Sphanpp GriSfi Lomax en zijn daad Zalerdaq 15 December 1917. 60ste Jaargang No. 6124. J TWEEDE BLAD. Tweede Kamer. Schetsen uit de Rechtzaal. FEUILLETON. Staatsloterij. Binnenlandsch Nieuws. UÜllU'vJUI UUUI Uiiïi De heer Hugmholtz erkende héde^^bij' de^ioe- Beschouwingen over de M;irii>(>-be^ootmi?-1918 dat wy aan. een „mijlpaal" rijn gekomen. Hij riet eau geest van meerdere onderlinge waardeerin» én sa- nwnwnkiug komen tuaschen officieren en minderen bil de vloot. Bij dat verblijdende woord sloten de V' v Vtin 011 Ketelaar zich in den i uc iweeoe ivamer betieerscti te, eil moeten <a kv-anen, dat het voor minster Ram- bonnet eea groote voldoening moet rijn geweest, tfe™ dezen toon te hooren. De heer Hiigenholtz, - die ook zijnerzijds wees op de groote moeilijkheden, vooral door hot niet op tijd aankomen van materialen enz., welke de aan maak van nieuwe boden» enz. voor <xnze Marine nu ondervindt had gaarne gezien, dat de Rcoeering eenige verklaring had afgelegd, steunend de ontwa pen: ngsgedachta Dat heeft z.i met stipte en strikte neutraliteit niet te maken. Hjj .drong nog eens aan maar in veel zachter termen dan vroeger tot hel toelaten van „Het Anker" aan boord. En bepleitte de voorwaardelijke veroordocling bfj het militair tucht recht. Op rijn vraag, of het plan nog bestaal, aeemili- aaos naar Indië te zenden, kreeg hij van den minister van Marine in het broKje rede, dat Z.Exc. hodennamid- dag reeds hield, een ontkennend antwoord. Uit het verder Marine-debat stip ik aan, dat de heer v. d. Voort van Zijp eerbieiLge hulde bracht aan luitenant De Jong1} nagedachtenis, waarbij Exc. Ram bonnet zich aansloot. De lieer Oud besprak in een vlot ten gehoore gebrachte rede de opleiding onzer Marine-officieren en nepleitte meerdere bewegingsvrij heid voor de onderofficieren. Bij de rede des mi nisters, welke morgen, Vrijdag, verder wordt ge houden, zullen deze en meerdere heden aangevoerde punten weer aan de orde komen. De heer Nierstrasz besprak In 't kort het Regeeiings- beleid in verband met de versperringen in de Noord zee. Wees op de moeilijkheid voor de verbinding met den wal, door het verdwijnen van het lichtschip Nd.- Hinder berokkend. Ook blijkt de heer Nierstrasz 't niet zeer fier te achten, dat onze oorlogschepen zich zelfs waar 't redding van schipbreukelingen betreft zonder moer onderwerpen aan de bepalingen be treffende het verboden gebied. De minister besprak heden slechts enkele kleinere punten van het debat Morgen komt 's hteren Ram- Donnet's rede. Maar gelijk gezegd over het al gemeen was het „nieuwe geluid" van warme waar deering thans bij Marine overheerschend. Een der ^uede „nova in oorlogstijd 1 Er is weer een interpellatie geboren. Dr. Beumer is er de vader van. Hij gaat minister Posthuma vra gen stellen in verband met de prijzen voor brand stollen, door het Rijkskolenbureau van 1 December vastgeteld. En wij hadden een „incidentje'. Een echt, maar zeer onschuldig en snel voorbijgedreven. I>e heer Van Idsinga vond in de wijze, waarop de premier zich blaak uitgelaten te hebban in diens laatste rede bij de Algemeen© beschouwingen over s hesaon .Van Idsinga s zeggen, dat de houding der Rcgoermg hem, aan een Ouenbachsche „Opera bouffe" had doen deuken, reden om het woord te vragen voor een persoonlijk feit Exc. Gort v. d. Linden had het adjectief „onedelvoegclijk" genoemd. President Fock trachtte water op het brandje te gooien, maar 't was niet eens noodig. De premier gaf den heer Van Id singa de verzekering zijner veeljarige en diepgemeende hoogachting. En de vréde was gesloten. Als parlemen taire onweertjes nooit ernstiger gevolgen hadden dan dit, 't zou wel schikken. Mr. ANTONIO. EEN „UITKOMST'. Toen Arte den brief van zijn benoeming kon too rnen geen dag, geen uur eerder zou zij over de brug zyu gekomen hid tante Eef dan het tientje geleend Tegen schriftelijke verbintenis, op eerewoord en handslag van richtige terugbetaling. 't Was een uitkomst, ecu redding dat hij zij 't dan voorloopig niet tijdelijk karakter, maar dat dooi1 HALLIWELL S U T C L I F F.E. Voor Nederland bewerkt <L W. J. A. RQLDANUS Jr. In boekvorm verschenen bij W. DE HAAN, Utrecht. Ingenaaid f2.90. Gebonden f 3.50. 8. Griff keek voo rrich uit over het moor. dat rustig als die iiuod iu het maantichL lag. Hfj rilde bij de fantasie tan deu prediker; spoken en geesten schenen In dit door den nacht omgorde land ide eenige wer kelijkheden. Dan echter voelde bij den buik van zijn Merrie onder zün beeneri en het stroomen van liet bloe>j| ia zijn lichaam. „Gabriël, lachte hij, Je bebt een sterke fantasie Ma£<f Hoop naar de maan met je bijgeloof.'' .„Jongcfu jij kient alleen maar zoo trotsch, omdat je Zoo ,-i Merk lichaam hebt" jammerde Hirst. Maar denk eens aau je ziel, die voor eeuwig in de hel kan branden." „Dank je feestelijk," zcide Griff en gaf Lassie de •#oreu. 7 Toen zij weef langs Wynyates terugreden, waren db ruiters iu eeu heel andere stemming De lichaams- bevvgjrig had al die ziekelijke fantasiën bij Gabriël *ÓKgevaagd en zijn gedachten waren nu bij Greta. „Zeg, Griff," vroeg hij eindelijk, „heb je in den Matsten tijd den molenaar ook gezien 1 dJa en zün dochter ook; dat zal je nog meer belang inboezemen, denk ik. ik beu er vanochtend «ven geweest" Een lange stilte volgde. Een glans kwam op het Salaat van den prediker, doch niet van geestelijken «erd, maar een gloeiend, afschuwelijke ijverzucht i-fhj is een meisje uit duizend, Griff, en jij ziet w heel wat aantrekkelijker uit dan ik; ligt het in 1« bedoeling mijn medeminnaar te worden «Gabriël Hirst als je wilt dat ik denk. dat je^ *«cr dronken bent moet ie op die manier doorgaan, Iammx ruw r 'Anno x ruw. y®bricl deinsde wat terug „Nuchter of dronken, ik kahn. «Dan ue wai icrug. dronken, ik ben bang voor je. zeide ben je krankzinnig Heb ik soms geen oogen J? °bjn hoofdHeb ik dien avond niet op jullie .r06^ gelet en giezaen hoe liaar oogen verstopper- en geliooid lnoo zij nxei haar scherp <*»g«tje je voortdurend plaagde?" n «En mu <iat IUOg? \\at heb ik daar aan? n" *-1*! dal begryp jij natuurlijk niet, omdat je ween veel veaiaiid tem vrouwen hebt als op •b-SS*"1 van adjunct Die ook zooveel ais .rnT«„ )a0BrZ*5 factotum. De zetters con- troleeren, op -de straatdeur passen, met kwitanties Ioo- l™#5 lers, aansporen: praatjes en uitvluchten verzinnen als er kwitanties kwamen, terwijl de kas 1to«tand verkeerde en nog diverse func- adjubct was door een bloedspuwing ge- K°". ,m maanden - bad de dokter gezegd .8*7^ art*»d verrichten, die inspanning verg:1e. Zwak, terigziek mannetje, had zich allang moeten macht-ne ro®- Maar patroontje dacht aan zulke dingen filet Als de stumper zat te rillen, terwijl de kachel uit was en patroon boodschappen moest doen prach- tige gelegenheid om brandstoffen te besparen, zei me ineer, dm t echt gezond was voor menschen van zijn gestel om niet in te warme atmosfeer te vertoeven: vertelde, dat „de meeste ziekten het gevolg waren van te hard stoken Adjunct durfde niet tegenspreken. Zat te klappertanden. Kreeg dan opdracht om kwitanties te gaan incasseeren. Dat is een heerlijk gezonde be weging. Patroon was voorstander van natuurgenees wijze, zooals hij 't noemde Geen pillen, geen poeiers. Geen dokters of apothekers, de natuur, dat 's 't eenige en ware. Maar adjunct was noü-actief geworden. Ij»g in het gasthuis. Patroon had een brief gekregen van een soort zaakwaarnemer, hem herinnerend aan rijn ver plichting tot uitbetaling van zeker deel van 't loon, volgens het Arbeidscontract, 't Kwam er nu op aan, een plaatsvervanger te vinden, die voor een schijntje zou willen "werken. Hij had een annonce eraan ge waagd. Em Arie had zich gepresenteerd Patroon zagfdade- lijk. dat hij het mannetje had, dat-ie zocht Maanden achtereen nad sollicitant getracht iets te vinden. De zaak, waar hij vroeger gewerkt had, was door dé- bacle van groote onderneming getroffen schier plot seling teniet gegaan. Hij stond op straat met oen klein bedrag, dat de curator hem uitbetaalde Zij teerden in. Al-meer en ai-erger. Verkochten stuk je na stukje van het huisraad. De kleeren gingenf nahr den lommerd. Met 't schrijven van vele honder den enveloppen verdiende Arie jju en dan een paar gulden. Marie naaide in stilte voor een paar dames, aan wie ze was aanbevolen. Zij leden seds weken honger. Jan en de kleine Paulientje zagen er 'zoo schraal uit, met fletse oogen en intens witte wangen. Van een buurman in 't huis dien rij al zei weken in huur-achtérstand waren, kregen ze een krant te lezen, Zóó was hun aandacht gevallen op annonce van pa troontje, die een adjunct zocht Arie had geen lust om weer aan 't schrijven te gaan Maar Marie drong aan Wist bij een buurtje velletje behoorlijk papin- en enveloppe te krijgen Hij schreef voor de zooveelste maal dezelfde wooraen. Met slaperige oogen vermoei den kop. Ging den brieft posten. Nadat de driecents- postzegel gekocht was, hadden ze nog J>recies drkt dubbeltjes in huis. Zonder een „perspectief Tante Eef had gezegd, dat rij misschien, heel misschien ,jnog met iets heipen zou", maar eerst moest ze zwart op wit onder de oogen krijgen eene benoeming van Arie. Dan zou ze „zien". Arie en Marie wachtten een .dag in groote spanning. Weer was •- om althans iets te kunnen eten naar „Oom Jan" verhuisd Toen kwam het briefje van drukker-uitgever, Eien paar norsche regels. Meldde dat zich een groot aantal sollicitanten had aangemeld, zoodat de kans om „in aanmerking te komen" zeer gering was. Maar Arie werd dan toch uitgenoodigd om „zqn belangen te komen voordragen." In koortsige opwinding werd nu voorbereid. Tante Eef was niet te vermurwen. Dat briefje van oens aan te komen had niets om 't lijf. Eerst de officieele benoeming. En voor dien tijd geen cent. Daar bleef tante bij Een oude vriend van Arie leende hem z'n Zondagsehe jas. Marie stond het eenige overhemd, dat Arie nog had, te wasschen, te strijken. Eindelijk kon hij gaan. Was-ie presentabel voor üe aanstaande patroon. En meneer Tangers ontving hem met knorrig-nijdig over 't gestoord worden. Meifcte best, hoe Arie schrok van die mededeel ing. Hoorde hem "Uit Liet hem vertellen Bekeek zyn getuigschriften. Liet Arie een brief schrijven. Zat voor zich uit te turen in het wrakke, dood-oude kantoor stoeltje de duimen, de breede, platte, wedloopje latende spelen. Zachtjes fluitend. Daarna zachtkens trom melend inet de vingertoppen op blad van schrijf tafel. „Weet wel", zei meneer Tangens eindelijk „als gebrek... Arie haalde de wenkbrauwen op. Glimlachte en maakte beweging van, dat snap ik hoor... Alsof patroon bril jante positie had aangeboden reeds. „Nu juist," zei meneer Tangers, ..maar ik gevoel, ik besef het moeilijke van je positie. Ik ben niet ongevoelig voor het leed van anderen Dat mag ik zeggen zonder zelfverheffing... Men kent mij als zoodanig..." Patroon zei 't op zalvenden toon. Streek zich over [het gelaat. Keek nu naar de grauw-berookte eob van jiantoortjo. Arie knikte me* eerbiedig, bewonder laat. „Je moet niet verwetro'^ h.rvulte patroon^ t ik verplicht b«i ik vat' zulke dingen als een moreeie verplichting op, hooger van beteJienis dan een --ettelijke, begrijp-je dat goed1„. Dat ik ver plicht men thans 'helaas aan het ziekbed gekjuister- 'erden boekhouder te steunen. Hem en ajn gezin. Dat vergt veel van iemands draagkracht... ik moet daarmee rekening houden, Begrijp-je dat?" Patroon keerde zich plotseling om. Beek Arie scherp streng, docd ringend aan. „Natuurlijk, meneer,"-herbaalde <km. Goed," zd patroon. ,,'t verheugt mij, dat je w. my begrijpt" Er volgde den diag, diait je gebaren werdt fyta/ar Je wilt niet; je beat zoo vierviloekit nederig w aar je bel niet naoeet zijn, en je kraait victorie waar je wat nuchterder inoetrt wezen". „Geloof Je diai hieusch, Griff? De nik Je dat miain, neen, bat i« te inood, hiet kan niet Zij bedoelt er alleen mee, dait ik een idiote kwezel ben em sunia geloof ik het zelf bijna, ook", voegde hij er peinzend! bij. „Wat ben je toch een ezel!" De [wed ik er beet op zi.ln lippen en scheen Iets te willen antwoorden ;maiar hij bedacht zich en begon over rota andems. „Er zijn heel wat veranderingen in den laatatem tijd gekomen" begon hij. „De oude moten is ver- humxt, Fionder's Folly is verhuurd, en nu Wyoy- aitea". „Fiender's Folly verhuurd?" vroeg Griff verbaasd. „En aan. v^ien?" „Den een of anderen sportsman mert een heeJe- tr&lcL»" „Frender luid ook voel geld, toen hij do Folily tiet bouwm. Laten düe vervloekte vreemdelingen hun geld eklers verteren in plaats van pak-ieen midden iin het moor te bouw en; het moor heeft ze niet noodig". Vreemdelingen, Griff?" zeide die prediker met een hartelijken lach. „Je kunt makkelijk zeggen, dat je van nier komt". „Dat kan me niet scheden, het zijn vreemdelingen. Wat heeft een moor-huis badzalen, terrassen, tui nen en serres noodng? Goddank, dat het in ieder geval niet in het Marshcotes-moeraB \igt". „Kapitein Laverack de man, die hert gehuurd heoH heeft een dochter, die hoed mooi moet zün, naar ik gehoord heb", begon Gabriël weer na een nieuwe pauae. Griff moest in zichzelf lachen; hij begreep heel goed, diat die prediker probeerde om die aandacht ■\an, rijn mededinger in een andere richting te brengen, „Zoo? Komt zij wel eens in Ling Crag? „Nu en dian rijdt zij dezen kant w»> eens uit. Er schijnt iets bijzonders achter te zitten dat zeg gen die menschen ten minste want nu eens loopt l»et meisje rond met een gezicht zoo lang als mor gen dien heeéen dfig, en dan weer rijdt rij zoo hard; diat het wel lijkt, of rij den duivel in laar heli aam heofit. Maand in, maand uit waren zij op Fnender's Folly, zonder ooit eciai oen uitstiajije te maken, wat dé gaxxxce lui toch andere altijd doen.' „Gabriël, het doet iemand waarachtig goed je te hoeren ju-aten. Kerel, je venandiert hielemaai, zon der dat je het zelf weert. „Ik dacht zoo", ging Gabriël \oort, „dat rij mis schien niet zoo gelukkig is ais rij zijn kon, en bet r vólgde stilte. Meneer Tangers wreef z'n kin. Hervatte: „Laten we kort rijn. Voor den plaatsvervanger van mijn boekhouder knn ik in geen geval meer uittrekken dan. veertig gulden per maand. Ln wekclïjksche ter mijnen te voldoen. Ik herhaal: de betrekking is van tijdelijken aard... Zeker. Maar ik hoop, dat u mij nu genoeg kent om te beseffen dat bij plichtsbetrachting... Bij strenge stipte plichtsbetrachting... Bü .toewijding zooals ik die ken en opvat— Ook voor de toekomst- Zonder mij te verbinden tot iets™" Weer keek bij Arie scherp tan. ^Natuurlij, meneer", herbaalde deze. En zij werden 't met elkaar eems. Op Arie's verzoek schreef meneer Tangera een soort van voorloopigen benoemings brief. En toen Arie den brief op zak bij de deur stond, vermande hit zich. Denkende aan den toe- btand thuis; aan de onzekerheid, of tante Eef op een voorJoopige aanstelling zou willen helpen... Vroeg hij met hartklopping over z'n eigen ver metelheid, of... of meneer een klein voorschot... Maar patroon werd rood van drift Riep uit. dat als hij zulk een "vraag, een minuüt na afspraak, had kunnen voorzien... hij zich zou gewacht hebben. Arie bood excuses aan Vroeg vergiffenis. Mot tra nen in de oogen van schrik en van angst Patroon liet rich eindelijk vermurwen, schoon nog achtbaar ontstemd.... Den "Volgenden ochtend zou Arte in dienst treden Tante Eef zagen wij liet zich verteederen Leende het tientje. Op «erewoord en handeling van richtige restitutie. Met een gulden per week, maar dan ook nooit of te nimmer een centje minder.., Eln in ,de vreugd van eindelijk iets gevonden te heb ben, loog Arie, dat het salaris vijftien gulden per week was. Hij durfde er met voor uitkomen, dat hu voor een tientje per weèk van 's ochtends negen tot s middags vijf, zes, soms zeven uur (aldus was de afspraak) tor beschikking van mijnheer Tangers zou moeten wezen. En dien avond zaten Arie en Marie te cijferen, te rekenen. Budget te maken. De uitkomst was tamelijk bevredigend. Na langen tijd waren Jan en Paulientje weer dank zij tante Eef s leening met gevulde maag naar bed gegaan. Maar wel vond Marie* dat Arie er gedrukt uitzag, 't Was of hem iets hinderde, 't Stak af bij haar opge wonden vroolijkheid over de toekomst.. Maar zij was dien avond te moe, tan er lang over te piekeren. De heerlijke gedachte dat 't allerergste nu althans voorloopig was afgewend deed haar ook voor 't eerst na langen tijd binnen een paar minuten inslapen. Dien Zaiterdlag had! hij een paar J«emauwde uren doorgemaakt op 't kantoor. Meneer Tamgetfa w-aa al heel vroeg voor „dirtungcmdie zaken" uitgegaan. En dlaar kwam hert „beentje" van de tachtig gulem, die de «schrik waa geweest op zoo m enigen Zaterdag san Arie's voorganger. Weigerend heen te gaan. Meneer langere uitscheldend voor oplichter, afzet ter, huichelende boef. Dreigend met onmiddellijke fMilkisseinenne-nainvrage. Schreeuwend, dat Arie de helper, de hand langer was van patroon. Robert en Bentiaml.,A.. Ario trachtte hem te sussen. Verzekerend, dart do zaak „perfect dn ordle kwam". Intnisschen in doods angst deukend aan zijn edgeni broodje in deze situatie Hij had den vorige Zaterdag over de allereerste week maar dtrde rijksdaalders gebeurd. Had' van een kennds een tientje weton te krijgen mert eere- woord-belafte van vandaag terug te zullen geven. De kennis had. al om tietn uur getelefoneerd van: „Zeg ,Arie, je denkt er om, hé?Of wil ik mor gen liever erven bil je aankomen? Kennis kwam dikwijito opkropen, Miarie zou 't hoo renArie iMiak hert angstzweet uit. Vier, vijf kwi tanties werden gapreaenteerdv Er was geen cent in kaa Om twee uur telefoneerde patroon. Was bezig mert hoogst-belangrijk» rtnanaactia Zou Arie weldra prach tige tijding kunnen melden. Misschien kreeg hij opslag.... Arie sprak over het beertje van tachtig gulden, «ver de andere kwitanties. „Ja .best!" schreeuwde i».14«ou, wat heeecb van toom, wat geagiteerd, „komt terecht hoorlKomt in ordie. Stel ze maar uit op korten termijn. Goed verstaan? «O, Ja, en ga strak» d#d k-wteamtL; fcaec bij Vim Hoorn en OaDenk daar vödtel aan!Ge nu cte** it»T»g Kg* ksïïtoor. Met een briefje: „Tot vijf uur gesloten", goed begrepen?"... Weg was patroon. Arie had willen vragen hoe laat maneer terug nou zijn. En over z'n eigen loon. Vruchteloos. De verbieding was afgebroken. Toen «am Ante dk*--kwitantie voor Van Hoorn en Co., plak te het papiertje met „GesVAen tot vijf uur" op de deur. Gfog de stnasst op. Ontving dó drie-en-twiTrtig gul den veertig echte •ocroédrtciLiJk. Keerde terug t««r kantoor. Wachtte op patrom. 'rt Werd half ze& z Waa dónker. Nog Arie begreep dei' toestand- De telefoonschel rinkeldie Meneer Tangers was t. Dat hij nog ndet udit de belangrijke conferentie over de aoo gewichtige transactie weg kon. Arte moest maar tot Maandagochtend wachten mot z'n salaris. Of maneer zou 't hem, als hij ©enigszins itljd ha* nog wel even laten brengen. Maar U was nieit zieker. Arie «tood' aan dB telefoon en de hoorn beefdle dn rijn sadnierendie, klamme hand. „O, jazei meneer Tangers, met lerts welfe- leuds in rijn stem, „o ja, heb je die kwitantie bij Van Hoorn en Go., aangeboden?" En t was Arie, aisof een «ndter voor bom antwoord de, toon hij zei„Ja meneer. «MaarMaar niets ontvangenVolgende week Meneer Tangera zag niet, hoe wit de lippen wa ren van den rtijdtelljken boekhouder. En welk een dolle wanhoop er sprak uit rijn oogen, toen hij dat loogVan dat niet ontvangen hebben der f23.40. De curator in het faillissement van meneer Tan gens heeft tegen Arie een klacht ingediend!. Wegens de verduistering van hert geld, bij Van Hoorn en Co., onitjvargBn, op dien Zaterdag. Rn van nog twee andere kwitanties. En 'rt was totaal circa vijftig gul- dien. De jeugdige, toegevoegde verdediger praatte met curator erver hert zaakje. Schetste hem de ellendie tn Arie's rerin. De „om standigheden" waaronder de verduistering gepleegd was. „Och, kerell" riep curator uit, .klets me toch niet over omstandigheden en zulke dingen meer. Zie je nu niet lm, dait die Tangers en die bediende com plice® waren? Dief en diefjesmaat, jeugdige collega. Maar aio ik aoo to. gannef je te pakken kan krijgen, dan laiat ik 't niet hoor!" Rn curator d'acht: 't Is toch feitelijk hoog-noodig, dax jonge advocaten neit zoo goed als bij hert notariaat gebeurt een soort van „stage" doormaken. Om wart menschenkennis op te doen. MAITRE CORBEAU. wordt tijd, dart JU gaat trouwen, Griff" De andier amtwooirdidB niet. llij liet zijn blikken wart over het moor weiden. Gaan trouwen, mom pelde hij in zichzelf; was liet dart wart hij miste? Dan begon hij plotseling aan Karte Stramgeways te den ken aan haar man, wooals hij dien gezien had op het bordes van den Buil kwam hij tot het besef, dart hij nog noodt een vrouw ontmoet had, die zooveel aantrekkelijks voor hem had' als rij. Doch dan dacht hij weer aan dien man. „Praat geen onzin", zeidte hij en verviel dan weer in stilzwijgen. In de bocht van den weg wend een andiere rui ter zichtbaar. HIJ hield zijn paard in, toen hij in hun nabijheid was. „Kunt u mij den w g ook wijzen» naar Wynyates?' vroeg hij. Griff schrok en nam den vreemdeling tweemaal goed op voor hij do vraag, die rijn stem en zun gestalte hem op dB lippen brachten, durfde doen. Eindelijk stak hij rijn hand uit. „Lieve hemd, Roddick!" rten hij uit „Wet moert jij op dit uur van den avond in dez» streek?" „Wart, ben jij het, Lomax? Kerel, laat ik je eens van dichterbij aankijken. Waarachtig, je bemt het. Jij hebt me daar een vraag gedaan, maar ik doe diezelfde: wat voer jij hier uirt?" „Ik woon hier, en dat is meer dan jij zc~ren kimt' lachte Griff. „Dan vergis je je laaMjk. Ik heb Wynyates ge huurd en ben op weg daarnaar toe". „Maar waarom vraag je dan den weg? Je hebt Wynyates toch zeker niet zonder hert te zien ge huurd?" „Ja, dat deed ik wel. De weg scheen zoo eenvou dig mogelijk, .toen dB herbergier mij aanwijzingen gaf; maar dart vervloekte moor hier brengt je hee- lemaa.1 in de war van den eenen horizont naar den anderen ia er absoluut geen verschil te mei- ken". Lossb» begon toekonen van ongeduld te geven; zij verlangde naar stal terug en hert kwam niert met haar denkbeelden overeen, dart haar meester haar hier liet wachten, terwijl hij mert een vreemdeling op dien weg stond te praten. „Ja, hert is goed, Lassde, hert ls goed", zeide Griff. nog een paar mijl en dan gaan we beusch naar huis. Lk zal je naar Wynyarte» brengen, Roddick". En dan aan dien prediker denkend „Hirst, neem je me noot kwailijk, ais ik je hier in den steek Laat We gaan binnenkort nog eene rijden". „Ga gerust je gajig, oud» jongen; de rit heeft me heel goed gedaan." antwoordde de prediker vroo- iijk. „En vertel me nou eens, Roddick, wat voor den duivel je hier brengt!" vroeg Griff, terwijl zij den Trekking van Donderdag 13 Dec. 2e Klasse. 4e Ujst. No. 18119 f 400. No. 18067 f 100. Pryzein van f 30. 59 282 318 348 457 73$ 775 868 882 849 1048 1323 1446 1447 1497 2286 2887 2915 2922 3027 3106 3213 3377 3435 3640 3883 3715 3994 4334 4338 4406 4679 4687 4803 5428 5661 5752 5783 5974 6792 7465 7483 7829 9532 9669 9873 10016 10104 1066» 10892 10990 11184 11238 11534 11749 12022 12288 12394 12872 13184 13561 14079 14256 14387 14508 14631 14765 14819 15260 154- 15424 15786 15893 15910 16283 16320 16602 16648 16904 16969 16977 17148 17247 17575 1770317725 17964 18239 18482 18889 18961 19167 19364 19985 20176 20234 20693 20804 2a Klasse, 3e L4j*t: 724 m. x met f 100, EEN FRANSCH LUCHTSCHIP. Donrierdiagmiorgen half zeven te in Eemnes Buiten tegenover het postkantoor een Pransch luchtschip zander bemanning gedaald. Het schip bleef tusechen de huizen hangen en beschadigde de telefoongeliei- dingen, schoorsteenen en bootmaan Vermoedelijk heeft de ixsrumning, die niet meer ln hert luchtschip was, dit ver laten, toen hert dal lende was. Brieven, kaar ten en jassen waren nog in hert schuitje en d» mo toren werkten nog. Men meldt uit SBedroeht, dart in den Ortterpol- der een Engelsehe vlieger ls aangetroffen en gein- terne er d.Waarschijnlijk zal hij deel hebben maakt van. de bemanning van hert Franse he soliip. Beoosten de Vecht op da grane vau de gemeente Achttien hoven rijn eenige voorwerpen gevonden, vermoedelijk van het vliegtuig aakomstig: een bus benzine, eenige spuiten, wn een aiaeeponip, waarop de woorden Distri button Loroden. De militaire auto- heuvel sfredleni. „De eer is aan Jou", antwoordde de ander. „Ik dacht dart Je iu de stad was bij Sybil Oglive; wat brengt Jou hier?" „Sybii OgUvie zelf en een groot verlangen naar friascbe lucht". „Zoo Ja, zij speelde een beertje te veel mert Je. Nou, ik feliciteer Je, kerel, want zij was niet veel moer waaird dan de minste vrouw, die ik ken, en dait zegt wart". „Maar Je hebt mij nog steeds niet verteld „Ook verlangen naar frissche lucht en een paar and/cue kleinigheden, waarmede ik Je nu niet lastig wil vallen. Laait liet je genoeg zijn, dat ik hier ben, en hier blijven zal, totdat het de Voor zienigheid, belieft, mij weg te jagen". „Heb je dan Londen, en de economie en hert schrij ven van (traktaten voor hert volk opgegeven?" „Ja, den heelen rommel. D» economie gaat je 11$ vijftien jaar lealijk de keel uithangen, en socialisme begint te oudbakken te wordBn. Ik heb nou een voorliefde voor de sport ffeknegem en ze hebben me verteld, dart er in den omtrek van Wynyates uit stekende jachtvelden rijn". Er was op Roddkk's gelaart Iets argeloos te le zen, dart Lomax volstrekt niet overtuigd». „Lk geiloof er geen woord van, Je was altijd aan den gehetenzinnigen kant, Roddick. Als je het motief van je komst hier liever niet vertelt, zeg het dan, dan is het afgeloopen. Je ziet er beroerd uirt", voegde hij er aan toe „Hert zou al heel verwonderlijk rijn, als ik dat niet deedl Is dit Wynyates?" „Ja ,dat is Wynyaite®. lusbehen twee haakjes, ben je Itang voor geesten? Ze zeggen, dat die hier rondspoken". „Dait heb lk ook al gehooreL Laat se maar spo ken". Roddick liet rijn overdreven onverschillig heid varen; hij kwam vlaak naast Griff rilden, zoo als dB prediker een uur geleden ook gedaan had. „Lomax", zeidie hij ,„hefc jo ooi* es» geest aange raakt niet zoo'n wit, netjes gekleed ding, maar zoo'n soort furie uit dB hel, met natte en op elkaar geklemde lippen en een lichaam Lcrrl Zanik niet over Jullie plattalandsgeeetBn; dart edele broed1 r- l«aar werkt immers mert een oognacflesch? Nou, laat ae voor mijn pent tot den iaatwten dag vechten! Je geeft niet om goedi, en netjes gekleed© geesten, wan neer Je eens gezien bobt, wart ik zoo wat om dien anderen dag zie" „HoddKcik", aeid» Griff langzaam, „Je milt wel zeggen, wat hert mijn zaken niet zijn, maar jó bent op den verkeerden weg. De man, met wien ik daar even reed, is ook een groote specialiteit in de hel en dergelijke verschrikkelijke dingen; ik ben bezig vw eer wat gezonder denkbeelden te trachten hem

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1917 | | pagina 5