Sclip Courant.
Griff Lorna* en zijn daad
De dingen om ons heen.
TWEEDE BLAD.
Ingezonden Stukken.
Tweede Kamer.
FEUILLETON.
Zaterdag 9 Maart 1918.
61ste Jaargang No. 6170.
Wielingen, 8 Maart J918.
Mijnheer de Redacteur,
pJhEiÜS 8?stelde w«en In uw blad van 13
Februari j.L mocht ik van dm heer Pijl arts te Wie-
ringen. ««.'uerlei antwoord bekomen.
l°71 ]wer van uw blad voelde zich gfcroe-
pen eraigeVriendelijke onbeduidendheden aun het adres
van h«t \V ieritiger publiek en mij te schrijven, en
daardoor de aandacht af te leiden van de rechtsver-
vóorü U18, te midden, waarvan wij op ouis eilandje
De lezer schrijft, dat de bekendmaking in de „W.
Grt. zocels hij ons plaatselijk blad belieft te noe
men, ons den wieg "had aangewezen, om mouder
ling ingelicht te worden.
Nu is mijne ondervinding, dat aan gesproken woor
den minder waarde is te hechten, da'n aan geschreven
woorden.
De lezer bereidt ons bovendien op minder „handige"
wijze voor, op het te verwachten Stilzwijgen.
„Het kon wel eens waar zijn'zoo gaat hij voort.
,,dat de heer Pijl, hetzij hoe dan ook, wei on
hoofdelijken omslag ditje of datje heeft, of gezien
heeft, daar hij er goed mee op dc hoogte is.
Dit alles is dichterlijk gezega, maar voor mij, en
tevens voor het publiek, is het van groot belang door
welke middelen mm zijn doel bereikt, of tracht te
bereiken. Onder beschaafde menseden zijn er midde-
delen, die mm niet gebruikt.
'En welk erne menschlievendheld, en diep sociaal
begrijpen spreekt er uit hetgeen de lezer laat volgen:
„Hét b toch niet meer dan billijk, dat de heer Pijl
een welgesteld mensch meer laat betalen dan een arm
Ik denk hierbij aan een arbeider van het Heem
raadschap, die zijn weekgeldbriefje moest medegeven,
omdat hij geen geld had voor contante beta
ling van den koetsier en dm medicus staan
de de geneeskundige behandeling. Een relletje waar
van de telefoondraden naar den zetel van het gezag
nog warm. zijn. En dan ten slotte merkt de lezer op,
dat het wel schijnt, dat men op Wieringem niet voor
den heer Pijl is, gezien, enz. Dit klinkt aLs een vonnis,
en het is zwer juist door dien. lezer opgemerkt.
Maar nu ter zake. De lezer ziet voorbij waarom
het gaal, en weldat door de advertentie, die nog
steeds de „W. Crt." versiert (om in den lrant van
den lezer te blijven spreken) de indruk is gevestigd
bij het publiek, dat een dokter het recht en de inacht
hoeft zijn loon of honorarium vast te stellen, zooais
hem dat goed dunkt. Dit nu is onjuist en ik tart
den arts P. Pijl om zelf af door zijn advocaat het
tegendeel waar te maken.
Bij informatie is gebleken:
lo. dat de heer Pijl geen lid is van de Nedar-
fandsche Maatschappij tot Bevordering der Genees
kunst, on
2o. dat, wat wel hert toppunt ls, er nog nimmer,
hu niet en noodt, officieel vastgestelde ta
rieven van die Maatschappij hebben beslaan,
3o. Dat de advertentie in een der afdeelingcn dier
Maatschappij besproken ls, en vele leden over dit ad-
verteeren in scherpe bewoordingen, hunne afkeuring
hebben uitgesproken. Wed een bewijs dat de heer Pijl
origineel is.
Bovendien ga it het hier tevens orm flet optreden
van Jon arts .egenover ftot publiek Het is een feit,
dat een geval van ernstige verwonding aan gelaat en
handen, door brand, niet door den eenigen aris al-
ïïier is behandeld, in verband met ecne uitlating vïn
dien arts P10 voor enne visite te ziïL'en rekenen bij
iemand waarmede die arts in onmin feéft.
Men heeft gein keus, er is maar Tién dokter. Maar
dat neemt niet weg, dat d<' dokter lilcr evengóed, aPs
voeler an'kir bewoner van dezen iflthoek, hier is ge-
zomen ten cindè in zijn fevensonderhoun te Voorzien.
Hij is hier voor het publiek en hert publiek niet
voor hem, men heeft dan ook gceflo oompITmenlen vitn
he;h af te wachten, ook al vindt hij steun bij varkens-
koopere en andere distributiehelden, die zich ten koste
van tiet algemeen trachten te verrijken.
Er moet dus verandering komen, waartoe ik twee
middelen zie
te. De heer Pijl zal zijn gedragslijn moeten wij-
dgen. Hij zat* zich niet tegenover het publiek moe
ten sledlen, doch moeit de vertrouwde van de
worden,
:)it recht, maar ook die plicht £eeft hem zijn
beroep. zijn maatschappelijke positie, het feit, dat we
tn gevallen van nood op hem, en op hem alleen, rijn
aangewezen, maar bovenal het feit, dat M moet
«h", d.1 wil «gg». M Z
nenbesclierming. maar tevens lid van die groote broe
derschap, welke wij als een ideaal beschouwen voor
het maatschappelijk leven.
Het is niet de vraag, of men veel geld heeft, maar
alleen, hoe men er aan gekomen ls Er zijn voor
beelden genoeg in onze naaste omgeving, van mctaschen,
die thans welgesteld zijn, dooh een verleden rnet den
aanhang van allerlei duistere manipulaties, wuaraén het
bloedgeld van „minder handige zakenlieden'' kleeft,
met zich dragen als een tflobk, die elk gezag en ver
trouwen ondermijnt.
2o. Er moet een ketie op touw gezet worden, ten
einde een tweede dokter te krijget^ waardoor wij1
keus hebben, en "tevens de heer Pijl gedwongen zal
zijn, zich te bedenken of... heen te gaan.
In dat geval zai de heer Pijl met I 300 voor lijk
schouw, einz., plus de f 1000, die hij voor het geval
en voorzoolang er een concurrent zich op Wieringen
vestigt, welke gift hem door onze vroedschap werd
beloofd, teneinde hem, vrij spel te geven, moeten zien
rond te komen. Het is bovendien eigenaardig dat, ter
wijl het beroep van geneeskundige vrij is, ieder zich
dus kan vestigen, waar hij dat verkiest, een gemeente
bestuur. een geneesheer, die men bovendien in het
geheel niet kent, f 1000 meer salaris geeft voor werk,
wat gelijk blijft, enkel en alleen om de vestiging van
een tweeden geneesheer te bedotten, of tegón t$ gatin.
Dit is echter geen bezwaar, daar men een bus kan
vormen, waarbij ieder lid een bepaald bedrag stort, en
daarvoor recht krijgt op geneeskundige behandeling van
den tweeden Tlokter, behoudens nader te regelen extra
toeslag voor bijzondere behandeling, waaromtrent zeer
gemakkelijk eeno regeling te treffen is. Den tweeden
geneesheer is dan een vast inkomen gewaarborgd, en
liet blijft dan niet de vraag of hier twee genets loeren
kunnen beslaan, maar alleen of de heer Pijl met zijn
in.>00 toe kan komen, gcjs.eld, dat door Gedeputeerde
■Staten geen» bezwaren tegen, hei beleid van hert ge
meentebestuur in deze wordt gemaakt.
Hot is een 'bekend feit, dat de geneeskundige praktijk
een netto inkomen van zeven tot echt duizend gul
den waarborgt.
Wij behouden cos dan ook het recht voor, •orn, In
geval de klachten aanhouden, met e>en uitgewerkt plan
te konten, teneinde het publiek van 'deze nachtmerrie
van afhankelijkheid te vei lossen. T'n dit gevai zeg Ik
dus niet: ,,Pii 1 heeft gelijk", zooals de lezer zingt, doch
„de heer Pijl meet er uit."
Hert gaat om het publieke belang, waarvoor de heer
Pijl zal moeten wijken, zpo niet goedschiks, dan maar
kwaadschiks.
Met beleefden dank voor uwe welwillendheid, Mijn
heer de Redacteur,
Een toekomsilg patiënt van den heer Pijl.
Den Haag, 7 Maart 1918.
1 wee sprekers over de Distributie heden. En bei
den hebben minister Post hu ma het vertrouwen op
gezegd. De heer Van' Doorn even categorisch ais de
lieer Duys, die nagenoeg den geheelen middag in
beslag'nam. Maar op kilmer toon. Minder „popu
lair", dan president Fock heden den spreektrant van
den schepen uit Zaandam noemdeDeze uitnoo-
digend, dat „populaire" niet aite ver te drijven.
De heer Dujs huldigt weet men de leuze,
,,qu' 11 faut nommer un chat un chat et Rolin un
iripoh". Hij zegt de dingen op z'n laag-llollandsch.
Flapt eruit wat door vele anderen wordt „gefluis
terd".
Zeer uitvoerig stond de heer Duijs stil bij de graan-
politiek der Regeering en wees erop, dat hetgeen de
lieer G. Polak in „De Telegraaf" daarover heeft ge
schreven, allerminst ia ontzenuwd door het commis
soriaal onderzoek. Integendeel, de kritiekGer-
bardPolak werd ten volle erdoor bevestigd. E.nke-
ie meelfabrikanten •verdienden schatten. Niemand tak
kunnen betwisten, dat minister Posthuma een „hon-
diabaantje" heelt te vervullen, maar 't ongeluk is,
dal Z.Exc. stokdoof blijft voor elke kritiek. De heer
Du>s noemde staaltjes van wat de Rijks-adviseurs
verdienden. De h.h. Kröller en Van Stolk bijv. van
1914 tot eind 1916 ieder 1 millioen 6000 gulden. Zulke
me nadien kunnen gemakkelijk commissie-salarisjee
met zeker „dédain" van de hand wijzen 1 riep de
heer Duys uit. Van de hoeren van den Amsterdam-
schen Graanhandel verklaarde hij zelfs, dat de wijze
waarop dezen met Rijksgeld omsprongen, niet tot
een civiele vordering, maar tot een strafzaak tegen
het vijftal, die de afgevaardigde voor Zaandam op
het oog had, zou kunnen voeren.
Hoe denkt minister Treub over al deze dingen?
vroeg hij. Hel contract met de scheepvaart-maat
schappijen heeft nu al 25 millioen den Staat gekost,
eth. blijkbaar vinden de maatschappijen 't blijven van
hun schepen in Amerika eigenlijk en per slot van
rekening voor hare belangen 't best 1 goedkoopst.
Maar ik wemsch riep de heer Duys uit, niet
dat de gemeenten 1/10 betalen voor de stoammltedten
De Hamer weet niets, - het
büitenland is beter ingelicht dan wij hier.
<rihg voort: De Regeeringslichamen sabot-
teeren onze regelingen. 'tGaat Kröller tegen Van
Posthuma! V€T3a- 't Is de oorlog tusechem Treub en
',VVie vertelt u dat?" onderbrak minister Posthu-
den heer L ^ee(r «wemde zijn zegsman:
..0!" zei Z.Exc.
nttm °i' kerhiaaM» <1» schepen, „Lagro on de
twiu O0?' mr' Treub gewlldi als dwarskijker van
numa. Zooals minister Loudon ook een commis
sie Instelde
|],I)(;1 h<eeJ Posthuma viel weer driftig in. Verzeker-
deze commissie in volkomen overee nstem.-
i tusschen dr. Loudon en hem, minister vam
landbouw, was ingesteld.
heer Duys kwam aan -zijn conclusie,. De „onge-
„Idfn, dictator van den Kneuterdijk moet verdwij-
nep liij uit „ook de Commissie van Bij
stand. De Distributie moet Staatsbedrijf worden. En
dat wel zonder Posthuma. „Elke diag langer, dat
eeze bewindsman blijft, is een ramp voor het land,"
Gig«n het krediet zou de beerDu^s niet steam-
men. Dat is onmogelijk. De levensmiddelen-voorzie-
mng kan niet worden stop-gezet. Wie moet dan in
de plaats van Posthuma komen? Treub? Daar was
de heer Duys, als soc.-democraat, niet „happig" op.
11 tl vindt, dat de gewezen democraat Treub aardig
aan het „Sammetje van Houten spelen" is. Van
Freubs democratie is slechts „het losse dasje" over.
eet gij dan een beteren minister dan Posthuma?
vroeg iemand hem. En de heer Duys antwoordde:
.Kont gij een slechteren?" Van Treub kan men ten-
'unste zoggen, dat hij „een kerel" is hier waar
schuwde praeses Fock tegen het „alte populair" wor
den' iemand van vasten wil, van durf en door
tastendheid Dat fliles mist de heer Posthuma. Die,
de wijze, waarop de Kamer Z.Exc. dat duidelijk
ntoot makefn, was den heer Duys niet duidelijk nog
zijn plaats moet ruimen.
De heer Van Doorn is ten opzichte van de vraag,
w'anneer de oorlog zal eindigen, zeer pessimistisch
gestemd. Hij ziet den vrede eerst over een paar jaar
ons bereiken. En1 hield een kort pleidooi voor het be
trachten van de grootst mogelijke zuinigheid. Intus-
schen is hij niet bereid minister Posthuma verder
te steunen; zal zijn stem aan dit ontwerp onthou
den. Het gemis aan doorzipht van dezen bewinds
man heeft den heer Van Doorn zijn laatste restje
vah vertrouwen in 'sheeren Posthuma's beleid ont
nomen.
Vergeten mag men niet, dat zoowel die heer Duys
als de heer Van Doorn „voor zichzelf" spraken. En
de conclusie, dat minister Posthuma's positie onder-
rniind, onhoudbaar is geworden, ze ware stellig
voorbkrig.
In het begin der zitting is de motie-Gerbard be
treffende algeheel alcohol-verbod voor inlanders en
net dezen gelijkgestelden aan genome n^i M et 30 tegen
31 stemmenDe oude, wakkere strijder heeft dus,
zij 't op het kantje af, toch eindelijk getriumfeerd.
Of dit votum der Kamer inderdaad ertoe zal leiden,
dat onze bruin- broeders in Insulinde nu werkelijk
beveiligd zullen woiö.n tegen den alcohol-duivel, die
in de „Westersche beschaving", zulke jammerlijke
verwoestingen aanrichtte: wederom: qui vivra verra!
De toekomst moet T leeren.
Mr. ANTONIO.
do»r
IALLIWELL SUTCLirr.E.
Voor Nedarl&ud bewerkt d. W. J. A. ROLDANUS Jr.
In boekverm verschenen bij W. DE HAAN,
Utrecht Ingenaaid f 2.90. Gebonden f3.50.
28-
Griff begreep niet hoe hert kwam, maar zijin tranen
stroomden over haar magere oude handen. Ue moeder
streek het haar vah zijn voorhoofd weg 'en troostte
hem met kalmoerende gobaartjes, zooals zij dat deed
toen hij nog eeu kind was. De stervende trachtte den
levende troost te geven.
Kom jongen, kom.1 Ik ben een oude vrouw en
ik "moet eens sterven. Maak je daar nu niet zoo ze
nuwachtig over ik heb een heerlijk leven achter m©
en jij bent altijd een goede jongen voor me geweest,
Grift Ze hadden ons wel voor een geëngageerd paar
kunnen aanzien, zooals we ons gedroegen.
Zij viel in em overpeinzing, waarbij nu en dan een
flauwe glimlach om haar lippen speelde waanneer de
een of andere prettige herinnering in baar opkwam.
Griff ging zacht vnn het bed weg; hij kon het aan-
friipeS? dat daarin lag, niet langer aanzien^ Doch
hoe zacht die ook was, zij hoorde zijn stap en nop
hC'w'rt$n woord, iangen, en dan wil ik wat gaan
«la'pen. Hert zal het etr$e nog uietrijii.^kwf ik je
kunt nog afscheid komen nemen. Het is over het kind
Wees er niet te angstig voor; omring het met met
al te groote behoedzaamheid en fV'walik
gelijk frissche lucht, Kate zal
bedoel, als het komt. Een baby, Grtff-reon
baby «m je - schijnt zoo iets wonderbaars en hers
en kostbaars tot je er gewoon aan raiikt Je
je t*wan dat gevoel verzetten en proboenen t g
dat W opgreerin zal zonder in e«i ^z®kart^
opgesloten te wonden" Zij lachte en haar sch«pe,
blauwe oogjes keken hem strak aan. „Als 1cma 1
'raagt, jongen, hoe ik gestorven ben, zeg da^
gestorven hoi zooals ik geleefd heb trac
«ooveol moccliik cozondr inzichten te geven. J
«g X. a n?T^Ik stierf dankbaar vo^wat
het leven mij gegeven heeft, en trotsch op het gr
oude geslacht. Te hebt den trots der Lmna"®11 l»'
ju erg en been,: boud daaraan vast. Griff, en oren#
h«m over op je kinderen." -nH
Een week la Ier stond Griff op het door den
gwwiepte kerkhof van Marshcotcs. Een koude, snij
dende storm joeg dé tusschen de grafsteenen (?cva11
h'aderon op. De geesteiijke dreunde zijn: „asch tot ascn
«of tot stoT', maar voor de doodgraver gelegenheid
een handvol aarde te neinen, kletterde een hagel
bui op de kist. Het moor wilde niets weten van die
smakelooae symbolen, het hield te veel van zijn doudeni.
En Griff schepte moed uit dat stormweer. Evenals-
altijd voelde het moor met hem mede en treurde,
op zijn éigen manier, over de onverschrokken vrouw,
die heengegaan was.
De oude dokter stak zijn arm door den zijne, toen
hij "naar Gorsthwaite terugging.
„Ik ga met je mee. Grlif, als je het goed vindt,
Br heb je vrouw vandaag nog niet gezien'
Geen van beiden sprak een woord voor zij óp 't
moor waren. Dan begon Griff, die al zijn krachten
inspande om vporuit en niet achteruit te zien, over
Kate te praten.
„Zij is niet sterk, dokter, en dit heeft haar een
leelijken klap gegeven. Hoe dehkt u erover?"
X>e dokter keek hem zenuwachtig aan en speelde
met de knoopen van zijn overjas.
„Goed, goed. Zij zal er wel door komen. Het duurt
nog em heel poosje, zij heeft nog em hoelen tijd om
er overheen te komen."
„U zegt dat zoo ontwijkend," antwoordde Griff kort
af. „Is er gevaar?"
„Gevaar we zullen In ieder geval voorzichtig moe
ten zijn. Zij is niet sterk is het nooit geweest na
het berste jaar van haar trouwen. Ik heb haar van
kind bf behandeld. De gezondste vrouw, die ik ooit
gezien heb, tot haar huwelijk, Haar zwakheid heeft
zij Te danken aan dien vervloekten Strangevyays, die
haar een hondenleven heeft laten leiden."
Zij liepen om halve mijl zwijgend verder, tot de
dokter, die de gedachten van zijn vriend wat wilde
afleiden, over een ander onderwerp begon.
„Tusschen twee haakjes, over Strangeways gesproken,
herinner je je nog, dat je me niet lang geleden Spring
mijn bed gehaald hebt om naar Sorrowslones Spring
te jgaan? Hot was me het nachtje well Ik heb je
onderweg aardig vervloekt I De oude heks was zoo
dood als een pier; zij had best, zonder ongeduldig te
worden, tot den volgenden morgen op 'mij kunnen
wachten. Jde is, geloof ik, één pot nat; hij neeft nu
zijn intrek in de nut genomen,"
„Wat voert hij tegenwoordig uit?" vroeg Griff, meer
omdat hij voelde iets te moeten zeggen dan uit be
langstelling.
„Wat heeft hij hier in de laatste jaren gedaan?
Drinken, drinken, alleen nog een betja meer dan vroe
ger. In die steengroeve is 'hij ook al ontslagen,. en 7/3
zeggen, dat hij geen roodien duit bezit. Een mooi yoor-
beeld van wat er terecht komt van oen slechte krui
sing tusschen een gentleman-schoft en een siert van
een vrouw. Maar daar zijn we op Gorsthwaite. En
i>on kop omhoog, Griff! Je vrouw heeft opgewekt
heid noodig. En nu nog wat. Ik "iet of
i>ln,n bent gauw dien Manor te betrekken, maar ik
Ion ie in ieder geval raden te wachten, tot je vrouw
weer sterk is. Het verhuizen zou haar maar ver
moeien." i
„Verdeel en Heersch".
De tweede Russische vrede is binnengehaald en even
eens de Roemeensche.
Dies waaien in "Duitschland de vlaggen van huis
en toren en heerscht er groote vreugde, die zich ook
uit in de huldetetegrammm aan de verschi'lende per
sonen, die de mogelijkheden van het sluiten dier vre-
desovcreenkomstm hebben geschapen.
Het ls te begrijpen, dat men in een land, waar mm
bijna vier jaar lang élke maand een nieuwe oorlogs
verklaring thuis kreeg, blii is eindelijk ook eens oen
vnedesbencht te lezen. Als zoodanig is die vreugde
beter te verklaren, dan de onbevooroordeelde buiten
staander zich tevreden kan toornen over hetgeen bij
de besprekingen in Brest Litowsk bereikt werd door de
diolomaten der Centralen.
\Vij toonden reeds vroeger aan, dat de Cholmer-re-
geling niet definitief kon zijn. Toen stelden de gebeur
tenissen ons binnen enkele uren in het gelijk: de re
geling was niet definitief, men zou op <le grensquaestie
tusschen Polen en Oekraine later terug komen. Mei dit
al is de fou» begaan eu blijft er, hoe de grensregeling
ten slotte ook wordt, een klove van haat en naijver
tusschen Polen en uekrainers om hel bezit van dit
gebied. Deze haat moet te ecuiger tijd nieuwe gieschilien
in het leven rooj*m.
Intusschen werd er var. verschillende zijden op ge
HQOFDSTUK XXVI.
Het gevocht bij de turf mijt.
Van oudsher af was Gorstihiwalte moor een ver
zamelplaats geweest van dobbelaars uit die kleine
fabrieksstadjes, die de heide omgeven. Voor het
grootste gedeelte waren zij in die stadjes geboren,
gediegeneerd en zwak van lichaam. Maar hief en
daar zoudt ge er op heit moor opgegroeide mannen
onder kunnen vinden, een strooper of een van het
snel uitstervende ras der moor-landjonkertjes. De
politie wist heel goed', dat er nooit een mooie Zondag
voorbiiging, die niet zijn aandeel Dijdroeg tot de on-
tell>are kruis- of munt-spelletjes, die reeds op het
moor gespeeld waren; zij had liet al jaren geweten,
maar had nog nooit een góed-geslaagden raid kun
nen maken. Het moor liep van alle kanten scherp
naar het dal af, zoodat posten, die op de ruinen uit
gezet werden, iederen toegangsweg naar hun dobbel-
nlaaté korden overzien. Geregeld stalden de detecti
ve n hun scherpzinnigheid tcge.novqr die van de dob
belaars, maar even genegield1 vonden zij, wanneer zij
liet midden van het Gorsthwaite moOr bereikten, een
gezelsiclia.p werklui, die onschuldig hun zwarte pij
pen lagen te rooken. De posten kenden hun taak te
eoed om verrassingen mogelijk te maken; hun ge
woonte was om bet enkele woord „vreemdeling' aan
hun kameraden over te geven, zoodira een onbekende
zich beneden vertoonde het kwam er niet op aan,
of het een vrouw of een kind was, het wkxord werd
overgegeven en het spel gestaakt totdat die „vreem
deling" uit het gezicht verdwenen was,
Verra,ad ond'er de makkers zelf was 'het eenige,
waarvoor zij bang zouden moeten zijn, en Griff ver
wonderde er zich steeds weer over, dat geen van hen
ooit hum geheim verraden had'.
Wanneer Joe Strangeways den Sabbaith niet ge
bruikte om zich in dien Buil nog moer te bedrin
ken dan door dé week, dan kon men er zeker van
zijn hem bij die dobbelaars op het Gorsthwaite moor
te vinden. Den Zondag nu na het gevecht tusschen
Ixxmax en dén prediker bij Whins Quarry, moest
Joe don toegangsweg van den kant van Gorsthwaite
Hall bewaken. Onwillekeurig nam hij hot huis van
zijn vijand op; het was oen moodo en heldere dag
en hij kon den rook uit de schoorstemen zien op-
kronkelen, alsof die mijl, die hij er van
was, slechts een paar yards bedroeg. Joo haci og
steeds niet vergeten hoe Griff Ixxmax hem zijn vr
ontstolen had; hij herinnerde zich, dat hij wr«^k
gezworen had, en dat al de stappen, da® hij tot nog
toe tn die richting gedaan had, juist uatgeloopen
waren op het tegenovergesteld®.
Als ik maar niet zoo sufferig was mompelde
Toe in zichzelf, „dan zou ik wel iets kunnen beden
ken. Maar het bier schijnt een armen bliksem, niet
te helpen, en die fijne mijnheer daar, die boertje
wezen, dat het wekken van dien naijver met opzet
geschiedde, omdat dit een verzwakking der beide lan
den beduidt, die thans buiten staat zullen zijn ooit
een ernstige bedreiging voor Duitschland of Oostenrijk
te worden, omdat steeds, zoo een dof twee dit in
den zin, had, de andere staat zich bij de oentraletn zou
aansluiten.
Een „verzekering" dus gebaseerd op het oude .ver
deel en heersch",
In de .regeling die met Petersburg getroffen werd,
als men dki comedie zoo mug noemen tenminste'
zit iets dergelijks.
Heeft men in het geval van de Oekraine een ander
volk de kosten laten betalen voor het graan, dat men
zoo dringend noodig had, bij den vrede met d,e Maxi-
malistiscne deputatie was het Rusland-zelf, dat de
kosten moet dragen voor zijn nederlaag.
In vol maehtsbesef hoeft Duitsuhland lijnen getrok
ken, gebieden afgeknipt, grenzen bepaald, voorwaarden
gesteld, die alle te zamen genomen alleen Rusland
schaden, zonder dat er voor Duitschland een even
redige winst tegenover staat. Altoos met dien verstan
de, dat het meenens is die voorloopig-afgeseheiden ge
bieden het recht van zelfbepaling te geven.
Is de toekenning van dit recht oen leeg wóórd, zooals
lret dit ten aanzien van Slees wijk en Elzas geweest
is?
Bedoelt Duitschland een simpele annexatie van Est
land, Koerland enz., nadat er eerst een of andere re-
ferenidum-comidie is opgevoerd?
Of is het ernst met een referendum na het sluiten
van "den algemeenen vrede?
De tijd zal het leeren, doch twee dingen lijken als
bewijs te mogen dienen, dat het met dien ernst zoo'n
vaart niet loopt. Het eene is de geest die in Duitsche
regeeringskringen heerscht en die, hoelangar hoe meer,
opnieuw onder invloed van de Sabèlparüj komt.
En het tweede is de overtuiging, die inen toch in
Duitschland óók wel zal hebben, dat de cliantagema-
nier, waarop de Russische vrede werd doorgezet en
de wijze, waarop Polen behandeld werd, weinig ge
schikt zijn om die bevolkingen der „bevrijde" landen
t» bewegen zich vrijwillig aan te sluiten bij of te
voegen onder Duitschland. Van een vrije volksstemming,
die niet door bajonetten gecontroleerd wordt, is voor
Duitschland waarschijnlijk weinig te hopen. En van
dwang tan slotte.... niet heel veel meer. Want dwang
ware annexatie. Annexatie, die door de bekende reso
lutie van den Rijksdagmeerderheid veroordeeld is, het
geen natuurlijk de bevolking, die zich tegen dwang
zou willen verzetten, althans de moreele hulp van
die meerderheid zou verschaffen. En gesteld zelfs
het is linieer gebeurd 1 dat die moreele steun uitbleef,
dan zouden 5e 'met geweld tot Duitsch gebied gemaakte
streken voor lange jaren een bron van onzekerheid,
van onrast, een grond voor militaire en andere uit
gaven zijn, die het Duitsche rijk in de eerste kwart
eeuw "litermate ongelegen moeten komen.
Eigenbelang had" reeds beperking geboden.
Daarom wü het er bf^ens niet in, dat de Centralen.
speciaal Duitschland, erover denken die van Rusland
afgasclieurde gebieden tot de hunne te maken of on
der hun direclen invloed te brengen.
Het lijkt veel waarschijnlijker, dat zij ook hier het
„verdeel en heersch" in het belang der eigen veiligheid
in toepassing pogen te brengen.
Immers Rusland zal zich gekrenkt voelen, over die
afscheiding, terwijl de nieuwe vrije staten de verkre
gen onafhandelijkheid waarschijnlijk zoo zeer zullen
waardeeren, 'dat zij zich er met alle middelen tegen
zullen verzetten, weder onder de centrale regeering van
l eersburg of Moskou terug te keeren.
Met een gebaar en een paar woorden, met de be-
bcschikking over andermans bezit verwerft Duitschland
zich goedkoop een barrière tegen agressie uit het
Oosten. Evenals Oostenrijk die kreeg door de jalousie,
die het bezit van Cholm wekt tusschen Polen en Oe-
kra uiers.
Indien dit werkelijk de bedoeling van Kulhmann
en de zijnen is. dan-zou het een beteren psychologi-
schen kijk verraden, dan Duitschland gedurende dezen
oorlog nog getoond heeft. Dan zou het in 't leven
roepen van haat en vijandelijke gevoelens, hetgeen tot
dusverre steeds plaats had door Duitschland en tot
Duitsehlands eigen direct nadeel eindelijk eens wor
den uitgeoefend in zijn voordeel en zou aan het bruut-
onaangenaam optreden der laatste dagen in Brest Li
towsk, althans ditmaal,een weloverdacht plan ten
grondslag hebben gelegen,
- Doch, wanneer dit werkelijk zoo is. wanneer men
te maken heeft met een weloverwogen plan om rohdom-
Centraal-Europa in het Oosten een rij bufferstaten te
stichtén, die er toe moeten strekken in de toekomst
dan vijand ver van den Duitschen bodem te houden,
dan Ls 'het systeem met den toestand, die in het oosten
geschapen wordt nog lang niet compleet.
Immers, dan is te verwachten, dat ook op de an
dere grenzen van het Vierverbond soortgelijke pogin
gen zuilen worden ondernomen.
Reeds wijst de steun, die de activistische 'Vlamingen
van de Duitsche overheid ontvingen, op een poging ook
hier het „verdeel en heersch" door te voeren tot Duitsoh-
speelt en heel vriendelijk en lief voor ons arme dtii-
vcl'S denkt te zijn, lacht me van 's morgens vroeg tót
's avonds laat uit. Ik- heb er wel eens over gedach'
höm in het donker op hot moor op -te wachten, en
zijn kop eens met een flink breekijzer te bewerken,
maar voor zoo iets moet je nuchter zijn en boven
dien is hij verduiveld sterk."
Te midden van zijn overpeinzingen hield hij op,
om naar een zwarte stip in 'het landschap te kij
ken. De stip werd grooter en bewoog zich in een
rechte lijn van Gorsthwaite Hall in zijn richting. Al
heel gauw kon hij zien, dat het een man was, en
weldra herkende hij Lomax. Plotseling schoot een in
geving door zijn beneveld brein. Hij zette zijn pijp
stevig in den linkermondhoek, stak zijn handen diep
in zijn zakken en liet een lang gebrom van tevreden
heid hoeren. Dan sloop hij over de heide naar de
plek, waar zijn kornuiten speelden.
„W el, Joe?" zeide een klein mannetje met een roe
den neus en kleine, slimme oogjes, dat eruit zag,
alsof hij hun leider was. „Wat kom je doen. Het is
je tijd nog niet".
„Ik kom zeggen. Dave Jefferson, dait er iemand
op den weg is, dien je nou niet zoo heel graag
ziet", zeido Joe langzaam.
De pence en halfpence verdwenen als bij toover-
slag.
„VN aurora heb je dan het woord' niet doorgeft^v^Jh
lam mispunt?" vroeg de kleine man, wiens humeur
in omgekeerde reden tot zf;u ?re>otte ston -
volgenden keer loop je zeker eerst nadat
om en kom je heit ons vertellen
de smerissen ons den juisten weg naa g
wj«nsjhiwde mièt onverschillige nauwkeurigheid' zijn
tabakspruim, naar een bij, die tegenover hem op een
heidestruik zat.
Als ie tweemaal nadacht vóór je sprak, Dave, zou
je" verstandiger doen en nog verstandiger, als je
Iieelemaal niks gezegd hadt. Het is geen ^emd.e-
ling, maar een, van wien sommigen van. jullie heel
wat danken".
„En wie kan dat wel zijn, Mr. Strangeways? vroeg
jefferson ironisch. „Jij bent plotseling een heele
knappe kerel geworden, want je moet al bliksems
knap zijn, om Dave Jefferson wat wij» te maken".
„Dat is best mogelijk. Griff Lomax kruipt daar
slim als een vos den heuvel op."
„Drie van het stroopersclubje, die eerst in „De hond
en het Korhoen" samengekomen waren, bevondlen
zich dien middag ook op het moor en Jack van
Ling Crag kwam voor zijn afwezigen vriend, op.
„Als dat alles is, wat je ons te vertellen hebt, dan
kan je wel rechtsomkeert maken. Mr. Lomax be
hoort niet tot het soort, dat, een kameraad' verklapt".
„Ja zeker, het is een fijne mijnheer!" zeide Joe
met drankemansspot. Hij heeft mijn vrouw ge-