Verzekering Maatschappij „West- Friesland", NIEUWJAARSGROETEN Het Geheime Huwelijk Kassier, WOENSDAG 27 DECEMBER 1916. 69ste Jaargang. No. 6926. Ingezonden Stukken. FEUILLETON. Binnenlandsch Nieuws. TTitcrovoro TRAPMAN Ar Ci\ 1 Prgs per 3 maanden f 95 per post f 1.10. Losse nummers 6 et SCHAGEN, LAAN D 5. Int. Telnph. No. 20. j 6 et (Bewijsno. inbegrepen). Groote lett. worden naar plaatsr. berek In ons blad van 30 December beslaat weder om geleoenheid tot het plaatsen van een Nieuw* iaarswensch aan Familie, Vrienden, Kennissen en Begunstigers tegen contonle betaling van 30 cent (hoogstens 5 regels. Elke regel meer 6 cent). Opgave kan ook geschieden aan beeren brie* vengaarders ol agenten. DE UITGEVERS. J. IGESZ. MARKTPLAATS A 88 SCHAGEN. Deposito's, Rekeningcourant, Credieten, Hypotheken, Effec ten voor geldbelegging, Coupons, Incasseeringen, Assurantiën, Inschrijving op elke nieuwe leening, franco provisie. te Alkmaar, Spoorstraat 68. Verzekert werkgevers teoen ziekle- .en ongevallen- schade van personeel en eigen zaken driivenden voor zicbzeli. AGENTEN GEVRAAGD. Wordt vervolgd. SGlAiER Alpien Niens- Dit blad verschijnt viermaal per week Dinsdag, Woensdag Donderdag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 9 ure wor den A.DVERTENTIEN in het eerst uitkomond nummer geplaatst. COURANT. Aiteneitie- LnilnvlUl UUge\eiS. 1 LvArMAIN CL OO. i ADVERTENTIES van 1 tot regels f 0.35, iedere regel meer Schagen, 23 December 1916. Mhnheer de Redacteur, Mag ik beleefd verzoeken het volgende te plaatsen. Naar aanleiding van het ingezonden stuk van den heer Langenegger en Uw antwoord daarop, kan ik niet nalaten ook hierover het mijne te zeggen. In den eersten plaats ben ik het met mijn colega volko men eens, en in den tweeden plaats kan ik uit Uw antwoord niet anders opmaken, als een verkeerde ver standhouding tusschen U en den heer Langenegger. Waar gaat het over, gasbesparing niet waar? En wie zou nu het meeste gas verbruiken in Schagen? Welnu, laat dan de zakenmens chen dó ér een licht branden, waar zij hun brood moeten verdienen, en vervolgens hun belasting van moeten betalen, gebruiken zij te veel dan wijst de meter dat wal uit, wat de heer Lan- ganegger zoo terecht zegt Wat uw bewering betreft aangaande het koken en braden zou ik zeggen schoen maker houdt je bij je leest, of houdt U wel van restjes? die maak je soms den vorigen dag .al klaar. Wat Uw gebrek aan werkkrachten aangaat, waérvoor U ons zoudt *willen gebruiken, heb ik geen behoefte aan, dan kan ik wel gaan tumspitten, indien, zooals U meent, ik te veel legen tijd neb. Met dank voor de plaatsing. Mijnheer de Redacteur, Gaarne een enkel woordje naar aanleiding van Uw onderschrift op het door mij ingezonden» Meermalen neb ik van U de uitdrukking gelezen in verslagen van Raadszittingen, b.v.U gaat bezij den mijne opmerking U beantwoordt mijn vraag niet. Nu kan ik toch zeker met alle rechten van U het zelfde zeggen. Dat U gas bespaard weet ik wel. Daarom kon mijn stukje U niet treffen. - De noemde ook geen namen, maar gaf slechts een paar denkbare voorbeelden. Maar de zaak zelve, waar om het gaat, roert U niet aangasbesparing door metercontroleering. Dc wil U nog een ander denk baar voorbeeld geven. Een büiger zonder zaak kan er gerust op los branden met zijn gas in vestibule, bovenkamers gangen., enz. Het kost hem maar enkele centen, als njf niet beneden de 75 pet van verleden jaar blijft Is dat tegenover de neringdoenden en hotelhouders, die gedwongen worden gas te besparen in hun zaak billijk? Controleer de meters en sluit af wie zijn portie gss van 75 pet b.v gehad heeft Dat is recht en uit voerbaar In een kleine gemeente als de onze. Dan ook draagt ieder gasverbruiker de last van dezen tijd Maar laat toch ieder zakenman waar hij dat mat reden vraagt besparen waar hij dat wil, in zijn huiskamer of ra zijn keuken of op zijn gangen. Dan schaadt men toch het minst het bedrijf waar ieder zijn geld in verdienen moet Dat U van een hotel geen begrip heeft, neem ik L. G. door MOBERLY. 17. Of hij hem wilde exeüseeren? Rawson moest In wendig lachen over het slagen van zijn list Het liep alles veel mooier dan hij had kunnen denken! Want Bond had nauwelijks de deur gesloten of de bezoe ker stond op, ging naar he schrijfbureau en keek de brieven die er lagen na met een snelheid en een ze kerheid, die toonde, dat zulk werk hem niet vreemd was. „Hij heeft de brieven van haar in zijn zak, als ze hem ten minste schrijft, of achter slot", mompel de hij. „Aha, een boekje, met adressen!" En hij haal de een klein grijs notitieboekje uit een der bakjes van het bureau. Maar de naam, dien hij zocht, stond er niet i nen hij legde het boekje weer neer met een uitroep van ongeduld. „Allicht zit het adres in dat loketje, waar hij den sleutel vergeten heeft af te nemen", zeide hij grijn zend en op 't zelfde oogenblik opende de handige, brutale indringer het kleine middelste loketje van het bureau. Er was geen oogenblik te verliezen, dat begreep hij en gespannen luisterde hij, of hij Bond's voetstappen niet in de gang hoorde. Gelukkig voor hem, dacht hij, dat die voetstappen al in de verte hoorbaar zouden zijn en Rawson zegende de instel ling, die steenen gangen zonder loopers in een zie kenhuis regel maakte. Een paar kasboeken, een P&ar brieven, een klein notitiehoekje, dat was al wat hij vond. Een vluchtige blik in het boekje, en toen legde hij het haastig weer weg. Hij had gevon den, wat hij noodig had. „Ik dacht wel, dat hij zoo zou zijn", mompelde hij. „Die methodische menschen schrijven alle adres sen altijd op. 't Is alleen maar de quaestie er ach ter te komen, waarin. Die ezel van een Duncan had het even gemakkelijk te weten kunnen komen als ik, maar 't is me heel aangenaam, dat hij eenig ver trouwen heeft gesteld in mijn speurzin, anders zou ik niet meegedeeld hebben, als hij aan „den schat van Macpherson" begon. Duncan is er de man niet naar, een ander iets mee te geven, als hij 't met ge voeg kan laten, maar nu ik gevonden heb, wat hij U niet kwalijk. Maar van gasbesparing dient U als lid der gas commissie toch wel eenig verstand te hebben. En daarom zou ik graag een antwoord van U willen hebben dat niet bezijden mijn vraag gaat Op Uw hatelijkheden op hotelhouders en onderwij zers ga ik natuurlijk niet in. Ook die hatelijkheden beantwoorden mijn vraag niet Met dank voor de plaatsing. S. LANGENEGGER. Schagen, 33 Dee. 1916. Jawel, mijnheer Langenegger noemde geen namen, gaf maar een voorbeeld aan, wist wel dat de druk ker gas bsepaarde maar was toch maar heel aar dig bezig, dien drukker als publiek persoon in een verkeerd daglicht te plaatsen, zijn handelingen ver dacht te maken. En om nu zoo'n doodonschuldig ge zicht te zetten, amice, dat gaat niet op hoor, de op zet was al te doorzichtig om niet begrepen te wor den. Men moet niet vergeten dat wie kaatst, den bal moet verwachten. Verontwaardiging te toonen als men zelf even op de hak wordt genomen, dat is in zulk een geval al zeer misplaatst De druk ker hteft geantwoord als verdiend .was. Nu ls uw schrijven zakelijk en richt u een vraag tot mij als gascommlssielid, die u daarop met ge noegen zal antwoorden, mede omdat mijnheer Lan genegger en dat gascommlssielid het in veel opzich ten wel eens zijn. Gasprijsverhooging heb ik van den beginne af uit den booze geacht, juist omdat dit een zoo onrecht vaardige vrijheid opent voor de menschen met „de portemonnaie", en die het absoluut niet kan sche len of zij dat kleine bedrag per maand meer aan gas moeten betalen. Het logisch gevolg van dit standpunt is, dat men ook voorstander moet zijn van verschillende dwingende bepalingen ook tegen over particulieren. Immers het is thans on rechtvaardig, dat terwijl leder zakenman verplicht wordt zijn gaslicht om 8 uur uit te doen, de par- culier zijn huis in volle gloria kan houden. Tegen over den zakenman vanwege de toeziende gemeente autoriteit, het dwingende „je moet" terwijl tegen over de particulieren een „vriendelijk verzoek" komt of men zal willen meewerken. Ziet u, mijn- hetr Langenegger, dik onrechtvaardigheid is door mij vanaf den beginne sterk gevoeld en mijn mee ning te dien opzichte heb ik nooit onder stoelen of banken gestoken. U ziet, wij huizen al bijzonder dicht bij elkaar. Maar of ik met u een a 1 g e m e e- ne metercontrole zou kunnen aanvaarden, met bij 75 pet. verbruik, afsluiting van gas daar op zou ik geen ja durven antwoorden. Ik ben zoo bevreesd, dat juist zulk een straffe maatregel zoo diep zou ingrijpen in het zakenleven, ik geloof dat dit uw systeem meer stagnatie zou geven dan thans de dwingende maatregelen die zijn uitgevaardigd Hoe zou bijv. mijnheer Langenegger het vinden, als hij gedurende het grootste gedeelte van de maand gas had uitgespaard en hij juist beneden zijn 75 pet. was gebleven, als dan aan het eind van die maand door het komen van veel logeergasten, voor wie veel gekookt en gebraden moet worden, of door een diner of wat ook, wat heel veel gasverbruik eischt, die 75 pet. zou worden overschreden? Dat zou vol gens uw voorstel het gevolg hebben dat uw óf deze klanten van u zou moeten wegzenden, óf als dat niet gebeurde, zou de consequentie zijn afsnijding van het buizennet en uw heele zaak zonder gas. Dat zou, dunkt mij, veel meer stagnatie geven, veel meer nadeel dan thans de kleine last van om 10 uur 's avonds geen gas meer. Ik zou nog veel meer voorbeelden kunnen opnoemen, ook uit mijn eigen en anderer zaak. Want men vergete niet, dat die 25 pet. besparen lang niet gemakkelijk zal gaan en ik durf nog niet beweren, of het algemeen ook voor de zakenmensehen wel zal gelukken dit pet. te bereiken, 'tls toch eenmaal een feit, dat een zaak zich niet met een potlood en papiertje laat afteeke- nen, maar dat juist op het onverwachtst men voor verrassingen komt te staan, die men maar niet van J. Schoort Pz., Agenten Min o.a.Joh». Veerman. Aartswoud; D. Schenk en' Jb. Helder KzAlkmaar; N. Dubbelman. Barsingerhorn; P. Swart. Dirkshorn; A. Kwantes Hu- go waard. L. Mantel. Hensbroek; F. de Beurs, Juliana- dorp; F. Koster Hz., Nieuwesluis; C. Goet Jz.. N. Niedorp; M. Kooijman, O. Niedorp; K. Paarlberg. Oudesluis; C. Rempt, Oudkarspel D. Barten Wz.. St. Maarten. Stroet; A. C. Kroon. Obdam; Th. Paauw, Schagen; A. Schenk en A. L Zuidscherwoude, Schager- brug; Jb. Kager Hz Schoorl; K. K. de Geus, Wart menhuizen; E. J. Baijs, Wieringen; J. Kroon Jbz.. Winkel; P. Nooij, Wienngerwaard; P. Klerk Hz., te Sint Maartensbrug. noodig heeft, kan hij het onmogelijk laten. Ik moet nu mijn deel van 't lekkers hebben, en dat zal ik ook." Die gedachten gingen Rawson met bliksemsnelheid door 't hoofd, en toen Bond de kamer weer bin nenkwam, vond hij zijn bezoeker rustig op den stoel zitten, waar hij hem verlaten had, oogenschijnlijk verdiept in een boek, dat hij van de tafel had ge nomen. „Het spijt me u te moeten zeggen, dat er geen zuster Brenside in 't ziekenhuis is", zeide de dok ter. „Uw kennis is zeker in een andere stad ver pleegster. Maar u sprak er van, dat u deze inrich ting gaarne eens wilde zien, omdat ze zoo geheel op moderne leest geschoeid is. Ik heb op het oogen blik wel een half uurtje beschikbaar en zal u gaarne tot gids dienen". Rawson nam dankbaar de uitnoodiging aan eti gedurende den rondgang maakte hij door zijn in telligente en geestdriftige opmerkingen een bijzonder gunstigen indruk op den dokter. Zij waren bijna 't geheele huis rondgeweest, toen de portier haastig aan kwam loopen en zich tot den dokter wendde met de mededeeling; „Er wordt naar u gezocht. Er is iemand binnen gebracht, die een leelijk ongeluk heeft gekregep, met het afrijden van een gevaarlijke helling van de fiets gevallen". „Het spijt me, dat ik u weg moet zenden", zei de dokter Bond tegen Rawson, „maar ik moet ter stond naar den patiënt gaan zien. Als er verder nog iets is, dat u verlangt te weten over de in richting, schrijft u 't me dan; dan zal ik 't u gaarne meedeelen". „Ik geloof, dat ik alles weet; wat ik gaarne zou weten", antwoordde Rawson ernstig, maar toen hij op straat stond, lachte hij zacht. „Ik weet nu alles wat ik weten wilde, maar niet precies op de manier, die jij bedoelt, beste kerel", zeide hij, „en ik ben je ontzaglijk verplicht, meer dan je je verbeelden kunt". Bond haastte zich intusschen naar den nieuwen patiënt en na een zeer oppervlakkig onderzoek van den bewusteloos neerliggenden man, beval hij, hem naar de zaal te brengen, die voor ongelukkigen be stemd was. Daar stond hij een oogenblik later naast het bleeke, roerlooze gezicht op het kussen. Het was dat van een man tusschen de dertig en vijf en dertig jaar en in dezen toestand van bewustelóosheid kwamen de zwakke lijnen van den mond en de kin huis kan zenden. U ziet, mijnheer Langenegger, dat mijn optre den in de „gasgeschiedenis" niet was een gevolg van: Jongen, nu hebben wij eens iets prachtigs uit gevonden!" o jé neen. Ik weet heel goed, dat aan de regeling van thans bezwaren verbonden zijn, dat deze last veroorzaakt, ook dat die regeling niet is zooals ik die wel zou gewenscht hebben, maar aan elke regeling zitten bezwaren vast, maar men heeft ér alleen op te letten als gemeentebestuur: hoe geeft het aan het algemeen de minste scha de. En als er dan zooals thans het geval was een regeling was vastgesteld, dan is het ook een plicht der rechtvaardigheid en billijkheid, dat die ook voor allen op dezelfde wijze wordt i^itgevoerd. Nu moet ook bij u om 10 uur de gaslamp uit. Waarom? Och, niet omdat ik u om 10 uur dat licht misgun, of u onvriendschappelijk gezind ben, zooals de heer Igesz in zijn stukje laat doorschemeren, verre van dat Neen, alleen omdat het geen pas geeft dat u een voorrecht geniet boven anderen, die even goed •lijden onder de bepalingen. Waarom zal het, om maar eens weer een voorbeeld te noemen, u en nog een societeit-caféhouder op Zaterdagavond geoor loofd zijn gas te branden, na 10 uur, terwijl an dere caféhouders met drukker café-bezoek dit op Zondagavond verboden wordt? Tot zulke grove on billijkheden kwam men thans met die uitzonderin gen, en dat geeft geen pas. In een gemeente is de eenige goede stelregel: gelijke monniken^ gelijke kappen. Mijnheer de Redacteur! Naar aanleiding der laatst gehouden Raadsverga dering te Schagen, datum 20 December j.1., verzoe ken ondergeteekenden een kleine plaatsruimte in uw blad. Bij voorbaat onzen dank. „Het is van algemeene bekendheid, dat de heer P. Trapman zijn ontslag als lid van den Raad van Schagen aankondigde in zijn courant v&n Dinsdag 12 December j.L Twee dagen later vermelde de Schager Courant, dat de heer Trapman zijn ontslagaanvrage had in getrokken. Met verbazing hebben wij dan ook de bovenge noemde Raadsvergadering gevolgd, aangezSien de heer Trapman hier weer als raadslid zitting had, terwijl van de behandeling van de twee bovenge noemde missives hoegenaamd niets is gebleken, en ook geen der heeren raadsleden hierover heeft ge sproken. Naar onze meening ls hier een groote fout be gaan. Niet, dat wij het als een persoonlijk feit wil len voorstellen, doch het gaat hier om het recht van de kiezers. De heer Trapman heeft officieel bedankt; en kan dus niet meer op zijn ontslag terugkomen, alzoo moet een nieuwe verkiezing uitspraak doen: Wil de heer Trapman zich weder candidaat laten stellen, dan ls het goed, maar om zoo maar als een kwa jongen eerst te bedanken, en dan later daar weer op terug te komen, dit is volgens onze meening een raadslid niet waardig. Ook gelooven wij, dat, wan neer bovengenoemde handelingen, ^Gedeputeerde Staten" ter lezing krijgen, deze hier beslist geen ge noegen mede zullen nemen, en den kiezers dan ook uitspraak laten doen. Dankend voor de plaatsing, Eenige Kiezers van Schagen". Bovenstaand episteltje vonden wij in de Zijper' Courant van Zaterdagavond. Wij willen onze le zers deze lectuur niet onthouden. Het spijt ons dat de inzenders het niet aan de Schager ter plaatsing hebben aangeboden en zoodoende met open vizier deze strijdvraag willen uitmaken. 't Spreekt vanzelf, waar de heeren te laf zijn zich verantwoordelijk te stellen voor hun beweren en ver- dachtmaken hier hun eenige drijfveer blijkt te zijn, goed fatsoen ons weerhoudt er verder op in te gaan. M Jammer zou het echter zijn, als Ged. Staten niet op de hoogte zouden worden gesteld met het ge beurde de zaak lijkt ons interessant genoeg om een onderzoek aan dit college te vragen. Ons wordt zooeven meegedeeld, dat reeds door de heeren J. Helder, S .Langenegger, M. Visser e.a. een adres naar Ged. Staten ls verzonden. ANNA PAULOWNA. Zondagavond 24 December hield de af& „Anna Pau- lowna" van de S.D.A.P. een propaganda-vergadering in het lokaal van den heer G. Borst te Breazand. De heer D. Koorn deelde in zijn openingswoord mede. dat teqgevolge van den watersnood, dc propa ganda een poos had stilgestaan, maar dat men thans weer met kracht wensent te werken tot bloei der afdeeling. Hierop verleemde hij het woord aan den heer J. H. Huibers van Amsterdam, die tot onderwerp had gekozen: „Vrede op aarde'', in verband met het Kerst feest Spreker schetste in schelle kleuren de schrij nende tegenstelling tusschen vrede en moederweeldë ën den tegenwoordigen menschonteerenden krijg Het kapi talisme was, volgens hem, de oorzaak van dezen we- sterk uit Hot was overigens een knap en sympathiek ge zicht. Dat de man zeer ernstig gekwetst was, had hij reeds gezien en nu wendde hij zich met een be zorgd gezicht tot de zuster, die naast hem stond. „Heeft u iets in zijn zakken gevonden, waardoor we te weten kunnen komen, wie hij is?" vroeg hij, en eensklaps gingen zijn gedachten terug naar dien mooien lentedag, eenige maanden geledenk iltoen Denié Clevedale in deze zelfde zaal gebracht was; om er te sterven. Margaret had toen naast hem ge staan, Margaret met haar mooi, sereen gezicht en haar statige bevalligheid, Margaret, wier geheele per soonlijkheid de volmaakte tegenstelling was van de vrouw met het strenge strakke gezicht, die nu zijn vragen beantwoordde. „Neen, wij hebben niets gevonden, dat ons op eenig spoor kon brengen", zeide zuster Joanna; „hij heeft ook geen woord meer gezegd, nadat hij hier is ge bracht". „We moeten zijn familie waarschuwen", antwoord de Bond. „Hij is heel leelijk te land gekomen, de arme kerel, en ze moeten zoo gauw mogelijk hier zijn, als ze hem nog in leven willen zien. Er ia geen kwestie van dat hij er van op komt. De politie heeft hem hier gebracht, laat zij dadelijk een onderzoek instellen, en laten we hopen, dat hij ons iets zal kun nen vertellen, als hij tot bewustzijn komt Maar 'tis heel goed mogelijk, dat hij dat niet meer doet". Hij stond nog eenigen tijd de stille gestalte gade te slaan, die nu reed? zulk een treffende gelijkenis had met een doode: toen gaf hij eenige aanwijzin gen over 't geen nog gedaan zou kunnen worden, en daarop verliet hij de zaal, rijn goede grijze oogen vol medelijden. Hij was een zeer teergevoelig man. Een geval als dit trof hem altijd diep en hij kon de herin nering van dat witte, roerlooze gezicht niet van zich afzetten. 'Hier werd opnieuw het leven in de volheid van jeugd en kracht plotseling afgesneden. Juist zoo was het gegaan met Denis Clevedale een paar maanden geleden. Waarom moet het zoo zijn, welke vreemde, verborgen doeleinden lagen achter zooveel, dat voor het menscbelijk verstand onbegrij pelijk was. Dat er een doel voor alles bestond, daar aan twijfelde Bond niet Hij koesterde een eenvoudig en oprecht geloof in hem, in wiens Vaderhhnd alle gebeurtenissen en verwikkelingen van ons leven lig gen, en hij had de onwankelbare overtuiging, dat alles wat oogenschijnlijk onbegrijpelijk was, toch volmaakt goed moest zijn. Maar het tragische lot van den fletser deed hem een oogennblik smartelijk aan, evenals eèn paar maanden geleden de dood van Denls Clevedale. Zou deze treurige gebeurtenis ook zulke vreemde gevolgen na zich sleepen, dacht hij, terwijl hij voor zijn open raam stond en over de duinen naar de verre zee staarde. Was er in het le ven van dezen gekwetste ook een verborgen ge schiedenis? Iets dat door zijn dood aan het licht zou komen, zooals de dood Denis Clevedale's huwelijk met zijn onbegrijpelijke geheimhouding aan het licht had gebracht? Zou dit ongeluk even vreemde gebeur tenissen na zich sleepen, als het vorige? Hij stond nog in gepeins naar de groote schaduwen te staren, die zich over de duinen uitbreidden en telkens met gouden vlekken zonlicht afwisselden, toen er aan zijn deur geklopt werd eh een van de leerling-verpleeg sters haastig binnentrad. „Zuster Joanna vroeg of ik u dadfelijk wilde ha len. De nieuwe patiënt heeft zijn bewustzijn terug en zij vindt, dat u hem dadelijk zien moet". Bond haastte zich weer naar den zieke, dien hij zoo juist verlaten had; hij vond hem met wijdgeopen de oogen bang voor zich uitstarend; zijn handen be wogen zich rusteloos over het laken en op zijn ge zicht lag een uitdrukking van martelenden angst „Laat haar komen!" die woorden hijgde hij uit met heesch gefluister en een van de rusteloos bewegen de handen werd den dokter toegestoken.. „Laat'haar komen!" herhaalde hij met moeite en pijnlijk hij gend. „Natuurlijk zal ze komen", antwoordde Bond op kal meerenden toon, die zijn uitwerking niet miste op den gekwetste. „Zeg me, hoe zij heet, dan zal ik haar dadelijk laten halen. Is het uw vrouw? Zeg me haar naam en haar adres". Er kwam iets van kleur op de vaalbleeke wan gen. De mond met den zwakken trek er om werd vriendelijk door een flauwen glimlach en de oogen straalden. „Ze is van mij", het spreken viel hem hoe lan ger hoe moeilijker! „Haal Margaret, Margaret Trevor heet ze. Ze is ook verpleegster zooals de zus ter, die ik zoo meteen zag, en haar oogen zijn grijs net sterren en ze heeft de houding van een konin gin, Margaret Margaret!" Zijn stem stierf weg in een onverstaanbaar gemompel, zijn rustelooze handen werden plotseling stil, zijn oogen vielen dicht en voor Bond nog iets verder had kunnen vragen, had hij zijn bewustzijn 'weer verloren.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1916 | | pagina 1