TWEEDE BLAD. Rede van Lloyd George. Niet door menschenhan- den gebouwd. Zaterdag 14 April 1917. 60ste Jaargang No. 5986. Etrste Kamir, FEUILLETON. Raad Barsingerhorn. PI Schager Courant I)e eerste minister van Engeland is te gast ge weest bij de American Luncheon Club in Londen. De imerikaansche gezant presideerde de tafel en ver schillende andere gezanten waren tegenwoordig. Er is geredevoerd en ook Lloyd George beeft gespro ken. Uit deze redevoering willen wij het een en an der melden. Lloyd George sprak eerst zijn verheu genis uit over Amerika's meedoen aan den oorlog, daardoor werd de oorlog voor goed gestempeld tot een strijd der democratie. W anneer ik denk aan de oorlogen in het verleden, verwondert het mij niet dat Amerika onzeker was over den aard van dezen oorlog, want in Europa Kta,üen1.<ie ?),eeste oorlogen in het verleden op ge- niedsuitbreiding gericht Geen wonder dus, dat er zekere argwaan was in de Ver. Staten, toen deze ^°4 uitbtak. Waarschijnlijk dacht er menigeen koningen weer met hun oude streken waren negonnen gelach. Het feit, dat Amerika ten slotte partij heeft gekozen maakt het de wereld vol komen duidelijk dat dit geen strijd van dien aard is, maat een gioote worsteling voor de .vrijheid van do menschheid. Toej. In Amerika wist men natuur lik aanvankelijk hiet wat wij in Europa hebben veidumd van de militaire kaste in Pruisen. Tot dus ver hebben de Ver. Staten daar geen last van ge kend. Pruisen is geen democratie gelach. De keizer belooft dat het na den oorlog een demokra- tie zal zijn en ik geloof dat hij gelijk heeft gelach en toej. Maar Pruisen is niet alleen geen demokratie, het is niet eens een staat. Pruisen is een leger toej. liet hoeft een groote, zeer ontwikkelde nijverheid, bet beeft een groot opvoedingsstelsel, het heeft zijn universiteiten, het ontwikkelt zijn wetenschap, maar dit alles is ondergeschikt aan het ééne overheer- schend doel van een almachtig leger, dat de vvereh. vrees moest aanjagen. Het leger is de speerpunt van Pruisen, de rest is maar 'het handvat. Dat leger lieeft in onze tijden drie veroveringsoorlogen ge voerd en de onophoudelijke stap van zijn legioenen door de straten van Pruisen, op de paradevelden van Pruisen, steeg de Pruisen naar het hoofd. De keizer werd er dronken van bij zijn troepenschou wingen op groote schaal toej. hij schreef de wer ud een wet voor, alsof Potsdam een nieuw Sinai waie geweest. Europa werd er ongerust en angstig van, het wist wat ast alles beteekemde, maar niet wanneer de boin zou barsten. Pat was de bedreiging, de druk waaronder Eu ropa 50 jaar lang heeft gezucht Het verlamde in alle staten elke zegenrijke werkzaamheid, die ge richt had moeten zijn op het welzijn des volks. Men mo°st echter deze bedreiging duchten, die over het land hing als een onweerswolk Geroep: Frank rijk! Alleen de Franschen kunnen ons zeggen, hoezier zij hebben geleden onder deze tyrannie toej. - geduldig, moedig en waardig, tot het uur der bevrijding kwam. De beste krachten van het demo kratische Frankrijk ware gewijd geweest aan zelf verdediging tegen de dreigende verschrikking. Frank rijk was een volk, dat als het ware zijn rechterarm bad opgeheven, om den slag af te weren, en kon zijn volle kracht niet wijden aan groote dingen. Dit was de staat van zaken, waarvoor wij stonden. van Duitschland zelf moet worden getrokken toej. Men kan voor de ontvoogding van Europa en van de heele wereld geen andere houding aannemen. De Amerikanen hebben tenslotte dezelfde erva ringen opgedaan als Europa, Duitschland beduidde hen, dat zij den Atlanüschen Oceaan slechts op ei gen risico konden oversteken. Amerikaansche sche pen werden zonder waarschuwing in den grond ge boord, Amerikaansche burgers kwamen om. Eerst kon Amerika het haaet niet gelooven, het duldde het eenmaal en tweemaal, totdat het eindelijk besefte, wat Duitschland's eigenlijk doel was. Toen kwam Amerika in actie en het handelde snel toej. Twee feiten bevestigen dat dit een strijd voor de vrijheid is: le. de deelneming van de Ver. Staten, 2e. de Russische revolutie Tuide toej. Ik heb mijzelf afgevraagd, waarom Duitschland in het derde jaar van dein oorlog Amerika heeft uit getart tot zijn oorlogsverklaring en tot zijn optre den. Ik had de verklaring hooren opperen dat er zekere elementen in de Amerikaansche maatschap pij zijn, die Duitschland den indruk gaven dat zij het de Ver. Staten onmogelijk zouden maken, den oorlog te verklaren. Lk kon dat bezwaarlijk gelooven en nu heeft Hindenburg zelf op de vraag anti- woord gegeven in een opmerkelijk interview dat vanochtend in de bladen is verschenen. De weg naar de overwinning, de waarborg voor de overwinning, is in de eerste plaats: schepen!, in de tweede plaatsschepen I en In de derde plaats sche pen I (toej.) Amerika beseft dat ten ?olle. want thans i oeds heeft het maatregelen getroffen om duizend schepen, van 3000 tan elk, te bouwen voor de vaart >ver den AUantischen Oceaan, (toej.) Ik denk dat de Ouilsche militaire raadslieden nu ai zullen gaan in zien. dat dit weer een misrekening aan hun zijde Ls die hen tot rampspoed en ondergang zal brengen (toej.) Gij zult mjj eenter vergeven, als ik er den nadruk op leg. dat wij een langzaam doch zeker volk zijn (toej. ij zijn langzaam en met misslagen gekomen waar we ,i zim (loei.), gij komt er gauwer en dat verheugt mij. Wij heDben drie jaar met dit bijltje geh,i.,l. ulj ïieoben fouten begaan, zooals we gewoon zijn te doen. inaar We hebben iedere fout onderzocht, daarna ons vischtuig verbeterd en zoo hebben we toch tiog een goeue vangst gemaakt (toej.) Het is naar mijn be- .cheiden meening voor Amerika de moeite waard, onze fouten te bestudeeren, om te kunnen beginnen waar wij n.u zijn (toej niet waar wii drie jaar gele ien waren. De stap dien wij vandaag doen, kan leiden at een zekere overwinning, terwijl hij, als we hem to. morgen uitstellen, misschien nog juist een ramp kan afwenden. Alle geallieerden hebben dat ervaren Tooj.) Het was voor ons allen onbekend land. We waren ,'iÉoerau,e»ingen in dat Jeruzalem We moesten bij hei voorwaarts schrijden op ons instinct afgaan en ik ben zoo blij. de groote deskundigen op het gebied van leger en vloot hier te kunnen ontmoeten, die hun er varingen zillleai uitwisseden met onze mannen, die de laatste drie jaar in sombere en inspannende omstan ligheden in touw zijn geweest 'toej.) Amerika hielp ons zelfs om den slag 'bij Atrecht te winnen, dezen grooten slag Weet gij. welke kanonnen Duitsche schan sen hebben vermeld en prikkeldraadversperringen uiteengescheurd? Ik herinner me met eenige vrienden, die ik hier tegenwoordig zie en met wie ik de zaak besprak, dat de order werd opgemaakt om dc machine .at net vervaardigen van die Kanonnen uil Amerika t< betrekken (toej.) Niet allemaal (gelach). Gij kreegt uw deel, doch maar een deel, al is het roemrijk. Amerika heeft kanonnen alsmede munitie gemaakt en ons de machines geleverd om beide te fabriceeren. Het heeft ons aan staal geholpen en die verwonderlijke veiligheid, dat gemak van zien aan te passen en dien rijkuom aan hulpbrohnen verworven van het groote volk, hetwelk dat groote vasteland bewoont. Het was een kwade dag voor de militaire autokratie in Pruisen, toen ze de groote republiek in hel sttslen uitdaagde (toej.) Wjj weten, waartoe Amerika in staal is. Wij weten ook. dat het, nu het te-enmaaf hierin betrokken is, zich daaraan zal houden (toej.) Wij zul- 1 egenwoordig voeren we den meest verwoestenden geenerlei gunsten aan welke oorlogvoerende pertij ook. oorlog, dien de wereld ooit heeft aanschouwd. In Aldus „winnen wij niet de liefde der Strijd voerenden, ue toekomst en misschien ia een toekomst, die niet v«r meer is. kan de oorlog voor goed uit de lijst der menschelijke misdaden zijn geschrapt ijoej.) (Dit kan iets) zijn als de plotseling ingetreden nawihter als waarvan men nu getuige is alvorens de zomer •en voile aan de bovenhand komt Er is geschre ven van die dappere mannen uit Canada, Australië «o dit oude lana, hetwelk heeft bewezen, zijn leeftijd, ten spijt niet in verval te zijn, welke de overwinning van Maandag hebben bevochten (toej.), dat ze met liet krieken van den ochtend aanvielen, ten einde 10 mijl van den Fransche bodem te bevinden van de schurken, welke dien drie jaar lang bezoedelden Ze vielen bij het gloren van den dageraad aan, het is een kenschetsende zinsnede Daarna sp ik Lloyd George over het fnuiken van I urkije's son.bcxe macht, die eeuwen aan één stuk hel zonnigste land ter wereld heeft overschaduwd, en de bevrijding van Rusland, van de onderdrukking, die het ais een njkwa overdekte. De groote rede van president Wilscn werd geschragd door de macht van een groote natie. Nu trekt ze voor de vrijheid te velde. Ze is de heraut van den dageraad, Dij het krieken van den ochtend is er aangevallen en men gaat erop los in den vollen gloed van dien da geraad en weldra zullen de Franschen% Amerikanen, Britten, Italianen, Russen,, Serviërs. Belgen, Montene- grijnen en Roemeniërs de hoofden heffen in het onge broken licht van den stralenden dag. (Luide toejui ching.) Daarna ging de eerste minister weef zitten, terwijl te bijval nog lang aanhield. Den Haag, 12 April. Onder zeer matige belang telling van de zijde de», publieks op de gereserveerde tribune was twee het .uaximum-getal toehoorders, meen ik wel vatte de venaal heden de behandeling der Algemeene Beschou wingen over de Staatsbegrooting 1917 aan. En wel de Algemeene Beschouwingen. Half April I De waarde van het debatje ligt geheel' in wat over uen finantieelen toestand werd gezegd. De heer Henri Polak was begonnen met te wiizen op de waarheid, ilat wij na den vrede vermoedelijk voor een milliard whuld zullen zitten. ,met c.c zestig millioen per jaar rente en aflossing. Nu stelde de neer Polak voorop feu o.a de h.h. v, d. Hoeven en De Gijselaar namen daar ijlings .goede nota' van dat ten opzichte der directe belastingen het „einde der draagkracht" vrijwel is bereikt. Maar wat dan? Verhooging van invoer rechten? Dit zou hij een ramp achten en de h.h laan en Van Nierop sloten zich daarbij met warmte aan. De heer Diepen had gezinspeeld op de mogelijk heid dat men na den .oorlog toch tot dien lilbaireged zou moeten overgaan. En oe heer Stork óndanks al de vurigheid van zijn vrijhandelaars-hart gaf toe, dat zulk een „zij 't dan tijdelijke maatregeldn- afwendbaar zou kunnen blijken. Nogmaals: wal dan? lieen invoerrechten- of indirecte belastingen.verzwa ring Dus: Staatsmonopolie En de heer Polak gaf den wensch te kennen, dat over deze kwestie eene Staats commissie zoti worden benoemd, welke den minister van Financiën kan voorlichten. IX' Botterdamsche oud-Wethouder, de Chr._hi»tori- ■>ehe heer v. d Hóéven kwam waarschuwen tegen hel koesteren van alle hooge verwachtingen der naas ting van het levens- en brandverzekering^bedrijf. In Duitschland heeft men statistische gegevens verzameld over een tijdvak van dertig jaren en over een totaal bedrag van 150 millioen mark. De uitkomst was. lat men kwam tot een netto-premie voor geleden schade iun 0.6 per mille, te Rotterdam bedragend 0 55 mille, rrii de ramp te San-Francisoo (in 1904) slokte de winsten op van Amerikaansche maatschappijen over een halve Aeuw In Zwitserland heeft men Vs Staatsbedrijf en ■P particulier op assurantie-gebied. De netto-premie van fen een doeltreffende en overwinnen den oorlog voeten. ,en Slaat is er 0.8. van de particulieren 0 6 per maar behouden de achting in en na den oorlog tijd. Den heer Poiak (die geklaagd had over de te geringe mededeelzaamheid der Regeering tegenover de Statën- Generaal en wat onze buitenlandsche politiek 'betreft en ook wat de levensmiddelen-voorziening aangaat, waardoor voedsef aan allerlei praatjes en geruchten wordt gegeven) verzekerde de minister-president dat van .schroomvalligheid" geen sprake is. Ontijdige mede- cleelingen zijn en blijven echter zeker met éen land. waar eene ..vrije pers" bloest zeer gevaar lijk in menig geval. Door den heer Polak was tot de Kamer nog e«i „hint" gericht om de Grondwets-herziening te helpen, doorvoeren, terwijl de soc.-democratische Senator een paar. scherpe woorden richtte tot „De Telegraaf, die zei hij „niet schijnt te willen rusten voordat hij ons land in 'den oorlogs afgrond heeft neergestort l>e premier ontweek dit punt; noemde het aanroeren ervan bij de Algemeene Beschouwingen ..praematuur", ontijdig, wat de praeses zich voor gezegd kon hou den. De heer Polak had. begrijpt men, met verzuimd om nog even te wijzen op de nieuwe kiesrecht-eera, thans ook zelfs in Pruisen aangebroken. Uit lle korte rede van den premier stip ik nog aan, dat hij verklaarde, hoe verhooging van het ta rief van invoerrechten zi. een der „allergevaarlijk ste middelen" ware, waartoe Nederland, ook tijde lijk, toevluch tzou kunnen nemen. En eindelijk den heer De Gijselaar, die over de hoogbejaarde Zondags wet had gespjroken, als zijn gevoelen te kennen gaf, dat wanneer voor een optocht-met muziek, die niet het karakter van een concert of van eene pu blieke vermakelijkheid heeft vergunning wordt ge vraagd, een burgemeester daartoe vrijelijk en los van de Zondagswet al pf niet verlof kan worden ver leend. Minister Treub bleek ten opzichte van den toe stand onze financién minder „zwartkijkarig" dan mr. Van Nierop. Z.Exc. erkent dat men de crisis- uitgaven op een milliard kan stellen. Maar: er zijn lictitpunten!Leening geld, O.-W.-belasting; Ver dediging-belasting nog een aardig pooeje te prolon- geeren, zij 't dan niet tot permanente heffing te makenl ze zullen 't een en ander van de erlsls- luitgaven dekken. De heer Stork had nog genoemd: sterkere progres sie voor Vermogens- en Inkomstenbelasting. De heer Treub nam daar, begrijpt men, gaarne nota van .En de heer Stork haastte zich toen uit te roepen: .Jawel, maar van overwinstI" Minister Treub houdt vast aan de monopolisee ring van het verzekerings-bedrtjf; wacht daar wel degelijk goede winsten voor den Staat van. Voorals nog wil Z.Exc. niet van eene Staatscommissie weten. Voor ons land acht ook hij een protectionistisch ta rief „uit den booze". Maar toch voegde hij er aan toe: men houde niet vast aan een dogmatisch stel sel van vrijhandel. Met den premier erkent de mi nister van Financiën, dat voor Nederland, dat wel licht „straks" de rol van bemiddelaar zal hebben te vervullen, protectie nu al uiterst ongewenscht is. Maar niemand vermag te voorspellen, wat de nood der tijden op zeker moment onafwendbaar zal ma ken Morgen)-, Vrijdagochtend ls minister Posthuma aan het woord. Mr. ANTONIO. Maar er is nogg iets van meer belang daaruit zal een Van alle Pruisische instellingen is de „Hinden- weldadige vrede voortkomen (toej.) Ik hecht hier meer v""t IT'lflfe waarde aan Ik. die nu drie Jaar lang heb gevoeld, wat onze moeilijkheden, onze angst en onze vrees is geweest, ben de laatste ter wereld om te zeggen, dat de hulp, die Amerika ons beeft betoond, niet op zich zelf iets is. om heel blij mee te zijn, maar dat beduidt niet, ilat ik me niet te meer verheug. wijl ik weet, dat Amerika nu het recht zal verkrijgen om aan de lafel plaats te nemen, wanneer over de vredesvoorwaarden onderhandeld wordt (toej.) Die conferentie zal het lot der naties richten zoomede den loop van het mensch- dom. God weet, voor hoe lang. (toej,). Er zijn tijdvakken in de geschiedenis, dat de wereld een zoo tragen loop neemt, dat de ontwik keling daarvan eeuw aan eeuw schijnt stil te staaa Maar er zijn ook tijden, waarin ze voorwaarts stormt, den "weg van eeuwen in één jaar afleggend. Dat zijn de tijden, die wij nu beleven Zes weken geleden was Rusland nog een autokratie. nu is het een der vrijzinnigste democratieën van de wereld (toej.) burglinls" het opmerkelijkst gelach. Wat is de Hindenburg-linie? De Hindenburglinie is een lijn, getrokken door het gebied van een ander volk, met de waarschuwing, dat de bewoners dié niet mo gen overschrijden dan met gevaar voor hun leven en dat de linie in Europa voor 50 jaar in vijandelijke landen ls getrokken. GJj herinnert u, wat er vóór enkele jaren in Frank rijk gebeurde, toen door toedoen van Pruisen een Fransch minister van buitenlandsche zaken feite lijk van zijn ambt ontheven werd. Wat had hij dan wel gedaan? HIJ had niets gedaan, wat de minister van een onafhankelijk rijk niet het meeste recht heeft om te doen. Hij overschreed de lijn, die men zich op Franschen bodem door de Pruisische dwin gelandij getrokken kon denken en dus moest hij de laan uit. Europa, dat dit een menschenleeftijd lang had verdragen, maakte zich eindelijk bewust, dat de iHndenburg-linle langs de wettelijke grenzen UIT HET ENGEL8CH VAN DAVID LTALL DOOR P. WE88ELmK VAN ROSSUM Uitgave W. DE HAAN, Utrecht Oecart d 0.95, prachtband 11.18 18. HOOFDSTUK XIL In den trein. Vrijdag van dezelfde week moest Patrlck Fleming naar StTrling reizen om de bevestiging van een ouden collegevriend bij te wonen. Die jtelevenhAiri nam Alison waar om Edith Brooke in GlWow te bezoeken. Zij deelde haar broer aan het ontbijt haar plan niet mede; om de waarheid te zeggen waren haar gedachten uitsluitend bezig met een brief van den heer Crewe. De warmte van zijn toon die zin nen, als van een minnaar aan zijn eerste gelief de, hadden haar eenigermate in de war gein-acht en nog lag de blos op haar wangen, ofschoon zii den brief slechts half gelezen in haar zak aestokan had. Zij had niet op minnebrieven gerekend noch aan de mogelijkheid gedacht, die te möeten beant woorden. Zij besefte niet eens, dat zij nog slechts aan liet begin stond van een nieuw tijdperk dat een volslagen omwenteling in haar leven zou bren gen. J Zij voelde 8e behoefte aan een vriendin en me vrouw Dunlop was naar Ierland geroepen om een getrouwde dochter te verplegen, die ernstig ziek was, voordat Alison tijd had gehad haar het nieuws toe te vertrouwen. Denkende aan wat zij had ge zegd op den dag, toen zij den heer Crewe had gezien, voelde Alison zich misschien wel eenigszins ver acht, toen haar de noodzakelijkheid werd bespaard het haar nu reeds te vertellen, Maar Edith zou an ders zijn. Misschien meende Alison, dat zij in de nu geheel gewijzigde verhouding minder critisch te genover haar zou staan en dat het baar zelfs ge- 'ukken zou sympathie voor haar te-voelen. Met toe- temend verlangen en ongeduld verbeidde zij het ougenbltk, waarop zij haar bezoek zou kunnen af- 'oggen. Zij kwam om twaalf uur te Glasgow aan en begaf zich dadelijk naar Charing Cross; zij ver wachtte echter niet Edith dadelijk te zullen zien, daar zij wist dat haar ochtenduren bezet waren met de vioollessen, die zij gaf zij ging alleen om een het dienstmeisje te zeggen, dat zij om drie uur 'erug zou keeren om den middag bij haar door te brongen. Den tusschentljd gebruikte zij om eenige noodzakelijke huishoudelijke boodschappen te doen en eenige werklieden te bezoeken te Govan, die ge durende de slapte in het werk van den vorigen win ter van Rochallan waren weggetrokken. Het w as ongeveer half drie, toen zij de woning van Edith weer bereikte; deze deed haar zelf open met een kalme bevalligheid en zij toonde duidelijk hoe verheugd zij was, dat Alison eigener, beweging zoo spoedig kwam, nadat zij uit Birtley was terugge- keercL „Ik ben blij, dat ge een boodschap hebt achter gelaten; andera zou ik vanmiddag uit zijn gegaan en het zou mij heel erg gespeten hebben, indien ik u niet had gezien", zei Edith; en na het gelaat van Juf frouw Fleming nog al scherp te hebben opgenomen, boog zij zich naar voren en kuste haar. liet werd heelEenvoudig gedaan, maar de blik was een vraag en de kus was het antwoord er op. Het maakte de lucht warm tpsschen haar en Alison voel de baar hart aanmerkelijk verlicht, toen zij haar volgde naar de zitkamer. Zij was vandaag niet cri tisch; zij vergat naar het stof op de schilderijen te kijken of naar het roest op den haardrand. Zij was van andere en gewichtiger dingen gevuld. De kleine kamer was gezellig en huiselijk dank zij het heldere vuur en Edith zelf zag er heel lief uit, ofschoon haar gelaat te veel kleur miste naar Alison's smaak eg haar gestalte te tenger leek. „Laat ik u helpen uw hoed en mantel af te doen. M ilt u niet mee naar de slaapkamer gaan en daar uw goed afleggen en een langen tijd blijven?" „Ik kan tot half zes blijven en dan „En dan; ik hoop niet, dat ge wilt zeggen, dat uw broer vandaag komt. Ik wil u geheel voor mij zelf hebben". Hierop glimlachte Alison en stond snel op. „O, neen, hij is te Stirling en ik heb hem niet eens verteld, dat ik ,naar u toeging uit vrees, dat hij zou volgen. Zoo zijn de mannen, wfj vertellen hun nooit allee, nooit, wanneer dam ook". Zij lachte even, met een vreemde - vrooHJkheid. Toen zij Edith naar de slaapkamer volgde, waar zij haar hoed eh mantel aflegde, maakte het zelfs geen bijzonderen indruk op haar, toen zij *ag, dat het bed nog precies ozo lag als Edith het een half uur geleden had- verlaten, toen zij na haar thuiskomst even was gaan liggen. Edith zelf zag het niet; zij vond het althans niet noodig er eenige verontschul digingen over te maken. Voor haar waren dit soort dingen van hoegenaamd geen belang. „Hebt u oen prettigen tijd in Birtley gehad met uw broer en zuster" vroeg Edith, terwijl zij er naar keek ,hoe Alison haar mooie haar voor den spie gel in orde bracht. „Ja, dat had ik. Ik ben hier gekomen ora u er over te vertellen, maar hoofdzakelijk om iets won derlijks mede te deelen, dat er het gevolg van is. Maar hoe maakt gij het, lieve Ik vind, dat ge er mille In Italië leidde de Staatsmonopo lis sering tot „een groot fiasoo".' zei mr. Van der Hoeven De groot-financier Van Nierop die voor zich o.a iot dc conclusie was gekomen, dat het verlies aan Nationaal Vermogen zoo ongeveer zal opwegen tegen ue Verworven Oorlogswinsten riep minister Treub ook toe: Stel u geetj gouden bergen voor van Staats monopoliën. Vooral niet in een klein land. waar reeds zooveel aan de gemeenten is toegewezen. Feitelijk komt t voor mr. Van Nierop neer op een accljnsreêht Hij gelooft, dat er uit de tabak veel meer is to halen dan totdusverre geschiedde. Niet door eene Stoatsregie. maar wel, zooels In Engeland door „stevige accijnsen in het algemeen adviseert de grijze en wijs-ervaren financier den minister, door „kleine belastingen het tekort te dekken. De premier hield eene zéér korte rede. De heer Cort v d Linden stelde voorop dat de positie van ons volk steeds benarder wordt Wij handnaven onze strikte neutraliteit en „bewijzen ook niet bedekteiljk, mager en moe uitziet en er zijn groote donkere kringen onder uw oogen. Het is noodig, dat ge verpleegd wordt en dat men voor u zorgt. Plotseling trilden de lippen van het meisje, en zij haastte zich naar de deur, uit vrees, dat zij het te kwaad zou krijgen. Het waa het onverwachte in het optreden van Alison, dat haar trof. Bij haar laatste bezoek was zij zoo koud als ijs geweest en even hard en onbuigzaam als een stok. Nu scheen zij warmte en vriendelijkheid en teeder menschelijk gevoel uit te stralen en dat even natuurlijk als de zon licht en warmte verspreidt Nu kon zij bijna al de lofuitingen gelooven ,dle zij ln de pastorie te Seadoon over Alison had gehoord. Zij gingen weer naar de zitkamer terug en maakten het zich gezel liv bij het vuur. „Het allereerst moet ik u temn, dat ik het zeer waardeer, dat ge er niet boos over waart, dat ik bij uw bezoek te Rochallan ben weggeloopen", zei Ali son openhartig. „Waarom zou ik boos zijn geweest?" Ik begreep het volkomen. U vondt'het niet zoo heel prettig, dat ik- al zoo gauw kwam en dat heb ik Patrick ook gezegd. Maar ik voelde mij heel gelukkig bij de lieve familie Dunlop. Zij zouden niet vriendelijker hebben kunnen zijn". „En zij hielden zooveel van u. Ik heb mevrouw Dunlop nog nooit zoo warm over iemand hooren spreken na zulk een korte kennismaking. Ge hebt hen gewoon Ingepakt", zei Alison. „En het grappige er van is, dat ik niet in het- minst Jaloersch ben, ofschoon ge u hebt Ingedrongen bij menschen, waar bij ik het allerhoogste stond aangeschreven." Edith glimlachte en stak haar handen uit naar den verwarmden gloed van het vuur. Alison zag wel de lijn van de lange, slanke, artistieke vingers, die zij zich met geen mogelijkheid kon voorstellen bezig met verstellen van het huishoudlinnen of ander alle- rlaagsch werk. Edith was Iemand, die deze dingen altiid zou overlaten aan iemand, die onder haar stond. Op dat oogenblik besloot Alison, dat Janet Aiken, het ging hoe het ging, in de pastorie te Ro challan moest blijven „En vertel mij eens, wat hebben ze te Birtley er van gezegd? O, ik moet u vertellen, dat lk een brief van iiw zuster heb gekregen, een lieven, zusterlijken brief. Ik vind, dat iedereen heel lief voor mij is, en dat ik een gelukkig meisje ben, daar zoovelen goed voor mij zijn. Ik wilde alleen, dat vader het weten kon. Hij maakte er zich zoo bezorgd over, wat er van mij zou worden na zijn dood". „Maar ik geloof, dat hij het weet, op de plaats waar hij nu ls, gij ook niet?" vroeg Alison zacht. Edith keek verschrikt door haar tranen heen. „Ik weet het niet; niet waar, niemand onzer weet, waar zij heengaan, als zij de wereld verlaten. Mijn vader geloofde in de reïncarnatie en dat de ziel onmiddellijk terugkeert ln een ander omhulsel. Zoo dat lk, als lk nu uitga, mij dikwijls afvraag, of hij Vergadering op Donderdag 12 April 1917, des mid dags 2 uur, Afwezig de heeren Smit en Jlmmink. Voorzitter de heer Geertsema, wethouder, secre taris de heer P. Bronder. Na opening volgt lezing der notulen, die onver anderd worden goedgekeurd. Van de onderwijzers is een dankbetuiging inge komen voor de vaatstelling van de laatste salaris- regeling .waardoor hun salaris aanmerkelijk wordt verhoogd. Gedeputeerde Staten zonden goedkeuring ln: le. op de wijziging van de verordening bepalende het maxi mum van den te heffen hoofdelijken omslag; 2e tot betaling uit den post onvoorziene uitgaven; 3e. op de verordening tot het voorkomen van brandgevaar en in het bijzonder van oudheidkundige gebouwen. Bij de laatstgehouden kasopname moest ln kas zijn en was f 1783.18. Van den Commissaris der Koningin in deze pro vincie is bericht ingekomen dat aan den burge meester met ingang van 19 Maart 1.1. vergunning ls verleend zich 4 weken bulten de gemeente te be geven. Van de afdeeling Kolhorn van de S.D.A.P. is een verzoek ingekomen om een gedeelte huur van de tuintjes, die door particulieren wegens de tijdsom standigheden worden verhuurd voor rekening van de gemeente te nemen en wel fS per snees. De huur bedraagt f8 per snees. B. en W. advlseeren af wijzend op het verzoek te beschikken. naar Glasgow is teruggekeerd. Ik hoop vurig van neen, want bij had er zoo'n hekel aan". Alison keek haar ontstemd aan. „Lieve, ik geloof niet, dat wij eenige reden hebben om dit te geloo ven. Er etaat niets over in den blJbeL Ook zou het denkbeeld mij persoonlijk niet aangenaam zijn. Een leven is genoeg voor iemand èn voor de meeaten te veeL" „Ja, het zou zeker verschrikkelijk zijn, alles nog eens te moeten meemaken, of het moest er in alle opzichten van verschillen. Maar dat ls juist de kern ln de leer der reïncarnatie, dat elk nieuw leven een verbetering van het oude heet te zijn. Vader en ik hadden er lange gesprekken over en als wij bijzon der onaangename menschen ontmoetten, dan placht hij met zijn breeden, geduldigen lach te zeggen: „We moeten hen beklagen, mijn kind; zij zijn hier voor den eersten keer". Alison wist een oogenblik niet, wat zij zou ant woorden. De wending die het gesprek had genomen, was haar niet aangenaam, haar scheen het heidenscb <:n oneerbiedig toe en zij kon zich levendig voorstel len, wat de gevolgen zouden zijn, wanneer in de orthodoxe gemeente te Rochallan dergelijke meenin gen werden ten beste gegeven. Maar Edith maakte er zelf spoedig een eind aan door een rechtstreeksche vraag over een ander on- der werp. „Ik hoop dat uw broer het u heel duidelijk heeft gemaakt,.dat de eenige voorwaarde, waarop ik hem wil trouwen deze is, dat gij niet heengaat ,Dat heeft hij onomwonden gezegd, maar „Ik wil van geen „maar" hooren. Ik weet alles, omdat mevrouw Dunlop het mij heeft verteld. En als mijn komst in de pastorie tegelijk uw heengaan beteekenon moest, zou het iets verschrikkelijks zijn. Gelooft gij niet, dat wij genoegelijk samen zouden kunnen leven, of vindt gij, dat ik al te strijdlustig ben?" „O neen, maar daarom gaat het eigenlijk niet Het zóu uw leven maar moeilijker maken, indien ik er was en er u zelfs van weerhouden, daar ben lk zeker van, uw eigen plaats ln de gemeente ln to nemen". „Maar wat bedoelt gij daar eigenlijk mede?" vroeg Edith, terwijl zij naar voren boog en haar stoel zacht heen en weer schommelde. „Indien mijn positie af hing van u of van wie anders ook dan van mijzelf zi&i ge. dan niet in, dat het de moeite waard zou zijn die te bekleeden. Wij moeten onze eigen plaats maken „Dat ls ln zekeren zin waar", gaf Alison toe. „Maar, ziet ge, ik ben zoowat Ieders hulp en raadsvrouw in de gemeente geworden, ik draag zorg voor aller hande dingen, de Bijbelklas&e en de Moedervereenl- King en de Dorcas". „O, maar met geen van die alle zou ik mij na tuurlijk bemoeien. Ik ben niet van plan Iets in de gemeente te doen., dat begrijpt Pat volkomen. Na tuurlijk, als iemand ziek was en ik kon iets vrien-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1917 | | pagina 5