Schager tusSyZ ^STJS±r SM' DE BOETE. SEcHJSSfeffcïS SsffSlr Zaferdaq 4 Augustus 1917. 60ste Jaargang No. 6048. TWEEDE BLAD. Brieven uit Engeland. Schetsen uit de Rechtzaal. Bparn, 2 8Juli 1917. rv, ^r,rlocsuiti»ven v00 Engeland bedragen thans ieeds v-,ianfflhk meer dan zes miliioen pond per dag. waarbij bdaJ£ÏÏlel niet moeten vergeten, dat Engeland het "li «In zijn bondgenooten uitgeleverd, ook tot de gold, aan fvn| y^jj doen jat nie( m het rLoiir.winliik hebben we nnu moI o.nT^ wed eenige wanneer we ze uitgavenGewoonlijk hebben we nog onze flubbeitjes terug te zien, wanuw. „c v/vir een poosje afstaan aan een goede vriend Of dte hoop niet heeft V Mei dat de vrede komt Eenmaal zal hij toch m o e- iomen. En na jaren, waarin met millioenen is «Lnoid om ammunitie en steeds meer ammunitie, ka ™nnen' en steeds meer kanonnen te maken, zullen de umden ontwaken, om te ontdekken, dat ze éllen zijn wuaard met Tten schuldenlast, te zwaar om in oen Afzienbaar aantal jaren afgelost te worden. .De kindèren en kleinkind® ui, en de kinderen van de kleinkinderen der thans strijdenden, zulien hooge beiasiingen moeien opbrengen, ten einde de in deze jaren gemaakte kos ten te bestrijden. En als dan tenminste de oorlogsuilgaven uiaar op hielden oo den dag, waarop de vrede gesloten wordt. Mharhêt verre van daar. Wij leerden indertijd op school dat de Nederlandsche regeeiing nog steeds een iaarliiksch pensioen betaalde aan de nakomelingen van Bluchcr uit danl< voor de dienstan, die deze ons bewezen had in den strijd tegen Napoleon. Mogelijk doen we het nog. Dit staat vast, dat voor tal van jaren de thans oorlogvoerende landen zullen moeten doorgaan met het uitkeeren van pensioenen en toelagen aan de verminkten en de nabestaanden der gesneuvelden Het ministerie van pensioenen in Engeland heeft al vast een schatting opgemaakt voor de jaarlijksche uit gaven in dit opzich: aan verminkte officieren, betrek king. v. van gesneuvelde officieren en verminkte verpleeg sters. Het komt dan tot bet volgende: Verminkte officieren f 10.800.000 Weduwen en kinderen f 7.8UO'OOo Andere betrekkingen f 480.000 t Verpleegsters f 120.000 f 19.200.000 Bijna 20 miliioen per jaar alleen voor de officieren en verpleegsters. Natuurlijk verzinkt deze som in he. niet; vergeleken, bij die, welke moet worden uitgekeerd aan de minderen De schatting voor dezen bedraagt vijftien maal zooveel, dus 300 milUoen guiden jaarlijks. Waarschijnlijk zuilen deze getallen in Engeland hoo- ger Zijn, dan in de andere landen Engeland heeft al tijd zijn soldaten beter betaald, dan zoowel zijn bond genooten als zijn tegenstanders. Men zal gelezen hebben, noe in het begin van den oorlog de dronkenschap toe nam onder de vrouwen van het volk, die zich plotse-v ling in het bezit zagen van een weekgeld, hooger dan ze ooit gekend hadden. Engeland dacht den oorlog te winnen met geld. Voor de twee soldaten, die wij eenigen tijd ingekwar tierd kregen, ontvingen we f 4.20 per dag. Dat legi men in Holland een beetje goedkoop er aan. Een werk man, die naar Malta was gezonden oin te helpen aan het herstel van de Queen Elizabeth, de „Lizae", kreeg een weekloon van f 60. Het rantsoen vleesch, dat voor lederen soldaat per dag werd Aangeschaft, was zoo groot, dat honderden ponden geregeld moes ten weggegooid worden. In ai deze dingen is later verandering gebracht dank zij de klachten in de pers. Een luitenant-kolonel, die door den dienst totaai ongeschikt is gemaakt, ontvangt thans een pensioen van f 3000, een gffliereal-mejoor In dezelfde omstan digheden f 4200. Dit pensioen wordt verstrekt, niet alleen wanneer de officier ongeschikt wordt voor an dere bezigheden door den dienst zelf, maar ook wan neer zjjn ongeschiktheid feitelijk reeds bestond, doch door den dienst is verergerd Zelfs is gedacht aan die officieren, waarbij de ongeschiktheid zich eerst zal ojjenbaren na den oorlog, maar waarvan de oorzaak dan toch in den oorlog gezocht moet worden. Maar ook daarmee loopt het niet af. Men moet niet vergetenj, dat alle rangen en standen van de maat schappij thans in het leger vertegenwoordigd zijn. Broe derlijk strijden en Jeven Daast elkander mannen, wier weeïn over geld in vredestijd hemelsbreed verschillen. De een denkt aan f 3000, een aardig klein huisjfe buiten, en rijkdom De ander aan een huis in Park Laven auto's en bedienden, en wat beteekenen f 3000 voor hem tan varhaal uit het hedenda£o*eh Nrw-Tork door GOUVERNEUR MORRIS. Uitgave W. DE HAAN, Utrecht Wh weten allen, dat in Engeland salarissen n worden waar wij nooit van «hwrd htbbT toerol Ahorn*d ^onOTL sioer, kan V eTtel! "***1 f1811 P60" tot een maximum vanverleeod *®nJen nnn A* K«.ih guldén per jaar met tot een yL J ^diensten voor den oorlog pef jaar. Vaneprend tuschen f 3600 en f 71$ ^den van pnsioen in- ^arschiC 2,*' !ïï£W!!0Ort en hoo«" dlt sia.it de betrokkenen vw dï SSn? ^ff^daard nen wnH«n Zu*! °°flo£ Behalve de pensioc- E>o waHuxt-ö, noig bedraden in eens gegeven. SuS nWV^L,?n Wldmaarichl (daamr8^ er culden rJ^L^» °ntvaPft 000 pensioen van 9600 Ivf en 6011 uitkeering m eens van 42000 genoeceTl^T'xv? vWfr» P®" >™r nltkoe- \wn dan hmirn' i Wöduwe opnieuw trou- indien ril d waar haar penstoen op, maar. opnieuw, weduwe wordt, kan het terugge geven worden, mdxen haar financieele omsta ndighe M-TLiSf*1 a<ÜÉ IÜn> dat wenschelijk is. Met enkele cijfers als de bovenstaande voor oogen, kinnen we ons voorstellen, hoe men komt aan een neon g van 320 miliioen gulden per jaar, alleen aan pensioenen. Als men rekent, dat de gelieele bevol king van Groot-BrittanniS en Ierland niet meer dan miliioen bedraagt, drukt dus op ieder der bevolking ook op het kleinste kind, een last van f 7y» 's jaars. Eli aangezien er millioenen zijn, die niets, 'en andere millioenen, die heel weinig betalen, behoeven de ovcr- bli.jvenden zich geen illusies te maken over hun be lastingbiljetten na den oorlog. Een van de duizenden moeilijkheden die de regee- nngrn der oorlogvoerende landen wachten, na het slui ten van den vrede En waarschijnlijk nog maar een heel geringe. Belastingen kunnen altijd nog wel ge vonden worden. Als de eene minister er niet in slaagt, komt er wed een andere, die gelukkiger is. Of unen gaat bij andere landen in de teer. Belasting op -haard steden, op dubbele en drieduDfele voornamen, op fiet sen zijn nog onbekenden in Engeland En die op de haardsteden zou aardig wat kunnen opbrengen, als men nagaat, dat er gewoonlijk evenveel haardste len in een "huis zijn als kamers, de hokjes van en kele vierkante meter oppervlakte niet uitgesloten. Hoe wel misschien het meeste voordeel in dezen getrok ken zou worden door de heeren metselaars, die handen te kort zouden komen om de overtollige haardsteden stevig dicht le metselen. Maar dan is er nog een zegelwet, niet waar? HET OFFER Toen Aaltje gestorven was en het groote ongeluk; gebeurde, dat zij haar depot-zaakje kwijt raakte, wist de weduwe Diephuis geen raad. Zus .Aal had haar nog wel eens geholpen, heel stiekum. achter Ma- nus. d'r man, om. Als die er de lucht van had ge kregen, zou het mensch van haar leven niet zeker zijn geweest. Manus had Aai in de vijf jaar, dat ze inet nem getrouwd was een hel op aarde berokkend, s Avonds zat zij in doodsangst te wachten op z'n thuiskomst. Meestal bracht Manus dan een paar ke rels van z'n kennis mee. Eïi een flesch jenever. Dan zaten zij te kaarten, tot drie, vier uur: soms nog later. Ze kregen ruzie, schreeuwden, dat de buren Sngen bonzen tegen den muur 't Was ook wel ge- •urd, dat de politie op het kabaal aan kwam zet ten; aan de straatdeur klopte. Manus stak dan "rn kop uit een raam en schola den agent uit, dat-ie al tweemaal een proces-verbaal had afgeloopen en één keer een dag of wat had moeten ..brommen". Aal lag dan in haar bedstee, durfde niet gaan slapen, ook uit angst dat er brand zou worden ge maakt En als-ie eindelijk naar bed ging, dan moest ze hem helpqn. Kreeg ze een snauw of een stomp of een trap bij t minst dat hem niet aanstond. Toen was ze ziek geworden en zus Marie, de we duwe Diephuis, kwam haar oppassen. Manus was schuw bang voor den busdokter, die wist wat voor kerel hij was. 't Gebeurde dat dokter juist kwam be zoeken, toen Manus aan 't eten was. TEn dokter, die den ieneversti nk in zijn neus kreeg, had hem gezegd, hoe t een schande was, hoe hij zijn geld aan den drank Verkwistte Inplaats van alles te besteden voor de zieke Manus was vuurrood geworden van woede, maar tegen doktasr durfde bij niet opveteren. Maar toen de arts weg was, had-ie bet receptje in tien stukken gescheurd _„He£ gelaat dat naar haar opkeek was niet lan ger het onbeschaamde, overmoadige gezicht van trtfJweven' maar een waarvan kleur, contour en h'en °P den achtergrond traden en van weinig oeiang schenen, door Eet even te voorschijn komen van dg Iiej. indien er iets slechts was in zijn blik, waren er ook verwondering en ontzag in te zien. f-qn uiterlijk getuigde van marteling*, hij zag er uit u „?en man die uit ongekende hoogten gevallen Ju,lt een Elysium dat hij met alle kracht betreurt oib*t«rW^n,cht' doch waarheen de terugweg on- snprM-i'1 door ontaarding en zondenval is ver- van 1 d-5' 8chier overstelpt door de wetenschap eeuwü?0 °?eer terug te kunnen keeren, toch zijn het vLve es draagt met een stalen moed die aan Het ™eve£e grenst. et was Barb; Satan Ferris te moede alsof zij op vo°r het prZa^ °P ^et oogenblik dat hij er zich den hemdf1 r?henschap van gaf dat zijn val van hij, teven-'0 a^le eeuwigheid zou duren, en ontzettenden Z1^n heter weten in, al zijn gaven en ten gebruiken"10^ ten gunste van de nel zou moe- In dit eerste n aij zich alleen heli;nbl'k van hun ontmoeting was de in zijn rreiaa7^sï van het geweldig ontroeren- verder op aan LUudrukking. Er was niets dat er groot genoeg zou Kra ^ls haar beeldende kunst ten en in klei of m en om d'e expressie te vat- zy werkelijk de knrtner weer te geven, dan zou gelijken tred hield i"stenares zijn wier grootheid De vlam van haar haar eerzucht. °P het altaar van ht, anst brandde wit en helder menschelijk wezen Vu* dï?P«te zijn. Het was geen maar een inspiratie voor en onder zich zag, vluchtigs is, En, aangezien inspiratie iets vertoont, ontdaan IJl e e«rischen aard, dat zich ^er .gedurende de moeilijkheden, die la- en zich vermen7m.!tïjYuenng te voorschijn zomen met zalige verniet" '^en' *i°Pte haar hart reeds Zll tot stand had.u^ ,°vcr iets onsterfelijks dat vveest zijn ()n j,^ebracht. Het zou onmogelijk ge- °ader den li iter w°?genblik in haar woordenboek Puder A hei et bezwaarmakende „Maar* of geïnspireerd H^nkelende «Als" te vinden. Zij was Toen ontdek was voldoende. Was, dat h. t 21d'e 'n den zevenden hemel eens been»., /"ervoor aansprakelijke mensch niet 'chaani ,.n eP z'j voelde door haar geheele gaan. koude rilling van ontzetting en afschuw uitvoering te voorschijn komen Dit ging niet verloren voor Blizzard. Het was een gewoon menschelijke gewaarwording, waarvan de terugslag reeds dikwijls een nieuwe wonde aan zijn ziel nad toegebracht en wraak en haat bij bem had aangewakkerd. Doch bij deze gelegenheid wekte de wetenschap dat hij lichamelijk verafschuwd werd een gevoel van wanhoop bij nem op, zooals de drenkeling moet ondervinden op het oogenblik dat de stroohalm, waaraan hij zich vastklampt, niet an ders dan een stroohalm blijkt te zijn, en bij kromp ineen alsof hij een geweldigen slag tusschen de oogen had grkregen. Bij de ontdekking dat het schepsel verminkt was, was Barbara's eerste ingeving om snel voorbij te loopen. Maar een tweede blik op het gezicht dat haar staande had gehouden, weerhield haar. Zij nam eenige geldstukken uit haar beurs en liet ze vallen in het tinnen bakje dat de bedelaar naar haar ophield. En hij keek opwaarts in haar gelaat „Heb ie ooit voor iemand geposeerd vroeg zij. 'jkWzouUwelUeen buste van je \villen miken, ik zal er voor zorgen dat je er meer geld mee verdient dan... dan op deze manier. Voor het eerst glimlachte Blizzard: „Wilt u heb ben dat ik nu kom?" vroeg hij. R,irnPv Maar'de mln^zonder beenen Twee hootr?" vroeg hij, „of drie. In kan best Klim mem Maakt U ziclldaar maar niet ongerust over. Wil ie zoo cr&uw mogelijk komen "Over een half uur moet ik hier een man ont- moeten. Daarna kom ik." T - KPrris bilTef Siï ™*Si« der beenen van zijn hooid tot stompen Hy ver- bleekte en voor een ondeelbaar oogenbhkgloeide D eeKie en vuu m a}n blik. Maar BaTbara niets; toen haai* afkeer een- gekeurd en ongeregeld d<>or haar a r. a>7<An M>n w o.reldsche beuzelaar niet in een aag aruk-rd wordt lil eeni hardzwocgenden aspirant naar ri j zoo lang zij een dilettantbie^ die I, 7,),)'n beetie met kunst in tiaar raders huis be- Ïhfi hem toegejuicht, en nam de En niemand waagde "t om er iets van te verklappen. Zus Marie bed gezegd, tegen doktefr dat zij bij ongelufc had weggegooid en Kreeg een ongemakkelijken uitbrander. Ze noorde lijdzaam het standje aan en haalde de medicijnen. Aal werd erger. De buik vliesontsteking nam een wen ding, die den toestand hopeloos maakte. Een paar dagen later was zij di-od. Manus ging haar begraven Met een paar vriendei. Ze waren zoo „onder den invloed,dat de heele buurt er schande van sprak. Zus Mane bleef in 't huis. Met haar hainkreupel dochtertje. Dat den hoeden dag m«nr voor zich uit zat te staren, knikkebollend en met een grijns op het bieeke, bolle gezicht Het groote ongeluk >vas nu gebeurd: de weduwe Diephuis was uit het de- potje gezet. Zij stond op straat met een paar voddige stukjes meubel en met het ongelukkige semi-idiooije. Toen gebeurde 't, dat Vlanus, In meer dan ken nel ijken staat 's nachts thuis komend, z'n enkel verstuikt had. ilij was machteloos en niemand van de buren wou hem heipen. Toen verzorgde zus Marie z n voet. Zwach telde ile pijnlijke plek. Was heel gehoorzaam, heel on- derdaing en gedwee. Als-ie drank wilde hebben, dan vloog zij naar een kroeg. Schoot van de enkele gul dens, die ze nog uit de misère gered had voor. Zette alles voor nem neer. Ging een kennis, dien hij bij zich wou hebben, ergens opwachten. Ln zat als er niemand op te scharrelen was met hem kaart of dominee te spelen Marie had geen sterve ling om haar te steunen. Getroostte zich het mee drinken van jenever. Alles maar om zwager Manus in zijn humeur te houden En op een keer, toen zij zijn voet weer verzorgd had en nieuwen voorraad drank gehaald, zei ze: „Zeg, Manus zal ik voorloopig nu maar,bij je blijven om voor alles hier te zorgen?.... Ze hebben mij naai en verstelwerk "beloofd. Als je dan weer beter bent, breng ik kostgeld in Vin-je 't goed?" Hjj zat te suffen met lodderige oogen Nauwelijks de smerige sj>eelkaarten die hij tusschen z'n vingers hield, kunnend onderscneidend. Marie liet hem ai Lijd winnen Vleide den dronkaard-. Verzekerde, dat ze nog nooit iemand gezien had, die zoo echt fijn spelen kon „Mijn Karei", zei Marie, „was hekend als een eerste kaartspeler. Dat kun-je overal navragen. Maar jij wint 't van hem hoor....." Dan keek Manus haar onderzoekend aan, wantrou wend, en vooral als de jenever begon te „werken", werd hij 't in dubbele mate. Maar Marie altijd sidderend dat-ie haar op straal zou zetten, voordat ze iets gevonden had om voor zich en het idiootje te zorgen wist hem aan te kijken op een manier, die hem overtuigde. Voor mijn part zei Manus. als je maar weet, dat 'k van doodvreters niks hebben mot. Dus... zoodra ik..." „Natuurlijk. Ik zou zelf niet anders willen. En.... En. Manus..." „Wat nou weer?" „Dan mag Pietje toch ook bij me blijven?" „Ben je nou heelemaaL..." En z'n vuist werd ge bald. En z'n oogen schoten vuur. Maar schoonzuster beduidde, dat ze dan maar dadelijk zou weggaan Naar het Armhuis, of bedelen desnooas.... Ongelukkig half idioot Pietje kon niet zander moeder, hè? En hij nu driekwart machteloos - berustte. Maar tusschen oome Manus en het stompzinnige kind was een felle, almeer ontkiemende haat Pietje was cr eens bij geweest, dat Manus tante-zaliger een ve- nijnigen stomp tegen de bortft had gegeven En im de fletsche, ziellooze. uitgebluschte oogen van hel der tienjarige meisje was toen gekomen een flikkering van woede, waar moeder die er ook was van schrok. Het kind had haar tanden laten zien, schoppend met de kromme voeten Zij had een paar rouwe kre ten .uitgestooten En Marie had haar snel uit de ka mer meegenomen, doodsbang, dat Manus er iets van merken zon Als moeder met zich bedrinkenden oom zat kaart te spelen, dan kon Pietje bem van uit' haar "hoekje zitten begluren, nu en dan (net als op 't oogen blik toen n u-gestorven tante Aaltje zoon gmepigeti stomp kreeg) de tanden toonend. En de vuisten bal lend, als een beest, dat zich gereed maakt zich op een vfjand te storten. Eén keer had Manus er iets van gemerkt Wat scheelt dat kreng van jou toch?" zei hij. Zfj werd doodsbleek en 't hart bonsde haar in het lichaam. „Och. Jet er niet op", zei ze, met heesche stem „zij is heeieinaal van de wijs immers. Over een .poosje kan ik haar in een gesticht krijgen. De stum pert..." Pietje luisterde Begreep niet de beteekenis der woor den, die moeder sprak. Maar toch was 't, of er intu ïtief iets in se mi-idiootje opleefde, dat haar vaag en .onduidelijk iets deed snappen van wat moe der' tegen oom daar bad gezegd, lui Manus vertrouw de t zaakje maar hall Hij was opgestaan z'n been was weer nagenoeg beter en naa rhet meisje gewaggeld. Marie volgde wereld in het algemeen aan, dat zij een zeer begaafd jong meisje was, maar toen tiaar artistieke neigingen, zoo nifet baar techniek, mettertijd tot buitengewone ont wikkeling kwamen, en zij aandrong op de meer gron dige onderlcKging van een academie, ondervond zij een togenwenoïlg die volgens haar even kleingeestig als krachtig was. Doch haar eigen wil bleek in dit ril de sterkste. En na de klassen waar de leerling 1 rijgt in het teekenen van cuben en pyramiden vlug doorloopen te hebben, begon zij naar klassieke koppen te boetseeren, om eindelijk op een dag die haar bijna heilig was, bevorderd te worden tot de En hier vond dr. Ferris, die, ondanks zich zelf, belang stelde in haar snelle vorderingen, haar op een morgen met een aantal andere dames en hee ren ernstig bezig van uit verschillende gezichts punten aan het maken van groenige kleloceldjes naar een mooien jongen Italiaanscnen werkman, die hoegenaamd geen kleeren aan 't lijf had. De kieskeurige chirurg voor wien naakte lichamen en zelfs naakte harten niets nieuws konden zijn, was zoo gechoqueerd dat hij geen raad wist. Zijn ge zond verstand en goeae manieren beletten hem alleen een scène te maken. Hij blies een stille af tocht en stelde het uur van afrekening tot later uit. In zijn oogen was zijn dochter bezoedeld en toen zij hem uitlegde dat voor haar een naakte man slechts een samenstelling was van vlakken, hoeken en gebogen lijnen, die in licht en schaduw werden gezien, kon hij zich niet begrijpen. En daarop kibbelden zij zoo verwoed als het voor welopgevoede menschen maar mogelijk is. Hij beval. Zij zeide dat hij geen recht had te beve len. Hij bedreigde. Zij hield vol dat hij geen recht had eerst een leven te scheppen en het daarna te bederven. Hij betoogde de plicnt van kinderen jegens ouders, en zij de plicht van ouders jegens kinderen. Ten laatste, geheel buiten zich zelve omdat haar geest en ambitie zoo laag werden geschat, viel Barbare uit: „Heb jij dan nooit een verkeerd oordeel gehad. Zij was hoogst verbaasd haar vader bij deze woorden om zoo te zeggen in een te zien krimpen en plotseling in hem de eerste sporen van ouderdom en van een geweldig moeilijk leven te ontdekken. Van af dat dkk ment verslapte de hevigheid van zijn tegenstand. Zij wist dat haar wil had gezegevierd, .en die wetenschap ontroerde haar zoo zeer dat zij in tmnen uitbarstte. Kind" zei haar vader, „eens neb ik een ontzettende vergissing' gemaakt Geen dag gaat er voorbij die geheel vrij is van wroe^ng en, spijt Ik heb jou geld en een positie gegeven Dat schijnt niet voldoende te zijn Vindtje nu, dat ie door het uitlokken van deze m> lp ntems een voordeeliger standpunt inneemt, om mijn toestemming af te dwingen, ga dan gerust je gang. Indien ik nu een tweede grove fout nuak, dm drang jij ten minste een deel van.de verantwooidoLijkheidi Het is vreemd, of misschien wel natuurlijk, dat het Barbare op dat oogenblik meer kon schelen te we- bem met van angst ijskoude banden, trillende op d'r beenen. Toen ging de dronkaard vlak bjj hot Idiootje staan. Haar de rook uit z'n pijp vlak in het gezicht bla zend Het meisje hoestte krampachtig, maar oom grin nikte erom. Hij zag nu duidelijk, hoe ze hem haar gele, puntig» tanden zien liet, en ook, hoe t flikkerde van doodelijken heat in haar oogen. Marie stond vlak. naast nem, gereed om het kind te beschermen ais t moest „Wat een kreng I" mompelde hij. Maar z'n enkel begon té steken En hij moest gaan zitten. Toen stop te Marie nadat zij hem giholpen had Pietje gauw in bed Vulde Manus rn glas. Verzon een ol ander schandaal-historietje uit de buurt Luisterde naar zijn verhalen met onuitputtelijk geduid glimlachend, hem vleiend, hem altijd gelijk gevend. De goorste moppen, die hij vertelde, leuk vindend Gedoogend dat liij haar uitschold voor uil, stomkop, nog idioter dan d'r kind, omdat ze niet beter gejiast had op het zaakje, dat Marie was ontnomen. Aanhooren in nederige lijdzaamheid dat Manus haar voorrekende, hoeveel ze hem nu al gekost had 't Op zijn order opschrij vend Beioovend dat zij alles zou „aanzuiveren" Nooit met een woord reppend over haar dag en nacht voor hem ploeteren. Alles duldend, dragend, terwüle van het stompzinnige kind, dat ze anders voor de armen moest laten grootbrengen. En als hij over-zadigd van sterkedrank be. gon te snurken te ronken, dan nam zij voorzichtig ae steenen tabakspijp uit z'n mond Schoof de glazen en de flesch op zij. Zorgde dat hij niet bij licht of vuur kon komen. Legde een kussen tegen z'n rug en z'n beenen op een stoeL Dan zat Marie te wachten in de halfdonkere kamer. Zij durfde niet naar het vertrekje gaan, waar zij en Pietje sliepen. De nacht begon te vallen en 't werd ijskoud Hij ronkte al heviger. En boven hoorde zij 't snurken van aamborstig idiootje. In haar Slapen klopte 't en haar oogleden waren loodzwaar. Zoo in de. stilte van de kou zat de weduwe Diephuis, gedreven, be- heerscht doo rden angst voor straat-armoe en bedee. lingsscliande uren achtereen te wachten totdat ze Manus haar z'n bed zou kunnen helpen. Ln de stilte liepen er wed tranen over de wangen van het al be jaarde vrouwtje Maar ze zorgde ervoor, dat ze niet snikte. Want dat zou Manus kunnen wekken... Als de roes wat minder werd. En dén was 't zaak ervoor te zorgen, dat er niets was, hem nijdig makend..... Op een middagtijd, dat Manus, dia weer aan het werk was gegaan, naast nooit thuis kwam zat Ma rie aan de tafel met een oud doosje voor zich. Er lagen Vat portretten voor. En een paar armzalige „preciosa", ongeveer waardelooze souvenirs van baar moeder en van Karei, haar gestorven man. 't Was van daag vier jaar gebeden, dat Karei gestorven was. ,En Mane zat oen paar oude portretten te bekijken. Een ervan stelde haar en Karei voor op hun trouwdag, hij met gepommadeerd haar, een gehuurd „statie- pak", witte das zij met haar besten japon aan, de gouden ketting van moeder-zaliger, die al lang via oome Jan verdwenen was om den hals. Ze hadden 't laten maken toen zij van het stadhuis en de kerk kwamen, vóór de bruiloftspartij. Zij, Ma rie. was erop voorgesteld, hem een arm gevend. In de linkerhand hield zij kerkboek en zakdoek. Dan was er een portretje van Pietje tóen die een half jaar was. En moeder keek naar het abnormaal groot achterhoofd, waarvan dokter toen al gezegd had, dat-ie 't leelijk vond.... Er waren nog meer oude portretten in de doos. En Marie tuurde er met weemoe op. Plotseliug hoorde zij stappen. Manus kwam de kamer in. Vórdat ze tijd had, de doos te sluiten en weg te bergen. By 't snel willen dichtmaken raakte -een zilveren kettinkje, waaraan dood-oude, versleten, verguld me. daillon tusschen rand en deksel. Manus zag 't glinsteren. Hij was tikje aangeschoten pas. De ergste, gevaarlijkste stemming, waarin men hem kon treffen... „Nou zie ik 'tl" riep de kerel uit, met woede-vuur in de oogen „nou zie ik^ t.. Dat vreet hier mijn boel op en houdt stiekum goüd en zilver achterheks'" Zij, Marie' was vaalbleek geworden. De doos ont glipte haar bijna. Maar ze hield 'm nog vast. „Hier dat ding!" schreeuwde Manus, die een uit brandt# van den baas en boete had opgeloopen, dien ochtend „hier dat dingf... Denk Jij, armoedzaaister. dat ik me langer beduvelen laat?...,. Hier zeg ik jet Ze trachtte ae doos met de laatste oude berinne ringen te verdedigen. /I'oe Mnnusl" riep ze, snikkend en smeek end „i£ bezweer ie, 't zijn enkel en alleen maar...." Hier zeg ik iel" schreeuwde de kereL Ën hij greep haar arm tusschen zijn ijzeren vingers. Klemde, greep, kneep „Ai", riep de gefolterde vrouw. En op dat oogenblik vloog het nalf-jdiooije op oome Manus aan. Het sloeg de puntige nagels in bet vel van z'n pols.. En zij zette baar scherpe, gele tanden in rijn nand. „O jieve Jezui^. helpl" gilde de moeder. ten welke vergissing haar vader gemaakt had, dan dal zij er otn gaf, dat hü nu noodgedwongen in haar wcnschen berustte, al wilde hfj er zijn goedkeuring niet aan geven. Had zfj hem op dat moment er naar gevraagd, toen hij nog onder den hevigen indruk ver keerde dan zou hij het haar verteld hebben, maar zfj hield de vraag terug, en bet oogenblik ging voorbij. En riji hervatten bun leven van wederkeerige bclocld- heid en goede marnieren. Dr. Ferris ging er mee door beroemde menschen tegen een buitengewoon honora rium te openteren, terwijl Barbare voortging met het reproduceeren van eenvoudiger typen tegen geen groo- bcr belooning dan de aanmoedigende stem van naar Italiaanscben leeraar, die in verschillende intonaties uitriep „Bien, Miss Barbare, trés blen." HOOFDSTUK VIIL Het was een ontmoedigde doch vastberaden Barba re, die uit haar vaders huis trad op dien zoanJgen Meimorgen, om het rustige hoogere gedeelte van FÖth Avenue af te loopen. Zij besefte nu en dan dat het mogelijk was dat zij in haar kunst niet zou slagen en naar leven zou verknoeien. Dit was een gedachte dit haar buitengewoon kwelde. Het zou een te groote vernedering voor haar rijln om terug te moeten krab belen naar de plaats, die rij vol vertrouwen verwis seld had voor een betere; om aangetoond te worden als een talentvolle dilettante, die als professional niet geslaagd was, en opnieuw den cirkelgang op te ne men van diners, bals en andere amusementen die even ongeschikt rijto om de menschen die zonder doel le ven, jong en onschuldig te houden. In wereldsche kringen werd het zeer betreurd dat Barbare zich geheel aan de kunst had gewijd. Qrftel- Jjare manneu zeiden openlijk dat zij haar „duivels" misten. „Niemand einders," zeiden ze „is even recht door zee of even mom als zij." Haar gezicht was levendig en vol gloed Het leek wel alsof de allergrootste kunstenaar, de geëikte schooai- heidsregelen op zij zettende, een oorspronkelijk mees terstuk had gesqhapen. Ware rij iets dunner geweest, dan zouden haar glanzende hemelsblauwe oogen te groot zijn geweest Haar neus was die van een grieksch beeld, terwiji. haar zacht geronde kin op die van Eleo- nore Duse Leek; statig droeg de ronde hals het edel-' gevormde hoofd, waaromheen het haar in warme kas tanjebruine tinten golfde. Het voorhoofd was laag en brood, de smalle Ii<;< elfde wenkbrauwen waren gitzwart even als de aTchtgepJante oogharen; de fijn besneden mond, waarom meestal een glimlach spoelde stak felrood af togen haar goudbruine gelaatskleur. Zij had misschien een zekere bewondering voor haar etgen schoonheid, doch het was de bewondering, die een kunstenaar heeft voor de schoonheid van een vreemde. Om succes te hebben ln baar kunst zou zij graag haar schoonheid hebben geruild tegen een lee lijk uiterlijk, haar stralende jeugd tegon een bezadigde middelbare loeftij. Zij zou misschien een oog. een

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1917 | | pagina 5