Moller-Sieghard.. ik vraag zulks uitdrukkelijk, want mijn oordeel zal misschien ge heel anders zijn dan het uwe. Ik heb mij zooeven bezig gehouden met het innerlijk gemoed van Hardi grondig na te gaan en dat kan ik alleen doen als ik mij haar vroegste jeugd in de gedachte terug roep. U zei, en zeker met het volste recht, dat zij nog zeer kinderlijk is voor haar jaren, maar dat is grootendeels het gevolg van de omstandigheden en noch haar eigen wil, noch de leiding die zij had, is daaraan schuld; Hardi miste moederliefde en moederzorgen, die zij, meer nog dan ieder ander, van noode had: zij leefde haar jong leven zonder eenige ernstige opvatting, zonder na haar school uren zich met iets meer bezig te houden; zij werd des te meer door u bedorven omdat zij geen moeder meer had en ik deed dit misschien op mijn beurt ook eenigszins, omdat zij zoo lief en trouwhartig is, zoo openhartig en bovendien zoo vroolijk en grappig! En nu verwacht men eensklaps van haar dat zi| rijp voor haar leeftijd zal zijn. Ik voor mij geloof dat het meerendeel van de meisjes uit onze kringen met bedaarder of verstandiger zijn dan zij, en dat zelfs ^weinigen haar in goede eigenschappen even aren. Zij zweeg een oogenblik en streek onwillekeurig met de hand over haar voorhoofd. „Het komt immers meer op haar lichamelijken toestand en op haar gezondheid aan dan op haar verstand en ontwikkeling, mijnheer Moller-Sieg hard ging Lora, even later voort „Deze beide laat- ste zullen wassen en toenemen naar mate zij zich nauwer aansluit bij een man \die hooge geestesga ven bezit, want de kern van haar hartje is beslist goed. De kwestie is nu alleen maar of haar liefde groot on diep genoeg is. Ik hoop dat en ik voeg er aan toe. ik geloof het ook, maar weten doe ik het even min aks u. Wij kunnen niet In het kleine, onrus tige hart zienhaar vader niet en haar vriendin evenmin, maar mettertijd zullen we het leeren en daarom zou ik voor Hardi willen vragen geeft haar de gelegenheid Salester door en door te leeren ken nen, vóór dat zij zich met hem verloofd, een proef tijd lang genoeg om met zich zelve tot klaarheid te komen en toch weer niet zoo lang dat zij er het geduld bij verliest" Lora had warm en hartelijk gesproken. Toen hij zweeg werd zij wederom verlegen. Wat was het toch een vreemd iets voor haar om met een man over liefde te spreken. Bijna alsof zij heer eigen hart voor hem moest openleggen..., Hoe fijngevoelig de geheimraad ook was, besefte hij toch niets van haar verwarring. Hij sloeg al leen acht op hetgeen zij zei en misschien vergat hij in dat oogenblik ook geheel en al dat dit mooie meisje nog niet veel ouder was dan zijn eigen doch ter, zoo beredeneerd kwam zij hem nu voor. Het deed hpm zoo prettig aan dat hij met haar kon spreken »k SS"van H« b'"< ,,U raadt mij dus haar een proeftijd te stellen" antwoordde hij „dat is een soort compromis in' mijn oogen, juffrouw Lora, en daar is voor mij iets bedenkelijks in gelegen." „Zeker, maar ons geheele leven door hebben wij veelal met dergelijke voorwaardelijke beloften te maken. Helaas wellicht., maar het is nu eenmaal niet anders." „Men zou één Jaar kunnen bepalen....'" De woorden, die zij hierop antwoordde getuigden weer van sympathie voor Hardi en van.... haar eigen jeugdigen leeftijd: „Eén jaar is zoo lang mijnheer Moller-Sieghard", zei ze, „zeg u liever zes maandenHij glim lachte, want hij begreep nu haar gedachtengang. En hij greep haar hand, zeggende: „Ik dank u juffrouw Lora: U is een gaede raadgeefster en daarbij een trouwe vriendin. Hardi zal u wel zeer dankbaar zijnen voor zij zich er tegen verzetten kon, had hij een kus op haar hand gedrukt. Dit was echter niet de eerste maal dat hij zulks deed, maar zij had dat tot nu toe altijd beschouwd als een ridderlijken vorm die hoe weinig' ge bruikelijk ook ten opzichte van een jong meisje hem goed stond, maar nu besefte zij eensklaps dat daar iets meer achter zat. Zij schrikte en trok haar hand haastig terug. Deze beweging scheen wat al te plotseling te zijn, beleedigend vlug, want zij zag dat het gelaat van den geheimraad eensklaps doodsbleek werd en dat hij de lippen op elkaar perste. Zij had echter geenszins de bedoeling gehad hem te krenken, daartoe mocht ze hem te graag, maar de angst, die zij gekoesterd had toen hij haar tfl spreken vroeg, ontwaakte nu weer met volle krach'' zoodat ze gejaagd uitriep: „Latën wij nu naar oom toegaan, die is al r00* lang alleen." t „Het kind is toch immers bij hem", zei de geheim raad nu eenigszins driftig. Zij deed echter of zij dit niet hoorde en snelde langs hem heen, de kamer uit Zij kwam eerst tot kalmte, toen zij aan de sofa van den grijsaard stond* De geheimraad volgde zeer langzaam. Lora stond nu aan het hoofdeinde van den divan- Maria van Apelhode zat bij hem te praten, blijkbaar had graaf VI ejlfried de rechte snaar bij haar weten te treffen, want zij scheen nu voor haar doen bij zonder spraakzaam en opgewekt te zijn. Lora boog zich over den zieke heen, alsof deze haar beschermen moet maar daarbij viel het haar ernstig de grijsaard er thans uitzag, t«r* wijl hij anders veelal zoo vroolijk lachte. Er was lezen201^8 ^na Pkchtigs op zijn gelaat te De geheimraad scheen nu eensklaps haast te heó- n. Hij zei aan Maria, dat zij naar huis moesten gaan, nam haastig afscheid van graaf Wellfried, on toen naar het scheen met bijzondere hartelijkheid. Daarop \yilde hij zich andermaal over de hand van Lora heenbuigen, maar dit scheen zij geens zins te willen, want zij riep bijna smeekend uit: „O neen.... dat niet Daarop gingen ze de deur uit Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1916 | | pagina 8