Niet door menschenhan-
den gebouwd.
TWEEDE BLAD.
Schetsen uit de Rechtzaal.
Reclames.
Zaterdag 21 Maart 1917.
60ste Jaargang No. 5975.
FEUILLETON.
RUST EN GEMAK
Wie zich thans op dit blad
abonneert, ontvangt de num
mers verschijnende tot 1 April a.s
GRATIS.
Tweede Kamer.
Raad Petten.
Schap Courant
't PARADIJS.
„Kijk", zei de pa van Blond-kokette Riekje en hij
streek zich over ae soigrteus-geschoren vettige kin.
Kijk eens hier, amice, zooals de zaken er bij
jou nu voorstaan kan en mag ik er natuurlijk niet
aan denken om je aanzoek je overigens vereerend
aanzoek voegde meneer De Wijs eraan toe
als hoffelijk man van de wereld alle vormen in acht
willende nemen, maar candidaat naar de hand van
Rika tegelijk met spotterig knippende oogjes aankij
kend, in overweging te nemen...
De bleeke. magere jongeling tegenover hem. werd
mog valer van gelaatstint en worstelde met ie tra-
•frv Imar dV°°9en dongen., zoodat 't was
of Dame' een prop |n den keel schoot. Hij vocht
met de verradelijke tranen die zich met al meer kracht
naar zijn oogen drongen. Meneer De Wijs zag dat
hij zat te ^schreien als een kind, dan was alles mis.
Zou Rika hem uitlachen. Zag Daniël heel scherp voor
zich wat gebeuren zou: Triomfierer van Koen Hessen
selmg den door olie moeders als gevaarlijk ge
brandmerkte en door alle meisjes verafgoode pri-
ma-walser., Daniël had nooit behoorlijk kunnen lee-
ren dansen. Op school was hij er door de jongens
al tusschen genomen. En op de uitvoering van „Door
oefening grooter", waarvan hij werkend lid was ge
worden bij wijze van „mop" verklaarden de jonge
dames steeds dat 't balboekje al vol was, wanneer
Daniël om een dansje kwam soebatten En wanneer hij
zich dan omdraaide, hoorde hij de laohgilletjes. voe
lend dat die hem, den onhandigen. den bedeesde,
den droomerige golden. Marietje de Wijze had op
n avond op een generale repetitie onder-onsje aan
Daniël een walsje toegestaan. Van walsen had hij hee-
lemaal geen verstand. Telkens trapte hij Riek op de
teenen en hij merkte ook wel heel goed, dat zij
moeite had, 't niet uit te gieren van jool, maar zij
hield zich in Wees hem zelfs hoe hij zijn voeten
moest zetten. Nam een portie IJs van Daniël aan.
Kwam met haar geparfumeerde blonde haren dicht bij
•zijn gezicht, dat net bloed hem naar de wangen
gutste en in den gang toen hij haar hielp d'r man
teltje aan te trekken had Riek toegelaten dat Daniël
haar een zoen gaf. Hij voelde zich toen zoo geluk
kig... zoo los van alle verdriet over het hem bij
anderen achterstellen en de spotternij van de meisjes
als nooit het geval was geweest. Hij had 'n afspraakje
gemaakt met Riek voor n Zondagmiddag. En zij wa
ren naar een buitentuin gegaan. Zij had er de na
drukkelijke voorwaarde aan verbonden dat haar broer
Cornelis haar zou komen halen. Anders kreeg zij met
pa en moe „de grootste herrie".,.
Die waren moest Daniël weten zoo vreeselijk
streng... Riekje was nog nooit alleen met een vreemd
iongmensch ergens heen geweest... Pa en moe moest
het altijd precies weten waar Rika heenging. En slechts
door te vertellen, dat zij met broer Cornelis ging
wandelen was het goedgekeurd. Straks zou broer haar
dan komen afhalen. Daniël bracht een zalig uurtje
door in den buitentuin. Wist ten slotte zooveel moed
bijeen te rapen dat hij Riek vertelde hoeveel hij van
haar hield en zij gedoogde dat-ie zijn hand es-en
zachtjes op de hare legde Toen verscheen broer. Een
poosje later verwijderde Rika zich even, van wedk
alleen-zijn broer Cornelis gebruik maakte om galant
zijn suje een confidentie te doen... Hij had 't spel
verlorenWist geen raad... Of Daniël hem aan
zestig pop kon helpen. Maar de duiten moesten er
zijn. Voor'vier uur. Over een maand zou Daniël het
geld integraal terug hebben en Cornelis beloofde hem
zijn veelvermogende bemiddeling bij pa en moe in
zake het engagement
„Laat dat zaakie nu aan mij over kerel," zei hij,
„ik weet, dat Riek je lijden mag. Ik zal wel zorgen,
dat moe voo rhet plan gewonnen wordt. En dan zegt
pa vanzelf ia... Comprisr'
Daniël stak hem, in opwinding van matelooze dank-
baaheid. hem de hand toe,
„Kees!", riep hij uit, als je dat voor mij kunt
klaarspelen.
Positiefverzekerde de ander. En Daniël beloofde.
Zusje kwam terug aan de tafel in buiten-tuin.
Em galant merkte er niets van, dat broer en zus
een knipoogje van verstandhouding wisselden.
Daniël ging den volgenden ochtend vijftig gulden
van z*n spaarbankboekje halen. En hij wist van eene
tante, die hem in zijn soliden levenswandel blindelings
vertrouwde, de rest te krijgen
Den volgenden middag klokslag drie uur schelde
hij Cornelis, volgens afspraak op.
„Ik heb de krant ontvangen.' telefoneerde hij, de
code-woorden gebruikend, die zij den vorigen dag
-waren overeengekomen „kom je mij om vijf uur
even halen?
zei Cornelis „ik heb goed nieuws voor je.'"
Daniël wilde vragen maar de ander was al weg.
Op het kantoor waren ze verbaasd over Daniëls
houding. Hij zat te neuriën. Toen-ie een inktvlek op
fn boek mankte, trok hij er zich niets van aan. Hij
wipte op z'n kantoorkruk heen en weer als een lus-
UIT HET ENGELSCH VAN DAVID I.VAT.T.
DOOR J. P. WESSELINK VAN ROSSUM
Uitgave W. DE HAAN, Utrecht
Gecart J 0.95, prachtband 11.15
14.
Zij sprak haperend en met een vreemde aarze
ling, terwijl haar vingers tintelden van den druk
Hien hij er- aan had gegeven.
„Ik denk het wel, Ik draag mijn huishoudelijke
>rgen niet mee op reis, juffrouw Fleming", ant
woordde hij met een hartelijken lach. „Dat is het
beste, wat een reiziger doen kan. Waarom zich on
gerust te maken over hetgeen gebeuren kan in ie-
Énanda afwezigheid. Toen ik veel moest reizen, heb
Ik mannen gekend), wier leven gewoon een last
toot hen werd door de brieven van huis. Ik heb
Ir nooit een. Het is de eenvoudigste weg".
1 „Indien gij zoo kunt leven, is dat het beste", zei
klison kalm. „Wilt u niet gaan zitten? Het spijt
lij dat mijn broer juist uit is, maar hij zal dadelijk
muis komen, want om zes uur drinken wij thee. Wij
lunnen niet laat eten, vooral met in den winter,
Imdat er zooveel samenkomsten zijn
TZij zei hem dit om hem voor te bereiden op hun
Bnvoudig<e levenswijze, maar het scheen ,dat hij
:<.r hi.-i.tsto woorden niet had gehoord.
„Ik zal heel blij zijn kennis met uw broer te maken.
Laar ik ben hier gekomen om u te bezoeken zei hij
Invoudig.
„O, neen", prevelde Alison, een beetje verward
zij wilde van ganscher harte, dat zij haar werk
de andere kamer had meegebracht, waardoor
.ar oogen een ankerplaats gehad zouden hebben
haar zenuwachtige vingers iets om zich mee i>e-
te houden.
heeft mij erg gespeten, dat ik u Maandag,
u Birtley verliet, niet heb kunnen treffen.
tig spring-in-'Lveld
„Vvat scheelt jou?" vroeg een collega eindelijk,
„heb je de honderdduizend getrokken? Geef-je een
iondje?"
Maar Daniël was immuun geworden tegen spotter
nij; trok er zich geen steek van aan. Antwoordde
met
Voelde zich slechts gelukkig, dankbaar, verblijd ver
genoegd, zooals in zijn leven van droomerigen knaap
met traag denkvermogen nooit was voorgekomen
Op een middag gebeurde 't een week of wat
later dat de eenige op kantoor, die hem nooit
plaagde, de stroef-ernstige Hermans met z'n eer
lijke, streng-koele oogen Daniël tot diens grenzelooze
verbazing stond op te wachten na kantoortijd.
„ik moet je even spreken', zei Hermans.
Zij liepen samen voort
En het duurde een poosje voordat de ander te
voorschijn kwam met wat hem op 't hart lag.
„Jij bent zoo n beetje aan het vrijen met die doch-
te rvan De Wijs, uit de Scheepstraat", zei Hermans,
volgens zijn gewoonte dadelijk „met de deur in huis
vallend", „'t gaat mij natuurlijk geen steek, geen
zier aan. Maar ik acht mij toch verplicht,Holstein,
je even te vragen: weet jij wat dat voor ménschen
zijn, die familie De Wijs?... Ja of je nu nijdig wordt",
ging Hermans voort, ziende hoe een vurige blos
den an4er naar het gelaat steeg „kan mij' niet
schelen. Ik acht 't mijn plicht als je collega om je
even erop te wijzen... Jij bent natuurlijk weer ziende-
blind... Dat er uit jdat nest..."
Maar Hermans voltooide den zin niet
Want Daniël had zijn stok opgericht En 't scheelde
'n haar. of hij had den ander een tik een mep ge
geven....
in de traag-denkende, moeizaam-begrijpende hersens
was slechts plaats voor de gedachte: die gunt jou je
geluk niet.... Die wil zich tusschen Rika en jou
plaatsen...
Hermans haalde de schouders op.
„ik wii je groeten", zei hij „ik heb mijn plicht
gedaan. Later zul ie nog wel eens aan mij denken I"
En Hermans had zijn uur zeer slecht gekozen.
Want Daniël was juist op weg naar Pa de Wijs.
Cornelis had hem den vorigen dag het heerlijk-gode-
iijke. ondenkbaar zalige bericht gebracht: Pa zou hem
doen ontvangen.
En op dat oogenblik kwam Hermans met z'n diep-
beleedigende waarschuwing.
Maar het besef, dat hij. dank zij de hulp van de
a.s. zwager reeds op den weg naar de zegepraal was,
deed zijn verontwaardiging verdwijnen.
En hij kwam bij het huis van a.s. schoonpapa. In
den gang kwam Rika op de teentjes sluipend, en lio-
ver geuriger koketter dan ooit uitziend hem tegemoet
Houdt maar moed, zei ze...
En weer gedoogde zij, dat Daniël een eerbiedig kusje
drukte op naar voorhoofd en voor de eerste maal
gaf zij hem een zoen terug Toen zat Daniël
zagen wij tegenover pa de Wijs, ,Uw vereerend
verzoek" met spotterig ironisch kijken. Herkent hoe
Daniël met opkomende tranen worstelde. Even was
het stil in de kamer smakte meneer de Wijs een
paar maal met tongpunt tegen gehemelte Toen zei
hij: Kijk eens amice, zooals ik je zooeven zei de
positie van het oogenblik is ifiet van dien aard en
als schrander ontwikkeld jongmensch zul je dat inzien
om je mijn dochter te mogen toevertrouwen. Maar
ik heb van mijn vrouw gehoord, dat je werkelijk veel
van mijn kind houdt... hm enfin.. Rika schijnt van
haar kant ook geneigd om... om...
„O, meneer, riep Daniël uit. nu met tranen
van geluk in de oogen.
„Tut., tut,, tut,., suste a,s. schoonpapa Wij zijn
er nog niet 'ik moet aan de toekomst van mijn kind
denken. Jjj, amice, bent niet in staat om een vrouw
volgens onzen „stand" te onderhouden.
Meneer de Wijs trommelde met deftige nadruk op
het tafelblad.
„W\j staan als mannen itegenover elkaar... Afijn Om
kort te gaan... Ik wil je helpen Dat is al veel ge
zegd, nietwaar?"
Daniël richtte een blik van oneindige dankbaarheid
op a.s. schoonpapa.
„Ik heb straks een conferentie," zei meneer de Wijs,
op 'z'n horloge kijkend, (dat „sprekend" op een gouden
remontoir leek, „dus twee woorden. Zie je kans,
Holstein, om je voor duizend gulden in mijn zaken
te interesseeren, dan zie je kans door zeer buiten
gewone omstandigheden om je zeer waarschijnlijk een
jjositie te veroveren, die je in staat zal stellen te
troüwen. Wat ik voor je doe, dat doe ik ter wille
van mijn kind. Dat begrijp je. Voor geen ander ter
wereld zou Ik het doen. Zie jij nogmaals gezegd
kans om binnen veertien dagen duizend gulden
m mijn zaken te steken dan is de kans dat alles
volgens je hartewensch zal geschieden. Nou ja,
zeggen we duizend tegen één... Nu weet je 't.
Meer zul-je erkennen kan ik niet voor je doen."
Meneer de Wijs stak hem de hand toe. Liet hem
voorgaan. Gedoogde, als fijngevoelend en streng huis
vader niet, dat de nog 'niet officieus geëngageerde can
didaat naar Rika's hand onder zijn dak bleef
Daniël ging de. straat op. Maar Cornelis kwam hem
achterop loopen. Fluisterde hem in, dat Pa uit
was gegaan. Riekie wilde hem nog even spieken.
Dien middag doolde Daniël door de straten...
Slechts ééai gedachte was er in zijn hoofd. Hoe aan de
duizend gulden te komen, die hem de poorten zou
den ontsluiten voor 't paradijsje van aartsgel uk.
lm een stil afgelegen kroegje van gorig buitenwijkje
zat iruim een jaar later een man met vaal,
vervallen gelaat en ingezonken blauw omkringde oogen.
Nu en dan slurpte hij uit een glas jenever dat
naast hem stond op het waggelende verflooze ijzeren
tafeltje. Het was op em Zondagmorgen en in de
vroege lente. Een wandelaar kwam langs het herbergje.
Hij was vroeg opgestaan ter eere van zijn vrijen dagi
en zocht naar een plekje otp wat uit te rusten.
De kroeg leek hem al te vunzig. Maar hij zette
zich even neer op een bankje dat juist voor de eerste
maal in het nieuwe lenteseizoen buiten was gezet.
En bestelde een kogelfleschje. Toen keek de wan
delaar naar binnen. Zag er zitten dm man met de
vale wangen en de blauw-omkringde oogen. Keek nog
cm paar maal, stond toen op.
Legde een hand op een schouder van dm gemevca--
drinker.
„Ben jij 't Daniël Holstein?" zei Hermans.
De ander keek op en ontstelde.
„Kom even bij mij zitten'-' zei de stroeve Gro
ninger, die oud-collega eenmaal gewaarschuwd had te
gen „dat nest bij de familie de Wijs".
De ander gehoorzaamde werktuiglijk.
En Hermans de welgekleede meneer knikte
tegen waardin, die zich al over haar stuiver onge
rust maakte, 'dat 't in orde was.
Daar zat tegenover hem Hermans, de oud-collega.
De ongelukkige Daniël, die gestolen had om pa de
Wijs te brengen de duizend gulden, die hem in staat
zouden stellen, met de blond-Kokette Rika te trouwen.
Hermans wist alles. Van Daniëls zes maanden ge
vangenisstraf. Van het gevaar, dat Pa de Wijs had
geloopen om ook in die „bajes" te raken. En hoe
de sluwe oplichter voor de zooveelste maal dm dans
was ontsprongen Hij sprak Daniël bemoedigende woor
den toe Repte niet over zijn ongeluk, zijn domheid.
Toen stak Hermans die van de koel-strenge oogen
em riks toe aan maatschappelijke schipbreukeling;
Daniël greep gretig het geldstuk aan En tikte met een
grijns op het vale gelaat, om nieuwen horreL.. Tom
stond Hermans op. En ging na oetaald te hebben
snel het gore bui ten wijk je uit..
Hier had hjj niets meer te doen
MAITRE CORBEAU.
dus zakken de jonggehuwde paartjes of tot het kam
pongleven of (bij afwezigheid van dm echtgenoot; ont
staan er toestanden, nog vrij wat onredelijker dan
het veelbestredeti concubinaat.
Generaal Eland ontlokte den minister de verklaring
dat in Indië weldra proeven zullen worden genomen
met verbeterde vliegmachines; de misère, met de in
Californie indertijd bestelde, kent men.
En er werd weer eene motie geboren. Zij had em
tiental vaders en de heer Hugcnholtz was de „opper-
vader','. Zij werd zonder hoofdelijke stemming aan
genomen en de Kamer sprak als haar oordeel uit,
langs deren weg. dat „ten spoedigste ingrijpende ver
beteringen" noodig zijn ten aanzien van de genees
kundige verpleging in het militair hospitaal te Soera-
ba ja. Mag men den heer Hugenholtz gelooven, dan
is 't daar, ondanks de verbouwing nog verre van
„smettenvnj". Het bestrijden van allerlei soort onge
dierte is in Indië zeker zeer moeilijk, zeker bij een
„va-et-vient" als in een hospitaal aan de orde van
den dag is. Maar de bestaande toestand schijnt toch
onhoudbaar. Ondanks 's ministers verklaring, dat Z.Exc.
de motie niet noodig had om te doen wat ,Lc. be
hoeft, nam de Kamer haar „sans tambour ni trompette"
aan I
In dén zeer laten namiddag zette mr. Bichon bij
afd X (Marine) het debat in over de verdediging
van Indië, waarbij de afgevaardigde voor Ommen de
groote waarde van duikbooten, torpedo-booten en mij-
nenleggers op den voorgrond stelde. Daarover mor
gen nader.
Indien mij dat gelukt was, dan zou ik misschien
niet zoo spoedig naar Schotland gekomen zijn. Fei
telijk moest ik hier eerst over een dag of tien zijn,
en ik moet tot Maandag wachten om een man te
spreken, die van Zaterdag tot Maandag naar het
Noorden is gegaan."
„0!" zei Alison. „U blijft dus tot Maandag in Glas-
B°]Néen, ik hoop niet in Glasgow", antwoordde hij
snel. „Het stortregende er den geheelen morgen, en
ik vond het een nog ellendiger plaats dan Birtley
met zijn sintelhoopen op een regenachtigen dag. Is
er hie rin deze plaats geen ordentelijk hotel?
In RochaJlan? O neen! Het is hier maar een
dorp Maar het Stationshotel te Seadoon is niet zoo
heel slecht, zegt men. Er logeeren vaak golfspelers
en reizigers en de Amerikanen, die zomers een be
devaart maken naar de plaats, waar Burns begra-
ven litrt
Zii glimlachte even, toen zij dit zei en de lief
talligheid van haar gelaat deed opnieuw haar mach
tigen invloed gelden op het hart van den man. tr
viel niet aan te twijfelen of de eigenaar der ijzer
gieterij was verliefd, voor zoover hij ten minste iets
als liefde kon voelen. Alison had er geen begrip
van hoe groot haar triomf wel was. Zij, die o
haar eigen woorden te gebruiken, opzij was gel eg
had, op het eerste gezicht, den grooten man van
Birtley, voor wien een geheele gemeente met n
grootste ontzag boog, gevangen. Hij voelde zich ge
legen, want hij bezat geen sleutel om tot het hart
eener vrouw te kunnen doordringen. Tot op
oogenblik had hij de vrouwen veracht en gemin
acht en haar slechts beschouwd als een noodzakelijk
aanhangsel van het bestaan. Zijn eerste vrouw ha
nooit do positie ingenomen, waar haar huwelijk naar
recht op gaf, zelfs niet die, welke zij als Y°"w
mogen opeischen, maar tot den dag van haar dood
had zij voor haar man in vrees geleefd. Zij was
nooit meer geweest dan een nul in t cijfer, en dj
haar dood had zij noch veel verdriet veroorzaakt,
noch teedere herinneringen nagelaten. Zij ban.
ongeluk gehad in het leven van Edmund Crewe ie
komen in het tijdperk, dat hij den strijd om©r t
komen op zijn felst en scherpst voerde, toen nij g -
heel vervuld was van den wil om carnere te ma-
ken en zijn hand tegen allen was en die van allen
ongetwijfeld gewenscht.
Er is geëm ellendiger toestand denkbaar dan dien
veroorzaakt door jeuk en prikkeling van huidziekten,
eczeem, gordeluitslag, aambeien, dauwworm of roos
achtige psoriasis.
De slaap wordt verstoord, de zenuwen worden over
spannen en het geheele gestel lijdt eronder. Huidkwa
len belemmeren u bij het verhinde en succes
in het leven en beroöven u van nut en geraak.
Zonder twijfel is do leefwijze van invloed. Gemak
kelijk Verteerbaar en gezond voedsel, regelmatige ge
woonten, dagelijksche stoelgang, baden, rrissche lucht
en lichaamsoefening zijn zoowel een voorbehoedmiddel
ais nuttig, maar een verzachtende, verkoelende en ge
nerende zalf 'is tevens onmiddellijk noodzakelijk.
Poster's Zalf nadert de volmaaktheid als huidzalf.
Zij heeft naam gemaakt als spoedig verlichting gevend
Zij past de teerste en gevoeligste huid en kan veilig
en met vertrouwen worden aangewend Zelfs bij ont
stoken bloedende of uitstekende aambeien bewees Fos-
teris Zalf succes te hebben. Zij bracht rust en gemak
aan personen, die jaren - hadden geleden.
Fosteris Zalf Het op den luisten naam) is te .Scha-
verkrijgb. bij J. Rotgans, Molenstraat C 14. Toezending
geschiedt franco na ontv. v. postwissel a f 1.75 p doos.
Niemand zal ontkennen, dat de Kamer dit jaar het
Indisch budget met groote nauwgezetheid heeft behan
deld, tot 't eind toe. In den laten middag werd Hoofd
stuk II (Uitgave in Indië) zonder stemming goedgekeurd.
Minister Pleyte protesteerde tegen de insinuatie, dat
in de 2aak der Indische aannemers, aan die van de
havenwerken in Insulinde verknocht en tusschen Re
geering en aannemers iets van conniventie ook
wel „afspraakjes" o.i.d, zou hebben bestaan Trou
wens de gamche kwestie gaat buiten het bewind van
dezen minister (die hulde bracht aan den arbeid der
commissie-Lambrechtsen van Ritthem) om.
De heer Albarda sprak nog een krachtig woord ten
gu'nste van het spoedig afwerken en met energie aan
vatten van nieuwe bevloeiingswerkenuitgaven, die zoo-
al niet in dadelijk te verzilveren percentjes, toch
ruimschoots indirect rentegevend en bloei-aanbrengend
zijn.
De heer Boissevain kreeg de verzekering dat ten
opzichte van het tot; stand brengen eener radio-tele-
rsche gemeenschap tusschen Patria en Insulinde
Regitnng „diligent" blijft
De heer Koster had de voldoening van minister
Pleyte de verzekering te ontvangen, dat hij met Bui
ten zorg zal overleggen, wat kan en moet worden
gedaan tot verbetering der positie van de gehuwde
onderofficieren in de Oost. Een echtpaar kan niet
van .f 9.75 per vijf dagen „fatsoenlijk leven", en al
tegen hem.
Sinds haar dood was de invloed van de vrouw op
zijn leven eensdeels te gering, anderdeels niet van
een aard om het goede, dat in hem sluimerde, tot
ontwikkeling te brengen.
Wat hem boven alles in Alison Fleming aantrok,
was haar vrouwelijkheid en de kalme, prachtige
moed, die uit haar oogen straalde en die door niets
tot sidderen gebracht kon worden.
Hij stond op het haardkleed en keek op haar neer
en zijn hard gelaat kreeg een merkwaardig zachte
uitdrukking.
„Indien u werkelijk blij waart mij te zien, juf
frouw Fleming, dan behoef ik u niet te vertellen,
dat u mij zoudt vragen hier tot Maandag te blij
ven".
Een blos overtoog haar gelaat
„U moet bedenken, dat dit een heel eenvoudige wo
ning ia, terwijl ik me de uwe nog zeer goed herin
ner. Maar indien u blijven wilt, dan zult u welkom
zijn".
„Ik wil blijven en heel erg graag, zelfs op zulk
een uitnoodiging, waaruit u blijken kan, hoe graag
ik het doe".
„Het zal eenvoudig leven en hoog denken zijn, zei
Alison met een lach. „Misschien kan dat voor een
enkelen keer zelfs geen kwaad, voor den heer Crewe
van Old Hall te Birtley".
Crewe knikte opgetogen. Hij was er in geslaagd
haar belangstelling te wekken, en hij voelde, dat hij
vorderingen maakte. In zijn volgende woorden zou
iets meer warmte gelegen hebben, indien zij op aait
oogenblik niet waren gestoord. Alison had de bei
aan de voordeur gehoord en was niet verbaasd,
toen een oogenblik later Janet mevrouw Dunlop de
kamer binnen liet. Zij stond haastig op en met een
gevoel van verlichting, om haar te begroeten en
dientengevolge was de begroeting warmer dan ge
woonlijk. In het costuum, waarin zij haar visites
maakte, was mevrouw Dunlop een bevallige en op
vallende figuur. Haar snelle blik, die op den heer
Crewe was gericht, nam elke bijzonderheid van zijn
voorkomen op.
„Janet had moeten zeggen, dat ge bezoek hadt,
lieve", ze izij, wachtende op de voorstelling.
„Waarom lieve mevrouw Dunlop. Het is altijd
prettig u te zien. Dit is de heer Crewe van Birtley
Vergadering van den Raad der gemeente Pet-,
ten, gehouden op Woensdag 21 Maart 1917, 'a avonds
7 uur. Voorzitter burgemeester H. S. Eriks, secre
taris de heer J. W. Elskomp. Afwezig wethouder
Purmor wegens ongesteldheid. 1 Vacature.
De voorzitter opent de vergadering met een
woord van welkom, waarbij hij de hoop uitspreekt,
dat de te houden besprekingen in het belang van
de gemeente mogen zijn.
Als punt 1 staat op de agenda: vaststelling no
tulen van de vorige vergadering.
De heer v. d. Vlies krijgt de gewenschte Inlich
tingen over enkele vragen betreffende de gemeen-
terekening in de vorige vergaderin. Verder wenscht
hij eene kleine verandering te doen aanbrengen
in verband met de verordeningen. Daarna volgt
goedkeuring van de notulen.
Ingekomen is een schrijven van Ged. Staten be
treffende het pensioen van gemeenteambtenaren.
Daarin wordt vastgesteld de jiensioengrondslag en
<1e lpkoupaom voor dc verre billende ambtenaren
in dozc (feuieaiite.
Vastgesteld worden: het kohier voor den Hoofde-
lijken Omslag en voor de Hondenbelasting.
In de vergadering van 15 Maart j.1. was reeda
aan de orde geweest het adres van den Centralen
Bond van Bouwvakarbeiders, met verzoek om ge
meentelijken steun ten behoeve der Werkloozen-
kassen. Dit punt was aangehouden tot de volgende
vergadering. Daarom zal het nu een punt van be
spreking uitmaken. De voorzitter leidt dit punt in
met de voorlezing van de Memorie van Toelich
ting, welke bij het adres gevoegd la.
De heer Bellis vraagt, wie de controle heeft over
de kassen en wie bepaalt, of uitkeering noodig is
of niet?
De heer v. d. Vlies: Is de Centrale Bond over
tuigd, dat het nuttig is?
De heer J. Timmerman, medo-onderteekenaar van
het adres, licht dit nader toe. Hij laat hierbij uit
komen, dat in eene gemeente als Petten, die bijna
geheel uit eene arbeidersbevolking bestaat, deze
instelling noodzakelijk is. Bovendien bepaalt de
verordening, wie recht heeft op uitkeering en wie
niet
De voorzitter acht deze instelling ook nuttig en
noodzakelijk, hoewel er voorloopig in Petten geen
werkloosheid te vreezen is. Maar, t vraagt te veel
van de financiën.
De heer v .d. Vlies ia geheel van hetzelfde ge
voelen.
De heer Bellis gaat niet geheel akkoord met het
concept-reglement Dat kan zoo maar niet in een
oogenblik uitgemaakt worden.
Voorzitter: Bestaat er ook een leeftijdsgrens?
De heer Timmerman: Ja, 70 jaar. t Bedrag, dat
de gemeente stort, staat vaat. Dus hoe hooger leef
tijdsgrens, hoe voordeeliger dat voor de gemeente
ia
Voorzitter: Kunnen wé kans zien t bedrag uit de
financiën te vinden, dan mogen we het niet na
laten. Maar hoe kunnen we dit bedrag vinden?
De heer v. cL Vlies: We moeten het op de begroo-
ting zoeken ,maar wanneer Ged. Staten de verhoo
ging afwijzen, dan kan het niet
Voorzitter: Met de bestaande belasting is er niet
aan te denken.
De beer Kottelman merkt op, dat ar zulke groote
financiëele uitgaven zijn, dat wo het noodzakelijk
ste moeten nemen. Op het oogenblik ia het nog on
mogelijk.
De heer Timmerman: Wanneer zestig of zeventig
menschen zonder werk raken, dan kunnen die
maar niet zoo gauw weer werk vinden. De ge
meente moeit dan maar schuld maken.
Voorzitter: Hoe kunnen we die schuld dan weer
delgen?
De heer Bellis merkt op, dat het gestorte geld de
gemeente uitgaat. Hij vindt het ook noodig, dat ar
gemeentelijk toezicht is op de kassen. Uit voorzorg
U heeft Guy toch wel eens over hem hooren spre
ken» Mijnheer iCrewel (mijn, /Lieve vriendin^, (me
vrouw Dunlop, die in de pastorie te Seadoon woont
U zult de verhouding misschien begrijpen, ala ik u
zeg, dat de echtgenoot van mevrouw Dunlop hier
het ambt van rector (Bij de Anglicaanscbe kerk
heeft elke parochie of kerspel meerdere predikan
ten ,van wie een het hoofd is, en den titel van rec
tor heeft) vervult zooals de heer Tfolliott het
in Birtley doet; wij zijn de Afgescheidenen, evenals
de lieden van de kapel in Bunner Lane".
„Ik heb van die ontelbare godsdiensten in Schot
land gehoord", zei de heer Crewe, maar mevrouw
Dun'op maakte snel een afwerend gebaar met haar
hand.
„Neen, neen, mijn goede man, geen godsdiensten,
gij hebt het verkeerde woord gebruikt. Wij hebben
slechts één godsdienst; de benamingen zijn ontel
baar", zei zij met een lachje, nadat zij op den rand
van den stoel was gaan zitten. „Ik mag niet blij
ven, Alison, ik kwam alleen aan om je te zeggen,
dat ik een brief van juffrouw Brooke heb gekre
gen. Ik wil hem hier wel achterlaten, dan kun je
hem lezen, of indien de heer Crewe je voor een
oogenblik wil verontschuldigen en je mij uit wilt
laten, dan zal ik je zeggen, waar het over gaat".
„Zoo haastig? Mevrouw Dunlop, kom en ga niet
in een wervelwind. Dat is toch niets voor u", zei
Alison.. Gedurende enkele oogenbhkken zat me
vrouw Dunlop stil en maakte van de gelegenheid ge
bruik om den bezoeker van Alison te bestudeeren
en tevens om zich verbaasd af te vragen, wat hem
wel hierheen mocht gevoerd hebben.
Toen zij alleen met Alison aan de voordeur stond,
vroeg zij het haar, zonder de minste aarzeling en
zonder omwegen.
„Wie is die man en waarom is hij hier, Alison
Fleming?"
„Zijn naam heb ik u gezegd en hij is hier, omdat
hij zaken te doen had in Glasgow en daarmede niet
klaar kon komen voor Maandag."
„Allemaal dwaasheid I Hij is hier slechts om één
reden, en dat is om jou te zien".
Alison kreeg een kleur, hoewel zij zich zoo stel
lig voorgenomen had zich te beheerschen.
„Neen, neen! Het is heel natuurlijk, dat hij hier
komt, om eens te zien hoe ons tehuis is. Ik heb u