TABAK van J. R. KEUSS Tweede Kamer. Gemengd Nieuws. Binnenlandsch Nieuws. Het slechte jaargetijde voor de rheumatieklijders. Den Haag, 9 Nov. Arl 80 der Grondwet, zooels de Regeering het thans wenscht vastgesteld te zien. bepaalt dat „het recht om leden van de Tweede Kamer te kiezen, zal zijn toegekend aan mannelijke ingezetenen, tevens Neder landers, of door de wet als Nederlandsche onder danen erkend, die den door de wet te bepalen leef tijd, welke niet beneden de 23 jaar mag zijn, hebben bereikt, en aan de vrouwelijke ingezetenen, die aan gelijkevoorwaarde voldoen, indien en voorzoover de wet haar daartoe uit hoofde van niet aan bezit van maatschappelijken welstand ontleende jedenen bevoegd verklaart Voorts bepaalt het ontwerp-art. 80. dat de wet regelt, in hoever de uitoefening van het kiesrecht wordt geschorst voor militairen beneden den rang van officier bij zee- en landmacht voor den tijd, gedu rende welke zij zich onder de wapenen bevinden. Art 80 van minister Cort v. d. Linden wil uitsluitend allen, die het kiesrecht bij rechterlijke uitspraak ver loren hébben; die rechtens van hun vrijheid zijn be roofd en die wegens zwakheid van vermogens of krankzinnigheid ander curateede zijn geplaatst; die uit de ouderlijke macht of de voogdij zijn ontzet; die tot vrijheidsstraf van meer dan «een jaar of wegens bedelarij of landlooperij zoomede hen, die meer dan tweemaal binnen een door de wet te bepalen ter mijn een vonnis kregen wegens openbare dronken schap. Voorts voert het ontwerp-èrt 80 stemplicht in, bepalend ,De uitoefening van het kiesrecht is ver plicht volgens regels, door de wet te stellen." Op dit artikel, dat heden in het Parlement aan de orde kwam, is een lange reeks van amendementen voor gesteld. Een amend-Van Leeuwen c.s. met en kele woorden door den heer Troelstra toegelicht, wil den leeftijdsgrens op een-en-twintig jaar, inplaats van op drie-en-twintigL stellen. De Commissie van Rapporteurs zou den aanhef van art 80 willen lezen „De leden der Tweede Kamer worden rechtstreeks gekozen, enz." in plaats van; „Het recht om leden van de Tweede Kamer, enz." De heer Schaper tracht, per amendement, stem plicht niet in de Grondwet vast te leggen, maar de verplichting om van bet kiesrecht gebruik tema ken" door den wetgever te doen opleggen, in facul- tatieven zin; dus zonder imperatief, bindend voor schrift i De heeren Snoeck Henkemans en De Visser wil len hen, die tot de wanbetalers der Rijksbelastingen, alsmede hen, die onderstand genoten, in dien arme- lijken toestand gebracht door wangedrag of „arbeids- schuwheid", uitgesloten zien van kiesrecht. Prof. Heeres wil de woorden „en indien" in den passus betreffende het V.-K., schrappen, door de toe lichting en betcekenis aangevend, dat de wetgever ver plicht zal zijn het V.-K. zij 't dan ook niet A. V.-K. in te voeren. De hh. Hugenholtz én Sannes stellen voor, de militairen beneden den rang van officier niet van het kiesrecht uit te sluiten. Eindelijk rijn nog geboren een amend.-Mendels eerst wegens „onvoldoende ondersteuning" van de baan geraakt, doch daarna herboren, en waarvan de strek king is, de geheele zinsnede betreffende stemplicht te schrappen; eindelijkeen amendement-Van Nispen en Beumer, waarvan de voorzitter de toelichting gaf. En wel; om die deur, door de Regeering voor de moge lijkheid van vrouwenkiesrecht te openen, thans weer te sluiten." Dus: om den gewonen wetgever te be letten, het V.-K. in te voeren Al deze amendementen „spreken voor zichzelf', kan men zeggen Over de toedichting, er heden aan ge schonken, een enkel woord. De heer Troelstra heeft het lager stellen van den leeftijd voor het kiezerschap verdedigd o.a. met het argument, dat vooral in arbeiderskringen „het sterkst de onredelijkheid van het systeem der Re geering zou worden gevoeld". Over den stemplicht is tamelijk en veel en druk gesproken. De heer Schaper acht den tijd niet rijp er voor, vooral wanneer hij denkt aan het naderend V.K. In beginsel ls hij niet tegen Btemplicht, maar hij wil liefst „nog wat uitstellen". Voorts meent de heer Schaper, dat de partijen 't over S.P. niet eens zijn, wat prof. Van Hamel ten stelligste betwist te. De heer Kleerekoper ziet er een verlaging van den kiesplicht in; makend het kiesrecht tot dwang voor iets, dat men zelf niet wenscht te verrichten. Mr. Mendels gaat zelfs zoover in zijn weerzin te gen S.P., dat hij verklaarde tegen het laatste lid van art 80 te zullen stemmen, werd het amd-Scha- per verworpen. Het Vrouwenkiesrecht, Prof. Heeres ls er van overtuigd, dat, wordt „en indien" geschrapt; dus de wetgever genoodzaakt V.K. in te voeren, „de strijd voor V.K. wel zal voortduren, maar veel min der verbitterd, omdat men ziet, dat 't de Vertegen woordiging ernst is". De grijze prof. Van Hamel brak nogmaals een lans voor de vrouw als kiezeres; van de motie- Troelstra zeggend, dat deze zaak niet door dwang, maar door kracht van overtuiging, door superiori teit van meening, er komen moet. Maar de Rheden- sche afgevaardigde, jhr. Van Nispen tot Sevenaer, had zijn amendement tot „sluiting der deur" inge diend als „contrepoids", tegengif zou hij zelf misschien zeggen van het amend-Heeres. In den zeer laten namiddag en onder hilariteit der vurige vrienden van het V.K. in de Kamer, ge weldige ontroering bij de suffragettes op de tribu nes, verdedigde de heer Van Nispen zeer vurig en zeer welsprekend de uitsluiting der vrouw van het kiesrecht, o.a. betoogend dat man en vrouw niet gelijkwaardig zijn; dit allerminst in den zin van minderwaardigheid der vrouw, doch „om de vrouw zelve"; met het oog juist op de hooge plaats, den werkkring, die zij in de maatschappij heeft te be- kl 00cï 00 Het amend-Henkemans. De heer Duys trok ei* tegen te velde ,wijl 't slechts wangedrag van pau pers wil straffen. De heer Kleerekoper steunt dat van ganscher harte en vindt de ergste „wanbeta lers" de menschen, die „zich niet laten aanslaan, voor wat zij moeten betalen". Een zeer juiste opmerking van mr. De Beaufort tegen het amendement-Henkemans was deze, dat het vage, niet aan te duiden grenzen stelt Wie is wanbetaler? Wanneer begint het wanbetalersschap? 't Is niet onmegelijk, dat morgen, Vrijdag, het pleit over art 80 zal worden beslecht Mi. ANTONIO. Clevedale naar haar uitgestrekt had. „U is Denis' moeder", zeide zij, „en ik ben de moe der van Denis' zoon. Mag ik probeeren een doch ter voor u te zijn, terwille van Denis". HOOFDSTUK VIL Margarets' verdwijning. Margaret Trevor zat aan haar schrijftafel in haar klein zitkamertje. Zij was de verpleegster op de zaal voor ongelukken in het ziekenhuis te Twills- bury en door de halfgeopende deur van haar kamer kon zij haar rieken opgewekt met elkaar hooren praten. Zooals dokter Bond had opgemerkt tegen Bertha Tarnley, was de zaal voor ongelukken in een ziekenhuis gewoonlijk een vroolijker plaats dan de buitenwereld zou denken en op het theeuurtje is het er wel het levendigst Het geklikklak van kop jes en borden duidde aan, dat het genoeglijke tijd verdrijf van theedrinken voor de patiënten was aan gebroken. De gedachten vau zuster Margaret waren op dat oogenblik niet bij de rieken, hoewel haar oor de geluiden uit de aangrenzende zaal opving en zij er zich toch van bewust was, dat alles goed ging in haar klein koninkrijk. Zij zat een brief te schrij ven en als zij af en toe opkeek van het papier, lag er een uitdrukking van intense droefheid op haar gericht De glimlach, die haar patiënten zoo goed kenden en zoo gaarne zagen, de glimlach, die, zooals een oude vrouw gezegd had, iemand zijn pijn deed vergeten en deed voelen, dat de zon scheen, verdween van haar gericht als zij alleen was en de oneindige droefheid in haar blik zou het mede lijden hebben opgewekt van ieder die haar zag. Herhaaldelijk hief zij, terwijl zij haar brief schreef, haar hoofd op en staarde zij recht voor zich uit, ais- of zij haar gedachten verzamelde, of ze af liet dwa len naar verre plaatsen; maar eindelijk scheen ze tot een besluit te komen ,want zij maakte haastig een einde aan haar brief, deed hem in een couvert en schreef het adres er op. En met een lichten zucht van verademing maakte zij het couvert dicht Toen schoof zij haar stoel achteruit stond op en ging naar het raam toe, dat haar 't uitricht gaf op een wijde uitgestrektheid golvende duinen, die straalden DE RIJKSKANSELIER SPREEKT. In de Donderdag gehouden ritting van de begroo- ting9commissie van den Rijksdag nam de Rijkskan selier het woord. De kern van de besprekingen in deze commissie in de verloopen weken gehouden was steeds ten slotte weer de vraag naar den voort gang en de beëindiging van den oorlog. Bij onze vijanden is In den regel slechts van voortzetting van den oorlog sprake. Ook lord Grey sprak daarvan in zijn tafelrede voor de buitenlandsche persvereeni- ging. De Engelsche minister sprak daarbij een woord dat dient te worden vastgehouden. Hij zeide: Men kan niet vaak genoeg terugkomen op den oorsprong van den oorlog, want deze oorsprong moest van invloed zijn op de vredesvoorwaarden. Indien het waar was dat de oorlog Duitschland was opge drongen dan was het slechts logisch dat Duitsch land zekerheid verlangt tegen een toekomstigen aanval. Dat is in elk geval een merkwaardige be kentenis. Natuurlijk volgt al spoedig de bewering, dat het tegenovergestelde van de Duitsche voorstel ling omtrent de oorzaken van den oorlog juist is. Niet Duftschland'werd de oorlog opgedrongen, maar Duitschland bracht Europa tot den oorlog. Bij het principieele gewicht dat lord Grey opnieuw aan deze quaestie, ook voor de vredesvoorwaarden hecht, en dat wij er steeds aan gehecht hebben, ben ik genoodzaakt de feiten nog eens weer vast te stellen en den nevel weg te vagen, waarmee onze tegenstanders den gang van zaken trachten te om sluieren. En zeer uitvoerig bespreekt de Kanselier wat voor den oorlog uitbrak is gebeurd en komt tot de slot som, dat Duitschland den oorlog niet heeft gewild en alles heeft gedaan die te voorkomen. Engeland wenschte echter den oorlog en weigerde daarom elke neutraliteisverklaring. Grey heeft zich ten slotte, zoo vervolgt de Kan selier, uitvoerig bezig gehouden met den tijd nadat de vrede gesloten zal zijn, en met de oprichting van een Internationale bond tot handhaving van den vrede. Ook daarover wil ik eenige woorden zeggen. Wij hebben er nooit een geheim van gemaakt, dat wij betwijfelen of de vrede wel door internationale organisaties als scheidsgerechten blijvend verzekerd kan worden. Over de theoretische zijden van het probleem wil Ik hier niet spreken, maar practisch zullen wij thans na het sluiten van den vrede stel ling moeten nemen tegenover deze quaestie. Wan neer de wereld bij en na beëindiging van den oot- log tot het bewustzijn zal komen van de ontzetten de offers aan goed en bloed, die hij geëischt heeft, dan zal de kreet door de wereld klinken naar vreed zame overeenkomsten, die, zoover het voor men schen mogelijk is, zulk een ontzaglijke ramp kun nen verhoeden. Deze kreet zal zoo krachtig en zoo gerechtvaardigd zijn, dat hij tot een resultaat moet leiden. Duitschland zal iedere poging om een prac- tische oplossing te vinden eerlijk mede onderzoe ken en aan hare mogelijke verwezenlijking mede werken. En dat te meer, wanneer dè oorlog, zooals wij zeker verwachten, politieke toestanden in het leven zal roepen, waarin de vrije ontwikkeling van alle naties, kleine en groote, tot haar recht komt. Daarbij zal dan het beginsel van het recht en van de vrije ontwikkeling, niet alleen op het vaste land, maar ook op zee toegepast moeten worden. Daaraan heeft Grey echter niet gesproken. De in ternationale vredesgarantie, die hem voor den geest zweeft, is, naar het mij voorkomt, van een eigen aardig, speciaal met de Engelsche wenschen reke ning houdend karakter. Gedurende den oorlog moe ten de neutralen, volgens zijn wil, zwijgen en el- ken dwang van de Engelsche wereldheerschappij ter zee geduldig verdragen. Na den oorlog, wanneer Engeland, zooals het meent, ons overwonnen en over de wereld naar zijn wil op nieuwe wijze beschikt zal hebben, moeten de neutralen zich aaneensluiten tot garanten van de nieuwe Engelsche wereldorde. Tot deze wereldorde zal ook de volgende behooren: Uit hadden dit in den weg gestaan. ALKMAARSCHE OVERAL VERKRIJGBAAR. betrouwbare bron weten wij, dat Engeland en Frank rijk reeds in 1915 aan Rusland de territoriale heer schappij over Konstantinopel, den Bosporus en den westelijken oever der Dardanellen met het achter land beloofd en Klein-Arië onder de mogendheden der Entente verdeeld hebben. De Engelsche regee ring heeft op vragen, die daaromtrent in het parle ment gesteld zijn, een ontwijkend antwoord gege ven, maar deze plannen zijn toch zeker voor den volken-vredeshond, die ze later moet garandeeren, van belang. Dit zijn annexatie-plannen van onze vijanden, waarbij ook nog Elzas-Lotharingen komt, terwijl ik er de bespreking onzer oorlogsdoeleinden naast te kennen heb gegeven, dat wij plan hadden op de annexatie van België. Zulk een politiek van geweld kan de grondslag niet vormen voor een krachtigen internationalen vredesbond en is in schrille tegenspraak met den idealen toestand, naar welken Grey en Asquith, in welken het recht zal heerschen en alle staten, uit welke de familie der beschaafde menschheid bestaat, groot of klein, zal onder dezelfde omstandigheden en in overeenstem ming met hun natuurlijken aanleg vrij kunnen ont wikkelen. Wil de Entente werkelijk daarnaar streven, dan be hoorde zij ook consequent in dim geest te handelen. Doet zij dat niet,, clan blijven -ook de verhevensle woorden over een vredesbond en het eendrachtig sa menleven van de volkemfamilie niets dan holle klanken. De eerste voorwaarde voor de ontwikkeling van in ternationalen betrekkingen langs den weg van een. scheidsgerecht en van vreedzame beslechting van ge schillen zou zijn, dat er geen aggressieve coalities, meer worden gevormd. Duitschlana is te allen tijde bereid tot den volkenbond toe te treden, zelfs om zich aan het hoofd te stellen van een volkenbond die de verstoorders van den vrede in toom zou hou den. De geschiedenis der internationale betrekkingen voor den oorlog ligt helder voor de oógen der geheele wereld. Wat bracht Frankrijk aan de zijde van Rus land? Elzas-Lotharingen Wat wilde Rusland? Kon stantinopel. Waarom sloot Engeland zich bij hm aan? Omdat Duitschland volgens zijn meening in vreed- zamen arbeid te groot was geworden. Wat wilden wij? Grey zegt, dat Duitschland met zijn eerste aanbod van' de integriteit van België en Frankrijk Engedands inwilliging hoeft willen koopetn om van de Fransche koloniën in te palmen wat het wilde. Zelfs bij dan dwaasten Duitscner is het denkbeeld niet opgekomen om Frankrijk te overvallen en het zijn koloniën te ontnemen. Niet dat was de ramp voor Europa, maar dat de Engelsche regeering de veroveringsplannen van Frankrijk en Rusland begunstigde, die zonder den oorlog niet verwezenlijkt konden worden. Tegenover dit agressief karakter van de Entente is het Drie voudig verbond steeds in verdedigende positie geble ven. Geen eerlijk waarnemer kan dat loochenen. Niel in de schaduw van het Duitsche militairisme heeft de wereld voor den oorlog geleefd, maar in de scha duw van de insluitingspolitiek, die' Duitschland in be dwang zou houden. Tegen deze politiek, onverschillig of zij diplomatiek als insluiting, militair als vernietigingsoorlog en econo misch als wereldboycot optreedt, hebben wij ons van den beginne af verdedigd. Het Duitsche volk voert dezen oorlog als een verdedigingsoorlog ter beveili ging van zijn nationaal bestaan en zijn natioale ver dere ontwikkeling. Nooit hebben wij iets anders be weerd, nooit iets anders gewild. Hoe zou ook anders deze ontwikkeling van reuzenkracht deze onuitputte lijke opofferingsgezindheid, die in de geheele geschie denis der menschheid nog niet is voorgekomen, te verklaren zijn? Aan de hardnekkigheid van de oorlogszucht van dm vijand, waaraan de militaire en materieele hulp middelen uit de geheele wereld dienstbaar worden ge maakt, heeft onze weerstandskracht zich steeds krach tiger vastberadenheid gestaald. Welke krachten Enge land ook nog in het werk mag stellen, ook de macht, die Engeland kan ontplooien, heeft hare grenzen. Het is voorbestemd om te stranden op onzen wil om te leven. Deze wil is ontembaar en onverwoestbaar. Wan- neer onze vijanden, tot het besef daarvan komen zul len, dat wachten wjj af in het vertrouwen dat dit besef komen zal. Na de reden van dm kanselier wees een leider van het centrum er op: de rijkskanselier heeft herhaald, dat hij nooit de annexatie van België heeft verlangd, maar er dimt toch voor gefcorgd te worden aat België nooit weder als invalsfront tegen Duitschland zal kunnen dienen. België moet in poliek, militair en economisch opzicht in handen der Duitschers blijven. Een nationaal-liberaai wees er op, hoe uit de uit eenzetting van den kanselier over de oorzaak van den oorlog duidelijk is gebleken dat Duitschland het En gelsche bemiddelingsvoorstel heeft doorgezonden m dit te Weenen is aangenomen en even opmerkenswaard is, dat Duitschland heeft getracht overeenstemming te bren gen tusschen Petersburg en Weenen. Met Rusland had Duitschland getracht op goeden voet te komen, maar de wenschen van Rusland met het oog op Coustantinopel HET EI ALS VOEDINGSMIDDEL. Het ei is langzamerhand in de Luropeesche keukeu een onontbeerlijk hulpmiddel geworden bij het toebe reiden van verschillende gerechten. Een groot aantel natuurvolkeren deelt echter geens zins de meening van de Europeanen. Deze versma'den oi het heele ei of ze genieten het in een toestand, die de maag van een cultuurmensch tot revolutie zou brengen. Zoo beschouwt ue West-Afrikaansche negu inetkdnnken en eieren eten als een vieze gewoonte in üost-Alrika ziet mm hijnp nooit eieren op de markt, daar zoowel de neger als de Arabier er tegen zin in heeft en zich met atschuw afwendt, wanneer hij een Europeaan eieren ziet eten. Een groote massa Aziatische volkeren eten evenmin eieren m zelfs de Samoeas die zoo aan Europeasche zeden zijn geweUU) v zijn eieren verachters. In China en Cochin-Chma moeien de eieren voor een gedeelte tot rotting zijn overga gaan, eer ze gegeten worden De Kruhoys in West. urna en de negers van Brits Cantraal-Afnka eten het ei paswanneer het bebroed en „vol met vleescli' is Een gezantschap hij den keizer van Artaiu kreeg van dezen als welkomstgroet en speciaal feestgeschenk twee schotels vol bebroede eieren, die reeds gevleu gelde jongen bevatten Bij ons bettekenen rotte eieren juist het tegendeel van een vriendelijke ontvangst.- Waarom <le Guropoesche hoenderrassen eieren met witte schalen leggen en de Aziatische rassen, benevens de stammoeder van ali© kippen, Kei Indische liaiikivia- hoen, alle bruine eierschalen hebben, kan men nog niet bevroeden M. VROUWELIJKE ARTSEN IN ENGELAND. In de Engelsche hospitalen werken thans reeds 40 vrouwelijke artsen. In het begin van den oorlog werden verzoeken om toelating geregeld afgewezen; het sedert ingetreden groot gebrek aan artsen heeft de autoriteiten er toegebracht uit eigen initiatief vrouwelijke hulp in te roepen. in de lentezon. Dat ruime uitzicht was haar lief geworden .Toen zij twee jaar geleden voor het eerst de zaal betrad, waar zij in de toekomst haar werk zou vinden, had het lieve, vredige landschap da delijk een sterke bekoring op haar uitgeoefend en altijd had het haar kaimte gegeven en nieuwen moed, als de last, dien het leven haar oplegde, haar te zwaar scheen om te dragen. Maar ditmaal rustte haai- oog met een andere ge waarwording op het liefelijk plekje natuur, en zij fluisterde zacht voor zich heen: „Ik heb een gevoel alsof rust het laatste woord is, dat ik ooit voor me zelf zal kunnen gebruiken. Ik dacht, dat ik hier nu veilig was, maar nu hij me gezien heeft, nu hij weet, waar ik ben, is er geen rust, geen veilig heid meer voor me; nu moet ik weg, hier vandaan". Zij huiverde even en toen zij zich omkeerde van het raam en het kleine kamertje rondkeek, dat die twee jaren een vluchthaven voor haar geweest was, zuchtte zij. Zij voelde, dat een tijdperk van vrede en rust voor haar geëindigd was. Zij zou opnieuw het woelige leven In moeten gaan, zich opnieuw moe ten verbergen voor den man, die reeds zulk een groot deel van haar bestaan tot een marteling voor haar gemaakt had. Dit was de gedachte, die haar vervulde, toen zij naar haar schrijftafel ging, den brief opnam, dien zij juist geschreven had, haar kamertje verliet en de lange gang afliep naar de kamer van de directrice. „Mag ik u een oogenblik spreken?" vroeg zij, toen de directrice opkeek van een groot kasboek, waar in zij zat te noteeren. „Het spijt me, dat ik u sto ren moet, maar wat ik te zeggen heb, is dringend". Mevrouw Stenning ,de beleidvolle, kundige direc trice van het ziekenhuis te Twillsbury, hield veel van zuster Margaret, wier krachtige kalme natuur zeer sympathiek was aan haar meer zenuwachtige en rusteloos-energieken aard. „Er is toch niets?" vroeg zij dadelijk. „Ik heb er al aan getwijfeld of dat nieuwe verpleegstertje Daisy, wel is, wat we hebben moeten". „Ik ben er ook niet zeker van", antwoordde zuster Margaret eenigszins aarzelend; „ze is wel een goed kind en ze doet haar best, maar aan den anderen kant is ze erg vluchtig en ondoordacht Maar ze kan, als ze wat geleid wordt nog veel veranderen. Maar ik kom op het oogenblik niet over het werk spreken, maar over me zelf." „Over u zelf?" De heldere oogen van de direc trice keken haar onderzoekend aan. „U is toch niet ziek, hoop ik?" „Neen". Er vloog even een glimlach over Marga- ret's gezicht „O neen, ik ben heel wel; maar ik kom u zeggen, dat ik tot mijn spijt genoodzaakt ben, mijn betrekking hier op te geven." „O, zuster!" In haar schrik liet zij haar pen uit haar hand vallen. „Dat meent u toch immers niet! Heeft u een aanbod voor een betere positie, of is het leven u te eentonig in ons provinciestadje". „Noch het een, noch het ander". Margaret glim lachte weer. „Ik verlang absoluut niet naar iets an ders. Niemand heeft me een andere betrekking aan- gebpden en ik vind het hier volstrekt niet eentonig. Maar ik moet weg van hier. De oogen van de directrice gleden onderzoekend over zuster Margaret's gezicht, waar zij zorg en ver driet op meende te lezen. „C heeft dus een bepaalde reden om ons zieken huis te willen verlaten?" „Ja, een zeer bepaalde reden, maar die absoluut niets te maken heeft met mijn werk .Ik ben hier zoo gelukkig geweest; ik voelde me hier zoo vredig". De directrice merkte de plotselinge trilling in haar stem „Maar ik kan met blijven. De reden, waarom ik heen ga, staat in verband met mijn particuliere aangele genheden en heeft niets te maken met het zieken huis. Weer had haar anders zoo kalme stem iets zenuwachtigs en de directrice, die een vrouw was met vrouwelijke eigenschappen, voelde bil h«ar be langstelling ook nieuwsgierigheid. o»*8 ^°ch Koop ik niets onaangenaams gebeurd v vroe8 Niemand van uw kennissen in de stad heeft toch aanleiding gegeven tot dat plotse ling besluit? „Neen, o neen; iedereen is even vriendelijk en gast vrij en hartelijk. Maar ik kan onmogelijk blijven. Ik wil u natuurlijk niet in ongelegenheid brengen, maar het zou me wel aangenaam zijn heen te gaan, zoo pa als u me maar eenigszins kunt missen. Ik ben bang, dat u denkt, dat mijn besluit al heel plotseling genomen is, maar werkelijk 't ls geen gril van het oogenblik. „Daar ben ik van overtuigd", luidde het antwoord dat vol hartelijkheid gegeven werd. „Ik weet zeker, TEGEN HET VOORTDUREND BEDROG MET Z.G. „WASCHMIDDELEN". Dr. Van Hamel Roos schreef in zijn MdhL tegen de vervalschingen Het is zeer zeker niet te verwonderen, dat waar de rechtbank blijkens een dezer dagen gewezen vonnis te Haarlem van ïneenmg is, dat een per soon vrijgesproken moet worden, die onder den naam van „Ados een schadelijke en voor de wasch geheel onbruikbare stof levert als „waschmtddel een heirleger van knoeiers zich niet te ontzien heeft, om de huishouding te overstelpen met allerlei schier waar- delooze z.g. waschmiddelen tegen natuurlijk geheel on evenredige prijzen. Het eenige wat hiertegen te doen is, is op uitgebreide schaal publiciteit te geven aan onderzoekingen van dergelijke producten, opdat het publiek wete wat het koopt. Nog steeds gaat men, blijkens onze jongste ervaringen, door met den ver koop van „Chloor-extract" of „bleekpoeder* met aller lei fantastische namen, evenwel zonder den naam van verkooper of fabrikant op de etiketten; en waar deze fleschjes a f 0.10 of f 0.13Vi per stuk verkocht wor den hij een intrinsieke waarde van onderdeden van centen, begrijpt men hoeveel „oorlogswinst" op deze wijze uit de zakken der burgerij geklopt wordt. Er is slechts één middd om dit bedrog tegen te gaan, men koope uitsluitende chloorkalk (bleek - poeder) waarvan de fabrikant of verkooper een per centage actief chloor garandeert (b.v. een minimum van 20 pet.) en weigere alle anonieme fabrikaten, welke men zonder eenige garantie aan den man tracht te brengen. - ZIJPE. Zuster Kuilman is benoemd als inwonend verpleeg ster in het Prins Hendrikgesticht te Egmond aan Zee. Zij heeft zoodoende bedankt als zuster dor Gezins- veip.eging voor de gemeente Zijpe. Niet zonder een gerechtvaardigde vrees zien de rheu matieklijders het regenachtige jaargetijde naderen. Hun- no P'jpeil> die de mooie dagen nagenoeg hadden doen verdwijnen ontwaken plotseling onder den invloed der vochtigheid. Hunne arme gewrichten doen, wanneer men ze in beweging brengt, knarsingen hooren die van hevige pijnen vergezeld gaan De rheumatiek treft zonder on derscheid de jongen de ouden, "maar zij. valt bij voor keur de verzwakte en overwerkte personen aan, en in het algemeen hen wier bloed, om de een of andere reden, verarmd en met urinezuur beladen is. De eerste voorzogsmaatrqgel der rheumatieklijders en van hen die voor rheumatiek vatbaar zijn, dat wil zeggen de overwerkten, de vermoeiden, de bloedarmen en alle zwakken in het algemeen, moet zijn hun bloed te zuiveren en te verrijken. Een kuur met de Pink Pillen is hen daarom 'Bijzonder aanbevolen. De Pink Pillen zijn in der daad onvergelijkelijk als herstellings middel van het bloed. Door hun gebruik hebben tel van rheumatieklijders hunne pijnen volmaakt zien ver dwijnen. Het is natuurlijk noodzakelijk de behandeling met volharding te volgen. Op die voorwaarde geven de Pink Pillen altijd de gunstigste resultaten. De Pink Pillen zijn verkrijgbaar a f 1 75 de doo» Pillen Da Costakade 15. Amsterdam: te 'Schagen bij en f9 de zes doozen aan het Hoofddepót der Pin* J. Rotgans, Drogisterij Het Witte Kruis" Molen straat C. 14 en verder bij de meeste goede drogisten en apothekers. dat uw redenen om heen te gaan, goed zullen zijn en dringend." „Dat zijn zezeide Margaret, en hoewel haar stem nu kalm klonk, zag de directrice toch wel, dat zij ten (prooi was aan een innerlijke gejaagdheid. Maar nu Margaret haar geen sleutel gaf tot oplossing van het raadsel, vond zij het onbescheiden door vragen op mededeelzaamheid aan te dringen. En daar zij een goed hart bezat, dacht ze niet aan den last, dien Margaret's heengaan haar veroorzaakte, maar aan de toekomst van de haar zoo sympathieke zuster. Zij zocht onder de brieven, die voor baar lagen en zeide intusschen: v ,.Da£ u nu juist bij me komt met uw mededeelinfi treft wiel heel toevallig. Zoo juist krijg ik een brief waar- 1 Tl TTlPi IPiPin 7Aor onmium -_*A- c/w juu>i Krijg ik een Dner, m me oen zeer ervaren Verpleegster wordt gevraagd, en dis u liefst zoo gauw mogelijk heengaat zou dit misschien iets voor u ziin, Tenminste als' u niets -u 4ijii, lenminsie als u w» hreft tfandereClpdBm ve^?egillg heeft AIaar misschien „Neen," antwoordde Margaret „Ik heb geen pJan- m«^ he£ n°8 g<»n tijd gehad om aan plan nen te denken, Ik heb alleen maar aam mijn oude atrectnce in Londen geschreven om haar te vragen VW o16 aan lets ko,n helpen, als i(f van hier wegga. T™?n k ee®'ge wat tk wensch is zoo gauw mogelijk Twillsbury te verlaten." Er kv^am terwijl zij dat zei de even een uitdrukking in haar oogen, die de direc trice aan angst deed denken en zij iegde een -van haar handen op de tafel, alsof zij steun zocht. U particuliere verpleging op u zou willen nemen zeide mevrouw Steuning dam zou ik het zoo voor u kunnen schikken, dat u onmiddellijk heen ging. En toevallig wil een van onze vroegere zusters graag haar vacantie hier doorbrengen en tevens be hulpzaam zijn. Die zou ik dan tijdelijk uw plaats kunneo laten innemen, totdat ik een andere zuster vind voor vast, of totdat u terugkomt," voegde zij erbij, nog eens era kleine poging doende, om iets meer te hooren. „Ik kom nooit terug I" riep Manjaret uit -.Ik zou nooit terug kunnen komen." De directrice voelde haar nieuwsgierigheid toenemen, maar zij zeide slechts: ,,11 et spijt me meer dan ik u zeggen kan, dat we u dus voor goed verliezen. Uw werk hier is uitste kend geweest, maar natuurlijk, u weet zelf 't best, wat u doen moet". (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1916 | | pagina 10