Niet door menschenhan- den gebouwd. TWEEDE BLAD. Schetsen uit de Rechtzaal. Reclames. Zaterdag 21 Maart 1917. 60ste Jaargang No. 5975. FEUILLETON. RUST EN GEMAK Wie zich thans op dit blad abonneert, ontvangt de num mers verschijnende tot 1 April a.s GRATIS. Tweede Kamer. Raad Petten. Schap Courant 't PARADIJS. „Kijk", zei de pa van Blond-kokette Riekje en hij streek zich over ae soigrteus-geschoren vettige kin. Kijk eens hier, amice, zooals de zaken er bij jou nu voorstaan kan en mag ik er natuurlijk niet aan denken om je aanzoek je overigens vereerend aanzoek voegde meneer De Wijs eraan toe als hoffelijk man van de wereld alle vormen in acht willende nemen, maar candidaat naar de hand van Rika tegelijk met spotterig knippende oogjes aankij kend, in overweging te nemen... De bleeke. magere jongeling tegenover hem. werd mog valer van gelaatstint en worstelde met ie tra- •frv Imar dV°°9en dongen., zoodat 't was of Dame' een prop |n den keel schoot. Hij vocht met de verradelijke tranen die zich met al meer kracht naar zijn oogen drongen. Meneer De Wijs zag dat hij zat te ^schreien als een kind, dan was alles mis. Zou Rika hem uitlachen. Zag Daniël heel scherp voor zich wat gebeuren zou: Triomfierer van Koen Hessen selmg den door olie moeders als gevaarlijk ge brandmerkte en door alle meisjes verafgoode pri- ma-walser., Daniël had nooit behoorlijk kunnen lee- ren dansen. Op school was hij er door de jongens al tusschen genomen. En op de uitvoering van „Door oefening grooter", waarvan hij werkend lid was ge worden bij wijze van „mop" verklaarden de jonge dames steeds dat 't balboekje al vol was, wanneer Daniël om een dansje kwam soebatten En wanneer hij zich dan omdraaide, hoorde hij de laohgilletjes. voe lend dat die hem, den onhandigen. den bedeesde, den droomerige golden. Marietje de Wijze had op n avond op een generale repetitie onder-onsje aan Daniël een walsje toegestaan. Van walsen had hij hee- lemaal geen verstand. Telkens trapte hij Riek op de teenen en hij merkte ook wel heel goed, dat zij moeite had, 't niet uit te gieren van jool, maar zij hield zich in Wees hem zelfs hoe hij zijn voeten moest zetten. Nam een portie IJs van Daniël aan. Kwam met haar geparfumeerde blonde haren dicht bij •zijn gezicht, dat net bloed hem naar de wangen gutste en in den gang toen hij haar hielp d'r man teltje aan te trekken had Riek toegelaten dat Daniël haar een zoen gaf. Hij voelde zich toen zoo geluk kig... zoo los van alle verdriet over het hem bij anderen achterstellen en de spotternij van de meisjes als nooit het geval was geweest. Hij had 'n afspraakje gemaakt met Riek voor n Zondagmiddag. En zij wa ren naar een buitentuin gegaan. Zij had er de na drukkelijke voorwaarde aan verbonden dat haar broer Cornelis haar zou komen halen. Anders kreeg zij met pa en moe „de grootste herrie".,. Die waren moest Daniël weten zoo vreeselijk streng... Riekje was nog nooit alleen met een vreemd iongmensch ergens heen geweest... Pa en moe moest het altijd precies weten waar Rika heenging. En slechts door te vertellen, dat zij met broer Cornelis ging wandelen was het goedgekeurd. Straks zou broer haar dan komen afhalen. Daniël bracht een zalig uurtje door in den buitentuin. Wist ten slotte zooveel moed bijeen te rapen dat hij Riek vertelde hoeveel hij van haar hield en zij gedoogde dat-ie zijn hand es-en zachtjes op de hare legde Toen verscheen broer. Een poosje later verwijderde Rika zich even, van wedk alleen-zijn broer Cornelis gebruik maakte om galant zijn suje een confidentie te doen... Hij had 't spel verlorenWist geen raad... Of Daniël hem aan zestig pop kon helpen. Maar de duiten moesten er zijn. Voor'vier uur. Over een maand zou Daniël het geld integraal terug hebben en Cornelis beloofde hem zijn veelvermogende bemiddeling bij pa en moe in zake het engagement „Laat dat zaakie nu aan mij over kerel," zei hij, „ik weet, dat Riek je lijden mag. Ik zal wel zorgen, dat moe voo rhet plan gewonnen wordt. En dan zegt pa vanzelf ia... Comprisr' Daniël stak hem, in opwinding van matelooze dank- baaheid. hem de hand toe, „Kees!", riep hij uit, als je dat voor mij kunt klaarspelen. Positiefverzekerde de ander. En Daniël beloofde. Zusje kwam terug aan de tafel in buiten-tuin. Em galant merkte er niets van, dat broer en zus een knipoogje van verstandhouding wisselden. Daniël ging den volgenden ochtend vijftig gulden van z*n spaarbankboekje halen. En hij wist van eene tante, die hem in zijn soliden levenswandel blindelings vertrouwde, de rest te krijgen Den volgenden middag klokslag drie uur schelde hij Cornelis, volgens afspraak op. „Ik heb de krant ontvangen.' telefoneerde hij, de code-woorden gebruikend, die zij den vorigen dag -waren overeengekomen „kom je mij om vijf uur even halen? zei Cornelis „ik heb goed nieuws voor je.'" Daniël wilde vragen maar de ander was al weg. Op het kantoor waren ze verbaasd over Daniëls houding. Hij zat te neuriën. Toen-ie een inktvlek op fn boek mankte, trok hij er zich niets van aan. Hij wipte op z'n kantoorkruk heen en weer als een lus- UIT HET ENGELSCH VAN DAVID I.VAT.T. DOOR J. P. WESSELINK VAN ROSSUM Uitgave W. DE HAAN, Utrecht Gecart J 0.95, prachtband 11.15 14. Zij sprak haperend en met een vreemde aarze ling, terwijl haar vingers tintelden van den druk Hien hij er- aan had gegeven. „Ik denk het wel, Ik draag mijn huishoudelijke >rgen niet mee op reis, juffrouw Fleming", ant woordde hij met een hartelijken lach. „Dat is het beste, wat een reiziger doen kan. Waarom zich on gerust te maken over hetgeen gebeuren kan in ie- Énanda afwezigheid. Toen ik veel moest reizen, heb Ik mannen gekend), wier leven gewoon een last toot hen werd door de brieven van huis. Ik heb Ir nooit een. Het is de eenvoudigste weg". 1 „Indien gij zoo kunt leven, is dat het beste", zei klison kalm. „Wilt u niet gaan zitten? Het spijt lij dat mijn broer juist uit is, maar hij zal dadelijk muis komen, want om zes uur drinken wij thee. Wij lunnen niet laat eten, vooral met in den winter, Imdat er zooveel samenkomsten zijn TZij zei hem dit om hem voor te bereiden op hun Bnvoudig<e levenswijze, maar het scheen ,dat hij :<.r hi.-i.tsto woorden niet had gehoord. „Ik zal heel blij zijn kennis met uw broer te maken. Laar ik ben hier gekomen om u te bezoeken zei hij Invoudig. „O, neen", prevelde Alison, een beetje verward zij wilde van ganscher harte, dat zij haar werk de andere kamer had meegebracht, waardoor .ar oogen een ankerplaats gehad zouden hebben haar zenuwachtige vingers iets om zich mee i>e- te houden. heeft mij erg gespeten, dat ik u Maandag, u Birtley verliet, niet heb kunnen treffen. tig spring-in-'Lveld „Vvat scheelt jou?" vroeg een collega eindelijk, „heb je de honderdduizend getrokken? Geef-je een iondje?" Maar Daniël was immuun geworden tegen spotter nij; trok er zich geen steek van aan. Antwoordde met Voelde zich slechts gelukkig, dankbaar, verblijd ver genoegd, zooals in zijn leven van droomerigen knaap met traag denkvermogen nooit was voorgekomen Op een middag gebeurde 't een week of wat later dat de eenige op kantoor, die hem nooit plaagde, de stroef-ernstige Hermans met z'n eer lijke, streng-koele oogen Daniël tot diens grenzelooze verbazing stond op te wachten na kantoortijd. „ik moet je even spreken', zei Hermans. Zij liepen samen voort En het duurde een poosje voordat de ander te voorschijn kwam met wat hem op 't hart lag. „Jij bent zoo n beetje aan het vrijen met die doch- te rvan De Wijs, uit de Scheepstraat", zei Hermans, volgens zijn gewoonte dadelijk „met de deur in huis vallend", „'t gaat mij natuurlijk geen steek, geen zier aan. Maar ik acht mij toch verplicht,Holstein, je even te vragen: weet jij wat dat voor ménschen zijn, die familie De Wijs?... Ja of je nu nijdig wordt", ging Hermans voort, ziende hoe een vurige blos den an4er naar het gelaat steeg „kan mij' niet schelen. Ik acht 't mijn plicht als je collega om je even erop te wijzen... Jij bent natuurlijk weer ziende- blind... Dat er uit jdat nest..." Maar Hermans voltooide den zin niet Want Daniël had zijn stok opgericht En 't scheelde 'n haar. of hij had den ander een tik een mep ge geven.... in de traag-denkende, moeizaam-begrijpende hersens was slechts plaats voor de gedachte: die gunt jou je geluk niet.... Die wil zich tusschen Rika en jou plaatsen... Hermans haalde de schouders op. „ik wii je groeten", zei hij „ik heb mijn plicht gedaan. Later zul ie nog wel eens aan mij denken I" En Hermans had zijn uur zeer slecht gekozen. Want Daniël was juist op weg naar Pa de Wijs. Cornelis had hem den vorigen dag het heerlijk-gode- iijke. ondenkbaar zalige bericht gebracht: Pa zou hem doen ontvangen. En op dat oogenblik kwam Hermans met z'n diep- beleedigende waarschuwing. Maar het besef, dat hij. dank zij de hulp van de a.s. zwager reeds op den weg naar de zegepraal was, deed zijn verontwaardiging verdwijnen. En hij kwam bij het huis van a.s. schoonpapa. In den gang kwam Rika op de teentjes sluipend, en lio- ver geuriger koketter dan ooit uitziend hem tegemoet Houdt maar moed, zei ze... En weer gedoogde zij, dat Daniël een eerbiedig kusje drukte op naar voorhoofd en voor de eerste maal gaf zij hem een zoen terug Toen zat Daniël zagen wij tegenover pa de Wijs, ,Uw vereerend verzoek" met spotterig ironisch kijken. Herkent hoe Daniël met opkomende tranen worstelde. Even was het stil in de kamer smakte meneer de Wijs een paar maal met tongpunt tegen gehemelte Toen zei hij: Kijk eens amice, zooals ik je zooeven zei de positie van het oogenblik is ifiet van dien aard en als schrander ontwikkeld jongmensch zul je dat inzien om je mijn dochter te mogen toevertrouwen. Maar ik heb van mijn vrouw gehoord, dat je werkelijk veel van mijn kind houdt... hm enfin.. Rika schijnt van haar kant ook geneigd om... om... „O, meneer, riep Daniël uit. nu met tranen van geluk in de oogen. „Tut., tut,, tut,., suste a,s. schoonpapa Wij zijn er nog niet 'ik moet aan de toekomst van mijn kind denken. Jjj, amice, bent niet in staat om een vrouw volgens onzen „stand" te onderhouden. Meneer de Wijs trommelde met deftige nadruk op het tafelblad. „W\j staan als mannen itegenover elkaar... Afijn Om kort te gaan... Ik wil je helpen Dat is al veel ge zegd, nietwaar?" Daniël richtte een blik van oneindige dankbaarheid op a.s. schoonpapa. „Ik heb straks een conferentie," zei meneer de Wijs, op 'z'n horloge kijkend, (dat „sprekend" op een gouden remontoir leek, „dus twee woorden. Zie je kans, Holstein, om je voor duizend gulden in mijn zaken te interesseeren, dan zie je kans door zeer buiten gewone omstandigheden om je zeer waarschijnlijk een jjositie te veroveren, die je in staat zal stellen te troüwen. Wat ik voor je doe, dat doe ik ter wille van mijn kind. Dat begrijp je. Voor geen ander ter wereld zou Ik het doen. Zie jij nogmaals gezegd kans om binnen veertien dagen duizend gulden m mijn zaken te steken dan is de kans dat alles volgens je hartewensch zal geschieden. Nou ja, zeggen we duizend tegen één... Nu weet je 't. Meer zul-je erkennen kan ik niet voor je doen." Meneer de Wijs stak hem de hand toe. Liet hem voorgaan. Gedoogde, als fijngevoelend en streng huis vader niet, dat de nog 'niet officieus geëngageerde can didaat naar Rika's hand onder zijn dak bleef Daniël ging de. straat op. Maar Cornelis kwam hem achterop loopen. Fluisterde hem in, dat Pa uit was gegaan. Riekie wilde hem nog even spieken. Dien middag doolde Daniël door de straten... Slechts ééai gedachte was er in zijn hoofd. Hoe aan de duizend gulden te komen, die hem de poorten zou den ontsluiten voor 't paradijsje van aartsgel uk. lm een stil afgelegen kroegje van gorig buitenwijkje zat iruim een jaar later een man met vaal, vervallen gelaat en ingezonken blauw omkringde oogen. Nu en dan slurpte hij uit een glas jenever dat naast hem stond op het waggelende verflooze ijzeren tafeltje. Het was op em Zondagmorgen en in de vroege lente. Een wandelaar kwam langs het herbergje. Hij was vroeg opgestaan ter eere van zijn vrijen dagi en zocht naar een plekje otp wat uit te rusten. De kroeg leek hem al te vunzig. Maar hij zette zich even neer op een bankje dat juist voor de eerste maal in het nieuwe lenteseizoen buiten was gezet. En bestelde een kogelfleschje. Toen keek de wan delaar naar binnen. Zag er zitten dm man met de vale wangen en de blauw-omkringde oogen. Keek nog cm paar maal, stond toen op. Legde een hand op een schouder van dm gemevca-- drinker. „Ben jij 't Daniël Holstein?" zei Hermans. De ander keek op en ontstelde. „Kom even bij mij zitten'-' zei de stroeve Gro ninger, die oud-collega eenmaal gewaarschuwd had te gen „dat nest bij de familie de Wijs". De ander gehoorzaamde werktuiglijk. En Hermans de welgekleede meneer knikte tegen waardin, die zich al over haar stuiver onge rust maakte, 'dat 't in orde was. Daar zat tegenover hem Hermans, de oud-collega. De ongelukkige Daniël, die gestolen had om pa de Wijs te brengen de duizend gulden, die hem in staat zouden stellen, met de blond-Kokette Rika te trouwen. Hermans wist alles. Van Daniëls zes maanden ge vangenisstraf. Van het gevaar, dat Pa de Wijs had geloopen om ook in die „bajes" te raken. En hoe de sluwe oplichter voor de zooveelste maal dm dans was ontsprongen Hij sprak Daniël bemoedigende woor den toe Repte niet over zijn ongeluk, zijn domheid. Toen stak Hermans die van de koel-strenge oogen em riks toe aan maatschappelijke schipbreukeling; Daniël greep gretig het geldstuk aan En tikte met een grijns op het vale gelaat, om nieuwen horreL.. Tom stond Hermans op. En ging na oetaald te hebben snel het gore bui ten wijk je uit.. Hier had hjj niets meer te doen MAITRE CORBEAU. dus zakken de jonggehuwde paartjes of tot het kam pongleven of (bij afwezigheid van dm echtgenoot; ont staan er toestanden, nog vrij wat onredelijker dan het veelbestredeti concubinaat. Generaal Eland ontlokte den minister de verklaring dat in Indië weldra proeven zullen worden genomen met verbeterde vliegmachines; de misère, met de in Californie indertijd bestelde, kent men. En er werd weer eene motie geboren. Zij had em tiental vaders en de heer Hugcnholtz was de „opper- vader','. Zij werd zonder hoofdelijke stemming aan genomen en de Kamer sprak als haar oordeel uit, langs deren weg. dat „ten spoedigste ingrijpende ver beteringen" noodig zijn ten aanzien van de genees kundige verpleging in het militair hospitaal te Soera- ba ja. Mag men den heer Hugenholtz gelooven, dan is 't daar, ondanks de verbouwing nog verre van „smettenvnj". Het bestrijden van allerlei soort onge dierte is in Indië zeker zeer moeilijk, zeker bij een „va-et-vient" als in een hospitaal aan de orde van den dag is. Maar de bestaande toestand schijnt toch onhoudbaar. Ondanks 's ministers verklaring, dat Z.Exc. de motie niet noodig had om te doen wat ,Lc. be hoeft, nam de Kamer haar „sans tambour ni trompette" aan I In dén zeer laten namiddag zette mr. Bichon bij afd X (Marine) het debat in over de verdediging van Indië, waarbij de afgevaardigde voor Ommen de groote waarde van duikbooten, torpedo-booten en mij- nenleggers op den voorgrond stelde. Daarover mor gen nader. Indien mij dat gelukt was, dan zou ik misschien niet zoo spoedig naar Schotland gekomen zijn. Fei telijk moest ik hier eerst over een dag of tien zijn, en ik moet tot Maandag wachten om een man te spreken, die van Zaterdag tot Maandag naar het Noorden is gegaan." „0!" zei Alison. „U blijft dus tot Maandag in Glas- B°]Néen, ik hoop niet in Glasgow", antwoordde hij snel. „Het stortregende er den geheelen morgen, en ik vond het een nog ellendiger plaats dan Birtley met zijn sintelhoopen op een regenachtigen dag. Is er hie rin deze plaats geen ordentelijk hotel? In RochaJlan? O neen! Het is hier maar een dorp Maar het Stationshotel te Seadoon is niet zoo heel slecht, zegt men. Er logeeren vaak golfspelers en reizigers en de Amerikanen, die zomers een be devaart maken naar de plaats, waar Burns begra- ven litrt Zii glimlachte even, toen zij dit zei en de lief talligheid van haar gelaat deed opnieuw haar mach tigen invloed gelden op het hart van den man. tr viel niet aan te twijfelen of de eigenaar der ijzer gieterij was verliefd, voor zoover hij ten minste iets als liefde kon voelen. Alison had er geen begrip van hoe groot haar triomf wel was. Zij, die o haar eigen woorden te gebruiken, opzij was gel eg had, op het eerste gezicht, den grooten man van Birtley, voor wien een geheele gemeente met n grootste ontzag boog, gevangen. Hij voelde zich ge legen, want hij bezat geen sleutel om tot het hart eener vrouw te kunnen doordringen. Tot op oogenblik had hij de vrouwen veracht en gemin acht en haar slechts beschouwd als een noodzakelijk aanhangsel van het bestaan. Zijn eerste vrouw ha nooit do positie ingenomen, waar haar huwelijk naar recht op gaf, zelfs niet die, welke zij als Y°"w mogen opeischen, maar tot den dag van haar dood had zij voor haar man in vrees geleefd. Zij was nooit meer geweest dan een nul in t cijfer, en dj haar dood had zij noch veel verdriet veroorzaakt, noch teedere herinneringen nagelaten. Zij ban. ongeluk gehad in het leven van Edmund Crewe ie komen in het tijdperk, dat hij den strijd om©r t komen op zijn felst en scherpst voerde, toen nij g - heel vervuld was van den wil om carnere te ma- ken en zijn hand tegen allen was en die van allen ongetwijfeld gewenscht. Er is geëm ellendiger toestand denkbaar dan dien veroorzaakt door jeuk en prikkeling van huidziekten, eczeem, gordeluitslag, aambeien, dauwworm of roos achtige psoriasis. De slaap wordt verstoord, de zenuwen worden over spannen en het geheele gestel lijdt eronder. Huidkwa len belemmeren u bij het verhinde en succes in het leven en beroöven u van nut en geraak. Zonder twijfel is do leefwijze van invloed. Gemak kelijk Verteerbaar en gezond voedsel, regelmatige ge woonten, dagelijksche stoelgang, baden, rrissche lucht en lichaamsoefening zijn zoowel een voorbehoedmiddel ais nuttig, maar een verzachtende, verkoelende en ge nerende zalf 'is tevens onmiddellijk noodzakelijk. Poster's Zalf nadert de volmaaktheid als huidzalf. Zij heeft naam gemaakt als spoedig verlichting gevend Zij past de teerste en gevoeligste huid en kan veilig en met vertrouwen worden aangewend Zelfs bij ont stoken bloedende of uitstekende aambeien bewees Fos- teris Zalf succes te hebben. Zij bracht rust en gemak aan personen, die jaren - hadden geleden. Fosteris Zalf Het op den luisten naam) is te .Scha- verkrijgb. bij J. Rotgans, Molenstraat C 14. Toezending geschiedt franco na ontv. v. postwissel a f 1.75 p doos. Niemand zal ontkennen, dat de Kamer dit jaar het Indisch budget met groote nauwgezetheid heeft behan deld, tot 't eind toe. In den laten middag werd Hoofd stuk II (Uitgave in Indië) zonder stemming goedgekeurd. Minister Pleyte protesteerde tegen de insinuatie, dat in de 2aak der Indische aannemers, aan die van de havenwerken in Insulinde verknocht en tusschen Re geering en aannemers iets van conniventie ook wel „afspraakjes" o.i.d, zou hebben bestaan Trou wens de gamche kwestie gaat buiten het bewind van dezen minister (die hulde bracht aan den arbeid der commissie-Lambrechtsen van Ritthem) om. De heer Albarda sprak nog een krachtig woord ten gu'nste van het spoedig afwerken en met energie aan vatten van nieuwe bevloeiingswerkenuitgaven, die zoo- al niet in dadelijk te verzilveren percentjes, toch ruimschoots indirect rentegevend en bloei-aanbrengend zijn. De heer Boissevain kreeg de verzekering dat ten opzichte van het tot; stand brengen eener radio-tele- rsche gemeenschap tusschen Patria en Insulinde Regitnng „diligent" blijft De heer Koster had de voldoening van minister Pleyte de verzekering te ontvangen, dat hij met Bui ten zorg zal overleggen, wat kan en moet worden gedaan tot verbetering der positie van de gehuwde onderofficieren in de Oost. Een echtpaar kan niet van .f 9.75 per vijf dagen „fatsoenlijk leven", en al tegen hem. Sinds haar dood was de invloed van de vrouw op zijn leven eensdeels te gering, anderdeels niet van een aard om het goede, dat in hem sluimerde, tot ontwikkeling te brengen. Wat hem boven alles in Alison Fleming aantrok, was haar vrouwelijkheid en de kalme, prachtige moed, die uit haar oogen straalde en die door niets tot sidderen gebracht kon worden. Hij stond op het haardkleed en keek op haar neer en zijn hard gelaat kreeg een merkwaardig zachte uitdrukking. „Indien u werkelijk blij waart mij te zien, juf frouw Fleming, dan behoef ik u niet te vertellen, dat u mij zoudt vragen hier tot Maandag te blij ven". Een blos overtoog haar gelaat „U moet bedenken, dat dit een heel eenvoudige wo ning ia, terwijl ik me de uwe nog zeer goed herin ner. Maar indien u blijven wilt, dan zult u welkom zijn". „Ik wil blijven en heel erg graag, zelfs op zulk een uitnoodiging, waaruit u blijken kan, hoe graag ik het doe". „Het zal eenvoudig leven en hoog denken zijn, zei Alison met een lach. „Misschien kan dat voor een enkelen keer zelfs geen kwaad, voor den heer Crewe van Old Hall te Birtley". Crewe knikte opgetogen. Hij was er in geslaagd haar belangstelling te wekken, en hij voelde, dat hij vorderingen maakte. In zijn volgende woorden zou iets meer warmte gelegen hebben, indien zij op aait oogenblik niet waren gestoord. Alison had de bei aan de voordeur gehoord en was niet verbaasd, toen een oogenblik later Janet mevrouw Dunlop de kamer binnen liet. Zij stond haastig op en met een gevoel van verlichting, om haar te begroeten en dientengevolge was de begroeting warmer dan ge woonlijk. In het costuum, waarin zij haar visites maakte, was mevrouw Dunlop een bevallige en op vallende figuur. Haar snelle blik, die op den heer Crewe was gericht, nam elke bijzonderheid van zijn voorkomen op. „Janet had moeten zeggen, dat ge bezoek hadt, lieve", ze izij, wachtende op de voorstelling. „Waarom lieve mevrouw Dunlop. Het is altijd prettig u te zien. Dit is de heer Crewe van Birtley Vergadering van den Raad der gemeente Pet-, ten, gehouden op Woensdag 21 Maart 1917, 'a avonds 7 uur. Voorzitter burgemeester H. S. Eriks, secre taris de heer J. W. Elskomp. Afwezig wethouder Purmor wegens ongesteldheid. 1 Vacature. De voorzitter opent de vergadering met een woord van welkom, waarbij hij de hoop uitspreekt, dat de te houden besprekingen in het belang van de gemeente mogen zijn. Als punt 1 staat op de agenda: vaststelling no tulen van de vorige vergadering. De heer v. d. Vlies krijgt de gewenschte Inlich tingen over enkele vragen betreffende de gemeen- terekening in de vorige vergaderin. Verder wenscht hij eene kleine verandering te doen aanbrengen in verband met de verordeningen. Daarna volgt goedkeuring van de notulen. Ingekomen is een schrijven van Ged. Staten be treffende het pensioen van gemeenteambtenaren. Daarin wordt vastgesteld de jiensioengrondslag en <1e lpkoupaom voor dc verre billende ambtenaren in dozc (feuieaiite. Vastgesteld worden: het kohier voor den Hoofde- lijken Omslag en voor de Hondenbelasting. In de vergadering van 15 Maart j.1. was reeda aan de orde geweest het adres van den Centralen Bond van Bouwvakarbeiders, met verzoek om ge meentelijken steun ten behoeve der Werkloozen- kassen. Dit punt was aangehouden tot de volgende vergadering. Daarom zal het nu een punt van be spreking uitmaken. De voorzitter leidt dit punt in met de voorlezing van de Memorie van Toelich ting, welke bij het adres gevoegd la. De heer Bellis vraagt, wie de controle heeft over de kassen en wie bepaalt, of uitkeering noodig is of niet? De heer v. d. Vlies: Is de Centrale Bond over tuigd, dat het nuttig is? De heer J. Timmerman, medo-onderteekenaar van het adres, licht dit nader toe. Hij laat hierbij uit komen, dat in eene gemeente als Petten, die bijna geheel uit eene arbeidersbevolking bestaat, deze instelling noodzakelijk is. Bovendien bepaalt de verordening, wie recht heeft op uitkeering en wie niet De voorzitter acht deze instelling ook nuttig en noodzakelijk, hoewel er voorloopig in Petten geen werkloosheid te vreezen is. Maar, t vraagt te veel van de financiën. De heer v .d. Vlies ia geheel van hetzelfde ge voelen. De heer Bellis gaat niet geheel akkoord met het concept-reglement Dat kan zoo maar niet in een oogenblik uitgemaakt worden. Voorzitter: Bestaat er ook een leeftijdsgrens? De heer Timmerman: Ja, 70 jaar. t Bedrag, dat de gemeente stort, staat vaat. Dus hoe hooger leef tijdsgrens, hoe voordeeliger dat voor de gemeente ia Voorzitter: Kunnen wé kans zien t bedrag uit de financiën te vinden, dan mogen we het niet na laten. Maar hoe kunnen we dit bedrag vinden? De heer v. cL Vlies: We moeten het op de begroo- ting zoeken ,maar wanneer Ged. Staten de verhoo ging afwijzen, dan kan het niet Voorzitter: Met de bestaande belasting is er niet aan te denken. De beer Kottelman merkt op, dat ar zulke groote financiëele uitgaven zijn, dat wo het noodzakelijk ste moeten nemen. Op het oogenblik ia het nog on mogelijk. De heer Timmerman: Wanneer zestig of zeventig menschen zonder werk raken, dan kunnen die maar niet zoo gauw weer werk vinden. De ge meente moeit dan maar schuld maken. Voorzitter: Hoe kunnen we die schuld dan weer delgen? De heer Bellis merkt op, dat het gestorte geld de gemeente uitgaat. Hij vindt het ook noodig, dat ar gemeentelijk toezicht is op de kassen. Uit voorzorg U heeft Guy toch wel eens over hem hooren spre ken» Mijnheer iCrewel (mijn, /Lieve vriendin^, (me vrouw Dunlop, die in de pastorie te Seadoon woont U zult de verhouding misschien begrijpen, ala ik u zeg, dat de echtgenoot van mevrouw Dunlop hier het ambt van rector (Bij de Anglicaanscbe kerk heeft elke parochie of kerspel meerdere predikan ten ,van wie een het hoofd is, en den titel van rec tor heeft) vervult zooals de heer Tfolliott het in Birtley doet; wij zijn de Afgescheidenen, evenals de lieden van de kapel in Bunner Lane". „Ik heb van die ontelbare godsdiensten in Schot land gehoord", zei de heer Crewe, maar mevrouw Dun'op maakte snel een afwerend gebaar met haar hand. „Neen, neen, mijn goede man, geen godsdiensten, gij hebt het verkeerde woord gebruikt. Wij hebben slechts één godsdienst; de benamingen zijn ontel baar", zei zij met een lachje, nadat zij op den rand van den stoel was gaan zitten. „Ik mag niet blij ven, Alison, ik kwam alleen aan om je te zeggen, dat ik een brief van juffrouw Brooke heb gekre gen. Ik wil hem hier wel achterlaten, dan kun je hem lezen, of indien de heer Crewe je voor een oogenblik wil verontschuldigen en je mij uit wilt laten, dan zal ik je zeggen, waar het over gaat". „Zoo haastig? Mevrouw Dunlop, kom en ga niet in een wervelwind. Dat is toch niets voor u", zei Alison.. Gedurende enkele oogenbhkken zat me vrouw Dunlop stil en maakte van de gelegenheid ge bruik om den bezoeker van Alison te bestudeeren en tevens om zich verbaasd af te vragen, wat hem wel hierheen mocht gevoerd hebben. Toen zij alleen met Alison aan de voordeur stond, vroeg zij het haar, zonder de minste aarzeling en zonder omwegen. „Wie is die man en waarom is hij hier, Alison Fleming?" „Zijn naam heb ik u gezegd en hij is hier, omdat hij zaken te doen had in Glasgow en daarmede niet klaar kon komen voor Maandag." „Allemaal dwaasheid I Hij is hier slechts om één reden, en dat is om jou te zien". Alison kreeg een kleur, hoewel zij zich zoo stel lig voorgenomen had zich te beheerschen. „Neen, neen! Het is heel natuurlijk, dat hij hier komt, om eens te zien hoe ons tehuis is. Ik heb u

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1917 | | pagina 5