t. Niet door menschenhan- den gebouwd. I TWEEDE BLAD. Brieven uit Engeland. FEUILLETON. Binnenlandsch Nieuws. Zalerdaq 9 Juni 1917. 60ste Jaargang No. 6016. - Baafn, 2 Juni 1917. Gv<y enkele jaren, in 1923, zal het driehonderd jaar .geleden zijn, dat de verzamelde werken van Shakqppcare voor de eerste maal werden uitgegeven. De schrijver was toen reeds eenige jaren <Iood, hij overleed in 1616, en had tijdens zijn leven slechts enkele zijnet werken in druk zien verschijnen, en einze enkele in klein, dwz in quarto formaat. De volledige uitgave van 1623 die door Shakespeare's vrienden Heminge en Cordell werd bezorgd, was 'in folio, ongeveer 33 c.M. lang en 20 breed. Bezit soms iemand van mijn lezers zoo'n Eerste r oïlo van hejt jaar 1623 Je kunt nooit weten. Ze ,mftni8ntóal ontdekt op plaatsen, waar niemand hot bestaan er van vermoed zou hebnen. En' nu zijn er nog een honderd of wat weg. Zeshonderd werden er gedrukt in 1623, en verkocht a i 12 per stu^. Ze zijn nu eenigszfns in prijs ge stegen. zoóals men aanstonds merken zal. Ik zou mei hef grootste pleizier vijf duizend gulden betalen voor een exemplaar, rtlet om het te houden, maar om er een wiqst op te maken van minstens zeven duizend Want hoewel net moeilijk is, van dergelijke werkenv dia nu eens voor wat meer, dan weer voor wat min. ,def worden verkocht, den prijs op te geven, kan twaalf duizend gulden veilig worden genoemd als do. gemiddelde pfijs van één" Eerste Folio Shakes- peare in den tegenWoordigen tijd. Ik zei zooeven, dat er nog eenige honderden exem plaren van de zeshonderd, die in 1623 gedruk,t werden, weg zijn. En er is weinig kans, dat er nog van te reent zullen komen, hoewel de mogelijkheid natuur lijk beslaat. Waar we ons over moeten verwonderen, is v 1, dat er zooveel exemplaren zijn verloren ge. ra aki.* maar 'dat er. na bijna drie eeu'wen, van een uitgave van slechts zeshonderd boeken nog honderd zes en vijftig in meer of minder goeden staat over zijn. Wie, die in 1623 een exemplaar kocht voor twaalf gulden, kpn vermoeden, dat het boek binnen drie eeuwen voor 'zijn nakomelingen een waarde vaan dui zend maal die som zou vertegenwoordigen? Hoe veel exemplaren zullen niét reeds in de eerste tien tallen jaren verloren zijn geraakt? Verscheidene zijn natuurlijk verbrand, van sommige zullen de groote, stevige bladen gebruikt zijn als pakpapier. Van de honderd zes en vijftig, die men weet, dat over zijn gebleven, en waarvan de eigenaars bekend.zijn, zijn slechts veertien in ongeschonden toestand. Geruimen tijd na 1623 bleef de Eerste Folio zijn oorspronkelijken prijs van twaalf gulden behouden. En dit was niet te verwonderen, want reeds in 1632 verscheen een nieuwe uitgave, m hetzelfde formaat, terwijl in 1663 en in 1635 een Derde en Vierde Folio uitkwamen. Niemand hechtte er in dien tijd aan juist de Eerste Folio te bezitten.' Een Tweede werd blijkbaar meer dan eens. gekocht, waar men evengoed een Eerste had kunnen machtig worden. Koning Karei I4 die reeds twintig jaar regeerde toen de Eerste Folio verscheen, heeft er nooit een bezeten, inaar kocht later de Tweede, evenals zijn neef Prins Rupert. De Tweede, Derde en Vierde Folio-uitgave ver schenen tegen eenzelfden prijs als de Eerste, en alle vier bleven dezen prijs behouden tot het einde der 17e .eeuw, toen. wonder boven wonder, de laatste druk, de Vierde Folio, plotseling in prijs begon te stijgen, omdat, gezegd werd. dat het grootst ge deelte der oplage bij den groot en brand van Londen ita 1666 verbrand was. Dit bleek later een praatje geweest te zijn. Do eerste boékverkooping, waarop een Eerste Folio voor hopgeren 'dan den oorspronkelijken prijs Werd verkocht, was in 1756. Zij bracht toen ruim drie pobd op, maar vier jaar later werd" een ander exem plaar verkocht voor iets meer dan de helft daarvan. Tóch ging na.dien tiid <le prijs langzaam, doch gestadig omhoog. Omstreeks 1770 was de standaardsprijs voor een Eerste Folio zestig gulden, en in 1787 werd er een verkocht voor 'tweemaal dien prijs. Maar drie jaar later werd ze, volgens een schrijver van dien tijd, „hej duurste boek in onze taaL" Toen in 1790, werd de bibliotheek verkocht van een zékere mijnheer Watsofi Reed. De Hertog van Rox burghe was bij de verkooping tegenwoordig, maar liet aan de andere zijde der zaal een kennis van hem bieden op de Eerste Folio, toen zij aan de beurt kwam geveild te worden Tot algemeeno verbazing van de aanwezigen klom de prijs tot twee nondani vijftig guldea De vriend van den hertog zond toen een briefje aan zijn lastgever, waarin hij cm aanraadde den strijd op te geven. Doch de hertog, die zijn zinnen nu eenmaal op het boek jezet had, zond het .terug met een aanhaling van Skesoeare zelf: Sla toe, Macduffl En vervloekt degeen, die 't eerst roept: „Ho, ge noeg." Voor vierhonderd dertig gulden kon de hertog van Roxburghe zich overwinnaar noemen, mi men zegt, dat hij naar huis liep, met het boek onder den arm. Hij was ef nog goedkoop aangekomen. Twee jaar later werd een anaer exemplaar door een tweede handsboekhandelaar verkocht voor acht honderd rijf tig guldea En toen in 1812 het exemplaar van deh hertog van Roxburghe opnieuw onder de hamer kwam, bracht het twaalf honaerd gulden op. Er was dus in twee en twintig jaar een winst van zeven honderd zeventig gulden op gemaakt In 1318, dus zes jaar later, ging de prijs omhoog tot f 1460, hoewel in de volgende jaren af en toe exemplaren voor. minder werden verkocht -Maar na 1850 begon een nieuwe verhooging In dat jaar werd een Eerste Folio verkocht voor f 1488, in 1851 een v,oor f 1700 en in 1854 een voor f 1956. Dit waS de eerste maal, dat Amerikaansche mededinging de markt dqed rijzen. Maar deze prijs vgnbijna twee duizend gulden Werd tien jaar later geheel in de schaduw gesteld door dien, welken Barones Burdett-Couts voor een exemplaar betaalde: acht duizend vijf honderd twee en negenstig gulden. Dit was een uitzondering, want daarna daalde de prijs weer, hoewel niét onder de vjjf a zesduizend gulden. In 1891 ging de, prijs opnieuw omhoog. Dit was op een verkooping in New.York, wgar een Eerste Folio tienduizend tachtig gulden opbracht. En daar. na ging d<j prijs nog wfeer Snel omhoog. Pierpont Morgan kocht in Jum 1899 een exemplaar van een Lcjuteuschen boekhandelaar voor Iwaalfduizen guldep/ En hij had ex een „koopje" aan. Eén maand later betaalde Mr. Mac George vgn Glasgow twintig dui zend vierhonderd gulden voor een exemplaar. Deze prijs is slechts eens overtroffen, den 16 Juli 1901, toen Mr. Bernard Quaritch f 20640 voor een Eerste Folio betaalde. Niemand kan natuurlijk precies zeggen, wat een ongeschonden exemplaar v/an een Eerste Folio thans waard is. Gemiddeld kan men zeggen twaalf a der tien duizend gulden, maar elke millionnair, die ge steld is op een exemplaar en er een tot eiken prijs wfl hebben, kan het record verbeteren en dertig, veer tig, Vijftig buizend gulden betalen. 't Is evenwel niet voor ieder weggelegd, ook zelfs maar een sommetje Van twaalf duizend gulden neer te' leggen voor één enkel 'boek. En toen kan mep gesteld zijii op een exemplaar, bijvoorbeeld uit een oogpunt van studie. Daarvoor is gezorgd. Het exem plaar waa'roVer ik straks schreef, dat. waarvoor de hertog vön Roxburghe in 1790 ruim vierhonderd gul den betaalde, "is bladzij Voor bladzij gephotographeerd, zelfs-de achterzijde v?an leege pagina's en toen naga drukt, zoodat deze facsimile van de Eerste Talie uitgavte van Shakespeare's werken in alle opzichten gelijk 'is aan hot origineel, en Voor heeft boven dit. dat ze eenige duizenden guldens rhindar kost. Toch zal (men begrijpen, dat een werk, waaraan zoovéél zotrg en moeite besteed "is, ook nog niet vpor een kofipje te krijgen is. Dit is zoo. De nadruk vhn <lfc Folio kost heel wat meer dan de echte Folio,' toen zij Verscheen, in 1623. Als ik mii niet vergis is d,e prijs een kleine twee honderd gulden. Maar je hebt waar Voor je geld. Een hoek van verscheidene kilogram men, en van afmetingen, die hef ongeschikt maken votor je boekenkast En dbn heeft het nog niet dit v'bor op de echte Folio, dat het voorzien is van een zedr belangrijke inleiding van den bekendMi Shakcs. peare geleerde, Sir Sidney Lee, die dok elk van de buizend genummerde exemplaren van zijn hand- teekening heeft Voorzien. Uit d,eze inleiding heb ik het Ls haast onnoodig dit te zeggen de boven staande bijzonderheden geput. UIT HET ENGELSCH VAN DAVID LTALL DOOS J. P. "WESSELINK VAN ROSSlü Uitgave W. DE HAAN, Utrecht G cc art .10.65, prachtband 1 Lis 31. 1 ZU bad een hekel aan huishouden; om de kwaliteit ol do regelmaat dor maaltijden bekommerde zii zich niet 't minst. Zij bezat al de indolentie vun een ir tistiek temperament, en zij beklaagde Patrick van liarte dat hij zoo lang een gehouden leven had moeten leV den. Iluar scherts was echter altijd zacht en nooit onvriendelijk, en zij was als een kind bij hei rLttic!<>n van eenvoudige dingeji en van de verrassing bii on! verwachte gebeurtenissen. Zij had er een hekel aan het verloop van haar dag te voren nauwkeurig om schreven te zien. Indien het gebeurde,' werd zif door den onweerstaanbaren wensch aangegrepen om het ce hecle plan omver te werpeii Ja. zii deed het ook dikwijls en toch Was liet nietrmogelijk boos op haar te zijn. Zij leefde in d< Wolken; aanbad do mooie zonsondergangen en lichtsehakeeringen op zee cn land en den geest, die in boeken huist, en de ziel in de' rpuziek. De dingen, waarmede andere vrouwen haar dagen vulden, bestonden voor haar niet en er werd reeds dikwijls onheilspellend mei het hoofd, geschud in het-kerspel. aLs er gesproken werd over de vrouw- van den predikant Zij stond echter bovt ukritiek of beter gezegd, .zij was or zich niet eens bewust van dat ze werd uitgeoefend. Zij had haar man lief en toonde hem dat >p zoo beminnelijke wijze, dat zij cr spoedig in slaagde de andere zijde van zijn karakter te ontwikkelen, de vriendelijke, menscbelijke. zijde. Hij voelde, nog eer hij een. maand met zijn vrouw had geleefd, dat Altóon geweldig de moeder over hem gespeeld had Zij had hem zoo voortdurend en zoo volkomen met zorgen omringd, dat hij een gevoel had, of hij tot aan zijn huwelijk in de luren had gelegen. Hij bemerkte, dat hij nu moest denken c-n (aandelen, niet alleen voor zichzelf, maar ook voor zijn vrouw. Hij had heel wat bezigheden, die wel beschouwd tot haar domein behoorden, en hoewel hij alles deed zonder morreiq verbaasde het hein telkens weer, dat er een zoo groot aantal dingen in de we reld te doen waren. GEZOUTEN VARKENSVLEESCH. Er zijn nu zoo vertelt „De Vee- en Vleeschliandel" naa rschatting 125.000 biggen ingezouten tusschen 60 en 70 J£g. slachtgewicht „Er is dus een reserve van een 7 a 71/» millioen Kg. varkensvleesch, welke binnen korteren of lange- ren tijd in distributie gebracht zal worden, wat me de zal afhangen, gelijk tevoren ook is gebleken, hoe lang de Regeering de Regeerings varkens tegen eep door haar aannemelijk geachten prijs kan koopen. „De zouters zijn verplicht het vleesch, tot uiter lijk 1 Sept. in goeden staat te bewaren, maar moeten het na 5 Juni te allen tijde tot afneming ter be schikking van de Regeering hebben. „Dat ze het tol Sept. moeten houden znl geen zouter 'wenschen. Integendeel, zal door velen hunner verlangd worden naar een vrij ^spoedige afneming. Men mag aannemen, dat de behandeling met meur zcfrg is geschied, dan in Januari, toen er zeker le veel cfc de medewerking van het koude weer is ge rekend, maar men in Maart bij de distributie van het gezouten vleesch tot de ontdekking kwam dat cr hier en daar nog al wat was bedorven, nl was het dan niet zooveel we hoorden het schatten op Het vervulde hem met zooveel ontzag en waardeeriug voor zijn zuster, dat hij güneigd was haar als het ware in oen röliquiekastje te zetten. Maar dc onder vinding deed Patrick Fleming goed en ofschoon er in Rochallan veel critiek werd uitgeoefend op zijn vrouw, erkende hien ronduit, en warm, dat hij in al do jaren, dat hij hun predikant was g'-weest, nooit met grooter welsprekendheid en stichting had gepreekt Er was een nieuwe toon in zijn preekén, een warme, mooie, monsehelijko toon, die uit oen hort moest ko. inca dat allo levenservaringen meevoelde, gemakke lijk andere harten oereikte en daar weerklank wist te wekken De liefde en zelfverloochening, die voor t eerst Patrick Fleming's hart- verwarmden, maakten, dat hif zichzelf in alle opzichten overtrof Dat hij zich van deze verandering niel bewast wera, was slechts een bewijs te meer voor haar waarde cn haar macht. Groot was op dit oogenblik de ver zoeking om terug te gaan naar /het salon, waar mj Edith had achtergelaten, gezellig neergedokon in den hoek van de sofa, met een nieuwen romaa en «aar 'dooreen te schudden om de domheden, die ze be, dreef tegenover Janet Aiken. Die stoere dienstbode was in de pastorie te Rochallan haar gewicht in goud waard en in geen geval mocht hij toelaten, dat, zij vertrok Zij hield de waardigheid van de huishouding in- dc pastorie op, zij was er het steunpunt van, be gaf. dat dan werd het een volstrekte chaos, lot ei ken prijs moest zij hie rblijven, al zou Alison er voor van Birtley hierheen geroepen moeten wordea U}1 ging naar zijn lessenaar en nam den grooteu bijbel, die zooveel aanteekeningen en onderstrepingen bevatte, welke de nauwgezette en liefhebbende studie van jaren vertegenwoordigden. Maar ofschoon hij de bladen manhaftig omsloeg; en zelfs af cn toe beproefde een tekst te kiezen, iherk. te hij, dat het hem onmogelijk was zijn gedachten er hij te bepalen. Elke predikant, die in eenzelfde omstandigheid heeft verkeerd: een Zaterdagavond voor een Zondag, waarop hij twee predikbeurten moet ver vullen, zal de verslagenheid ingrijpen, die Heming Voelde. Eindelijk sloot hij het boek met een klap dicht" schoof zijn stoel weg en liep de kamer uit Nu had Edith een groote, /en volgens Janet Alken een vreeselüke verandering gebracht in de pastorie door de eetkamer in ?en salon te veranderen, en zij had een kleine, leelijke, koude eetkamer gemaakt aan de achterzijde van het huis. „Wat komt het er op aan, waar wfj eten. riet is 'een afschuwelijke noodzakelijkheid, hul zij luch tig gezegd. Het eten maakt het leven maar moeilijk ATs wij allen het leven konden houden bij tablei ten met gecondenseerd voedsel, dan zou onze ziel be- 1 pet als de alarmeerende berichten eerst wel. deden vreezea „Toch weten we, dat nu door veie slagers tegen de te wachten distributie van gezouten varkensvleesch wordt opgezien en de verwachting, omtrent de qua. liteit (als het volop zomer zal zijn) niet hoog is gespannea „Rekent men op een verbruik van 800.000 tot 900.000 Kg. per week (wat ongeveer is overeenkomstig het gebruik in Maart) dan zal de distributie van gezou ten varkensvleesch een 8 a 9 tal weken duren (zdo niet langer, daar de vraag in den zomer kleiner zal zijn dan in den winter) en zullen er zoolang weke. lifks geen 14000 Regeeringsvarkens van de markt wor den genomea Zal deze stopzetting voor de mesterij niet noodlottig zqn? Ook om het minder gewilde van gezouten vleesch bij het publiek, vooral in den zomer, lijkt het ons gewenscht, dat, om „de pil gemakkelijker te do'en slikken," naast gezouten, ook versch Regeeringsvarkensvleesch beschikbaar worde ge steld." LICHTBESPARING. In verband, met de Ifchtbesparing heeft de minister van waterstaat aan de/ colleges van Ged. Staten ver- Zocht, hun gevoelen te doen kennen omtrent eventueele invoering van bepalingen, dat rijwielen eerst één uur na zonsondergang tot één uur vóór zonsopgang licht moeten voeren en bij heldere maan geen licht behoeven te voeren, en tevens omtrent toepassing van denzelfden maatregel voor melk-, hand.-, hondekarren en derge lijke. RUPSEN EN VOGELS. In den tuin van den heer Van den Eist te Wierden zaten en zitten millioenen rupsen van de spinselmot Een vijftiental boomen (vogelkers) werden geheel kaal gevreten en boomen, schuttingen en heesters werden met een djjg, taai spinsel Overdekt In één der hoo rnen zat een vinkenncst met vier johgen en ook dit nest werd met het taaie weefsel ingesponnen. De oude vogels bleken niet an staat hét spinsel te ver. scheuren, zoodat de jonge vogeltjes die een paar weken oud waren, den hongerdood stiervea DE VRUCHTDRAGENDE IEPEN. Bij duizenden, bij millioenen, in wolken ziét men ze dwarrelen de iepen-dubbeltjes, de platte gevleu gelde vruchtjes der olmen of iepen, onze stadsboom hij uitnemendheid, die onze grachten-, straten en plei nen thans Zoo heerlijk maakt. Een jaar of tien geu leden hadden wc ook Zoo'n voorjaar dat dc iepen rijkelijk vrucht hadden gezet, maar thans is hét in nog vcél sterker mate hel'geval. 't Is een aardig en belangwekkend schouwspel als men nu naar de iepen kijkt, vooral waar ze in aantal bij elkander staaa Onophoudelijk vliegen daar uit op den wind de; gevleugelde vruchtjes, en zoo sterk soms dat net lijkt of groote troepen gevleu gelde insecten op' den trek zijn. Die vergelijking is niet geheel onjuist, want inderdaad zijn ook die iepenvruchtjes pp den trek, 'op eigen vleugelen en op de vleugelen van den wind. Die wind maakt ze los uit de hoornen en draagt ze heinde en ver weg. Ze dwarrelen neer in gestage opvolging, en soms ziet men in "de algemeene richting er enkele plotseling snel omhoog stijgen, om later wéér te dalen. En ook op den grond hebben ze nog geen rust, want ook daar speelt de wind met tien, ddet ze draaien in snelwielende cirkels, of neemt zfe in slierten op, om zfe daarna uit elkaar te jagen en elders Weer te la ten vallen. Maar de stad, Wier straten voor de vliedende iepen- vruchtjes evenzoovele gangen, vallen en kanalen zijn. houdt ze tégen, vangt ze op en verzamelt ze in hoeken, goten en gaten, Waar ze in ontelbare aan tallen hun einde afwachten. Welk een vruchtbaarheid ontwikkelden dit voor jaar onZe iepén. Want elk vruchtje, beteekent een nieu wen boom. TenZij het vruchtje loos is, ,wat bij onze stads-iepen veelal voorkomt. Wij nebben van de straat een paar handen vol vruchtjes laten verzamelen, of zeg maar oprapen, want ze liggen hier en daar en overal dik voor het weg. grijpen, en eetas nagegaan hoeveel loozq vruchtjes ar zijn met een goed zaad er in. Zooals men weet en elk oogenblik thans zien kan, bestaat elk volledig iepenvruchtje uit een breed-ovaal, bladachtig-vliezig vleugeltje, waaraan de kelk yan het vroegere bloempje met de vijf kelk tanden meestal nog duidelijk zicht baar is, met in het midden eea hardere kern, liet zaadje. In looze vruchtjes voelt die kern slap en leeg aaa Daarin is het zaad niet tot ontwikkeling gekomen, vermoedelijk wijl bestuiving is uitgebleven en deze kunnen dus geen nieuwen boom te voorschijn brengen. Op 1086 looze vruchtjes telden we 153 vruchtjes met een vaste kern, met een zaadje dus. Als men nu nagaat hoevele warrelen en reeds gevallen zijn, dan wijst dit zeker op een nog reusachtig groot aantal volledige vruchtjes. De vraag is nu of die 153 vruchtjes ook alle fciemkrachtig zijn en werkelijk ztfllen opkomen, Dat zullen we door uitzaaien eens nagaan 1 v, L. H,blad. DE ZEPPELIN BOVEN GRONINGEN. (Officieel). Op 2 dezetr, tusschen 4 uur, 10 min en 5 uur,, heeft een Zeppelin zich boven een deel der provincie Groningen bewogen. Hij ls achtereen, volgens waargenomen te Winschoten, Groningen en Defzijll en is hij laatstgenoemde plaats beschoten. Dc Duitsche gezant heeft in opdracht zijner regeering haar levendig leedwezen over het gebeurde uitgedrukt en medegedeeld, dat de commandant van het luchtschip ten gevolge van laag hangenden nevel niet heeft ge weien dat hij boven Nederlandsch gebied was ge. komen. Zoodra hij bemerkte dat hij zich boven dit ge bied bevond, heeft' hij den koristen we/g genomen om het te verlaten. 375.000 K.G. VET? Woensdag lag aan de Parkkade te Rotterdam een groot aantal vaten vet, van de firma AnL Jurgens' Margarine-fabrieken die per boot moesten verzonden worden. Door de hitte van de zon, is het vet aan het smelten gegaan en liep uit de vaten over de straat in de riolen en zoo in de rivier. In een ommezientje tijd kwam een legertje zooge naamde vetvisschers met allerlei soort visentuig op, dagen, en verzamelde het kostbare goedje in bussen en emmers. De politie verjoeg ze, doch als muskie ten kwamen ze terug en trokken-van de eene plaats naar de andere. Des avonds, toen het zonnetje was ondergegaan, en het avondbriesje het vet stollen deed. kwamen de vetschrappers, en de rug van iedere 'kei word geschrapt en bewerkt, dat hel een lieve lust was en een lange, zwiepende Engelschman, die er voorbij kwam, en er niets van snapte hield het volgens het oude verhaal voor Hollandsche zindelijkheid, die tot waanzin in toepassing werd gebracht. En hij zal bij zich zelf gedacht hebben: dat ongeloofeiijke sprookje van die Hollandsche zindelijkheid is dan toch waar. Zelfs hebben de vetvisschers en vetschrappers h'zr en daar de straat opengebroken, het met vet door weekte zand vtrzameld om het thuis te distillceren. Met wagens trokken ze af met den buit Menigeen heeft zoodoende een meer dan flink daggeldje gemaakt Hoe groot de schade is, valt voorlooipig niet te benaderen, maar zij Joopt in de duizendea Maasb. DE KONINKLIJKE TREIN ONTSPOORD. De Koningin, die gisteren per IS taatsspoortrein te ruim 5 uur in de residentie zou terugkeeren van haar inspectietocht - naar 's-Hertogenbo»ch, is met dien trein niet aangekomea Eir was bericht ontvangen, dat de bedoelde trein, waarin zich H. M. bevond, te Houten bij Utrecht is ontspoord. De Koningin is te zes uur aangekomen, Noch II. M., noch eenig lid van haar gevolg, heeft letsel bekomen. Alleen eenige andere passagiers zijq licht gekwetst, Het ongeluk is voorgevallen tusschen Schalkwijk en Houten. De Jiofrijtuigen zijn daar achtergebleven en H. M. en haar gevolg maakten de verdere reis per ge wone gereserveerde eerste-klasse spoorwegcoupés. De gederailleerde trein was in volle vaart, toen het ongeval gebeurde. H. M. en haar gevolg stapten dadelijk uit. H. M. liet belangstellend inlichtingen inwinnen omtrent den'toe. stand van de licht gekwetste passagiers. De koninklijke salonrijtuigen werden licht be schadigd. De Prins, die op het Loo vertoeft, liet dadelijk na dat hij van het gebeurde onderricht was maatregelen treffen om nog gisteravond naar Den Haag terug te keeren. Hij werd tegen middernacht aldaar terug ver wacht f i .j li De Koningin-Moeder heeft dadelijk nadat het onge val met dén trein,, waarin de Koningin zich bevond, te harer kennis was gekomen, op het Huis ten Bosch, Waar de Koningin verblijf houdt, een bezoek aan Hare Majesteit gebracht De minister vijn waterstaat, dr. Lely., is gisteravond, kort nadat hij kennis had gekregen van het spoorweg, ongeval bij Houten, daarheen gegaan, vergezeld van het lid van den raad van toezicht, den heer Van der 'Vegt. Een reiziger, die in den ontspoorden trein zat, meldt: Aan den sneltrein van - Maastricht—Amsterdam was ,in Den Bosch achter het Haagsch gedeelte de konink lijke wagen gehaakt, waarin de Koningin 1iad plaats genomen. Tc 3.30 precies vertrok deze trein naar Utrecht Bij Schalkwijk zat ik te soezen na eenige lectuur, toen wij opèens hevig schrikten en ontstelden van de vreemdo manoeuvres, die de trein maakte. In een kort oogen blik was het' gebeurdde coupé's schoven in elkaar, do ruiten sprongen stdk en de trein stond stil. In onze coupé zaten vier heeren en een dame; we waren als het ware in elkander gestrengeld en konden ons slechts met veel moeite en Kalmte bevrijden. De middelste wa gens waren ontspoord, de voorste restauratie, en D-wa- gens niet: van den koninklijken wagen stonden de voorste vier wielen in het zand, de achterste vier op de rails. Een rail was totaal uiteengebroken en de weg dus geheel versperd. De oudere rail bleef ongoschon- dea De Koningin gaf dadelijk order de verbandkist naar buiten te brengen. Zij begaf zich zelf onder de mensehen, die over het algeipeen een Bewonderenswaardige kalmte aan den dag legden, en hielp do gewonden Verbinden. De machine reed ruim een hplf uur daarna met den voorsten bagagewagen en den restauratiewagen naar Utrecht door. Hierin bevond zich de Koningin met haar gevolg. In Utrecht werd H. M. opgewaent door de autoriteiten en militairen, met wie zij zich onder, hield. H. M. zag er bijzonder welvarend en kalm q[t. Na tien minuten, reed een extra-trein naar Den Haag, gnnen "te lieven." Janet had bij deze verklaring ontzet gestaan; zij1 Begreep er maar de helft van, doch keurde ze ga hce] af. Edith had haar piano van het bovenhuis in Glas gow medegebracht en haar eigen viool, cn een paar platen en ornamenten, die in de lijst van dé pasto rie te Rochallan, niet ai te best te Beleggen in een grooto Chrcsterficld rustbank, die zlj\ zelf bvertrok. ken had met een stuk sits, waarvan groote rozen liet patroon waren; ze vormde met ue piano de voornaamste mcubileering van het vertrek. Hel maakte een kalen Indruk en de inatten op den grond, geflan keerd door twee oude haardkleedjes, gaven aan de kamer naar Janet's mcening Iets neidensch, en toch ging er van het geheel Wel eenige bekoring uit. Het was de kamer van een dame, en tevens die van oen kunstenares, en Edith paste volkomen in' dezo door haar geschapen omgeving. Toen de deur plotseling werd geopend en Eaith in de schemering achter den stralenkrans van een kleine koperen lamp mei kap tuurde, waarbij zij had zitten lezen, keek ze hecji verbaasd, toen zij haar echtgenoot zag. Hij was er na veel moeite in geslaagd haar te overtuigen, dat hij zijn Zaterdagavond geheel voor ziclizelf moest hebben. Precken kon'Edith niet als iets ernstigs beschouwen. Zij waren, naar haar oordeel iets, dat geheel bui ion het leven stond. Zij woonde echter de ochtenck. (Hensten geregeld bij en haar lieve, heldere stem kon bij den lofzang duidelijk gehoord worden. Het ga rucht ging, dat zij aangeboden nad vioolsolo's te spelen, om den dienst te verlevendigen, wat -den dorps bewoners van Rochallan met eenige onrust vervulde. Maar zij was zoo lief tegen hen allen en zoo vol komen argeloos In elk opzicht en bovendien zag zij er ïoo schilderachtig en soms zoo teer uit in_ naar zwarte gewaad, dat zij er toch in slaagde bii hen allen 'een Snaar te doen trillen; zij stelden belang in haar, zooals menschen belang stellen in alles, wat zich buiten hun gewone levenssfeer ^beweegt eu wal zij waarschijnlijk niet verwachten ooit te zullen be- ,V..:n jij het Pat?" riep zijl, „Ga dadelijk heen. dadelijk, mijnheer, versta je mij? Ik kan niet heb ben, dat je zoo ie lijd verbeuzelt Het is schande lijk I" Patrick sloot de deur, liep naar de sofa en ging aan het eind er van zittea Hij was getroffen door den Indruk van buitengewone zwakte, die het uiter lijk van zijn vrouw opleverde. Zij had er nooit sterk uitgezien, zelfs niet toen hij haar voor het eerst had gezien, maar sedert zij in de pastorie was gekomen, schenen haar teere trekken nog aanmerkeiijk ver scherpt. Ongetwijfeld verhoogde het echter haar schoon heid en gaf tiet haar iets geestelijks. „Ben je heel moe, Edier' vroeg hij met het beu zorgde voorkomen Van een man, die zich angstig maukt over een schat, die hij zeer op prijs stelt. „In het geheel niet moe, alleen maar lui, altijd lui Wat is er? ,lk 'weel aan de uitdrukking van je oogen, dal Ik Iets ongedaan heb gelaten, wat ik hud moeten doen. ik kan niet gedenken, wat hét is. ik was juist bezig mezelf qp te beuren door Iets van Maeterlinck te lezen eu door mezelf er van te over tuigen, dat ik mij vrij aardig door de week heen tiatl geslagen." „Ik heb geen enkele aanmerking op je te maken." zfcl hij, terwijl hij zijn sterke, door de zon gebrande vingers op haar teere, blauwgeaderde hand legde. „Maar Janet heeft mij zoo van streek gebracht, dat ik niet aan mijn preek kan beginnen Zij heeft, wat je geloof ik noemt, den dienst opgezegd." „O, is dat alles? Bijna eiken dag uit zij derge lijke bedreigingen. Wij leven bij de muziek van den voortdurend rommelenden donder. Het kan mij in het geheel niet schelen. Zij meent het niet." „Maar ik geloof, dat zij het dezen keer wel meent Wij kunnen haar niet laten gaan, Edith. Het is on mogelijk I' Je 'moet probeeren haar tot andere ge. dachten te brengen.' - „Maar waarom kunnen wij haar met laten gaan, indien zij het jvil? Onwillig verleende diensten strek ken nooit iemand tot zegen, noch hem, die ze gceftj) noch hem, die ze ontvangt," antwoordde zij met zach te stem. „Wat hapert er aan Sallv? Zij ^s «oed ge noeg voor ons. Z±j is even gewillig, als zij het in Glasgow was." „En even ongeschikt," antwoordde Fleming. De zen keer is zij de oorzaak van de moeilijkhede/a Janet noeint haar een slonsig ding." Hij lachte hartelijk, toen hij dezetwee woorden uitsprak, getroffen door de komische zijde van het geval en door Üe herinnering aan 'het tragische ga- zicht vaq Janet. „En vandaag vergat zij zich zelfs zoover dat zij Sally sloeg. Daarna ging zij naar haar eigen kamer en heeft (Jaar uitgehuild. Dit allés werkt op de zenuwen van het brave schepsel Kun je geen middel bedenken öm balsem van Gilead op zulke wonden te brengen?" Edith fronste naar wenkbrauwea „Pat, Janet is vervelend. Zij vermoeit en drukt 'Jevenals te veel wind of vele dagen achtereen slecht weer Ik erken al haar goede eigenschapjien, o ja. ik zit* er in zak en ascn om maar rhet is_ alles behalve aangenaam met haar te leven. Indien zij een besluit genomen heeft, nu laat haar dan gaan;

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1917 | | pagina 5