Schager Coaraai
TWEEDE BLAD.
Ingezonden Stukken.
Schetsen uit de Rechtzaal.
FEUILLETON.
vifill LOlTlfiX ftfl 71111 UflflU »en". zeld« de prediker plotseling woest. Waarom
v *-VlUUA UII Lljll UUUU |jct hjj door dat meisje toch zoo uit zijn ge-
Zaterdag 12 Januari 1918.
ölsle Jaargang No. 6138.
M. de R. I
Naar aanleiding van een bericht in Uw blad van
vorige week over plannen, die gemaakt worderf Ï«J}
oprichting van een coöperatieve g'aanmaalderij te Scha
Ofschoon Ik wel degelijk de noodzakelijkheid inzie van
coöperatie m concenlraUe van vanchiitade bedrijven
en werkzaamheden, l.ikt het mij onoordeelkundig toe
JÜSh? 62 concentratie lijkt, als
b« lil winstgevend of aanbevelenswaardig te beschouwen
Bestaat er in Schagen en omstreken beslist behoefte
aan een coöperatieve maal dei-ij
Zfjn de maalloonen van de bestaande molens te
hoog.'
Wordt er geknoeidT
Worden de producten niet behoorlek op tijd af
geleverd
Vraag 1 beoordeele ieder na grondig onpartijdig om-
ileiioeic voor zich zelf.
Vraag 2 is door een onderzoek uit te maken en
zal na verloop van een paar jaar na den oorlog beter
tot klaaherid komen dan tlays, na alles ontwricht is.
Vraag .1 is door oou sciiuucundig onderzoek ten al
len t|jae te beantwoorden.
En over do 4de vraag zal men over 't algemeen
utu. ik meen, niet behoeven te kiagen
is het nu voor een aankoopvereenigmg aanbevelens
waardiger zelf te malen dan te laten malen?
Zullen de veehouders, wanneer ze in verwniging
koope.i en zelf malen, goedkooper werken dan wan
neer ze dit meel van den molenaar betrekken, die op
hun beun ook gezamenlijk kunnen koopen?
Kan de kwaliteit verschillend zijn, wanneer beiden
op iieurscondites Koopen? Verdient het aanbeveling dn
vrijhandel plaats te Jaten maken voor een gedwongen
afname Van een ooöperatief bedrijf, zooals dit met
een maalderij gewoonlijk voor de leden het geval
wordt? De tijd zal het ons loeren. U, M. de R, dank
ik voor ue plaatsing.
Hoogachtend,
C. REZELMAX Jz.
Wieringerwaard, 9 Januari 1918.
„NORMAALMEST" l
Mijnheer de Redacteur,
Beleefd verzoek ik, ondergeteekende, eenige plaats
ruimte in uw blad te mogen nebben, bij voorbaat mijn
dank- En wel naar aanleiding van net ingezonden
stuk in uw blad van 9 Januari J.l. welk stuk is on
derteekend door vijf Rijkstand- en tuinbouwieoraren.
Uit dat stuk is op te merken, dat er bfj die lleeresj
ue m veiling bestaat, dat de Normaal mest waardeloos
is. Is die meenling onLtaan uit dc theorie of ui' do
praki^k? In de jiraktijk blijkt, dat de noi maahnest
niet waardeloos is, echter Integendeel wat blijkt uit
he volgende attest in mijn bezit zijnde:
M
St. Pancras, Sepi 1917.
Or.ilergeteckcnden, allm. proef gnomen hebbende met
..Normaal mest verklaren zich hi het aigemeou o\cx
ve iehiniaa;.i der mest zeer tevreden.
(w^.) C. XVayenaar Jnz., jb. Hartman, C. Ivloos'.e.-
oo f- Olie, 0. Wielings, Jn. Kloosterboer, li. Olie
Z enier de namen van mannen, uit de prnkLjk en bij
mij gaat de praktijk boven de theorie. En zoo'ang i i
o praktijk de resultaten goed zfjn, verklaar ii<, ais
verkooper tier normaaiiucst. dat die niet waarde
loos is, doch als meststof aan te bevelen is. Dat de
uoi ni.ialmeu onwetend veroordeeld wordt (misschien
\.el ooor toedoen van landbouwloeraien) is w.iar, maar
aks eenmaal proef genomen is komt men tot andere
gedachten, hetgeen men kan omkentn uil het vol-
teide:
Aan het Weekblad voor Bloembollencultuur' d.d
10 Aug. 1917, ontieenen wijM. de Red.,.Met aan
dacht heb ik in uw blad het stukje gelezen, door u
overgenomen uit dc „Veldbode aangaande de normaal-
mest en verzoek ik u beleefd opname van onder-1
staande regelen: Tot l.f. Maart heb ik altijd, pveral
Snd?tfT «*7arsch,\W(l de normaalmest, als
ffande hL«rder^ardl« M?' wal vol8ens de be-
2^nbW,*hw n°8 toevallig zïl ik echter
ff 5 l™m naflJ Gouda iin den trein, met
Go Ha Verdouw en eenige andere kooplieden uit
Srovti m t beer *'ö,xlouw m, dat ik hem
ter^df -doo,r zlJn waar af le keuren,
teiwijl ik het artikel m kwektie nooit gebruikt had
kh°m' ..dat gahed ,e «oeder trouw
was «n alleen baseerde op do bemestingsleer van he
den, welke toch proefondervindelijk op goede gronden
berustte Echter bestelde ik hemi 3 balen (van 75 kilo
por baal) ter proefname en ik moet eerlijk bekenden,
ze hee)ft mijn verwachting verre overtroffen. Ik heli
por roede gebruikt 2>/i kilo en daarop geteeld stam-
noemen en kooiplanten. Deze gewassen zijn niet al
leen best, doch zoo echt kerngezond, zelfs gezonder
uan op stalmest. In koolplanten heb ik b.v, altijd
maden en veel of weinig knol voet en op de normaal
mest noch het een, noch het ander. Om nu echtdr
geheel zeker van de 'zaak te wezen, bon ik op <>n-
ueizoek uit geweest bij anxleren en ze prijzen het
goeaje als om strijd en beweren allen, dat er wat
extras in zitten moet. B.v. een tuin. Vlak bij Gouda,
wan van ik wist, dat de spinazie nooit deugde, was
mei normaalmest kerngezond en zonder normaalmest
mets waard. Onder de gemeente Nieuwerkerk aan de
Jjsel, waar verschillende tuinders het reeds drie jaren
llink gebruiken, blinkt ook alles uit, b.v. tomaten en
komkommers (dus onder glas) gezonder dan al de
a» wh bet met gekregen hadden, kool. hoornen,
alles helderder en groener, zoodat het gebruik daar
Ier plaatse zoodanig toeneemt, dat daar gekocht wordt
por wagon en naar ik hoor is er zelfs één tuinddr
dio alleen 3 wagons kocht Dit zijn de uitkomsten
van proefnemingen van één, twee en drie jaar, dus
stounen op «ie praktijk en doet aan quasi of echte
geleerdheid niet af of toe. Uit dit alles kan iedier zien,
wat normaalmest vermag en wie weet welke een ge
wichtige rol dit alom (ook door mij) gesmade artikel
'nog spelen zal, ook in de bollenstreek, waar men met
zooveel ziekte, en.z. enz. te kampen heeft Ieder be
langhebbende kan bij mij adressen bekomen van de
gebruikers jn deze streek en zich overtuigen of dit
schrjjven naar waarheid is of niet.
Met beleefden, dank voor de plaatsruimte,
Hoogachtend,
R. HENDRIKSEN A.Pzn., to Reeuwfjk.
Ziehier lezers, wat dit overgenomen stuk bewijst
liet laat u zien, dat hot gebruik der normaalmest in
ue praktijk gunstig is en dat het niet waardeloos
is, zooals de Land- en tuinbouwieeraren meenen, doch
in hun stuk kan men opvatten dat hun meening iets
eenzijdig is, waarom de Iieeren uw landbouwers waar
schuwen gem groote partijen van die inest te koopen,
doch kleine partijen om proef te nemen. Ik juich
die proefneming zeer toe, om die eenzijdige meening
te doen verdwijnen. Als verkooper van de normaal
mest is het mij aangenaam, veel aan u landbouwers,
te verkoopen, doch ik dring het u niet op, integendeel
maar ik verzoek u beleefd dan een kleine partij bij
mij. ondergeteekende, te nestellen, welke bestelling üi
reet wordt uitgevoerd, om daarmede een proef te
nemen. Staagt deze proef, zooals zoovele gestaagd zijn,
«tan zullen vanzelf grootere partijen door ons verkocht
worden en zal de eenzijdige mccnlng der Landbouw
leeraren verdwijnen en zal de normaalmest een "groote
plaats innemen, naast andere meststoffen, in geheel den
landbouw. Gaarne stel ik mij met den heer Nobel
I Uijksla.idbouwleersar te Schagen in veibnding om ge
zamenlijk onder toezicht eener commissie, p« oevctn me'
Normaalmest te .nemen. Wil de heer Nobel dat?
U Mjnheer de Redacteur nogmaals dankend voor de
plaatsruimte teekea ik,
Hoogachtend.
Wi KLUFT.
Handel in Normaalmest,
Nieuwe N.edorp.
MASKER.
Hij zat in den trein, die hem naar tn vioegere
woonplaats voerde. Tot het station,' dat juist gepas
seerd was, had hij gezeten met «en onbekende. Die
me hem praatte over de gebeurtenissen van den dag,
over den oorlog, over de vredeskansen, de gewone,
duizendmaal gerepeteerde banaliteiten. Toen vertelde van
eigen lief en leed Henri had er niet naar geluisterd.
Trok het geziclu van iemand die zich interesseert
voor de dingen, waarvan de onbekende blijkbaar meen
de, dat ze hein werkelijk belangstelling inboezemden
Hij had verlangd naar het oogenblik, waarop hij al
leen zon wezen. Want zijn getlachten warm geconcen
treerd op dat eeneOp dat verschrikkelijke. Na vier
jaren kwam hij uit de vreemde terug Hij had ge
stuurd een opgewealen brief met afUfritl "otte fan-
graag, als
dt als?"
,|a1s do menschen Je tenminste behandelen als iets
f- *CC 1 beiers dan modder onder hun hooggehakto schoe-
door wone doen brengen? Gedurende een ondeelbaar oogen
HALLIWELL SUTCLIF F.E. blik voelde do man Godaden lust ln zich opkomen
Vje. Nederland bewerkt d. W. 1. A. ROLDANUS Jr.ldeze spottende d<x:hter van Eva te worgen.
In boekvorm verschenen bij W. DE IIAAN, „Daar kan ik niet over oordeelen, ik ben nooit op
Utrecht. Ingenaaid 12 90 Gebonden 13.50. 'die maniw behandeld; en bovendien heb ik geen
15. hooge hakken", voegde ztj er bij.
En zoo was Griff al la na ontWea loon Kale' De koetsier sloeg zijn armen over t.raar cii zich
ve.b-,->J en de vV^mde o^evT^^a.ii^Tij ^rmen, en Greta dacht plotseling aan haar
is "SS tt «O. ««at». In Il«thl,y
heids-principes, een verklaring voor h< t overhaas.e wit- rnis, Mr. Hirst. Bent u niet blij dat ia een tijdje ver
te. van haar zoon, en ^f bZnnen <te tw«4 vi^udwi'tn? Ik plaag p zoo, on ik geloof niet,.dat u daar
»ea haar vervelenden, eentonlgenwachttild. Er waren goed tegen kunt
wettelijke termijnen van uitstel in dc icrs c pluaU; Gftbrlël bleef als een dwaas midden op den weg
en toen ton slotte de zaak voorkwam en Slrangrways staan en zag het rijtuig wegrammeien over de slech
ten echtscheiding vcrkreec, moesten ze opnieuw wach-1 te geplaveide straat. Zijn boos beid ™s van tjcm go
ten totd.it het vonnis kracht van «ewUsdc u kregen hud weken, aan godsdienst dacht hij niet meer, hij was
D« tijd was toen maar de helft Vun wat ditop hei zich alleen dat in tont gehulde visioen bewust, dat
oo^nlilik is, maar aan Kale schenen n haar hom «raar spottend had laten staan. 1HJ wist ech-
toe aml van zenuwachtige sponning, drie niaandcsi een ter niets van de tranen, die gestort werden door dlt-
eeuwighcid toe. zelfde in bont gehulde visioen, dat in werkelijkheid
Ook voor Gabriöl was het een ongelukkige winter, niets meer was dan een gezond jong meisje met
Oin te beginnen viel hel hem moeilijk GrifFs on-ft! den levenslust, waarover die-beschikken; had er
schuld in overeenstemming te brengen met het feit, niet het flauwste vermoeden van, dat zit gedurende
dat hij Kale Strangeways naar Urn Munor gebracht do eerste helft van hnar reis huilde en ook de an-
had. (.riff had hem zijn woord gegeven, dat zij on-
iiii.i, urip ndu j- gegeven, dat zij o«i-
schuldig waren, on dus waren zij onschuldig, maar
toch was lie. „voor een gewoon monsch een •vriomdo
gedichte." Bovendien werd Greta beslist plaagziek; de
onbeholpenheid vaiti den prediker, zijn overdreven
vroomheid, zijn „vrouwelijk' er om hoen draaien, dat
alles werkte zoo irriteerend op de zenuwen van het
arnte meisje, dat zij, louter omdat hot haar niet mo
gelijk was het langer te verdragen, er toe gebracht
werd Grilfs voorbeeld te volgen en voor een tijdje
een andere omgeving op te zoeken. Zij zag Gabrul,
toen zij in het oonigo wankele rijtuig, dat Marshco-
tes rijk wus, over het plein tegenover don Black Biil
rammelde.
„Hoe gaat het met Mr. Hirst", vroeK
raampje leufvend en hem weckend dichterotj to ko-
De koetsier hield zijn paard in en Gabriël kwam
bij het portier staan.
„Goeden morgen. En gaat u gaat u ons
vrelaten?" stotterde hij, haar geha.ndachoende -
J - n 1.1 na om 7/lCIl
ue eei»i« iiwim ------
dere helft had willen huilen, als zij nog tranen ge
nocg peliad en niemand haar gezien had.
Zoodat, toen Kerstdag kwam en de klokken haar
'dijde t oodschap uitluiden, er weinig vreugde was
in de harten van vele bewoners van Maxshcotes
Moor Ook al scheen iedere dag Kate nader tot haar
te hrensren, toch kon Mrs. I.omax zich nog moeilijk
in den toestand schikken; zij dacht aan andere Kerst
dagen, toen zij Griff voor zich alleen had en nog
verder terug, toen haar man nog leefde en zij groote
plannen gevormd hadden voor de toekomst van èen
zeker klein ventje, waarvan zij zooveel verwachtin
gen koesterde. Wie was die vreemde vrouw, dat zij
een geheel leven van hoop en vrees zou omverwer
pen alsof het een kaartenhuis was? En Kate voelde
haar positie zeer duidelijk; zij zou spoedig gebrand
merkt wonden in de oogen van allen, die haar ken
den als een vrouw van slechte reputatie, en dat
wondde haar trots diep. Een enkele maal liet haar
een heelen dag lang alles wat de menschen van haar
dachten, koud. als zij Griff maar had; doch dan
fc™ «■'«"•r w h» ^Pl>. door d. k..» ro», r.
meisje met liaar sjmttende 'Mi n- Kienals alle hiigeloovige menschen beschoüwde zij
„Ja, voor een paar weken Hrt is hief Voorzienigheid nis een werktuig, welks onveran-
duur zoo vervelend en saai. Het^h^f meveel moei ^cl het %vap do plannen Van de steiwelin-
gekost Om vader over te halen mij te la.eri gaan, wnnne<kr zij -net punt stonden het hooge ge
waar tante heeft me al zoo dikwijls teJ^^en ge^ 8 bOT.eiken> in d<, war fe sturen; het kwam haar
Maagd, dat ik er ditmaal onmogelijk buiten kon. Gaat i voor, dat er niets tusschenbeide zou
u nooit eens uit, Mr. llirst? t„„«« >,««1 komen om ze te dwarsboomen. Griff was aan het
„Ik? Niet dikwijl». Ik mag mijn gcloorteplaats heel komen u
,hwn naar d«n vleesche was gegaan.
?rt ,wn-s kwam om de familie te
Si da' d« dartele, lir.htzininiiie verkwistende Henri
ietó bereiken kon, als hij wüde. Moeder
flmii!f8 8m °T" ,brief' GieP er dadelijk bij de
muie mee r°nd. Enhet allereerst was zij ceraan
n^r Oom Karei. In groote spanning, wat die ervan
i WlS wei, dat Jetje, als die haar zin
"d mogen volgen.... Maar vier jaar geleden had de
die Jei?i8«n n in den tuin ""J °°m bhrel, toen
d£ ifciT-» terwijl .ze elkaar omliels-
™.Ju u'W JO«n8®u gewezen, Hem na
roepend, dat hy nooit meer een voet over zijn drempel
Jhin-i6 ze- Gt Henri dacht, bijgeval, dat-ie krank-
*8 °m zijn kind, menige doebter te geveti
aan een doordraaier, cenlichtmis, een wcaemiiter
raib®611 J?n8an' dio twaalf ambachten en dertien onge
lukken achter den rug had.,..
i u1 u6fanblie was hel gevat wekenlang besproketn.
Jetje had een aardig fortum te wachten. En ze zei-
Hc'ln weel wel> wat-ie doet. Eerst mooi weer
spelen yan haar centjes, en dan zet-ie iiaar aan kant
ue tantes spraken over Henri's ongehoorde brutali
teit. Ln de ooms verklaarden als uit één 'mond, dat
1 6eR 8ek,M zijn; waard om onder curateeie te
,v,°'!)el,1K^lcld, al.s-ie zijn dochter willens en wetens
ongelukkig maakte.
Alleen Jetje zelve zei niets. Henri was naar het
ouitenland vertrokken en wel merkten allen op, dat
ZIJ suller, bloeker was geworden. „Allemaal gekheid I"
werd gezegd, „over een paar maanden denkt ze niet
meer aan den lichtmis. Zal ze haar vader op d'r
nloote knieën bedanken, dat-ie haar beveiligd heelt
te«en een leven van ellendel"
Moeder van Henri wist anders. Jetje kwam dikwijls
bij haar. En hls tanle Mien dan van haar zoon ver-
lelde; voorlas uit eun biief, dien ze van hem had
gekregen, dan schitterden Jetje's oogen als sterretjes,
hu eens had zij met haar mopje leunend tegeui
tantes schouders terwijl tranen drupten op tainte's
kleed, bekend, dat zij Henri liefhad.
Moeder wist I
XNas met den brief van Henri, waarin hij zijn te
rugkomst meldde, allereerst zei ik reeds gegaan
naar Oom Karei. Dien zij alleen thuis vond.
Hij luisterde, zwijgend naar het verhaal van zijn
zuster. Naar wat zij voorlas uit den brief van Henri.
oat in z'n leunstoel en wreef al maar de glazen van
zijn bril. En toen ze klaar was en hem met gelaat van
opgewonden kleur; terwijl de woede over zijn ruwheid
vau vier jaar geleden weer in haar ging gisten, aan
keek, toen had oom .Karei eensklaps ,.'l Doel
me Tour jou veel genoegen, Mienllo f,i«ir als wij
goede vrienden zullen blijven, meid, dan zorg-jj
ervoor, dat do jongen niet hier aan mijn huis komt.
Ik hoop en wensch van liaite, dat hij een anueru
kerel is geworden, Hoe beter 't je zoon gaat. hoe aan
genamer 't mü natuurlijk is. Maar ik blijf bij wat
ik indertijd heb gezegd. Ben-jij daar nijdig om, "Mietn.
dan spijt 't me. Maar dat brengt toch geen verandering
in mijn besluit En Inou weet je 't."
Bdj welke laatste woorden oom Karei op z'n horloge
keek.
Moeder wist. dat haar broer niet van een eenmaal
genomen besluit was af te brengen. Zij wist zich te
beheerschem. Maar ze scheidden koeltjes.
Hij zat alleen in den trein nu. En hij kon vrijelijk
Jeuken aan vrat hem vervulde. Hij had zoo goed als
niets meer. IIcnri haalde z'n portefeuille voor den dag
en telde zu geld. Hel lapje van honderd dat hij
in Arnhem gewisseld had voor vreemd geld, was pro
duct van de jongste „leening'. door hem gesloten. Op
eerewoord. Met een „truc', die feitelijk.... Maar de
greus lag een goed eind achter hem. Nog een bankje van
veertig. Een paar rijksdaalders. Wat kleingeld.
Zn heele bezit.
En daarginds een dik stapeltje schulden Behalve
nog het obscure zaakje, waaraan hjj maar liever niet
dacht, maar dat wilden zij er werk van maken en
er de Nederlandsche justitie in betrekken...
Dc trein vloog voort Hij had nog ruim een half
uur tijd. Henri haalde een bundeltje brieven tevoor
schijn. Zocht èr een uit, waarin portret was gestoken.
Tuurde op het beeld van Jetje Van het nichtje, met
wie hij voortdurend in correspondentie was gebleven.
Hij 'dacht aan wat Ludvvig, zijn boezemvriend van
over de grenzen, gezegd had een week voor zijn ver-
tiek: Kerel, je neut het fortuin voor 't grijpen. Of je
bent binnen een minimum van tijd naar de haaien,
of je bent binnen. Voor-goed. En dan neemt iedereen
immers z'n petje voor je aft
Zóó was 't Henri had een sigaar opgestoken. En
blies dikke wolken vóór zich uit. Als hij dacht aan
Koen, met wien hij indertijd dikke vrienden was
geweesf, dan was er wel iets in hem, dat zich schoen
,e verzetten tegen dat plannetje.... Dan was 't of de
eerlijke, zachte blauwe oogen van Jetje hem aankeken.
Maar Henri maakte z'n valiesje open. En zocht iets.
jagen en alleen uit deze wetenschap sproot, al
zooveel angst van haar voort; je kreeg zoo makke
lijk een ongeluk en het toevallig afgaan van öen trek
ker was een middel, zooals de Voorzienigheid niet
eenvoudiger bedenken kon.
Tevergeefs had Mrs. Lomax met haar gewone opge
wektheid getracht dien angst van haar weg te ne
men; en Griffs' vele brieven hij schreef minstens
driemaal per week konden Kate niet dien troost
geven, welken één goede, hartelijke handdruk ver
schaft hebben zou.
Er was echter meer dan theoretische angst; er
werd tusschen Ling Crag Moor in het W esten en
CransLaw Moor in het Oosten een echte tragedie af
gespeeld zooals Roddick maar al te goed merkte.
Roddlok was zich aan het scheren, toen het gelul
der Marshcotes-klokken door de vrieslucht op Kerst
ochtend tot hem doordrong. Hij grijnslachte toen hij
zijn evenbeeld in den spiegel weerkaatst zag, en
meed zich leelijk in de kin.
„Vrede op eardo", mompelde hij, terwijl hij naar
een pleister zocht; „en in menschen een welbehagen,
ja dien onzin ken ik al uit mijn hoofd", bromde hij
cn plakte de pleister op zijn kin.
De oude vrouw, die lederen ochtend een paar uur
kwam, zette een dampenden pot koffie op .tafel, toen
hij beneden kwam.
„Een vroolijk Kerstfeest, mijnheer, zeide zij met
baar krassende stem.
„Dank je wel en van hetzelfde!" antwoordde Rod
dick droogjes, en wierp haar een sovereign toe, zoo
als hij een been toegeworpen zou hebben aan zijn
hond, en begon dan aan zijn ham met eieren.
„En nou zou ik er voor vandaag maar een eind
ann maken", zeide hij eindelijk. „Ga nou maar zoo
gauw weg als je beenen je dragen kunnen
„Maar de keuken is nog niet opgeruimd en de
slaapkamer begon de vrouw.
Die moeten dan maar tot morgen wachten. Ik
kan dat op en neer geklepper op dé trappen niet
verdragen vandaag. Die kerel, die die holsblokken
uitgevonden heeft, hadden ze moeten ophangen".
Mrs. Whitacker was door den regel nog al bang,
als Roddick een kwade bui had^ maar dat al die huis
houdelijke dingen niet gebeuren zouden, vond zij
ch al te bar.
Neem me nfet kwalijk, mijnheer, maar hoe kan
dat nou met het Kerstdiner? De fazant moet nog
gebraden cn de plumpudding gemaakt
Wat kan mij al die rommel scheien. Ik kan net
zo'ó goed brood en kaas eten. Bonjour, Mrs. Wbit-
^DeVrouw maakte beenen zoo hard als zij kon, en
hoewel zij heel goed begreep, dat Roddiok allesbehal
ve een Godweezend man was, was zij toch in ver
band met den gouden sovereign, dien zij in haar
verweerde hand geklemd hield geneigd op dezen
gezogend'en Kerstdag door de vingers te zien, dat hij
een groote zondaar was.
Nadat Roddic kontbeten had,.draaide hij zijn stoel
naer het vuur.
„Hin!" bromde hij, terwijl hij zijn pijp aanstak, „nu
Daar had hij f, öak ftOgiiïc. K" nam "het
stopie eraf en dronk. M«J. innig welbehagen. Nam nog
s'ok Smakte t:'"« geriirt'na kwel land YiSioen ver
dween.
Hij ....aockto mag har;>r. Ia de flacon was nog maar
een armzalig restantje. Alfo dat kon er best bij.
Nu dacht hij aan de City-bar, waar-de met Koen al
tijd zat. Hoo zou de zwarte Bets 't maken?En
Creetje met haar eeuvyigc hondje op den arm, Een
schel gefluit gilde over de vlakte. Zij haderdctn....J
H'Onri zag ki de verte do lichtjes van de gtad.
Hij maakte snel Eet valies dicht, Trok zijn overjas
aan. Bekeek zich ijn z'n zakspicgeltje Zóó kop-ic niet
komen bij moeder, Dan merkten zij ai|es. Als ze eens,.,,
't \Ya« wejjl teen dolle gedachte. tel-je voor. dat
na vier jaar Koontje nog altijd om dezen tijd in
de jpity-bar
Te gek om alleen to loopeu.,,. De cognac had hem
„tipsy' gemaakt
Probecran. Een mop.
En in het station iniemand wist, met welken
trem precies zou aankomen schelde hi| op. De zeer-
moindaine city-bar, die (wist hij van vroeger) telefo
nisch was aangesloten.
Een onbekende vrouwestem antwoordde.
Of meneer Larue er was?
Meneer Larue? Kendien zij laiet
En Henri waagde 't erop. „Joop met dan snor"....
De oude bijnaam van Koontje.
„Met wien spreek ik?....." vroeg de vrouwestem,
verbaasd en levens joviaal-intiein en fideel opeens,
„Joop komt over een uurtje. Je weel toch,, dat-ie Zoo
ziek is geweest.... Met wien?..."
„Km je Dubbie nog?... Dubbie met het grijze
hoedje?.
„Ben jij 't, Henri?..... Spreek ik met mesieu Daal?..
Zeg, "te. kom eens gauw. daar is Dubbie....." -
Een kwartier later was Henri in de city-bar.
Zat hij daar alsof er niet vier lange jaren tusschen
waren. Presenteerde hii coblers als vroeger.
Maar hij was verstandig. Hield hot bankje van hon
derd apart. Zorgde, dat hij 'niet al te erg „onder den
invloeit' kwam. Dacht al-maar aan het fijne, slimme
plannetje^ dat bij hem was opgekomen in den trein.
Nadat hij den flakon cognac had leggedronken en in
de vertfe de lichtjes van zijn oude woon- en geboorte
plaats reeds begonnen te glanzen. Tegen den avond
kwam Koentje.
,'t Werd een echt-lollige,. echt-ouderwetsche avond.
Maar zij overlegden.
Henri hierin had het vierjarig verblijf in den
vreemde hem dan toch veranderd hield zijn eind
doel voor oogen.
Den volgenden dag ging hij nog niet naar het huis
van zijn moeder. Nam zijn intrek in een van de
beste, duurste hotels. Koentje had er een „financier"
bij geliaald. Die precies wist, hoe zwaar oom 'Karei
woog. Die op de hoogte werd gesteld van Henri's
plannen met nicht Jetje.
Die heel wat zag in de plannetjes. Eerst nog op
verkenning uit moest. Maar dan natuurlijk onder „ze
kere voorwaarden" wel bereid zou worden bevonden
zich „te interesseeren" voor. het geval Eindelijk kwam
Henri bij moeder. Piekfijn gekleed. Zijn intrek ge
nomen hebbend in net dure hotel. Op dringenden raad
van den „finar ier." zich zeer kalm, rustig gedragend,
niet te veel snoevend. Maar doende begrijpen, dat 't
hem in den vreemde goed, écht-goed was gegaan. Dat
hij door eigenwilskracht en inspanning geworden
was „de man, die daar nu voor je stond
't Was gebeurd in de „hall" van het hotel, waar
hij was blijven wonen. Nu al over de twee wekein
vertoefde. Weigerend bij moeder in huis te komen,
daar hij bezig was „verschillende 'handelsrelaties aan
te knoopen."
Toen Henri 's middags naar zijn kamer wilde gaan,
de hall passeerde kwam een vreemde meneeit!
naar hem toe.
Eer. rechercheur van politie. Hij werd doodsbleek.
Zonk van schrik, op'een der fauteuils neer.
Maar hij stribbelde niet tegen. Besefte, dat 't hetn
toch niet zou baten.
De ring, dien iiij bezoek brengend bij een ju
welier om „keuze te doen" voor een kostbaar ge
schenk gestolen had, zat in zijn vestzak.
Trouwens, hij wist: er zou van de jongste twee
weken van „wild avontuur" nog heel wat uitlokken,
't Was geweest ,,up or down' Rouge ou noire.
En het balletje nad op „zwart" stil gehouden.
Hij was volgens de profetie van Ludwig naar
de haaien.
Het schandaal werd bekend. Maar op een avond
kwam bij den "bestolen juwelier binmcnloopem ecu.
meisje met doodsbleeke wangen. Met dlep-iingezonken
oogen, koQrtsigj gloeiend. Met oogen van groote smart.
Zij haalde geld voor den dag Wilde betalen wat de
gestolen ring waard was. En meer dan dat desnoods.
De juwelier begreep. Deed wat hij kon.
zullen we den gelukkigen ochtend begroeten en even
vroolijk zijn als wij dat behooren te wezen. Wat een
raar pot oten is de wereld toch".
Hij las tot twaalf uur en had zijn boek Juist weg
gesmeten, toen er op de buitendeur geklopt werd.
Zijn gezicht helderde op, toen hij een mager, klein
manneke in een fluweelen bui» op den dremped zag
staan.
„O, ben Jij het, Itiggs? Kom binnen. Heb Je een
brief voor me?" y
„Ja, mijnheer, van miss Lajverack. Ik moet op
antwoord wachten, mijnheer".
Roddick scheurde de enveloppe haastig open en
vloog hel briefje door. liij trachtte ieder spoor van
hartstocht, die zijn bloed bij het zien van het welbe
kend handschrift verwarmde, te verbergen, maar do
man in het fluweelen jasje was niet voor uiets vijf
tien jaar huisknecht geweest.
„Uitstekend. Ik zal dadelijk het antwoord schrij
ven. Wat wil Je hebben, Riggs? Bier whisky?"
Het duurde niet lang of hij kwam met zijn ant
woord terug, en ook Riggs verliet Wynyates met liet
gevoel, dat Mr. Roddick wist wat iemand met Kerst
mis toekwam.
„Het eenige waar ik bang voor ben ,is dat ik op
zekeren dag mijn mond voorbijpraat" mompelde hij,
„en dan is de jonge miss zoo goed als verloren. Ik
zou verduiveld graag eens willen weten h.oe die
twee liet zoud'en stellen zonder een kerel, dio het
zoo goed; met hen meent en zoo zijn mond houdt als
ik. Maar ik begrijp eigenlijk niet goed, wat er met
dien Mr. Roddick aan het handije is en waarom zij
niet eerlijk tegen den kapitein kunnen opbiechten.
Dat ze tot over hun ooren op elkaar verliefd zijn,
kan een klein kind zien. Enfin, het zal er mooi voor
mij uitzien, als de kapitein er achter komt, welk aan
deel ik in het zaakje heb".
Het korte briefje van Janet Laverack had liet hu
meur van Roddick heelemaal veranderd. „Ik begin
waarachtig in dien welbehagen-onzin te gelooven
zeide hij tegen zijn pijp. Hoe kort hij ook pas de
bekoring der eenzaamheid genoot, toch had, hij reeds
de slechte gewoonte aangenomen, om hardop tegen
zichzelf te praten. Hij stond op, om naar buiten te
kijken. „Ken mooie dag ook precies zooals je er al
tijd in boeken over leest, maar ze in de werkelijk
heid weinig voorkomen. Iedere ontmoeting betee-
kent wel zooveel krankzinnigheid meer, maar wat
komt dat er op aan? We zullen er een goeden dag
van maken en de rest maar overlaten aan die
Voorzienigheid".
De grond wee te glad om te rijden. Staande at hij
wat en ging dan te voet het Ling Crag Moor in- Van
daar kwam hij op het Marshcotes Moor, sloeg daar
oen zijpad in, dat hem bij Sorrowstones Spring
bracht, volgde daar een eindje den straatweg en ging
dan achter de Qnarryman's Arms het veld weer in.
Weldra was hij dan weer in het moor met bevro
ren turf als weg en een koude, droge lucht als op
wekking.
Ilij liep door tot bij Lawfoot Water beneden zich
had. Dan sloeg hij rechts af en kwam na een hall