WOENSDAG 25 OCTOBER 1116, 51ste Jaargang. No. 5810. Het Geheime Huwelijk Raad van Anna Paulowna. FEUILLETON. Raad yan Barsingerhorn. SCHAGER Alieieei Nieuws- COURANT. Adienentie- LuilniUil i iit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag. Woensdag •onderdag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 9 ure wor den ADVERTETTTEN in het eerst, nitkomend nummer geplaatst. Prijs per 3 maanden fl).95; per post f 1.10. Losse nummert) a <-t. ADVERTENTIES van 1 tot 6 regels f (1.85, iedere regel meer SCHAGEN, LAAN 0 5. - Int. Teleph. No. 20. 6 ot I Bewijsno. inbegrepen). Groote lett. worden naar planter berck Vergadering van den Raad dezer gemeente op Dins dag 24 Oetober, des namiddags 2 uur. Aanwezig alle leden. 1 Vacature. Voorzitter-secretaris de heer Wijdenes Spaans, bur gemeester. •Nadat de voorzitter met welkom de vergadering heeft geopend, volgt lezing en goedkeuring der notu len. Voorzitter deelt mede: dat is ingekomen het ver slag voor de Volkshuisvesting en van den toestand der gemeente over 1915; met andere verslagen zul len deze op de gewone wijze bij de leden circuleeren; de gemeente-rekening over 191o is zonder op- of aan merkingen van Ged. Staten goedgekeurd terug ont vangen. Tot zetters voor de rijksbelasting zijn her benoemd de heeren H. Jonker Sr. en J. C. Blaauboer. Voorts is de goedkeuring ontvangen op de finantieele besluiten, genomen in de vorige vergadering en van den heer Raap is een schrijven ingekomen, waarin erkentelijkheid wordt betuigd met de verhooging zij ner jaarwedde en vooral voor den lof, waarmee over zijn arbeid is gesproken. Deze mededeelingen worden voor kennisgeving aangenomen Voorzitter stelt aan de orde de vaststelling van de verordening op de heffing en invordering van rech ten op den afslag van visch. Deze verordening moet na 1 Januari opnieuw worden vastgesteld en na me- dedeeling van den voorzitter, dat dit meer een forma liteit is, wordt algemeen goedgevonden de verorde ning op dezelfde wijze weer vast te stellen. Het sa laris voor den afslager wordt bepaald op 2 pet. van het bedrag van de verkochte visch. Dit is voor den af slager een voordeel, daar thans van die 2 pet de ge meente ook een gedeelte moet hebben. De kohieren schoolgeld derde kwartaal, worden als volgt vastgesteld: school 1 f 82.56, school II f 70.12, en school III f 9.40. Goedgevonden wordt op voorstel van B. en W. aan F. Walraven over het tweede kwartaal gedeeltelijke ontheffing van schoolgeld te verleenen; per abuis was bedoelde aanslag te hoog berekend. Als personeel voor het geven van herhalingsonder- wijs voor het tijdvak 19161917 worden op voorstel van B. en W. benoemd: school I de heer Van Gorkom, en mej. Duits; school II de heer De Vries en mej. Zelvelder; school III de heer Raap en mej. Dell. De heer Koorn vraagt, hoeveel leerlingen aan het herhalingsonderwljs moeten deelnemen; spr. heeft dit voorjaar gezien, dat er maar 2 leerlingen waren en nu is hij wel voor herhalingsonderwijs, maar op deze wijze wordt het te duur. Spr. vraagt hoe dit in den Oostpolder is. Voorzitter zegt dat het dit voorjaar een abnorma len toestand was; een grens hoeveel leerlingen er moeten zijn, bestaat niet en in den Oostpolder wordt vrij goed van het herhalingsonderwijs gebruik ge maakt Aan de orde komt de benoeming van een onder wijzeres aan school I, vacature mej Oosterhout Voor zitter deelt mede, dat 20 sollicitanten zich hebben aangemeld, waarvan 5 proefles hebben gegeven. Op het drietal zijn geplaatst: 1. mej. E. M. Wilms, 2. mej. M. M. van Dijk. 3. mej. P. Leegwater. Voorzitter vraagt, of misschien nog meer inlichtingen worden verlangd, waarop de heer Koorn toestemmend ant woordt De vergadering wordt geschorst en na her opening wordt met 9 stemmen mej. E. M. Wilms be noemd, terwijl 1 stem op mej. P. Leegwater is uit gebracht Voorzitter deelt mede, dat B. en W. voorstellen een tweede kasgeldleening te sluiten van hoogstens f 10.000 tegen een maximum-rente van 5 pet. 's jaars; deze kasgeldleening is noodig voor bestrijding van kosten der distributiebeweging enz. door L. 6. MOBERLT. 3. II» Maar evenals dokter Bond werd ook zij getroffen door het kalme gezicht van 't jonge meisje en ae koele bijna harde uitdrukking, van haar oogen, en de zuster liet haar handen zinken terwijl zij met effen stem reide: „Mijnheer Clevedale is nog bewusteloos maar we hopen elke minuut, dat er verandering zal komen." „Is hij is het vreeselijk om te zien?" begon Bertha, die plotseling haar angst niet meer bedwingen kon en onwillekeurig een schrede achteruit ging, alsof het 'denkbeeld om achter het kamerschut te gaan een gruwel voor haar was wat werkelijk ook het geval was. v i „U zal niets zien dat u kan schokken", antwoordde zuster Margaret en haar stem klonk koeler was voor haar eigen warm, liefhebbend hart iets zeer te- rugstootends in, den angst te bemerken van het meisje, om den man, dien zij liefhad, te zien. Mijnheer Cle vedale ziet heel bleek, maar anders is het juist alsof hij slaapt. Er is niets, waar u bang voor behoeft te zijn." Misschien drong de zweem van minachting, die otoder deze "kalme woorden verborgen lag, door tol Bertha's ziel, want met hooghartig opgeheven hoofd en zonder verder iets te zeggen, trad zij op het bed toe. waarnaast Lady Cleveaale nog altijd zat met haar oogen onafgewend op haar stervend kind gericht. Bertha bleef zwijgend staan naast Lady Clevedale. die het hoofd ophief en haar man een hand toestak. „O James" zeide zij heel zacht en die twee woor den en de blik van radeloozon angst en smart, die ze vergezelde, sheden zuster Margaret door 't hart. De tragedie, trof haar bijna zoo sterk, alsof de smtirl haar eigen smart was. De oude man nam de hand van zijn vrouw in zijn beide handen en zag in het naar hem opgeheven gezicht met een wereld van teederhuid in zijn nlik. „Wij zijn in God's hand lieve." Zuster Margaret voelde haar oogen vochtig worden. Maar zij bleefuiteriijk kalm, en boog zich naar Lady Clevedale toe en vroeg haar zacht, oï zij nu niet au Paar minuten wilde uitrusten in haar zitkamertje, waar thee klaar gezet was. Miaar de oude vrouw schuckle haar hoofd. ,.'t Is heel vriendelijk Van u" zeide zij „maar ik ton niet van mijn jongen af. Hjj is altijd zulk een goade aoon toot ons geweest; het zou me niet moge- De heer Blaauboer vraagt of de rente van deze lee ning verloren is. Voorzitter antwoordt van wel. Na eenige discussie met algemeene stemmen goedgevonden. Voorzitter deelt mede, dat in de Gemeantewet een bepaling is opgenomen, dat de verordeningen tegen wier overtreding straf is bedreigd om de 5 jaar moe ten worden herzien. Dit is slechts een formaliteit, die we hebben te vervullen. Besloten wordt overeen komstig het voorstel van B. en W. de verordeningen op dezelfde wijze weer vast te stellen. Ingekomen is van den secretaris der gemeente, den heer C. Wijdenes Spaans Jr. een verzoek om ontslag als secretaris. Voorzitter verzoekt den heer Rezel- man het voorzitterschap even te willen waarnemen en de heer Rezelman deelt mede, dat de wethouders voorstellen het ontslag op de meest eervolle wijze te verleenen. Met applaus wordt daartoe besloten. De heer Wijdenes Spaans neemt nu het voorzitter schap weer over en deelt mede, dat van het raads lid, den heer D. Koorn, een motie is ingekomen van den volgenden inhoud: „De Raad, overtuigd, dat het in het belang van vruchtdragend onderwijs is, tijdens deze abnorma le tijdsomstandigheden de schoolkinderen dezer ge meente gedurende het winterhalfjaar van school- pantoffels te voorzien, noodigt Burgemeester en Wet houders uit met een desbetreffend voorstel te komen" Voorzitter zegt, dat deze motie Zaterdag is inge komen en dat hij de motieven niet kent, hij kan dus geen praeadvies uitbrengen. Wel heeft voorzit ter direct deze motie aan de hoofden van scholen be kend gemaakt en om hun advies gevraagd. Van den heer Van Gorkom is bericht ingekomeh, dat hij het wel wenschelijk acht, dat schoolpantoffels worden gebruikt, met de mededeeling, dat school I 216 leer lingen telt, van welke 124 op kousen en 92 op schoe nen in de school zitten. Van die 124 kunnen 123 de schoenen zelf bekostigen. Mijnheer Raap heeft over den toestand in de school II meegedeeld: er zijn 270 leerlingen, er hebben 34 pantoffels, van de overi gen is hoogstens 5 pet., dat voor verstrekking daar voor in aanmerking kan komen. De onderwijzers mee- nen, dat daar geen abnormale tijden zijn en eindelijk dat in den Sint Nikolaastijd wel eens aan arme kin deren pantoffels zijn gegeven, doch dat die pantoffels niet in de school kwamen. In school III hebben van de 22 kinderen 20 pantoffels. De heer Koorn meent, dat voor vruchtdragend on derwijs het allereerste belang is, dat kinderen met warme voeten in de schoolbanken zitten. Op de con gressen van de vereeniging voor kinderbescherming van den Nederlandschen Bond van Onderwijzers en van het Nederlandsch Onderwijzersgenootschap is in het jaar 1913 al een motie in dezen geest aange nomen. Bij een onderzoek is spreker gebleken, dat reeds 70 a 80 gemeenten, waaronder Hoogwoud, pan toffels verstrekken en de kosten van onderhoud zijn daar thans gemiddeld f 6 per jaar. Nu de klompen van 45 tot 75 80 cents zijn gestegen, is het spr. meermalen gebleken, dat geen nieuwe klompen kunnen worden gekocht en de kinderen op oude klompen met vodjes er in om de gaten dicht te maken, naar school gaan en het kan niet anders of de kinderen zitten met natte voeten in de school en dit moet schadelijk zijn voor het onderwijs. De Bond van Vrijzinnig-Democraten heeft er zelfs op aan gedrongen bij de Regeering tot verschaffing van pan toffels. Spr. weet wel, dat het eerst nogal kost, maar later wordt het minder en voorts gelooft spr., dat mijnheer Raap al heel bijzonder weinig met den toe stand der arbeiders op de hoogte is. Nu mogen de arbeiders f 16 a 17 per week verdienen, het komt spr. voor, dat hun toestand en ook die van midden standers en anderen niet rooskleurig is en daarom hoopt spr. dat de Raad iets in dezen zal doen. lijk zijn, hem een oogenblik te verlaten, nu hij mis schien voor altijd van ons heen zal gaan." Haar stem begaf haar en twee dikke tranen rolden langham over haar wangen; maar terstond herkreeg zn haar zelfbe- heersching en zij trachtte reih tegen naar man te glimlachen, om hem den moed te geven, dien zij zelf in haar hart niet meer had. „Als hij nog maar èens tegen ons spreekt voor het einde", zeide de vader, terwijl hij dotter Bond aan keek. alsof hij hoopte, dat deze hem dien troost zou kunnen geven, en plotseling, als in antwoord op de woorden van zijn vader, sloeg de jonge man zijn oogen op en keek met een verwonderd vragenden blik om zich heen. „Wat is er?" fluisterde hij terwijl zijn handen zich doelloos over het laken bewogen en zijn oogen van het eene gezicht naar het andere gingen. „M^ar ben ik? En waarom is u allemaal hier? Ik dacht" nu trok hij zijn wenkbrauwen pijnlijk saipen ik dacht de auto wat is er gebeurd?" zoo eindigde hij plotseling, terwijl zijn blik bleef rusten op dokter Bond. alsof hij begreep, dat deze de deskundige was. „U heeft een ongeluk gehad" zeide de dokter zacht en rustig. „Uw auto is met een andere in botsing ge weest en u is er uitgeworpen. U heeft een paar loet- lij ke kwetsuren gekregen, en u is naar het ziekenhuis te Twülbuiy gebracht" Er vloog even een vreemde glimlach over het ge zicht van den gekwetste. Het loopt zeker mis met me zeide hij Langzaam. zoudt niet hier zijn als het 'piet mis liep met me. Ik herinner me nu, dat de auto's in elkaar reden verder weet ik niets meer. Het was mijn schuld niijn schuld en van niemand anders. Ik heb veel te hard gereden Enfin het doet er niet meer toe." Hij sprak droomerig en hield telkens even op en na de laatste woorden vielen zijn oogen weer dicht, alsof de poging tot spreken moer was geweest dan zijn uitgeputte hersenen hadden kunnen verdragen. Het duurde verscheidene minuten voor hij zijn oogen weer opsloeg en toen hij opnieuw begon te spreken, was zijn stem merkbaar zachter. „Beste vader'" zeide hij terwijl hij zijn hand tastend naar zijn vader uitstrekte, wiens hand de zoekende vingers met vasten druk omklemde. „U is altijd zoo goed voor me geweest, veel meer dan ik verdiende, maar u bent nu van me af. Ik deugde voor niet wel." Mijn lieve kiodP' zeide zijn moeder met trillende stem. maar hij vervolgde: Ik wilde dat ik het allqj ongedaan kon maken. Ik bedoel niet dat ik er spijt van heb dat we zeeveel van elkaar "hielden mijn kleine lieveling myn lieveling „Bertha is hier lieve jongen" zeide zijn moeder. De heer Geerligs vraagt hoe de toestand in de scho len verleden jaar was, daarover hebben de hoofden der scholen geen opgave gedaan. Geantwoord wordt dat dit ook zeer moeielijk gaat. Voorz. zegt, dat B. en W. ontraden de motie te aanvaarden, omdat B. en W. oordeelen, dat de positie der arbeiders onder de abnormale tijden sterker is gebleven dan die der gemeente; de gemeente staat er slechter voor dan de arbeiders. In süool I is slechts één kind. die in de termen valt ompantoffels van gemeentewege te verstrekken en daarom ook ontraden B. en W. om op die motie in te gaan. De heer Blaauboer weert uit ondervinding, dat de kinderen liever geen pa ntoffals meenemen. De heer Spigt zegt, dat't toch geen bezwaar kan zijn om dan dat éêne kind de pantoffels te geven. Voorzitter antwoordt den heer Spigt, dat dit geon bezwaar ia, doch de andere kinderen dragon ze ook niet en misschien bestaat de behoefte voor dat ééne kind ook niet. De heer Koorn betoogt nogmaals de wenschelijk- heid daarvan in 't belang van goed onderwijs. De heer Kaan zegt, dat toen hij de convocatie las, hem dit punt wel mooi toeleek, doch nu spr. de discussie heeft gehoord hij best met jï. en W. kan meegaan; spr. meent, dat 't wel goed kan zijn, de ouders er op te wijzen, dat droge voeten in 't belang van goed onderwijs is. Voorzitter vraagt nu of er leden zijn, die de motie van den heer Koorn ondersteunen. Het blijkt van niemand. De heer Koorn zegt nu, de motie te willen splitsen en pantoffels te willen geven aan da drie laagste klassen en voorts meent ]de heer Koorn, dat de onderwijzers 't misschien afkeuren, omdat er wat werk aan is ver bonden. Voorzitter zegt, dat we dit niet mogen veronder stellen. De heer Blaauboer vraagt of er thermometers in de lokalen zijn. Voorz. antwoordt, dat voor elk lokaal destijds een thermometer is gegeven. De heer Blaauboer oordeelt, dat als 't warm ge noeg is in school, pantoffels niet noodig zijn. De heer Pateer meent, dat pantoffels niets geven, wanneer de ouders niet kunnen zorgen dat de kini- deren met droge voeten in de school komen. De tweede motie van den heer Koorn wordt ook niet ondersteund en is alzoo verworpen. Voorz. zegt, dat ais nu gelezen wordt, dat hert goed is. dat kinderen met pantoffels aan in de school zitten, uit de motie toch nog iets goeds is voortgekomen. Volgt nu de rondvraag. De heer Pateer vraagt t>f er taog wat gebruik is gemaakt van de gemeentelijke aardappelenverstrekking. Voorz. antwoordt van niet veel1/y» hectoliter Bra- vo's, 17 heet. Eigenheimers en 15*/» heet. Blaauwen De heer Koorn meent, datde bekendmaking niet rooskleurig is geweest met alle' respect aan den burge meester om de distributiebeweging, heeft hij hier een klein standje verdiend, 't Is geadverteerd in drie bladen, maar spreker had liever genad dat het per circulaire aan de ingezetenen was bekend gemaakt, 'dit was ook majh en dé bedoeling van den heer Blaauboer in een vorige vergadering en dan ook een commissie, die de aardappelen had gekocht en er voor had ingestaan, dat de aardappelen goed waren. Voorz. zegt, dat het in drie bladen is bekend ge maakt en dat het voorts aan de borden is geplaatst en ook in inrichtingen waar publiek komt. Voor zitter zegt, vervolgens, dat 't geen kleinigheid is 1000 circulaires te maken en te verspreiden en voorts zegt voorz.. dat het publiek veeleiscnend is en niet altijd arbeidzaam; dit heeft voorz. nu nog weer ondervonden met de verkrijgbaarstelling van 326 H.L. haver, ieder die haver noodig heeft kreeg bericht ook met verzoek toen op zijn laatste woorden weder een oogenblik van stilte volgde: „Bertha?" De oogen die dichtgevallen waren, gin gen weer open en keken vlak irt 't gezicht van hert "jonge meisje, dat haast Lady Clevedale stond. Ik heb mis schien niet fair tegenover haar gehandeld maar zij kon toch wel flirten van de echte liefde onderscheiden. En zij kent de wereld mijn kleine lieveling niet. Ik had hert niet moeten doen, maar ik zag op tegen de moeilijkheden ik heb altijd een hekel gehad: aan moeilijkheden zijn stem ging over in een droome rig gefluister „ik dacht dat u en vader het niet prettig zouden vinden en nu „Wat niet prettig zouden vinden, lieveling?" De stem van Lady Clevedale klonk angstig verwonderd. „Va der en ik wilden immers altijd, dat je gelukkig waart." „Ja dat weert ik wel zjjn hoofd bewoog zich nu rusteloos op het kussen „maar ik was bang dat u zou denken zou denken, dat ze niet goed genoeg och, zorg voor haar' beloof me, dat u voor haar zult zorgen zijn stem kreeg plotseling een bedrie- gelijke kracht; hij keek zijn vader met groote oogen aan „zorg voor mijn Maar terwijl hij dat laatste woord zeide, kwam er plotseling een groote verandering op zijn gezicht, bij hijgde een paar malen naar adem en bijna voordat de omstanders wisten, wat er gebeurde, trad de groote stilte in, de stilte des doods. HOOFDSTUK III. De brief. Hert was de dag nadat Denis Clevedale begraven was. Den vorigen middag hadden zij hem ter ruste gelegd in den familiegrafkelder op het kleine kerkhof van Dunsmero, en zijn moeder had aan zijn open graf in stilte God gedankt, omdat haar jongen altijd zulk een goede zoon voor haar geweest was. Er mengde zich geen bitterheid in de smart om haar verlies. Hoewel haar hart bijna brak. kon zij toch met een zekere trotscho dankbaarheid zeggen, dat nooit iets in Demp geheele leven haar verdriet had gegeven En toch. on danks die dankbaarheid, ondanks de beloften van op standing. die de geurende viooltjes, de ontspruitende knoppen, de bloeiende primula veris hun brachten, die sprak pit den blijden zang der vogels op dien zouniguq Aprildag, scheen voor den vader en de moeder, die hem liefhadden, op dat oogenblik geen troost te bestaan, nu zij zoo bitter verlangden de stem van hun jongen weer to hooren, zijn handdruk weer te voelen. Toen zij dien avond samen alleen zaten m Sir James kamer op Clevedale Manor trachtten beiden zich voor elkaar goed te houden en hun droefheid te bedwingen.' door elkaar te herineren aan allerlei vriendelijke kleine voorvallen uit zijn kinderjaren. Zij riepen zich zijn gui- even te willen berichten als ze geen haver noodig hadden, doch van velen hooien we niets. De heer Koorn meent, dat de menschen in de luier gelegd zijn en dat ze niet steeds tijd hebben ter secre tarie te komen; de arbeiders voegt dat vooral niet in de week. Voorz. antwoordt, dat in een vorige vergadering ■wel over circulaires is gesproken, maar geen besluit in dien geest is oenomen. De heer Koorn komt ook nog eens neer op de kwa liteit der aardappelen en zegt, dat men 'niet genegen ia aardappelen te koopen zonder ze eerst geproefd te hebben, als een commissie ze had geprobeerd, was dit wellicht beter gegaan. Voorz. zegt dat ae kwaliteit der aardappelen een kwee- van smaak is, maar dat er onvoldoende bekendheid aan gegeven Ie, voorzitter gelooft, dat dit niet mag worden gezegd. Hierna sluiting. De raad dezer gemeente vergaderde gister, Dinsdag, 's middags 2 uur. Afwezig de heeren De Groot en Kistemaker, beiden met kennisgeving. Na opening leest de secretaris, de heer Bronder, de notulen, die worden goedgekeurd. Bij de laatst gehouden kasopname bij den gemeente ontvanger bleken de ontvangsten f 13992,57, de uitgaven f 11631.88*/». zoodat in kas behoorde te zijn en aan wezig was f 2360.68*/» Op hert adres van de vereeniging van Rijnsteea^- fabnkanten om wijziging van de bouwverordening ter bevordering van het gebruik van rijnsteen drieling^ werd afwijzend beschikt. De gemeentebegrooting werd voorloopig vastgesteld met een ontvangst en uitgaaf groot f 31894, en een post onvoorzien groot f 516.39*/». De begrooting van het Algemeen Armbestuur wordt goedgekeurd in ontvangst en uitgaaf op f 8624, met een post onvoorzien groot f 239. De begrooting van het Weezen-armbestuur wordt goedgekeurd in ontvangsten en uitgaaf op f 9047, met een post onvoorzien groot f 93.16. Bij monde van denbeer Jimrriink deelt de commissie mede, alle begrootingen in orde te hebben bevonden, overeenkomstig de cijfers bovengenoemd. In verband met het verhoogde bedrag dat aan H.O. geheven moet worden, wordt besloten art. 1 in dien zin te wijzigen dat als hoogste bedrag f 12000, inplaats van f 6500 mag worden geheven. Dat voor het suppl. kohier wordt hierdoor gebracht van t 650 op f 1200. Medegedeeld wordt, dat de landverhuring zal plaats hebben op 4 November in het lokaal van den heer Scheringa. Goedgekeurd wordt uit den post onvoorzine uit gaven te betalen een bedrag groot f 158.99*/». Op een verzoek van het comité ter bevordering van het inwinnen van geneeskundig advies voor het huwelijk, om aan de huwelijkscandiaaten daarvoor be schikbare boekjes uit te reiken, wordt afwijzend be schikt, als zijnde practisch moeilijk uitvoerbaar. Aan de orde komt thans een wijziging in het plan: schoolbouw Kolhorn. De heer De Groot had een voorstal gedaan, om een beerput aan te brengen met afvoerkanalen, doch dit zal in geen geval worden goedgekeurd, daar de school opziener vasthoudt aan een beerput van 6 kub. M. inhoud. Op een vraag van den voorzitter wat de heeren willen, dezen put of tonnetjes, vraagt de heer Blaau boer hoe het zal moeten gaan, wanneer een beerput wordt aangebracht. Deze zal op gezette tijden moeien worden geledigd en dit zal zeer lastig zijn, omdat men er moeilijk bij kan komen. tenstreken uit zijn schooltijd weer voor den geest, zijn vroolijke onbezorgdheid, die hem altijd bijgebleven was en het was hun een stille voldoening dat hun zoon niet was geweest zooals zooveel zoons van anderen. Als ik bedenk hoeveel vreeselijke dingen andere ouders te dragen hebben gehad van hun kinderen, dan hebben wij reden tot groote dankbaarheid," zeide Lady Clevedale. Haar man knikte zonder te spreken. Na eenige oogen- blikken zeide hij „Het is zoo jammer dat onze lieve jongen Bertha niet tot zijn vrouw heeft gemaakt. Dan hadden we mis schien een kleinkind gehad en Bertha zou een dochter voor ons geweest zijn." Bertha is heel bijzonder" antwoordde Lady Cle vedale. even aarzelend voor ze dat laatste woord zeide, alsof ze'het met zorg gekozen had. „Ik zou nooit ge dacht hebben, dat een jong meisje, die zulk een bittere smart ondervindt, zoo kalm zou kunnen zijn, zulk, «en zelfbeheersching zou kunnen toonen. Zij scheen heel blij en dankbaar te zijn, toen ik haar vroeg een poosje bij ons te komen logeeren. Ik denk, dat ze voelt, dat ze met ons over Denis kan spreken, dat ze als 't ware bij ons behoort Als ze .bij haar tante in Londen is, kan ze natuurlijk niet zoo vrijuit over alles spreken, nu het feitelijk nog geen engagement tusschen hen beiden was en omdat, naar 't geen ik uit kleinigheden die zij zeide, héb ongemerkt, naar tante geen bijzonder sym pathiek persoon schijnt te zijn." „Er is geen enkele reden'' antwoordde Sir John „waarom in dat geval het arme kind niet zoo lang bij ons zou blijven, als ie haar houden wilt. Zij zal een dochter voor je zijn. Denis had haar lief. Door haar bij ons te nemem zullen we in den geest van onzen lieven jongen handelen. We voeren dan om zoo te zeggen zijn laatsten wil uit, want hij vroeg ons om voor haar te zorgen." „Dat wil ik ook graag en ik zal er al mijn best voor doen", zeide Lady Clevedale met trillende slem, 't is alleen maar jammer, dat zij zoo onafhankelijk én zelfstandig is. ij heeft 't niet hoodig, dat er voor haar gezorgd wordt. Ik vermoed,, dat het Denis' groote liefde voor haar was, die hem over haar deed spreken, alsof ze nog heel jong en afhankelijk was. Ze geeft me niet 't gevoel, oat zij zorg ex) bescherming noodig heeft, maar misschien vergis ik me." „We moeten alles doen wat we kunnen om haar ge lukkig te maken ter wille van onzen jongen," zedde Sir James. „We zullen haar beschouwen als de kost bare nalatenschap, die hij ons schonk. En daar ze zooals je zegt, blij en dankbaar is dat je haar hier gevraagd hebt, zal ze zich ook wel tevreden bij ons voelen." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1916 | | pagina 1