TWEEDE BLAD.
Rede van Lloyd George.
Niet door menschenhan-
den gebouwd.
Zaterdag 14 April 1917.
60ste Jaargang No. 5986.
Etrste Kamir,
FEUILLETON.
Raad Barsingerhorn.
PI
Schager Courant
I)e eerste minister van Engeland is te gast ge
weest bij de American Luncheon Club in Londen. De
imerikaansche gezant presideerde de tafel en ver
schillende andere gezanten waren tegenwoordig. Er
is geredevoerd en ook Lloyd George beeft gespro
ken. Uit deze redevoering willen wij het een en an
der melden. Lloyd George sprak eerst zijn verheu
genis uit over Amerika's meedoen aan den oorlog,
daardoor werd de oorlog voor goed gestempeld tot
een strijd der democratie.
W anneer ik denk aan de oorlogen in het verleden,
verwondert het mij niet dat Amerika onzeker was
over den aard van dezen oorlog, want in Europa
Kta,üen1.<ie ?),eeste oorlogen in het verleden op ge-
niedsuitbreiding gericht Geen wonder dus, dat er
zekere argwaan was in de Ver. Staten, toen deze
^°4 uitbtak. Waarschijnlijk dacht er menigeen
koningen weer met hun oude streken waren
negonnen gelach. Het feit, dat Amerika ten
slotte partij heeft gekozen maakt het de wereld vol
komen duidelijk dat dit geen strijd van dien aard
is, maat een gioote worsteling voor de .vrijheid van
do menschheid. Toej. In Amerika wist men natuur
lik aanvankelijk hiet wat wij in Europa hebben
veidumd van de militaire kaste in Pruisen. Tot dus
ver hebben de Ver. Staten daar geen last van ge
kend. Pruisen is geen democratie gelach. De
keizer belooft dat het na den oorlog een demokra-
tie zal zijn en ik geloof dat hij gelijk heeft gelach
en toej.
Maar Pruisen is niet alleen geen demokratie, het
is niet eens een staat. Pruisen is een leger toej.
liet hoeft een groote, zeer ontwikkelde nijverheid,
bet beeft een groot opvoedingsstelsel, het heeft zijn
universiteiten, het ontwikkelt zijn wetenschap, maar
dit alles is ondergeschikt aan het ééne overheer-
schend doel van een almachtig leger, dat de vvereh.
vrees moest aanjagen. Het leger is de speerpunt van
Pruisen, de rest is maar 'het handvat. Dat leger
lieeft in onze tijden drie veroveringsoorlogen ge
voerd en de onophoudelijke stap van zijn legioenen
door de straten van Pruisen, op de paradevelden
van Pruisen, steeg de Pruisen naar het hoofd. De
keizer werd er dronken van bij zijn troepenschou
wingen op groote schaal toej. hij schreef de
wer ud een wet voor, alsof Potsdam een nieuw Sinai
waie geweest. Europa werd er ongerust en angstig
van, het wist wat ast alles beteekemde, maar niet
wanneer de boin zou barsten.
Pat was de bedreiging, de druk waaronder Eu
ropa 50 jaar lang heeft gezucht Het verlamde in
alle staten elke zegenrijke werkzaamheid, die ge
richt had moeten zijn op het welzijn des volks. Men
mo°st echter deze bedreiging duchten, die over het
land hing als een onweerswolk Geroep: Frank
rijk! Alleen de Franschen kunnen ons zeggen,
hoezier zij hebben geleden onder deze tyrannie
toej. - geduldig, moedig en waardig, tot het uur der
bevrijding kwam. De beste krachten van het demo
kratische Frankrijk ware gewijd geweest aan zelf
verdediging tegen de dreigende verschrikking. Frank
rijk was een volk, dat als het ware zijn rechterarm
bad opgeheven, om den slag af te weren, en kon
zijn volle kracht niet wijden aan groote dingen. Dit
was de staat van zaken, waarvoor wij stonden.
van Duitschland zelf moet worden getrokken toej.
Men kan voor de ontvoogding van Europa en van
de heele wereld geen andere houding aannemen.
De Amerikanen hebben tenslotte dezelfde erva
ringen opgedaan als Europa, Duitschland beduidde
hen, dat zij den Atlanüschen Oceaan slechts op ei
gen risico konden oversteken. Amerikaansche sche
pen werden zonder waarschuwing in den grond ge
boord, Amerikaansche burgers kwamen om. Eerst
kon Amerika het haaet niet gelooven, het duldde het
eenmaal en tweemaal, totdat het eindelijk besefte,
wat Duitschland's eigenlijk doel was. Toen kwam
Amerika in actie en het handelde snel toej.
Twee feiten bevestigen dat dit een strijd voor de
vrijheid is: le. de deelneming van de Ver. Staten,
2e. de Russische revolutie Tuide toej.
Ik heb mijzelf afgevraagd, waarom Duitschland in
het derde jaar van dein oorlog Amerika heeft uit
getart tot zijn oorlogsverklaring en tot zijn optre
den. Ik had de verklaring hooren opperen dat er
zekere elementen in de Amerikaansche maatschap
pij zijn, die Duitschland den indruk gaven dat zij
het de Ver. Staten onmogelijk zouden maken, den
oorlog te verklaren. Lk kon dat bezwaarlijk gelooven
en nu heeft Hindenburg zelf op de vraag anti-
woord gegeven in een opmerkelijk interview dat
vanochtend in de bladen is verschenen.
De weg naar de overwinning, de waarborg voor de
overwinning, is in de eerste plaats: schepen!, in de
tweede plaatsschepen I en In de derde plaats sche
pen I (toej.) Amerika beseft dat ten ?olle. want thans
i oeds heeft het maatregelen getroffen om duizend
schepen, van 3000 tan elk, te bouwen voor de vaart
>ver den AUantischen Oceaan, (toej.) Ik denk dat de
Ouilsche militaire raadslieden nu ai zullen gaan in
zien. dat dit weer een misrekening aan hun zijde Ls die
hen tot rampspoed en ondergang zal brengen (toej.)
Gij zult mjj eenter vergeven, als ik er den nadruk op
leg. dat wij een langzaam doch zeker volk zijn (toej.
ij zijn langzaam en met misslagen gekomen waar we
,i zim (loei.), gij komt er gauwer en dat verheugt
mij. Wij heDben drie jaar met dit bijltje geh,i.,l. ulj
ïieoben fouten begaan, zooals we gewoon zijn te doen.
inaar We hebben iedere fout onderzocht, daarna ons
vischtuig verbeterd en zoo hebben we toch tiog een
goeue vangst gemaakt (toej.) Het is naar mijn be-
.cheiden meening voor Amerika de moeite waard,
onze fouten te bestudeeren, om te kunnen beginnen
waar wij n.u zijn (toej niet waar wii drie jaar gele
ien waren. De stap dien wij vandaag doen, kan leiden
at een zekere overwinning, terwijl hij, als we hem to.
morgen uitstellen, misschien nog juist een ramp kan
afwenden. Alle geallieerden hebben dat ervaren Tooj.)
Het was voor ons allen onbekend land. We waren
,'iÉoerau,e»ingen in dat Jeruzalem We moesten bij hei
voorwaarts schrijden op ons instinct afgaan en ik ben
zoo blij. de groote deskundigen op het gebied van
leger en vloot hier te kunnen ontmoeten, die hun er
varingen zillleai uitwisseden met onze mannen, die de
laatste drie jaar in sombere en inspannende omstan
ligheden in touw zijn geweest 'toej.) Amerika hielp
ons zelfs om den slag 'bij Atrecht te winnen, dezen
grooten slag Weet gij. welke kanonnen Duitsche schan
sen hebben vermeld en prikkeldraadversperringen
uiteengescheurd? Ik herinner me met eenige vrienden,
die ik hier tegenwoordig zie en met wie ik de zaak
besprak, dat de order werd opgemaakt om dc machine
.at net vervaardigen van die Kanonnen uil Amerika t<
betrekken (toej.) Niet allemaal (gelach). Gij kreegt
uw deel, doch maar een deel, al is het roemrijk.
Amerika heeft kanonnen alsmede munitie gemaakt
en ons de machines geleverd om beide te fabriceeren.
Het heeft ons aan staal geholpen en die verwonderlijke
veiligheid, dat gemak van zien aan te passen en dien
rijkuom aan hulpbrohnen verworven van het groote
volk, hetwelk dat groote vasteland bewoont.
Het was een kwade dag voor de militaire autokratie
in Pruisen, toen ze de groote republiek in hel sttslen
uitdaagde (toej.) Wjj weten, waartoe Amerika in staal
is. Wij weten ook. dat het, nu het te-enmaaf hierin
betrokken is, zich daaraan zal houden (toej.) Wij zul-
1 egenwoordig voeren we den meest verwoestenden geenerlei gunsten aan welke oorlogvoerende pertij ook.
oorlog, dien de wereld ooit heeft aanschouwd. In Aldus „winnen wij niet de liefde der Strijd voerenden,
ue toekomst en misschien ia een toekomst, die niet
v«r meer is. kan de oorlog voor goed uit de lijst
der menschelijke misdaden zijn geschrapt ijoej.) (Dit
kan iets) zijn als de plotseling ingetreden nawihter
als waarvan men nu getuige is alvorens de zomer
•en voile aan de bovenhand komt Er is geschre
ven van die dappere mannen uit Canada, Australië
«o dit oude lana, hetwelk heeft bewezen, zijn leeftijd,
ten spijt niet in verval te zijn, welke de overwinning
van Maandag hebben bevochten (toej.), dat ze met
liet krieken van den ochtend aanvielen, ten einde
10 mijl van den Fransche bodem te bevinden van de
schurken, welke dien drie jaar lang bezoedelden Ze
vielen bij het gloren van den dageraad aan, het
is een kenschetsende zinsnede
Daarna sp ik Lloyd George over het fnuiken van
I urkije's son.bcxe macht, die eeuwen aan één stuk hel
zonnigste land ter wereld heeft overschaduwd, en de
bevrijding van Rusland, van de onderdrukking, die het
ais een njkwa overdekte.
De groote rede van president Wilscn werd geschragd
door de macht van een groote natie. Nu trekt ze voor
de vrijheid te velde. Ze is de heraut van den dageraad,
Dij het krieken van den ochtend is er aangevallen en
men gaat erop los in den vollen gloed van dien da
geraad en weldra zullen de Franschen% Amerikanen,
Britten, Italianen, Russen,, Serviërs. Belgen, Montene-
grijnen en Roemeniërs de hoofden heffen in het onge
broken licht van den stralenden dag. (Luide toejui
ching.)
Daarna ging de eerste minister weef zitten, terwijl
te bijval nog lang aanhield.
Den Haag, 12 April.
Onder zeer matige belang telling van de zijde de»,
publieks op de gereserveerde tribune was twee het
.uaximum-getal toehoorders, meen ik wel vatte de
venaal heden de behandeling der Algemeene Beschou
wingen over de Staatsbegrooting 1917 aan. En wel
de Algemeene Beschouwingen. Half April I
De waarde van het debatje ligt geheel' in wat over
uen finantieelen toestand werd gezegd. De heer Henri
Polak was begonnen met te wiizen op de waarheid,
ilat wij na den vrede vermoedelijk voor een milliard
whuld zullen zitten. ,met c.c zestig millioen per jaar
rente en aflossing. Nu stelde de neer Polak voorop
feu o.a de h.h. v, d. Hoeven en De Gijselaar namen
daar ijlings .goede nota' van dat ten opzichte der
directe belastingen het „einde der draagkracht" vrijwel
is bereikt. Maar wat dan? Verhooging van invoer
rechten? Dit zou hij een ramp achten en de h.h
laan en Van Nierop sloten zich daarbij met warmte
aan. De heer Diepen had gezinspeeld op de mogelijk
heid dat men na den .oorlog toch tot dien lilbaireged
zou moeten overgaan. En oe heer Stork óndanks
al de vurigheid van zijn vrijhandelaars-hart gaf
toe, dat zulk een „zij 't dan tijdelijke maatregeldn-
afwendbaar zou kunnen blijken. Nogmaals: wal dan?
lieen invoerrechten- of indirecte belastingen.verzwa
ring Dus: Staatsmonopolie En de heer Polak gaf den
wensch te kennen, dat over deze kwestie eene Staats
commissie zoti worden benoemd, welke den minister
van Financiën kan voorlichten.
IX' Botterdamsche oud-Wethouder, de Chr._hi»tori-
■>ehe heer v. d Hóéven kwam waarschuwen tegen
hel koesteren van alle hooge verwachtingen der naas
ting van het levens- en brandverzekering^bedrijf. In
Duitschland heeft men statistische gegevens verzameld
over een tijdvak van dertig jaren en over een totaal
bedrag van 150 millioen mark. De uitkomst was. lat
men kwam tot een netto-premie voor geleden schade
iun 0.6 per mille, te Rotterdam bedragend 0 55 mille,
rrii de ramp te San-Francisoo (in 1904) slokte de winsten
op van Amerikaansche maatschappijen over een halve
Aeuw In Zwitserland heeft men Vs Staatsbedrijf en
■P particulier op assurantie-gebied. De netto-premie van
fen een doeltreffende en overwinnen den oorlog voeten. ,en Slaat is er 0.8. van de particulieren 0 6 per
maar behouden de achting in en na den oorlog tijd.
Den heer Poiak (die geklaagd had over de te geringe
mededeelzaamheid der Regeering tegenover de Statën-
Generaal en wat onze buitenlandsche politiek 'betreft
en ook wat de levensmiddelen-voorziening aangaat,
waardoor voedsef aan allerlei praatjes en geruchten
wordt gegeven) verzekerde de minister-president dat van
.schroomvalligheid" geen sprake is. Ontijdige mede-
cleelingen zijn en blijven echter zeker met éen
land. waar eene ..vrije pers" bloest zeer gevaar
lijk in menig geval.
Door den heer Polak was tot de Kamer nog e«i
„hint" gericht om de Grondwets-herziening te helpen,
doorvoeren, terwijl de soc.-democratische Senator een
paar. scherpe woorden richtte tot „De Telegraaf, die
zei hij „niet schijnt te willen rusten voordat hij
ons land in 'den oorlogs afgrond heeft neergestort
l>e premier ontweek dit punt; noemde het aanroeren
ervan bij de Algemeene Beschouwingen ..praematuur",
ontijdig, wat de praeses zich voor gezegd kon hou
den. De heer Polak had. begrijpt men, met verzuimd
om nog even te wijzen op de nieuwe kiesrecht-eera,
thans ook zelfs in Pruisen aangebroken.
Uit lle korte rede van den premier stip ik nog
aan, dat hij verklaarde, hoe verhooging van het ta
rief van invoerrechten zi. een der „allergevaarlijk
ste middelen" ware, waartoe Nederland, ook tijde
lijk, toevluch tzou kunnen nemen. En eindelijk den
heer De Gijselaar, die over de hoogbejaarde Zondags
wet had gespjroken, als zijn gevoelen te kennen
gaf, dat wanneer voor een optocht-met muziek, die
niet het karakter van een concert of van eene pu
blieke vermakelijkheid heeft vergunning wordt ge
vraagd, een burgemeester daartoe vrijelijk en los van
de Zondagswet al pf niet verlof kan worden ver
leend.
Minister Treub bleek ten opzichte van den toe
stand onze financién minder „zwartkijkarig" dan
mr. Van Nierop. Z.Exc. erkent dat men de crisis-
uitgaven op een milliard kan stellen. Maar: er zijn
lictitpunten!Leening geld, O.-W.-belasting; Ver
dediging-belasting nog een aardig pooeje te prolon-
geeren, zij 't dan niet tot permanente heffing te
makenl ze zullen 't een en ander van de erlsls-
luitgaven dekken.
De heer Stork had nog genoemd: sterkere progres
sie voor Vermogens- en Inkomstenbelasting. De
heer Treub nam daar, begrijpt men, gaarne nota
van .En de heer Stork haastte zich toen uit te
roepen: .Jawel, maar van overwinstI"
Minister Treub houdt vast aan de monopolisee
ring van het verzekerings-bedrtjf; wacht daar wel
degelijk goede winsten voor den Staat van. Voorals
nog wil Z.Exc. niet van eene Staatscommissie weten.
Voor ons land acht ook hij een protectionistisch ta
rief „uit den booze". Maar toch voegde hij er aan
toe: men houde niet vast aan een dogmatisch stel
sel van vrijhandel. Met den premier erkent de mi
nister van Financiën, dat voor Nederland, dat wel
licht „straks" de rol van bemiddelaar zal hebben
te vervullen, protectie nu al uiterst ongewenscht is.
Maar niemand vermag te voorspellen, wat de nood
der tijden op zeker moment onafwendbaar zal ma
ken
Morgen)-, Vrijdagochtend ls minister Posthuma
aan het woord.
Mr. ANTONIO.
Maar er is nogg iets van meer belang daaruit zal een
Van alle Pruisische instellingen is de „Hinden- weldadige vrede voortkomen (toej.) Ik hecht hier meer
v""t IT'lflfe waarde aan Ik. die nu drie Jaar lang heb gevoeld,
wat onze moeilijkheden, onze angst en onze vrees is
geweest, ben de laatste ter wereld om te zeggen, dat de
hulp, die Amerika ons beeft betoond, niet op zich zelf
iets is. om heel blij mee te zijn, maar dat beduidt niet,
ilat ik me niet te meer verheug. wijl ik weet, dat
Amerika nu het recht zal verkrijgen om aan de lafel
plaats te nemen, wanneer over de vredesvoorwaarden
onderhandeld wordt (toej.) Die conferentie zal het lot
der naties richten zoomede den loop van het mensch-
dom. God weet, voor hoe lang. (toej,).
Er zijn tijdvakken in de geschiedenis, dat de
wereld een zoo tragen loop neemt, dat de ontwik
keling daarvan eeuw aan eeuw schijnt stil te staaa
Maar er zijn ook tijden, waarin ze voorwaarts stormt,
den "weg van eeuwen in één jaar afleggend. Dat
zijn de tijden, die wij nu beleven Zes weken geleden
was Rusland nog een autokratie. nu is het een der
vrijzinnigste democratieën van de wereld (toej.)
burglinls" het opmerkelijkst gelach. Wat is
de Hindenburg-linie? De Hindenburglinie is een
lijn, getrokken door het gebied van een ander volk,
met de waarschuwing, dat de bewoners dié niet mo
gen overschrijden dan met gevaar voor hun leven
en dat de linie in Europa voor 50 jaar in vijandelijke
landen ls getrokken.
GJj herinnert u, wat er vóór enkele jaren in Frank
rijk gebeurde, toen door toedoen van Pruisen een
Fransch minister van buitenlandsche zaken feite
lijk van zijn ambt ontheven werd. Wat had hij dan
wel gedaan? HIJ had niets gedaan, wat de minister
van een onafhankelijk rijk niet het meeste recht
heeft om te doen. Hij overschreed de lijn, die men
zich op Franschen bodem door de Pruisische dwin
gelandij getrokken kon denken en dus moest hij
de laan uit. Europa, dat dit een menschenleeftijd
lang had verdragen, maakte zich eindelijk bewust,
dat de iHndenburg-linle langs de wettelijke grenzen
UIT HET ENGEL8CH VAN DAVID LTALL
DOOR P. WE88ELmK VAN ROSSUM
Uitgave W. DE HAAN, Utrecht
Oecart d 0.95, prachtband 11.18
18.
HOOFDSTUK XIL
In den trein.
Vrijdag van dezelfde week moest Patrlck Fleming
naar StTrling reizen om de bevestiging van een
ouden collegevriend bij te wonen. Die jtelevenhAiri
nam Alison waar om Edith Brooke in GlWow te
bezoeken. Zij deelde haar broer aan het ontbijt haar
plan niet mede; om de waarheid te zeggen waren
haar gedachten uitsluitend bezig met een brief van
den heer Crewe. De warmte van zijn toon die zin
nen, als van een minnaar aan zijn eerste gelief
de, hadden haar eenigermate in de war gein-acht
en nog lag de blos op haar wangen, ofschoon zii
den brief slechts half gelezen in haar zak aestokan
had. Zij had niet op minnebrieven gerekend noch
aan de mogelijkheid gedacht, die te möeten beant
woorden. Zij besefte niet eens, dat zij nog slechts
aan liet begin stond van een nieuw tijdperk dat
een volslagen omwenteling in haar leven zou bren
gen. J
Zij voelde 8e behoefte aan een vriendin en me
vrouw Dunlop was naar Ierland geroepen om een
getrouwde dochter te verplegen, die ernstig ziek
was, voordat Alison tijd had gehad haar het nieuws
toe te vertrouwen. Denkende aan wat zij had ge
zegd op den dag, toen zij den heer Crewe had gezien,
voelde Alison zich misschien wel eenigszins ver
acht, toen haar de noodzakelijkheid werd bespaard
het haar nu reeds te vertellen, Maar Edith zou an
ders zijn. Misschien meende Alison, dat zij in de
nu geheel gewijzigde verhouding minder critisch te
genover haar zou staan en dat het baar zelfs ge-
'ukken zou sympathie voor haar te-voelen. Met toe-
temend verlangen en ongeduld verbeidde zij het
ougenbltk, waarop zij haar bezoek zou kunnen af-
'oggen. Zij kwam om twaalf uur te Glasgow aan en
begaf zich dadelijk naar Charing Cross; zij ver
wachtte echter niet Edith dadelijk te zullen zien,
daar zij wist dat haar ochtenduren bezet waren met
de vioollessen, die zij gaf zij ging alleen om
een het dienstmeisje te zeggen, dat zij om drie uur
'erug zou keeren om den middag bij haar door te
brongen. Den tusschentljd gebruikte zij om eenige
noodzakelijke huishoudelijke boodschappen te doen
en eenige werklieden te bezoeken te Govan, die ge
durende de slapte in het werk van den vorigen win
ter van Rochallan waren weggetrokken.
Het w as ongeveer half drie, toen zij de woning van
Edith weer bereikte; deze deed haar zelf open met
een kalme bevalligheid en zij toonde duidelijk hoe
verheugd zij was, dat Alison eigener, beweging zoo
spoedig kwam, nadat zij uit Birtley was terugge-
keercL
„Ik ben blij, dat ge een boodschap hebt achter
gelaten; andera zou ik vanmiddag uit zijn gegaan en
het zou mij heel erg gespeten hebben, indien ik u niet
had gezien", zei Edith; en na het gelaat van Juf
frouw Fleming nog al scherp te hebben opgenomen,
boog zij zich naar voren en kuste haar.
liet werd heelEenvoudig gedaan, maar de blik was
een vraag en de kus was het antwoord er op. Het
maakte de lucht warm tpsschen haar en Alison voel
de baar hart aanmerkelijk verlicht, toen zij haar
volgde naar de zitkamer. Zij was vandaag niet cri
tisch; zij vergat naar het stof op de schilderijen te
kijken of naar het roest op den haardrand. Zij was
van andere en gewichtiger dingen gevuld.
De kleine kamer was gezellig en huiselijk dank
zij het heldere vuur en Edith zelf zag er heel lief
uit, ofschoon haar gelaat te veel kleur miste naar
Alison's smaak eg haar gestalte te tenger leek.
„Laat ik u helpen uw hoed en mantel af te doen.
M ilt u niet mee naar de slaapkamer gaan en daar
uw goed afleggen en een langen tijd blijven?"
„Ik kan tot half zes blijven en dan
„En dan; ik hoop niet, dat ge wilt zeggen, dat
uw broer vandaag komt. Ik wil u geheel voor mij
zelf hebben".
Hierop glimlachte Alison en stond snel op.
„O, neen, hij is te Stirling en ik heb hem niet
eens verteld, dat ik ,naar u toeging uit vrees, dat
hij zou volgen. Zoo zijn de mannen, wfj vertellen
hun nooit allee, nooit, wanneer dam ook".
Zij lachte even, met een vreemde - vrooHJkheid.
Toen zij Edith naar de slaapkamer volgde, waar zij
haar hoed eh mantel aflegde, maakte het zelfs geen
bijzonderen indruk op haar, toen zij *ag, dat het
bed nog precies ozo lag als Edith het een half uur
geleden had- verlaten, toen zij na haar thuiskomst
even was gaan liggen. Edith zelf zag het niet; zij
vond het althans niet noodig er eenige verontschul
digingen over te maken.
Voor haar waren dit soort dingen van hoegenaamd
geen belang.
„Hebt u oen prettigen tijd in Birtley gehad met
uw broer en zuster" vroeg Edith, terwijl zij er naar
keek ,hoe Alison haar mooie haar voor den spie
gel in orde bracht.
„Ja, dat had ik. Ik ben hier gekomen ora u er
over te vertellen, maar hoofdzakelijk om iets won
derlijks mede te deelen, dat er het gevolg van is.
Maar hoe maakt gij het, lieve Ik vind, dat ge er
mille In Italië leidde de Staatsmonopo lis sering tot „een
groot fiasoo".' zei mr. Van der Hoeven
De groot-financier Van Nierop die voor zich o.a
iot dc conclusie was gekomen, dat het verlies aan
Nationaal Vermogen zoo ongeveer zal opwegen tegen
ue Verworven Oorlogswinsten riep minister Treub
ook toe: Stel u geetj gouden bergen voor van Staats
monopoliën. Vooral niet in een klein land. waar reeds
zooveel aan de gemeenten is toegewezen. Feitelijk komt
t voor mr. Van Nierop neer op een accljnsreêht Hij
gelooft, dat er uit de tabak veel meer is to halen
dan totdusverre geschiedde. Niet door eene Stoatsregie.
maar wel, zooels In Engeland door „stevige accijnsen
in het algemeen adviseert de grijze en wijs-ervaren
financier den minister, door „kleine belastingen het
tekort te dekken.
De premier hield eene zéér korte rede. De heer
Cort v d Linden stelde voorop dat de positie van
ons volk steeds benarder wordt Wij handnaven onze
strikte neutraliteit en „bewijzen ook niet bedekteiljk,
mager en moe uitziet en er zijn groote donkere
kringen onder uw oogen. Het is noodig, dat ge
verpleegd wordt en dat men voor u zorgt.
Plotseling trilden de lippen van het meisje, en zij
haastte zich naar de deur, uit vrees, dat zij het te
kwaad zou krijgen. Het waa het onverwachte in
het optreden van Alison, dat haar trof. Bij haar
laatste bezoek was zij zoo koud als ijs geweest en
even hard en onbuigzaam als een stok. Nu scheen
zij warmte en vriendelijkheid en teeder menschelijk
gevoel uit te stralen en dat even natuurlijk als de
zon licht en warmte verspreidt Nu kon zij bijna
al de lofuitingen gelooven ,dle zij ln de pastorie te
Seadoon over Alison had gehoord. Zij gingen weer
naar de zitkamer terug en maakten het zich gezel
liv bij het vuur.
„Het allereerst moet ik u temn, dat ik het zeer
waardeer, dat ge er niet boos over waart, dat ik bij
uw bezoek te Rochallan ben weggeloopen", zei Ali
son openhartig.
„Waarom zou ik boos zijn geweest?" Ik begreep
het volkomen. U vondt'het niet zoo heel prettig,
dat ik- al zoo gauw kwam en dat heb ik Patrick
ook gezegd. Maar ik voelde mij heel gelukkig bij de
lieve familie Dunlop. Zij zouden niet vriendelijker
hebben kunnen zijn".
„En zij hielden zooveel van u. Ik heb mevrouw
Dunlop nog nooit zoo warm over iemand hooren
spreken na zulk een korte kennismaking. Ge hebt
hen gewoon Ingepakt", zei Alison. „En het grappige
er van is, dat ik niet in het- minst Jaloersch ben,
ofschoon ge u hebt Ingedrongen bij menschen, waar
bij ik het allerhoogste stond aangeschreven."
Edith glimlachte en stak haar handen uit naar den
verwarmden gloed van het vuur. Alison zag wel de
lijn van de lange, slanke, artistieke vingers, die zij
zich met geen mogelijkheid kon voorstellen bezig met
verstellen van het huishoudlinnen of ander alle-
rlaagsch werk. Edith was Iemand, die deze dingen
altiid zou overlaten aan iemand, die onder haar
stond. Op dat oogenblik besloot Alison, dat Janet
Aiken, het ging hoe het ging, in de pastorie te Ro
challan moest blijven
„En vertel mij eens, wat hebben ze te Birtley er
van gezegd? O, ik moet u vertellen, dat lk een brief
van iiw zuster heb gekregen, een lieven, zusterlijken
brief. Ik vind, dat iedereen heel lief voor mij is,
en dat ik een gelukkig meisje ben, daar zoovelen
goed voor mij zijn. Ik wilde alleen, dat vader het
weten kon. Hij maakte er zich zoo bezorgd over, wat
er van mij zou worden na zijn dood".
„Maar ik geloof, dat hij het weet, op de plaats
waar hij nu ls, gij ook niet?" vroeg Alison zacht.
Edith keek verschrikt door haar tranen heen.
„Ik weet het niet; niet waar, niemand onzer weet,
waar zij heengaan, als zij de wereld verlaten. Mijn
vader geloofde in de reïncarnatie en dat de ziel
onmiddellijk terugkeert ln een ander omhulsel. Zoo
dat lk, als lk nu uitga, mij dikwijls afvraag, of hij
Vergadering op Donderdag 12 April 1917, des mid
dags 2 uur, Afwezig de heeren Smit en Jlmmink.
Voorzitter de heer Geertsema, wethouder, secre
taris de heer P. Bronder.
Na opening volgt lezing der notulen, die onver
anderd worden goedgekeurd.
Van de onderwijzers is een dankbetuiging inge
komen voor de vaatstelling van de laatste salaris-
regeling .waardoor hun salaris aanmerkelijk wordt
verhoogd.
Gedeputeerde Staten zonden goedkeuring ln: le. op
de wijziging van de verordening bepalende het maxi
mum van den te heffen hoofdelijken omslag; 2e tot
betaling uit den post onvoorziene uitgaven; 3e. op de
verordening tot het voorkomen van brandgevaar
en in het bijzonder van oudheidkundige gebouwen.
Bij de laatstgehouden kasopname moest ln kas
zijn en was f 1783.18.
Van den Commissaris der Koningin in deze pro
vincie is bericht ingekomen dat aan den burge
meester met ingang van 19 Maart 1.1. vergunning ls
verleend zich 4 weken bulten de gemeente te be
geven.
Van de afdeeling Kolhorn van de S.D.A.P. is een
verzoek ingekomen om een gedeelte huur van de
tuintjes, die door particulieren wegens de tijdsom
standigheden worden verhuurd voor rekening van de
gemeente te nemen en wel fS per snees. De huur
bedraagt f8 per snees. B. en W. advlseeren af
wijzend op het verzoek te beschikken.
naar Glasgow is teruggekeerd. Ik hoop vurig van
neen, want bij had er zoo'n hekel aan".
Alison keek haar ontstemd aan. „Lieve, ik geloof
niet, dat wij eenige reden hebben om dit te geloo
ven. Er etaat niets over in den blJbeL Ook zou het
denkbeeld mij persoonlijk niet aangenaam zijn. Een
leven is genoeg voor iemand èn voor de meeaten te
veeL"
„Ja, het zou zeker verschrikkelijk zijn, alles nog
eens te moeten meemaken, of het moest er in alle
opzichten van verschillen. Maar dat ls juist de kern
ln de leer der reïncarnatie, dat elk nieuw leven een
verbetering van het oude heet te zijn. Vader en ik
hadden er lange gesprekken over en als wij bijzon
der onaangename menschen ontmoetten, dan placht
hij met zijn breeden, geduldigen lach te zeggen: „We
moeten hen beklagen, mijn kind; zij zijn hier voor
den eersten keer".
Alison wist een oogenblik niet, wat zij zou ant
woorden. De wending die het gesprek had genomen,
was haar niet aangenaam, haar scheen het heidenscb
<:n oneerbiedig toe en zij kon zich levendig voorstel
len, wat de gevolgen zouden zijn, wanneer in de
orthodoxe gemeente te Rochallan dergelijke meenin
gen werden ten beste gegeven.
Maar Edith maakte er zelf spoedig een eind aan
door een rechtstreeksche vraag over een ander on-
der werp.
„Ik hoop dat uw broer het u heel duidelijk heeft
gemaakt,.dat de eenige voorwaarde, waarop ik hem
wil trouwen deze is, dat gij niet heengaat
,Dat heeft hij onomwonden gezegd, maar
„Ik wil van geen „maar" hooren. Ik weet alles,
omdat mevrouw Dunlop het mij heeft verteld. En
als mijn komst in de pastorie tegelijk uw heengaan
beteekenon moest, zou het iets verschrikkelijks zijn.
Gelooft gij niet, dat wij genoegelijk samen zouden
kunnen leven, of vindt gij, dat ik al te strijdlustig
ben?"
„O neen, maar daarom gaat het eigenlijk niet Het
zóu uw leven maar moeilijker maken, indien ik er
was en er u zelfs van weerhouden, daar ben lk zeker
van, uw eigen plaats ln de gemeente ln to nemen".
„Maar wat bedoelt gij daar eigenlijk mede?" vroeg
Edith, terwijl zij naar voren boog en haar stoel zacht
heen en weer schommelde. „Indien mijn positie af
hing van u of van wie anders ook dan van mijzelf
zi&i ge. dan niet in, dat het de moeite waard zou
zijn die te bekleeden. Wij moeten onze eigen plaats
maken
„Dat ls ln zekeren zin waar", gaf Alison toe. „Maar,
ziet ge, ik ben zoowat Ieders hulp en raadsvrouw
in de gemeente geworden, ik draag zorg voor aller
hande dingen, de Bijbelklas&e en de Moedervereenl-
King en de Dorcas".
„O, maar met geen van die alle zou ik mij na
tuurlijk bemoeien. Ik ben niet van plan Iets in de
gemeente te doen., dat begrijpt Pat volkomen. Na
tuurlijk, als iemand ziek was en ik kon iets vrien-