p Grilf Lomax en zijn daad TWEEDE BLAD. Brieven uit Engeland. Schetsen uit de Rechtzaal. Tweede Kamer. Zaterdaq 24 November 1917. 60ste Jaargang No. 6112. FEUILLETON. l>?eire!r* «n handehrel rigers, en hij rookt ton ww SMS^11 kaart d«mdnee en drinkt vwr MüSÏÏ^UB!ie®^ch bi2r' Engelsch is Grieksch en Dnlt w t»„^e li1?' Fransch bem duister wegsmeet, schulden ma&ktu "ï^nsJotte de verschrik- den is mot «Jï. raedfeOL Maar de reiziger, die tevre- keRjke historie van den valscben wissel, dien Karei in De Burc terè°M oordholLandschen kost is de wereld had ingestuurd. Hoe hij een brief had ge- c hu 'Fr™- kregen van dien bankier, dat er drie dagen respijt n tif i °rgens het «ntbijt komt, vindt od to tofai - «~v «vuiv, ymui hij I werden gelaten om de zaak ongedaan te maken. Hjj, tWhin/w on vierkante, somber uitziende 'ie vader, was ommidd»llijk naar den bankier gegaan. h«w. 3* elk daa™« staat een klein zwart I thür^fJ 6611 fwana suikerpot, 'zwarte melkkan, dere^raM1 0)5 een «hieltje. Ie- romnwf't^ het bezit van zijn eigen theeblad en kS^,,n a*aMïrvie8' maak* zijn «ge® thee. Een „fPr0®*111 den v°™ van een emmer, wordt binnen 5* ,een, stssenden, glimmenden ketel op de bramdende kooltjes, en naast hem gezet Hij heeft keur van spijzen. Versche eieren, heet binnenge bracht op een bord; erg zoute haringen, koud en rauw; gebakken platviscb, koud en zout; uitstekende nam, plakjes worst, sneetjes doorschijnend rook- ueesch, afkomstig, zegt het gerucht van een paard; kaas met en zonder komijnzaad, onder glazen stol pen, brood van verschillende soort, roggebrood, bruin en zoet, zachte kadetjes en lange brooden, knapperig ,nversch, om gegeten te worden met lekkere, ver- S/ a nJ0lt6r' d'e a'üjd gezouten is, en afkomstig van z'n liart vast, dat er weer nieuwe jobstijdingen zou Alfcmaarsche boerderijen; dit alles, met nog, voor den komenVoor het oogenblik had Karei een wie dit verkiest, lekker gezette koffie uit de Hol- rijke partij" op T oog. Een meisje met duiten Vader landsche koloniën^ vormt het ontbijt had van het engagement niet willen hooren, in de twijfel trekken van rhi soliden. naam, De zorgen waren langzaam kojnco aarislvipen. Eerst d-3 ellende met v-'t» eenjyen wjqti die het p-eld Bearn, 18 November 1917. Vreemd, dat een mensch steeds zoo veel geeft om hei voordek ander. Zoo gelukkig en tevreden als wij «!f met het of and«r mogen zijn, we zijn niet tevreden, voor onze vrienden en kennissen ar un oordeel over hebben uitgesproken, We huren een nieuw huis, op den hoek van twee niet al te drukke, met al te stille straten, zonder overburen, om je de boterham van je bord af te kijken, mooi ïn het groen gelegen, zonnig, geriefe lijk, vrij van vocht we zijn bijzonder ingenomen met de nieuw-e woning. Daar komt Jam op visite. Wo zonden hem kunnen omhelzen. Hij prijst het huis van kelder tot zoldeT, hij wou, dat bij zoon huis had. en dat voor zijn bespottelijk^ lage huur. We vinden, nog meer dan vroeger, dat Jan een aardige kerel is, en, met een gezond oordeel. Piet's komst begroeten we met enthusiasme. We verwachten een nieuwe triomph. Piet vraagt, waar we onz» aardappelen en boon en verbouwen. Helaas, onze tuin is daarvoor te klein. Waar we dan onze winteraardappelen bewaren. We hebben alleen maar een kelderkast, geen kelder. Gevaarlijk dat schuurtje achter t huis. Je klimt er zoo op. dan op T platte dak van de keuken en door '4 groote raam ben je zoo in de bovengang Piet zou er geen nacht ge rust slapen. HIJ vindt het ook geen stand en dan, de huurprijs, ja, die doet de deur dicht. Als je zoo veel wilt betalen, kun je wel heel wat beters krij gen. Piet gaat heen, en wij blijven bedrukt achter. We troosten ons tenslotte met de overweging, dat we van Piet» verstand nooit veel idee hebben gehad, maar toch, toch heeft hij indruk op ons gemaakt en biet huis schijnt ons anders toe dan gister. Domooren. die we.zijn-! Vond Jan het misschien niet pleizierig, om ons in een vroolijke stemming te brengen, door ons huis te prijzen? En was Piet mis schien niet een beetje jaloersch? Hoe vinden wij zelf het huis? Dat is toch immers het eenige, waar het op aankomt „En wat denkt u van Lomden?" Hoe veel maal zou veel maal zou ik ze op woord hebben. Soms, in een plaagzieke bui, alles af kammende, dan, in een gemoedelijke stemming, de stad prijzend boven eenige andere in de wereld. En welk gevolg had ons antwoord altijd? Naar het ge zicht van den vrager te oordeel en, scheen het wel en wee van Engeland's hoofdstad er van af te ham-, gen. „O, is u een Hollander? Ik heb in Holland ge reisd'. Mooi Hand, aardige menschen. Dat is een land, waar ik graag zou willen wonen". „Holland, bah, allee even vlak. Je loopt een sloot in, of je kruipt er net uit. De kaaslucht komt je tegemoet, als je met de boot aankomt. Ik kan me beet begrijpen, dat u daar niet is blijven wonen". Hoe konden we ons verheugen om het een, of er geren aan het ander. Voortaan zullen we wijzer we zen. Gelooft het toch niet! Al mijn dameslezers heb ben morgen een goeden dag, als iemand beweert, ge meend of niet, dat 'die nieruwe hoed haar zoo goed staat of dat ze haar haar zoo aardig hebben opge maakt. Zie zoo, na deze inleiding, die ik bepaald noodza kelijk vond, wil* ik eens vertellen, wat een En- gelschman denkt van een stad, óns allen welbekend, van Alkmaar. Als hij dingen zegt, die niet waar zijn, hoop ik, dat mijn lezers voldoende gesticht zullen zijn, door mijn voorafgaande opmerkingen, om er zich niet aan te ergeren. Het volgende is overge nomen uit The Tourist Guide, door Percy Lindley. Die het als een heel grcrtx» blijk ven welwillendheid beschouwde, dat hij d«rx eerlijken naam van vadter kepnend niri onmiddellijk aangifte had gedaan van het geval. Toen de ellende met rtt vrouw, dia door het 'inden van eeo brief =-- acbéer .het ge heim was gekomen. Die hij bowugteloea vond door beroerte getroffen. Dokter had el dikwijl» gewaar schuwd: oppassen met de oude juffrouw! De arterioe- clerode was al leeJjjk gevorderd, 't Hart lang niet sterk Vader had hot gebeurde verzwegen. Het geld, over de vierduizend gulden, betaald, maar moedor had 't ontdekt. En Karei wilde zich niet beteren. Vader durfde hem niet meer alleen laten in een kamer, waar geldswaarde te bemachtigen vielEindelijk had hij een betrekking voor hem gevonden in Gro ningen. Maar bij de nadering van elke poet hield hjj AJs men zich niet als een vreemdeling wil voor doen aan de Noordhollandsche ontbijttafel, snijdt men een dun sneetje roggebrood af en doet dat, met het doorschijnende rookvleesch, tusschen twee sne- braafhedd van zijn hart, beseffend dat 't zijn zoon alleen te doen was om het geldDat hij een zoo- veelste slachtoffer ging- maken. Intusschem leidde Karei tijdelijk een kalm leven. Op speculatie. Dat den dik gesmeerd' wit brood of een kadetje. Men' alles moest de oud'e Van Wijk verkroppen, verzwij- me die vraag in Engeland gedaan zijn, en hoe- 1 maal zou ik ze op verschillende wijze beant- drinikt zijn zelf gezette thee, en laat niet merken, dat men last heeft van verstikking door de dampen, die opstijgen uit het komfoor, dat men naast zich heeft staan. Om twee uur heeft het algemeen midd'agihnal plaats. Een lichte soep wordt gevolgd.' door goedge- kookte baars of zoetwatarvisch; rund1- en kalfs- vleesch worden opgediend met groenten van een vreemde kleur, op nieuwerwetsche wijze gekookt; het vleesch is soms koud, met mosterdsaus en koude schijfjes aardappel in witte saus, of boon en, die mis schien gevolgd worden door gekookte tong met sma kelijke balletjes gehakt, of een gebraden kip met abrikozen op sap; men eindigt met appelkoekjes of een ander smakelijk nagerecht, met uitstekende kof fie en niet al te beste sigaren. Een echt Hollandsch middagmaal is voor den liefhebber van lekker eten barbaarsch, voor den reiziger, die geneigd is den pleizierigen kant van alles te zien, is het niet onbe haaglijk. De halve flesch roode wijn, die men krijgt, is gewoonlijk drinkbaar. Geen maaltijd bestaat er, waarin het zinnebeeld der nationale kracht, de ronde kaas, gezouten of gekruid, niet voorkomt En geen maaltijd ia volledig zonder de sigaar. Ziehier het oordeel van een Engelschman over onze maaitijden. Als we een beter idee hadden van de Engelsche kookkunst, zouden we ons misschien wat aantrekken van zijn opmerking over onze groenten van vreemde kleur, en ons barbaarsch middagmaal. Overigens mag ieder voor zich zelf uitmaken, wat er waar is en wat niet in Lindley's opmerkingen. „Transactie". De huisvriend' tipte de gele asch van zijn sigaar, die hij yal nadenkend over het geval, had zitten be schouwen. En gastheer, bejaard kereltje met zware rimpels op het voorhoofd en lijnen van zorgsmart op 't gelaat, wou nog eens gaan voorcijferen. Wat hij over die volgende twee maanden te wachten had. Hij was immers gaarne, ten volle, zelfs dolgraag be reid dat aan den ander over te dragen. „Je kunt de kwitanties van mij krijgen. Met een verklaring, dat ze jouw eigendom zijn. Dan waag-je immers niemendal, De Pauw. Wij kennen elkaar zoo veel jarenIVertrouwen doe je mij toch wel? Ik zal je waarachtig niet bestelen!" Het oude vrouwtje, dat bij de kachel zat en uit de beroerte, die haar indertijd overvallen had, over liad gehouden 't al-maar schudden en knikken met het magere, bconige kopje, vrouwtje lachte een» even. Die gedachte, dat liaar Piet iemand bestelen zou!En met de altijd trillende vingers wischte Van het station komt mem langs een beschaduw- rij haar onverpoosd'-tranende oogen nog eens af. den weg, over een houtem brug, in de stad. Men be- „Neen!" zei De Pauw, „dat weet Ik weL Dat is het reikt de' Paai denmarkt, een open ruimte, met de '>ok niet. Geen kwestie van!Maar, zie jeIn groote kerk van St Laurentius op den achtergrond. den tegenvoordigen tijdAJs ze niet betalen. Rechts van de kerk is het beste hotel van Alkmaar Kerel ik heh ook miin zomen!" de Toelast. Maar als men wil levén zooals een Alkmaarder leeft, moet men de Markt oversteken naar den linkerhoek, waar een kort straatje voert naar do rechte Gedempte Nieuwesloot. Links aan het eind vindt men net logies in het Hotel de Burg. Op schep perigheid is er heelemaal niet aan De Burg. De mooisto kamer met de piano houden ze zich voor zich zelf, en er is een algemeene kamer voor de be zoek, tb, en groot vertrek, heet en benauwd met een groote kachel in dan winter, maar koel, met een helderen, met zand bestrooiden vloer en eenvoudige gewreven ipeubels, in den zomer. Achter de kleine toonbank schenkt de dikke, vroo- lijke eigenaar uitstekend lieiersch bier, of wijn, of lt meer viirige jenever .Hij kent al zijn klanteh, Hol- door HALLIWGLL SUTCLIFF.E. v«or Nederland bewerkt d. W. J. A. ROLDANUS Jr. In boekvorm verschenen bij W. DE HAAN, Utrecht. Ingenaaid 12.90. Gebonden f 3.50. HOOFDSTUK I. Grill komt terug. J.°o Strangeways heette de man; en indien ruw- beid van iemand een diamant maken kan, dan 1011 hij van hot zuiverste water zijn. Afgezien nog de ruwheid, zou een ongeoefend oog maar -u.'rig goede eigenschappen in hem kunnen ont- onder tranen en gebeden had zijn vrouw »en lichtpuntje in zijn karakter gezocht en vijf jaar, was zij nog verder van haar doel J^'Jidard' dan ooit. Een „zure" kerel was hij, onver- ÏÏffr ongevoelig, zoo niet wreed; zijn taal ruw, y111,hard en schor. Eens in de week w as ij tv!' 'd dronken. -„,ata Strangeways, zijn vrouw, was in alle op- tvüf hïï ïtecie8 het tegenovergestelde; kalm, ter- SchilMof Pa#fcde en Üerde: gevo6lig' W8^f Ju win hS Wfta> netjes in haar taal en kleeding, tor- wil h,J zich om die dingen in het minst met be- Zij was een echte dochter van het moor IMoor noemt men in Engeland moerassige heide- h«i streken, die in ons land niet voorkomen, o„L^rd bIi've d-U8 het liefst onvertaald) - en w<5w5r?eid onder het oog van den grooten God, die om ifi tus8ehen de heuveltoppen en de wolken. l\^ar t(. IDet StrangewayB getrouwd was, zou moeilijK den ^gan zijn; zijn baantje in de steengroeve op lok kir1, van het, moor was nu niet bepaald aan- dic vx>or de erkende schoonheid van een streek rianii1 dl om zijn mooie meisjes bekend is; zijn vo, r ,,faa Kaven nu niet bepaald een vergoeding teo,,.J'1.ieelijk uiterlijk; haar familie had zich sterk het .'"1 huwelijk verzot. Missehien had juist door *8 zin ^j alles .tegen zich had, de vrouw zich \Indi,.„amiei1 geworpen. Ie» r g'J het dorp Marshcotes verlaat en reeds dr°f oversteekt' zult gij een mijl of drie verder u top van de heuvelreeks, die de graafschap Kerel, ik heb ook mijn zorgen! De naar hulp zoekende telde de kwitantiëo nog eens neen-, telkens een vingertop bevochtigend!. Hij keek De Pauw van boven z'n brilleglazeri eens aan. Durfde niets meer zeggen. De gedachte aan den wis sel van zeven honderd gulden, die over tien dagen zou worden gepresenteerd, drong al het verdere bij hem terug. „Je hebt noodt last gehad met Evers, hè?" vroeg de huisvriend na een poosje. „Last!?" i „Nu ja, met uitstel van betalingMet het weg sturen van een wisseltjeDat kan toch iedereen overkomen!" i „Nooit!" riep de ander uit, en het vermoeden al leen maakte, dlat z'n oogen rood' werden van schaam te en ergernis. Hij was nog niet gewend aan het in gen. Moeder mocht er niets van. weten, niets bevroe den. Want ',t zou haar dood zijn Dokter had gezegd: Nog één stootje en t is ge daan, Van Wijk! Denk er «ml Voor de buitenwereld bleef hij de gegoede, solide, or tamelijk warmpjes bijzittende Van Wijkl Zijn krediet was ongeschokt Hij had nog noodt een wissel teruggestuurd Oud vrouwtje zat te knikkebollen. Ze snurkte zachtjes. De poes was op naar schoot gesprongen en snorde. H Begon in het kamertje te schemeren. De punt der sigaar, die De Pauw tusschen die lippen hield, vonkte telkens op. „Neen, jongen", zei bezoeker, ,4k heb er rijpelijk over nagedacht Maar t zal niet gaan, Spijt me waar achtig voor jou. De dekking is ine te geriskeerd. La ten we e.r niet over piraten' Van Wijk sloeg het boek dicht, waarin dó kwi- tantiën lagen. Leunde in zijn stoel achterover. Trok aan zijn uitgedoofd tabakspijpje, Zei geen woord. „Kom je vanavond nog in De Kroon?" vroeg be zoeker, en hij sprak heel zachtjes, moeder vooral niet willende storen. „Neen", antwoordde Van Wijk kortaf, „Dat'a jammer", fluisterde bezoeker. En toen er geen. antwoord kwam, zei hij: „Dat'a erg jammer". Weer poosje stilte. „Ik weet misschien een middel om je toch nog te helpen". Maar Van Wijk bleef zwijgen. De weigering had hem gekrenkt. HIJ was nog niet gewoon te soebatten, om hulp. En de angst bij het denken aan den wissel van zeven honderd gulden overmande hem. De Pauw stond op. „Enfin", zei hij, gastheer een hand overstekend, „tot ziens dan!" „En toen kwam de vraag: „Hoe laat ben je in De Kroon?" „Een uur of acht, half negen, hé? „Goed, ik zal er zijn". En vader verzon een boodschap. Liet de oude meid. binnen, bij de juffrouw zitten. Zat in groote span ning te wachten in het café, waar De Pauw zou ko men. 't Was neegen uur, toen deze verscheen. Me\ iemand, dien Van Wijk niet kende. De Pauw wenkte hem. Nam ouden vriend aoart. Viel met-de deur ln hul». „Je kunt geholpen worden!" zei hij, „althans par- tleeL Hoeveel heb je noodlg om dat wisseltje van zevenhonderd te betalen?" „Buim vierDesnoodsAl» 't niet ander» kan, drie honderd vijftigMaar je weet, I)e Pauw", en Van Wijk, de ln zijn krediet nog ongeschokte, keek angstig rond, „je weet, geen sterveling mag er. „Dat weet ik. Luister liever", zei Dc Pauw. En hij vertelde Van liet prachtplan. Van Wijk's naam was puik. Nu kon hijMis schien achthonderd! pop krijgen, onder uiterst makke lijke voorwaardenZeker ze» of vijf-vijftig. pls-ieJa. da Ar zat 'm de kneep Dit was de chose I Als-ia... En De Pauw, kennend het eerlijke hart van dan ouden vriend, was blijkbaar verlegen cm het te zeggen. Maar toch deed hij 'L Als Van Wiik dan borg w'Uia staan. Voor een meneer, die hij hem straks zou voo<sieiier. Kcung pen Yorkshire en Lanc&shire van elkaar scheidt, een vrij groot huis ?ien liggen. Vroeger, toen er nog een geslacht van krachtige landjonkers woonde, was Peewit House een plek van rumoer en pret- makerlj geweest; maar het oude ras was uitge storven. en zelf in die dagen waren de menschen er niel erg op gesteld geweest bm, drie mijlen het moor in, een huis te zoeken. Joe Strangeways had liet echter voor een langen tijd: gehuurd; hij vond het in zijn bekrompemjaloezie beter, dat zijn vrouw geen buren had, met wie zij, terwijl hij in de steenp groeve aan het werk was, kon babbelen of kletsen. En zoo zou het leven van Kate Strangeways zon der eenige vermeldenswaardige bijzonderheden ge weest zijn, indien niet iin Manor House aan liet eind van het dorpje Marshcotes een weldadige oude dame gewoond hadt Mrs. Lomax had den naam een halve idioot te zijn, maar zoo lang haar idiotis me zich slechts openbaarde in het uitdeeien van geld, wijn en versterkende middelen, nam niemand er aanstoot aan. Ongetwijfeld: was zij een exen- trieke vrouw; zij had er een gewoonte van ge maakt om iederen dag van haar leven, onverschil lig of het winter of zomer was, tien mijl te wan delen; deze gewoonte had haar buitengewoon ma ger en .slank gemaakt; haar kleeren waren altijd te wijd voor haar, haar stem was door het wan delen in weer en wind zoo schor en ruw als die van een ma.n. Maar zij was en bleef een dame, en, ondanks haar groote en niet bepaald innemende gestalte, een goedhartige dame ook. Buitengewoon trotsch was zij op het feit, dat de Lomaxen van af het oogenblik, dat Marshcotes een dorp geworden was, dus nu al ruim vijf honderd jaar, Manor House bewoonden. In het voorjaar werd Kate Strangeways ziek en op een van haar lange wandelingen liep Mra. Lomax toevallig eens bij haar op. I-T m TV»^11*1 - i IY de lxLoi l/u. Hm?' merkte de oude dame op, toen zij weg wfl- lan. „jij mag Wel eens wat sterker worden. Goede II. ,JJ| IJÜIL; wel H port zal je goed doen, ik zal je morgen een paar flesschen brengen!" Ach, ik mankeer heusch nietsprotesteerde^ de zieke vrouw. „U moet voor mij niet zooveel vijven en zessen maken!" i Houd je maar niet grooter dan je bent Ik loop nu al drie en zestig jaar mede en je moet met den ken dat ik mij de wet laat voorschrijven door een kind van vijf en twintig. Morgen kom ik terug. Strangeways trok een zuur gezicht, toen hij van het bezoek hoorde; niet dat hij ur te trotsch voor was Zei Van Wijk, niet hopend. „Ik vraag jou voor genot en ie slci' mij voor.,..' Pi-r.-ie zei D* Patm als jij Je pootje zei, voor ivaL dan ia die meneer bereid je voor de moeite vijf-, zekhonderd pop voor te schieten.... En ja, dat komt terecht... Dat zullen we wel regelen. Ben ik een te oude sobat, ja of neet" En hij stak den ander de vijf toe. Maar Van Wijk keek hem verbaasd, verwezen aan._ Schoo fde bril raster op den neus. Snapte maar niet.. Eu De Pauw naar een anderen hoek van het café, waar de elegante meneer rat te vachten do decisie. „Nu?" vroeg hjj. in opgewonden spannirg, ,,'t Lukt wel 't Za! nofi wat moeite kosten. Maar 't lukt w^L„. Iiij boog zich dJehtar na«? d*n e!ega=v*. „Als 't mocht lukken... Den krijg Ik dus drie lap- es van honderd, hé? En wij gaan samen het aapje ncesseeren. Dat is de afspraak... Anders..." „Neen," zei de chieke meneer, „dat is goed. Maar... e zegt, de borg moet 600 hebben en jij drie... Dat is negen... Het accept is groot 2500. En de rente voor 3 maanden, jij die berekent, is.„" „Ja," zei de Pauw' opstaand en zich beleedigd hou dend, „ja, graag of nietf' „Enfin, soit! zei de elegante, een versche Biga- rette opstekend. Hij had geen keus... Toen zaten zij met hun drieën. De Pauw had den fijnen meneer "den raad gegeven, om vooral uiterst hoffelijk te zijn tegen borg. Anders liep de zaak mis. En de meneer svas quito-gentleman-lika Hij best 1de een flesch bourgogne, ondanks het tegenstribbelen van den ouden Van WJjk en hjj begon te babbelen. Te vertellen.... Tapte een paar leuke moppen. Een oogenblik was het Van WjjL of het lood zware pak van zorgen van hem werd genomen. Het vooruitzicht van den wissel te kunnen betalen maakte hem vrooljjk. Hij kon niet meer denken; niet meer piekeren over al de miaém Hjj gaf zich over aan wat net oogenblik verschafte aan verlossing, uit wat hem gekneld had zoo langen tjjd. Uit den «air. ven misère van schande over zjjn zoon, het verkwijnen van zijn zaken, het naderen van de débacle, dio hjj komen zag het verdriet over zijn wegstervend oudje. Hjj dronk van de bourgogne. En rookte na langen tijd weer echt piekfijne-*igaar. Het werd later. flujeh Lwam op taSeL En de „geldgever" uwyimiw het café. Dat De Pauw den woekeraar Jjlicgs getelefoneerd komtn, want nu was de appel rJjpL. Een tweede verscheen „toevallig" In den w had.... Gauw wist niet Het accept kwam op tafeL En Van Wijk zag stapeltjes bankpapier. Hjj had geteekend. Ze hadden hem ge vleid. Hem met gr ooien eerbied behandeld. Als man van fortuin, van invloed, van groot en ongeschokt krediet... zijn oh hoofd van den zwaren wijn, dien hij had gedronken origen a >e hij zii sn, klam' den vorigen avond. En de angst over het borgstaan, 'laa late: waartoe brengen, zich op ade aL momont van opwinding had laten een schroef om z'n hart In den kring van De Pauw's „handelsvrienden" werd het geval besproken. Van het faillissement van den ouden Van WJjk, waarbij de curator reden had ge vonden om do aandacht van rechter-commissaris te vestigen op een péar bijzonderheden. En hoe nu een strafvervolging tegen hem was begonnen. aarmans een strop!" zei een van de han- „Voor trok hij een tusschen best deisvrienden, En achter de Pauw's rug zonderling gezicht... Dat de anderen ml snapten. „Jij .was z'n adviseur. Pauwtje, nietwaar?" zei een tweede, „wat zal de vent woest op je zjjnl" „Enfijn. één troost hé?.— 't Heeft Je geen wind eieren gelegd, vaderde 1" „MJj 17' riep de Pauw heel verbaasd uit, kom jelui eraan?.... Ik dacht, dat Van Wijk Als dn.." ir zc schaterden van JooL Neen, die was goedl Pa was, hoe puik De Pa uw zelf kon zich toch bijna niet houden. nette, chiuue, voorname meneer, hoon.... f.'u ja. eeu beetje lossig van doei„ '.na leven. Liejhebbe. van pree- maken. Gaf teveel geld uit Kwam terecht,... Kwam best terecht!..... Fijne familie. Geen seconde reden om bang té zijn. „Borg? Ik! En je weet toch..." om goeden rooden port aan te nerven hij genoot dien nu reeds bjj voorbaat maar hij vond "het allesbe halve aangenaam te vernemen, dat Mrs. Lomax en zjjn vrouw elkaar reeds van vroeger kenden, zooals Kate in een oogenblik van gedachteloosheid erkend had. „Houd je bij je eigen soort en laten de andereni dat ook aoen," bromde hjj, terwjjl hjj naar de keu- Ken ging. om zich ln den gootsteen te wasschen. Hannah, het dienstmeisje was bezig een laken te wasschen. toen Strangeways in de kouken kwam; zjj kon het niet erg vinden met Kate, want beiden déden graag haar eigen zin, en zji trachtte steeds haar mees teres in de wielen te rijden. „Altijd dat gezanik," zeide zjj, „zoodra 21e wat heeft denkt ze dadelijk maar, dat ze dood gaat, ae moet dit hebben en dat hebben, en die Mrs. Lomax zit haar dan nog te beklagen ook. zoodat er heelemaal geer* huis mei haar 1e houden is." „Hou je bek en laat ik mij wasschen," bromde Joe, terwjjl hij haar van den gootsteen wegduwde. Maar toch maakten Hannah's woorden indruk op hem. „'Ja", zeide hij. terwijl hij zjjn armen in het zeepsop stak. „wat doet zoo'n dame eigenljjk bij ons anders dan jè vrouw het hoofd nog meer op hol maken? Dat komt lüer maar thee drinken, wefoneer ze moe is van haar lange wandeling, is het niet? Ik zal er haar eens wat van zeggen. Getrouw aan haar belofte kwam Mra. Lornax den volgenden ochtend met een mandje vol versterkende middelen naar Peewit Ho.use. Het zien van de twee korte en gedrongen flesschen bracht Strangeways da delijk in een beter humeur toen hij 's avonds van zijn werk thuis kwam. Nadat de theeboel opgeruimd was, ging hij in het hoekje vkn den haard zitten, stak zijn pijp aan en nam een der ilesschen ia zijn hand. „Zeg." zeide hjj tegen zjjn vrouw, „ik drink een glaasje met je mee, andera heb je heelemaal geen gezelschap." I „Doe dat nu niet, Joe. bet is alleen maar voor nu en dan een glaasje, en ik zou niet graag willen, dat Mrs. Lomax het merkte." „Wat komt dat er op aan?" bromde Joe. terwijl hij een tinnen kroes van den muur nam, die tot den rand toe vulde en er een langen slok uit dronk Dan gaf hij den kroes aan haar, maar zij weigerde. Later op deai avond raakte hij licht aangeschoten van den ongewonen drank; hjj maakte de tweede flesch open, waarop Kate, na tevergeefs gesmeekt en gedreigd te hebben, hem alleen liet zitten Zooals zjj altijd bij dergeüjat, gelegenheden deed, sloot zjj de deur van goed hoi „Neen", zei een van de handelsvrienden. „nu in ernst Waarachtig 1 Ik had dien ouden Van WJjk niet in staat geacht tot zoo-iets. Jaren-lang heeft-ie..." „Och wat!" zei De Pauw ,,'en zjjn zoon dan, die Kareltje? Een fjjn lid. De appel valt niet ver van den booml" „JJj bent toch een echte schooier." lachte handels vriend „door jouw fijnen raad is die Van Wiik in de bajes terecht gekomen, je hebt er natuurlijk je winstje uitgeslagen, en nou geef je hem, op de koo ptoe... Neen, Pauwtje, kereL.." En gierden van jooL En toch was er in de pret een tikje minachting tegen Pauwtje. Want ook in het boevenhart sluimert nog iets men- scheiuka.... MAITRE CORBEAU. Den Haag, 22 Nov. Heden was de beurt aan RechUche sprekers bij de Algemeene Beschouwingen over de Staatsbegrooting. En de leider der Katholieke Kamer-dub dr. Nolens, was de slaapkamer af; haar man molest maar zien waar hjj slapen kon. Een paar dagen later kwam Mrs. Lomax weer eens kijken. „En de wfjn Je wat opgeknapt?" vroeg zij met een stem, die meer op een slagveld dan in een zie kenkamer paste. „Veel beter zie je er echter nog niet njit HaK k» rfiarlu ii'n nro? «Ir in movn/t/i WnK 9" uit. Heb je gedaan wat ik je gezegd heb?" Kate kreeg ecu kleur. „Ik ik drink het liever niet." stamelde zjj. Mra. Lomax keek haar eens goed aan; zjj wist iets van Joe Strangeway's manieren en begreep dadelijk hoe de vork in den steel zat „.Ie moet Haal dadelijk een flesch en drink, waar ik bij zit, minstens twee glazen." Weer kreeg de jonge vrouw een kleur, dan, werd zij biedt van schaamte; zjj kon geen woorden vinden, nu die twee haviksoogen haar door en door keken. De lippen van de oude dame vertrokken zich tot oen bitteren glimlach. „Hoe laat komt je man zoo wat van zijn werk thuis?" t hjj maar u bent toch niet zoo wat van de groeve van plan hem iets te zeggen. Mra. Lomax?" j f. ["E jjn „Dat ben Jk juist wei van plan, beste meid. Het is nu vijf uur en ik heb nog niet zooveel geloopen als ik wel gewild had. Ik zal naar de steengroeve gaan en je man eens precies zeggen waar het op staat Neen, je behoeft geen verontschuldigingen aan te bieden; wan neer ik eenmaal iets besloten heb, blijft het erbij." En met die woorden ging de oude dame de deur uit, den stok, die haar onafscheidelijke metgezel was, voor zich uitzwaaiend. v Toen StraiWBwys over het moor naar huis, terugging, zag hjj een flinke gestalte, wel drie duim grooter dan hjj, op zich afkomen. „Joe Sirangeway, ik wou een woordje met je spreken". Joe stak zyn handen diep in zjjn zak en traentte een air van onverschilligheid aan te nemen, maar hjj voel de ach allesbehalve op zijn gemak. „Ik luister, mevrouw." „Je hebt een vrouw, die honderdmaal te goed voor je is; zjj wordt ziek alleen door de manier, waarop je haar behandelt - en dan drink je den wijn nog op, dien ik haar gebracht had, om wat op te sterken." „Dat is een leugen!" schreeuwde Joe. ,;Is dat hen leugen, Joe Strangeways Y' vroeg de oude vrouw, terwijl zjj hem strak aankeek. Er volgde een stöte. Dan flapte hu er uit; „Wie heeft het je verteld? Ka» aorns?"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1917 | | pagina 5