Met door menschenhan- den gebouwd. TWEEDE BLAD. Raad van Wieringen. FEUILLETON. Schetsen uit de Rechtzaal Zaterdag 31 Maart 1917. 60ste Jaargang No. 5979. ■■I nnavm Schager Courant Vergadering van den Raad der gemeente Wieringen gehouden op Woensdag 28 Maart 1917, des n.m. 2 uur. Afwezig de heeren S„ G Bakker, P. J, Koorn en S. P. de Vries Na openig door den voorzitter, burgemeester Peere boom wonien door den secretaris den heer W. J. Bruul' de notulen der vorige vergadering gelezen en onveranderd goedgekeurd en geteekend. Hierna deelt voorzitter mede; a dat bij Koninklijk besluit is goedgekeurd de ver ordening tot heffing van eeTi Hoofdeiijken Omslag in deze gemeente, b. dut deze gemeente is gesteld in het genot van een buitengewone bijdrage in de kosten van het lager.- onderwijs, groot f 3.450 als bijdrage in de kosten van den bouw eenor onderwijzers woning te Oosterland; c. dat de heer C. F van Duin de benoeming tot Secretaris. Ambtenaar van den Burgertaken Stand. Boek houder der Zeegras-exploitatie en Administrateur dei Acetyleengasfabriek heeft aangenomen. d. dat op 22 Maart i.1 kasopname "bij den ge meonte ontvanger heeft plaats gehad, waarbij boeken en bescheiden in orde zijn bevonden en in oVerean stemming daarmede in kas was en bevonden f 582.27. Ter inzage wordt aangeboden de maandstaat der Zeegras exploitatie over Januari 1917. Door mej. BruulLont wordt wegens aanstaand ver trek uit de gemeente eervol ontslag verzocht als lid der commissie belast met het toezicht op het onder wijs in de nuttige handwerken Voorzitter stelt voor, dit ontslag op de meest eervolle wijze te verleenen, ander dankbetuiging voor de als zoodanig aan de gemeente bewezen diensten Met algemeene stémmétn aangenomen \un den heer W. J. Bruul een schrijven, behel zende de mededeel mg dat hij wegens aanstaand ver trek ophoudt lid te zijn van de commissie tot we ring van schoolverzuim. Voorzitter stelt voor, de heer Bruul dank te betuigen voor de in die functie be wezen diensten, welks voorstel wordt aangenomen Voorzitter stelt aan de orde het verzoek van den heer D. Beken dam om verhooging van salaris aks wegwerker welk verzoek in de Vorige vergadering is gesteld in tuinden van B. en W. om advies B. en W,. adviseercn afwijzend op het verzoek te beschikken, omdat naar hunne meening de dietnsten door Beken- dam gedaan, met een bedrag van f 530, welk in komen hij in totaal geniet, voldoende beloond zijn. Voorzitter deelt de beuragen mede. door Bekendam uit velschillende posten genoten. De heer de Goeje vraagt, naar aanleiding van de medodeeliüg van vourzn- ter, omtrent het salaris als klokkenist, of Be&endam in slaat is hel nieuwe uurwerk te bedienen, waarop voor zitter bevestigend antwoordt; wat Bekendam doel, doe; hij wei goed., De heer Poel is van meening, dat een loon van 1 j50 in de tegenwoordige tijusomslanuigheden wel wal schraal is, er zou voor dat bedrag moeielijk iemand anders te vinden zijn. Spreker zou daarom het loon wel wat willen verhoogen Voorzitter antwbordt den heer Poel, dat Bekendam lang met alle dagen, werkt; hij is 68 jaar oud, maakt geen lange dagen, zoodat in aanmerking nemende het geen hij doet, is het sararis niet te laag; werkte bij wei alle dagen, dan zou het loon voor den tegen- woordigen tijd tegering zijn. De heer Poel merkt naar aan.eid.ng hiervan op, dat Bekendam toch alle dagen beschikbaar is en ook niets anders kan doen, er wordt, thans algemeen rekening gehouden mei de tijds omstandigheden en spreker is van oordeel dat zulks ook in uil geval behoort plaats te hebben. De heer Bosker geeft in overweging, er tijdelijk een man bij te nemen, de weg heeft meer arbeid thans beslist noodig. Bekendam kan dan de werkzaamheden in "t dorp verrichten en verder op den weg helpen Spreker acht het noodig, dat de voorjaarswerkzaam- heden spoedig worden verricht Meerdere leden verkla ren hiel dat denkbeeld in te stemmen. Voorzitter zal gaarnefvoor tijdelijke hulp zorgen, doch dat gaat ech ter 'bulten bet verzoek van Bekendam om. De heer de Goeje acht in dit geval, wanneer er iels toegekend wordt, duurtetoeslag den aangewezen weg. De heer Hermans stelt voor,, de aan Bekendam verleende duurtetoeslag van f 52 te brengen op f 100. De heer de Goeje stelt voor, de verhooging van den duurtetoeslag te bepalen op f 26 per jaar, omdat de tevredenheid van B. en W. over Bekendam maar matig ls. Voorzitter brengt het voorstel van B. en W. om afwijzend op het verzoek te beschikken, in stemming, waarbij de stemmen staken en de beslissing alzoo is aangehouden tot de volgende vergadering. Voor stem den de heeren P. S. Kuut V Heyblok. D Koorn en l>r. de Goejé, tegen de heeren J. Bosker,'j Her mans, S. Rotgans en N. J poel. Wordt vastgesteld een suppl. begrooting voor het dienstjaar in ontvangst en uitgaaf, groot f 6500. Bij de rondvraag vraagt de heer de Goeje inlich tingen omtrent de aardappelen en brandstoffemnood, Voorzitter antwoordt, dat reeds enkele weken po gingen worden gedaan in die nood te voorzien, brand- «touen zijn te van Ewijcksluis aangekomen, terwijl bericht ontvangen is, dat aardappelen zijn afgezonden. Spoedig zal uus in de eerste behoefte kunnen wor den voorzien. Niemand meer het woord verengende, licht voorzitter een woord van afscheid tot den schei denden secretaris en zegt ongeveer het voigende; Mijn heeren Zoo zijn wij dan aan het einde van onze werkzaamheden en rest mij, nu oiizen grachten secretaris als zoodanig thans voor het laatst in ons midden is, een woord tot afscheid te spreken, eene taak, welke niet opwekkend is, wijl wij allen hem zeer zeker noode zien heengaan Geacht^ hoer Bruul, het is over een paar maanden 24 jaar geleden, dat ge als jongen van 13 jaar op de Secretarie zijl gekomen en daar uwe eerste op- .leid.ng onuer secretaris Poel hebt ontvangen, ge zijl er dus ars het ware in opgegroeid, welk oen verschil van toen bij nu, maar, het moet worden gezegd, met de meeste ambitie heot ge u in de gemeente-a duim V stratie ingewerkt Op 23-jarigen leeftijd volgens de wet, nauwelijks be. noemb. heeft de R. u destijds tot secr benoemd om dat ze in u zagen de persoon, van wien men met recht mocht verwachten, dat hij de rechte man op de rechte plaats zo uzijn. En deze verwachting is niet beschaamd. Immers hoe hebt u naderhand door ijverige siudie uw diploma weten te betialen, omuat u zelf lOeide, dat zuiks noodig was, wijl sinds 'jaren met den dag meerdere eischen aan het ambt van secre- -aris werden gesteid, en nog steeds toeneemt. Welnu deze kenms, theoretisch en practisch, komen in deze abnormaie tijden nu er zoo buitengewoon veel wordt gewaagd, eerst volkomen tot haar recht. Thans hebt u hier dus 14 jaar aan het hoofd van de secretarie gestaan, en wij kunnen zeggen, met eere; Allerlei om standigheden, mooi en minder mooi, hebt u meege maakt, en al hadden wij wei uens te kampen met te gen» .nd, of verkeerd getij, uw stuurmanservaring heeft ons steeds goede diensten bewezen, zoodat we dan ook nimmer zijn gestrand. ik ben er dan ook zeker van, namens den geheelen Raad te spreken, indien ik u vriendelijk dank zeg, voor alles wat u voor de Gemeente Wieringen ambte lijk zijt geweest., voor de nauwgezette piichtsbeirach- ting, voor uw ijver en accuratesse, welke u steeds hebt betoond en voor de hulpvaardigheid, waarop u de geheele burgerij op de secretarie altijd hebt te wxx>rd gestaan. Maar niet alleen ambtelijk, ook in het particuliere leven hebt ge steeds eene belangrijke plaats ingenomen. Laat mij uit de velen slechts een paar bestuursfuncties noemen, waarin ge zoo nuttig zijt werkzaam geweest ten le als penningmeester van Het Witte Kruis, en ten 2e als voorzitter van de muziek- vereeniging .Harmonie", waar men u ook zeer zeker zal missen. Kortom, u zijt hier altijd een burger ge weest in den allerbesten zin van het woord. Secretaris, daarom, nogmaals hartelijk dank en ein dig ik met de wensch uit te spreken, dat het u in uwe nieuwe standplaats in elk opzicht maatschappelijk wel 'moge gaan, maar bovenal, dat uw toekomstig leven voor u en uw gezin zich zal kenmerken door een volmaakte gezondheid, zegen en voorspoed. Door applaus stemde de vergadering hiermee ia De heer Bruul dankte den Raad, Burgemeester en Wethouders en den Burgemeester voor de groote wel willendheid, vriendschap en steun steeds door hem ondervonden; hü heeft gemeend dat de belangen van 'zijn gezin verandering van standplaats wenschelijk ma ken, doch neemt noode afscheid van een betrekking en een gemeente, welke hem lief zijn geworden. Spre ker dankt zijn mede ambtenaren voor den hem on dervonden steun en eindigt met een heilwensch voor de gemeente Wieringen en hare bewoners. Hierna sluit voorzitter de vergadering. (Ook de verslaggevers der Schager Courant bet ui lgen langs deze den vertrekkenden secretaris hun wei- ge meenden dank, voor al de bereidwilligheid en inlich tingen welke hij. indien dat gevraagd werd in 't be lang der correcte verslagen, hun mee ten dienste stond.) UIT HET ENGELSCH VAN DAVID LYALL DOOR J. P. WESSELINK VAN ROSSUM Uitgave W. DE HAAN, Utrecht Qecait .t 0.95, prachtband 11.15 15. Dadelijk na het ontbijt begaf Alison zich naar de keuken om de toebereidselen voor het middagmaal te maken waaraan zij ter eere van hun gast een paar kleinigheden toevoegde. Feitelijk werd er op Zondag niet gekookt in de pastorie; de Flemings hielden zich aan ae oude gewoonte, die gedurende het leven van hun vader algemeen gehuldigd werd, dat namelijk de Zondag zoo strikt mogelijk als rustdag gehouden moest worden. In Alison overheerschte een drang naar eer lijkheid en ook een soort trots. Zij wilde niet buigen om te vleien, en evenmin onderhoudend zijn alieon om den grooten man van Birtley een genoegen te doen. Hij moest hen nemen, zooais zij waren Er was een tijd, waarop zulk een gebeurtenis haar met een onrust zo uhebben vervuld, die het geheele huis houden zou hebben gevoeld. Janet, die gewoon was aan de wisseling van stemmingen bij haar meesteres was verbaasd over haar ongehoorde onverschilligheid' die sinds de komst van den heer Crewe gestadig scheen te zijn toegenomen Kwart voor elven begonnen de klokken te Tuiden, en Alison, gekleed in haar stemmig Zondagsgewaad, verscheen op den drempel van de studeerkamer om te zeggen; dat het tijd was om te gaan. De dominee had zich. nadat hij na het ontbijt met zijn gast een pijp had gerookt, teruggetrokken in de «zondering van zijn consistoriekamer. Er liep e«i [Madje van den tuin der pastorie naar de uitgestrekte groene ruimte rondom de nieuwe kerk «1 dit pad volgden Crewe en Alison te zamen. De lieden, die belang stelden in wat er in de pastorie Plaats vond verbaasden er zich over weer een vreem deling in de domineesbank te zien, en waren niet in staat ook maar bij benadering te bepalen in welke verhouding hij tot den predikant en zijn familie stond, «venmin ais zij bet den vorigen Zondagavond van de onbekende dame hadden kunnen doen. Crewe stelde veel belang in alles, wat hem omgaf, hoofdzakelijk omdat het behoorde tot den kring, waarin hij ue vrouw had gevonden, die zoo plotseling in zijn le- was gekomen, en er kleur en doel van veranderd STIEFMOEDER. GOEDE ZIEL. Toen het laatste station vóór de plaats, waar zij moest uitstappen, werd afgeroepen, werd 't Louise benauwd om 't hart Ze voelde, dat haar handen klam-koud waren van den angst, die haar al-heviger -bekroop. Zou iemand haar afhalen f. In twee jaren was ze niet thuis geweest En in dién tijd was er zóó veel gebeurd.. Moeder was gestorven, en vader wilde niet, dat "Zij haar werkkring voor hem zou ver laten. Zus Truus stond op trouwen was nog bij Fa in huis, maar Truus was altijd koel, zelfzuchtig, onverschillig van aard geweest Vader duldde 't met de zachtzinnige onderworpenheid, hem eigen. Louis had best gemerkt, dal de dood van moeder hem hevig had aangegegrepen, erger dan iemand anders ver moedde. Ze had er met Truus over gesproken, maar had. Alison ging het eerst de bank binnen, voor hem liet zij den buitensten hoek. Nadat ze er op toegezien had dat hij voorzien was van boeken, ging zij een goed eind van hem af zitten, en haar hoofd even buigende, sloot zij haar oogen En met een veeg was alles verdwenen en voelde zij zich snel weer een kind worden, dat naast haar moeder knielde en leidiing en hulp en troost vroeg. Zij wist initiatief, dat deze de gewichtigste Zondag van haar leven zou zijn. Er was nog .geen orgel in de nieuwe kerk van Rochallan; daar er nog steeds een schuld op de kerk rustte; zij bezaten geen fondsen voor den aankoop. Maar het koor was goed geoefend en krachtig en er viel hoegenaamd niet te klagen over de leiding van den lofzang. De melodie van den honderdsten psalm vulde de groote ruimte van het gebouw, maar Crewe. hoorde alleen de lieflijke stem van de vrouw naast hem. Er was iets over den man gekomen, een ontroerend bewustzijn, dat er ondanks al het succes, dat hij bereikt had, iets aan zijn leven ontbrak, iets, dat in dien Alison Fleming het hem zelf niet kon geven, toch door haar in zijn weg kon worden geplaatst. ^00- doende kwam er toch een boodschap tot zijn ziel, a was het niet van de lippen van den predikant op den kcLnstil Dien morgen stelde Patrick Alison teleur. Hij werd niet bezield door zijn onderwerp: haar althans liet nj koud. Zij had er nog aan gedacht hem opmerkzaam te maken, dat hij in 't oog moest houden, wie °ndör zijn gehoor was, maar een onverklaarbare verlegonhei hield er haar van terug. Zij wist natuurlijk in h». geheel niet, dat het hart van den heer Crewe reeds week was geworden door het zingen van de ou t psalmen, waardoor vage verlangens waren gewekt, ai niet onder woorden gebracht konden worden. „Heeft u lust voor het middagmaal een «ud^de" weg op te wandelen?" vroeg Alison, toen zijde kerk verlieten. „We eten pas kwart over een. Neen, wachten niet op mijn broer. Zondags zien wij van elkaar, voor den avond, als het werk Zij voegde dit er aan toe, omdat zij meende. da de heer Crewe naar Pat omzag. Hij dacht aan hem, maar wieip nog slechts een blik g de kerk, en de liedénTdie de deuren uitstroomden, zonder op te merken welk een betengstelling J hem stelden. In eenvoudige, kleine r challan is de tegenwoordigheid van een welk huis ook een gebeurtenis, waarvoor icd °PS en grootste belangstelling koestert t die zei, dat 't wel terecht zou komen. De tffd heelt alle wonden.' En zij ging dadelijk voort, met Henri haar aanstaan den man, over andere dingen te spreken Ze kwamen prachtig overeen zus en aanstaande zwager. Ze waren allebei even egoistisch; spaarden voor hun nieuw „home", dachten verder aan niemand. Vader ging zachtjes, zwijgend, treurig zijn weg H(j was er blij over, dat Louis 't zoo goed had. De oude Mevrouw Gunters was een echt moedertje voor haar. Zou d'r zeker in haar testament bedenken. Louis was go- borgen". Een week na moeders dood was zij vertrokken. En toen al had de oude juffrouw Kanters zich in huis genesteld, zeker gezag over pa gekregen. Juffrouw Kanters, het kleine, magere vrouwtje met de grijs groene, stekerige oogen en de altijd bezige, spits ig- stokkige handjes. 'Die dribbelde rond en voerde feitelijk de heerschappij in huis. Ze deed 't alles uit pure vriendschap en belangstelling. Kort voor moeders dood was de oude Martha, die bijna twintig jaar bij hen gediend had, in „,een gesticht" gegaan. In haar plaats was gekomen een jonge meid, die van de familie niets wist. En de oude juffrouw Kanters beschouwde nls^degeen, wier orders zij had op te volgen. Meneer zelt ging 's morgens vroeg naar zijn bezig heden. En 's avonds zat hij in z'n werkkamertje Hij vond alles blindelings goed. Een maand of zes, zeven na moeders dood nad Louise een brief gekregen van pa. Hij schreef haar, dat ,,de trouwe" juffrouw Kanters zich bereid had verklaard, verder de zorg voor zijn huis op zich te nemen En nu had pc maa rbesloten, slechts op de voorwaarde trouwens zo ude vriendin haar „gansch onbaatzuchtig liefde werk" op zich nemen, om met haar in het huwelijk te treden. „Alles blijft zooals 't is" schreef pa, „maak je volstrekt niet bezorgd. Ik weet, dat juffrouw 'Maria voor jou een lieve, zorgzame, oudere vriendin zal zijn." Louise had geschreid over den inhoud van dien brie.f Maar mevrouw Gunters troostte haar; hield haar vóór oogen, hoe vader gelukkig moest zijn. dat hij op z'n ouden dag zulk een voortreffelijke verzorging had. Dien avond, toen zij in bed lag, kwamen Louise allerlei tafereelen uit haar jeugd vóór den geest Zag zij weer voor zich de heerlijke winteravondjes toen ze allemaal nog bij elkaar waren. Broer Kees, nu in Indië en van wien ze zoo zelden wat hoorden. Broer Jan, die op z'n achttiende jaar gestorven was. Truus, altfrd met een boek voor zich, maar onder moeders leiding niet zoo bijterig en snouwerig als tegenwoordig. Vader, nog in de volle kracht van z'n jaren prettig, opgeruimd, vertellend, iets uit een krant of een tijdschrift voorlezend Dan kwam de ketel met heer lijke slemp, de chocolade of op feestelijke avonden de dampende geurige punch. Dat alles was weg, tiik, voor altijd De kring was leeg geworden, uitgestorven. En op moeder" s stoel zou juffrouw Kanters zitten. Louise schreide dien nacht haar kussen nat Vader was getrouwd En toen kwam de verschrikke lijke dag, waarop Louise dat telegram ontving: „Pa ernstig ongesteld Overkomst gewensent." Mevrouw Gun ters had haar naar het station gebracht De spoor- locht was eene helsche marteling voor haar. Eende lijk kwam ze aan. Een oom, die in Rotterdam woonde, haalde haar af. Vertelde, dat 't met pa heel erg was. Men had "hem bewusteloos gevonden in zijn werk kamertje. En ae dokter verklaarde den toestand ernstig in te zien. Een hevige aanval van beroerte. Louise was eenige dagen gebleven. Vader kon nog gered worden. Rust, absolute Pust, was nu de eenige medicijn. Dokter verzekerde Louise dat ze gerust kon weggaan. Het gevaar was voor het oogenblik geweken. Ze mocht maar heel even bij vaders ned komen. Hij herkende haar en glimlachte even Dokter had haar ten strengste verboden den zieke „de geringste emotie te berokke nen." Zij kuste pe op het voorhoofd en snelde de kamer uit om te kunnen uitschreien haar verdriet Stiefmoeder had haar koffertje laten pakken Gaf haar een ijskouden zoen en een vischacntig aanvoelend handje. Zei, dat Louise „er nu wel verder zou komen, hé?.. Truus en haar man waren tweemaal over ge weest. maar onmiddellijk weer vertrokken. In haar eentje; telkens op de lippen bijtend om niet weer in tranen uit te barsten, ging Louise naar Mevrouw Guntert terug. En toen kwam de laatste slag. De oude mevrouw raakte sukkelend; moest naar buiten worden gebracht om „op verhaal te komen". De Geldersche lucht werd verzekerd zou wonderen doen Maar de voor spelling kwam niet uit Mevrouw had een pleegzuster bij zich. En Louise zou voorioopig „huishoudelijke bezigheden," verrichten. Later zo.u alles weer terecht komen. Op een middag hield een rijtuig stil voor het huis, waar Louise en de twee dienstboden wacht ten op den verderen loop der dingen. De jonge Me vrouw, schoondochter van Mevrouw Gunters stapte uit Ging ponder iets te zeggen met strak, wat bleek gelaat naar boven. Een kwartiertje later trilde de electrische scheL Louise werd geroepen. De jonge mevrouw deelde mee, dat mevrouw Gunters overleden was. Zei 't op een toon. de manier van iemand, die niets beseft van het leed, dat haar mede- deeling berokkende Scheen niet te merken, dat Louise een stoel moest vastklampen van schrik en overstel- zij zich van zelf naar de bosschen van Rochallan, de geliefkoosde wandeling. De zon was sinds den morgen verduisterd en de glans was van de hoornen verdwenen; het was nu een zachte, grijze dag, zeer najaarsachtig van toon. Zij liepen langzaam en spraken niet veel, totdat zij de laan hadden bereikt, waarmee men het bosch inging. Alison stelde voor door het hek te gaan en beloofde hem door een opening in de boomen een schoon uitzicht op de Heaos van Ayr te zullen wijzen. Maar toen hij het hek open hield om haar door te laten, herinnerde zij zich met een snijdende trilling, dat zij gekomen waren aan de oude plaats van samen komst eu dat zy zoo aanstonds de brug over het ri viertje de Allan zouden moeten overgaan, waar zij en Archie Mackerrow voor het laatst afscheid hadden genomen. Gaarne zou zij zijn, gedrukt door een vreejpd gevoel, dat zij daar niet met den heer Crewe kon staan Maar voor zij er zichzelf klaar bewust van werd, wat zij wilde, hield hij haar met de vol gende woorden, die grooten indruk op haar maakten, kegen: Juffrouw Fleming, haast u niet van deze plaats. Ik heb u iets te zeggen. Ik hoop, dat u gegist heeft wat mij naar Schotland bracht Ik wensch niets liever dan dat u" mijn vrouw wordt" HOOFDSTUK X. Een gewichtige dag. Geen vrouw kan, al is haar hart geheel koud voor den man, onbewogen naar een liefdesverklaring luisteren. Een blos overtoog het gelaat van Alison Fleming, even liefelijk en rood als vijftien jaar geleden het ge val was geweest, en toen hij weer verdween, werd haar gelaat met een matte bleekheid overtogeu „O, neen, mijnheer Crewe, zeg als' het u blieft mets meer; wij Kennen elkaar nog nret laing genoog. ,Het 15 onmogelijk, dat u zooveel voor mij kunt voelen. Het is niet alleen niet onmogelijk, het is waar, antwoordde hij levendig, en met zeer overtuigenden hartstocht Toen ik u dien dag in het huis van uw broer te BirÜoy zag, wist ik, dat mijn gepoch, dat ik mij nooit meer zou laten binden door den huwelijksband, ijdel gepraat was geweest. Wüt p mij mijn eigen zaak laten bepleiten?" Ik kan het u niet verhinderen, maar maar ik'geloof niét, dat het eenig verschil zal maken Het is zooals ik gezegd heb, wij zijn feitelijk vreemden voor elkaar." „Lief vrouwtje", zei hij en als de 00ren van Birtley dier teederen klank gehoord hadden, dan zou- pende aandoening. „0 God, mevrouw.. stamelde het meisje. .Maar de koele, trotsche blik van de jonge mevrouw die heelemaal niet van „scenes" hield, vooral niet wanneer die <loor „personeel' werden berokkend deed de woorden op haar lippen verstommen „Meneer en ik", ging de jonge mevrouw voort, .hebben 't aldus geregeld, dat je een half jaar loon nijgt en bovendien, in aanmerking genomen je urigen dienst bij mama zaliger gedachtenis, een - van -honderd gulden. Meneer heeft geen tijd om ^at zelf met je te regelen, Louise, en daarom heeft meneer mij verzocht dat te doen. Hier is een quitantie. Wil die éven onderteekenen". Mevrouw schoof eene enveloppe naar Louise toe, met bevende vingers vatte het meisje een pen. „Neen, neen", ze imevrouw, lorgnet op neus duwend, „eerst den inhoud van den enveloppe natellen. Ik. houd van orde in zqjren." Werktuigelijk gehoorzaamde Louise En teekende de quitantie „Er moet", zei de 'jonge mevrouw, „hier t een en ander worden geregeld, 't Best is dus maar, dat je morgen in den loop van den dag ver trekt. Wil-ie soms tot overmorgen blijven?" „Dank U, Mevrouw", zei Louise En de andere wachtte ietwat ongeduldig tot zij gaan zou. Louise wilde haar de hand 'toesteken. Dacut eraan, hoe de oude Mevrouw haar vertroeteld had. beloofd had een „prachtig cadeau" te zullen geven ais Wiesje eenmaal trouwde; en hoe zij dan zeker bij haar op visite zou komen. En dat Louise ook altijd mocht komen Ook werktuigelijk stak zij een hand uit naar de jonge mevrouw. Maar deze was juist bezig, op de eiectrische schel te drukken voor verdere bevelen. „Goed, dus morgen. Adieu", zei de koude harde stem. Louise moest gaan. Pakte, éls in een droom haar koffer. Borg de por tretten en andere souvenirtjes haar door de oude me vrouw gegeven. Verliet t huis, alsof zij er eenige maanden, in plaats van eenige jaren, had vertoefd, 't Was of' alles nu koud, dood, leeg, gestorven, onverschillig, onaandoen lijk was in haar ziel. Ze ging naar een familie, die ze eenigszins kende en waar men kamers verhuurde. Nam er voor een maand pension. Betaalde vooruit. Schreef een brief aan vader, waarin zij alles vertelde. Kreeg een ijskoud briefje van stiefmoeder terug. Ont wijkend, haar zijdelings waarschuwend, dat ze op hulp van die zijde niet had te rekenen. Zij bleef drie maanden in het pension. Toen was het geld bijna op. Schreef Louise dat ze „enkele dagen thuis zou ko men". Ze Wist geen raad meer. Miste moed en kracht om zich aan eenigen arbeid te wijden. De schokken hadden haar gestel ondermijnd. Ze kuchte met rouw geluid. Had al een -paar maal bloedige fluimen opge geven. Maar nietnand wist er iets van. Een brief aan zus Truus was beantwoord met een uiterst-kort epis. leitje, Henri had „een klap in zaken" verduurd. Zij konden geen cent missen. En hadden nauwelijks „zeil genoeg om het hoofd boven water te houden." Louise voelde het leugenachtig-egoïstische van de uitvlucht Maar 't drong nauwelijks tot haar door. Zij was ijzig-onvbrschillig. Zóó ging zij naar huis. In stijgenden angst van het laatste staion weten wij dat afgeroepen was. alles Niemand haalde haar van het station. Thuis was een nieuwe, stugge dagmeid. Op werd merkte zij bezuinigd. Pa was een gebroken man. Hij groette haar flauwtjes en de rechterhand, die hij haar reikte, sidderde na de beroerte voortdurend. Stiefmoeder zat over hem. Als gestaag-beloerend, be spiedend met haar stekerige oogen. Pa begreep nauwe lijks wat Louise hem vertelde Murmelde iets hall- verstaanbaars. „Je vader nu verder niet vermoeien, hoor," zei stiefmoeder. En de stokkige, altijd wat blauwe vingers breiden voorts aan de eeuwige kous. Pa dutte in. Kon geen uur wakker blijven. Toen wenkte stiefmoeder Louise. En vroeg haar, waar zij nu dacht haar intrek te nemen. Hier in huis gjng heuscJh niet, hoor!.... Voor pa z'n welzijn. Pa mocht niet de minste emotie van welken aard ook, hebben. Niet de geringste drukte, 't Kon doodelijk voor hem worden. Maar dat be hoefde immers niet Louise was „geborgen", he?.... De oude mevrouw Gunters had haar natuurlijk „be dacht". Toen loog Louise, dat stiefmoeder juist had geraden. Beloofde „nog wél eens aan te zullen komen". „Dat is goed hoor", zei stiefmoeder, met valsch- triumfantelijk lachje van „die heb ik ten minste weg- gepoeierd". Louise had nog enkele guldens op zak. Ging de straat op. Dacht ineens aan eene vriendin, met wie zij school was gegaan, en die later.... Nu ja, ze begreep na tuurlijk alles van '4 gevaLZou Jearme nog leven?... Het denkbeeld om naar Jeanne te gaan joeg haar een blos naar de wangen. Maar niks kon' haar nu meer schelen. Zij ging een melks&lon binnen. Bestelde witte port. den zij verbaasd zijn geweest „welke man en vrouw kennen elkaar ooit, of kunnen elkaar kennen, voordat hetzelfde dak hen overdekt? Wij zouden de kans moeten wagen evenals alle anderen in de wereld." „Maar in ons geval zou, de kans op vergissing zeer troot zijn," zei zij; haar stem trilde niet meer en c natuurlijke1 kleur kwam weer terug op haar gelaat „Er is In elk opzicht zoo'n geweldig verschil tus- schen ons. Ik ben in uw woning geweest en nu bent u in de mijne; ziet u zelf niet het groote verschil f' ,,Er is een Mein verschil, maar wat beteek ent dat? Waar bent u bang voor? Wees openhartig tegenover mij, zooals ik het tegenover u tracht te ziju^ ik ver lang niet, dat u mij neemt, onder eenig valsch voor wendsel. Ik wed, dat u niet veel bezoeken hebt af gelegd te Birtley zonder mijp doopceel te hebben hooren lichten!' „Natuurlijk heb ik heel veel over u gehoord, maar daardoor zou ik mij niet laten beïnvloeden," zei .Ali son. ,,Ik spree^ nu over dat, wat ieder op moet val len; ik ben een ongeschikte vrouw voor een rijk man. „Indien dat iets was, dat men leeren kon, dam zou het u niet veel tijd kosten. Ik heb nog nooit van een vrouw gehoord., die zich niet aanpassen kon aan een betere positie En bovendien weet ik, dat uw broer gaat trouwen. Hij heeft het mij gisterenavond verteld en ieder kan zien, dat het vraagstuk omtrent uw toekomst hem zwaar drukt Wat hebt gij u voor gesteld te doen, nadat hij zijn eigen vrouw in de pastorie zal hebben gebracht r Een oogenblik worstelde Alison met haar trots. Ik kan in mijn eigen onderhoud voorzien, mijn heer Crewe. Ik ben een vrouw, die zich weet te redden." „Dat zijt gij, maat het staat mij tegen, als ik er aan denk en dat moet het u zelf ook doen; maar waar is, dat gij kunt strijden, dapper tot het laatst He is geen verheven middel, dat ik aanwend, wanneer ik op uw eigen belang speculeer; maar ik geef niet om d emiddelen, als ik maar krijg, wat ik wensch, en .dat zijt gij, Alison Fleming. Ziet gij niet in, dat als gij mij maar wilt trouwen, alle moeilijkheden opgelost zijn. Alle zullen als weggevaagd zijn. Ik ben een rijk man en lk^ zweer, dat gij verschijnen zult, zooals de echtgenoot» van een rijk man betaamt Brengt u dat niet in verzoeking?" „Ja mijnheer Crewe, dat doet het; het brengt mij ontzettend in verzoeking. Het bracht mij gisterenavond in verzoeking en dezen morgen ook en het kwelde mij zelfs in de kerk, waar mijn gedachten met hoogere dingen bezig hadden moeten zijn." „Dus u giste, wat mij hier bracht?" „Ik gelooi het wed. Dat kon niet anders. Er zijn toch dingen, die wij als bij instinct wéten" Een korte stilte volgde Deze werd ten laatste door

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1917 | | pagina 7