[molt Voor bleeke jonge meisjes.
Niel door menschenhan-
den gebouwd.
Zaterdag 24 Februari 1917-
6051e Jaargang No. 5959.
TWEEDE BLAD,
Uit en Voor de Pers.
FEUILLETON.
Tweede Kamer.
mTnÏÏe^^&e. jgeWO°nd iD E%C' Tr6ub'' tweede
Schetsen uit de Rechtzaal.
UUU1 vllll |i^cl eel1 dwaling te gelooven dat men van na
iucck is, zooals dikwijls ionup mpi ann ki
DE MINISTER IBELE CRISIS.
De Nieuwe CL (v.-l.) herinnert er aan, dat in de
toelichting tot de c red iet-uanv rage van het zooge
naamde 80 millioen-ontwerp in zake de beschikbaar
stelling van levensmidde.en was medegedeeld, dat
tot indiening slechts noode de medewerking van den
minister van financiën verkregen was. Daarna volg
de de verklaring van den minister van Landbouw,
dut op liet stelsel der Dislributiewet niet zal worden
teruggekomen, hoewel hij de mogelijkheid erkende,
dat de staatsfinanciën in zoodunigen noodtoestand
zouden geraken, dut nader raad geschaft zou moeten
worden, maar dat dit een zaak was van later zorg.
Met andere woorden: do regeering zou, de beschik
king over een stelpost" van 80 millioun verkregen,
hebbende, wat «Ie kosten harcr levensmiddelen poli lick
betreft, eenvoudig op zien komen spelen. Het leek wei
nig op wat wij wisten en gezien ludden zo ovan den
lie.i aard als vau het beleid van den lieer Van Gijn
Hoe luid hij dadrin kunnen bewilligen?
Verwonderd zijn wij dan ook door zijn ontslagvragc,
al kwam de tijding gistermiddag als een bom uil de
lucht Vullen, niet. Als ie.s voor ons vaststaat, dan is
liet dat voor dezen man 's lands schatkist boven hel
ministerambl gaat. Hij heeft het meer dan eens getoond
door het aanbod eener portefeuille van de hand te wij
zen en nog geen drie maanden geleden door haar te
stellen ter beschikking.
Van gelijken aard en niet minder eervol voor zijn
karakter is dè verklaring van het thans ingediende
ontslag. Wij achten hel mogelijk dat zekere wrijving
tusschen zijn weinig plooibare persoonlijkheid en zijn
amhtgenooten het uitbreken van het conflict ©enigszins
heeft geforceerd e.i de beslissing verluast. Maar zeker
zegt het communiqué naar waarheid, dat men hier te
doen heeft met „een diepgaand verschil omtrent de
taak en de verantwoordelijkheid van den minister van
financiën," hetwelk zich niet tot de hoegrootheid van
den Rijkstoeslag op de verschaffing van levensmidde
len beperkt en dat geen andere oplossing dan een uit-
ui konvinden.
Men mag verwachten dat de regeering uit eigen be
weging hieromtrent de Staten-Generaal en het publiek
binnen korten tijd volledig zal inlichten. Ken interpel-
latieeanvraag zal anders niet kunnen uitblijven. Een
quaestie van constitutioneele beteekenis als waarom het
hier schijnt te gaan, mag zelfs in deze ongewone lij
den niet met den mantel der vaderlandsliefde bedekt en
voor den lateren geschiedschrijver bewaar,1 worden. Zij
eischt volledige openbaarheid en bespreking
De heer Van Gijn beeft 't land slechts als minister
een jaar en twee weken gediend. Wij betreuren zijn
heengaan en gelooven dat dit gevoelen door ettelij
ken, ook onder hen die de gevolgen van zijn wetten
diep in hun beurs hadden ondervonden, zal worden
gedeeld. Ilier was een man, voor wien het belang
zoowel van het heden als van de toekomst onzer
staatsfinanciën, ook onder de tot roekeloosheid of
fatalisme stemmende omstandigheden dezer oorlogs
jaren, inderdaad zwaar bleef wegen. En die er raad
op scheen te weten, hoe benard de toestand ook
werd. En die de koorden van den buidel niet uit
handen gaf, hoe hard er ook aan werd getrokken.
Er zijn er niet velen zoo in het land.
Ilij verdient den dank der natie voor zijn ondank
baar werk.
Over het optreden van den heer Treub schrijft
het blad:
Een jaar geleden in open conflict met een meerder
heid van de Tweede Kamer en oogenschijnlijk niet
in zoo geheele solidariteit met zijn ambtgenooten,
dat zij hun aanblijven voor het zijne meenden te
moeten wagen, komt Treub thans op dezelfde plaats
als waarvan men hem toen zonder al te groot rouw-j
betoon vertrekken liet, terug.
Hierin ligt iets dat zich in de weinige uren die
ter overdenking of informatie ter beschikking ston
den, voor ons moeilijk verklaren laat. En ook hier
van kan een publieke opheldering niet uitblijven. In
welke verhouding komt de heer Treub tegenover de
Tweede Kamer te staan? Maar vooral: hoe is zijn
verhouding tot den ministerraad ter zake van het
„diepgaand verschil omtrent de taak en de verant
woordelijkheid van den minister van financiën",
dat zijn opvolger-voorganger tot heengaan noopte?
Afgescheiden hiervan en geheel op zichzelf be
schouwd. verheugt ons de terugkeer van den beer
Treub als lid der regecring, Gelijk wij zijn vertrek
een jaar geleden betreurden als een verzwakking
van het kabinet, zoo begroeten wij zijn wederkomst
als een versterking. Hij is een kracht, waarvan het
..ambteloos-burgerschaj)" uit het oogpunt van lands
belang in tijden als deze een verspilling schijnt.
Het is een dwaling te gelooven dat men van nature
blceK ts. zooals dikwijls jonge meisjes met een bloed-
tooze tint gaarne willen doen gelooven. Er zijn min
of meer matie tinten, maar de eigenlijk gezegde bletithtid
ia een niwijking. Zij is een leeken van slechte gezond
heid, waarvan men de oorzaak moet zoeken tn een
verarming van het bloed, zooals men die dikwerf hij
de jonge meisjes waarneemt.
Unuer den iuvloed der vermoeienis, vooral de ver
moeienis die uil de vorming voortkomt, van zorgen,
van een onvoldoende voeding van gebrek aan lucht
en licht, kwijnt het jonge meisje; haar gelaat neemt
een bleeke kleur aan, de blik wordt vaag. Te gelijkcr
lijd doen zicli verschillende storingen voor uie dc
regelmaat der organische functies ernstig in gevaar
brengen. Dat alles vormt verschijnselen van bleekzucht,
een soort van bloedarmoede die aan het jonge meisje
eigen is. De bleekzucht brengt zeer ernsuge gevolgen
te weeg en men moet niet vergeten dat de bleekheid
van het gelaut er de eerste aanvallen van verraadt.
Jonge meisjes, waakt legen de bleekzucnt, die uw
ergste vijandin is. \crjaag haar tegen iedere prijs.
Gij kunt net gemakkelijk doen zonder uwe Ic.cnswijze
te veranderen, zonder uw leefregel ingewikkeld tc ma
ken en ook zonder grootc uitgaven. Neem de Pink
Pillen voor bleeke nicnsclien, die het geneesmiddel
zijn dal liet best past voor uw broze gestel; gij heul
behoefte a .n rijk cn zuiver bloed, de Pink Pillen
geven aan het bloed een merkwaardige zuiverheid cn
rijkdom, want deze pillen zijn bij uitnemendheid <lc.
wcdcrbelever van liet bloed. De kracht die z>j er aan
bezorgen, liccft onacr meer tot resultaat de (uiieucs
van i.ei geliccle ges,el lot vernoogde werking te bruigen
cn aan dc vrouwen cn de jonge meisjes die natuur
lijke Iriscitlic.d te geven d.e door geen eukci blanketsel
kun vervangen worden.
De Pink Pillen zijH verkrijgbaar a fl.75 per dooe,
en fü.de ze» doozen bij het lloofddepot der 1 <nK
l illen, Da Costakade 15, Amsterdam.
ie aciiagen bij J. Rotgans, Molenstr. C 14 en ver
der bij velschillende apotheker» en goede drogisten.
UIT HET ENGELSCH VAN DAVID LYALL
DOOR J. P. WES8ELINK VAN ROSSUM
Uitgave W. DE HAAN, Utrecht
Gecart. 10.95, prachtband 11.15
7.
Ju. voor Edith was de komst van de zuster van
haar toekomstigen echtgenoot ofschoon bdanewokkend
toch van veel minder gewicht dan vele andere aange
legenheden en zij was met geneigd het al te zwaar oi>
te nemen, wat deze van haar dacht
„Dit is mijn zuster, Edith", zei Pat levendi* na
dat hij haar zelf de hand had gedrukt Zij was da
delijk bereid mee te gaan, zooals ik ook aedaeht w"
dat zij doen zou."
Hij ging terzijde staan en Edith antwoordde slechts
met een vragend „ja?" en stak haar hand toe Zii
was er zich zeer wel van bewust, dat de mooie srriize
oogen van Alison Fleming onderzoekend op haar
rustten, hoewel zij er volstrekt niet door in de war
werd gebracht.
„Hot is heel vriendelijk van u te komen Wilt
u niet piaats nemen, dadelijk zullen wij thee krii
gen." J"
Alison prevelde iets, zij wist zelf niet wat en
fling gedwee in een stoel zitten. Het was niet de
vrouw, die zij had verwacht. In een opzicht aange
naam getroffen, was zij in een ander toch teleur
gesteld, want Edith Brooke had een natuurlijke
kalmte over zich en een rustige waardigheid, die
eenigszins verwarrend werkten.
De smekende nederigheid, die bij de gelegenheid
zou hebben gepast, schitterde door afwezigheid. On
getwijfeld was haar volkomen zelfbeheerscliing de
besto eigenschap, die Edith Brooke gedurende dit
moeilijk onderhoud ten toon spreidde. Die was zoo
groot, dat Alison er zich links en onhandig bij voel
de, nis een vrouw van het land, die voor het eerst
in een ongewone omgeving komt.
Deze gewaarwording, hoe verrassend ook, was toch
wat prikkelend. Ze opende de deur voor zooveel
mogelijkheden.
Den Haag, 22 Febr.
De zoo wonderbaarlijk-snel opgeloste crisis aan
Financiën; bet wed er-op treden van mr. Treub in
het kabinet-Cort v. d. Linden; de vragen, door mr.
Troelstra gesteld in verband met de wijze, waarop
deze crisis tot oplossing werd gebracht; het „no
vum", dat een minister, krachtens een uitspraak der
Kamer gevallen, na betrekkelijk korten tijd weer in
het ministerie, waarvan hij deel uitmaakte, wordt
teruggeroepen; dit alles hetwelk de allernaaste
politieke toekomst des lands zal blijven beheersclien
voorloopig. hield de Kamer heden meer bezig
dan betgeen aan de orde was.
De Begrooting van Oorlog voor 1917 was spoedig
afgedaan. Na goedkeuring met 29 tegen 25 stem
men van den post ad f 166.190 voor remonteering,
welke uitgave mr. Marchant tot „na den vrede had
willen uitstellen werd Hoofdstuk VIII aangeno
men met 40 tegen 13 stemmen. '1 egen stemden de
heeren i er Laan, ltotteidam, Schaper, Albarda, Bon-
gaerts, Van Tw ist, Arts, Van ijnbergen, Beckers,
Janssen, Maastricht, Juten, Ruys, Helsdingen en
Lomans.
't Zal minister Bosboom dus nog allicht meege
vallen zijn.
Na een poosje wachten waarin Exc. Posthuma
\an de Princessegracht naar het Binnenhof moest
worden geroepen kwam de begrooting van Land
bouw, Nijverheid en Handel aan de orde.
En tot dusver ging het vlot.
Bij Me afd. Landbouw sprak de heer Teenstra
die do vrees uitte, dat on» land na den oorlog uit
oeconomiscli oogpunt beschouwd, in benarde positie
zal komen te verkeeren den wensch uit, dat de
Regcering meer voor het land- en tuinbouwonder-
wijs zal doen, terwijl hij ook aandrong op spoed bij
de beliandeling van het ontwerp betreffende bet ver
strekken van grond aan de arbeidende bevolking, en
een „goed woord" sprak ten gunste van het kleinbe
drijf, dat o.a. cn vooral lijdt door de hooge prijzen
der kunstmeststoffen. De heer Juten wees op de
noodzakelijkheid, dat de boeren en niet aller
eerst de heeren jagers schadelijk gedierte zullen
kunnen schieten. l)e heer Schaper zette 'in bet kort
uiteen, dat de prijzen der levensmiddelen moeten
zijn allereerst in.juiste verhouding tot de behoeften
der bevolking.
L'it het antwoord van minister Posthuma stip ik
aan, dat Z.Exc. aankondigde, hoe eene Arbeids
wet voor den landbouw in „vergevorderd stadium"
van voorbereiding verkeert, terwijl eene herziening
van do Jachtwet den Raad van State reed» heeft
genasseerd. Over hetgeen na den oorlog ons te wach
ten staat, wilde Z.Exc. liefst niet al te lang bespie
gelen. De minister van L„ N. en H. bepaalde er zich
toe to zeggen, dat de landbouw zich in volkomen
vrijheid zal moeten kunnen ontwikkelen.
Den heeren Jannink en Albarda beloofde do mi
nister op de Begrooting voor 1918 verbetering der
salarieering van onderwijskrachten aan de Hoogere
Landbouwschool te Wageningen.
Bij art. 47 is ook behandeld en aangenomen
bijna zonder debat de verbooging van Hoofdstuk
houdende vergoeding voor onteigening i
t ngevolge van mond- en klauwzeer. Hier bi' ia dë
zooveel^ motie geboren. Eene. die h« d^rgnr
Wdf rt. Duym&er van Twist. De motie,
wit ae Kamer al» haar oordeel doen uitspreken dat
rin»**"® K^hëid behoort te bestaan o mde a'fwij-
,i« «o verzoeken tof vergoeding van bedrijfschap
ken W! W*"wwr n*^»' onderzo?,
uat« u liet Parlement*
m tp. ,e klftin 4e zwemmende
motie» to bevatten!fc hoever 't waar h. dat de
handel/1" va? n}et.st Juttemi» nillen worden bo
nanaeld, de toekomst moet ook dat leeren.
up voor de methode-Fock betrekkelijk vroeg uur
ken in afn en vijf ,ure bleven wij ste-
6 at<J. Mijnwezen. We kom endaarop mor-
n..n ,frug' a's minister Posthuma zijn licht zal heb-
u doen schijnen. Blijkbaar was er heden minis-
«oVTT' de eer8te- door mr- Van Gijn"s voragan-
Kr. ANTONIO.
Zij namen plaats en de stilte nam toe. De tong
van Patrick Fleming kleefde aan zijn verhemelte
en hij kwam niet op dc gelukkige gedachte om de
kamer te verlaten en de vrouwen alleen to laten,
zoodat zij zich eens konden uitspreken. Alison zat op
den rand van tiaar stoel; haar opmerkzame blik
ken dwaalden door de kamer, die cr buitengewoon
uitzag; bet ontging haar niet, dat er stof lag op de
lijsten der schilderijen, en roest op de haardijzers.
Zij beproefde zich dit lange, slanke meisje in dc
rouwjapon, die een buitengewone witheid aan haar
huid gaf, voor te slcllcn als de meesteres van Rochal-
lan, die met Janet Aiken samen de huiselijke aan
gelegenheden bezorgde, en de veelvuldige plichten
in het huis van een predikant waarnam. In die func
tie kon zij zich haar niet voorstellen; het was een
nis, die voor Edith Brooke volstrekt niet paste.
„Het was heel vriendelijk van u zoo spoedig tc
komen", zei Edith, terwijl zij heen en weer schom
melde in den vervallen schommelstoel, waarbij de
punten van haar zeer spitse schoenen van onder
den rand van baar japon uitkwamen.
„Het was mijn plicht te komen", zei Alison kortaf.
„En bovendien voegde zij er nog snel aan toe,
toen zij uit de manier, waarop juffrouw Brooke haar
wenkbrauwen optrok, bemerkte, dat dit met ecnigc
verbazing werd aangehoord, „verlangde ik er na
tuurlijk naar kennis met u te maken en ik hoop dnt
u van Zaterdag tot Maandagmorgen te Rochellan
wilt komen'V
Zij herhaalde deze woorden als een goed van bui
ten geleerde les. Edith luisterde cn vroeg zich af, of
zij ooit onder de koude, harde korst van de na
tuur van juffrouw Fleming zou komen en waarop zij
zou gelijken, als zij cr ooit in slagen zou de kern
an de waarlijk hoogstaande vrouw te bereiken.
„Ik zal graag komen, als ik u niet in den weg
ben".
„Natuurlijk zult u komen; zal het morgen zijn!
Als, als
Daar hield zij op; vrij plotseling herinnerde zij
zich de droeve omstandigheden en met een rilling
van medelijden vroeg zij zich af, of de doode mis
schien niet in de kamer lag.
„Wij zullen mijn vader morgen om half drie oo
graven, mijnheer Fleming", zei Edith, waarbij zi| a-
trick recht in het gelaat zag. „Iloe laat zult u morgen
komen?"
„Ik zul natuurlijk 's ochtends komen antwoordde
hij, enblj u blijven, tot het tijd is naar Rochat-
„DE ZINKPUT1.
Dp ecu avond herinner ik mij nu zoo good, zoo
scherp schoot 't mij te binnen, dat ik UnirtOi
suids zijn huwelijk, feitelijk verwaarloosd had. Hij be
hoorde in zijn celibatairs-tijd niet tot mijn intieme
kennissen. Wij zagen e.kaar zoo nu en dan, in een
aifé of toevallig ais genoodigden in denzelfden fami
liekring, mnar liij had mij eene kennisgeving g.v.on-
'lou vuil zijn huwelijk en ik was op do receptie go
weesL Li ter had ik eens 'n bezoek gebracht, maar
<lo jonggehuwden niet thuis gevonden. Dut was al
meer dan een jaar geleden. Ik wist dien avond niel
„stuk to krijgen." Thuis was grooie schoonmaak en
ik Itad verlof gekregen om liefst niet alle vroeg terug
te konten. Er was "niets bijzonders te dicit. Eensklaps
kwam de gedachte in mij op: laat ik Charles cn
zijn jonge gade eens gaan bezoeken.
Het bruidje liad oen zeer pretligen, sympnthieken
indruk op mij gemaakt 't was een eenvoudig, on
gekunsteld menschje, niel mcoi, geen „Beauty' j maar
een gracieus, lief figuurtje. Hem liad ik altijd een
gesclukten kerel gevonden. Ik construeerde mij ui het
Dwjd vuil een aantrekkelijk jong huishoudentje. Mis
schien was er een baby; zat jong mevrouwtje te
fatsoeneeren van die leuk-poppige dingetjes, van klein,
kiuder-gedoe. En terwijl ik op weg was naar Charles
z n huis herinnerde ik mij ook eensklajxs, dat mij
op den dag voor de hruiasreoeptie gefrappeerd had.
waar ik verder niet aan gedacht had. Hoe nerveus de
bruigom was hoe vreemd de uitdrukking van zijn
blik, gejaagd, zijn doen hoe abstract zijn heele hou
ding. Ik voelde weer het kilklamme van de hand.
die ik drukte. En ook hoe 't was, alsof do woorden
van gelukwensch. die ik tol hem zei, niet tot hom
schenen door te dringen. Ik liad hem iets gevraagd
en 't duurde weet ik nog zeer wel '11 lieele
poos voordat Charles hel antwoord wist te vinden,
ilij streek zich over z n voorhoofd en 't zich trachten
te herinneren, scheen hem pijn te doen, tnspuiiiiig
ie k„s,c.i. Ik vroeg me af, oi dal nu veranderd zou
wezen. Ze waren thuis. Ik moest tamelijk lang in
oeu kamertje waclilc.i wat mij al ecuigsznrs be
vreemdde. Toen kwam het dienstmeisje viagen. of ik
asiouaeu binnen wou koine.L Ik vond de gastvrouw
aileen. Zij was zeer mager geworden; stond daar te
genover mij niet strakke gelaatstrekken cn het gui-
tigc jolige, prettig levenslustig in haar geestige oogen
was uoeieinual weg. Ervoor in de plaats was gekomen
iets droefgeestigs, haast iels angstigs.
Mijn man komt dadelijk zei zij. hij had wat
hoofdpijn en is zich even wut gaan verfrisschen.
Natuurlijk wilde ik excuses maken, mijn bezoek on-
midde lijk afbreken. Alaar zij drong er sterk op aan dat
ik blijven zou. Ik bemerkte, dat zij mij telkens scherp
aankeek. Eu ook, hoo 't was, alsof zij moeite had
om niet te zeggen de woorden, dien. liaar blijkbaar
op de lipjxai lagen. De stille was drukkend, schier
jHjuiijk. Jk voelde zeer scherp, dat er in dit huis iels
ongewoons, iets dreigends was. Alaar wat?..,.
Toen kwam Charles binnen. In ruim een jaar lijds
was Ilij zeer opmerkelijk veiandcrd. Vergrijsd. Nog
schuwer, «erveuser dan indertijd op de receptie. Aiaar
nu met oen natuurlijke opgewondenheid uls van
een koortslijder. Hij had coneestieuse vlekken op die
wangen en zijn liond voelde branderig, onaangenaam
fübr.el aan. Hij stalde sigaren voor mij uit; praatte
druk. verward., onsamenhangend, te.kcns lachend zon
der bepaalde aanleiding. Rustig, ernstig, met angsfig
sinartgelaat, zat tegenover ons dc gastvrouw. Nu eerst
bemerkte ik, hoe smal haar gelaat was geworden.
En ook: hoe zij telkens haar man aankoek, met
oogen. waarin ik zeer duidelijk opmerkte iets speu-
remls iets zoekends.... Zijn thee dronk hii met
sue.le, kort haastige teugjes keek zonder te denken
aan presentie van bezoeker op zijn horloge.
Maaj- Charles, vermaande vrouwtje..
jrirdon de macht der gewoonte. Neen. 't is
niks Ik liad feitelijk...... Maar nu jij er bent, laat
ik die vergadering natuurlijk schieten..
Neen. kerel, geen sprake van. Kan trouwens best
ook wat later komen.
Ik merkte, hoe jomg vrouwtje worstelde met de
snuirt. die in haar opkwam, hoe haar onderlipje
trilde.
Aiaar zij zweeg.
lan te gaan".
Op dat oogenblik werd er zacht aan de deur getikt.
Edith riep liet meisje tot binnen te komen, en dat
verscheen nu met een theeblad, dat zij onhandig aan
het einde der tafel plaatste, zonder de moeite te
nemen, eerst een kleed te spreiden. Edith sprong op
cn toen zag Alison, dat zij heel lang was en beval
lig van gestalte, dat zij haar kaie japon inet bui
tengewone gratie droeg en dat zij iets onbeschrij
felijks over zich had, dat zij bij gebrek aan een be
teren naam „een air" zou willen noemen. Zij mocht
ongeschikt voor en niet op haar plaats in de pasto
rie zijn, maar gewoon was zij in elk geval niet, neen,
zij was iemand, die achting af zou dwingen.
Het mysterieuze, dat over het geheel lag, scheen
toe tc nemen en een nieuwe phase ging Alison s ver
bazing in, waarbij de grooto vraag, welke gemeen
schap er kon zijn tusschen haar broer en deze vrouw,
die in een zoo geheel andere sfeer scheen te leven,
nog verder van haar beantwoording verwijderd
scheen. Edith zelf, die heel weinig sprak, deed niet®,
wat een oplossing naderbij zou kunnen brengen; zij
was als een, voor wio het leven te veel is, en die
noch door verlangen naar, nocli door vrees voor wat
de toekomst brengen zal, geplaagd wordt.
„Suiker, juffrouw Fleming, en melk? Itooin is
iets, dat in Glasgow niet binnen het bereik van ge
ringe beurzen valt. Het spijt mij, dat ik vandaag
geen gebak heb. Ik ben niet uit geweest".
Alison zei dat 't er niets toe deed en begon haar
handschoenen uit to trekken om dc kleine verver-
sching tc gebruiken. Toen wierp I'atrick zich in de
bres, en begon ijverig te spreken over de meest beu
zelachtige onderwerpen.
Het was duidelijk, dat hij niet minder dan Alison
de spanning voelde. Edith was de eenige van het
trio, die zichzelf volkomen meester was.
Toen zij haar thee had gedronken en een sand
wich had gebruikt, stond Alison plotseling op:
„Indien u liet goed vindt, juffrouw Brooke, dan
ga ik nu een bezoek brengen. Gij beiden zult natuur
lijk wel wat met elkaar te bespreken hebben. Ik ga
mevrouw Gourlay opzoeken, Pat. Zij woont hier heel
dicht bij. En waarschijnlijk ga ik naar huis met den
trein van kwart over zes. Indien je niet aan het sta
tion bent, dan begrijp ik het volkomen".
Pat was merkbaar opgelucht. Edith stond bij de
tafel met dezelfde kalme onbevangenheid, waar
mee zij tot nu toe alles had opgenomen. Zij liep
En ik verklaarde geen kwartier niaer te kunnen
blijven. wBnt Lk moest zetf verzon ik 1 vaas lig
precies om halfnegen op -en conferentie zijn. Neen.
ïieusch. ik kon geen minuut meer blijven.
Zelden heb ik de vreugde zoo duidelijk zien schil
leren in iemand* blik «Is 'non ik dal woord van ver
lossing sprak.
Om verder aandringen Ir voorkomen zei Charles
'(«dalijk: Dfii is nu toch verhaüwnd jammw, waarde
lieer w ij zten je zoo zelden. Maar OU niet anders
kWL zooals je aeif zog*, na mag ik er ook wei
voor uitkomen, dat ik feitelijk over mijn avond be
schikt Iind. Wij hopen van harte, dat je '1 eens heel
gauw komt (herhalen, he?.....
En elke minuut langer toeven scheen hein eene
foltering...
Ik voltrok. De visite had mij in eene somber-ver
drietige stemming gebracht Jlel contrast tusschen wat
ik geineend 'liad aan te zulten treffen en de werke
lijkheid was alle schril. F.n dien avond -- weet ik
nog zeer goed steeg mijn weerzin tegen z.g. plichts
betrachting tot hooger jjell, dan ooit tevoren L
Een week of wat later werd ik op straat op den
schouder getikt. Naast mij stond de vrouw vau Char-
jos. Met marmerbleek gelaat en gioole angstoogeo. Toen
ik haar aanzag, kwam er evan als een licnte gloed
van schaamte over 't mij zoo-maar aangeklampt hebben.
Alaar ik zag, dat zij zich uiterst haastig gekleed
nad met nerveuse slordigheid. Zelfs sprongen er weer
barstige haren van onder haar hoed tc voorschijn,
/.e kon nauwlijks spreken.
ergeeft Li rrtij, zei ze eindelijk maar ik
wist geen raad meer. Ik durf cr met niemand over
spreken.. Maar 't is zoo verschrikkelijk 'I Is zoo
ontzettend....
/.ij be>.op haar zakdoek. Wenkte mij om een
zijstraat in tc gaan uit do drukte van liet straatgewoel.
Wij liepen naast elkaar voort langs do stille bui-
tongrjchl. Hortend on stootond vertelde zij. Van het
verschrikkelijke. Iloe Cliarfes nioer «n nucr aan de
ntor|>hine verslaafd was. En hoe hij als het gift hem
in war. levenslustige koorlsslemming had gebracht,
ging spelen. Voordat ze getrouwd waren, had zij er
cr al eenig vermoeden van gehad, en haar oom, te
vens haar voogd en opvoeder, liad haar gewaarschuwd.
Alaar zij had gehoopt, dat ze genoeg invloed op hem
zou kunnen uitoefenen. Wanneer ze eenmaal getrouwd
waren, er een kindje zou zijn dan zoo dacht
naief meisje in geluksdroom van verliefd-zijn zou
zij luiar Uiarles wel weten te binden aan hun heer
lijk gezellig „home". De allereerste weken waren reeds
bittere ontgoocheling voor liaar geweest. De huwe
lijksreis liad liij verkort, voorgevend dat zijn aanwe
zigheid op iict kantoor niet kon worden gemist. La
ter liad Lotte gemerkt, dat 't een leugen was, ver
zinsel, om weer aan z'n hartstocht voor de speel
tafel te kunnen botvieren. Hij kon niet tegen den
speelduivei op en toch dat was in dit geval het
psychologisch opmerkelijke was een wroeging in
hem over die zwakheid. Werd de minachting voor
zichzelf te lievig, dan nam hij z'n toevlucht tot de
injectie-spuit. Lotte had ontdekt dat hij al voor hun
trouwen morphine inspoot Maar 't was al erger ge
worden. Nu nad hij gevorderd, dat zij ,hem zou mach
tigen een deel van haar kiein fortuintje te verzil
veren De oom-voogd liad doorgedreven dal zij in.
dwtijd mét huwedjksch voorwaarden waren getrouwd.
l^otie had geweigerd.
Zie eens. zei de tot krankzinnig vvordens toe
opgewonden, overprikkelde vrouw en zij stroopte
de mouw van haar japon op.
lk zag een pa^r blauwe plekken op dë blanke,
tecro vei. Charles had haar gestompt, geknepen
toen zij weigerde haar iiandteekening te geven.
Do ploert, ontviel inij, voor ik het kon terug
houden. maar 't speet mij.
Want de groote smartoogen zagen mij aan met
woede over de beloediging. En toen werden zij met tra
nen gevuld.
N'oen, za ze, haastig de mauw neerhalend,
neen meneer hij is geen ploert Hij is ziek. dood
ziek. Charles moet genezen worden. Ik dacht dat u
me in deze raad zou kunnen geven..,.
Toen heb ik mij beheerscht en nog' wei een half
uur inet arm vrouwtje geloopen over de stille gracht
Alaar ik wist ook wei, «hit hier geen raad zou kunnen
helpen. En wat er nog in de ontredderde ziel van
dezen man aan eergevoel over was, werd langzaam
maar zeker vernield, door het gift uit de injectie-spuit.
Laat ik je vertellen, zei mijn tamelijk gefortu
neerde kennis, toen we een poosje geredeneerd had
den over het opzienbarend geval der arrestatie van
kassier van morfinist-Charlie na dt ontdekking van
zocr-beduidende fraude, door dezen gepleegd, vooral
ten nadeele van zijn compagnon laat ik ie ver
tellen, dat hij een maand of zes, acht geleden bij
mij is gekomen met een pracht-voorstél. Jk kan je
verzekeren, dat menigeen, die wat minder ervaring
\an zaken beeft, er gloeiend zou ingevlogen zijn.
't Zag er inderdaad zoo op 't eerste gezicht, subliem
uit En dat alles had de vent uitgewerkt..Meesterlijk
onnavolgbaar. Nadat de morphine-spuit ftem de noo.
dige „spirit" liad gegeven, 't Ging voor mij om een
luttele tien mille, <?i ik kon er op z'n allerminst
een lialve ton moer verdienen. Eerst na heel i-ung
en nauwkeurig onderzoek is mij gebleken, dat men
hier inderdaad te doen had met een echt „sarnen-
vocgsel van leugen en bedrog".... Maar tot dergelijke
spitsvondigheden brengt de spcei'-harUtocht, geprikkeld
en gesteund door vaische stimulalia, amice.
met Alison naar de ganjr en opende de deur en
daar bleven zij een oouenblik staan in het flauwe,
bijna schemerachtige licht.
„Lieve", zei Alison, met een liapeoing in liaar
stem, „het doet mij zeer leed voor u. Ik ben geen
vrouw, die over veel woorden beschikt, maar ik
hoop, ik hoop. dat wij elkaar zullen begrijpen.
Ik zal mijn best doen".
Editli Brooke had er geen idee van, wat deze
paar zeer gewone woorden kostten. Zij aanvaard
de ze als iets, waar zij recht op had. Maar toen zij
op het punt stonden afscheid te nemen, scheen de
sluier van haar oogen weg te trekken en een sid
dering gleed over haar gelaat.
„Ik haat het leven, liet is wreed en vol onnoodi
ge smart,', zei zij; „ik heb zoo'n gevoel, alsof ik u
pijn heb gedaan".
„Neen, neen", zei Alison aangedaan, „liet zal wel
goed gaan heel goed."
Edith scheen uit de hoogte van haar genade
neer te dalen, toen zij haar aanstaande zuster op
de wang kuste, maar toen Alison op de trap stond,
voelde zij, dat die wang vochtig was.
HOOFDSTUK V.
In den schoot der familie.
De sintelheuvels van Rirtley verhoogen op een
voehtigen dag de somberheid van een landschap,
dat de aandacht trekt door zijn groote leelijkheid.
Zij verheffen zich scherp, de kleine, kegelvormige
verhoogingen, uit de vlakke aarde en door de op
stapeling gedurende jaren hebben zij een aanmer
kelijke hoogte bereikt. De buitenste heuvels, waar
aan gedurende jaren geen nieuwen afval Is toege
voegd, hebben nu een vriendelijke bedekking van
groen gekregen in hoofdzaak onkruid, daar eer-
lijk gras zoo'n bed innig veracht, maar op den
binnenrand, vlak bij de putten en fabrieken,
heerscht de afschuwelijke verlatenheid. In het
maanlicht en op mistige dagen zien de sintelhoo-
pen sombere vormen, die geen verwantschap
hebben met de omringde vlakte er uit als Ti
tanen in sjagorde gebracht voor het gevecht.
Hirtley is het begin van het Zwarte Land; het
ligt op de grens van de groene paden en vrije
akkers, die een van de mooiste lommerrijke land
schappen van Engeland vormen. Maar de kleine