p
Grilf Lomax en zijn daad
TWEEDE BLAD.
Brieven uit Engeland.
Schetsen uit de Rechtzaal.
Tweede Kamer.
Zaterdaq 24 November 1917.
60ste Jaargang No. 6112.
FEUILLETON.
l>?eire!r* «n handehrel rigers, en hij rookt
ton ww SMS^11 kaart d«mdnee en drinkt
vwr MüSÏÏ^UB!ie®^ch bi2r' Engelsch is Grieksch
en Dnlt w t»„^e li1?' Fransch bem duister wegsmeet, schulden ma&ktu "ï^nsJotte de verschrik-
den is mot «Jï. raedfeOL Maar de reiziger, die tevre- keRjke historie van den valscben wissel, dien Karei
in De Burc terè°M oordholLandschen kost is de wereld had ingestuurd. Hoe hij een brief had ge-
c hu 'Fr™- kregen van dien bankier, dat er drie dagen respijt
n tif i °rgens het «ntbijt komt, vindt
od to tofai - «~v «vuiv, ymui hij I werden gelaten om de zaak ongedaan te maken. Hjj,
tWhin/w on vierkante, somber uitziende 'ie vader, was ommidd»llijk naar den bankier gegaan.
h«w. 3* elk daa™« staat een klein zwart I
thür^fJ 6611 fwana suikerpot, 'zwarte melkkan,
dere^raM1 0)5 een «hieltje. Ie-
romnwf't^ het bezit van zijn eigen theeblad en
kS^,,n a*aMïrvie8' maak* zijn «ge® thee. Een
„fPr0®*111 den v°™ van een emmer, wordt binnen
5* ,een, stssenden, glimmenden ketel op
de bramdende kooltjes, en naast hem gezet Hij heeft
keur van spijzen. Versche eieren, heet binnenge
bracht op een bord; erg zoute haringen, koud en
rauw; gebakken platviscb, koud en zout; uitstekende
nam, plakjes worst, sneetjes doorschijnend rook-
ueesch, afkomstig, zegt het gerucht van een paard;
kaas met en zonder komijnzaad, onder glazen stol
pen, brood van verschillende soort, roggebrood, bruin
en zoet, zachte kadetjes en lange brooden, knapperig
,nversch, om gegeten te worden met lekkere, ver-
S/ a nJ0lt6r' d'e a'üjd gezouten is, en afkomstig van z'n liart vast, dat er weer nieuwe jobstijdingen zou
Alfcmaarsche boerderijen; dit alles, met nog, voor den komenVoor het oogenblik had Karei een
wie dit verkiest, lekker gezette koffie uit de Hol- rijke partij" op T oog. Een meisje met duiten Vader
landsche koloniën^ vormt het ontbijt had van het engagement niet willen hooren, in de
twijfel trekken van rhi soliden. naam,
De zorgen waren langzaam kojnco aarislvipen.
Eerst d-3 ellende met v-'t» eenjyen wjqti die het p-eld
Bearn, 18 November 1917.
Vreemd, dat een mensch steeds zoo veel geeft om
hei voordek ander. Zoo gelukkig en tevreden
als wij «!f met het of and«r mogen zijn, we zijn
niet tevreden, voor onze vrienden en kennissen ar
un oordeel over hebben uitgesproken,
We huren een nieuw huis, op den hoek van twee
niet al te drukke, met al te stille straten, zonder
overburen, om je de boterham van je bord af te
kijken, mooi ïn het groen gelegen, zonnig, geriefe
lijk, vrij van vocht we zijn bijzonder ingenomen
met de nieuw-e woning.
Daar komt Jam op visite. Wo zonden hem kunnen
omhelzen. Hij prijst het huis van kelder tot zoldeT,
hij wou, dat bij zoon huis had. en dat voor zijn
bespottelijk^ lage huur. We vinden, nog meer dan
vroeger, dat Jan een aardige kerel is, en, met een
gezond oordeel.
Piet's komst begroeten we met enthusiasme. We
verwachten een nieuwe triomph. Piet vraagt, waar
we onz» aardappelen en boon en verbouwen. Helaas,
onze tuin is daarvoor te klein. Waar we dan onze
winteraardappelen bewaren. We hebben alleen maar
een kelderkast, geen kelder. Gevaarlijk dat schuurtje
achter t huis. Je klimt er zoo op. dan op T platte
dak van de keuken en door '4 groote raam ben je
zoo in de bovengang Piet zou er geen nacht ge
rust slapen. HIJ vindt het ook geen stand en dan,
de huurprijs, ja, die doet de deur dicht. Als je zoo
veel wilt betalen, kun je wel heel wat beters krij
gen.
Piet gaat heen, en wij blijven bedrukt achter.
We troosten ons tenslotte met de overweging, dat we
van Piet» verstand nooit veel idee hebben gehad,
maar toch, toch heeft hij indruk op ons gemaakt en
biet huis schijnt ons anders toe dan gister.
Domooren. die we.zijn-! Vond Jan het misschien
niet pleizierig, om ons in een vroolijke stemming te
brengen, door ons huis te prijzen? En was Piet mis
schien niet een beetje jaloersch? Hoe vinden wij zelf
het huis? Dat is toch immers het eenige, waar het
op aankomt
„En wat denkt u van Lomden?" Hoe veel maal
zou
veel maal zou ik ze op
woord hebben. Soms, in een plaagzieke bui, alles af
kammende, dan, in een gemoedelijke stemming, de
stad prijzend boven eenige andere in de wereld. En
welk gevolg had ons antwoord altijd? Naar het ge
zicht van den vrager te oordeel en, scheen het wel
en wee van Engeland's hoofdstad er van af te ham-,
gen.
„O, is u een Hollander? Ik heb in Holland ge
reisd'. Mooi Hand, aardige menschen. Dat is een
land, waar ik graag zou willen wonen".
„Holland, bah, allee even vlak. Je loopt een sloot
in, of je kruipt er net uit. De kaaslucht komt je
tegemoet, als je met de boot aankomt. Ik kan me
beet begrijpen, dat u daar niet is blijven wonen".
Hoe konden we ons verheugen om het een, of er
geren aan het ander. Voortaan zullen we wijzer we
zen. Gelooft het toch niet! Al mijn dameslezers heb
ben morgen een goeden dag, als iemand beweert, ge
meend of niet, dat 'die nieruwe hoed haar zoo goed
staat of dat ze haar haar zoo aardig hebben opge
maakt.
Zie zoo, na deze inleiding, die ik bepaald noodza
kelijk vond, wil* ik eens vertellen, wat een En-
gelschman denkt van een stad, óns allen welbekend,
van Alkmaar. Als hij dingen zegt, die niet waar zijn,
hoop ik, dat mijn lezers voldoende gesticht zullen
zijn, door mijn voorafgaande opmerkingen, om er
zich niet aan te ergeren. Het volgende is overge
nomen uit The Tourist Guide, door Percy Lindley.
Die het als een heel grcrtx» blijk ven welwillendheid
beschouwde, dat hij d«rx eerlijken naam van vadter
kepnend niri onmiddellijk aangifte had gedaan
van het geval. Toen de ellende met rtt vrouw, dia
door het 'inden van eeo brief =-- acbéer .het ge
heim was gekomen. Die hij bowugteloea vond door
beroerte getroffen. Dokter had el dikwijl» gewaar
schuwd: oppassen met de oude juffrouw! De arterioe-
clerode was al leeJjjk gevorderd, 't Hart lang niet
sterk
Vader had hot gebeurde verzwegen. Het geld, over
de vierduizend gulden, betaald, maar moedor had 't
ontdekt. En Karei wilde zich niet beteren. Vader
durfde hem niet meer alleen laten in een kamer,
waar geldswaarde te bemachtigen vielEindelijk
had hij een betrekking voor hem gevonden in Gro
ningen. Maar bij de nadering van elke poet hield hjj
AJs men zich niet als een vreemdeling wil voor
doen aan de Noordhollandsche ontbijttafel, snijdt
men een dun sneetje roggebrood af en doet dat, met
het doorschijnende rookvleesch, tusschen twee sne-
braafhedd van zijn hart, beseffend dat 't zijn zoon
alleen te doen was om het geldDat hij een zoo-
veelste slachtoffer ging- maken. Intusschem leidde
Karei tijdelijk een kalm leven. Op speculatie. Dat
den dik gesmeerd' wit brood of een kadetje. Men' alles moest de oud'e Van Wijk verkroppen, verzwij-
me die vraag in Engeland gedaan zijn, en hoe-
1 maal zou ik ze op verschillende wijze beant-
drinikt zijn zelf gezette thee, en laat niet merken, dat
men last heeft van verstikking door de dampen, die
opstijgen uit het komfoor, dat men naast zich heeft
staan.
Om twee uur heeft het algemeen midd'agihnal
plaats. Een lichte soep wordt gevolgd.' door goedge-
kookte baars of zoetwatarvisch; rund1- en kalfs-
vleesch worden opgediend met groenten van een
vreemde kleur, op nieuwerwetsche wijze gekookt; het
vleesch is soms koud, met mosterdsaus en koude
schijfjes aardappel in witte saus, of boon en, die mis
schien gevolgd worden door gekookte tong met sma
kelijke balletjes gehakt, of een gebraden kip met
abrikozen op sap; men eindigt met appelkoekjes of
een ander smakelijk nagerecht, met uitstekende kof
fie en niet al te beste sigaren. Een echt Hollandsch
middagmaal is voor den liefhebber van lekker eten
barbaarsch, voor den reiziger, die geneigd is den
pleizierigen kant van alles te zien, is het niet onbe
haaglijk. De halve flesch roode wijn, die men krijgt,
is gewoonlijk drinkbaar. Geen maaltijd bestaat er,
waarin het zinnebeeld der nationale kracht, de ronde
kaas, gezouten of gekruid, niet voorkomt En geen
maaltijd ia volledig zonder de sigaar.
Ziehier het oordeel van een Engelschman over onze
maaitijden. Als we een beter idee hadden van de
Engelsche kookkunst, zouden we ons misschien wat
aantrekken van zijn opmerking over onze groenten
van vreemde kleur, en ons barbaarsch middagmaal.
Overigens mag ieder voor zich zelf uitmaken, wat
er waar is en wat niet in Lindley's opmerkingen.
„Transactie".
De huisvriend' tipte de gele asch van zijn sigaar,
die hij yal nadenkend over het geval, had zitten be
schouwen. En gastheer, bejaard kereltje met zware
rimpels op het voorhoofd en lijnen van zorgsmart
op 't gelaat, wou nog eens gaan voorcijferen. Wat
hij over die volgende twee maanden te wachten had.
Hij was immers gaarne, ten volle, zelfs dolgraag be
reid dat aan den ander over te dragen.
„Je kunt de kwitanties van mij krijgen. Met een
verklaring, dat ze jouw eigendom zijn. Dan waag-je
immers niemendal, De Pauw. Wij kennen elkaar zoo
veel jarenIVertrouwen doe je mij toch wel? Ik
zal je waarachtig niet bestelen!"
Het oude vrouwtje, dat bij de kachel zat en uit
de beroerte, die haar indertijd overvallen had, over
liad gehouden 't al-maar schudden en knikken met
het magere, bconige kopje, vrouwtje lachte een»
even. Die gedachte, dat liaar Piet iemand bestelen
zou!En met de altijd trillende vingers wischte
Van het station komt mem langs een beschaduw- rij haar onverpoosd'-tranende oogen nog eens af.
den weg, over een houtem brug, in de stad. Men be- „Neen!" zei De Pauw, „dat weet Ik weL Dat is het
reikt de' Paai denmarkt, een open ruimte, met de '>ok niet. Geen kwestie van!Maar, zie jeIn
groote kerk van St Laurentius op den achtergrond. den tegenvoordigen tijdAJs ze niet betalen.
Rechts van de kerk is het beste hotel van Alkmaar Kerel ik heh ook miin zomen!"
de Toelast. Maar als men wil levén zooals een
Alkmaarder leeft, moet men de Markt oversteken
naar den linkerhoek, waar een kort straatje voert
naar do rechte Gedempte Nieuwesloot. Links aan het
eind vindt men net logies in het Hotel de Burg. Op
schep perigheid is er heelemaal niet aan De Burg.
De mooisto kamer met de piano houden ze zich voor
zich zelf, en er is een algemeene kamer voor de be
zoek, tb, en groot vertrek, heet en benauwd met
een groote kachel in dan winter, maar koel, met een
helderen, met zand bestrooiden vloer en eenvoudige
gewreven ipeubels, in den zomer.
Achter de kleine toonbank schenkt de dikke, vroo-
lijke eigenaar uitstekend lieiersch bier, of wijn, of
lt meer viirige jenever .Hij kent al zijn klanteh, Hol-
door
HALLIWGLL SUTCLIFF.E.
v«or Nederland bewerkt d. W. J. A. ROLDANUS Jr.
In boekvorm verschenen bij W. DE HAAN,
Utrecht. Ingenaaid 12.90. Gebonden f 3.50.
HOOFDSTUK I.
Grill komt terug.
J.°o Strangeways heette de man; en indien ruw-
beid van iemand een diamant maken kan, dan
1011 hij van hot zuiverste water zijn. Afgezien nog
de ruwheid, zou een ongeoefend oog maar
-u.'rig goede eigenschappen in hem kunnen ont-
onder tranen en gebeden had zijn vrouw
»en lichtpuntje in zijn karakter gezocht en
vijf jaar, was zij nog verder van haar doel
J^'Jidard' dan ooit. Een „zure" kerel was hij, onver-
ÏÏffr ongevoelig, zoo niet wreed; zijn taal ruw,
y111,hard en schor. Eens in de week w as ij
tv!' 'd dronken.
-„,ata Strangeways, zijn vrouw, was in alle op-
tvüf hïï ïtecie8 het tegenovergestelde; kalm, ter-
SchilMof Pa#fcde en Üerde: gevo6lig' W8^f Ju
win hS Wfta> netjes in haar taal en kleeding, tor-
wil h,J zich om die dingen in het minst met be-
Zij was een echte dochter van het moor
IMoor noemt men in Engeland moerassige heide-
h«i streken, die in ons land niet voorkomen,
o„L^rd bIi've d-U8 het liefst onvertaald) - en
w<5w5r?eid onder het oog van den grooten God, die
om ifi tus8ehen de heuveltoppen en de wolken. l\^ar
t(. IDet StrangewayB getrouwd was, zou moeilijK
den ^gan zijn; zijn baantje in de steengroeve op
lok kir1, van het, moor was nu niet bepaald aan-
dic vx>or de erkende schoonheid van een streek
rianii1 dl om zijn mooie meisjes bekend is; zijn
vo, r ,,faa Kaven nu niet bepaald een vergoeding
teo,,.J'1.ieelijk uiterlijk; haar familie had zich sterk
het .'"1 huwelijk verzot. Missehien had juist door
*8 zin ^j alles .tegen zich had, de vrouw zich
\Indi,.„amiei1 geworpen.
Ie» r g'J het dorp Marshcotes verlaat en reeds
dr°f oversteekt' zult gij een mijl of drie verder
u top van de heuvelreeks, die de graafschap
Kerel, ik heb ook mijn zorgen!
De naar hulp zoekende telde de kwitantiëo nog
eens neen-, telkens een vingertop bevochtigend!. Hij
keek De Pauw van boven z'n brilleglazeri eens aan.
Durfde niets meer zeggen. De gedachte aan den wis
sel van zeven honderd gulden, die over tien dagen
zou worden gepresenteerd, drong al het verdere bij
hem terug. „Je hebt noodt last gehad met Evers, hè?"
vroeg de huisvriend na een poosje.
„Last!?" i
„Nu ja, met uitstel van betalingMet het weg
sturen van een wisseltjeDat kan toch iedereen
overkomen!" i
„Nooit!" riep de ander uit, en het vermoeden al
leen maakte, dlat z'n oogen rood' werden van schaam
te en ergernis. Hij was nog niet gewend aan het in
gen. Moeder mocht er niets van. weten, niets bevroe
den. Want ',t zou haar dood zijn
Dokter had gezegd: Nog één stootje en t is ge
daan, Van Wijk! Denk er «ml
Voor de buitenwereld bleef hij de gegoede, solide,
or tamelijk warmpjes bijzittende Van Wijkl Zijn
krediet was ongeschokt Hij had nog noodt een wissel
teruggestuurd
Oud vrouwtje zat te knikkebollen. Ze snurkte
zachtjes. De poes was op naar schoot gesprongen
en snorde. H Begon in het kamertje te schemeren.
De punt der sigaar, die De Pauw tusschen die lippen
hield, vonkte telkens op.
„Neen, jongen", zei bezoeker, ,4k heb er rijpelijk
over nagedacht Maar t zal niet gaan, Spijt me waar
achtig voor jou. De dekking is ine te geriskeerd. La
ten we e.r niet over piraten'
Van Wijk sloeg het boek dicht, waarin dó kwi-
tantiën lagen. Leunde in zijn stoel achterover. Trok
aan zijn uitgedoofd tabakspijpje, Zei geen woord.
„Kom je vanavond nog in De Kroon?" vroeg be
zoeker, en hij sprak heel zachtjes, moeder vooral niet
willende storen.
„Neen", antwoordde Van Wijk kortaf,
„Dat'a jammer", fluisterde bezoeker.
En toen er geen. antwoord kwam, zei hij: „Dat'a
erg jammer".
Weer poosje stilte.
„Ik weet misschien een middel om je toch nog te
helpen".
Maar Van Wijk bleef zwijgen. De weigering had
hem gekrenkt. HIJ was nog niet gewoon te soebatten,
om hulp. En de angst bij het denken aan den wissel
van zeven honderd gulden overmande hem.
De Pauw stond op.
„Enfin", zei hij, gastheer een hand overstekend,
„tot ziens dan!"
„En toen kwam de vraag: „Hoe laat ben je in De
Kroon?"
„Een uur of acht, half negen, hé?
„Goed, ik zal er zijn".
En vader verzon een boodschap. Liet de oude meid.
binnen, bij de juffrouw zitten. Zat in groote span
ning te wachten in het café, waar De Pauw zou ko
men. 't Was neegen uur, toen deze verscheen. Me\
iemand, dien Van Wijk niet kende.
De Pauw wenkte hem.
Nam ouden vriend aoart.
Viel met-de deur ln hul».
„Je kunt geholpen worden!" zei hij, „althans par-
tleeL Hoeveel heb je noodlg om dat wisseltje van
zevenhonderd te betalen?"
„Buim vierDesnoodsAl» 't niet ander» kan,
drie honderd vijftigMaar je weet, I)e Pauw", en
Van Wijk, de ln zijn krediet nog ongeschokte, keek
angstig rond, „je weet, geen sterveling mag er.
„Dat weet ik. Luister liever", zei Dc Pauw.
En hij vertelde Van liet prachtplan.
Van Wijk's naam was puik. Nu kon hijMis
schien achthonderd! pop krijgen, onder uiterst makke
lijke voorwaardenZeker ze» of vijf-vijftig.
pls-ieJa. da Ar zat 'm de kneep
Dit was de chose I
Als-ia...
En De Pauw, kennend het eerlijke hart van dan
ouden vriend, was blijkbaar verlegen cm het te zeggen.
Maar toch deed hij 'L
Als Van Wiik dan borg w'Uia staan. Voor een
meneer, die hij hem straks zou voo<sieiier. Kcung
pen Yorkshire en Lanc&shire van elkaar scheidt,
een vrij groot huis ?ien liggen. Vroeger, toen er
nog een geslacht van krachtige landjonkers woonde,
was Peewit House een plek van rumoer en pret-
makerlj geweest; maar het oude ras was uitge
storven. en zelf in die dagen waren de menschen
er niel erg op gesteld geweest bm, drie mijlen het
moor in, een huis te zoeken. Joe Strangeways had
liet echter voor een langen tijd: gehuurd; hij vond
het in zijn bekrompemjaloezie beter, dat zijn vrouw
geen buren had, met wie zij, terwijl hij in de steenp
groeve aan het werk was, kon babbelen of kletsen.
En zoo zou het leven van Kate Strangeways zon
der eenige vermeldenswaardige bijzonderheden ge
weest zijn, indien niet iin Manor House aan liet
eind van het dorpje Marshcotes een weldadige oude
dame gewoond hadt Mrs. Lomax had den naam
een halve idioot te zijn, maar zoo lang haar idiotis
me zich slechts openbaarde in het uitdeeien van
geld, wijn en versterkende middelen, nam niemand
er aanstoot aan. Ongetwijfeld: was zij een exen-
trieke vrouw; zij had er een gewoonte van ge
maakt om iederen dag van haar leven, onverschil
lig of het winter of zomer was, tien mijl te wan
delen; deze gewoonte had haar buitengewoon ma
ger en .slank gemaakt; haar kleeren waren altijd
te wijd voor haar, haar stem was door het wan
delen in weer en wind zoo schor en ruw als die
van een ma.n. Maar zij was en bleef een dame, en,
ondanks haar groote en niet bepaald innemende
gestalte, een goedhartige dame ook. Buitengewoon
trotsch was zij op het feit, dat de Lomaxen van af
het oogenblik, dat Marshcotes een dorp geworden
was, dus nu al ruim vijf honderd jaar, Manor House
bewoonden.
In het voorjaar werd Kate Strangeways ziek en op een
van haar lange wandelingen liep Mra. Lomax toevallig
eens bij haar op.
I-T m TV»^11*1 - i IY
de
lxLoi l/u.
Hm?' merkte de oude dame op, toen zij weg wfl-
lan. „jij mag Wel eens wat sterker worden. Goede
II. ,JJ| IJÜIL; wel
H port zal je goed doen, ik zal je morgen een
paar flesschen brengen!"
Ach, ik mankeer heusch nietsprotesteerde^ de
zieke vrouw. „U moet voor mij niet zooveel vijven
en zessen maken!" i
Houd je maar niet grooter dan je bent Ik loop
nu al drie en zestig jaar mede en je moet met den
ken dat ik mij de wet laat voorschrijven door een
kind van vijf en twintig. Morgen kom ik terug.
Strangeways trok een zuur gezicht, toen hij van
het bezoek hoorde; niet dat hij ur te trotsch voor was
Zei Van Wijk, niet hopend. „Ik vraag jou voor
genot en ie slci' mij voor.,..'
Pi-r.-ie zei D* Patm als jij Je pootje zei,
voor ivaL dan ia die meneer bereid je voor
de moeite vijf-, zekhonderd pop voor te schieten....
En ja, dat komt terecht... Dat zullen we wel regelen.
Ben ik een te oude sobat, ja of neet"
En hij stak den ander de vijf toe.
Maar Van Wijk keek hem verbaasd, verwezen aan._
Schoo fde bril raster op den neus. Snapte maar niet..
Eu De Pauw naar een anderen hoek van het café,
waar de elegante meneer rat te vachten do decisie.
„Nu?" vroeg hjj. in opgewonden spannirg,
,,'t Lukt wel 't Za! nofi wat moeite kosten. Maar
't lukt w^L„.
Iiij boog zich dJehtar na«? d*n e!ega=v*.
„Als 't mocht lukken... Den krijg Ik dus drie lap-
es van honderd, hé? En wij gaan samen het aapje
ncesseeren. Dat is de afspraak... Anders..."
„Neen," zei de chieke meneer, „dat is goed. Maar...
e zegt, de borg moet 600 hebben en jij drie... Dat is
negen... Het accept is groot 2500. En de rente voor
3 maanden,
jij die berekent, is.„"
„Ja," zei de Pauw' opstaand en zich beleedigd hou
dend, „ja, graag of nietf'
„Enfin, soit! zei de elegante, een versche Biga-
rette opstekend. Hij had geen keus...
Toen zaten zij met hun drieën. De Pauw had den
fijnen meneer "den raad gegeven, om vooral uiterst
hoffelijk te zijn tegen borg. Anders liep de zaak mis.
En de meneer svas quito-gentleman-lika Hij best 1de
een flesch bourgogne, ondanks het tegenstribbelen van
den ouden Van WJjk en hjj begon te babbelen. Te
vertellen....
Tapte een paar leuke moppen.
Een oogenblik was het Van WjjL of het lood
zware pak van zorgen van hem werd genomen. Het
vooruitzicht van den wissel te kunnen betalen maakte
hem vrooljjk.
Hij kon niet meer denken; niet meer piekeren over
al de miaém Hjj gaf zich over aan wat net oogenblik
verschafte aan verlossing, uit wat hem gekneld had
zoo langen tjjd.
Uit den «air. ven misère van schande over zjjn zoon,
het verkwijnen van zijn zaken, het naderen van
de débacle, dio hjj komen zag het verdriet over
zijn wegstervend oudje.
Hjj dronk van de bourgogne. En rookte na langen
tijd weer echt piekfijne-*igaar. Het werd later.
flujeh Lwam op taSeL En de „geldgever"
uwyimiw het café.
Dat De Pauw den woekeraar Jjlicgs getelefoneerd
komtn, want nu was de appel rJjpL.
Een tweede
verscheen „toevallig" In
den w
had.... Gauw
wist niet
Het accept kwam op tafeL En Van Wijk zag stapeltjes
bankpapier. Hjj had geteekend. Ze hadden hem ge
vleid. Hem met gr ooien eerbied behandeld. Als man
van fortuin, van invloed, van groot en ongeschokt
krediet...
zijn oh
hoofd van den zwaren wijn, dien hij had gedronken
origen a
>e hij zii
sn, klam'
den vorigen avond. En de angst over het borgstaan,
'laa late:
waartoe
brengen,
zich op
ade aL
momont van opwinding had laten
een schroef om z'n hart
In den kring van De Pauw's „handelsvrienden" werd
het geval besproken. Van het faillissement van den
ouden Van WJjk, waarbij de curator reden had ge
vonden om do aandacht van rechter-commissaris te
vestigen op een péar bijzonderheden. En hoe nu een
strafvervolging tegen hem was begonnen.
aarmans een strop!" zei een van de han-
„Voor
trok hij een
tusschen best
deisvrienden, En achter de Pauw's rug
zonderling gezicht... Dat de anderen ml
snapten.
„Jij .was z'n adviseur. Pauwtje, nietwaar?" zei een
tweede, „wat zal de vent woest op je zjjnl"
„Enfijn. één troost hé?.— 't Heeft Je geen wind
eieren gelegd, vaderde 1"
„MJj 17' riep de Pauw heel verbaasd uit,
kom jelui eraan?.... Ik dacht, dat Van Wijk
Als dn.."
ir zc schaterden van JooL
Neen, die was goedl
Pa
was,
hoe
puik
De Pa uw zelf kon zich toch bijna niet
houden.
nette, chiuue, voorname meneer, hoon.... f.'u ja. eeu
beetje lossig van doei„ '.na leven. Liejhebbe. van pree-
maken. Gaf teveel geld uit Kwam terecht,... Kwam
best terecht!..... Fijne familie. Geen seconde reden om
bang té zijn.
„Borg? Ik! En je weet toch..."
om goeden rooden port aan te nerven hij genoot dien
nu reeds bjj voorbaat maar hij vond "het allesbe
halve aangenaam te vernemen, dat Mrs. Lomax en
zjjn vrouw elkaar reeds van vroeger kenden, zooals
Kate in een oogenblik van gedachteloosheid erkend
had.
„Houd je bij je eigen soort en laten de andereni
dat ook aoen," bromde hjj, terwjjl hjj naar de keu-
Ken ging. om zich ln den gootsteen te wasschen.
Hannah, het dienstmeisje was bezig een laken te
wasschen. toen Strangeways in de kouken kwam; zjj
kon het niet erg vinden met Kate, want beiden déden
graag haar eigen zin, en zji trachtte steeds haar mees
teres in de wielen te rijden.
„Altijd dat gezanik," zeide zjj, „zoodra 21e wat heeft
denkt ze dadelijk maar, dat ze dood gaat, ae moet dit
hebben en dat hebben, en die Mrs. Lomax zit haar
dan nog te beklagen ook. zoodat er heelemaal geer*
huis mei haar 1e houden is."
„Hou je bek en laat ik mij wasschen," bromde Joe,
terwjjl hij haar van den gootsteen wegduwde. Maar
toch maakten Hannah's woorden indruk op hem. „'Ja",
zeide hij. terwijl hij zjjn armen in het zeepsop stak.
„wat doet zoo'n dame eigenljjk bij ons anders dan jè
vrouw het hoofd nog meer op hol maken? Dat komt
lüer maar thee drinken, wefoneer ze moe is van haar
lange wandeling, is het niet? Ik zal er haar eens
wat van zeggen.
Getrouw aan haar belofte kwam Mra. Lornax den
volgenden ochtend met een mandje vol versterkende
middelen naar Peewit Ho.use. Het zien van de twee
korte en gedrongen flesschen bracht Strangeways da
delijk in een beter humeur toen hij 's avonds van zijn
werk thuis kwam. Nadat de theeboel opgeruimd was,
ging hij in het hoekje vkn den haard zitten, stak zijn
pijp aan en nam een der ilesschen ia zijn hand.
„Zeg." zeide hjj tegen zjjn vrouw, „ik drink een
glaasje met je mee, andera heb je heelemaal geen
gezelschap." I
„Doe dat nu niet, Joe. bet is alleen maar voor nu
en dan een glaasje, en ik zou niet graag willen, dat
Mrs. Lomax het merkte."
„Wat komt dat er op aan?" bromde Joe. terwijl hij
een tinnen kroes van den muur nam, die tot den
rand toe vulde en er een langen slok uit dronk Dan
gaf hij den kroes aan haar, maar zij weigerde. Later
op deai avond raakte hij licht aangeschoten van den
ongewonen drank; hjj maakte de tweede flesch open,
waarop Kate, na tevergeefs gesmeekt en gedreigd te
hebben, hem alleen liet zitten Zooals zjj altijd bij
dergeüjat, gelegenheden deed, sloot zjj de deur van
goed hoi
„Neen", zei een van de handelsvrienden. „nu
in ernst Waarachtig 1 Ik had dien ouden Van WJjk
niet in staat geacht tot zoo-iets. Jaren-lang heeft-ie..."
„Och wat!" zei De Pauw ,,'en zjjn zoon dan,
die Kareltje? Een fjjn lid. De appel valt niet ver
van den booml"
„JJj bent toch een echte schooier." lachte handels
vriend „door jouw fijnen raad is die Van Wiik
in de bajes terecht gekomen, je hebt er natuurlijk
je winstje uitgeslagen, en nou geef je hem, op de
koo ptoe... Neen, Pauwtje, kereL.."
En gierden van jooL
En toch was er in de pret een tikje minachting
tegen Pauwtje.
Want ook in het boevenhart sluimert nog iets men-
scheiuka....
MAITRE CORBEAU.
Den Haag, 22 Nov.
Heden was de beurt aan RechUche sprekers bij de
Algemeene Beschouwingen over de Staatsbegrooting. En
de leider der Katholieke Kamer-dub dr. Nolens, was
de slaapkamer af; haar man molest maar zien waar
hjj slapen kon.
Een paar dagen later kwam Mrs. Lomax weer eens
kijken.
„En de wfjn Je wat opgeknapt?" vroeg zij met
een stem, die meer op een slagveld dan in een zie
kenkamer paste. „Veel beter zie je er echter nog niet
njit HaK k» rfiarlu ii'n nro? «Ir in movn/t/i WnK 9"
uit. Heb je gedaan wat ik je gezegd heb?"
Kate kreeg ecu kleur.
„Ik ik drink het liever niet." stamelde zjj.
Mra. Lomax keek haar eens goed aan; zjj wist iets
van Joe Strangeway's manieren en begreep dadelijk
hoe de vork in den steel zat
„.Ie moet Haal dadelijk een flesch en drink, waar
ik bij zit, minstens twee glazen."
Weer kreeg de jonge vrouw een kleur, dan, werd
zij biedt van schaamte; zjj kon geen woorden vinden,
nu die twee haviksoogen haar door en door keken.
De lippen van de oude dame vertrokken zich tot oen
bitteren glimlach.
„Hoe laat komt je man zoo wat van zijn werk thuis?"
t hjj
maar u bent toch niet
zoo wat van de groeve
van plan hem iets te zeggen.
Mra. Lomax?" j f. ["E jjn
„Dat ben Jk juist wei van plan, beste meid. Het is
nu vijf uur en ik heb nog niet zooveel geloopen als
ik wel gewild had. Ik zal naar de steengroeve gaan
en je man eens precies zeggen waar het op staat Neen,
je behoeft geen verontschuldigingen aan te bieden; wan
neer ik eenmaal iets besloten heb, blijft het erbij."
En met die woorden ging de oude dame de deur uit,
den stok, die haar onafscheidelijke metgezel was, voor
zich uitzwaaiend. v
Toen StraiWBwys over het moor naar huis, terugging,
zag hjj een flinke gestalte, wel drie duim grooter dan
hjj, op zich afkomen.
„Joe Sirangeway, ik wou een woordje met je spreken".
Joe stak zyn handen diep in zjjn zak en traentte een
air van onverschilligheid aan te nemen, maar hjj voel
de ach allesbehalve op zijn gemak.
„Ik luister, mevrouw."
„Je hebt een vrouw, die honderdmaal te goed voor
je is; zjj wordt ziek alleen door de manier, waarop
je haar behandelt - en dan drink je den wijn nog
op, dien ik haar gebracht had, om wat op te sterken."
„Dat is een leugen!" schreeuwde Joe.
,;Is dat hen leugen, Joe Strangeways Y' vroeg de
oude vrouw, terwijl zjj hem strak aankeek.
Er volgde een stöte. Dan flapte hu er uit; „Wie
heeft het je verteld? Ka» aorns?"