Verzekering Maatschappij „West-
Friesland",
NIEUWJAARSGROETEN
Het Geheime Huwelijk
Kassier,
WOENSDAG 27 DECEMBER 1916.
69ste Jaargang. No. 6926.
Ingezonden Stukken.
FEUILLETON.
Binnenlandsch Nieuws.
TTitcrovoro TRAPMAN Ar Ci\ 1 Prgs per 3 maanden f 95 per post f 1.10. Losse nummers 6 et
SCHAGEN, LAAN D 5. Int. Telnph. No. 20. j 6 et (Bewijsno. inbegrepen). Groote lett. worden naar plaatsr. berek
In ons blad van 30 December beslaat weder
om geleoenheid tot het plaatsen van een Nieuw*
iaarswensch aan Familie, Vrienden, Kennissen en
Begunstigers
tegen contonle betaling van 30 cent
(hoogstens 5 regels. Elke regel meer
6 cent).
Opgave kan ook geschieden aan beeren brie*
vengaarders ol agenten.
DE UITGEVERS.
J. IGESZ.
MARKTPLAATS A 88
SCHAGEN.
Deposito's, Rekeningcourant, Credieten, Hypotheken, Effec
ten voor geldbelegging, Coupons, Incasseeringen, Assurantiën,
Inschrijving op elke nieuwe leening, franco provisie.
te Alkmaar, Spoorstraat 68.
Verzekert werkgevers teoen ziekle- .en ongevallen-
schade van personeel en eigen zaken driivenden
voor zicbzeli.
AGENTEN GEVRAAGD.
Wordt vervolgd.
SGlAiER
Alpien Niens-
Dit blad verschijnt viermaal per week Dinsdag, Woensdag
Donderdag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 9 ure wor
den A.DVERTENTIEN in het eerst uitkomond nummer geplaatst.
COURANT.
Aiteneitie- LnilnvlUl
UUge\eiS. 1 LvArMAIN CL OO. i ADVERTENTIES van 1 tot regels f 0.35, iedere regel meer
Schagen, 23 December 1916.
Mhnheer de Redacteur,
Mag ik beleefd verzoeken het volgende te plaatsen.
Naar aanleiding van het ingezonden stuk van den
heer Langenegger en Uw antwoord daarop, kan ik
niet nalaten ook hierover het mijne te zeggen. In
den eersten plaats ben ik het met mijn colega volko
men eens, en in den tweeden plaats kan ik uit Uw
antwoord niet anders opmaken, als een verkeerde ver
standhouding tusschen U en den heer Langenegger.
Waar gaat het over, gasbesparing niet waar? En wie
zou nu het meeste gas verbruiken in Schagen? Welnu,
laat dan de zakenmens chen dó ér een licht branden,
waar zij hun brood moeten verdienen, en vervolgens
hun belasting van moeten betalen, gebruiken zij te
veel dan wijst de meter dat wal uit, wat de heer Lan-
ganegger zoo terecht zegt Wat uw bewering betreft
aangaande het koken en braden zou ik zeggen schoen
maker houdt je bij je leest, of houdt U wel van
restjes? die maak je soms den vorigen dag .al klaar.
Wat Uw gebrek aan werkkrachten aangaat, waérvoor
U ons zoudt *willen gebruiken, heb ik geen behoefte
aan, dan kan ik wel gaan tumspitten, indien, zooals
U meent, ik te veel legen tijd neb.
Met dank voor de plaatsing.
Mijnheer de Redacteur,
Gaarne een enkel woordje naar aanleiding van Uw
onderschrift op het door mij ingezonden»
Meermalen neb ik van U de uitdrukking gelezen
in verslagen van Raadszittingen, b.v.U gaat bezij
den mijne opmerking U beantwoordt mijn vraag niet.
Nu kan ik toch zeker met alle rechten van U het
zelfde zeggen. Dat U gas bespaard weet ik wel. Daarom
kon mijn stukje U niet treffen. -
De noemde ook geen namen, maar gaf slechts een
paar denkbare voorbeelden. Maar de zaak zelve, waar
om het gaat, roert U niet aangasbesparing door
metercontroleering. Dc wil U nog een ander denk
baar voorbeeld geven. Een büiger zonder zaak kan
er gerust op los branden met zijn gas in vestibule,
bovenkamers gangen., enz. Het kost hem maar enkele
centen, als njf niet beneden de 75 pet van verleden
jaar blijft
Is dat tegenover de neringdoenden en hotelhouders,
die gedwongen worden gas te besparen in hun
zaak billijk?
Controleer de meters en sluit af wie zijn portie
gss van 75 pet b.v gehad heeft Dat is recht en uit
voerbaar In een kleine gemeente als de onze.
Dan ook draagt ieder gasverbruiker de last van dezen
tijd Maar laat toch ieder zakenman waar hij dat
mat reden vraagt besparen waar hij dat wil, in
zijn huiskamer of ra zijn keuken of op zijn gangen.
Dan schaadt men toch het minst het bedrijf waar ieder
zijn geld in verdienen moet
Dat U van een hotel geen begrip heeft, neem ik
L. G.
door
MOBERLY.
17.
Of hij hem wilde exeüseeren? Rawson moest In
wendig lachen over het slagen van zijn list Het liep
alles veel mooier dan hij had kunnen denken! Want
Bond had nauwelijks de deur gesloten of de bezoe
ker stond op, ging naar he schrijfbureau en keek de
brieven die er lagen na met een snelheid en een ze
kerheid, die toonde, dat zulk werk hem niet vreemd
was.
„Hij heeft de brieven van haar in zijn zak, als
ze hem ten minste schrijft, of achter slot", mompel
de hij. „Aha, een boekje, met adressen!" En hij haal
de een klein grijs notitieboekje uit een der bakjes
van het bureau. Maar de naam, dien hij zocht, stond
er niet i nen hij legde het boekje weer neer met een
uitroep van ongeduld.
„Allicht zit het adres in dat loketje, waar hij den
sleutel vergeten heeft af te nemen", zeide hij grijn
zend en op 't zelfde oogenblik opende de handige,
brutale indringer het kleine middelste loketje van
het bureau. Er was geen oogenblik te verliezen, dat
begreep hij en gespannen luisterde hij, of hij Bond's
voetstappen niet in de gang hoorde. Gelukkig voor
hem, dacht hij, dat die voetstappen al in de verte
hoorbaar zouden zijn en Rawson zegende de instel
ling, die steenen gangen zonder loopers in een zie
kenhuis regel maakte. Een paar kasboeken, een
P&ar brieven, een klein notitiehoekje, dat was al
wat hij vond. Een vluchtige blik in het boekje, en
toen legde hij het haastig weer weg. Hij had gevon
den, wat hij noodig had.
„Ik dacht wel, dat hij zoo zou zijn", mompelde
hij. „Die methodische menschen schrijven alle adres
sen altijd op. 't Is alleen maar de quaestie er ach
ter te komen, waarin. Die ezel van een Duncan had
het even gemakkelijk te weten kunnen komen als
ik, maar 't is me heel aangenaam, dat hij eenig ver
trouwen heeft gesteld in mijn speurzin, anders zou
ik niet meegedeeld hebben, als hij aan „den schat
van Macpherson" begon. Duncan is er de man niet
naar, een ander iets mee te geven, als hij 't met ge
voeg kan laten, maar nu ik gevonden heb, wat hij
U niet kwalijk. Maar van gasbesparing dient U als
lid der gas commissie toch wel eenig verstand te hebben.
En daarom zou ik graag een antwoord van U willen
hebben dat niet bezijden mijn vraag gaat
Op Uw hatelijkheden op hotelhouders en onderwij
zers ga ik natuurlijk niet in. Ook die hatelijkheden
beantwoorden mijn vraag niet
Met dank voor de plaatsing.
S. LANGENEGGER.
Schagen, 33 Dee. 1916.
Jawel, mijnheer Langenegger noemde geen namen,
gaf maar een voorbeeld aan, wist wel dat de druk
ker gas bsepaarde maar was toch maar heel aar
dig bezig, dien drukker als publiek persoon in een
verkeerd daglicht te plaatsen, zijn handelingen ver
dacht te maken. En om nu zoo'n doodonschuldig ge
zicht te zetten, amice, dat gaat niet op hoor, de op
zet was al te doorzichtig om niet begrepen te wor
den. Men moet niet vergeten dat wie kaatst, den
bal moet verwachten. Verontwaardiging te toonen
als men zelf even op de hak wordt genomen, dat
is in zulk een geval al zeer misplaatst De druk
ker hteft geantwoord als verdiend .was.
Nu ls uw schrijven zakelijk en richt u een vraag
tot mij als gascommlssielid, die u daarop met ge
noegen zal antwoorden, mede omdat mijnheer Lan
genegger en dat gascommlssielid het in veel opzich
ten wel eens zijn.
Gasprijsverhooging heb ik van den beginne af uit
den booze geacht, juist omdat dit een zoo onrecht
vaardige vrijheid opent voor de menschen met „de
portemonnaie", en die het absoluut niet kan sche
len of zij dat kleine bedrag per maand meer aan
gas moeten betalen. Het logisch gevolg van dit
standpunt is, dat men ook voorstander moet zijn van
verschillende dwingende bepalingen ook tegen
over particulieren. Immers het is thans on
rechtvaardig, dat terwijl leder zakenman verplicht
wordt zijn gaslicht om 8 uur uit te doen, de par-
culier zijn huis in volle gloria kan houden. Tegen
over den zakenman vanwege de toeziende gemeente
autoriteit, het dwingende „je moet" terwijl tegen
over de particulieren een „vriendelijk verzoek"
komt of men zal willen meewerken. Ziet u, mijn-
hetr Langenegger, dik onrechtvaardigheid is door
mij vanaf den beginne sterk gevoeld en mijn mee
ning te dien opzichte heb ik nooit onder stoelen of
banken gestoken. U ziet, wij huizen al bijzonder
dicht bij elkaar. Maar of ik met u een a 1 g e m e e-
ne metercontrole zou kunnen aanvaarden,
met bij 75 pet. verbruik, afsluiting van gas daar
op zou ik geen ja durven antwoorden. Ik ben zoo
bevreesd, dat juist zulk een straffe maatregel zoo
diep zou ingrijpen in het zakenleven, ik geloof dat
dit uw systeem meer stagnatie zou geven dan thans
de dwingende maatregelen die zijn uitgevaardigd
Hoe zou bijv. mijnheer Langenegger het vinden, als
hij gedurende het grootste gedeelte van de maand
gas had uitgespaard en hij juist beneden zijn 75 pet.
was gebleven, als dan aan het eind van die maand
door het komen van veel logeergasten, voor wie
veel gekookt en gebraden moet worden, of door een
diner of wat ook, wat heel veel gasverbruik eischt,
die 75 pet. zou worden overschreden? Dat zou vol
gens uw voorstel het gevolg hebben dat uw óf deze
klanten van u zou moeten wegzenden, óf als dat
niet gebeurde, zou de consequentie zijn afsnijding
van het buizennet en uw heele zaak zonder gas.
Dat zou, dunkt mij, veel meer stagnatie geven, veel
meer nadeel dan thans de kleine last van om
10 uur 's avonds geen gas meer. Ik zou nog veel
meer voorbeelden kunnen opnoemen, ook uit mijn
eigen en anderer zaak. Want men vergete niet, dat
die 25 pet. besparen lang niet gemakkelijk zal gaan
en ik durf nog niet beweren, of het algemeen ook
voor de zakenmensehen wel zal gelukken dit pet. te
bereiken, 'tls toch eenmaal een feit, dat een zaak
zich niet met een potlood en papiertje laat afteeke-
nen, maar dat juist op het onverwachtst men voor
verrassingen komt te staan, die men maar niet van
J. Schoort Pz.,
Agenten Min o.a.Joh». Veerman. Aartswoud; D.
Schenk en' Jb. Helder KzAlkmaar; N. Dubbelman.
Barsingerhorn; P. Swart. Dirkshorn; A. Kwantes Hu-
go waard. L. Mantel. Hensbroek; F. de Beurs, Juliana-
dorp; F. Koster Hz., Nieuwesluis; C. Goet Jz.. N.
Niedorp; M. Kooijman, O. Niedorp; K. Paarlberg.
Oudesluis; C. Rempt, Oudkarspel D. Barten Wz.. St.
Maarten. Stroet; A. C. Kroon. Obdam; Th. Paauw,
Schagen; A. Schenk en A. L Zuidscherwoude, Schager-
brug; Jb. Kager Hz Schoorl; K. K. de Geus, Wart
menhuizen; E. J. Baijs, Wieringen; J. Kroon Jbz..
Winkel; P. Nooij, Wienngerwaard; P. Klerk Hz., te
Sint Maartensbrug.
noodig heeft, kan hij het onmogelijk laten. Ik moet
nu mijn deel van 't lekkers hebben, en dat zal ik
ook."
Die gedachten gingen Rawson met bliksemsnelheid
door 't hoofd, en toen Bond de kamer weer bin
nenkwam, vond hij zijn bezoeker rustig op den stoel
zitten, waar hij hem verlaten had, oogenschijnlijk
verdiept in een boek, dat hij van de tafel had ge
nomen.
„Het spijt me u te moeten zeggen, dat er geen
zuster Brenside in 't ziekenhuis is", zeide de dok
ter. „Uw kennis is zeker in een andere stad ver
pleegster. Maar u sprak er van, dat u deze inrich
ting gaarne eens wilde zien, omdat ze zoo geheel op
moderne leest geschoeid is. Ik heb op het oogen
blik wel een half uurtje beschikbaar en zal u gaarne
tot gids dienen".
Rawson nam dankbaar de uitnoodiging aan eti
gedurende den rondgang maakte hij door zijn in
telligente en geestdriftige opmerkingen een bijzonder
gunstigen indruk op den dokter. Zij waren bijna
't geheele huis rondgeweest, toen de portier haastig
aan kwam loopen en zich tot den dokter wendde
met de mededeeling;
„Er wordt naar u gezocht. Er is iemand binnen
gebracht, die een leelijk ongeluk heeft gekregep,
met het afrijden van een gevaarlijke helling van de
fiets gevallen".
„Het spijt me, dat ik u weg moet zenden", zei
de dokter Bond tegen Rawson, „maar ik moet ter
stond naar den patiënt gaan zien. Als er verder
nog iets is, dat u verlangt te weten over de in
richting, schrijft u 't me dan; dan zal ik 't u gaarne
meedeelen".
„Ik geloof, dat ik alles weet; wat ik gaarne zou
weten", antwoordde Rawson ernstig, maar toen hij
op straat stond, lachte hij zacht.
„Ik weet nu alles wat ik weten wilde, maar niet
precies op de manier, die jij bedoelt, beste kerel",
zeide hij, „en ik ben je ontzaglijk verplicht, meer
dan je je verbeelden kunt".
Bond haastte zich intusschen naar den nieuwen
patiënt en na een zeer oppervlakkig onderzoek van
den bewusteloos neerliggenden man, beval hij, hem
naar de zaal te brengen, die voor ongelukkigen be
stemd was. Daar stond hij een oogenblik later naast
het bleeke, roerlooze gezicht op het kussen. Het
was dat van een man tusschen de dertig en vijf en
dertig jaar en in dezen toestand van bewustelóosheid
kwamen de zwakke lijnen van den mond en de kin
huis kan zenden.
U ziet, mijnheer Langenegger, dat mijn optre
den in de „gasgeschiedenis" niet was een gevolg
van: Jongen, nu hebben wij eens iets prachtigs uit
gevonden!" o jé neen. Ik weet heel goed, dat
aan de regeling van thans bezwaren verbonden zijn,
dat deze last veroorzaakt, ook dat die regeling niet
is zooals ik die wel zou gewenscht hebben, maar
aan elke regeling zitten bezwaren vast, maar men
heeft ér alleen op te letten als gemeentebestuur:
hoe geeft het aan het algemeen de minste scha
de. En als er dan zooals thans het geval was een
regeling was vastgesteld, dan is het ook een plicht
der rechtvaardigheid en billijkheid, dat die ook voor
allen op dezelfde wijze wordt i^itgevoerd. Nu moet
ook bij u om 10 uur de gaslamp uit. Waarom? Och,
niet omdat ik u om 10 uur dat licht misgun, of u
onvriendschappelijk gezind ben, zooals de heer
Igesz in zijn stukje laat doorschemeren, verre van
dat Neen, alleen omdat het geen pas geeft dat u
een voorrecht geniet boven anderen, die even goed
•lijden onder de bepalingen. Waarom zal het, om
maar eens weer een voorbeeld te noemen, u en nog
een societeit-caféhouder op Zaterdagavond geoor
loofd zijn gas te branden, na 10 uur, terwijl an
dere caféhouders met drukker café-bezoek dit op
Zondagavond verboden wordt? Tot zulke grove on
billijkheden kwam men thans met die uitzonderin
gen, en dat geeft geen pas. In een gemeente is de
eenige goede stelregel: gelijke monniken^ gelijke
kappen.
Mijnheer de Redacteur!
Naar aanleiding der laatst gehouden Raadsverga
dering te Schagen, datum 20 December j.1., verzoe
ken ondergeteekenden een kleine plaatsruimte in
uw blad. Bij voorbaat onzen dank.
„Het is van algemeene bekendheid, dat de heer
P. Trapman zijn ontslag als lid van den Raad van
Schagen aankondigde in zijn courant v&n Dinsdag
12 December j.L
Twee dagen later vermelde de Schager Courant,
dat de heer Trapman zijn ontslagaanvrage had in
getrokken.
Met verbazing hebben wij dan ook de bovenge
noemde Raadsvergadering gevolgd, aangezSien de
heer Trapman hier weer als raadslid zitting had,
terwijl van de behandeling van de twee bovenge
noemde missives hoegenaamd niets is gebleken, en
ook geen der heeren raadsleden hierover heeft ge
sproken.
Naar onze meening ls hier een groote fout be
gaan. Niet, dat wij het als een persoonlijk feit wil
len voorstellen, doch het gaat hier om het recht van
de kiezers.
De heer Trapman heeft officieel bedankt; en kan
dus niet meer op zijn ontslag terugkomen, alzoo
moet een nieuwe verkiezing uitspraak doen: Wil de
heer Trapman zich weder candidaat laten stellen,
dan ls het goed, maar om zoo maar als een kwa
jongen eerst te bedanken, en dan later daar weer
op terug te komen, dit is volgens onze meening een
raadslid niet waardig. Ook gelooven wij, dat, wan
neer bovengenoemde handelingen, ^Gedeputeerde
Staten" ter lezing krijgen, deze hier beslist geen ge
noegen mede zullen nemen, en den kiezers dan ook
uitspraak laten doen.
Dankend voor de plaatsing,
Eenige Kiezers van Schagen".
Bovenstaand episteltje vonden wij in de Zijper'
Courant van Zaterdagavond. Wij willen onze le
zers deze lectuur niet onthouden. Het spijt ons dat
de inzenders het niet aan de Schager ter plaatsing
hebben aangeboden en zoodoende met open vizier
deze strijdvraag willen uitmaken.
't Spreekt vanzelf, waar de heeren te laf zijn zich
verantwoordelijk te stellen voor hun beweren en ver-
dachtmaken hier hun eenige drijfveer blijkt te zijn,
goed fatsoen ons weerhoudt er verder op in te
gaan. M
Jammer zou het echter zijn, als Ged. Staten niet
op de hoogte zouden worden gesteld met het ge
beurde de zaak lijkt ons interessant genoeg om
een onderzoek aan dit college te vragen.
Ons wordt zooeven meegedeeld, dat reeds door de
heeren J. Helder, S .Langenegger, M. Visser e.a. een
adres naar Ged. Staten ls verzonden.
ANNA PAULOWNA.
Zondagavond 24 December hield de af& „Anna Pau-
lowna" van de S.D.A.P. een propaganda-vergadering
in het lokaal van den heer G. Borst te Breazand.
De heer D. Koorn deelde in zijn openingswoord
mede. dat teqgevolge van den watersnood, dc propa
ganda een poos had stilgestaan, maar dat men thans
weer met kracht wensent te werken tot bloei der
afdeeling.
Hierop verleemde hij het woord aan den heer J.
H. Huibers van Amsterdam, die tot onderwerp had
gekozen: „Vrede op aarde'', in verband met het Kerst
feest Spreker schetste in schelle kleuren de schrij
nende tegenstelling tusschen vrede en moederweeldë ën
den tegenwoordigen menschonteerenden krijg Het kapi
talisme was, volgens hem, de oorzaak van dezen we-
sterk uit
Hot was overigens een knap en sympathiek ge
zicht. Dat de man zeer ernstig gekwetst was, had
hij reeds gezien en nu wendde hij zich met een be
zorgd gezicht tot de zuster, die naast hem stond.
„Heeft u iets in zijn zakken gevonden, waardoor
we te weten kunnen komen, wie hij is?" vroeg hij, en
eensklaps gingen zijn gedachten terug naar dien
mooien lentedag, eenige maanden geledenk iltoen
Denié Clevedale in deze zelfde zaal gebracht was;
om er te sterven. Margaret had toen naast hem ge
staan, Margaret met haar mooi, sereen gezicht en
haar statige bevalligheid, Margaret, wier geheele per
soonlijkheid de volmaakte tegenstelling was van de
vrouw met het strenge strakke gezicht, die nu zijn
vragen beantwoordde.
„Neen, wij hebben niets gevonden, dat ons op eenig
spoor kon brengen", zeide zuster Joanna; „hij heeft
ook geen woord meer gezegd, nadat hij hier is ge
bracht".
„We moeten zijn familie waarschuwen", antwoord
de Bond. „Hij is heel leelijk te land gekomen, de
arme kerel, en ze moeten zoo gauw mogelijk hier
zijn, als ze hem nog in leven willen zien. Er ia geen
kwestie van dat hij er van op komt. De politie heeft
hem hier gebracht, laat zij dadelijk een onderzoek
instellen, en laten we hopen, dat hij ons iets zal kun
nen vertellen, als hij tot bewustzijn komt Maar
'tis heel goed mogelijk, dat hij dat niet meer doet".
Hij stond nog eenigen tijd de stille gestalte gade
te slaan, die nu reed? zulk een treffende gelijkenis
had met een doode: toen gaf hij eenige aanwijzin
gen over 't geen nog gedaan zou kunnen worden, en
daarop verliet hij de zaal, rijn goede grijze oogen vol
medelijden. Hij was een zeer teergevoelig man. Een
geval als dit trof hem altijd diep en hij kon de herin
nering van dat witte, roerlooze gezicht niet van
zich afzetten. 'Hier werd opnieuw het leven in de
volheid van jeugd en kracht plotseling afgesneden.
Juist zoo was het gegaan met Denis Clevedale een
paar maanden geleden. Waarom moet het zoo zijn,
welke vreemde, verborgen doeleinden lagen achter
zooveel, dat voor het menscbelijk verstand onbegrij
pelijk was. Dat er een doel voor alles bestond, daar
aan twijfelde Bond niet Hij koesterde een eenvoudig
en oprecht geloof in hem, in wiens Vaderhhnd alle
gebeurtenissen en verwikkelingen van ons leven lig
gen, en hij had de onwankelbare overtuiging, dat
alles wat oogenschijnlijk onbegrijpelijk was, toch
volmaakt goed moest zijn. Maar het tragische lot
van den fletser deed hem een oogennblik smartelijk
aan, evenals eèn paar maanden geleden de dood van
Denls Clevedale. Zou deze treurige gebeurtenis ook
zulke vreemde gevolgen na zich sleepen, dacht hij,
terwijl hij voor zijn open raam stond en over de
duinen naar de verre zee staarde. Was er in het le
ven van dezen gekwetste ook een verborgen ge
schiedenis? Iets dat door zijn dood aan het licht zou
komen, zooals de dood Denis Clevedale's huwelijk
met zijn onbegrijpelijke geheimhouding aan het licht
had gebracht? Zou dit ongeluk even vreemde gebeur
tenissen na zich sleepen, als het vorige? Hij stond
nog in gepeins naar de groote schaduwen te staren,
die zich over de duinen uitbreidden en telkens met
gouden vlekken zonlicht afwisselden, toen er aan zijn
deur geklopt werd eh een van de leerling-verpleeg
sters haastig binnentrad.
„Zuster Joanna vroeg of ik u dadfelijk wilde ha
len. De nieuwe patiënt heeft zijn bewustzijn terug
en zij vindt, dat u hem dadelijk zien moet".
Bond haastte zich weer naar den zieke, dien hij
zoo juist verlaten had; hij vond hem met wijdgeopen
de oogen bang voor zich uitstarend; zijn handen be
wogen zich rusteloos over het laken en op zijn ge
zicht lag een uitdrukking van martelenden angst
„Laat haar komen!" die woorden hijgde hij uit met
heesch gefluister en een van de rusteloos bewegen
de handen werd den dokter toegestoken.. „Laat'haar
komen!" herhaalde hij met moeite en pijnlijk hij
gend.
„Natuurlijk zal ze komen", antwoordde Bond op kal
meerenden toon, die zijn uitwerking niet miste op
den gekwetste. „Zeg me, hoe zij heet, dan zal ik
haar dadelijk laten halen. Is het uw vrouw? Zeg me
haar naam en haar adres".
Er kwam iets van kleur op de vaalbleeke wan
gen. De mond met den zwakken trek er om werd
vriendelijk door een flauwen glimlach en de oogen
straalden.
„Ze is van mij", het spreken viel hem hoe lan
ger hoe moeilijker! „Haal Margaret, Margaret
Trevor heet ze. Ze is ook verpleegster zooals de zus
ter, die ik zoo meteen zag, en haar oogen zijn grijs
net sterren en ze heeft de houding van een konin
gin, Margaret Margaret!" Zijn stem stierf weg in
een onverstaanbaar gemompel, zijn rustelooze handen
werden plotseling stil, zijn oogen vielen dicht en
voor Bond nog iets verder had kunnen vragen, had
hij zijn bewustzijn 'weer verloren.