Schager Courant TABAK J. R. KEUSS TWEE SINT NIEOLAAS AVONDEN. Het Geheime Huwelijk yan TWEEDE BLAD. Brieven uit Engeland. Zaterdag 9 December 1916. 59ste Jaargang No. 5916. FEUILLETON. Hier spreekt men wederom goed van de Pink Pillen. In alie huizen van de njke koopmansstad sveruen druk voorbereidingen getrofieu tol het feest van dien wond; enkel in ééne woning, een echt paleis zoo /oor het uiterlijk, was alles bij het gewone gebleven Het huis behoort aan een man, wiens rijkdom haast spreekwoordelijk is geworden. Hij woont alleen met zijn vrouw en het dienstpersoneel; maar er heerscht geen opgewekte geest in al die ruime vertrekken De ryke man schijnt zich alle vreugden des levens ont zegd te hebbenduister is zijn blik, gebogen zijn houding; de bleeke lippen zijn het glimlachen al lang ontwend. Een bittere, spottende trek zelfs speelt hem af en toe om den moriJL Ook de vrouw van den rijken man, een met recht waardige verschijning, schijnt al veel zorgen van haar en gekend te hebben; daar getuigen de witte haren van en de kommervolle trekken. Waarschijnlijk heeft 'aar Moederhart zoozeer geiedcn. De matte oogen sehij m wel taliooze tranen -geschreid tehebben. Maar oij haar geen bitterheid: onmetelijke goedheid spreekt uit haar blik. In tegenwoordigheid van haar man dwingt zij zich, om flinx en opgewekt te schijnen; zij zou hem zoo traag zijn leed nelpen dragen; ze hadden immers al zooveel samen overbracht De beide oude lui staan alleen op de wereld; ge heel alleen, en nooit wordt zulk een eenzaamheid meer gevoeld, dan op een avond als deze, waarop zooveel mogelijk gezellige vroolijkheid heerscht, waar ziekte of gebrek "dit tenminste niet beletten. Eens is net ook anders geweest hier in huis: Voor tien jaar geleden heerschte er evengoed vreugde, toen de ouders nog in het volle genot waren van hun eenig kind, hun lieve, kleine Trude. Hoe het kwam, dat dit geluk op eenmaal zoo -reed verwoest werd wij zullen hier maar niet vorder over uitweiden. 't Is vanavond koud buiten en de geschiedenis die die zich daar binnen afspeelde, op dien Sint Nico- laasavond, nu tien jaar geleden, is zoo hartstochte- lijk-gloeiend, als men Üch die maar denken kan bin nen de muren van de menschelijke woning. Onder heete tranen uit een paar schoone meisjesoogen, .onder het bidden en smoeken van een jong, maar arm man; onder den vloek van innig-teleurgestclden, boozen. "Va der, speelde zich hier een alleraangrijpendst drama af. dat eindigde met de verwoesting van een heerlijk familiegeluk. Op dien lang vervlogen vijfden December had voor niets de St. Nicolaastafel hoog opgestapeld met cadeaux gestaan;'de eenige dochter des huizes was op Uien feestavond niet verschenen en inplaats dat zijzelve kwam. kregen de ouders een brief met woorden van afscheid en beden om vergiffenis, dat zij weggetrokken was met den man, die zij lief had, tegen den wi! van haar vader, me daarom voor goed gebroken bad met zijn lieveling. Wat er op dien avond van de mislukte St Nico- laasviering in dat huis plaats vond, zullen we maar liever met stilzwijgen yoorbijgaan. In zijn drift ver- wenschte de vader de ontvluchte dochter op een ma nier, die de arme moeder het hart trillen deed. Al haar bidden en smeeken stuitte af op den ijzeren wil of liever onwil van den vader. Zelfs toen er bericht kwam van de gelukkige aankomst van het pa ir in Londen; toen de ionge vrouw met al den gloed van haar jeugdige liefde, haar geluk beschreef, waar aan enkel de vergiffenis van haar vader ontbrak, zelfs toen wees de beleedjgde partij verdere bemidde lende tusschenkomst van de hand en legde hij zijn vrouw ten Slotte het stilzwijgen op, als zij telkens weer voor hun eenig kind pleitte. Opgewonden .als hij was, schreef hij toen dadelijk aan den verleider, dat hem zijn diepste verachting trof; Gertruda mocht echter probeeren, of zij, be last met flen vaderlijken vloek, in staat was aan de zijde van haar minnaar te vergeten, dat zij haar eigen ouders deed verlangen naar den dood, als eenig mid del, om van schande bevrijd te worden. De jongelui waren hierop, hoewel met bezwaard aan, naar Amerika gegaan, van waaruit Trude nogeenige pogingen gewaagd had, om het hart van haar vader te vermurwen. Maar haar brieven bleven onbeantwoord want ongeopend verbrandde de oude heer ze altijd. Hij had het beeld van zijn dochter totaal uit fijn hart verbannen; tenminste zoo hield hij zich tegenover zijn vrouw. Onder dergelijke omstandigheden is het licht te be grijpen dat het feest van algemeene vreugde voor dit echtpaar niet alleen niet vroolijk was, maar juist de droefste herinneringen wekte. In stilte schreide de Moe door L. G. MOBERLY. 14. HOOFDSTUK XIV. „Lees deze brieven eens door en zeg me wat je er van vindt, Mary. Mij dunkt, dat de aanbevelin gen beter zijn, dan eenige andere die ik gehad heb". Met die woorden legde Martin Holdsworth drie brie ven op de tafel van zijn zusier en keek haar vrien delijk glimlacend aan. Dat zij er zeer op gesteld was, geraadpleegd te worden, wist hij, en daarom en niet zoozeer om haar opinie te hooren, kwam hij baar op dezen mooien Junimorgen in haar eigen zitkamer opzoeken. „0 Martin", zeide zij met de haar eigen zenuw achtige haast, „zijn dit brieven over een secretaris? Vindt je nu werkelijk dat je een secretaris moet hebben? Ik dachtzij aarzelde even „dat ik je wel met je brieven zou kunnen helpen, en dat je het dan wel zonder een secretaris zoudt kunnen doen". Martin lachte even en klopte zijn zuster, die heel wat ouder was dan hij en in alle opzichten zijn te genbeeld, "dmoedig op haar schouder. „Ik zou /ooveel van je tijd niet in beslag mogen nemen, bc zeide hij, terwijl hij dacht, wat een warboel zijn kleine, zenuwachtige zuster van zijn correspondentie zou maken. „Neen, neen, ik moet een secretaris hebben. Daar is nu eenmaal niets aan te doen en deze brieven schijnen me heel goed toe. De persoon in quaestie is een dame. Haar eigen brief is eenvoudig en niets opdringerig en maakt een goeden indruk. Ik zal hem je voorlezen". Zeer geachte Heer. Ik heb uw advertentie gelezen, waarin u een secretaris of secretaresse vraagt. Mag ik mezelf voor die betrekking aanbieden? Ik ben er aan gewend voor philantropische personen te werken. Hierbij sluit ik een paar aanbevelingen in. Hoogachtend, BELLA FRENCH. ..En de aanbevelingen zijn bijzonder goed. Luister toaar". Terwijl hij dit zeide, had hij de brieven van öfl tafel genomen en nu las hij ze zijn zuster lang- en met zekeren nadruk voor. De eerste luid- „Charing Cross Hotel. Waarde juffrouw French! Uw brief bereikt me op het oogenblik, dat ik En geland ga verlaten om voor geruimen tijd naar Zwit serland te gaan, daarom schrijf ik u van boven staand adres haastig eenige regelen, om u de ver zekering te geven,' dat ik gaarne alles zal doen, wat in mijn vermogen is, om u te helpen de betrek king te krijgen, waarna u gesolliciteerd heeft. Ik heb het werk, dat u als secretaresse voor mij ge daan heeft, in alle opzichten voortreffelijk gevonden, en ik kan u van' ganscher harte en met volkomen gerustheid aanbevelen. Mag ik er bij voegen, dat ik in alle opzichten het jneest volmaakte vertrouwen in u heb kunnen stellen, waar het belangrijk werk betrof, dat geheimhouding eischte. Het zal mij ver heugen. als ik hoor, dat u de post gekregen heeft, waarnaar u wenscht te solliciteeren. Met de meeste hoogachting, JOHN HARRISON. „En dit is de andere". „Geachte juffrouw French". „Met het grootste genoegen wil ik u de aanbeveling geven, waar u me om vraagt. Ik ben blij te hopen, dat uw gezondheid toelaat uw werkzaamheden te hervatten, en ik wilde niets liever dan u vragen weer bij mij terug te komen. Maar mijn zoon is nu in staat als mijn secretaris op te treden. Het ver heugt me, dat ik zoo van ganscher harte de uitste kende aanbevelingen kan geven voor elke post, waar onbepaald vertrouwen, kunde en accuratesse ver- eischt wordt Uw vlug en methodisch werken zijn boven eiken lof verheven. Met mijn beste wenschen voor uw succes. Hoogachtend, R. BURTON. „Die aanbevelingen zijn uitstekend, Martin", zei- de'juffrouw Holdsworth. „Je zoudt ze niet beter kun nen wenschen. En als het werkelijk noodig is, dat je weer iemand neemt, dan is die juffrouw French dunkt me wel de geschikte persoon". „Hier heb ik nog een derden brief van een dame, bij' wie ze ook gewekt heeft", zeide Holdsworth, terwijl hij zijn zuster een couvert overhandigde. Zij nam haastig den brief er uit en las dien met de grootste aandacht. Toen ze hem terug gaf, zeide ze: „Deze brief heeft voor mij de meeste waarde. Want beste Martin, de twee andere zijn van hee- ren en een slimmen intrigante kan een man zoo licht om den tuin leiden. Deze brief is van een da me en het doet me plezier, dat juffrouw French zoo wel met dames als met heer en gewerkt heeft Niet dat ik een oogenblik veronderstel dat Juffrouw French een intrigante is", voegde zij er haastig bij, „ik bedoel alleen maar, dat ik zoo blij ben dat je van die mevrouw Carr zulke uitstekende refe renties hebt". Mevrouw Carr schijnt veel van Juffrouw French gehouden te hebben", zeide hij, den brief nog eens inkijkend, een brief die met een mooie, karakte ristieke vrouwenhand geschreven was. „Ze zegt, zoo als je ziet, dat alleen haar terugkeer naar Indië haar genoodzaakt heeft van haar secretaresse te scheiden, en dat zij haar steeds als een vriendin zal beschou wen. Me dunkt, dat uit den heelen brief duidelijk blijkt, dat juffrouw French en door haai- karakter en door haar capaciteiten buitengewoon geschikt voor mij is, en ik geloof, dat ik van geluk zal kunnen spreken als zij hier wil komen". Twee dagen later kon hij van geluk spreken, want toen kwam het antwoord van juffrouw Bella French waarin zij dankbaar de post van secretaresse op Downhouse aanvaardde en een week daarna ver scheen zij zelf. Er werd een rijtuig gezonden om haar van den trein te halen in Twillsbury, het naaste station en toen zij aankwam, werd zij terstond in de biblio theek gelaten waar juffrouw Holdsworth en haar broer samen thee dronken. En het hart van de vrien delijke goedhartige ietwat ouderwetsche juffrouw Holdsworth werd stormenderhand ingenomen dóór de zeer eenvoudig gekleede jonge dame, die zoo rus tig sprak en haar met iets zachtmoedigs, haast iets smeekends in haar blauwe oogen aankeek. „Hoe vriendelijk en eenvoudig en zoo absoluut niet dat onverdragelijke type van de moderne vrouw", dacht juffrouw Holdsworth in stilte, terwijl zij luis terde naar de bescheiden antwoorden op haar broe ders vragen. „En geen mal kapsel, geen gefriseerde haren, en ook niet zoo'n dwaas, nieuwmodisch toi let", was haar tweede gedachte, terwijl ze met wel gevallen het blauw serge wandelcostuum met de nette witte blouse monsterde, alles klaarblijkelijk gemaakt gekocht, wat aan de goedkoope stof en het minder fraaie snit duidelijk merkbaar was. Maar juist die eenvoud deed juffrouw Holdsworth aange naam aan, evenzeer als het kleine zwarte hoedje met een roset van tulle als eenige garneering, en het gladgekamde haar dat van achteren in een knot werd saamgehouden. Toen even later de nieuwe secre taresse alleen stond in de slaapkamer, waarheen de oude dame haar zelf gebracht had, bekeek zij zich in den grooten spiegel met een gemengde uitdruk king van ergernis en triomf in haar oogen, de triomf van de actrice, die haar rol prachtig gespeeld heeft en ten slotte heb ik een tijdperk doorgemaakt waaJ" in ik geregeld leed aan maagkrampen, benauwd heid, bevingen en hoofdpijnen. Ik gevoelde mij le deren dag zwakker. Toen heb ik gelukkig de Pink Pillen genomen en ze hebben mij zooveel goed ge daan, dat ik mijn werk niet heb behoeven te onder breken. Steeds doorwerkende heb ik de behandeling voortgezet Mijne ongemakken zijn verminderd en weldra verdwenen. Ik ben op het oogenblik zeer gezond", Als men opstaat, verliest men zijn plaats, zegt het spreekwoord. Als men voor zijn dagelijkse!? brood werkt is het ook niet goed zijn plaats te verlaten, zelfs niet wegens ziekte. Het werk wacht niet en al9 men zich wederom voor zijn werk aan biedt aan het atelier loopt men groot gevaar zijn betrekking vervuld te Wen. Als de Pink Pillen zoo waardevol zijn voor de bloedarmen, dan is dat we gens de snelle bijna onmiddellijke uitwerking. Zij houden U op de been en bewerken tevens Uw vol slagen genezing. Daar de behandeling tot geen en kele speciale leefwijze verplicht en het slechts noodig is enkele pillen per dag te nemen, kan men zich ge makkelijk verzorgen, zonder zijne bezigheden of stu diën te verlaten. De Pink Pillen zijn het krachtigste geneesmiddel tegen bloedarmoede, bleekzucht, algemeene zwakte, maagpijnen, hoofdpijnen, zenuwzwakte en neuras thenie. Zij verrijken en zuiveren het bloed en wek ken de zenuwen op. De Pink Pillen zijn verkrijgbaar fl.75 de doos, en f 9.de zes doozen bij het Hoofddepot der Pink Pillen, Da Costakade 15, Amsterdam. Te Schagen bij J. Rotgans, Molenstr. C 14 en ver der bij verschillende apothekers en goede drogisten. Baarn, 2 December 1910. H Gaat slecht met de Engelsche couranten. 2 De cember, en nog steeds heb ik de Observer van 26 November niet ontvangen. Punch laat ook op zich wachten. En het ergste is, dat in dezen tijd, waarin je van alle kanten tot zuinigheid wordt aangemaand, het wegblijven van die bladen je nog niet eens de voldoening verschaft, dat je 32 X cent hebt uitge wonnen, twee dubbeltjes voor de kranten en 12X cent voor de port Want de Engelschen mogen be weren, dat wij, Hollanders, voor onze waar altijd te veel vragen: In matters of commerce the fault of the Dutch' Is offering too little 'and asking too much, zelf zijn ze aan die kwaal ook niet vreemd. Toen lk eenige maanden geleden aan mijn boekhandelaar in Chlswick schreef, of hij mij bovengenoemde week bladen geregeld op wilde sturen, schreef hij terug en we hadden bijna vijf jaar samen zaken ge daan dat hij daartoe heel gaarne bereid was, mits ik tot Januari vooruit betaalde, port, kranten, enz. Bovendien scheen hij mij nog eenige shillingen extra in rekening te brengen, voor de moeite, en op mijn aanmerkingen dienaangaande is hij mij steeds het antwoord schuldig gebleven. Wat ik maar op oor logsoverspanning heb geschreven. Dus de waar is betaald en verschijnt niet, of als ze verschijnt ten slotte, is ze bijna waardeloos ge worden door ouderdom. Als lk nu. erg verstandig ben, ga ik bezuinigen, door geen geld op te zen den voor het abonnement na Januari, maar ik twij fel, helaas, of ik daartoe wel zal overgaan. Bezui nigen op gas moeten we ook~al. De gemeente Baarn gunt ons maar 50 kub. M. in de maand voor den normalen prijs van 7 cent, Daarboven tot 100 kub. M. betaal je 9 cent en voor elke kub. M. meer zelfs 14 cent. We zullen maar bij kaarslicht gaan zitten binnenkort, tot ook de kaarsen niet meer te betalen zijn. Wat dan? Zuiniger en zuiniger worden is het wachtwoord. Och, dat beeft ook zijn eigenaardige genoegens. De meesten van ons hebben zelfs een meer of minder grooten aanleg,in die richting. Zelf bespaar ik steeds trouw de meest uiteenloopende dingen, als oude spij kers, rechte en kromme, uitgesleten moertjes, on bruikbare sigarenpijpjes, gebroken horloges, vérgaan ventielslang, microscopisch kleine potloodstompjes, blaadjes van een scheurkalender, en meer dergelijke nuttige zaken, in de hoop, dat ze me eens te pas zullen komen. Ze liggen in de middelste en grootste la van mijn bureau. Tot dusver hebben ze geen dienst gedaan, maar wat niet is, kan komen. Ben ik de eenige, die op dat punt een beetje het afmaken van den zin zal ik maar aan de be leefdheid van mijn lezers overlaten. Gelukkig niet Wie kent dat eenvoudig geschreven, echt natuur lijke boek van Mrs. Gaskell, Cranford? 't Is al ruim zestig jaar oud, maar ik kan ieder aanraden er ken nis mee te maken. Mrjs. Gaskell was ook op de hoog te van de zuinigheid, waarover ik sprak. In Hoofd stuk V van Cranford zegt zij: „Ik heb vaak opgemerkt, dat bijna ieder mensch er zijn eigen persoonlijke, kleine bezuinigingen op na houdt zorgvuldige gewoonten om op een of an dere wijze deelen van pennies te besparen en dat het verstoren van deze gewoonten hem meer hindert dan het uitgeven van shillingen of ponden, voor totaal onnoodlge dingen. Een kennis van mij hoewel zij arm was en dikwijls groote moeite had om rond te komen. Maar in die dagen der dan altijd nog bittere tranen om haar lieveling, want zij wist niets, letterlijk niets van haar omstan digheden af. De vader was om dien tijd zoo moge lijk nog meer gesloten en in zichzelven gekeerd. Het eenige genot, dat de rijke vrouw zich nu nog funde, was de arrnen ruim te bedenken; en, als zij aar dan met bewogen gemoed dank zeggen voor haar weldaden, zei ze enkel: ,,Bidt voor mijn arm kind, dat misschien even arm als gij in de wijde wereld rondzwerft; dit fe de eenige dame, dien ik van U verlang." Op den avond, dat onze vertelling begint den tien den gedenkdag van Gertrude's vlucht mt het ouder lijk nu is, was de Arme Moeder toch al bijzonder weemoedig gestemd. Zij had een nog grooter aantal armen, en zoo mogelijk nog ruimer dan anders be dacht Maar ook haar gedrukten echtgenoot had zij zoo graag een vreugde wiilien bereiden. Daarom heeft zij van allerlei ingekocht, waarmee zij denkt hem genoegen te doen; en zij heeft dit weer op een tafeltje bij elkaar gezet, net als vroeger. Maar dan ineens bedenkt zij, dat het mogelijk haar man wel onaangenaam kon aandoen, en om dit te voorkomen, wil zij hem dan althans voorbereiden. De oude heer zit daarnaast in het hoekje van den haard en tuurt met sombere blikken in de grillige vlammen. „Beste Ferdinand", begint ze, terwijl zij hem lief- koozend de hand op den schouder legt, ,,mag ik je eens iets voorstellen f' „Waarom niet?" klinkt de onverschillige wedervraag En de oude heer blijft precies in dezelfde houding! zitten. „je weet: we hebben in zoo lang geen Sint Nico laas meer gevierd,' waagt zij het weer. „Ik dacht, gat je aan dit laatste feest, nu tien iaar geleden, wei zoo'n onaangename herinnering zoudt hebben, dat je alle lust ter verdere viering voorgoed vatgaan zou zijn." „Ik had-je zoo graag eens een vreugde bereid"; zegt zij zacht, als had zij die bittere toespelling niet gehoord. „Daarom heb "ik het een en ander voor je gekocht en ook zelfs wat voor je gemaakt, in zoover mijn gezicht dit toeliet. Hiernaast ligt alles Klaar. Kom je eens kijken f' „Vrouw als je mij nog een beetje lief hebt, en als je mijn stemming voor vanavond niet heelemaal be derven wilt, dan spreek je mij geen woord meer over dit alles." Driftig springt de oude heer op met groote schreden stapt hij net vertrek op en neer. „Maar Ferdinand. heb je dat nu nog niet voor mij over?" vraagt zij met tranen in de oogen. „Geen wootrd daar meer van, of ik loop het huis uit I" roept hij, als zijn vrouw snikkend "net tertrek verlaat, 't Is of al de opgekropte drift van die tien jaren nu lucht moet krijgen; en nog lang duurt het., eer hij zich weer in zooverre hersteld heeft, dat hij zijn plekje naast de schoorsteen kan innemen, Zijn vrouw is intusschen weer den salon binnengegaan en heeft daar de cadeautjes van de tafel genomen, die zij maar zoo ver mogelijk ergens in een kast opge borgen heeft, dat hij ze vooral niet meer ontdekken zal, opdat zijn drift niet meer gewekt worde. Intusschen heeft er eeii rijtuig stil gehouden voot de deur en is Martijn de oude getrouwe, geruischloos een salon hinfiengetreden, waar Mevrouw bezig was, de Sint Nicolaastafel op te ruimen. Er waren vreemden, zei hij; hij had ze beneden., in de spreekkamer gelaten; of Mevrouw misschien ook even daar komen wilde? Ten zeerste verbaasd volgde zij den ouden man en een oogenblik later weerklinkt er een luide vreugde kreet, gevolgd door onderdrukt gesnik. De 'oude heer heeft niets van dit alles gemerkt; zijn gedachten zijn van zoo droeven aard. dat hij ge heel ongevoelig is voor indrukken van de buitenwereld; wél schijnt hij af en toe al zijn zelfbeheersohing noodig te hebben, om een opkomende driftbui te betoomen. Een half uur mag zoo verloopen zijn, toen er zachtjes aan de deur van zijn kamer werd geklopt en twee alleraardigste kinderen, een jongen van negen en een meisje van zoowat zeven jaar, stilletjes binnen)- gestapt kwamen. En de oude heer schrikt letterlijk op, toen de kleine jongen door een vriendelijk „Goe den avond" blijk geeft van zijn aanwezigheid. Wat doen jullie hier", roept hij verrast. De kinderen schrikten bij die barsche vraag, en het meisje toont veel lust, weer dadelijk weg te loopen. Maar de kleine jongen, die iets vastberadens heefil in zijn heele optreden, pakt zijn zusje bij den arm en fluistert haar toe: „Schaam je je niet! Mama heeft immers gezegd, dat Grootpa zoo goed was? En nu zou je nog zoo wegloopen, zonder hem ons St Nicólaascadeautje te geven?" „Wat is dat toch voor een comedie?*" roept de oude heer, „ii kan jullie niet en ik wil jullie ook met kennen? Wie heeft je hier binnengelaten?" „Wat, wilt U ons niet kennen' En u is toch onze Grootpapa?" roept het ventje verontwaardigd, haast uitdagend. „Ik heet Ferdinand Bambard en naar u ben ik zoo genoemd. Zij is mijn zusje en zij heet Marie Bernhard. Wij zijn heelemaal uit Amerika hier overgekomen, omdat Moeder zoo naar u verlangde. Op het blaadje, dat zij hier hij zich heeft, staat het huis waar wij woonden. Dat heb ik zoo geteekend en dat randje er om heeft Zus gekleurd. Dat is voor u, Grootpe I1' Terwijl de kleine iongen dit alles zegt, heeft de oude heer zich onwillig afgewend. Een oogenblik leek net of de ontroering hem te sterk zou worden en of er een verzoenende gedachte bij hem opkwam. Maar dat was toch maar een on deelbaar oogenblik. Toen streek de oude heer zich over de oogen, stampte geweldig op den grond en riep ons tweetal toe: „Gauw, maakt dat je weg komt! Ik wil jullje niet langer zien of hooren. Zeg maar aan je moeder, dat ik naar uit mijn hart en uit mijn geheugen gebannen beb. Nu waarschijnlijk de nood haar dringt, ja nu kan ze wel aan haar eigen vader denken. Maar dat had ze al tien jaar eerder moeten doen. Zegt haar dat maar en... gaat dan bij anderen bedelen!" „Bedelen?.,.. Maar we hoeven niet te bedelen!" klinkt het trots van kleinen Ferdinand. „We hebben daar ginds in Amerika net zulke mooie kamers gehad als hier en Fa pa heeft zelf dikwijls gezegd, dat hij veel meern geld verdiénde dan we eigenlijK wel noodig hadden. Maar mama heeft net zoo lang gebeden en gesmeekt, tot Papa zei„Nu goed dan. We zullen de reis ondernemen. God geve, dat er zegen op rust!" En toen eerst is Mama weer vroolijk geworden em heeft ons van u verteld, dat u zoo'n lieve man was. Maar mama heeft gejokt: U bent geen goede manl," En zich tot zijn zusje wendend: „Kom Marie. huil maar niet meer i Mama heeft ons gezegd, dat we naar Amerika terugkeereu; als Grootpapa nog altijd boos is. En hij wil ons met eens zien. Dan gaan we maar dadelijk I Marietje fiet zich dit niet tweemaal zeggen. Reeds is zij naar de deur geloopen; en Ferdinand haar ach terna. Nog eens keert hij zich om naar zijn Groot vader en toen hij den ouden man daar ziet zitten met droevig gebogen hoofd, en de handen voor de oogen, keert hij met één sprong weer terug, staat aan zijn knieën, en roept: Maar, arme, lieve Grootvader!...^" Dan éindelijk smelt de ijskorst om het hart van den ouden ïnan en snikkend spreekt hij Blijft bij mij' kinderen! Blijft bij mij". Nauwelijks heeft de verzoenende uitnoodiging ge klonken, of de vrouw des huizes treedt nu ook binnen, met Getrude en haar man, en die werpen zich knie lend aan zijn voeten. Woorden heeft de nu toch ge lukkige Grootvader niet; slechts breidt hii zegenend de handen uit over de hoofden van de knielenden:; vergeten is zijn vadervloek en alle onrecht is vergeven! Eindelijk trekt "de oude Mevrouw haar man bij de haard en vraagt glimlachend„Mag ik nu de Sint Nico laastafel laten zien?" „In GodsnaanT', antwoordt hij; eveneens glimlachend door zijn tranen heen. De deuren van den salon gaan open, een zee van licht stroomt naar binnen en,de kleinkinderen juichen: „O, Grootma, O Grootpa I Nu gaan we niet meer naar Amerika terug I" Thans vertelt ons een jeugdige naaister veel goeds van de Pink Pillen. Mej. Renée Manin, wonende te Lyon, rue de 1'Abondance 75, was er volgens de volks uitdrukking, slecht aan toe, maar een behandeling van eenige dagen met de uitstekende Pink Pillen is voldoende geweest om alle ongemakken, die haar het werk bemoeilijkten, te verzachten, te verminde ren en te verjagen. Zij schrijft ons: „Gelijk aan vele mijner vriendinnen hebben Uw Pink Pillen ook aan mij mijne gezondheid terug gegeven. Als ik dit uitstekende geneesmiddel niet gevonden had, zou ik zeer zeker verplicht zijn geweest allen arbeid te staken, want ik kon niet meer. Ik zou U niet kunnen zeggen hoe ik bloed arm was geworden; dat gebeurt langzaam aan en ik had er niet op gelet Ik gevoelde mij somtijds zéér vermoeid, ik was bleek en mager geworden. Den eenen dag gevoelde ik mij goed en den volgen den dag gevoelde ik mij slecht De minder goede da gen werden talrijker, volgden elkander sneller op ALKMAARSCHE OVERAL VERKRIJGBAAR. „Een uitstekende grime, beste meid, en ongeëven aard monsterlijk", zeide zij, haar spiegelbeeld toe sprekende, terwijl zij de pennen uit haar hoed trok en het hoofddeksel met een verachterlijk gebaar op het bed gooide. „Afschuwelijk ding", voegde zij er bij met een blik vol afkeer naar het bescheiden hoedje, „ik geloof niet, dat een keukenmeid, die zich ook maar een beetje voelt, zoo iets op haar hoofd zou zetten. En wat jou betreft, je beste vrienden zouden je niet herkennen", vervolgde zij, terwijl ze zichzelf in den spiegel toeknikte en haar haar nog wat gladder streek, ,,'t Is te hopen, dat de zaak al die moeite waard zal blijken! Ik zou heusch zelf niet weten, dat ik Bertha Tarnley was, als ik me zoo op straat tegenkwam. Nu, als ik mijn waardigen patroon er toe kan brengen, den ongehuwden staat om mijnentwil op te geven, dan heb lk er dit alles wel voor over. We zullen zien! Bernard heeft me hierheen gestuurd met een bepaald doel, maar als ik voor me zelf ook Iets tot stand kon brengen, be halve hem in zijn finantieele operaties te helpen, dan zou ik wel gek zijn, als ik 't niet deed". Zij lachte even, zacht en welvoldaan, terwijl ze haar koffer uitpakte en haar kleeren opborg. En toen ze daarna haar kleinen voorraad ondergoed bekeek, zet te zij haar alleenspraak weer voort. „Een geluk, dat ik die oude, simpele prullen nog had! Mijn fijn linnen en batist met kanten en bor duursels zou heelemaal niet passen bij het eenvou dige secretaresje. En de initialen van Bertha Tarn ley kunnen heerlijk dienst doen voor Bella Trench. Zoo is dus alles prachtig in orde. En die waardige juffrouw Mary kan ik om mijn vinger winden, en haar niet minder waardigen broer dito dito". HOOFDSTUK XV. De dagen waren weken gewordep, de weken maan den, en in 't begin van Augustus begon Betty Cle- vedale langzamerhand te herstellen van haar lange, ernstige ziekte, Wel was zij nog maar een schaduw van de vroegere Betty, een klein, mager figuurtje, een klein smal gezichtje, waar de lieve bruine oogen te groot voor schenen, .waarin de vriendelijke mond iets droefs had, die de geheele uitdrukking verander de. Het was niet meer hetzelfde jonge vrouwtje, dat Martin Holdsworth in het kleine huisje aan de ri vier had gevonden op dien dag in April, die nu al zoo ver af scheen, toen hij haar den dood van haar man kwam mededeelen. In de dagen, dat zij in haar huisje bij de wieg van haar kind zat, had zij vroolijke liedjes gezongen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1916 | | pagina 5