IM s ay99781854815284 i8i89 Qriff Lomax en zijn daad Hoesten Abdijsiroop TWEEDE BLAD. Brieven uit Engeland. £k lS S S s &Ts3 Staatsloterij. FEUILLETON. Tweede Kamer. Schetsen uit de Rechtzaal* Zaterdag 2 Februari 1918. ölsie Jaaryany No. 615U. •0A van f 70 KNOOP HET IN UW OOR neemt de i Baam zö Januari 1918 Eewgö dage.. g leden las ia feu over plannen 'am de tnge.sclie spe.raig te he. vormen. Beer laat' dun nooit, maar liet ongelukkigste van liet geval i>, da. er waaischijniijK uog wet een halve eeuw el meer zal vooiuyguan. voor or aan de uoodzakeLjksle vau u.io speli.n^ie«vormeigen hkI oriut wu.dt gedacht, Pro fessor tl. L. 1tvj/id, een van de voormannen o.> lie. gcb.ed van de stuuie der Lngelsch© taai. schrijft in zijn Korte üeschiedonia van he. Ln^.seh: „Van een phoneUsen standpunt beschouwd. L uo iingi-lsctie spel ling bijna vto sieciitste. die men zicli voor Kan stelkn. naiai de kansen, oin ze veranderd te krijgen, schijnen «eer flering. Ln wat erge. is Prof. VVyld zeil. hartgrondig overtuigd- als hij is van de gebreken in de spelnng zhnei moedertaal, wenscht ze onver.m- dtiixl tc handhaven, wout op dezelfde bladzijde van* bovengenoemd boek lezen wy: „WagischyiLijk zal we. niemand wcikeliik reu nieuwe spe.iuig wenscheu voor het gewone, dagciijksclie gebruik, uitgezonderd'een hand jevol menschen met stokpaaidjes. van wie do meeste een eigui systeem hebben uitgedacht, dat zij inge voeld wenscnan te zen." Hervormingen op dit gebied, wij kunnoi er zeker van zijn, zullen op ernstig verzet stuiten bij ieder Engelschman, die maar eenig greintje conservatisme in zich voelt, en dat is bij de overgroote meerderheid. Wij. Nederlanders, die. al gaat het schoorvoetend, nog wel af en toe onze spelling aan een groote schoonmaak durven onderwerpen, wy kunnen de bezwaren wel iaden, ttie zuilen worden opgesomd. „Het mooie van de taal giat verloren". Niet waar. het staat toch veel beter 0111 hooge en gelooven met twne o s te schrijven, en "hiolen en beloven met één. 't 'Wordt nog veel in teressanter. wanneer je woorden hebt zoouls kolen en kooien, poten en pootcn, doove kolen en roode koo ien. Veronderstel, dat Kollewijn zijn zm kreeg, en we altijd maar één o zouden schrijven 1 Dan moch ten de onderwyzers wal uitzien naar een nieuW mid del. ojn hun leerlingen liet leven zuur te maken. Ge lukkig dat ze. indien het eigste mocht voorvallen, noa altijd deciliters tot millistéres kunnen laten her leiden, .Vis het „mooie" van de taal wordt weggeno men, houden we nog over het mooie van het re kenen, het inooie en onmisbare. Want wij mogen in het dagelijksch leven onverschillig staan tegenover kilo liters en decistéres. pp toelating!-examens vormen ze een zeer geliefd onderdeel van het menu. Maar om op de spelling terug te komen. Is die werkelijk zoo slecht als zelfs Prof. Wyld beweert, die ze niet veranderd wenscht te zien? Wie Lngelsch geleerd heeft, zal het den professor van harte toe stemmen. Die zhl alleen met verbazing vragen: Waar om zegt Wyld byna de slechtste? Zou een slechteie kuuiien bestaan? Chineeseh misschien? Geen enkele spelling is waaiBchijnlijk volmaakt. On-i- zc Nederiandsche in geen geval, noc-wel ze l.uig niet achteraan komt. De Italiaansche schijnt een heel eind heen vooraan te staan. Maar om wvrae.ijk volmaakt te zijn. zou een spelling moeten voldoen aan den vol genden eisch: Lr is voor eiken kiank een ifzonucr- lijk teeken. en één teeken nuig nooit meer dan één klank voorstellen, Wy z.en direct dat dit in het Nc- derlandsch niet opgaat Dp e spreken wie uit op mins tens drie matdervn. Neem de woorden de. sok en degen. Maar onze taal is heilig, vergeleken by het tn^-Isoh. ben paar letters als ea zijn in slaat om eiken be ginner in de Lngelschc taal lot wunlioop te brengen, Somk spreek je ze uit als een ie; soms als eau korte e. zoouls in bed; soms als een lange c, net alsof oen schaap beé zegt, soms als een aa; soms aR de klank, die wel wat lykt op de ui in ons woord huis. vooral als bet op zijn plat Amslerdamsch wordt uitgesproken; soms als een ec en soms nog anders. Ln aan zijn er woorden zooals tear. die je mei ie uitspreekt alt het dit, en met een t als het wat andere beteekent. Lr zijn negert op uitgedacht me. zoozeer in bet belang van studeerenden, ais we.' van examinatoren. Op bc. examen voor de akte Lngelsch L. O. wotdrn se vlijtig gevraagd Ik val er myn ie.r- lingen. noo.t mee las.ig, behalve als se voor genoemd vamen op Willen. Hoe staal de Lngelschmnti- self tegenover zijn spel ling? Hy sukkuit er uiec vau zijn piïrtto jeugd af. Hij ,- >rdt er mee lastig gt-vtillen, van het oogenblik, dat l.!J voor t eerst Oen voet in de school zet tot bet oogenblik. met waai cv hy de schooi vermat o ne n. -ml g «(i in de nxe>te gevul.e.i nog geen uitkomst, maar Dosihe i k Ach 6611 maatschappelijke - \v heeft. dt© hn met meer hoopt en wenscht te verbeteren. Want tot dat oogenblik kl zirn ont- zij'n speSkigthans 8®deel,elijki worden beoordeeld naar En dit is nog maar de een© helft Van de kwestie hoe geeft de Engelschman schriftelijk weer wat hem wordt gedicteerd, of wat hij denkt. Daarnaast'staat echter; hoe spreekt de Engelschman uit wat hij voor zich ziet geschreven of gedrukt? Vreemd als het mag klinken, de waarheid is, dat hij niet zeker kan zeggen hoe een woord uitgesproken moet worden, als hij nel niet .kent, Wanneer wij. Nederlanders, een Hollandsch woord voor ons zien. dat ons tot nu toe onbekend was byy, een deel vun een of undere machine, van een sclup of vun iets dergelijks, dun kunnen 'we ln elk geval het woord zeggen. De Engelschman zfLl het vaak eerst moeten opzoeken in een woordenboek, en cll. Lugelsch woordenboek geeft dan ook van êlk woord, hoe bekend het ook moge zijn, nauwkeurig de uitspraak aan. f1*' 8 9 vaak de uitspraak eerst zal moeten opzoeken. Dit geldt voor zaaknamen. Voor eigennamen, indien ze hem onbekend zijn, zal hiji zoo goed als ui tijd een woordenboek ter hand moeten heinen. Groote woordenboeken, als dat van Webster, geven lange lijsten met eigennamen, vijftig a zestig pagina's. Maar liet spreekt van zelf. dat het gebied opbegrensd is, en men dikwijls vergeefs zoekt. Toen ik eens. verschei dene jaren geleden, in Londen een lezing zou gaan bij wonen. waar een zekere Dr. Salecby zo usureken, werd mij door eene Eagelsche daine gevraagd, of ik zou willen opletten, of misschien door den voorzitter der vergadering, of iemand der aanwezigen, den naam van den dokter werd genoemd, aangezien zij vaak over den man gelezen had, maar zijn naam nie' kon noemen. En nu is een naam els Salocby nog maar oen he« g wone e.n waannej men niet al tc gekke bokkensprong Hu kan maktai. Dan zijn er nog wel andere. Ik bedoel nu "nog niet zoo zeer die Kransche eigennamen. waar van vr sommige in Engêland zijn ingeburgerd. Met vreemde talen springt esn Engelschman eenigszin» wil lekeurig om. Beaucnamp notant hij biatsjum, Belvoir; bieve en Vaugkan: von. niet een langgerekten klinker in alle drie woorden. Doch ook de zuiver Engeische woorden ondergaan ln de uitspraak soms een eigenaardige gedaanteverwisseling. Lholmondeley word! heei kortweg tsjumli. Colquhoun: koohoen. Wemys's: wiemz; Cockbwin: kouben; Buc- clough: bekloe; Brougham: broem Abergu\*cnnyebbe- ginniLeisesterlts te, enz. Ook zijn er familienamen, waarbij de eene familie de voorkeur geeft aan de eene. de andere familie aan de andere uitspraak. De naam Besant is ook in ons land bekend. Annxe Besant moeten we noemen Annie Bèzent. waarbij de eerste lettergreep den klemtoon krijgt. Maar de Engeische schrijver SLr Walter Bjesant noemde zich zelf besènt, met den klem toon op de tweede lettergreep. Met plaatsnamen is men oök vaak niet zeker van zijn zaak. Dikwijls zijn er twee uitspraken, een echte en kn onechte. De echte fe die van de bewoners der plaats zelf. die toch verondersteld mogen worden \e weien, hoe ze de plaats hunner inwoning moeten uit spreken. Maar de vaak dwaze spelling heeft bil de rest van de Engelschen. die niet het voorrecht 'hadden toe vallig den naam te kennen, een andere uitspraak, een soort van spellinguitspraak in zwang doen komen. Het dorpje dicht bij Londen, waaruit ik eens. in eeta Paasch- vacantie, een paar Engeische brieven aan de Schager schreef, wordt geschreven Ruislip, uitgesproken door de bewoner Raislip. en door ieder ander Roesltp. Ci- renoester. een stad in het Zuiden van Engeland moet worden uitgesproken sissiste. maar wordt al vaak ge noemd sirenseste. Prof. Wyld woont in een plaats, genaamd Alvescot. maar Hij kan. als hij aan ern slation in Londen een kaartje wil nemen voor zijn woonplaats, den naarq niet op de juiste manier uit- spreken, zonder door den beambte aan het loket op zijn vingers tc worden getikt en verbeterd. En zoo zou den er honderden voorbeelden te noemen zijn. De wil dezen brief eindigen, met nog enkele voor titelden van eigenaardige uitspraak, of eigenaardige spel ling. zooals men 't noemen wil, van gewone woorden, niet van eigennamen. Een w, die voor de twee letten ho staat, wordt steeds genegeerd: who wordt uitge sproken hoe en whole: hooi. Een b sla je maar over. als zij na een m of voor eerf t stpat. Lamb (Holl. lam. long schaap) is In de uitspraak lem; doubt (Holl. twij fel) daut, vóór een n moet je een k niet uitspreken, vódtr een r en w niet. in de uitgangen alk, aIf cn alm de 1 niet enz. enz. ün de uitspraak van de vier lefers ough tc zamen vormt een hoofdstuk op zich zelf. Soms zeg je kort cn goed oe tegen ze. soms of, soms ok, soms oo, soms haast heefomaal nkts. Werkelijk, de uitspraak van het Engelsch heeft ve'e verrassingen, en wie ze zich zonder meester" wil eigen maken. zal. vrees ik, vaak wanhopig worden en weinig resultaat bereiken. No. 18397 f 400. No 35^%^Jo1?0^^39 19815 20854 1 20°' 1232 lSs 1^ 1^0 533 686 693 753 1013 1682 K ïoa! 1403 1415 1434 1196 1544 21% S o,7?u9 1895 1897 1899 2019 2023 2098 3-166 H47H «11 2799 2778 2872 3201 3392 3401 1017 4121 aria a°S «S? 3849 3664 3711 3895 4904 40H ao^an^rn^l1 4576 459,1 tö02 1808 •>808 ^ooi ^L?0''»7^5140 5147 5201 5394 5638 6424 ffi «li 8081 8097 6168 6227 C360 6404 7178 r vt ?541 6607 6701 6728 0950 /J10 7128 81'! 8$7 «25n 7559 7585 7571 7803 8127 8703 xim 8350 843,1 8498 8025 80 <5 8703 13382 18384 13210 13398 Su 1 1493 i«oo 1Jl106 13864 1:1901 11073 14175 14221 i 15'MO Krnr Ji ,1?1 14625 14649 11080 14878 14917 i.iGÖO irüi! !5230 1;)261 15416 15472 15593 15001 157-10 15747 1 10563 K IS 16204 16259 16307 10370 16378 16414 17817 17üq? Jn!28 16972 17368 17538 17557 17047 17843 9011 S) ImS 18153 18627 18730 18778 18858 877 19S% t ,19'70 16250 19288 19433 19062 19720 •Vuiri 20012 20246 20272 20812 20342 20317 -400 S 2%94 20687 20698 20722 20721 20749 ~766 y^rwsarlno»! toch dz; schijn naar orbctcckcncuue noes'*e of kuchje ü'tt, wam Brcó* chitis, Pleuris of Loogont- -stekingicur.nenU aanorüreQ, Verzorgt U bijtijds ene! ecs krachtig ingrijpend middel, •lijmoploMend en hoa«t*tin»n4 veelgeprezen bij BRONCHI TIS, INFLUENZA, KINK- -n SLIJMHOEST, ASTHMA. PriM - l.co. (IJS, f2.25,13JA Eischt ro Ub band met oom ktodtoekeoioip LI AKKER, Rotterdam. Tuk sa bci<t« Voorde» ua, dia twnl 3» J»a( roer altid ia Üw aar ia n |a< eooi»! Trekking Van 31 Januari. 5e Klasse 8e Lijst. No. 2720 4700 6917 17356 20631 f 1000. door HALLIWELL. 8 U T C L I F F.E. '•'oor Nederland bswerkt d. W. J. A. HOLDANUS Jr. ln boekvorm vertellenen bij W. DE HAAN, ^UtrachL Ingenaaid 12.90. Gebonden f3.50. Bij wijze van antwoord nam Grlff haar arm, bracht haar den tuin in en zette baar neer op een bank onder den eeringeboom. »Ik heb goed nieuws voor Je, moeder", zeide hij. «Over Knte?" vroeg de oude vrouw, die natuur lijk het eerst aan een kleinkind dacht. Maar Griff begreep haar heelemaal verkeerd. ••Neen; wat voor goed nieuwe zou ik u van Kate kunnen brengen, dun dat el) dezelfde Kate van al- lljd 1»? Het is over Laverack; u weet nog wel. dat me over vaders relaties tot hem verteld hebt? •■Ja, dat herinner lk me. Maar ik kan niet zeggen, het nu Juist een prettig onderwerp is ota over «Preken, Griff!" t ••Ook niet, als ik u zeg, dat ik hem vanavond BMien en jn zijn gezicht gezegd heb, dat hij een ploert U1H kleine heldere oogen begonnen te stralen. „-•Heb je dat gezegd, Griff? Ja, dat is goed nieuw». 2* kan onchristeltjk zijn, maar ik haat dien kerel n als we geschapen zijn om lief te hebben, wat kan J6 er dan aan doen, als Je iemand haat ..Moeder, moeder, ik begin aan u te wanhopen. T 'J1 al een even groote heldin als wij allemaal ,acht« Grlff, die, nu hij verteld had wat hij te zeg- «en had, naar een ander onderwerp zocht. he1« 'l(ler wa* een helden tot in hart en nieren. goede voorbeelden, Grlff". "H vondt zeker niet goed, dat hij stroopte? plaag- e n,rlH- >.Na zijn trouwen, bedoel lk". »Dat i» een vraag, kwajongen, dfe ik niet ^antwoorden. Het is onverstandig, om een man al Pretje» te ontzeggen, omar stroopen is al 1 tutrd' om het racht uit te drukken »ik ben er tenminste mede uitgescheiden zeia® nlJ "a'f zuchtend. «Daar ben ik erg blij om". «•'J ,aAr' moeder, u heM er geen idee van wat voor gjï deerlijke strooptochten wij gehad hebben. Doch heeft me laten belov/en mijn huid niet meer rni-V^en' en nu 18 Bet dan ook uit. Hé, ik ben ten- osto blij, dat de Squire en ik een eervol einde aan Jf® loopbaan gemaakt hebben" '•in 0<>n Hoek van het huls bowden zij aan het hek „Er schijnt iemand binnen te willen komen", zei- de Mrs. Lomax „Zeg, Griff, wil jij het hek even open gaan maken. 7e slaat het altijd zoc hard dicht, en de sleutel is, net als ik, wat verroest" Weer dat hulpelooze ln haar siem. Het beviel Griff heelemaal niet. „Verrocot?" herhaalde hij. „Daar geloof lk niets van zoolang u er nog zoo uitzietl" „Jongen, vlei jij je vrouw en wees ernstig tegen Je moeder". Zij probeerde te lachen, maar het ging haar niet goed af. Griff ging, zooals hem gevraagd was, het hek open maken. Aan den anderen kant stond Greta Rotherson „Hoe gaat het?" vroeg hij, terwijl hij haar zijn hand toestak. „Warm, ik snak naar schaduw. Zoudt u het hek niet openmaken, Mr. Lomax7" „Nog niet. Ik vind het veel te prettig je boos tc maken, dan krijg Je zoo'n aardig kleurtje". „Ik heb uw complimentjes niet noodig", protesteer de Greta, die echter van pleizier nog meer btooade. „Je zult ze toch moeten aanhooren, als Je er niet anders gaat uitzien. Zelfs een ernstig getrouwd man als Ik -" Getrouwd kunt u zijn, Mr. Lomax, maar ernstig zuit u nooit worden", zeide Greta preutsch. „Maar als u nou niet open doet, ga ik aan den achterkant bel len". Na wat gewichtig met den sleutel gerammeld te hebben deed' hij het hek open en Greta stapte in haar mousselinen japonnetje als'een wollig schapen- welkje binnen. Griff kon, telkens als hij haar zag, den indruk niet van zich afzetten, dat het eigenlijk nog een kind was, en behandelde haar als zoodanig. HIJ kon zich in zekeren zin de dwaze verliefdheid van den prediker niet begrijpen, en met zijn slech ten kijk op de vrouwen vroeg hij zich soms af, oi die kleine Greta in staat zou zijn tegenspoed even goed te dragen als voorspoed'. Mrs. Lomax' gelaat helderde op, toen zij het meis je zag. Zij had meer verstand van die dingen dan haar zoon, en twijfelde er geen oogenblik aan, or Greta was met al haar vlinderachtige luchtighei Juist de vrouw, om krachtig uit een crisis te voor schijn te komen. „Je benl vroeprer, dan ik verwacht had ,kinaiiei, maar daarom niet minder welkom". „Ja, vader moest voor zaken naar Saxilton en ik dacht zoo, dat u misschien wel naar een praatje verlangde of met andere woorden, ik verlangde er zelf erg naar". Toen begonnen zij en Griff elkaar te plagen, tot Mrs Lomax begreep, dat Greta het onderspit zou moeten delven, en tusschenbeide kwam. Kort daar na werd ef weer aan het hek gerammeld en hoor- H«n ril het grint onder zware schoenen kraken. Greta Jegon vlugger te praten, wachtte zelfs niets eens tot Den Haag, 31 Januari 1918. Hopeloos-saaie praatdag over Oorlog Algameene Beschouwingen. Eene driekwarHeege zaal zonder belangstelling. Er kwam een zwak vleugje aandacht toen zeer laat in den middag de heer Troel stra het woord nam. Vóór hem waren geweest: de heer Helsdingen, er kentelijk voor de loonsveThooging van do Rijkswerk lieden, maar 't betreurend dat men de werklieden- organisatie niet eerst gehoord had. Voorts gaf de heer Helsdingen enkele wenken, o.a. ten gunste van hen, die op later leeftijd zijn in dienst genomen. Het veranderen van het criterium leeftijd in diensttijd acht do heer Helsdingen prachtig, maar de genoem de categorie is er thans dupe'van. De heer Juten sprak over de sterk-verrainderende „animo" om beroepsofficier of -onderofficier te wor den. In de gewone ma&tscliappij kunnen de jonge menschen 't vrij wat verder brengen, dan ln het la ger. HIJ pleitte voor eriieterinv der positie c-n had o.a. op zijn lijstje mildere bepalingen ton oprichio van het niet behoeven te diagen van de uniform bui ten functie. Mei welken wcnsch wet zeer velen sullen instemmen. De heer Huys de Beerenbrouck was er, a's kenmer- kcr wel tc verstaan: mln-sympathiekc! van „het militaire" noemend: "net duel-recht, het neer zien op den burger, het beschouwen van de ont- wapenings-idée als een utopie, harsenschim. Men ziet: les idéés marchent. En de heer Troelstra had wel gelijk, tóen hij he den-middag uitriep, dat de maatschappij van vóór Augustus 1914, ook wat opvattingen tegenover het -militaire betreft, niet zal terug:, o eren! De heer Ruys hoopt, dat ons land tot de eersten zal behooren, die zullen trachten de ontwapenings- idée te helpen verwezenlijken. Dr. Scheurer riep minister Do Jonge een woord van welkom toe en sloot zich begrijpt men van garischcr harte aan bij diens beschouwing, dat in de menschelljke zonde de bron van de oorlngs-ollende schuilt, Uitvoerig besprak do heer Scheurer do dringende noodzakelijkheid der reorganisatie van den milltair- genccekundigen dienst, waarvan het commissoriaal rapport weldra zal verschijnen. i De heer IVoclrira zal de Kaïm^r in de gelegenheid stellen over de omvvapen.ings-ido waaraan in hoofdzaak zijn rede gewijd was, zich uit te spre ken. tegenover den heer Drion betwistte hij, dat men hier met eeno „gevaarlijke illusie" zoti te maken hebben. Het verblijf te Stockholm heeft den heer 't roelstra versterkt in de opvatting, do.1 wij wel de gelijk naar de internationale ontwapcrJng gaan. Is Stockholm mislukt? Wel zei mr. dit meer in het bijzonder in antwoord aan zijn Katholieke be strijders dan is dat ook het geval met de uoging van den Paus. Zoodra de Internationale weer bijeen is aldus verder de leider der Nederiandsche sociaal-demo craten dan zal het allereerste zijn: elkaar plech tig te beloven, dat ieder in zijn kring naar de ont wapening een levensbelang voor alle volken, zal streven. Ein het zal ertoe moeten komen zei de heer Troelstra, eenvoudig wijl de vólken de militaire lasten niet meer zullen kunnen dragen. Hier citernlo mr. T. èm Czcrnin èn president VvUsom Vóór den oorlog had Nederland een Staatsschuld van 11100 nül- lioen; thans staan wij voor het dubbele Rente en af lossing vorderen samen een jaarlijkscbe iHtgaaf van honderd millloen. De ambtenaren-salarisst.. «uilen zeer belangrijk moeten verhoogd. Het ouderdomspensioen za! zelfs wanneer mem niet meer dan f 2 rente geeft miHioenen verslinden, 't Zal dus de onmacht zijn, die zal moeten brengen tot het beoogde doel. Dat na dezo wereldcrisis de volken weer „hetzelfde militaire spelletje" zullen aanvangen; de heer Troel- stro acht Jhet uitgesloten.. De rede was ean herhaling van wat men in de Algemoene Beschouwingen over Hoofdstuk VIII aan treft. En wel zeer belangrijk mag 't heeten, dat die heer Troelstra overtuigd kan .zijn, dat met den „ten- denz" ervan de overgroote meerderheid der Kamer thans instemt! Morgen, Vrijdag, is generaal Eland het eerst aan 't woord. Mr. ANTONIO. - zij antwoord kreeg, en had een kleur „ais een boei". Ditmaal was Gabriöl Hlrot eindelijk eens in een pak gekomen, dat hem fatsoenlijk stond en zijn zaak waarschijnlijk wat verder zou brengen; of schoon de omstandigheid, dat hij na een. longen wan delrit naar Marshco'es Manor kwam, bewees, dat er van den kant van den prediker geen voorbedach te rade i nhet spel was. Hij deed minder onhandig dan gewoonlijk toen hij over het^gras lfep, en Griff glimlachte, toen hij merkte, dat hi) in een vroolijke bui was. Onder voorwendsel, dat zij nog.een paar zaken te bespreken hadden, nam Mrs. Lomax haar zoon mee naar binnen. „Hebt u deze samenkomst georganiseerd, moe der?" vroeg hij, terw'ijl hij de deur van den salon voor haar open deed. „Ik heb je toch gezegd, dat ik Iets moest hebben om den tijd to dood-en?" lachte zij. „Ik zie met heel veel pleizier, dat u koppelaarster wordt. Maar vertel- nu eens, hebben dergelijke sa menkomsten geregeld plaats?" „Laat ik je eens wat zeggen, Griff. Gabriël schijnt niet te weten wat hij doen moet. Hij kan niet goed werken, omdat hij verliefd is op het meisje, en hij durft het haar niet ronduit te zeggen, omdat hij het nog niet met zichzelf eens is of zij een verleiding des vleesches is of niet. Jullie mannen, jullie mannen! Als je toch eens wist, wat de echte liefde van een vrouw beteekent". „Het meisje wil hem wel hebben, hè moeder?" „Het meisje zal wachten tot zij gevraagd wordt", was haar antwoord. Toen Griff dienavond op Gorsthwait© terug kwam, vieLhet hem op, dat Kate niet was als gewoonlijk. Zijn ongerustheid omtrent zijn moeder deed hem scherper kijken, zoodat het rustelooze in Kate's be wegingen hem niet ontging. Van tijd tot tijd keek zij hem ook met een ernstig-peinzenden blik aan en was het alsof zij iets zeggen wilde. Maar bovenal viel het hem op, dat zij zeer kwistig was met haar liefkoozingon, wat al heel weinig in overeenstem ming was met haar gewone, kalme wijze van doen. „Wat scheelt er aan, vrouwtje? waagde hij einde lijk te vragen. „Niets heelemaal niets, lieveling. Waarom vraag je dat?" „Je bent zoo anders dan gewoon. Heb ik Je mis schien in den laatsten tijd te veel alleen gelaten? Zeg het maar gerust, Kate, dan zal ik het boeren en het rijden opgeven. Die twee dingen nemen veel tijd ln beslag". „Onzin, Griff. Je behoeft niets op te geven, behal ve die dwaze vermoedens omtrent mij. Ik ben op het oogenblik de gelukkigste vrouw ter wereld!" Was hij maar niet zoo onervaren, gëweest, dan zou hij uit die vreemde,half zenuwachtige ver- „ALIBI". 't Was den vrienden opgevallen, dat Van Maancm tegen tien uur 's avonds altijd „wat ongedurig" werd. Hij herinnerde zich dan plotseling nog vergeten te Lebben, dat er vanmiddag iemand geweest was op het magazijn, die stellig terug zou komen, al was l misschien wat Iaat. of hij moest den volgenden ochtend heel vroeg de stad uit. Of er kwam een andere roden om vroeg »,uit te snijden", afscheid te nemen van den slainkring. Maar op zekeren avond, toen Lij toe vallig alleen zat potje-bier te drinken met zijn celuien vriend De Groet en hem weer plotseling 'iets inviel, zei de vriend glimlachend: „Karei, schei maar uit. Voor mij hoef je die moppen toch niet to verkooj eu. Jk .weet 't immers best. laantje is laslig...." Van Maonen bloosde echt en. hevig. Stortte zijn hart toen ilit, 't Was zoo. Maantje z'n vrouw was aarb'astlg. 't Was begonnen nog geen half jaar nadat ze gotrc.i'vd waren. Zeuren, mopperen, zaniken cl: ie con uurtje later dan gowooaiijh. thuiskwam. Vit lep. knorren op de „krocgvrinden". Van Maanen kon daar niet tegen. Bovendien had-ie den ouden Van den Borg zijn schoon vader. tc ontzien, Was borg voor hem gebleven "In dertijd. De Grecf snapte er alles van. „Ja, manl" zei de vriend, net vreupde denkend aan ziin celibatair-zijn „ja, kerel. w2i luial jelui aan... Alaar..." En hij nam een r»?r stevige slokken uit z'n glas bier. „Maar jij bent een groote ezel. Een heel-gitx>te ui'. Neen: me tftiet kwalijk, amice, maar ik zeg 't net zooals ik 't mooul" „Makkelijk pratenI" zei Van Maancn, halve minuut op zn horloge kijkend. ui vindt Lhuis geen sterveling, dio 't je lastig 'naakt. Lom je om vijf uur boven water. Makkelijk pni ui" Maar Do Grccf had bijzonder jool,.Hij .sin:, mot vergenoegd grijnzend gelaat een versche sigaar 'ip. Presenteerde Van Maanen een. Drukte hem iu z'n stoel terug zekering, dat zij gelukkig waa, gehoord bcblien, dat zij er naar snakte hem wat te zeggen, Maar hij miste ale et varing en begon over Deiahuiu's be zoek te-spreken. „Hij ia nogal verwend", lachte Griff. „Wat kun nen we hom voorzetten7 Gelukkig hebben wo nog een koppel korhoenders. En wat zmt |e dén ken van een omejette?" „Die kan ik niet maken", beweerde Kate, d'o /.ich niet erg op haar gemak voelde, nu zij hooide, dat Deroham zoo moeilijk te voldoen wn». „Maar lk wol prachtexemplaren 1 Het wordt hoog tijd, dat je het leertlk zal jo ino -n u oen lesje gevon. Ja, we zullen het prachtig ln orde ma ken, Zeg maar aan do keukenmeid, vi-ouv.tjd, dat zij morgenochtend vacantie heeft, want ik hen van plan haar kouken onderate boven te gooien", „lk zal nfets van dien aard zeggen. Ik vertrouw je niet, Griff, jo praat mo or ie schertsend o\ .1" Griff streelde haar liefkozend o>. r haur w-mg. „Je denkt zeker, dat do omelette' precies eender uit zal vallen als de vrouwen, die ik vu gt-chil- derde half gaar van binnen en half verbrand van buiten. Enfin, we zullen zien!" En inderdaad, de omelette viel, evenals do rest van het diner, bizonder goed uit. Dereham was naar Gorsthwaite gekomen met het onaangename gevoel verveeld te zullen worden door de vrouw van een vriend, en met het voornemen ervan te maken wat ervan te maken viel; maar in den loop van het diner, toen Kate op haar openhartige wijze, op zijn opmerkingen over menschen en dingen inging cn den nadruk legde op gezichtspunten, die té eenvou dig waren, dan dat hij er ooit over had nagedacht, begon hij zich te verbazen. En van vertering kwam hij tot belangstelling; hij vergat geheel al het in differente, waarop hij anders zoo tictachen luisterde met aandacht naar de woorden, die lui op een handige manier aan zijn gastvrouw wist to ontlokken. En hij voelde werkelijk spijt, toen Kate hen alleen liet, om een sigaar te rooken. „Ik begin te begrijpen', zeide Dereham, nadat hij' zwijgend zijn sigaar half opgoröokt had. „Wat begrijp je, orakel?" „Dat is weer heelemaal mis, oude jongen. Ora kels begrijpen nooit beweren alleeeri maar wat te begrijpen. Maar dat tusschen twee haakjes. Wat ik wou zeggen, is dat Je hier werkelijk Je tenten voor goed schijnt opgeslagen te hebben". „Natuurlijk. Ik zou niet graag Gorsthwaite meer verlaten". „Ja zie je, ik dacht, dat het maar een gril van je was, en dat dachten we allemaal. Je bent een heel andere kerel, Lomax, dan het schoothondje van Ogilvie, zooals lk je vroeger kende." „Zeg Dereham, zouden we die Mrs. Ogilvie nu maar niet met rust laten. Je hebt me nu al genoog

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1918 | | pagina 5