Schager Courant
De dingen om ons heen.
Hel Geheime Huwelijk
FEUILLETON.
Zaterdag 2 December 1916.
59ste jaargang No. 5912.
TWEEDE BLAD.
Binnenlandsch Nieuws.
Reclames.
Uitputting der nieren
EUROPEESCHE STATENBOND.
Nadat Wuson door zijn woord fiftzag had verleend aan
het denkbeeld van een groep zijner l&ndgenooten om
na den vrede een algemeens Statenbond te stichten,
waarin TSorlog onmogelijk zou zijn door gedwongen
jeheidsrechterlijke beslissing en eventueel excecuteeren
ysn het arbitraal vonnis door den sterken arm van allen,
j jji tdenkbeeld zoowel door Grey als door Bethmann
Hollweg ii> openbare redevoeringen besproken.
De gedachte zelf is niet nieuw.
Steaa opperde ze in zijn United States of Europa
aan de vooravond der eerste vredesconferentie en het
onzent werkte Prof. van Vollenhoven het plan, dat
reeds bij Montesquieu te vinden is, verder uit.
We behoeven eigenlijk niet heel lang stil 'te staan
bij de als gewichtig vooropgestelde vraag in alle be
sprekingen van dit plan, m. o fde verwezenlijking
er van mogelijk is.
Die mogelijkheid bewijst elke staat en m allerzui-
versten vorm elke federatieve republiek,
Nederlanders die ook maar het allerminste hebben
onthouden van de vaderlandsche geschiedenis, weten
toch hoe veel en hoe heftig er gestreden Is tusschen
Hollanders en Utrechtenaars, Hollanders en Friezen.
Hos „graven en bisschoppen" streden tegen „Hertogen."i
hoe „steden" stroden tegen „Hecren'\
En bij pik volk. dat nu een eenheid vormt, in
frankrijk, Engeland, Duitschland, heeft men de her
innering aan het zalfde feit, eer de natie van thans
uit al de oude historische brokken tot een geheel was
saamgasnieed. Als Holland «in Utrecht (of de Slaten
dier gèwesten) het vroeger niet eens waren, gingen zij
ér om vechten. Nu komen zij met hun grieven, van
welken aard dan ook bij den rechter of bij 'den Raad
van Staten, afdeeling Geschillen van Bestuur. En de
provincie, die „waardgeldors" in dienst zou nemen, om
dmnnedo haar nabuur te dwingen iets te doen of te
li tan., zou zeker in onze dagen van de koude kermis
feuis komen. De autoriteiten of de personen, die zich
de autoriteit aanmatigde zonder natuurlijk volgens een
o fander wetsartikel behoorlijk gestraft worden.
O pdenzelfden grond is een oorlog tusschen Lancaster
m York, tusschen Beieren en Saksen, tusschen Bour-
gondië en Languedoc ónmogelijk geworden. En wel
omdat boven het gezag der Steatsdeelen, dat voor
den Staat-fzelf gekomen is, en dat deze de macht
heeft dergelijke uitingen van zelfgerechtigheid aanstonds
te onderdrukken.
De mogelijkheid van een Statenbond uit de^ meer
uitecnloopenae bestanddeelen (men denke aan Friezen
en Limburgers! aan Rheinlanders en Oostpruisen!) is
dus afdoend bewezen.
Het kan.
Doch een tweede vraag rijst. NI. deze of deze moge
lijkheid thans tot verwezenlijking kan worden gebracht.
Alweer komt de historie ons te hulp. En een vluch-
tigen blik In de geschiedenis leert ons reeds, dat het
saam voeg en tot «en eenheid nooit zoo bijster gemakke
lijk is gevallen.
De *<euwen van strijd van de Nederlandsche pro
vincies die het nut en voordeel hunner saamhoorighedd
inzagen, de moeite en strijd, die het gekost heeft eer
de proclamatie van Versailles oen eenig Duitschland
Vschiep zijn bekend genoeg. Zoo iets gaat niet door
wijwTSB hizicht .Particularisme, het hangen aan eigen
„dit" en eigen „dat", hetwelk tijdens de Republiek der
(weleens) vereenigde Nederlanden zoo vaak een gevaar
yoor de eenheid was, kon slechts uitgeroeid worden
door «en of andere daad van kracht.
Dat zelfde aal ook nu waarschijnlijk wel het geval
moeten zijn. Al is het natuurlijk aan te hemen, dat
de moeilijkheden niet zoo groot zullen zijn als zij
destijds waren, naarmate de volkeren door het parle
mentarisme in eigen land reeds min of meer gevoerd
zijn, zich (zij het dan ook pruttelend) te schikken
naar het besluit der meerderheid in hun regeeringscol-
logies. v
Te meer daar het hier niet geldt het opgeven van
eigen touvereiniteit en eigen bezit, doch enkel is al
lee» Set dienstbaar maken van gezag en eigendom
aan het algemeen belang der menschheid.
Wij zijn overtuigd, dat een poging om of een deel
van e«n onzer provincies te annexeeren, zou stui
ten op het verzet der geheele natie en dat de Ne
derlanders, hoe weinig dan ook vooral thans
tot den oorlog geneigd, eerder een oorlog zou
den riskeeren dan hun land zouden laten verkleinen
Waar terzelfdertijd gelooven wij zeker, dat geen
Nederlander er bezwaar tegen zou hebben zoo ons
land toetrad tot een bond van landen, die samen
afspreken, dat vportaan oorlog tusschen hen on
mogelijk zal zijn. Ieder land ook wij zelf dat
een arbitrage-verdrag afsloot, deed reeds een stap
in die richting en niemand is er die er zich over
beklaagt zoolang het bedrag behoorlijk werd na
gekomen althans het te hebben gesloten.
Toch dreigt er een gevaar, waarop het sluiten
van een dergelijken algemeenen statenbond zou
kunnen 6tranden.
Dit, dat in elke vereeniging of bond één persoon
langzaam den voorrang inneemt of althans poogt
dit te doen.
Iemand is ten ilotte president. En waar een pre-
door
L. G. MOBERLY.
12.
„J« ziet er uit. alsof het buitenleven uitstekend voor
Ie is," zeide hij en zij voelde een verteeden ng bij het
looren van zijn muzikale stem( waar zij zich niet te
gen kon verzetten, hoewel ze zich over haar zwakheid
ergerde,
„Ik ben ook volkomen wel," antwoordde zij. haar
best doend m uiterlijk kalm te schijnen. „Het le
ven in den lire Qevedale is -een leven van weelde
•noot je d«nken."
„En door die onverwachte schoondochter ben je
dus niet heel erna al aan den dijk gezet?"
„Wat heb je een heerlijk platte manier om de zaak
voor te stellen Neen ik ben niet aan den dijk gezet."
„Hm I" Bemard glimlachte. „Deelneming en sym
pathie met het arme schepseltje met haar gebroken
tart. Wat een heerlijke comedie heb je dan gespeeld,
"uh j« het gedaan gekregen hun te doen gelooven,
dei je «oo innig aan Denis Clevedale ghechi was?
i N «en Verduivelde streep door je rekening. Maar we
juoeten er nu nog maar 't beste van hopen; en als
je nog altijd een ouden kameraad, als ik. wilt helpen,
tan kunnen we misschien elkaar wed wederzij dsch van
dienst zijn,"
ȕk heb begrepen uit je brief, dat je graag hadt.,
ik iets avoor je deed," Bertha's stem klonk nu
«enigszins sarcastisch. „Ik was niet verwaand
genoog om te denken, dat je me wilde zien, omdat je
tarr mijn bjjzjjn vnflangde, Wat is dus het laaisie
Plan, dat in je vindingrijk brein is opgekomen?" Zij
sident is. vinden wij steeds iemand anders, die van
oordeel is die functie beter te kunnen waarnemen
dan hij, die ze thans bekleedt. Het overwicht van
het eene lid of van de een of andere fractie zal
zich steeds doen gevoelen of althans pogen zich voel
baar te maken.
Zoo* was het alweer historie Holland en in
Holland Amsterdam, dat de boventoon voerde in
den strijd 'er Zeven Provinciën.
Zoo is he Pruisen, dat hetzelfde doet in Duitsch
land en sterker nog Parijs in Frankrijk, Manches
ter, later Birmingham, thans Schotland m Groot-
Brittannië.
F,n zoo zal het in d-n komenden statenbond pok
wederom één groep zijn, die den anderen haar wil
oplegt.
Vermoedelijk de overwinnaar en onder die over
winnaars de krachtigste: Duitschland d.i. Pruisen
of Engeland, de twee tusschen wie ontdaan van
alle bijwerk, phraaua en tralarie deze oorlog ge
voerd wordt.
Een van die twee zal de leidende figuur xlju in
den Statenbond, waarvan de komst-ons vrijwel ver
zekerd lijkt.
Doch dan blijft de laatste vraag feitelijk de eeni
ge van direct belang wat is het „Interest van
Holland" bij deze gebeurtenissen?
Bij den oorlog zelf. vooral bij de naaste aanleiding
daartoe, n.1. of Servië behoort te worden gestraft
wijl het door den moord van Serajevo verhinder
de, dat Frans Jozef door Joseph Ferdinand in plaats
van direct door Karl opgevolgd zou worden heb
ben wij geen onmiddellijk materieel belpng.
Zuiver gezegd: hoe langer de oorlogvoerenden
zich in elkander uitputten, hoe beter de kans wordt
voor de neutralen om „hun grutjes te kloppen
Doch naast dien materieelen kant staat de idi-
eele: bij wien der twee partijen die beide even
groote ©goisten zijn en die beide vechten om beter
te worden of beter te blijven is het ideaal jjan
een volksgemeenschap het veiligst?
Het antwoord daarop is praktisch onmogelijk.
Noch den een, noch den ander zouden wij de lei
ding der Europeesche politiek durven toevertrouwen
Naast alles goeds, hebben beiden veel kwaads.
En wat het ergste is, zoodra een dier twee de lei
dende macht krijgt is hij In staat kwaad te doen
Wel is waar niet direct tegen derden die niet
meer bestaan, als de Statenbond er 1b doch te
gen leden van dien bond- zelf.
Daarom lijkt on9 de eenige oplossing, dat noch
Engeland, noch Pruisen de leiding krijgt van den te
scheppen bond, doch dat de kleine neutrale lan
den die leiding op zich nemen en dat zij dit als eisch
stellen voor hun toetreding.
Een ketting is niet sterker dan zijn zwakste scha
kel wij weten het.
Maar die zwakste schakel is nog sterker, dan de
schakel, die een vijlend oppervlak heeft en daardoor
zijn buren het leven en daarmede tevens het voort
bestaan van den schakel onmogelijk zou kunnen
maken.
UITKIJK.
VAN MAAT EN STRIJKSTOK.
In een café aan den Waterlandsfchendijk te Schel-
lingwoude, is Woensdagavond een „groote" openba
re vergadering gehouden, waarin een wethouder en
een raadslid van de gemeente Ransdorp elkaar te
lijf gingen, tot stichting maar vooral natuurlijk
tot vermaak, van de zaal vol -gemeentenaren,
overja, over wat eigenlijk? 'tWas min of meer
een voortzetting van ruzietjes welke de heeren sa
men in den goeden Ransdorpschén gemeenteraad
reeds hadden bekibbeld, en wélke zóó hoog waren
geloopen, dat ze het nu dan maar eens „in het open
baar" zouden uitvechten. Maar zoo ver is het niet
gekomen, want toen de narigheden eenmaal los
kwamen. waren er zoo velen onder het „belangstel
lend publiek", die óók eens graag een duit in het
zakje wilden gooien, datmen dan maar besloot
om nóg weer eens een vergadering te houden, waar
in dan iedereen zou kunnen zeggen wat hij op
zijn hart had. Waarom 't nu eigenlijk ging, 't werd
in de vergadering niet duidelijk. Nu ja, 't blpek dan
wel, dat er bij en na den watersnood hier en daar
wel wat aan maat en strijkstok was blijven han
gen, 't raadslid G. Schouten beschuldigde den
wethouder G. Dekker, .dat hij vooral zich in dat op
zicht niet onbetuigd had gelaten, wethouder Dek
ker ljet dat niet op zich zitten, zei, dat er niets
van aan was, en dat de heer Schouten, nu ja óók
niet vies was van een zoet winstje.-
„Dat heeft er niets mee te maken! 't gaat om het
recht", riep do schoolmeester van Zunderdorp,
maar hém werd beduid, dat hij zélf er niets mee te
maken had, omdat hij uit Zunderdorp kwam. Wat
evenwel -niets afdeed aan zijn overtuiging, dat 't
recht zou zegevieren. Dat vond ook de voorzitter,
die eigenlijk voorzitter was van het fanfarecorps
„Nut en Genoegen", dat men blijkbaar de meest
aangewezen organisatie had gevonden om dit var
kentje eens te wasschen. Maar, 't moet gezegd, de
voorzitter van het fanfarecorps „Nut en Genoegen"
was niet geheel onpartijdig ,en lichtelijk geporteerd
blijkbaar tegen den heer Dekker, trouwens even
als de groote meerderheid der vergadering. En dat
is verklaarbaar, want, nu ja, hoor eens hier, een
mensch is een mensch, en 't gebeurt j etoch maar
niet iederen dag, dat je zoo maar lekkertjes op den
wethouder kan hooren afgeven, en bij geval nog zelf
meê kan doen ook.
De quaestie? De vergadering was al heel wat ver
der gevorderd dan dit verhaal er van, en toen waren
wij er ook niet achter. Wij begrepen dan wel, dat
't ging om „maat en strijkétqk", maar hoe en in
hoeverreTrouwens, kom daar maar eens ach
ter!
had ondertusschen de thee ingeschonken en over
handigde hem een kop, terwijl ze sprak en hij dronk
langzaam, met kleine teugjes, en sloeg intusschen
voortdurend haar gezicht gade. Hoewel ze geheel af
gezonderd zaten van de weinige andere aanwezigen,
trok Bernard zijn stoel nog wat dichter bij de hare,
boog zich naar haar toe en zeide met gedempte stem:
Bertha, we zijn al zoo lang goede vrienden geweest
en daarom kan ik het jou ook wel bekennen, dat ik
eenvoudig schoon op ben. Eqn paar ondernemingen
waar ik heel wat van verwachtte, zijn integendeel
verkeerd uitgekomen en ik ben nu geheel aan lager
wal. Dat is de eenvoudige en onvervalschte waar
heid. Wil je me helpen?" Hij boog zich nog dichter
naar haar toe.
„Hoe kan ik dat? Er kwam iets van wanhoop m
Bertha's blik. „Ik heb zelf geen cent meer, dat weet
je. En je weet ook, dat ik, toen ik mijn laatste ju-
weelen verkocht heb, jou bijna al het geld geleend
heb, dat ze hebben opgebracht".
„Ja, dat weet ik, en ik ben je er zoo dankbaar voor,
meer dan ik zeggen kan. Ik weet immers maar al
te goed, dat ik geen beter vriend of vriendin heb
dan jou." Hij had zijn stem nog meer gedempt en
de liefkozende toon, dien hij er in wist te leggen,
steeg Bertha als wijn naar het hoofd. „Je bent de
trouwste kameraad geweest, die een man ooit heeft
gehad". Zijn stem trilde nu van aandoening en de
teederheid in zijn oogen deed Bertha's hart bonzen.
„Maar het plan, dat ik heb, is geen zelfzuchtig
plan. Ik wil niet alleen voor mezelf zorgen. Ik wil
ook jou helpen. Je moet niet denken, dat ik alleen
voor mezelf voorspoed verlang! We zouden zoo
veel voor elkaar kunnen doen, Bertha!"
„Zoo?!' Bertha durfde niet meer dan dit eene
woordje uiten, omdat ze merkte, dat ze haar stem
niet meer in bedwang had. De man tegenover haar
merkte het echter ook en sloeg er dadelijk munt uit.
„Ja zeker. Ik heb een onbeperkt vertrouwen in je.
De kwestie is maar, in hoeverre je me zult willen
helpen met het uitvoeren van mijn plannen".
Maar wij hebben geduldig en trouw gewacht tot
dat wij «r iets meer van begrepen, al was 't dan
nog niet uit'toen wij zijn heengegaan, en dit is
dus zoow&t de slotsom:
loen op 14 Janauri van 't vorige jaar alle Water-
iandsche polders zoo ineens vol waren geloopen, v-as
't vooral m Ransdorp een vreeselijke toestand, 't Dorp
!ag niet aan een dijk. en zat dus weldra rondom
'n water, afgesloten van de overige wereld. Wie
nog even kans had gezien, was gevlucht, met zooveel
mogelijk Tan zijn koeien,' maar er bleven toch nog
tnenschen en koeien op 't dorp achter. Die raakten
duchtig in 't nauw, en niemand wist wat te begitif-
nen; \ooral omdat er niemand was die rechtens den
baas kon spelen. Want burgemeester Calkoen, die
burgemeester is van de vijf dorpen welke Ransdorp
omvat, zat in Schellingwoude en kon dus niet in
Ërp de Lakens uitdeelen, te minder nog omdat
rp telefonisch en telegrafisch ook al gauw ge
was door den storm. Toen trok wethouder
de stoute schoenen maar aan, hij stoorde zich
let al te veel aan de Gemeentewet en zeihoor
eens hier, nu ben ik loco-burgemeester. En hij vatte
inderdaad de koeien bij den kop, bracht ze op
het heuveltje rond de kerk, en voor zoover 't moest,
zelfs in ue kerk, hij liet het veevoeder van hier
en daar bij elkaar brengen, opdat de beesten te eten
zouden hebben, hij zorgde dat ook de menschen
te e|en kregen, en. zoo goed en zoo kwaad als 't
ging, onder dak kwamen,' enfin, hij deed van al
lerlei dat gedaan moest worden.
Ook later noghij zorgde voor schuiten om de koeien
naar Amsterdam te brengen, hij zorgde, dat er geld
kwam van de Watersnoodcommissie, hij was van de
plaatselijke commissie een der werkzaamste leden, en
ten slotte behandelde hij voor vele hoeren de zaken bij
het taxeeren en verknopen hunner heesten. Daarvoor
kreeg hij van sommigen een „plasdankje", zoo
als men zegt, wan anderen een meer klinkend be
wijs van erkentelijkheid. Zoo was eir oen weduwe, die.
doqr bemiddeling van een ander, per saldo f 60 aan
hem had afgestaan voor zijn bemoeiingen, van een
ajL(Jer had hij gekregen f 5 per koe, en zeid-ie. ik
heb t aangenomen, want" ik kan van den wind niet
levén. Waar hij dan toch ook gelijk aan had.
Maar natuurlijk, dat alles was ruim genoeg, In
een tijd van meer ongeregelde winstjes, do een wat
groot, de ander wat kleiner, om te sputteren en te
nou-ja'en, dat die wethouder Dekker 't er dan toch
maar van had genomen. Cijfers werden genoemd van
belang m&ar van feitelijke beschuldigingen bleef
weinig over, tenzij dan dat de heer Dekker tegen
de wet had gezondigd door zich rel ven tot loco-burge
meester aan te stellen.
Nu en daarover heeft zich dan de vergadering een
langen avond zitten warm maken «in "berooken, en op
winden, zóó erg, dat de veldwachter in 't gemoede
lijke altijd nu en dan de taak van den voorzitter
moest overnemen door al te hartstochtelijke aanwezigen
er op; te wijzen, dat zij niet aan 't woord waren.
E«n volgende week waarschijnlijk zal miem; T nog eens
dunnetjes over doen.
VICE-ADMIRAAL ELLIS. f
Te Amsterdam, waarheen hij zich eergistervoor
middag uit 's-Gravenhage ter bijwoning eener verga
dering had begeven, is plotseling op zeventigjarigen
leeftijd overleden de oud-minister van marine, vice-
admiraal A. G. Ellis, adjudant in buitengewonen
dienst van de Koningin. In den afgeloopen nacht
is het stoffelijk overschot naar 's-Gravenhage over
gebracht, alwaar Zaterdagvoormiddag |ter algemeene
begraafplaats de teraardebestelling zal plaats heb
ben.
'T ZAND.
Tot postbode alhier is benoemd de heer "D. Doorn.
ANNA PAULOWNA.
In hotel Veerburg zal Zondag 10 December een ver
gadering worden gehouden van den IJsbond Hol
lands Noorderkwartier.
DE BLOMMERSDIJK.
.(Officieel.) in zake de torpedeering van de Blom-
mersdijk heeft de Duitsche regeering in antwoord op
de vertoogen der Nederlandsche regeering zich bereid
verklaard om, zonder procedure voor het Prijzen-
hof, een schadevergoeding uit te kecren voor het schip
en het gedeelte der lading dat aan de regeering toe
behoorde terwijl slechts het overig deel der lading
aan de beoordeeling van het Prijzenhof zal worden
onderworpen.
De Duitsche regeering grondt zich daarbij op de
volgende overweging.
(Met het •grondig onderzoek bij den terugkeer van de
duikboot U 53 ingesteld, is gebleken, dat de Blommers-
dijk alvorens haar bestemmingshaven Rotterdam te be—
reiken; de Britsche haven Kirkwall moest aandoen en
dat bijna de geheele lading uit conditioneel® contra
bande bestond ril. graan, automobielen, motorrijwielen
en bestanddeelen daarvan. Daar de cognossementen der
lading, met inbegrip van het voor ae Nederlandsché
regeering bestemd gedeelte, voorzien waren van de
clausule ,,aan order' sprak daaruit naar de voorschrif
ten der Duitsche Prisenordnung, die op dit punt de
voorschriften der Engelsche Rrijzenreglementen heeft
overgenomen, een rechtsvermogen voor de vijandelijke
bestemming der lading.
De commandant der duikboot kon onder de gege
ven omstandigheden dit vermoeden niet voor weder-
legd houden, zoodat hij schip en lading neembaar
achtte en het schip volgens ae met de Londensche
Declaratie overeenstemmende voorschriften der Duit
sche Prisenordnung vernietigde nadat hij gezorgd had
voor de redding der bemanning.
Intusschen heeft de Nederlandsche regesering offi
cieel aan de Duitsche regeering verklaard, dat het
vernietigd graan inderdaad voor haar bestemd was en
dienen moest voor de behoeften der Nederlandsche
bevolking. Opgrond van die verklaring welke, gelijk
van zelf spreekt, geen twijfel toeliet, moest het tegen
bewijs vpor het vermoeden van vijandelijke bestem
ming beschouwd worden 'geleverd te zijn, zoodat noch
„In hoevérre?r herhaalde zij vragend, en nog al
tijd had haar stem niet de normale kalmte.
„Heb je ontzettend teergevoelige denkbeelden over
eer, eerlijkheid enz.?" fluisterde hij steeds met dien
vleienden, haast liefkoozenden klank in zijn stem,
die zulk een macht had op de vrouw naast hem.
„Ik ben op geen enkel punt wat je teergevoelig be
lieft te noemen", antwoordde zij. „Als ik al ooit een
geweten gehad heb, dan heeft me dat toch al in lang
niet meer geplaagd. Ik geloof wel, dat ik ergens een
grens zou trekken, maar waar, zou ik niet beslist
kunnen zeggen. De omstandigheden hebben me in
alle richtingen geljard. Ik ben bereid om een heel
eind te gaan om te krijgen wat ik verlang of wat
jij verlangt". Zij lachte even.
„Goed. Ik heb altijd gevoeld, dat jij en ik goed sa
men zouden kunnen werken. We zijn alle twee van
nature geneigd om van anderen gebruik te maken,
en tusschen ons gezegd en gezwegen, we kunnen
geen van beiden er op bogen, dat we erg crupu leus
zijn. En nu ter zake. Heb je terwijl je op Dunsmere
Manor logeerde, ooit Holdsworth ontmoet Mar
tin Holdsworth?"
HOOFDSTUK XII.
„Heb je ooit een zekeren Martin Holdsworth ont
moet bij de Clevedale's?" zoo herhaalde Bernard Zijn
vraag, toen Bertha niet dadelijk antwoordde.
„Neen nooit".
„Ken je hem absoluut niet?"
„Ik heb zijn naam een paar malen gehoord. Ik heb
jou over hem hooren spreken en ik geloof, dat ik
hem door Sir John ook wel eens heb hooren noe
men; maar gezien heb ik hem nooit Waarom?"
„Omdat mijn plan des te beter kan slagen, als je
een vreemde voor hem bent. Ik weet toevallig, dat
hij een vriend van de Clevedales is, daarom was ik
bang, dat je hem ontmoet zoudt hebben. Hij is toch
zeker wel op de bepafenis geweest?"
„Dat zal waarschijnlijk wel, maar ik heb toen nie-
dit deel de rlading, noch het schip neembaar was.
Onder die omstancügheden heeft de Duitsche regee-
ri-ng uit overwegingen van goede nabuurschap zich
bereid verklaar tl zonder afwachting van een prijs-
rechtelijke uitspraak het aan de Nederlandsche regee
ring toebehoorend deel der lading alsmede het schip
te vergoeden, terwijl het overig deel der lading aan
bedoelde uitspraak onderworpen zal worden,
DE „KONINGIN-REGENTES".
Wolft seint uit Berlijn d.d. 30 Nov.
Naar wij vernemen, zal het Nederlandsche stoomschip
„Koningin Regentes", dat onlangs als prijs werd op
gebracht, worden vrijgelaten.
Dit sdnip werd 10 Nov. op reis va- Vlissingen naar
Londen op grond van het prijzenrecht in. de nabij
heid van de Noordhinder door een Duitsche duikboot
aangehouden. Aangezien grorffiige doorzoeking van het
stoomschip op de plaats van aanhouding met het oog
op eventueel naderende vijandelijke strijdkrachten uit
gesloten was, werd het naar Zeebrugge en vandaar
naar Ostende gebracht. Uit het onderzoek bleek, dat
de gezagvoerder en de telegrafist van het schip draad-
looze telegrammen hadden afgezonden teneinde Neder
landsche schepen op te roepen. Daar deze draadlooze
telegrammen ongetwijfeld ook door Engelsche oorlogs
bodems zouden kunnen zijn opgevahgen, kon deze
handelwijze minstens als uit achteloosheid voortvloeiende
steun voor de vijandelijke oorlogvoering ter zee wor
den aangemerkt.
Verder bleek, dat drie leden van de bemanning van
de „Koningin-Regentes" den Engels chen koerier had
den geholpen door op diens verzoek zijn brievenzak
onder de postzakken van de stoomboot te verbergen.
Tegen deze drie Nederlanders is door den krijgs
raad een onderzoek geopend wegens hulpverleening aan
den vijand.
De post van 3e „Koningin-Regentes" wordt, naar
wij vernemen, onderzodht om»na te gaan of er con
trabende. papieren geld, verhandelbare handelspapieren
en effecten aanwezig zijn. Van den uitslag van dit
onderzoek zal do doorzending van de post afhangen,
terwijl de boot zelf zal worden losgelaten.
Aangezien, uit het met de neutraliteit strijdige op
treden van een deel van de bemanning een aanklacht
tegen het schip zelf zou kunnen voortvloeien en dit
voor het prijzengerecht zou kunnen gebracht worden,
moet het loslaten van het schip als een bewijs van
groote welwillendheid tegenover de Nederlandsche eigen
aars worden aangemerkt.
Zekere incidenten welke na de opbrenging tusschen
de duikboot en de op de draadlooze. oproeping, van
het stoomschip verschenen Nederlandsche oorlogs
schepen "hebben plaats gevonden, zullen, naar wij ver
nemen, een diplomatiek naspel hebben.
Tot zoover de ongewijzigden tekst van het Wolff-
telegram.
VERLAAT (Heerhugewaard).
Zondag 26 en Dinsdag 28 November gaf de plaat
selijke tooneelvereeniging ,,'t Scheepje" in het lo
kaal van den heer Jn. Meereboer, alhier, eene uit
voering. Opgevoerd werden: „Ontoerekenbaar", een
tooneelstuk in drie bedrijven, gevolgd door „Har
monie", blijspel in één bedrijf.
Dinsdag hadden we het genoegen Öeze uitvoering
te kunnen bijwonen en we hebben onzen gang langs
slijkerige wegen niet beklaagd, want hoewel ons ge
duld ln den beginne op een zware proef werd ge
steld, het verdere van den avond vergoedde veel.
De uitbeelding van het een en ander was mooi te
noemen. De heeren willen we natuurlijk niet achter
stellen ln dit mooie -tooneelstuk, want ook zij de
den hun best, maar de damesrollen vonden we
sympathieker, o.a. de rol van Marie was keurig. Ook
haar mama belooft een goede kracht voor, de ver
eeniging te worden. Het blijspelletjë liep vlug van
stapel .waarna een klein dansje volgde door de
talrijke aanwezigen.
*n middelen tot voorkoming.
Een wijze tot voorkoming van uitputting der nie
ren is het vermijden van Kouvatting en dit is niet
moeilijk. Leef in goed geventileerde kamers, blijf nooit
in natte kleeren zitten en ga nooit zoinder voorzorg
van heete kamers in de kou.
Andere voorzorgen zijn lichaamsoefening, regelma
tige slaap, geregelde gewoonten, geen te zwaar voed
sel, genoegzaam zuiver water en als dubbele beveili
ging Foster's Rugpijn Nieren Pillen om de nieren in
gouden staat te houden.
De nieren hebben veed te lijdon van een hardnekkige
kou of plotseling kouvatten. Zij hebben dan extra
veel vergiften af te scheiden, waarmede het. bloed door
de onregelmatige stoelgang en de gesloten huidpori-
en overladen wordt
Het is de taak der nieren om de vergiften uit
het bloed te filtreeren en als zij er niet toe in staat
zijn, wordt gij van kwaad tot erger Urinezuur hoopt
zich op en voegt er het zijne toe bij.. Ontstoking van
de nieren, rugpijn, niergruis, blaas- en urinekwaleni,
spij, niersteen, ischias, rheumatiek, waterzucht en on
geneeslijke graden van nier zwak te kunnen er het go.
volg van zijn.
Let bij het eerste teeken van nierzwakte op- zoirge-
looze gewoonten en verander deze onmiddellijk. Geef
de nieren de noodige hulp door haar te versterken
en heelen met Foster's Rugpijn' Nieren Pillen. Het
eenige, waarop Posters Pillen aanspraak maken, is
dat zij uitsluitend voor nier- en blaaskwalen dienen,
niet voor iets anders.
Op'elke doos Foster's Rugpijn Nieren Pillen komt
het handelsmerk de man met zijn handen in de
lendenen voor, Te Schagen verkrijgb. bij J. Rot
gans, Molenstraat C 14, Toezending geschiedt franco
na ontv. v. postwissel a f 1.75 p. doos of f 10 per
zes doozen.
mand opgemerkt", antwoordde Bertha op onverschil
ligen toon.
„En Holdsworth .is absoluut geen man, die notitie
van dames neemt, laten we dus hopen, dat hij jou
ook niet gezien heeft", antwoordde Bernard met zijn
innemenden glimlach. „Maar heb jij soms je hart
er op gezet om naar Dunsmere terug te gaan?"
„In 't geheel niet Ik heb mijn hart nergens op ge
zet als op succes waar en van welke soort is
me onverschillig", zeide zij met een bitterheid, die
haar metgezel niet ontging.
„Wat ik je voor ga stellen, zal zeker tot succes
leiden, als je de rol goed speelt".
„Ik ben bereid de rol te spelen, die je verlangt
als tenminste......"
„Wat?" Bernard's scherpe blik scheen tot in haar
binnenste door te willen dringen
„Niets", antwoordde zij niet zonder een zweem
van verlegenheid. „Vertel me nu je plan", vervolg
de ze haastig. „Als ik voel, dat ik de rol, die je me
hebt toegedacht, spelen kan, zal ik het doen".
„Je kunt alles, wat je wilt", zeide hij, opnieuw
met een van die blikken ,die nooit bun uitwerking
misten. „Je bent zoo'n goede kameraad, Bertha, een
hulp zooals er geen tweede bestaat!"
„Vertel me, wat je wilt, dat ik doe", antwoordde
zij, nog steeds niet volkomen onbevangen. Zoo juist
in een óogenblik van opgewondenheid door zijn war
me blikken had ze op het punt gestaan hem te zeg
gen, dat ze hem wilde helpen, als zij niet een twee
de viool speelde en een andere, vrouw de eerste.
Maar nog 'juist intijds had ze begrepen, dat ze zich
door zich zoo bloot te geven, volkomen in zijn macht
zou hebben gesteld en hoe verkeerd dit zou zijn, be
sefte zij ook zonder de waarschuwing van tante Ca
roline, die haar nog in de ooren klonk.
„Marti Holdsworth heeft een secretaris noodig",
antwoordde Duncan bijna fluisteren, hoewel er op
dat oogenblik niemand meer in het zaaltje aanwe
zig was, „en ik wou, dat jij naar die post solliciteer
de".